Ontwerpresolutie - B7-0555/2011Ontwerpresolutie
B7-0555/2011

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Egypte en Syrië, met name die van de christelijke gemeenschappen

24.10.2011

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Elmar Brok, Mario Mauro, Ioannis Kasoulides, Cristian Dan PredaTokia Saïfi, Magdi Cristiano Allam, Othmar Karas, Ria Oomen-Ruijten, Gabriele Albertini, Inese Vaidere, Elena Băsescu, Elisabeth Jeggle, Monica Luisa Macovei, Zuzana Roithová, Nadezhda Neynsky, Roberta Angelilli, Thomas Mann, Constance Le Grip, Salvatore Iacolino, Bernd Posselt, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska, Sari Essayah, Anne Delvaux namens de PPE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0542/2011

Procedure : 2011/2881(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0555/2011
Ingediende teksten :
B7-0555/2011
Debatten :
Aangenomen teksten :

B7‑0555/2011

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Egypte en Syrië, met name die van de christelijke gemeenschappen

Het Europees Parlement,

–   gezien zijn eerdere resoluties over Egypte en Syrië,

–   gezien de verklaringen die de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid (VV/HV) over Syrië heeft afgelegd op 8 en 31 juli, 1, 4, 18, 19, 23 en 30 augustus, 2, 12 en 23 september en 8 oktober 2011,

–   gezien de resolutie die het Europees Parlement op 20 januari heeft aangenomen over de situatie van christenen in de context van de vrijheid van godsdienst, waarin het de hoge vertegenwoordiger verzocht binnen het directoraat Mensenrechten van de Europese Dienst voor extern optreden een permanente capaciteit te creëren voor de monitoring van de situatie op het gebied van door regeringen of samenlevingen opgelegde beperkingen van de vrijheid van godsdienst en aanverwante rechten, en daarover jaarlijks verslag uit te brengen aan het Parlement,

–   gezien de conclusie van de op 20 februari gehouden zitting van de Raad Buitenlandse Zaken van de Europese Unie, waarop Catherine Ashton als hoge vertegenwoordiger is verzocht verslag uit te brengen over de ondernomen stappen en de concrete voorstellen tot verdere aanscherping van de maatregelen van de Europese Unie met betrekking tot de bevordering en verdediging van de vrijheid van godsdienst en geloof,

–   gezien de op 10 oktober 2011 door de Raad Buitenlandse Zaken aangenomen conclusies over Syrië,

–   gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966, waarbij Egypte en Syrië partij zijn,

–   gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

Egypte

A. overwegende dat er op 9 oktober naar aanleiding van een protestmanifestatie tegen een aanslag op een kerk in de provincie Aswan onder de Koptische christenen in Kairo ten minste 28 Egyptische burgers door de strijdkrachten zijn gedood en ruim 350 zijn gewond;

B.  overwegende dat er sinds het begin van de Arabische lente ongeveer 100 000 Kopten Egypte hebben verlaten;

Syrië

C. overwegende dat sinds het begin van de gewelddadige onderdrukkingsacties tegen vreedzame betogers in maart 2011 de stelselmatige moordpartijen, het geweld en de martelingen in Syrië dramatisch zijn geëscaleerd en dat het Syrische leger en de veiligheidstroepen blijven reageren met het gericht doden van personen, martelingen en massale arrestaties, en tevens overwegende dat volgens ramingen van de VN ruim 3000 mensen om het leven zijn gekomen, dat er nog veel meer zijn gewond en duizenden zijn opgesloten; overwegende dat veel Syriërs als gevolg van geweld en ontheemding geconfronteerd worden met een verslechtering van hun humanitaire situatie;

D. overwegende dat de christelijke bevolking van Syrië voornamelijk als gevolg van migratie wellicht is teruggelopen van 10 tot 8 procent; overwegende dat duizenden Iraakse christenen naar Syrië zijn gekomen om aan het gerichte geweld in Irak te ontsnappen; overwegende dat vele christenen in Syrië vrezen dat zij het slachtoffer zullen worden van sektarisch geweld in het land;

Egypte

1.  spreekt zijn krachtige veroordeling uit over het doden van demonstranten door de veiligheidstroepen in Egypte; betuigt zijn oprecht medeleven met de nabestaanden van de slachtoffers; verzoekt de autoriteiten erop toe te zien dat de veiligheidstroepen geen overdreven en volstrekt disproportioneel geweld gebruiken en dringt aan op een grondig en onafhankelijk onderzoek naar de gewelddadige onderdrukking van demonstranten in Kairo;

2.  dringt er bij de Egyptische autoriteiten op aan volledige godsdienstvrijheid te garanderen voor alle burgers in Egypte, inclusief de Koptische christenen, en ervoor te zorgen dat de Koptische christelijke gemeenschappen niet het slachtoffer worden van gewelddadige aanvallen, dat zij in vrede kunnen leven en in het hele land vrij hun geloof kunnen belijden; dringt aan op adequate bescherming van kerken en verlangt dat er een einde wordt gemaakt aan de voortdurende agressie en de vernieling van kerken door islamitische extremisten;

3.  dringt er bij de Egyptische autoriteiten op aan een systeem in te stellen waarbij overheidsfunctionarissen, leden van maatschappelijke groeperingen en internationale organisaties aanvallen op religieuze minderheden in Egypte bij de instanties kunnen melden en daaraan ruchtbaarheid kunnen geven;

