Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B6-0527/2008Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B6-0527/2008

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

7.10.2008

ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 4 van het Reglement door
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de volgende fracties: over de situatie in Wit-Rusland na de parlementsverkiezingen van 28 september 2008

Procedure : 2008/2640(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B6-0527/2008
Ingediende teksten :
RC-B6-0527/2008
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over het resultaat van de parlementsverkiezingen in Wit-Rusland van 28 september 2008

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de situatie in Wit-Rusland, met name zijn resolutie van 22 mei 2008,

–  gezien de verklaring van de Commissie van 21 november 2006 over de bereidheid van de Europese Unie om een nieuwe impuls te geven aan haar betrekkingen met Wit-Rusland en de Wit-Russische bevolking in het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid,

–  gezien de verklaring die de fungerende Raadsvoorzitter namens de EU heeft afgelegd over de invrijheidstelling van Sergej Parsjoekewitsj en Andrej Kim,

–  gezien de conclusies van de Raad van 15 september 2008 over Wit-Rusland,

–  gezien de voorlopige bevindingen van 29 september 2008 van de verkiezingswaarnemingsmissie van de OVSE in Wit-Rusland,

–  gezien de verklaring van het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie over de parlementsverkiezingen in Wit-Rusland op 30 september 2008,

–  gelet op artikel 103, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat er, na de vrijlating van de politieke gevangenen Alyaksandr Kazulin, Syarhei Parsyukevich en Andrei Kim door de Wit-Russische autoriteiten tussen 16 en 20 augustus 2008, momenteel geen internationaal erkende politieke gevangenen meer worden vastgehouden in Wit-Rusland,

B.  overwegende dat de vrijlating van de politieke gevangenen door de EU werd beschouwd als een belangrijke stap in de richting van de aanvaarding door Wit-Rusland van de fundamentele waarden van democratie, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat, en een van de voorwaarden was voor de herziening van de beperkende maatregelen die momenteel van toepassing zijn op bepaalde politieke leiders in Wit-Rusland en voor de geleidelijke herstelling van de betrekkingen met Wit-Rusland,

C.  overwegende dat president Loekasjenko in een openbare oproep op 10 juli erop had aangedrongen dat de verkiezingen op een open en democratische wijze moesten worden gehouden, en dat hij in een televisieoptreden op 29 augustus herhaald had dat de verkiezingen van een weergaloze eerlijkheid zouden zijn,

D.  overwegende dat het democratische verloop en het pluralistische aspect van de parlementsverkiezingen van 28 september door de EU werd beschouwd als een verdere kans voor Wit-Rusland om aan te tonen dat het de democratische waarden en de Europese normen eerbiedigt,

E..  overwegende dat de EU in dit verband verheugd was over het sturen van OVSE/ODHIR-waarnemers, heeft benadrukt dat het van belang was te garanderen dat deze waarnemers effectief toegang kregen tot alle fasen van het verkiezingsproces, met inbegrip van het tellen van de stemmen, en in het bijzonder heeft onderstreept dat het van belang was de rechten van de oppositie te garanderen, zowel wat betreft het recht om zich kandidaat te stellen als wat betreft de toegang tot verkiezingscommissies en de media,

F.  overwegende dat de EU, indien de verkiezingen vlot verliepen, bereid was om de herziening van de beperkende maatregelen tegen Wit-Russische politici aan te vatten en positieve en concrete maatregelen te treffen die tot een geleidelijke hernieuwde toenadering met Wit-Rusland zouden leiden,

G.  overwegende dat er geen gevolg is gegeven aan het verzoek van de Verenigde Democratische Krachten (VDK) om met de regering een open dialoog te voeren over het verkiezingsproces; overwegende dat de oppositiekandidaten hun bezorgdheid hebben geuit over het eerlijke karakter van het verkiezingsproces, omdat zij geen vertrouwen hadden in de stemprocedure en in de wijze waarop naar verwachting de stemmen zouden worden geteld,

H.  overwegende dat de verkiezingswaarnemingsmissie van de OVSE in haar voorlopige conclusies heeft verklaard dat er weliswaar kleine verbeteringen waren, maar dat de verkiezingen van 28 september, die plaatsvonden in een streng gecontroleerde omgeving met een nauwelijks zichtbare campagne en werden gekenmerkt door een gebrek aan transparantie bij het tellen van de stemmen en het samentellen van de resultaten van verschillende stembureaus, uiteindelijk niet aan de internationaal erkende democratische nomen voldeden,

I.  overwegende dat de oppositie, die geen enkele van de 110 zetels behaalde, de verkiezingen als een farce heeft bestempeld, de vrees heeft geuit dat de "flirt" van president Loekasjenko met de democratie over is, en de EU en de VS heeft opgeroepen om de verkiezingsresultaten niet te erkennen,

