Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B8-1409/2015Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B8-1409/2015

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de situatie op de Maldiven

16.12.2015 - (2015/3017(RSP))

ingediend overeenkomstig artikel 135, lid 5, en artikel 123, lid 4, van het Reglement
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties:
EFDD (B8-1409/2015)
Verts/ALE (B8-1410/2015)
ALDE (B8-1411/2015)
ECR (B8-1414/2015)
PPE (B8-1417/2015)
GUE/NGL (B8-1419/2015)
S&D (B8-1421/2015)

Cristian Dan Preda, Elmar Brok, Eduard Kukan, Davor Ivo Stier, Bogdan Brunon Wenta, Brian Hayes, Roberta Metsola, Patricija Šulin, Lorenzo Cesa, Claude Rolin, József Nagy, Andrey Kovatchev, Luděk Niedermayer, Jaromír Štětina, Ivan Štefanec, Milan Zver, Tomáš Zdechovský, Giovanni La Via, Jeroen Lenaers, Ildikó Gáll-Pelcz, Csaba Sógor, Pavel Svoboda, Agnieszka Kozłowska-Rajewicz, Tunne Kelam, Marijana Petir, Andrej Plenković, Dubravka Šuica, Lefteris Christoforou, Adam Szejnfeld, Seán Kelly, Francesc Gambús, Lara Comi, Therese Comodini Cachia, Romana Tomc, David McAllister, Anna Záborská, Stanislav Polčák, Thomas Mann, Ivana Maletić namens de PPE-Fractie
Pier Antonio Panzeri, Neena Gill, Richard Howitt, Josef Weidenholzer, Knut Fleckenstein, Victor Boştinaru, Nikos Androulakis, Zigmantas Balčytis, Hugues Bayet, Brando Benifei, Goffredo Maria Bettini, José Blanco López, Vilija Blinkevičiūtė, Biljana Borzan, Nicola Caputo, Andrea Cozzolino, Andi Cristea, Isabella De Monte, Monika Flašíková Beňová, Doru-Claudian Frunzulică, Enrico Gasbarra, Elena Gentile, Michela Giuffrida, Viorica Dăncilă, Cătălin Sorin Ivan, Liisa Jaakonsaari, Afzal Khan, Jeppe Kofod, Kashetu Kyenge, Sorin Moisă, Victor Negrescu, Demetris Papadakis, Tonino Picula, Liliana Rodrigues, Daciana Octavia Sârbu, Monika Smolková, Tibor Szanyi, Marc Tarabella, István Ujhelyi, Elena Valenciano, Julie Ward, Carlos Zorrinho, Damiano Zoffoli, Miroslav Poche namens de S&D-Fractie
Charles Tannock, Mark Demesmaeker, Anna Elżbieta Fotyga, Ryszard Antoni Legutko, Tomasz Piotr Poręba, Angel Dzhambazki, Raffaele Fitto namens de ECR-Fractie
Javier Nart, Ivo Vajgl, Ramon Tremosa i Balcells, Pavel Telička, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Filiz Hyusmenova, Izaskun Bilbao Barandica, Juan Carlos Girauta Vidal, Beatriz Becerra Basterrechea, Marielle de Sarnez, Petras Auštrevičius, Marietje Schaake, Nedzhmi Ali, Dita Charanzová, Gérard Deprez, Martina Dlabajová, José Inácio Faria, Nathalie Griesbeck, Antanas Guoga, Marian Harkin, Ivan Jakovčić, Petr Ježek, Urmas Paet, Frédérique Ries, Robert Rochefort, Johannes Cornelis van Baalen, Hilde Vautmans, Paavo Väyrynen, Cecilia Wikström, Jozo Radoš, Valentinas Mazuronis namens de ALDE-Fractie
Marie-Christine Vergiat, Miguel Urbán Crespo, Tania González Peñas, Lola Sánchez Caldentey, Xabier Benito Ziluaga, Estefanía Torres Martínez, Kostas Chrysogonos, Stelios Kouloglou namens de GUE/NGL-Fractie
Barbara Lochbihler, Tamás Meszerics, Michèle Rivasi, Bodil Valero, Heidi Hautala, Igor Šoltes, Davor Škrlec, Ernest Urtasun, Alyn Smith namens de Verts/ALE-Fractie
Ignazio Corrao, Fabio Massimo Castaldo, Rolandas Paksas namens de EFDD-Fractie


