VERSLAG over de aanbeveling van de Commissie van 18 oktober 2005 betreffende het collectieve grensoverschrijdende beheer van auteursrechten en naburige rechten ten behoeve van rechtmatige on-line muziekdiensten (2005/737/EG)
5.3.2007 - (2006/2008(INI))
Commissie juridische zaken
Rapporteur: Katalin Lévai
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over de aanbeveling van de Commissie van 18 oktober 2005 betreffende het collectieve grensoverschrijdende beheer van auteursrechten en naburige rechten ten behoeve van rechtmatige on-line muziekdiensten (2005/737/EG)
Het Europees Parlement,
– gezien de aanbeveling van de Commissie van 18 oktober 2005 betreffende het collectieve grensoverschrijdende beheer van auteursrechten en naburige rechten ten behoeve van rechtmatige on-line muziekdiensten (2005/737/EG)[1] (hierna "de aanbeveling"),
– gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 95 en 151 daarvan,
- gelet op de artikelen II-77 en II-82 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,
– gelet op artikel III-181 van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa,
– gelet op de internationale verdragen die gelden voor muziekrechten, te weten het Verdrag van Rome van 26 oktober 1961 inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, van producenten van fonogrammen en van omroeporganisaties, de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst, het WIPO-verdrag inzake auteursrecht van 20 december 1996, het WIPO-verdrag inzake uitvoeringen en fonogrammen van 20 december 1996, en de WTO-Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPS) van 15 april 1994,
– gezien de Gemeenschapswetgeving ("acquis communautaire") inzake auteursrecht en naburige rechten die geldt voor muziekrechten, te weten Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom[2], Richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel[3], Richtlijn 2006/0116/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de harmonisatie van de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten[4] en Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij[5],
– gezien het Groenboek van de Commissie over auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (COM(1995)0382),
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 mei 2003 over de bescherming van audiovisuele performers[6],
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 januari 2004 over een communautair kader voor maatschappijen voor collectief beheer op het gebied van auteursrechten en naburige rechten[7],
– gezien de mededeling van de Commissie van 16 april 2004 over het beheer van auteursrechten en naburige rechten in de interne markt (COM(2004)0261),
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 5 juli 2006 over de uitvoering van het communautair Lissabon-programma: Meer onderzoek en innovatie – Investeren voor groei en werkgelegenheid: een gemeenschappelijke aanpak[8],
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 6 juli 2006 over de vrijheid van meningsuiting op internet[9],
– gelet op artikel 45 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en het advies van de Commissie cultuur en onderwijs (A6-0053/2007),
A. overwegende dat de Commissie heeft nagelaten de belanghebbende partijen en het Parlement breed en adequaat te raadplegen alvorens de aanbeveling vast te stellen; overwegende dat alle categorieën houders van rechten moeten worden geraadpleegd over de toekomstige regelgevende werkzaamheden in deze sector ter waarborging van een eerlijke en evenwichtige vertegenwoordiging van belangen,
B. overwegende dat het onaanvaardbaar is dat de Commissie het Parlement niet officieel bij de zaak betrokken heeft, met name gezien bovenvermelde resolutie van het Parlement van 15 januari 2004, aangezien duidelijk is dat de aanbeveling meer inhoudt dan louter interpretatie of aanvulling van bestaande voorschriften,
C. overwegende dat het onaanvaardbaar is dat zonder voorafgaande raadpleging en zonder dat Parlement en Raad officieel bij de zaak worden betrokken een "zachte wetgevings"-aanpak wordt gekozen, waardoor de democratische procedure wordt omzeild, met name daar door het initiatief reeds marktbesluiten zijn beïnvloed die nadelige gevolgen kunnen hebben voor mededinging en culturele verscheidenheid,
D. overwegende dat met de aanbeveling slechts wordt getracht de on-line verkoop van muziekopnames te regelen, maar dat zij wegens de onduidelijke formulering ook van toepassing kan zijn op andere on-line diensten (zoals bijvoorbeeld radiodiensten) welke muziekopnames bevatten; overwegende dat de hieruit resulterende onduidelijkheid ten aanzien van de toepasselijkheid van uiteenlopende licentieregelingen tot rechtsonzekerheid leidt en nadelen met zich meebrengt, met name voor on-line radiodiensten,
E. overwegende dat het risico bestaat dat houders van rechten die de aanbeveling inzake hun interactieve on-line rechten zouden volgen, aan de plaatselijke beheerders van collectieve rechten ook andere (bijv. de radio betreffende) rechten onthouden en aldus de gebruikers van deze rechten de mogelijkheid ontnemen om de gebruiksrechten voor een breed geschakeerd repertoire bij een en dezelfde beheerder van collectieve rechten te verwerven,
F. overwegende dat het onaanvaardbaar is dat de Commissie voornemens is een aanbeveling vast te stellen over het huidige systeem van billijke compensatie voor het kopiëren voor privé-gebruik, zoals bedoeld in artikel 5, lid 2, onder b) van Richtlijn 2001/29/EG, en aldus andermaal het democratische proces inzake de regeling van auteursrechten en naburige rechten omzeilt,
G. overwegende dat het van belang is de eventuele risico's te voorkomen en een redelijk evenwicht tot stand te brengen tussen de rechten en belangen van de partijen,
H. overwegende dat muziek geen grondstof is en dat de beheerders van collectieve rechten voornamelijk organisaties zonder winstoogmerk zijn, en dat de invoering van een op gestuurde mededinging gebaseerd stelsel in het belang is van alle houders van rechten en van bevordering van culturele verscheidenheid en creativiteit,
I. overwegende dat nationale BCR een belangrijke rol moeten blijven spelen bij steun aan de bevordering van de houders van nieuwe en minderheidsrechten, culturele verscheidenheid, scheppingsvermogen en plaatselijk repertoire, hetgeen impliceert dat het recht van de nationale beheerders van collectieve rechten tot het inhouden van culturele heffingen onverlet blijft,
