Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B5-0405/2002Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B5-0405/2002

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

3 juli 2002

ingediend overeenkomstig artikel 50, lid 5 van het Reglement door
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de volgende fracties: over Angola

Procedure : 2002/2571(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B5-0405/2002
Ingediende teksten :
RC-B5-0405/2002
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over Angola

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties over de toestand in Angola,

–  onder verwijzing naar de resolutie van 21 maart jl. van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU over de toestand in zuidelijk Afrika (die gedeeltelijk over Angola gaat),

–  gezien de recentste verklaringen van de Raad en de Commissie over Angola, meer bepaald het nieuwe gemeenschappelijk standpunt van 25 juni,

–  gezien de oproepen aan de internationale gemeenschap tot humanitaire hulpverlening, zowel van de regering van Angola als van alle politieke krachten in Angola, het maatschappelijk middenveld, de COIEPA en internationale NGO's die zich ter plaatse bevinden,

–  gezien het bezoek ter plaatse van zijn Commissie ontwikkelingssamenwerking, van 21 t/m 25 juni, vooral in Huambo, in het voedingscentrum van Artsen zonder Grenzen in Bailundo, en het opvangkamp voor Unita-strijders Chileta I,

A.  overwegende dat de internationale gemeenschap en meer in het bijzonder de Europese Unie de hulpverlening aan Angola als prioritair moeten beschouwen om de nood van de bevolking te lenigen en dat het einde van de vijandelijkheden de rampzalige toestand aan het licht gebracht heeft waarin de bevolking moet zien te overleven, vooral in de gebieden waar guerrilla gevoerd is en die voor de hulporganisaties afgesloten waren,

B.  overwegende dat de precaire situatie die het gevolg is van 30 jaar oorlog alleen maar erger wordt en dat een derde van de bevolking (4 à 5 miljoen mensen) ontheemd is en 500.000 Angolezen gevlucht zijn naar de buurlanden,

C.  gezien het grote aantal kinderen dat in dergelijke situaties verkeert - bijvoorbeeld 162.000 kinderen op een totaal van 256.000 personen in opvangkampen voor de Unita: zij vormen de groep die het meest te lijden heeft van ziekte, de koude van de nacht en ondervoeding, en die het hoogste sterftecijfer vertoont,

D.  overwegende dat de opvang van Unita-strijders en hun gezinnen veel sneller is gegaan en veel omvangrijker is als was verwacht door de Unita-leiders, de regering, de waarnemers en hulporganisaties,

E.  overwegende dat het welslagen van de verdeling van de hulpgoederen van beslissend belang kan zijn voor blijvende stabiliteit,

F.  overwegende dat de Angolezen die zich als vluchtelingen in de buurlanden bevinden, naar hun land beginnen terug te keren,

Versteviging van de vredestoestand

G.  overwegende dat de vrede is gebaseerd op het Protocol van Lusaka van 20 november 1994 en het memorandum dat op 4 april 2002 ondertekend is door de militaire leiding van de Angolese strijdkrachten en de Unita in Luanda,

H.  overwegende dat alle vertegenwoordigers van de regering, de Angolese strijdkrachten en de Unita, en de verzamelde interne en externe waarnemers de nadruk leggen op het onherroepelijk karakter van de vrede die op 4 april bereikt is, wat ter plaatse op het terrein bevestigd wordt door het uitblijven van elk militair incident in de vier laatste maanden en de volledige onderbrenging van de Unita-strijdkrachten in kampen,

I.  overwegende dat blijvende vestiging van vrede en democratie in Angola na zo veel jaren gewapend conflict het land tot een stevige stabiliteitsfactor in centraal en zuidelijk Afrika kan maken,

J.  overwegende dat er maar weinig wapens ingezameld zijn in vergelijking met het aantal Unita-strijders die zich overgegeven hebben in de opvangkampen,

K.  overwegende dat de stevige vestiging van de vrede in Angola ook afhankelijk is van definitieve versterking en volledige normalisering van democratische, vrije en pluralistische instellingen, eerbied voor de rechten van de mens, voor een correcte werking van de staat en sociale rechtvaardigheid,

Versterking van de democratie

L.  overwegende dat de vrede, verzoening en democratie in Angola de inzet van alle Angolezen. van alle gezindheden vereist, in een dialoog waaraan wordt deelgenomen door alle politieke partijen (vooral de partijen die vertegenwoordigd zijn in het parlement), het maatschappelijk middenveld, de traditionele overheden, de katholieke kerk en de andere religieuze groepen,