J.  overwegende dat Lidiya Yarmoshyna, het hoofd van de centrale verkiezingscommissie van Wit-Rusland, heeft verklaard dat de verkiezingen "vrij en eerlijk" waren verlopen,

K.  overwegende dat er circa 800 oppositieaanhangers laat op verkiezingsdag in Minsk hebben geprotesteerd,

1.  is tevreden dat de politieke gevangenen Alyaksandr Kazulin, Syarhei Parsyukevich en Andrei Kim zijn vrijgelaten; verwacht echter nog steeds dat zij alle burgerrechten zullen genieten die de grondwet van de republiek Wit-Rusland alle Wit-Russische burgers garandeert;

2.  betreurt het feit dat de significante vooruitgang waar de EU in het belang van de Wit-Russische bevolking op had gehoopt op het vlak van de democratie in Wit-Rusland uit is gebleven en dat de verkiezingen van 28 september, ondanks een paar kleine verbeteringen, uiteindelijk niet aan internationale normen voldeden;

3.  is van mening dat het in Wit-Rusland gekozen parlement nauwelijks enige democratische legitimiteit geniet;

4.  is bezorgd over het feit dat de door de oppositie op 28 september te Minsk georganiseerde meeting door het Ministerie van Binnenlandse Zaken als een flagrante schending van de openbare orde werd gekenmerkt, en ook over berichten dat informatie over deze meeting door het Openbaar Ministerie zal worden opgeslagen met het oog op mogelijke juridische stappen; verzoekt de Wit-Russische autoriteiten met klem de fundamentele rechten van vrijheid van vergadering en meningsuiting zoals gedefinieerd in de Wit-Russische grondwet te respecteren;

5.  wijst erop dat, ondanks het feit dat de EU heeft kennisgenomen van de recente vrijlating van verscheidene activisten van de democratische oppositie en de hoop koesterde dat er verbeteringen zouden optreden in de organisatie van de verkiezingen, het aanhoudende onvermogen om vrije en eerlijke verkiezingen te organiseren een verdere terugval betekent voor Wit-Rusland en de betrekkingen tussen Wit-Rusland en de Europese Unie negatief zal blijven beïnvloeden;

6.  verzoekt de Wit-Russische regering zijn verklaringen te bevestigen over zijn bereidheid de samenwerking met de EU te verbeteren en gunstiger voorwaarden te creëren voor het starten van gesprekken tussen de EU en Wit-Rusland;

7.  roept de Wit-Russische regering in dit verband op om echt democratische verkiezingen te houden overeenkomstig de internationale democratische normen door bepaalde wijzigingen door te voeren in de verkiezingswetgeving en -praktijk, bijvoorbeeld door:

  • a)eerlijke voorwaarden en mogelijkheden te scheppen zodat alle kandidaten een echte verkiezingscampagne kunnen voeren,
  • b)ervoor te zorgen dat alle partijen die aan de verkiezingen deelnemen, op alle niveaus van de verkiezingscommissies worden vertegenwoordigd, en met name op districtniveau,
  • c)ervoor te zorgen dat twijfel over mogelijke fraude met betrekking tot de uitgebrachte stemmen uitgesloten is,
  • d)de vervroegde stemmingsprocedure af te schaffen of ten minste te garanderen dat de vervroegde en de gewone stemming volgens afzonderlijke procedures verlopen en dat de resultaten van de vervroegde stemming in afzonderlijke verkiezingsprotocollen worden geregistreerd;

8.  roept de Wit-Russische regering op om de mensenrechten te eerbiedigen door:

  • a)de nodige wijzigingen aan te brengen in het Wit-Russische strafwetboek door de artikelen 193, 367, 368 en 369-1 af te schaffen, waarvan sommige, en met name artikel 193, door Amnesty International worden genoemd en die vaak als repressiemiddel worden misbruikt,
  • b)studenten die wegens hun gezindheid van de universiteit zijn gestuurd en hun studies in het buitenland moeten voortzetten, niet met strafvervolging bedreigen, ook niet wegens het ontlopen van legerdienst in Wit-Rusland,
  • c)alle obstakels voor een correcte registratie van ngo's in Wit-Rusland weg te nemen,
  • d)verbetering aan te brengen in de behandeling van en het respect voor nationale minderheden, inclusief erkenning van het legaal gekozen, door Angelika Borys geleide orgaan 'Union of Poles', hun cultuur, kerken, onderwijssysteem, en historisch en materieel erfgoed,

   om een eind te maken aan de isolatie van de rest van Europa die het land zichzelf heeft opgelegd en de betrekkingen tussen de EU en Wit-Rusland aanzienlijk te verbeteren;

9.   herinnert eraan dat de Europese Unie zich op 21 november 2006 bereid heeft verklaard haar betrekkingen met Wit-Rusland en de Wit-Russische bevolking in het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid te hernieuwen zodra de regering van Wit-Rusland blijk geeft van respect voor de democratische waarden en de grondrechten van de Wit-Russische bevolking;