J. overwegende dat het bestaande netwerk van nationale collectieve rechtenbeheerders een belangrijke rol speelt bij het verstrekken van financiële steun voor de bevordering van nieuw en minoritair Europees repertoire en dat deze rol niet verloren mag gaan;
K. overwegende dat meer, maar gestuurde, mededinging bij het collectieve beheer van auteursrecht en naburige rechten in de on-line muzieksector voor alle partijen voordelig kan zijn en de culturele verscheidenheid kan schragen, mits zij eerlijk en doorzichtig is en uitsluitend betrekking heeft op de kwaliteit en de kosten van de dienstverlening in kwestie zonder dat de waarde van de rechten wordt aangetast,
L. overwegende dat er verontrusting bestaat over de ongunstige gevolgen die enkele bepalingen in de aanbeveling kunnen hebben voor plaatselijke repertoires en de culturele verscheidenheid, daar het gevaar bestaat dat een concentratie van rechten in grotere BCR wordt bevoordeeld, en overwegende dat de gevolgen van initiatieven tot invoering van mededinging tussen beheerders van rechten bij het aantrekken van de meest winstgevende houders van rechten moeten worden onderzocht en afgezet tegen de nadelige gevolgen die deze benadering met zich meebrengt voor kleinere houders van rechten, kleine en middelgrote BCR en de culturele verscheidenheid,
M. overwegende dat het recht van houders van rechten en gebruikers een BCR te kiezen onafhankelijk van de lidstaat waarin zij zich bevinden
- vergezeld moet gaan van adequate maatregelen om de verscheidenheid van culturele expressie te beschermen en te bevorderen, met name door gebruikers via een en dezelfde incasso-organisatie omvangrijke gevarieerde repertoires aan te bieden waarvan plaatselijke en nicherepertoires en met name het wereldrepertoire voor omroepdiensten deel uitmaken,
- dient te waarborgen dat alle houders van rechten zo rechtstreeks en eerlijk mogelijk een eerlijk deel van de licentierechten ontvangen, alsmede volledige democratische rechten om zich uit te spreken over beheerskwesties binnen de betrokken BCR,
- de houders van de meest winstgevende rechten niet in staat moet stellen hun overwicht uit te bouwen ten nadele van houders van rechten die minder verdienen, of ten nadele van houders van rechten die hun werken onder vrije en open inhoudlicenties publiceren,
- de gelijke behandeling van de houders van rechten niet mag ondermijnen,
en overwegende dat de opkomst van nieuwe technologieën de maatschappij heeft verrijkt door nieuwe middelen te bieden voor het on-line consumeren en distribueren van muziekwerken en andere inhouden, en overwegende derhalve dat een situatie moet worden gecreëerd waarin de belangen van alle betrokken partijen, met inbegrip van de eindgebruiker, tot uiting komen en in aanmerking worden genomen,
N. overwegende dat het huidige stelsel van overeenkomsten van wederzijdse vertegenwoordiging en van wederzijdse inning van licentierechten moet worden gehandhaafd zodat mededinging wordt ingevoerd op de grondslag van de efficiëntie en kwaliteit van de dienstverlening die door de BCR kan worden aangeboden, alsmede het procentuele aandeel van de administratieve kosten, en gebruikers die on-line opnamen van muziek verkopen vergunningen ontvangen op basis van het tarief dat geldt in het land waar het gebruik van het auteursrecht door de individuele gebruiker plaats zal vinden, en overwegende dat de lidstaten, volledig in overeenkomst met de voorschriften inzake grensoverschrijdende omroep in de Satelliet- en kabelrichtlijn 93/83/EEG, moeten zorgen voor rechtszekerheid voor de aanbieders van andere on-line diensten dan de verkoop van muziek en deze andere gebruikers in staat moeten stellen de noodzakelijke wettelijke vergunningen aan te vragen en op eerlijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden naar behoren billijke licentierechten te betalen aan iedere categorie houder van rechten,
O. overwegende dat het stelsel van overeenkomsten van wederzijdse vertegenwoordiging gehandhaafd moet blijven, omdat dit aan alle commerciële en individuele gebruikers zonder onderscheid gelijke toegang geeft tot het wereldrepertoire, het de rechthebbenden beter beschermt, echte culturele verscheidenheid wordt gewaarborgd en eerlijke concurrentie op de interne markt wordt gestimuleerd;
P. overwegende dat de BCR de vrijheid moeten hebben commerciële gebruikers overal in de EU te voorzien van pan-Europese en voor een veelheid van repertoires geldende licenties voor grensoverschrijdende en on-line toepassingen en gebruik in mobiele telefonie en andere digitale netwerken indien zij de exploitatie van de in licentie gegeven rechten naar behoren kunnen beheren, en overwegende dat deze multiterritoriale licenties dienen te worden verleend op voorwaarden die op eerlijke wijze uitonderhandeld zijn, zonder dat daarbij sprake is van discriminatie tussen gebruikers waarbij de interoperabiliteit tussen diverse technologische platforms gewaarborgd is, zodat de licentieaanpak van BCR niet resulteert in mededingingsvervalsing tussen verschillende gebruikers van rechten en verschillende niet-interoperabele technologische middelen van doorgifte,
Q. overwegende dat het bestaan van one-stop shops waar commerciële gebruikers een licentie kunnen verkrijgen betreffende het wereldrepertoire voor het door hen gewenste grondgebied, in combinatie met een hoge mate van bescherming voor rechthebbenden door forumshoppen (gebruikers die de collectieve rechtenbeheerder met de goedkoopste licenties uitzoeken) te voorkomen, centraal dient te staan in de nauwe samenwerking tussen collectieve rechtenbeheerders; overwegende dat het huidige stelsel van wederzijdse inning van licentierechten, om ervoor te zorgen dat ook in de toekomst alles kan worden afgehandeld aan één loket, moet worden gehandhaafd in combinatie met een hoge mate van bescherming voor de houders van rechten om neerwaartse druk op de inkomsten te voorkomen, terwijl tegelijkertijd wordt voorkomen dat er ongewenste exclusieve mandaten worden verleend die strijdig zijn met eerlijke mededinging,
R. overwegende dat, met name ten aanzien van het eventueel misbruik van monopolieposities, sommige BCR beter moeten worden gestuurd via voorschriften inzake verbetering van de solidariteit, doorzichtigheid, niet-discriminatie, eerlijke en evenwichtige vertegenwoordiging van iedere categorie houders van rechten, en controleerbaarheid, gekoppeld aan de nodige controlemechanismen in de lidstaten; overwegende dat BCR hun diensten op basis van de drie basisbeginselen efficiëntie, gerechtigheid en transparantie moeten verlenen,