M.  overwegende dat democratische verkiezingen vrij verkeer in heel het land veronderstellen, naast voorafgaande inventarisering en opsporing van de mensen die door de oorlog uit hun woonplaatsen verdreven zijn,

N.  overwegende dat door de vrede het leven van de instellingen zijn normaal verloop kan terugvinden, dat de overgang naar een voldragen en volledig democratisch bestel uitgediept en afgewerkt kan worden, en dat eerlijke verkiezingen een redelijke toegang tot de media veronderstellen,

O.  overwegende dat er voor een democratisch bestel onafhankelijke politieke partijen nodig zijn, en dat het alleen aan de Unita toekomt om uit te maken wie zijn rechtmatige vertegenwoordigers zijn,

P.  gezien de Angolese wet op de financiering van de politieke partijen die vertegenwoordigd zijn in het parlement,

Q.  gezien het belang van een onafhankelijk rechtsbestel, ook op het hoogste niveau, voor de goede werking van de democratie,

R.  gezien de debatten over de opstelling van een nieuwe grondwet in het Angolese parlement,

Versterking van de economie en sociale reorganisatie

S.  overwegende dat de Europese Unie in de periode 1985-2000 € 790 mln uitgegeven heeft (waarvan 60% voor humanitaire hulpverlening), en dat de Europese Commissie op 29 mei besloten heeft om een financieel "pakket" van € 125 mln uit te trekken, waarvan 10 mln voor humanitaire noodhulp, 32 mln voor een veilige voedselbevoorrading, en 83 mln voor mijnopruiming en heropbouw,

T.  overwegende dat volgens de bekende gegevens 50% van de Angolese bevolking in uiterste armoede leeft (met minder dan 1 dollar per dag) en dat op het ogenblik naar schatting tussen de 1 en 2 miljoen Angolezen volledig aangewezen zijn op internationale bijstand om te kunnen overleven,

U.  overwegende dat het van belang is om zo spoedig mogelijk van humanitaire hulpverlening over te gaan op een ontwikkelingsbeleid voor Angola,

V.  overwegende dat 80.000 Unita-strijders, die zich op het ogenblik in de opvangkampen bevinden en op 20 juli gedemobiliseerd moeten worden, niet in de Angolese strijdkrachten opgenomen worden, terwijl het toch van wezenlijk belang is om zo goed mogelijk gebruik te maken van hun bekwaamheden, want de sociale integratie van de manschappen, die opgeleid zijn voor gevechtshandelingen, is een essentiële factor in de binnenlandse veiligheid van Angola,

W.  overwegende dat de definitieve nieuwe vestiging van de bevolkingsgroepen die door de oorlog op de vlucht gedreven zijn, nieuwe bevolkingsverplaatsingen op grote schaal kan veroorzaken, dat het een operatie is die noodzakelijkerwijs traag, moeizaam en ingewikkeld zal verlopen, en dat ze aan de hand van volledig vrijwillige persoonlijke keuzen doorgevoerd moet worden,

X.  overwegende dat door de oorlog de infrastructuur (wegen, bruggen, spoorwegen, enz.), scholen en gezondheidscentra zijn verwoest,

Y.  gezien de belangrijke factor die de verwachtingen van de Angolese bevolking vormen,

Z.  overwegende dat de olieproductie van Angola op een miljoen vaten per dag geschat wordt, dat het de vierde wereldproducent van diamant is, en dat de normalisering van zijn productieapparaat en de versterking en diversificatie van zijn bedrijfsleven het mogelijk moeten maken om de uitgebreide rijkdommen te ontginnen waar het land over beschikt,

1.  ziet in dat de Angolese kwestie prioriteit moet krijgen vanwege de humanitaire dimensie van het probleem en het politiek belang van de vrede, die na zo veel jaren verwoestende conflicten verkregen is; vraagt de Europese Commissie en de Raad met aandrang om in hun optreden dat inzicht te volgen en vraagt de lidstaten om er vooral aan te denken dat Angola als het gedemocratiseerd en tot vrede gekomen is, een belangrijke factor voor de stabiliteit en ontwikkeling in Afrika en in heel de wereld vormt;

2.  vraagt alle bevoegde instanties en organisaties op nationaal en internationaal niveau, zodra ze bekomen zijn van hun aanvankelijke verrassing over het tempo van de pacificatie en de menselijke dimensie van de nieuwe problemen die aan het licht gekomen zijn, om zonder verder uitstel de humanitaire hulp te verlenen die nodig is om de bedreigde mensenlevens te redden;