10.  verzoekt de Raad en de Commissie door te gaan met het voeren van de dialoog en het uitstippelen van een beleid ten aanzien van Wit-Rusland, stoelend op een voorwaardelijke, stapsgewijze benadering, inclusief benchmarks, tijdschema's, een toetsingsclausule en voldoende financiële middelen;

11.  verzoekt de Raad en de Commissie na te denkeen over een selectieve toetsing en mogelijke opschorting van de bestaande beperkende maatregelen, teneinde de gewone burger te helpen en de ontwikkeling van een open samenleving te bevorderen;

12.  verzoekt de Raad en de Commissie het visumverbod niet op te heffen ten aanzien van diegenen die rechtstreeks bij de schending van de normen voor democratische verkiezingen en de mensenrechten betrokken zijn; vraagt te bekijken of het mogelijk is om deze sanctie gedurende zes maanden gedeeltelijk op te schorten voor andere ambtsdragers, op voorwaarde dat de restrictieve mediawet die eind juni 2008 is aangenomen, binnen die termijn wordt gewijzigd alvorens deze volledig wordt toegepast;

13.  verzoekt de Raad en de Commissie verdere stappen te nemen om de visumprocedures voor burgers van Wit-Rusland te vereenvoudigen en te liberaliseren, aangezien alleen dergelijke maatregelen kunnen helpen om de belangrijkste doelstelling van het beleid van de EU jegens Wit-Rusland te verwezenlijken, nl. het vergemakkelijken en intensiveren van de menselijke contacten en het democratiseren van het land; dringt er in dit verband bij hen op aan de mogelijkheden te overwegen voor vermindering van de kosten van visa voor burgers van Wit-Rusland die het Schengen-gebied betreden, hetgeen de enige manier is om te voorkomen dat Wit-Rusland en zijn burgers steeds meer geïsoleerd raken; verzoekt de Wit-Russische autoriteiten een eind te maken aan de praktijk van het toekennen van uitreisvisa aan hun burgers, in het bijzonder kinderen en studenten;

14.  verzoekt de Raad en de Commissie na te denken over de selectieve toepassing van het Europees nabuurschapsbeleid en de mensenrechten- en democratie-instrumenten op Wit-Rusland door meer steun toe te kennen aan het Wit-Russische maatschappelijk middenveld en in het bijzonder meer financiële hulp te geven aan de onafhankelijke media, ngo's en Wit-Russische studenten die in het buitenland studeren; is ingenomen met de financiële steun van de Commissie aan de Wit-Russische Europese universiteit voor menswetenschappen in ballingschap in Vilnius (Litouwen); verzoekt de Raad en de Commissie van de Wit-Russische regering te verlangen dat zij als teken van goede wil en positieve ingesteldheid toestaat dat de Europese universiteit voor menswetenschappen in ballingschap in Vilnius legaal naar Wit-Rusland terugkeert en onder goede omstandigheden kan gaan werken aan de eigen toekomst in Minsk; verzoekt de Raad en de Commissie om financiële steun te verlenen aan de onafhankelijke Wit-Russische televisiezender Belsat;

15.  verzoekt de Raad en de Commissie na te denken over maatregelen gericht op het verbeteren van het businessklimaat, handel, investeringen, energie- en vervoersinfrastructuur, en de grensoverschrijdende samenwerking tussen de EU en Wit-Rusland, teneinde bij te dragen aan het welzijn en de welvaart van de burgers van Wit-Rusland, alsook aan hun vermogen vrijelijk te communiceren met en te reizen naar de EU;

16.  betreurt dat de Wit-Russische overheid de voorbije jaren herhaaldelijk heeft besloten inreisvisa te weigeren aan Europese en nationale parlementsleden; verzoekt de Wit-Russische overheid geen hindernissen meer op te werpen die de delegatie van het Europees Parlement voor de betrekkingen met Wit-Rusland beletten het land te bezoeken;

17.  is verheugd over de wil van de Wit-Russische staat om de onafhankelijkheid en de territoriale integriteit van het land te verdedigen;

18.  is verheugd over de tot nu toe door de Wit-Russische autoriteiten gevolgde benadering om, ondanks enorme druk, geen erkenning uit te spreken voor de unilaterale onafhankelijkheidsverklaringen van Zuid-Ossetië en Abchazië;

19.  laakt ten zeerste het feit dat Wit-Rusland het enige land in Europa is dat nog steeds de doodstraf kent, hetgeen in strijd is met Europese waarden;

20.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de parlementen en regeringen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de Parlementaire Vergaderingen van de OVSE en de Raad van Europa, het secretariaat van het GOS en de autoriteiten van Wit-Rusland.