S. overwegende dat er in de lidstaten, wanneer rechten collectief worden beheerd, billijke en doeltreffende mechanismen voor het bijleggen van geschillen moeten worden ingevoerd die ervoor zorgen dat zowel rechthebbenden als gebruikers toegang hebben tot een instrument voor de regeling van geschillen, behoudens eenieders recht op een gerechtelijke toetsing; overwegende derhalve dat in de lidstaten voor alle betrokkenen billijke, onpartijdige en doelmatige mechanismen moeten worden ingevoerd voor het bijleggen van geschillen op basis van duidelijke en ter zake doende criteria,
T. overwegende dat de Commissie op basis van juiste en volledige gegevens een degelijke effectevaluatie dient uit te voeren van de uitwerking en tenuitvoerlegging van overeenkomsten en regelingen om de eventuele resultaten van het verlenen van licenties voor on-line diensten in een aantal gebieden en voor een aantal repertoires tegelijk te bevorderen en de gevaren te beoordelen, en daarbij rekening moet houden met alle culturele, economische en sociale aspecten,
U. overwegende dat er behoefte is aan gezamenlijke instrumenten, vergelijkbare variabelen en coördinatie van de gebieden waarop BCR werkzaam zijn, zodat de samenwerking tussen BCR wordt verbeterd en rekening wordt gehouden met de ontwikkeling van de informatiemaatschappij,
V. overwegende dat iedere poging de mededinging op de interne markt te stimuleren en de internationale verspreiding van Europese muziekstukken te bevorderen, ongeacht de BCR die het auteursrecht beheert, te waarderen is, er rekening mee houdend dat ieder repertoire, ongeacht de vraag of het algemeen bekend is, gelijk moet worden behandeld,
W. overwegende dat de aanbeveling bedoeld is om alleen de on-line verkoop van muziekopnames te regelen, maar dat zij wegens de onduidelijke formulering ook van toepassing kan zijn op andere on-line diensten (zoals b.v. radiodiensten) die soms muziek van dergelijke opnames bevatten, maar die te lijden zouden kunnen hebben onder de rechtsonzekerheid die de aanbeveling creëert over de vraag welke licentieregeling op deze diensten van toepassing is, en overwegende dat de technologische oplossingen die op deze markt kunnen worden toegepast gericht moeten zijn op de vormen van openheid en interoperabiliteit die de bescherming van consumenten en houders van rechten mogelijk maken,
X. overwegende dat een grotere concurrentie bij het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten in de muzieksector, indien deze eerlijk en transparant is en in de juiste omstandigheden, de positie van auteurs in Europa (met inbegrip van plaatselijke auteurs en minderheidsrepertoire) kan veiligstellen en de culturele verscheidenheid in Europa kan ondersteunen;
Y. overwegende dat de Commissie passende initiatieven dient te beoordelen om te zorgen voor een blijvend brede publieke toegang tot repertoires, ook kleinere en lokale, overeenkomstig het UNESCO-Verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen, gelet op het bijzondere karakter van het digitale tijdperk maar ook rekening houdend met de rechtstreekse en onrechtstreekse effecten daarvan op de algemene positie van auteurs en op de culturele verscheidenheid;
1. verzoekt de Commissie duidelijk te maken dat de aanbeveling van 2005 uitsluitend van toepassing is op de on-line verkoop van muziekopnames en zo spoedig mogelijk - na nauw overleg met de betrokken partijen - een voorstel in te dienen voor een flexibele kaderrichtlijn, die door Parlement en Raad via de medebeslissingsprocedure moet worden aangenomen, ter regulering van het collectieve beheer van auteursrecht en naburige rechten inzake grensoverschrijdende digitale muziekdiensten, rekening houdend met de bijzondere kenmerken van het digitale tijdperk en met het behoud van de Europese culturele verscheidenheid, kleine belanghebbenden en plaatselijke repertoires op basis van het beginsel van gelijke behandeling;
2. onderstreept dat de basis van de raadpleging van de belanghebbende partijen door de Commissie zo breed mogelijk dient te zijn en dat in de gedachtewisseling alle andere alternatieven dienen te zijn opgenomen, niet alleen die in de aanbeveling en in het werkdocument van de Commissie "Study on a Community initiative on the cross-border collective management of copyright" van 7 juli 2005;
3. heeft begrip voor en steunt de bepalingen betreffende de reeds bestaande mogelijkheid voor rechthebbenden om een collectieve rechtenbeheerder te kiezen, de toevertrouwde on-line rechten en het territoriale bereik daarvan vast te stellen en betreffende het recht om de rechten van de collectieve rechtenbeheerder in te trekken of aan een andere collectieve rechtenbeheerder toe te vertrouwen, en wijst er met nadruk op dat het van belang is rekening te houden met de doeltreffendheid van samenwerking tussen collectieve rechtenbeheerders om ook de belangen van kleinere en plaatselijke rechthebbenden te beschermen en aldus de culturele verscheidenheid veilig te stellen;
4. meent voorts dat de belangen van auteurs en daardoor ook de culturele verscheidenheid in Europa het best gediend zullen zijn met de invoering van een eerlijk en transparant concurrentiestelsel dat neerwaartse druk op de inkomsten van de auteurs voorkomt;
5. verzoekt de lidstaten en de collectieve rechtenbeheerders te zorgen voor eerlijke vertegenwoordiging van de rechthebbenden bij collectieve rechtenbeheerders en daarmee voor een evenwichtige deelname aan het interne besluitvormingsproces;
6. wijst erop dat het voorstel voor een richtlijn in genen dele het mededingingsvermogen van de dragende creatieve ondernemingen, de doelmatigheid van de door BCR verleende diensten of het mededingingsvermogen van de gebruikende ondernemingen - met name kleine houders van rechten en gebruikers - mag ondermijnen, en dat dient te zijn voldaan aan onderstaande voorwaarden:
- een hoge mate van bescherming van houders van rechten en gelijke behandeling zijn gewaarborgd,
- als deel van het Europees wettelijk kader of "acquis communautaire" inzake de intellectuele eigendomsrechten wordt ervoor gezorgd dat de wettelijke bepalingen een daadwerkelijke, aanzienlijke en passende weerslag hebben op de doelmatige bescherming van alle categorieën houders van rechten, welke dient te worden onderworpen aan een geregelde evaluatie en, indien nodig, herziening,
- de grondslag is solidariteit en een adequaat, billijk evenwicht tussen de houders van rechten in de BCR,
- de nadruk wordt gelegd op het gebruik van alternatieve geschillenbeslechting om alle betrokken partijen de mogelijkheid te geven eindeloze en dure juridische procedures te vermijden en tegelijkertijd een billijke behandeling voor eigenaars en gebruikers te waarborgen,
