EU-steun voor vluchtelingen en het democratische overgangsproces in Tunesië

24.6.2011

Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000167/2011
aan de Commissie
Artikel 115 van het Reglement
Nathalie Griesbeck, Cecilia Wikström, Marielle De Sarnez, Ivo Vajgl, Baroness Sarah Ludford, Jelko Kacin, Ramon Tremosa i Balcells, Kristiina Ojuland, Louis Michel, Sophia in 't Veld, Sir Graham Watson
namens de ALDE-Fractie

De EU heeft toegezegd het democratische proces in Tunesië te willen ondersteunen en dat al  op 14 januari 2011. De EU heeft humanitaire steun verleend voor het opvangen van honderdduizenden vluchtelingen die sinds de opstand en de gevechten in Libië naar Tunesië zijn gekomen, en heeft geholpen vluchtelingenkampen op te zetten en onderdanen van derde landen te repatriëren naar hun land van herkomst.

Op 15 juni 2011 verklaarde de vertegenwoordiger van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) tijdens een vergadering van de Subcommissie mensenrechten van het Parlement dat er in de kampen nog 6 000 mensen verblijven en dat is toegezegd  voor 780 vluchtelingen een nieuwe verblijfplaats te vinden.

Kan de Commissie meedelen welke lidstaten hebben toegezegd vluchtelingen op te willen nemen? Kan de Commissie het Parlement op de hoogte stellen van de stand van de besprekingen met de Raad en de lidstaten over de opvang van vluchtelingen over wier zaak positief is beslist?

De EU heeft ook aangekondigd dat naast humanitaire hulp financiële steun ter beschikking gesteld zal worden ter leniging van de economische crisis die is ontstaan door het teruglopen van de inkomsten uit het toerisme en de handel met Libië. De EDEO heeft tegenover de Subcommissie mensenrechten bevestigd dat de financiële instrumenten reeds zijn vastgesteld, maar dat de middelen nog niet zijn vrijgegeven. Kan de Commissie het Parlement zeggen wanneer de middelen vrijgegeven zullen worden?

Ingediend: 24.6.2011

Doorgezonden: 28.6.2011

Uiterste datum beantwoording: 5.7.2011