Parlementaire vraag - O-000031/2016Parlementaire vraag
O-000031/2016

Verplichte aanduiding van het land van oorsprong of de plaats van herkomst voor bepaalde voedingsmiddelen

25.2.2016

Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000031/2016
aan de Commissie
Artikel 128 van het Reglement
Renate Sommer, Glenis Willmott, Julie Girling, Anneli Jäätteenmäki, Lynn Boylan, Michèle Rivasi, Piernicola Pedicini, Matteo Salvini, namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Procedure : 2016/2583(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
O-000031/2016
Ingediende teksten :
O-000031/2016 (B8-0363/2016)
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

Overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten heeft de Commissie op 20 mei 2015 twee verslagen aan het Parlement en de Raad voorgelegd, één over de haalbaarheid van een verplichte aanduiding van het land van oorsprong of de plaats van herkomst voor melk, melk als ingrediënt in zuivelproducten en andere soorten vlees dan rund-, varkens-, schapen-, geiten- en pluimveevlees (COM(2015)0205), en één over de haalbaarheid van een verplichte aanduiding van het land van oorsprong of de plaats van herkomst voor onverwerkte levensmiddelen, producten met maar één ingrediënt en ingrediënten die meer dan 50 % van een levensmiddel uitmaken (COM(2015)0204). Wanneer is de Commissie voornemens de bevindingen in deze twee haalbaarheidsverslagen aan het Parlement te presenteren en met het Parlement te bespreken?

Volgens de Eurobarometer-enquête van 2013[1]acht 84 % van de consumenten het noodzakelijk dat de oorsprong van melk wordt aangeduid, ongeacht of deze als zodanig wordt verkocht of als ingrediënt in zuivelproducten wordt gebruikt. Wat verwerkt vlees betreft blijkt uit het verslag van de Commissie van 17 december 2013[2] dat 90 % van de consumenten wil weten wat de oorsprong is van vlees in verwerkte producten.

Niettemin concludeert de Commissie in haar verslag over melk en melk als ingrediënt in zuivelproducten dat – gezien met name de economische impact van verplichte aanduiding van het land van oorsprong op dergelijke producten voor exploitanten in de levensmiddelensector – handhaving van de huidige situatie (vrijwillige aanduiding) voor deze producten wellicht de aangewezen oplossing is. Wat verwerkt vlees betreft dient de Commissie nog met wetgevingsvoorstellen te komen.

Volgens de enquête bij het verslag over melk en andere soorten vlees dan rundvlees etc. nemen de kosten van verplichte aanduiding van de oorsprong voor melk en melk als ingrediënt in zuivelproducten toe naarmate het productieproces complexer wordt. Daar de bestaande levensmiddelenwetgeving echter alleen onderscheid maakt tussen wel en niet verwerkte voedingsmiddelen maakt de Commissie in haar conclusie ook geen onderscheid tussen minder en meer intensief verwerkte producten. Kan de Commissie een definitie geven van "minder intensief verwerkte" producten, met name wat zuivel- en vleesproducten betreft? Zal de Commissie, gezien het feit dat de kosten van aanduiding van de oorsprong wellicht aanzienlijk lager zijn als deze aanduiding alleen geldt voor consumptiemelk en minder intensief verwerkte zuivelproducten als kaas en room alsmede voor bepaalde minder intensief verwerkte vleesproducten, de mogelijkheid in overweging nemen om de reikwijdte van verplichte aanduiding van de oorsprong in eerste instantie te beperken tot levensmiddelen met betrekking waartoe de consumentenbelangen worden afgezet tegen de kosten, zoals consumptiemelk en minder intensief verwerkte zuivel- en vleesproducten?