- er wordt gezorgd voor democratische, doorzichtige en controleerbare leiding van de BCR, o.m. door minimumnormen op te stellen voor organisatorische structuren, doorzichtigheid, vertegenwoordiging, regels voor de verdeling van auteursrechten, controleerbaarheid en rechtsmiddelen,
- er wordt gezorgd voor algemene transparantie bij de BCR, vooral inzake de basis voor de berekeningen van de tarieven, de beheerskosten en de aanbodsstructuur, en hiertoe worden eventueel regels voor de regulering en controle van de BCR vastgelegd,
- creativiteit en culturele verscheidenheid worden bevorderd,
- uitsluitend eerlijke en gestuurde mededinging is toegestaan, zonder territoriale beperkingen, maar vergezeld van de noodzakelijke en adequate kwaliteitsnormen voor het collectieve beheer van auteursrechten en het behoud van de waarde van de rechten,
- neerwaartse druk op het niveau van licentierechten wordt voorkomen door ervoor te zorgen dat de gebruikers een licentie krijgen op basis van het tarief dat van toepassing is in het land waar het gebruik van het auteursrechtelijk beschermde werk (het zogenaamde "land van bestemming) zal plaatsvinden; en het bereiken van een passend niveau van royalty's voor de houders van rechten wordt ondersteund,
- de culturele en maatschappelijke rol van BCR blijft behouden en tegelijkertijd wordt ervoor gezorgd dat zij de fondsen van de houders van rechten en de dienstverlening aan gebruikers en houders van rechten zodanig beheren gewaarborgd is dat zij zo veel mogelijk worden beschermd,
- met het oog op de doelmatigheid wordt de uitwisseling van informatie bevorderd en wordt voor commerciële gebruikers en producenten een verplichting vastgelegd om aan de BCR, op basis van vrije toegang, de volledige en juiste informatie te verstrekken die nodig is om hen in staat te stellen de houders van rechten te identificeren en hun rechten naar behoren te beheren,
- gebruikers beschikken over een hoge mate van rechtszekerheid en de beschikbaarheid van het wereldrepertoire blijft behouden via licenties die verkrijgbaar zijn van elke BCR in de EU en via interoperabele technologieplatforms,
- de belangen van de gebruikers en de markt worden in aanmerking genomen en er wordt met name voor gezorgd dat kleine en middelgrote gebruikers over toereikende rechtsbescherming beschikken en dat bij geschillen wordt gezorgd voor efficiënte geschillenbeslechtingsmechanismen, die goedkoop zijn en de gebruikers niet met onevenredige kosten voor rechtsbijstand belasten,
- gestimuleerd wordt dat houders van rechten ten behoeve van on-line gebruikers een beter op het gebruik on-line afgestemde nieuwe generatie van collectieve licentiemodellen voor muziek voor de hele EU ontwikkelen, op basis van overeenkomsten van wederzijdse vertegenwoordiging en de wederzijdse inning van royalty's, waarbij ervoor wordt gezorgd dat houders van rechten hun positie niet misbruiken om een "one-stop-shop" voor het collectief verwerven van rechten van het wereldrepertoire te verhinderen,
- de markttoepassingen van open en interoperabele technologische maatregelen en platformen worden geëxploiteerd, die geschikt zijn voor de bescherming van houders van rechten, het normale gebruik door de consument van legaal aangeworven inhouden en de ontwikkeling van nieuwe commerciële modellen in de informatiemaatschappij,
- naar behoren wordt voldaan aan de toekomstige behoeften van een gestroomlijnde on-line markt zonder dat de eerlijke mededinging en de culturele verscheidenheid of de waarde van muziek in gevaar worden gebracht,
- rekening wordt gehouden met de diverse vormen van legitieme on-line muziekdiensten en specifieke voorschriften worden opgesteld ter bevordering van de ontwikkeling daarvan,
- er wordt gezorgd voor de efficiëntie en samenhang van licentieregelingen (b.v. voor omroepdiensten door het verwerven van rechten overeenkomstig de wetgeving inzake auteursrechten in de lidstaat waar de omroeporganisatie zijn uitzendingen van start laat gaan) en de uitbreiding van de bestaande collectieve overeenkomsten wordt vergemakkelijkt om hierin ook de interactieve on-line distributie van dezelfde inhoud op te nemen (zoals podcasting),
- de te ver doorgedreven centralisatie van de krachten op de markt en de repertoires wordt vermeden door ervoor te zorgen dat exclusieve beheerstaken door de belangrijkste houders van rechten niet aan één enkele of zeer weinige BCR worden toevertrouwd, waardoor wordt gewaarborgd dat het wereldrepertoire voor alle BCR beschikbaar blijft voor het verlenen van licenties aan gebruikers,
- gebruikers de mogelijkheid geven om pan-Europese licenties te verkrijgen van elke BCR die het wereldrepertoire bestrijkt,
- het systeem van wederzijdse inning van royalty's door BCR voor hun leden wordt behouden,
- er wordt mededinging ingevoerd op basis van de efficiëntie en kwaliteit van de diensten die de BCR kunnen aanbieden en niet op basis van het niveau van de vergoeding die aan de houders van rechten wordt betaald;
7. is verder van mening dat het, om de volledige werking van het stelsel van wederzijdse overeenkomsten ten gunste van alle rechthebbenden te waarborgen, van cruciaal belang is om elke vorm van exclusieve mandatering tussen grote rechthebbenden en collectieve rechtenbeheerders voor de rechtstreekse inning van royalty's in alle lidstaten te verbieden, omdat dit zou leiden tot het snelle verdwijnen van nationale collectieve rechtenbeheerders en de positie van minderheidsrepertoire en de culturele verscheidenheid in Europa zou ondermijnen;
8. steunt de gedachte dat het collectieve rechtenbeheerders vrij moet staan om aan commerciële gebruikers die eender waar in de Europese Unie gevestigd zijn pan-Europese en multirepertoire licenties te verlenen voor on-line gebruik van hun repertoire (waaronder het gebruik in mobiele telefonie) op eerlijke en individueel onderhandelde voorwaarden en zonder discriminatie tussen gebruikers; verzoekt de Commissie om een beoordelingsstudie te maken over de gevolgen van een algehele licentie voor on-line diensten en de gevolgen daarvan voor de economische en maatschappelijke situatie van auteurs;
9. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.
- [1] PB L 276 van 21.10.2005, blz. 54.
- [2] PB L 376 van 27.12.2006, blz. 28.
- [3] PB L 248 van 6.10.1993, blz. 15.
- [4] PB L 372 van 27.12.2006, blz. 12.
- [5] PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10.
- [6] PB C 067 E van 17.3.2004, blz. 293 .