Procedure : 2015/3017(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B8-1409/2015
Ingediende teksten :
RC-B8-1409/2015
Debatten :
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie op de Maldiven

(2015/3017(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over de Maldiven, met name die van 16 september 2004[1] en van 30 april 2015[2],

−  gezien het eindverslag van 22 maart 2014 van de waarnemersmissie van de EU naar de parlementsverkiezingen in de Republiek der Maldiven,

−  gezien de gezamenlijke plaatselijke verklaring d.d. 30 september 2014 over bedreigingen voor het maatschappelijk middenveld en de mensenrechten op de Maldiven, die is afgegeven door de EU-delegatie in overeenstemming met de ambassades van de EU-lidstaten en de ambassades van Noorwegen en Zwitserland in Colombo die bij de Maldiven zijn geaccrediteerd,

−  gezien de verklaring d.d. 12 maart 2015 van de voorzitter van haar Delegatie voor de betrekkingen met de Zuid-Aziatische landen over de arrestatie van oud-president Nasheed op de Maldiven en de brief d.d. 10 april 2015 van de voorzitter van haar Commissie buitenlandse zaken aan de minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek der Maldiven,

−  gezien de verklaring van 14 maart 2015 van de woordvoerder van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over de veroordeling van oud-president van de Maldiven, Mohamed Nasheed,

−  gezien de verklaring van 5 november 2015 van de woordvoerder van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over het uitroepen van de noodtoestand op de Maldiven,

−  gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR), waarbij de Maldiven partij zijn,

−  gezien de verklaring van 18 maart 2015 van Zeid Ra'ad al-Hussein, hoge commissaris voor de rechten van de mens van de VN, over het proces tegen oud-president Mohamed Nasheed,

−  gezien advies nr. 33/2015 (Maldiven) van 4 september 2015 van de VN-werkgroep inzake arbitraire opsluiting;

−  gezien de documentatie met betrekking tot de universele periodieke toetsing (UPT) door de VN-Mensenrechtenraad betreffende de Maldiven, van 6 maart 2015,

–  gezien artikel 135, lid 5, en artikel 123, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat het verloop van de presidentsverkiezingen, waardoor Abdulla Yameen Abdul Gayoom aan de macht kwam, werd verstoord door onregelmatigheden;

B.  overwegende dat Mohamed Nasheed, de eerste democratisch verkozen president van de Maldiven, tot 13 jaar gevangenisstraf werd veroordeeld op grond van politieke gemotiveerde aanklachten en overwegende dat dit veroordeeld werd door de VN-werkgroep inzake arbitraire opsluiting; overwegende dat zijn proces werd verstoord door onregelmatigheden; overwegende dat andere oud-functionarissen, inclusief oud-vice-president Ahmed Adeeb en de oud-ministers van Defensie Mohamed Nazim en Tholhath Ibrahim ook zijn gearresteerd en gevangengenomen;

C.  overwegende dat er bezorgdheid is geuit over de sterk gepolitiseerde rechterlijke macht van de Maldiven, die in de loop der jaren misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheden en de heersende partij heeft bevoordeeld en politici van de oppositie heeft tegengewerkt;

