Ontwerpresolutie - B7-0419/2010Ontwerpresolutie
B7-0419/2010

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Kirgizië

5.7.2010

naar aanleiding van de verklaring van de vice-voorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Heidi Hautala, Bart Staes, Nicole Kiil-Nielsen namens de Verts/ALE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0419/2010

Procedure : 2010/2770(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0419/2010
Ingediende teksten :
B7-0419/2010
Aangenomen teksten :

B7‑0419/2010

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Kirgizië

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn vorige resoluties over Kirgizië en Centraal-Azië, met name de resolutie van 6 mei 2010,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 februari 2008 over een EU-strategie voor Centraal-Azië,

–   gezien de verklaringen van vice-voorzitter/hoge vertegenwoordiger Catherine Ashton over de nieuwe confrontaties in Kirgizië van 11 juni 2010 en het grondwettelijk referendum van 28 juni 2010,

–   gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 juni 2010,

–   gezien de EU-strategie voor een nieuw partnerschap met Centraal-Azië die de Europese Raad op zijn bijeenkomst van 21 en 22 juni 2007 aangenomen heeft,

–   gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en Kirgizië, die in 1999 in werking is getreden,

–   gezien het regionale strategiedocument van de Europese Gemeenschap voor bijstand aan Centraal-Azië voor de periode 2007-2013,

–   gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat op 11 juni gewelddadige confrontaties hebben plaatsgehad in de zuidelijke steden Osh en Jalal-Abad, die verder zijn geëscaleerd tot 14 juni, met naar verluidt honderden gewapende mannen die de straten van de steden hebben bestormd, op burgers hebben geschoten en winkels in brand hebben gestoken, waarbij zij hun doelwitten hebben gekozen op grond van etniciteit,

B.  overwegende dat volgens de Kirgizische autoriteiten bij de confrontaties circa 300 mensen het leven hebben verloren, maar dat de vrees is uitgesproken, onder andere door het hoofd van de interim-regering, Rosa Otunbayeva, dat het werkelijke cijfer nog hoger ligt; overwegende dat meer dan 2.000 personen gewond zijn geraakt of in een ziekenhuis zijn opgenomen en dat talrijke personen nog worden vermist,

C. overwegende dat er als gevolg van het geweld naar schatting 300.000 binnenlandse ontheemden zijn en dat 100.000 mensen hun toevlucht hebben gezocht in het buurland Oezbekistan; overwegende dat de regering in Tashkent met de hulp van internationale organisaties de vluchtelingen humanitaire bijstand heeft verleend, maar dat zij de landsgrens met Kirgizië op 14 juni heeft gesloten, wegens een gebrek aan capaciteit om meer mensen op te vangen,

D. overwegende dat de interim-regering in de regio de noodtoestand heeft uitgeroepen en dat de veiligheidstroepen, die soms bevelen niet leken op te volgen, niet in staat zijn geweest de controle over te nemen; overwegende dat de verzoeken van interim-president Roza Otunbayeva aan de Russische president Medvedev en de Organisatie van het Verdrag inzake collectieve veiligheid om militaire ondersteuning voor het herstel van de orde, werden afgewezen; overwegende dat een verzoek om een internationale politiemacht te sturen is ingediend en momenteel wordt onderzocht door de OVSE,

E.  overwegende dat volgens de resultaten van het door de Nationale Veiligheidsdienst verrichte onderzoek naar de gebeurtenissen van 11-14 juni tot de confrontaties is aangezet door leden van de clan van afgezet president Bakiyev in een complot met radicale islamieten, Noord-Tadzjiekse militanten en de Talibaan,

F.  overwegende dat de Commissie 5 miljoen euro heeft vrijgemaakt voor spoedeisende medische ondersteuning, humanitaire hulp, niet-voedingsmiddelen, en bescherming en psychologische bijstand aan door de crisis getroffen personen; overwegende dat dit bedrag kan worden vergeleken met de 71 miljoen USD aan noodhulp waar de VN in een dringende oproep om heeft gevraagd,