4.  roept de EU-lidstaten ertoe op aan buitenlandse militaire steun voor Egypte als voorwaarde te verbinden dat in het kader van dergelijke steunmaatregelen verstrekte wapens niet mogen worden gebruikt voor aanvallen op ongewapende burgers;

5.  roept de Egyptische autoriteiten ertoe op de 28 in Maspero vastgehouden christenen vrij te laten;

6.  roept de Egyptische autoriteiten ertoe op de medische kosten van de slachtoffers van de recente rellen, inclusief vervolgkosten, bij wijze van schadevergoeding voor hun rekening te nemen;

7.  dringt er bij de Egyptische autoriteiten op aan een einde te maken aan de discriminatie van Koptische christenen, bijvoorbeeld door verwijzingen naar religie in alle officiële documenten te schrappen;

8.  dringt er bij de Egyptische autoriteiten op aan alle burgers in Egypte – inclusief de Koptische christenen – gelijke waardigheid en gelijke kansen te garanderen en toegang te verschaffen tot alle overheids- en politieke ambten, inclusief representatieve functies bij de strijdkrachten, in het parlement en de regering;

9.  dringt er bij Catherine Ashton, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid / vicevoorzitter van de Europese Commissie, op aan toe te zien op de implementatie en naleving van deze eisen;

10. is overtuigd van de noodzaak een grondwet vast te stellen alvorens er parlementsverkiezingen worden gehouden;

11. is van mening dat de bescherming van het recht op godsdienstvrijheid en de bescherming van minderheden expliciet in de grondwet moeten worden opgenomen;

12. pleit ervoor de interim-regering van Egypte zo snel mogelijk te vervangen door een middels vrije verkiezingen gevormde regering;

13. roept de Egyptische autoriteiten op tot het nemen van maatregelen om een einde te maken aan door religieuze motieven geïnspireerde criminele handelingen, zoals de ontvoering van Koptische meisjes die zijn gedwongen zich tot de islam te bekeren (het gaat daarbij om ongeveer 1000 gedocumenteerde gevallen);

14. dringt aan op een aanpassing van het Egyptische wetboek van strafrecht om dergelijke vormen van bekeringsijver, waarbij mensen worden gedwongen zich tot een ander geloof te bekeren, strafbaar te stellen;

15. stelt zich op het standpunt dat, aangezien de betrekkingen tussen de EU en Egypte zijn gebaseerd op de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de EU zich het recht mag voorbehouden om in geval van ernstige schendingen van de mensenrechten van burgers in Egypte, onder wie ook de Koptische christenen, die institutioneel worden gediscrimineerd, vervolgd, vermoord en gedwongen hun land te ontvluchten, tegen Egypte stappen te ondernemen; onderstreept dat de EU klaar moet staan ​​om verdere maatregelen te nemen ter ondersteuning van Egyptische burgers die met vreedzame middelen streven naar een democratische toekomst;

Syrië

16. veroordeelt met klem de moorden, massale arrestaties en martelingen van burgers, vreedzame demonstranten en hun familieleden; is geschokt door de onder leiding van het Syrische regime tegen zijn eigen bevolking gepleegde brutale repressie; herhaalt zijn oproep aan president Bashar al-Assad en zijn regime onmiddellijk afstand te doen van de macht om een politieke transitie in Syrië te laten plaatsvinden;

17. is diep bezorgd over de situatie van de christenen in Syrië, en met name over hun veiligheid; veroordeelt daden die erop gericht zijn aan te zetten tot conflicten tussen geloofsovertuigingen; dringt er bij de huidige en toekomstige Syrische autoriteiten op aan betrouwbare en effectieve bescherming te bieden voor de nationale christelijke gemeenschap;

18. betuigt zijn oprecht medeleven met de nabestaanden van de slachtoffers; prijst de moed en vastberadenheid van het Syrische volk en betuigt zijn krachtige steun aan hun streven om te komen tot volledige eerbiediging van de rechtsstaat, de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en om betere economische en sociale omstandigheden te kunnen waarborgen;

19. roept de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad en de Commissie ertoe op de opkomst van georganiseerde Syrische democratische oppositiekrachten zowel binnen als buiten Syrië te blijven aanmoedigen en ondersteunen; staat positief tegenover de inspanningen van de politieke oppositie om een verenigd platform tot stand te brengen, en neemt kennis van de oprichting van de Syrische Nationale Raad;

20. is ingenomen met de toezegging van de EU om te blijven aansturen op krachtige VN-initiatieven om de internationale druk op te voeren; roept de leden van de VN-Veiligheidsraad, en met name Rusland en China, er eens te meer toe op niet de goedkeuring te blokkeren van een resolutie om het gebruik van dodelijk geweld door het Syrische regime te veroordelen en erop aan te dringen de inzet van geweld te beëindigen, en sancties vast te stellen als hieraan geen gevolg wordt gegeven; spreekt zijn krachtige steun uit voor het op 23 september door de EU genomen besluit tot instelling van aanvullende sancties tegen het Syrische regime; onderstreept dat de EU klaar moet staan ​​om verdere maatregelen te nemen ter ondersteuning van Syrische burgers die met vreedzame middelen streven naar een democratische toekomst;

21. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regering en het parlement van de Russische Federatie, de regering en het parlement van de Volksrepubliek China, de Amerikaanse regering en het Amerikaanse Congres, de secretaris-generaal van de Arabische Liga, de regering van de Arabische Republiek Egypte en de regering en het parlement van de Syrische Arabische Republiek.