D.  overwegende dat de regering van de Maldiven op 4 november 2015 de noodtoestand heeft uitgeroepen, en deze zes dagen later heeft herroepen, die lijkt te zijn gebruikt om massale anti-regeringsbetogingen tegen te gaan en sterk is veroordeeld omdat de grondrechten van de burgers werden opgeschort en omdat leger en politie de bevoegdheid kregen arbitraire huiszoekingen en arrestaties te verrichten;

E.  overwegende dat de politie op 27 en 28 november 2015 betogers van de oppositie heeft verspreid, met gebruik van traangas en pepperspray, en meer dan een tiental demonstranten heeft gearresteerd die aandrongen op vrijlating van de oud-president en andere gevangengenomen politieke leiders;

F.  overwegende dat Mahfooz Saeed, een mensenrechtenadvocaat en lid van het juridisch team van oud-president Mohamed Nasheed, op 4 september 2015 is aangevallen;

G.  overwegende dat een moratorium voor de doodstraf op de Maldiven (inclusief uitgestelde vonnissen op minderjarigen) dat was ingesteld in 1953, in april 2014 werd afgeschaft;

H.  overwegende dat het parlement wetgeving heeft aangenomen waardoor het aandringen op restrictieve maatregelen en andere vergelijkbare strafmaatregelen tegen de regering van de Maldiven en haar leden, een vorm van verraad is;

I.  overwegende dat de Maldiven door het Comité over de mensenrechten van parlementsleden van de Interparlementaire Unie is aangemerkt als een van de ergste landen ter wereld wegens aanvallen op parlementsleden van de oppositie waarbij politici van de oppositie routinematig worden geïntimideerd, gearresteerd en gevangengenomen; overwegende dat de vrijheid van meningsuiting, inclusief de mediavrijheid, de vrijheid van vergadering en democratisch pluralisme steeds meer onder druk zijn komen te staan met de arrestatie en beschuldiging van honderden anti-regeringsbetogers;

J.  overwegende dat er ook bezorgdheid bestaat over de toenemende radicale islamistische strijdbaarheid en over het aantal geradicaliseerde jonge mannen en vrouwen die zich zouden hebben aangesloten bij ISIS; overwegende dat de Maldiven naar schatting het grootste aantal ISIS-rekruten per hoofd van de bevolking van alle landen hebben;

K.  overwegende dat Ahmed Rilwan, een journalist die kritisch tegenover de regering staat en die in augustus 2014 is "verdwenen", nog steeds wordt vermist en dat nu gevreesd wordt dat hij dood is;

L.  overwegende dat bendes en radicale islamistische groeperingen - naar verluidt in samenwerking met de politie - vaak instellingen, organisaties en individuen aanvallen die kritisch tegenover de regering staan of die worden beschuldigd van atheïsme, en overwegende dat hierdoor een klimaat van intimidatie ontstaat;

M.  overwegende dat maatschappelijke organisaties en mensenrechtenactivisten steeds meer te maken krijgen met pesterijen, intimidatie en aanvallen, met inbegrip van de voormalige Commissie voor de rechten van de mens van de Maldiven (HRCM), die door het hooggerechtshof is bekritiseerd omdat zij een rapport heeft opgesteld voor de universele periodieke toetsing van de VN-Mensenrechtenraad;

1.  geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid over de geleidelijke verslechtering van de democratische normen en de toenemende autoritaire tendensen op de Maldiven, waardoor een klimaat van angst en politieke spanning ontstaat dat de vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt op het gebied van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in het land in gevaar zou kunnen brengen;

2.  betreurt de repressie van politieke tegenstanders; dringt bij de regering van de Maldiven aan op onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van oud-president Nasheed, oud-vice-president Ahmed Adeeb, en de oud-ministers van defensie Ibrahim en Nazim, alsmede sjeik Imran Abdulla, en andere politieke tegenstanders, en alle tenlasteleggingen in te trekken; is ook bezorgd over de verslechterende gezondheidstoestand van de oud-president;

3.  geeft nogmaals uiting aan zijn grote ontevredenheid over de ernstige onregelmatigheden in het proces tegen oud-president Mohamed Nasheed;

