Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B6-0489/2005Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B6-0489/2005

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

27.9.2005

ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 4 van het Reglement door
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de volgende fracties: over de Wijnbouwovereenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika

Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B6-0489/2005
Ingediende teksten :
RC-B6-0489/2005
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de Wijnbouwovereenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika

Het Europees Parlement,

–  gezien de op 14 september 2005 door de Europese Unie en de Verenigde Staten geparafeerde bilaterale Overeenkomst inzake de handel in wijn,

–  gezien het landbouwhoofdstuk van de onderhandelingen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie,

–  gelet op verordening nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt,

–  gelet op het kaderakkoord tussen de Commissie en het Parlement, waarin wordt gesteld dat met betrekking tot internationale handelsovereenkomsten de Commissie het Parlement zowel tijdens de voorbereiding van de overeenkomsten als tijdens het verloop en de afsluiting van internationale onderhandelingen vroegtijdig duidelijke informatie moet verstrekken, onder meer de ontwerprichtsnoeren voor de onderhandelingen, de vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren, het onderhandelingsverloop en de afsluiting van de onderhandelingen,

-  gelet op artikel 103, lid 4 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de politieke en economische betrekkingen de basis vormen van de relaties tussen de EU en de Verenigde Staten, waarvan de reikwijdte blijft toenemen,

B.  overwegende dat deze eerste overeenkomst tussen de EU en de Verenigde Staten, waaraan twintig jaar van vruchteloos onderhandelen voorafging, een zeer beperkte reikwijdte heeft, dat niet alle kwesties die betrekking hebben op de bilaterale wijnhandel op bevredigende wijze zijn geregeld, en dat de resterende kwesties in een tweede fase zullen worden behandeld,

C.  overwegende dat deze bilaterale overeenkomst nog geratificeerd moet worden, met name door het Congres van de Verenigde Staten,

D.  overwegende dat de onbeperkte wederzijdse erkenning van oenologische procédés negatieve gevolgen heeft voor de Europese wijnindustrie,

E.  overwegende dat het misbruik dat derde landen maken van geografische benamingen van de EU in strijd is met de intellectuele-eigendomsrechten en de legitieme gebruikers van deze benamingen economisch schaadt, omdat hun marktaandeel daardoor kleiner wordt,

F.  overwegende dat het wettelijke kader van geografische aanduidingen een belangrijk onderdeel is van het EU-beleid, waarin het belang van multifunctionele landbouw wordt erkend, alsook de sociale en ecologische impact van de wijnproductie in berggebieden en minder ontwikkelde regio's,

G.  overwegende dat valse benamingen authentieke benamingen vaak sterk beconcurreren, en dat de Verenigde Staten de bescherming van wijnen met een oorsprongsbenaming niet respecteren en deze slechts beschouwen als semi-generieke producten op hun binnenlandse markten,

H.  overwegende dat de wijnsector in Europa een belangrijke bron is van werkgelegenheid en inkomen in kleine familiebedrijven en kleine wijnbedrijven, gebaseerd op de territoriale aanpak van het Europees wijnbeleid,

I.  overwegende dat werd afgeweken van de benadering die vroeger voor bilaterale overeenkomsten gold en van het door het Internationaal Wijnbureau (IWO) geopperde idee van een internationale norm voor wijn en de vervaardiging ervan,

J.  overwegende dat het merendeel van de wijnen met een oorsprongsbenaming wordt geproduceerd met kostbare traditionele procédés en volgens kwaliteitscriteria, en dat deze procédés niet vergeleken kunnen worden met industriële procédés die gebruikt worden bij de productie van Amerikaanse wijnen die naast de wijnen met Europese oorsprongsbenamingen in het schap staan,

K.  overwegende dat deze overeenkomst een precedent zou vormen in het kader van de clausule van meest begunstigde natie van de WTO,

L.  overwegende dat de definitie van de term "wijn" op de Europese wijnmarkt negatieve gevolgen heeft voor speciale wijnen,

1.  constateert dat deze bilaterale overeenkomst, die werd gesloten na twintig jaar onderhandelen, noodzakelijk is voorzover ze ertoe bijdraagt de export naar de Verenigde Staten, die de grootste markt is voor de Europese wijnsector, veilig te stellen, opnieuw een klimaat van vertrouwen te scheppen en de wederzijdse handel vlot te laten verlopen;