- [7] PB C 092 E van 16.4.2004, blz. 425.
- [8] Aangenomen teksten, P6_TA(2006)0301.
- [9] Aangenomen teksten, P6_TA(2006)0324.
TOELICHTING
Alvorens de positieve punten te gaan bespreken, wil uw rapporteur erop wijzen dat zij volledig achter de voorstellen in het advies van de Commissie cultuur en onderwijs staat en dat zij een aantal hiervan in haar ontwerpverslag heeft opgenomen.
Inleiding
Ongeveer 5 tot 7% van het BNP van de EU wordt verdiend via goederen en diensten die beschermd zijn door auteursrecht en naburige rechten. Hieruit blijkt duidelijk het grote belang van het correcte beheer van deze rechten in combinatie met handhaving, met name in dit digitale tijdperk.
Op 18 oktober 2006 heeft de Europese Commissie op de grondslag van artikel 211 van het EG-Verdrag een aanbeveling aangenomen betreffende het grensoverschrijdende beheer van auteursrechten ten behoeve van rechtmatige on-line muziekdiensten. De aanbeveling is door Commissaris McCreevy omschreven als "een "instrument van zachte wetgeving" dat zodanig is opgezet dat de markt de kans krijgt zich in de juiste richting te ontwikkelen"[1].
De aanbeveling heeft ingrijpende gevolgen voor de markt van het auteursrecht en belangrijke deelnemers baseren er hun werkzaamheden reeds op. De aanbeveling gaat duidelijk verder dan de interpretatie en aanvulling van bestaande voorschriften en qua gevolgen vertoont zij alle kenmerken van een volwassen regelgevend initiatief.
Hoofddoel van de aanbeveling is aanpassing van het collectieve hebeer van auteursrechten voor on-line muziekdiensten aan de ontwikkeling van nieuwe technologieën die tot gevolg hebben gehad dat er een nieuwe generatie van grensoverschrijdende commerciële gebruikers van auteursrechten is ontstaan (d.w.z. on-line muziekaanbieders).
Er zij echter op gewezen dat de beginselen die gelden voor het beheer van auteursrechten voor on-line muziekdiensten eveneens kunnen, en te zijner tijd waarschijnlijk zullen, gelden voor de off-line sfeer, bij voorbeeld uitzending via de ether. De precedenten die worden gesteld in verband met de on-line sector zijn op deze wijze een toetssteen voor de toekomstige ontwikkeling van de markt van auteursrechten in ruimere zin. Ook hierdoor wordt het belang van initiatieven op dit gebied benadrukt.
Om een evenwichtig beeld te krijgen moet er op deze plaats op worden gewezen dat er onder kleinere BCR en houders van rechten bezorgdheid bestaat over grote uitgevers die de aanbeveling in de praktijk opvatten als een duidelijk teken om het zogeheten "internationale" repertoire dat zij beheren terug te trekken uit het netwerk van nationale verenigingen van beheerders van collectieve rechten (BCR) en het in handen te geven van enkele zeer grote BCR die de exclusieve opdracht hebben deze rechten in de hele EU te vertegenwoordigen.
In tegenstelling tot het doel dat via de aanbeveling naar verluidt wordt nagestreefd, namelijk bevordering van eerlijke mededinging, kunnen dergelijke maatregelen de mededinging belemmeren, daar zij waarschijnlijk leiden tot een feitelijk oligopolie, waarbij de zeggenschap over de markt geconcentreerd is bij een klein aantal invloedrijke houders van rechten en een vergelijkbaar aantal grote BCR. De maatregelen vormen eveneens een ernstige bedreiging van de gezondheid en levendigheid van de culturele verscheidenheid in Europa, omdat tal van nationale BCR als het internationale repertoire wordt verwijderd uit het netwerk van de nationale BCR waarschijnlijk hun bedrijvigheid staken, met alle nadelige gevolgen van dien voor plaatselijke en minderheidsrepertoires.
Doordat de Commissie de aanbeveling heeft aangenomen is het Europees Parlement en de lidstaten de kans ontnomen een gefundeerde bijdrage te leveren tot een veranderingsproces dat ingrijpende gevolgen zal hebben voor de toekomstige mededinging in deze sector en voor de culturele verscheidenheid in Europa. Het thema is te belangrijk om het Europees Parlement er niet officieel bij te betrekken.
Het Parlement moet in staat zijn zijn rol in het democratische proces te spelen. De Commissie moet dan ook worden verzocht zo spoedig mogelijk een geschikt bindend juridisch instrument in deze sector voor te stellen, dat door Parlement en Raad via de medebeslissingsprocedure moet worden aangenomen.
Marktwerking
Incasso-organisaties zijn verbanden van auteurs en andere houders van rechten zoals uitgevers. Zij zijn opgezet met het doel voor houders van rechten op collectieve grondslag licentierechten te incasseren en te verdelen. In de praktijk nemen BCR op nationaal niveau een (natuurlijke) monopoliepositie in. De houders van rechten worden op het desbetreffende nationale grondgebied rechtstreeks door de BCR vertegenwoordigd; in derde landen verloopt de vertegenwoordiging via wederzijdse regelingen die bilateraal zijn overeengekomen door de BCR die door de houders van rechten zijn gekozen en alle overige BCR in Europa en in de rest van de wereld.
Tientallen jaren hebben de Europese en internationale markten van auteursrechten voor muziek gefunctioneerd op basis van dit netwerk van dergelijke bilaterale overeenkomsten. Via dit "Stelsel van wederzijdse overeenkomsten" beschikken de gebruikers van auteursrechten over een centraal aanspreekpunt (d.w.z. dat gebruikers van één enkele BCR toestemming kunnen krijgen voor de exploitatie van het wereldrepertoire op het nationale grondgebied waar de BCR gevestigd is), er wordt naar behoren toezicht gehouden op de mondiale markt, zodat houders van rechten correct worden beloond, en er wordt aan alle betrokken nationale en internationale houders van rechten een doelmatig mechanisme geboden voor de handhaving van rechten.
Door dit systeem wordt gewaarborgd dat niet alleen grote houders van rechten, maar eveneens kleine en plaatselijke auteurs, naar behoren zijn vertegenwoordigd op de markt en het deel van de licentierechten ontvangen dat hen toekomt.
Verandering van marktomstandigheden en invoering van mededinging
In het kader van de verdere ontwikkeling van de Europese muziekmarkt, moet er geleide mededinging worden ingevoerd waarin de veranderingen op de Europese interne markt, de technologische ontwikkelingen, het ontstaan van nieuwe ondernemingsmodellen en de daaruit voortvloeiende veranderingen van consumentenvoorkeuren en -gedrag doorklinken.