4.  dringt er bij de regering van de Maldiven op aan volledige onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen en het procesrecht te eerbiedigen en het recht op een eerlijk, onpartijdig en onafhankelijk proces; benadrukt dat depolitisering van de rechterlijke macht in het land nodig is, en ook in de veiligheidsdiensten;

5.  geeft in dit verband uiting aan zijn ernstige bezorgdheid over het ontslag van de procureur-generaal en herinnert de regering eraan dat het ambt van procureur-generaal volgens de grondwet van Maldiven een onafhankelijk grondwettelijk orgaan is en dat de procureur in staat gesteld moet worden zijn legitieme grondwettelijke mandaat te vervullen zonder arbitraire politieke interferentie of intimidatie door andere regeringsorganen;

6.  is ernstig bezorgd over de continue erosie van de mensenrechten, inclusief het misbruik van de noodtoestand door de uitvoerende macht op de Maldiven en over het gevaar van verdere verslechtering; herinnert de Republiek der Maldiven aan haar internationale verplichtingen met betrekking tot de mensenrechten, inclusief de rechten van het kind en de grondrechten;

7.  dringt aan op het aangaan van een werkelijke dialoog tussen alle politieke partijen over de toekomst van deze kwetsbare eilandstaat;

8.  dringt er bij de regering van de Maldiven op aan het recht op demonstratie en het recht op vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering te eerbiedigen en volledig te ondersteunen, en niet te trachten deze rechten in te perken; verzoekt de regering van de Maldiven tevens om een einde te maken aan de straffeloosheid waarmee burgerwachten geweld gebruiken tegen mensen die pleiten voor religieuze tolerantie, vreedzame betogers, kritische media en het maatschappelijk middenveld; dringt er bij de Republiek der Maldiven op aan haar internationale verplichtingen volledig te eerbiedigen;

9.  dringt er bij de regering van de Maldiven op aan de rechten te waarborgen van pleitbezorgers van de democratie, gematigde moslims en aanhangers van secularisme, en degenen die gekant zijn tegen de Wahhabi-salafistische ideologie die gepromoot wordt op de Maldiven en hun recht te waarborgen om te participeren op alle gebieden van het openbare leven op de Maldiven;

10.  herinnert eraan dat mediavrijheid de hoeksteen vormt van een goed functionerende democratie; dringt er bij de regering en de autoriteiten van de Maldiven op aan te zorgen voor adequate bescherming van journalisten en mensenrechtenactivisten die geconfronteerd worden met intimidatie en aanvallen wegens hun legitieme werkzaamheden, en, in dit verband, een diepgaand onderzoek te laten instellen naar de verdwijning van Ahmed Rilwan, de aanslag op Mahfooz Saeed en de aanvallen en intimidaties van journalisten, leden van maatschappelijke organisaties en onafhankelijke instellingen;

11.  dringt met spoed aan op herinstelling van het moratorium op de doodstraf met het oog op afschaffing ervan en op herziening van het wetboek van strafrecht om het gebruik van lijfstraffen af te schaffen;

12.  dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan om toeristen die een bezoek aan de Maldiven overwegen volledig op de hoogte te stellen van de mensenrechtensituatie in het land; dringt er tevens bij de Europese Dienst voor extern optreden op aan om de mensenrechtensituatie en de politieke situatie op de Maldiven nauwlettend in het oog te houden;

13.  dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan met het oog op de aanhoudende democratische achteruitgang en de verslechtering van de mensenrechtensituatie op de Maldiven, beperkende maatregelen in te voeren in de vorm van gerichte sancties om buitenlandse activa van bepaalde leden van de regering van de Maldiven en leidende figuren van het Maldivische bedrijfsleven te bevriezen en hen reisverboden op te leggen;

14.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de lidstaten en de regering en het parlement van de Maldiven.