Parlementaire vraag - H-0091/2003Parlementaire vraag
H-0091/2003

Vertrouwen in het GBVB

MONDELINGE VRAAG H-0091/03
voor het vragenuur van de vergaderperiode van maart 2003
ingediend overeenkomstig artikel 43 van het Reglement
van Per-Arne Arvidsson
aan de Raad

Het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid is erop gericht dat de EU door middel van een verenigd, krachtig optreden op het internationale toneel bijdraagt aan het behoud van vrede en veiligheid in Europa en in onze omgeving. De houding van de lidstaten in het conflict rond Iran is daarvan het tegendeel geweest, werd ingegeven door nationale belangen en heeft schade toegebracht aan de geloofwaardigheid van de EU op het gebied van het buitenlands beleid en het GBVB. Helaas heeft het voorzitterschap aan de verdeeldheid bijgedragen door eenzijdig voor de Frans-Duitse lijn te kiezen.

 

Het is de taak van het voorzitterschap te trachten compromissen en gemeenschappelijke oplossingen te vinden die kunnen bijdragen aan een gesloten optreden van de EU in verschillende kwesties. Het Deense voorzitterschap gaf blijk van een grote competentie op dat terrein. De verdeeldheid in het Iran-conflict heeft in niet geringe mate bijgedragen aan een verminderd vertrouwen in de EU in de kandidaatlanden.

 

Welke initiatieven overweegt het Griekse voorzitterschap om een dergelijke situatie in het buitenlands beleid in de toekomst te vermijden?

 

 

Ingediend: 13.02.2003

sv