3.  vraagt het Wereldvoedselprogramma om de verdeling van levensmiddelen te bespoedigen en uit te breiden en deze minstens tot de volgende oogst te verlengen;

4.  spoort het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) met aandrang aan om volledig zijn rol van beschermende instantie voor de vluchtelingen te vervullen, meer bepaald bij hun terugkeer naar hun dorpen van oorsprong;

5.  dringt er bij de Europese Commissie en de internationale gemeenschap op aan om voor het einde van het droge seizoen voor al wie het land wil bewerken, los van zijn vroegere partijpolitieke gezindheid, het zaaigoed en landbouwgereedschap ter beschikking te stellen dat voor de hervatting van de landbouwactiviteiten onmisbaar is, zodat de bevolking minder afhankelijk is van de humanitaire voedselhulp;

6.  vraagt de Europese Commissie, de Raad en de Verenigde Naties om de mijnopruimingsprogramma's uit te breiden, zodat het vrij verkeer en de hervatting van de landbouw in de vroegere gevechtszones veiliger worden;

7.  vraagt de Europese Commissie om de onderwijs-, opleidings- en gezondheidsprogramma's uit te breiden;

8.  steunt het verzoek van de Angolese regering om een donorconferentie voor humanitaire hulpverlening en de heropbouw van Angola te organiseren;

9.  vraagt de Angolese regering en haar industriële en handelspartners om doorzichtige en verantwoordelijke mechanismen voor het beheer van natuurlijke rijkdommen van Angola vast te stellen, vooral voor de ontginning van olie en diamanten, zodat de inkomsten besteed kunnen worden aan de strijd tegen de armoede en voor de financiering van een algemene, duurzame, rechtvaardige en blijvende ontwikkeling;

10.  complimenteert de president, de regering en de strijdkrachten, de soldaten en de leiding van de Unita met de belangrijke stap die ze gezet hebben op de dag van de ondertekening van het memorandum van verstandhouding en daarna; vertrouwt er vast op dat het klimaat van goede verstandhouding onveranderd voort blijft duren in de volgende politieke fase, in een geest van openheid, wederzijds respect, goede trouw en besef van de onmisbare vormen van verantwoordelijkheid;

11.  verheugt zich dat alle partners de nadruk leggen op het definitief en onherroepelijk karakter van het staakt-het-vuren;

12.  maakt zich ongerust over het feit dat er in heel het land nog wapens in omloop zijn, vooral onder de burgerbevolking;

13.  vraagt de Europese Commissie om in haar hulpprogramma's voor Angola de deelname van het maatschappelijk middenveld en de religieuze kringen in de nationale verzoening te voorzien en om programma's voor burgervorming in te stellen om de democratie te versterken; vraagt haar om het personeelsbestand van haar delegatie in Luanda op korte termijn uit te breiden met structuren die in verhouding staan tot de omvang en de aard van de hulpverlening, om op die manier voor doelmatig toezicht op de hulpverlening in al haar verscheidenheid en complexiteit te kunnen zorgen;

14.  vraagt de Europese Commissie om alle nodige hulp te verlenen voor een degelijke burgerlijke stand en inventarisering van de bevolking, en de opstelling van betrouwbare kiezerslijsten;

15.  verklaart zich bereid om alle factoren van vertrouwen, solidariteit en normalisering, die de Angolese samenleving en de werking van de staat kunnen ondersteunen te helpen uitbouwen; onderlijnt dat het vertrouwen van de internationale gemeenschap en haar bereidheid om hulp te bieden zullen toenemen in directe verhouding tot de doorzichtigheid in de besteding van de middelen, de veelheid en betrouwbaarheid van de interne toezichts-, en dialoogmechanismen, de veiligheid van personen en goederen, de eerbied voor de wet en een voldragen werking van de instellingen volgens de principes van de rechtsstaat;

16.  neemt met voldoening nota van de vooruitgang die al gemaakt is bij de opstelling van een nieuwe grondwet;

17.  verheugt zich over de decentralisatieplannen en wijst met nadruk op het belang van pluralisme in de ideeën, hun uitdrukking en de inrichting van de staat;

18.  verheugt zich over de toezegging om zo spoedig mogelijk vrije en pluralistische parlements-, gemeenteraads- en presidentsverkiezingen te organiseren;

19.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Europese Commissie, de Paritaire Parlementaire ACS-EU en de Angolese regering.