Doel van de aanbeveling is houders van rechten meer vrijheid te verschaffen om de BCR te kiezen die het best voldoet aan hun behoeften. De mededinging tussen BCR moet, met andere woorden, erop gebaseerd zijn dat BCR met elkaar concurreren om houders van rechten aan te trekken. Op het eerste gezicht lijkt dit ten goede te komen aan de houders van rechten.
In de praktijk kunnen auteurs hun rechten reeds nu toevertrouwen aan de BCR van hun keuze. Een aantal meer geslaagde auteurs maakt trouwens van dit recht gebruik en kiest er bij voorbeeld voor om te werken met een buitenlandse BCR. In het algemeen is dit voor kleine houders van rechten praktisch ondoenlijk.
Voorts stelt uw rapporteur vast dat kleinere BCR en houders van rechten vrezen dat de aanbeveling door grote uitgevers wordt uitgelegd als een kans om de rechten waarover zij beschikken terug te trekken uit alle nationale BCR en onder te brengen bij een gering aantal grotere BCR. Deze laatste zullen vervolgens het netwerk van wederzijdse overeenkomsten kunnen omzeilen en licenties kunnen verlenen voor de gehele Europese markt, waardoor de omzet van de nationale BCR evenredig daalt.
Als de nationale BCR de omzet verliezen uit licentierechten die worden geïnd over het internationale repertoire, zou het voor de nationale BCR steeds moeilijker worden doelmatig te functioneren, omdat hun bedrijfskosten zouden moeten worden omgeslagen over een kleiner aantal houders van rechten. Als een nationale BCR eenmaal gedwongen is zijn werkzaamheden te staken, zal een kleine houder van rechten waarschijnlijk geen dienstverlening van hetzelfde niveau ontvangen van een BCR in een ander land, waar bij voorbeeld een andere taal wordt gesproken.
Door deze aanpak van het beheer van rechten worden grote en geslaagde houders van rechten duidelijk bevoordeeld ten koste van auteurs van plaatselijk en/of minderheidsrepertoire. In de praktijk wordt de positie van de meeste houders van rechten door dit soort mededinging ondergraven, hetgeen waarschijnlijk niet de bedoeling van de Commissie is.
Toch moeten on-line aanbieders van muziek, daar Internet grensoverschrijdend opereert, pan-Europese licenties kunnen verwerven die gelden voor het grondgebied van twee of meer staten in Europa. En zij moeten kunnen kiezen waar zij deze licenties betrekken, op basis van het meest concurrerende dienstenaanbod. Volgens dit draaiboek strijden BCR om gebruikers.
Het gevaar van dit systeem is echter dat de nationale BCR nieuwe opdrachten trachten binnen te halen door de hoogte van de aan houders van rechten uitgekeerde licentierechten te drukken. Het is mogelijk en zelfs waarschijnlijk dat de inkomsten van auteurs hierdoor in een neerwaartse spiraal terecht komen. Ook dit is niet in het belang van de houders van rechten en het zou ongetwijfeld ongunstige gevolgen hebben voor de culturele verscheidenheid in Europa, daar kleine houders van rechten hun inkomsten zodanig zouden zien dalen dat zij niet meer kunnen overleven.
Culturele verscheidenheid - mededinging
Er moet niet naar worden gestreefd in de sector collectief beheer van auteursrechten van de ene dag op de andere mededinging in te voeren, daar dit onherstelbare schade zou kunnen toebrengen aan de culturele verscheidenheid in Europa. Het is beter de mededinging zo in te voeren dat in het begin wordt gezorgd voor gelijke concurrentieomstandigheden, zodat alle CBR op voet van gelijkheid kunnen concurreren.
De oplossing is dat er een andere compromisoplossing wordt gevonden voor dit typisch Europese probleem. Eerlijke en gestuurde mededinging moet zo worden ingevoerd dat neerwaartse druk op de inkomsten van auteurs wordt voorkomen, terwijl de gebruikers van muziek pan-Europese vergunningen moeten kunnen krijgen die aansluiten op de nieuwe bedrijfsmodellen van de toekomst.
De beste garantie dat dit gebeurt is de invoering van een systeem in het kader waarvan de inkomsten van de auteurs worden bepaald door de tarieven in het land waar de consument een bepaald muziekstuk koopt ("downloadt"). Als het tarief van het land van bestemming wordt toegepast heeft dit tot gevolg dat er een mededinging ontstaat die gebaseerd is op de doelmatigheid (met name door verlaging van de administratiekosten) van de door de CBR aangeboden diensten en niet op mededinging op basis van verlaging van de aan houders van rechten uitgekeerde licentierechten.
Bovendien wordt het her en der van wezenlijke betekenis geacht te voorkomen dat grote houders van rechten exclusieve overeenkomsten sluiten met één of een gering aantal CBR, waardoor het internationale repertoire uit het systeem als geheel zou verdwijnen.
In haar verslag van 20 juli 2006 heeft de Commissie cultuur en onderwijs haar verontrusting geuit over de mogelijke ongunstige gevolgen die de aanbeveling met zich meebrengt voor de culturele verscheidenheid in Europa, doordat zij de werking van het wederkerige systeem zou aantasten en dat concentratie van rechten bij de grotere BCR hiervan het gevolg zou zijn. Hierdoor wordt het functioneren van de kleinere BCR ondergraven waardoor de positie van kleine en plaatselijke auteurs in heel Europa in gevaar komt. Het is dan ook van doorslaggevende betekenis dat het netwerk van bilaterale overeenkomsten wordt gehandhaafd zonder dat er ruimte wordt geboden voor de verwijdering van repertoire uit dit netwerk. Exclusieve opdrachten van houders van rechten aan BCR moeten dan ook niet worden toegestaan.
Vervolgmaatregelen
Met het oog op een gezonde ontwikkeling van de Europese markten van auteursrechten is het van centraal belang dat de overheid vervolgmaatregelen neemt. In dit verband moet de Commissie zo spoedig mogelijk onderzoeken welke gevolgen een voor aan aantal grondgebieden en repertoires geldend vergunningensysteem heeft voor muziekdiensten on-line , alsook de gevolgen voor de culturele verscheidenheid en voor de economische en sociale situatie van houders van rechten.
