Parlementaire vraag - O-0076/2009Parlementaire vraag
O-0076/2009

Voorstel van richtlijn consumentenrechten

MONDELINGE VRAAG MET DEBAT O-0076/09/rev.1
ingediend overeenkomstig artikel 108 van het Reglement
van Arlene McCarthy, namens de Commissie interne markt en consumentenbescherming
aan de Commissie

Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
O-0076/2009
Ingediende teksten :
O-0076/2009 (B6-0231/2009)
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

De Commissie interne markt en consumentenbescherming onderschrijft de doelstellingen van het voorstel van richtlijn consumentenrechten (COM(2008)0614), namelijk de interne markt beter laten functioneren door het vertrouwen van de verbruiker te verhogen en de belemmeringen voor grensoverschrijdend handelsverkeer op te heffen. Zoals gesteld in de resolutie van 6 september 2007 van het Europees Parlement (P6_TA(2007)0383)[1] verheugt de commissie zich over het streven naar modernisering, vereenvoudiging en verbetering van de regelgeving voor de verbruiker en het bedrijfsleven op de interne markt.

 

Maar de parlementaire commissie heeft alle begrip voor de bedenkingen van de belanghebbende partijen bij de praktische uitwerkingen van het lopend voorstel. Ze neemt die bedenkingen volkomen ernstig en legt de Europese Commissie de volgende vragen voor:

 

1. Denkt de Europese Commissie in samenwerking met de lidstaten werkzaamheden aan te vatten om na te gaan welke praktische uitwerkingen haar voorstel in de lidstaten heeft?

 

2. Kan ze nadere uitleg over de wisselwerking tussen de geharmoniseerde regels van haar voorstel en de gedeelten van het verbintenissenrecht in zijn verschillende nationale gedaanten geven, die voor de verbruiker van belang zijn (bijvoorbeeld recht van verhaal, als het recht om goederen te weigeren die gebreken vertonen in het Verenigd Koninkrijk, en de regels op verborgen gebreken in België en Frankrijk)?

 

3. Kan de Europese Commissie de wisselwerking toelichten tussen het ontwerpvoorstel , het ontwerp van gemeenschappelijk referentiekader (cfr) en de bestaande wetgeving van de Gemeenschap , vooral de richtlijnen oneerlijke handelspraktijken, elektronische handel, de richtlijn op de diensten en de regelgeving-Rome I?

 

4. Denkt ze verdere effectbeoordeling te verrichten om de kosten en baten van haar voorstel en zijn alternatieven duidelijk aan te tonen, ook naar aanleiding van haar andere werkzaamheden voor hetzelfde voorstel?

 

5. Denkt ze het Europees Parlement op de hoogte te brengen van de stappen die ze onderneemt om verdere dialoog over haar voorstel tussen verbruikersverenigingen en bedrijfsorganisaties te stimuleren?

 

 

Ingediend: 27.04.2009

Doorgezonden: 29.04.2009

Uiterste datum beantwoording: 06.05.2009