G. overwegende dat de EU een belangrijkere rol zou moeten spelen bij de ondersteuning van het land, en dat zij zich er met name via haar strategie voor Centraal-Azië toe verbonden heeft een partner te zijn voor de landen in de regio; overwegende dat veel meer internationaal engagement thans dringend nodig is en dat de reactie van de EU een impact zal hebben op haar geloofwaardigheid als partner,

H. overwegende dat een referendum dat op 27 juni in vreedzame omstandigheden en met een hoge participatie is gehouden, heeft uitgewezen dat meer dan 90% van de deelnemers aan het referendum instemt met een nieuwe grondwet waarin de bevoegdheden van de president en het parlement elkaar in evenwicht houden, met de bevestiging van Rosa Otunbayeva als interim-president tot 31 december 2011, en met de ontbinding van het grondwettelijk hof; overwegende dat de parlementsverkiezingen gepland zijn voor 10 oktober 2010,

I.   overwegende dat Centraal-Azië in grote mate gekenmerkt wordt door armoede en een veelvoud aan ernstige bedreigingen voor de menselijke veiligheid, alsook door slecht bestuur, een streng autoritarisme en het ontbreken van wettelijke kanalen om ontevredenheid te uiten en politieke verandering na te streven; overwegende dat het noodzakelijk is de regionale samenwerking te herstellen en te intensiveren, teneinde een gemeenschappelijke benadering te ontwikkelen ten aanzien van de problemen en uitdagingen waarvoor de regio zich geplaatst ziet; overwegende dat de regionale en internationale actoren moeten streven naar een gezamenlijker aanpak van de problemen en uitdagingen van de regio,

J.   overwegende dat de EU zich te allen tijde moet houden aan haar verbintenis om mensenrechten, democratie en rechtsstaat in haar overeenkomsten met derde landen te mainstreamen en door een coherent beleid democratische hervormingen te stimuleren, zodat zij geloofwaardiger wordt ten aanzien van haar regionale rol,

1.  geeft uiting aan zijn diepe bezorgdheid over de tragische, gewelddadige confrontaties in het zuiden van Kirgizië en betuigt zijn medeleven aan de families van alle slachtoffers,

2. veroordeelt met klem alle aanslagen en gewelddadige acties en roept de interim-regering op met hulp van de internationale actoren een geloofwaardig, onpartijdig en onafhankelijk onderzoek naar de gebeurtenissen in te stellen, teneinde de daders voor de rechter te brengen en helderheid te krijgen over de beschuldigingen wat de betrokkenheid van leden van de Kirgizische veiligheidstroepen betreft;

3. verzoekt de interim-autoriteiten alles in het werk te stellen om de situatie te normaliseren en de nodige voorwaarden te creëren om vluchtelingen en binnenlandse ontheemden in staat te stellen vrijwillig, veilig en in waardige omstandigheden naar huis terug te keren; dringt er bij de lokale autoriteiten op aan doeltreffende vertrouwenwekkende maatregelen te treffen en een echte dialoog te beginnen met alle etnische bevolkingsgroepen in het zuiden van Kirgizië, teneinde een geloofwaardig verzoeningsproces op gang te brengen;

4. beklemtoont dat de waarden die de Europese Unie voorstaat haar nopen tot een veelomvattende respons op dit leed, onder andere door meer financiële middelen toe te wijzen dan de 5 miljoen euro die tot nu toe zijn vrijgemaakt, wat beter zou beantwoorden aan de dringende oproep van de VN voor 71 miljoen USD aan humanitaire hulp;

5. verzoekt de Commissie wat dat betreft in samenwerking met internationale organisaties de humanitaire hulp op te voeren en korte- en middellangetermijnprogramma's voor de wederopbouw van vernielde huizen en de vervanging van verloren middelen, alsmede rehabilitatieprojecten te starten, in samenwerking met de Kirgizische autoriteiten en andere donoren, om gunstige omstandigheden te creëren voor de terugkeer van vluchtelingen en binnenlandse ontheemden; vestigt in verband hiermee de aandacht op het belang van plaatselijke ontwikkelingsprojecten;