Voorts moet de Commissie een kritische analyse uitvoeren van de horizontale concentratie in een aantal sectoren van beheer van rechten en de gevolgen die dit soort concentratie zal hebben voor de gebruikers en houders van rechten. Indien noodzakelijk moeten de nodige maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de Europese markt voor on-line muziekdiensten in staat blijft zich gezond te ontwikkelen zonder dat dit ongunstige gevolgen heeft voor de culturele verscheidenheid in Europa.
Juridisch kader
Bij de opstelling van dit ontwerpverslag voor een resolutie van het Europees Parlement is volledig rekening gehouden met het bestaande Europese juridische kader en daarmee verband houdende beleidsvormingsinitiatieven, de Gemeenschapswetgeving voor auteursrecht en naburige rechten die van toepassing is op muziekrechten, en de desbetreffende internationale overeenkomsten. In de preambule van de ontwerpresolutie wordt een volledig overzicht gegeven.
Ook is in overweging genomen het ten behoeve van de Commissie juridische zaken uitgevoerde en op 11 september 2006 bij de commissie ingediende onderzoek over het collectieve beheer van rechten in Europa en het streven naar doelmatigheid.
- [1] TOESPRAAK/05/588.
ADVIES van de Commissie cultuur en onderwijs (20.7.2006)
aan de Commissie juridische zaken
inzake de aanbeveling van de Commissie van 18 oktober 2005 betreffende het collectieve grensoverschrijdende beheer van auteursrechten en naburige rechten ten behoeve van rechtmatige on-line muziekdiensten
(2005/737/EG)
Rapporteur voor advies: Manolis Mavrommatis
SUGGESTIES
De Commissie cultuur en onderwijs verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:
1. accepteert de aanbeveling van de Commissie en verzoekt haar na intensief overleg met de belanghebbende partijen en na een grondig marktonderzoek zo spoedig mogelijk een passend wetgevingsvoorstel in te dienen om het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten in de muzieksector doeltreffend te regelen, met inachtneming van het specifieke karakter van het digitale tijdperk en de noodzaak een evenwicht tot stand te brengen tussen het bieden van waarborgen voor Europese culturele verscheidenheid, de bescherming van plaatselijke repertoires, de bevordering van de creativiteit en de bescherming van de belangen van zowel rechthebbenden als commerciële gebruikers;
2. betreurt dat de Commissie geen brede en grondige raadpleging van de belanghebbenden en van het Europees Parlement heeft georganiseerd vooraleer zij de aanbeveling goedkeurde, en beklemtoont dat het noodzakelijk is om alle categorieën van rechthebbenden bij toekomstige regelgevende activiteiten in het kader van dit proces op passende wijze te raadplegen om een eerlijke en evenwichtige belangenvertegenwoordiging te kunnen garanderen;
3. erkent dat een grotere concurrentie bij het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten in de muzieksector, indien deze eerlijk en transparant is en in de juiste omstandigheden, de positie van auteurs in Europa (met inbegrip van plaatselijke auteurs en minderheidsrepertoire) kan veiligstellen en de culturele verscheidenheid in Europa kan ondersteunen;
4. verzoekt de Commissie passende initiatieven te beoordelen om te zorgen voor een blijvend brede publieke toegang tot repertoires, ook kleinere en lokale, overeenkomstig het UNESCO-Verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen, gelet op het bijzondere karakter van het digitale tijdperk maar ook rekening houdend met de rechtstreekse en onrechtstreekse effecten daarvan op de algemene positie van auteurs en op de culturele verscheidenheid;
5. beklemtoont dat muziek geen basisproduct is en dat collectieve rechtenbeheerders in hoofdzaak organisaties zonder winstoogmerk zijn en dat de belangen van auteurs en de bevordering van de culturele verscheidenheid in Europa daarom wellicht niet gediend zijn met de invoering van een stelsel dat gebaseerd is op ongebreidelde concurrentie;
6. heeft begrip voor en steunt de bepalingen betreffende de reeds bestaande mogelijkheid voor rechthebbenden om een collectieve rechtenbeheerder te kiezen, de toevertrouwde on-line rechten en het territoriale bereik daarvan vast te stellen en betreffende het recht om de rechten van de collectieve rechtenbeheerder in te trekken of aan een andere collectieve rechtenbeheerder toe te vertrouwen, en wijst er met nadruk op dat het van belang is rekening te houden met de doeltreffendheid van de samenwerking tussen collectieve rechtenbeheerders om ook de belangen van kleinere en plaatselijke rechthebbenden te beschermen en aldus de culturele verscheidenheid veilig te stellen;
7. geeft uitdrukking aan zijn bezorgdheid over de mogelijk negatieve gevolgen van enkele bepalingen van de aanbeveling voor plaatselijke repertoires en voor de culturele verscheidenheid, omdat mogelijk het risico bestaat dat de concentratie van rechten bij de grotere collectieve rechtenbeheerders wordt bevorderd; meent dat de gevolgen van elk initiatief gericht op de invoering van concurrentie tussen rechtenbeheerders om de grootverdieners onder de rechthebbenden aan te trekken moeten worden geëvalueerd;
8. meent dat het stelsel van overeenkomsten van wederzijdse vertegenwoordiging gehandhaafd moet blijven, omdat dit aan alle commerciële en individuele gebruikers zonder onderscheid gelijke toegang geeft tot het wereldrepertoire, het de rechthebbenden beter beschermt, echte culturele verscheidenheid wordt gewaarborgd en eerlijke concurrentie op de interne markt wordt gestimuleerd;
9. meent dat de mogelijkheid voor rechthebbenden om een collectieve rechtenbeheerder te kiezen, ongeacht de lidstaat waar deze is gevestigd, niet alleen de concurrentie op de interne markt moet bevorderen, maar daarnaast:
- vergezeld moet gaan van passende maatregelen om de diversiteit van cultuuruitingen te waarborgen en te bevorderen, met name door de gebruikers een breed gediversifieerd aanbod van repertoires, en met name plaatselijke repertoires, aan te bieden,
- moet waarborgen dat alle rechthebbenden, ongeacht hun nationaliteit of woonplaats, op een zo direct mogelijke manier een eerlijk aandeel aan royalty's zullen ontvangen,
- de grootverdieners onder de rechthebbenden niet in staat mag stellen om hun dominante positie te versterken ten koste van de minder verdienende rechthebbenden,
en dat de gevolgen derhalve zorgvuldig moeten worden beoordeeld;
