Eerbiediging van het fundamentele recht op vrij verkeer voor Roemenië en Bulgarije

4.12.2013

Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000140/2013
aan de Commissie
Artikel 115 van het Reglement
Traian Ungureanu, Marian-Jean Marinescu, Theodor Dumitru Stolojan, Richard Seeber, Csaba Őry, Andreas Schwab, Andrey Kovatchev, Elena Băsescu, Elena Oana Antonescu, Iosif Matula, Jacek Protasiewicz, György Schöpflin, Manfred Weber
namens de PPE-Fractie

Een van de voornaamste verwezenlijkingen van de Europese Unie is het recht op vrij verkeer. De kracht van de Unie is gelegen in het feit dat de lidstaten zich volledig committeren aan de nakoming van hun verplichtingen en de eerbiediging van de fundamentele rechten van de EU. De voltooiing van de interne markt van de EU is het leidende beginsel dat de politieke en sociaaleconomische filosofie van de Europese constructie belichaamt. Het vrije verkeer van personen, arbeid, kapitaal, diensten en goederen wordt gegarandeerd door de Verdragen, aangezien deze vijf rechten essentieel zijn voor de voltooiing van de interne markt. Deze vrijheden kunnen niet los van elkaar worden gezien, noch komen zij voor individuele herziening in aanmerking.

Op 1 januari 2014 worden de tijdelijke beperkingen op het vrije verkeer van Roemeense en Bulgaarse werknemers opgeheven. In sommige lidstaten wordt echter nagedacht over de mogelijkheid om deze beperkingen te verlengen. De lidstaten die aldus hun ernstige bezorgdheid te kennen hebben gegeven en publiekelijk de vraag aan de orde hebben gesteld of de beperkingen voor Roemenië en Bulgarije niet moeten worden gehandhaafd, hebben echter geen gegevens kunnen aandragen om hun betoog te ondersteunen. Het Verenigd Koninkrijk is hiervan een van de krachtigste pleitbezorgers. Aan de voltooiing van de interne markt van de EU middels eerbiediging van het fundamentele recht op vrij verkeer zijn echter bepaalde verplichtingen verbonden. De lidstaten kunnen niet alleen maar de voordelen van de interne markt bepleiten en daarvan de vruchten plukken en tegelijk hun verantwoordelijkheden negeren. De bestaande Europese wetgeving biedt waarborgen om onevenwichtigheden en het misbruik van lidmaatschapsrechten te voorkomen, ook al laat deze wetgeving in de praktijk geen ruimte voor nieuwe maatregelen.

Kan de Commissie in het licht van het bovenstaande de volgende vragen beantwoorden:

1.  Welke maatregelen worden er overwogen om te voorkomen dat lidstaten inbreuk plegen op de fundamentele rechten van de EU en Roemenië en Bulgarije discrimineren, te oordelen naar een artikel van premier Cameron in de Financial Times?

2.  Is verdere EU-integratie volgens de Commissie mogelijk nu het wederzijds respect en de erkenning van lidmaatschapsrechten in gevaar worden gebracht door het recente besluit van de Britse regering om geen leningen meer te verstrekken aan Roemeense en Bulgaarse studenten?

Ingediend: 4.12.2013

Doorgezonden: 6.12.2013

Uiterste datum beantwoording: 13.12.2013