6. dringt er bij de Raad op aan het voortouw te nemen voor de organisatie van een internationale donorenconferentie voor Kirgizië, om een oplossing te vinden voor de humanitaire problemen en te kunnen voorzien in de basisbehoeften van Kirgizië, en de nodige hulp te verschaffen voor de duurzame ontwikkeling van het land;

7. onderstreept het feit dat de humanitaire respons, die bedoeld is om de onmiddellijke nood te lenigen, gepaard moet gaan met inspanningen om de situatie te stabiliseren en het aanzienlijke risico van nieuw geweld te beperken en te voorkomen, ook omdat dit een gevaar vormt voor de vrede en de veiligheid in andere delen van de Ferghanavallei, die deels op Oezbeeks, deels op Kirgizisch en deels op Tadzjieks grondgebied gelegen is;

8. dringt er opnieuw op aan de menselijke veiligheid centraal te stellen in het EU-beleid ten aanzien van Centraal-Azië; wijst erop dat dit in Zuid-Kirgizië onder andere inhoudt dat wordt geholpen de fysieke veiligheid van etnische Oezbeken en van personen van alle andere etnische groepen te waarborgen;

9. verzoekt de vice-voorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de lidstaten steun te verlenen en een actieve bijdrage te leveren aan de ontplooiing van een politiemissie van de OVSE, teneinde de uitbarsting van nieuw geweld te voorkomen, de situatie in de door de confrontaties getroffen steden te stabiliseren, de slachtoffers en de kwetsbaarste personen te beschermen en de terugkeer van vluchtelingen en binnenlandse ontheemden te vergemakkelijken;

10. neemt nota van het vreedzame verloop en de resultaten van het grondwettelijk referendum van 27 mei, dat de weg opent voor de terugkeer naar een grondwettelijke orde; verzoekt de Raad en de Commissie middelen te vinden om de interim-regering van Kirgizië bij te staan en de autoriteiten te helpen vorderingen te maken op weg naar democratische hervormingen en de versterking van de rechtsstaat, discriminatie in het openbare leven tegen te gaan, toegang tot geloofwaardige gerechtelijke procedures te verschaffen en het leven van de mensen te verbeteren door nationale ontwikkeling en empowerment van de burgers, in samenwerking met alle belanghebbenden en de Kirgizische civil society;

11. dringt aan op een grootschalige inzet van het stabiliteitsinstrument en vraagt de Commissie voorstellen voor te bereiden voor de hertoewijzing van middelen van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, teneinde ervoor te zorgen dat de EU op korte zowel als op middellange termijn op gepaste schaal op de nieuwe situatie in Kirgizië kan reageren;

12. uit zijn bezorgdheid over berichten over de arrestatie van sommige mensenrechtenactivisten in Kirgizië en verzoekt de Kirgizische autoriteiten alle nodige maatregelen te treffen om te garanderen dat mensenrechtenactivisten hun activiteiten ter bevordering en bescherming van de mensenrechten ongehinderd kunnen verrichten;

13. beklemtoont dat de ontwikkelingen in Kirgizië en de regionale en internationale ontwikkelingen elkaar onderling beïnvloeden; is ervan overtuigd dat de belangen van Rusland, de Verenigde Staten en andere landen elkaar in aanzienlijke mate overlappen, met name ten aanzien van Afghanistan en het toenemende islamitische radicalisme in de regio, inclusief in Kirgizië; is van mening dat dit het mogelijk moet maken de geopolitieke concurrentie te beperken en te zoeken naar synergieën om de regio te stabiliseren; is ervan overtuigd dat het welslagen hiervan ook nog andere positieve effecten zou hebben op de internationale betrekkingen en de internationale veiligheid;

14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vice-voorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie en de OVSE.