2.  onderschrijft de noodzaak van een bilaterale overeenkomst tussen de EU en de Verenigde Staten over de wijnhandel, en hoopt dat de volgende onderhandelingsfase bevredigende resultaten zal opleveren voor de traditionele productie, de familiale wijnbouw en de kwaliteit van onze wijnen; onderstreept dat de overeenkomst slechts een eerste, zij het ontoereikende en inadequate stap betekent op weg naar erkenning op internationaal niveau van de door de EU beschermde, traditionele benamingen;

3.  heeft kritiek op de Commissie omdat zij een bilaterale overeenkomst heeft gesloten met de Verenigde Staten zonder het Parlement tijdig te informeren, zodat het zijn standpunt kon formuleren en zodat de Commissie het standpunt van het Parlement in aanmerking kon nemen, zoals vastgelegd in artikel 19 van het kaderakkoord inzake de betrekkingen tussen het Parlement en de Commissie (2005/2076(ACI));

4.  wijst op de gevolgen die de nieuwe overeenkomst kan hebben voor het EU-beleid inzake de handel in wijn en de traditionele productiemodellen, waarop de erkenning van het communautaire kwaliteitsbeleid steunt;

5.  betreurt dat deze overeenkomst de positie van de EU in de landbouwonderhandelingen in het kader van de WTO aanzienlijk zal verzwakken, aangezien ze de territoriale en op kwaliteit gerichte aanpak ondergraaft die in een groot deel van de wijnsector wordt gevolgd;

6.  verzoekt de Commissie de dialoog met de Verenigde Staten en andere WTO-partners voort te zetten met het oog op het opstellen van een register van internationaal erkende geografische benamingen - een doelstelling die een van haar hoofdprioriteiten bij de multilaterale WTO‑onderhandelingen op landbouwgebied moet worden-, en teneinde een gezamenlijke commissie voor wijnkwesties op te richten en duidelijkheid te scheppen wat betreft wijnprocédés, certificering en het gebruik van traditionele benamingen, met het oog op de tweede onderhandelingsfase;

7.  verzoekt de Commissie het op gang brengen van de volgende onderhandelingsfase waarin in de overeenkomst met de Verenigde Staten is voorzien te versnellen om er met name voor te zorgen dat de 17 in de bijlage II vermelde benamingen worden erkend, zodat alle Europese oorsprongsbenamingen voor wijn zo spoedig mogelijk door de Amerikaanse autoriteiten op hun eigen markt voldoende zullen worden beschermd;

8.  acht het noodzakelijk dat binnen de in de bilaterale overeenkomst aangegeven termijn van twee jaar een definitief compromis wordt gesloten, om voorgoed een einde te maken aan het ongeoorloofde gebruik in de Verenigde Staten van door de communautaire wetgeving beschermde communautaire benamingen, gezien de toegevoegde waarde ervan voor de Europese wijnbouw;

9.  wenst dat een positieve lijst van in de handel met derde landen toegestane oenologische procédés wordt opgesteld, in het kader van het IWO en met het oog op het vooraf evalueren van toekomstige nieuwe vergunningen;

10.  verzoekt de Commissie met aandrang onderhandelingen op internationaal niveau te stimuleren over een bindende definitie van wijn die de ontwikkeling van bepaalde oenologische praktijken afremt, teneinde de inspanningen die in de Europese Unie op het niveau van de kwaliteit worden geleverd te beschermen, en om oneerlijke concurrentie voor communautaire producenten en marktverstoringen te voorkomen;

11.  erkent de noodzaak van een kader voor de voortzetting van de onderhandelingen in de wijnsector, met name in het licht van de komende hervorming van de gemeenschappelijke marktordening voor wijn, die voor 2006 is gepland;

12.  acht het onontbeerlijk dat de communautaire maatregelen ter verbetering en bevordering van de kwaliteit van de communautaire producten in het kader van de toekomstige hervorming van de gemeenschappelijke marktordening worden versterkt, teneinde de toenemende concurrentie van derde landen het hoofd te kunnen bieden;

13.  acht het wenselijk dat wordt beschikt over een juridisch advies over de verenigbaarheid van deze bilaterale overeenkomst met de communautaire wetgeving;

14.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie en de namen van de ondertekenaars te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de lidstaten en het Congres van de Verenigde Staten.