10. meent voorts dat de belangen van auteurs en daardoor ook de culturele verscheidenheid in Europa het best gediend zullen zijn met de invoering van een eerlijk en transparant concurrentiestelsel dat neerwaartse druk op de inkomsten van de auteurs voorkomt;
11. is verheugd over alle inspanningen die worden gedaan om de concurrentie op de interne markt te bevorderen en over de doelstelling om de internationale distributie van Europese muziekwerken te bevorderen, los van de vraag welke collectieve rechtenbeheerder de auteursrechten beheert, en met als uitgangspunt dat elk repertoire, of het nu minder of beter bekend is, gelijk moet worden behandeld;
12. is ervan overtuigd dat het bestaande stelsel van nationale collectieve rechtenbeheerders een belangrijke rol zal blijven spelen bij het bieden van sociale ondersteuning aan minderheidsauteurs en de bevordering van de culturele verscheidenheid, zij het in een omgeving van grotere concurrentie;
13. constateert dat het bestaande netwerk van nationale collectieve rechtenbeheerders een belangrijke rol speelt bij het verstrekken van financiële steun voor de bevordering van nieuw en minoritair Europees repertoire en dat deze rol niet verloren mag gaan;
14. is verder van mening dat het, om de volledige werking van het stelsel van wederzijdse overeenkomsten ten gunste van alle rechthebbenden te waarborgen, van cruciaal belang is om elke vorm van exclusieve mandatering tussen grote rechthebbenden en collectieve rechtenbeheerders voor de rechtstreekse inning van royalty's in alle lidstaten te verbieden, omdat dit zou leiden tot het snelle verdwijnen van nationale collectieve rechtenbeheerders en de positie van minderheidsrepertoire en de culturele verscheidenheid in Europa zou ondermijnen;
15. is verheugd over de oproep tot een beter bestuur van collectieve rechtenbeheerders, door middel van verbeterde voorschriften voor transparantie, non-discriminatie en verantwoordingsplicht;
16. verzoekt de lidstaten en de collectieve rechtenbeheerders te zorgen voor een eerlijke vertegenwoordiging van de rechthebbenden bij collectieve rechtenbeheerders en daarmee voor een evenwichtige deelname aan het interne besluitvormingsproces;
17. is van mening dat het bestaande stelsel van wederzijdse inning van rechten moet worden behouden, opdat concurrentie wordt ingevoerd op basis van de diensten die de collectieve rechtenbeheerders kunnen aanbieden en de commissies die zij vragen, en de gebruikers licenties worden toegekend op basis van de tarieven die worden toegepast door de collectieve rechtenbeheerder in het land waar de muziek wordt gebruikt;verzoekt de lidstaten bovendien ervoor te zorgen dat commerciële gebruikers de nodige wettelijke vergunningen aanvragen en naar behoren billijke royalty's aan alle categorieën rechthebbenden afdragen;
18. meent dat, wanneer rechten collectief worden beheerd, er in de lidstaten billijke en doeltreffende mechanismen voor het bijleggen van geschillen moeten worden ingevoerd die ervoor zorgen dat zowel rechthebbenden als gebruikers toegang hebben tot een instrument voor de regeling van geschillen, behoudens eenieders recht op een gerechtelijke toetsing;
19. steunt de gedachte dat het collectieve rechtenbeheerders vrij moet staan om aan commerciële gebruikers die eender waar in de Europese Unie gevestigd zijn pan-Europese en multirepertoire licenties te verlenen voor on-line gebruik van hun repertoire (waaronder het gebruik in mobiele telefonie) op eerlijke en individueel onderhandelde voorwaarden en zonder discriminatie tussen gebruikers; verzoekt de Commissie om een beoordelingsstudie te maken over de gevolgen van een algehele licentie voor on-line diensten en de gevolgen daarvan voor de economische en maatschappelijke situatie van auteurs;
20. meent dat het bestaan van one-stop shops waar commerciële gebruikers een licentie kunnen verkrijgen betreffende het wereldrepertoire voor het door hen gewenste grondgebied, in combinatie met een hoge mate van bescherming voor rechthebbenden door forumshoppen (gebruikers die de collectieve rechtenbeheerder met de goedkoopste licenties uitzoeken) te voorkomen, centraal dient te staan in de nauwe samenwerking tussen collectieve rechtenbeheerders.
PROCEDURE
Titel |
Advies inzake de aanbeveling van de Commissie van 18 mei 2005 betreffende het collectieve grensoverschrijdende beheer van auteursrechten en naburige rechten ten behoeve van rechtmatige on-line muziekdiensten |
||||||
Procedurenummer |
|||||||
Commissie ten principale |
JURI |
||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
CULT 19.1.2006 |
||||||
Nauwere samenwerking – datum bekendmaking |
|
||||||
Rapporteur voor advies |
Manolis Mavrommatis |
||||||
Vervangen rapporteur voor advies |
|
||||||
Behandeling in de commissie |
27.4.2006 |
29.5.2006 |
21.6.2006 |
|
|
||
Datum goedkeuring |
13.7.2006 |
||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
26 0 1 |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Maria Badia I Cutchet, Ivo Belet, Guy Bono, Marie-Hélène Descamps, Jolanta Dičkutė, Věra Flasarová, Hanna Foltyn-Kubicka, Milan Gaľa, Vasco Graça Moura, Lissy Gröner, Luis Herrero-Tejedor, Ruth Hieronymi, Manolis Mavrommatis, Marianne Mikko, Ljudmila Novak, Doris Pack, Zdzisław Zbigniew Podkański, Christa Prets, Karin Resetarits, Pál Schmitt, Nikolaos Sifunakis, Hannu Takkula, Helga Trüpel, Henri Weber, Thomas Wise, Tomáš Zatloukal |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) |
Erna Hennicot-Schoepges, Nina Škottová |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
|
||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
Two PPE-DE-substitutes were present but only one was taken into account for the final vote |
||||||
PROCEDURE
Titel |
Aanbeveling van de Commissie van 18 oktober 2005 betreffende het collectieve grensoverschrijdende beheer van auteursrechten en naburige rechten ten behoeve van rechtmatige on-line muziekdiensten (2005/737/EG) |
|||||||||||
Procedurenummer |
||||||||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking toestemming |
JURI |
|||||||||||
Medeadviserende commissie(s) |
CONT |
|
|
|
|
|||||||
Geen advies |
|
|
|
|
|
|||||||
Nauwere samenwerking Datum bekendmaking |
|
|
||||||||||
Rapporteur(s) |
Katalin Lévai |
|
||||||||||
Vervangen rapporteur(s) |
|
|
||||||||||
Behandeling in de commissie |
21.3.2006 |
19.4.2006 |
11.9.2006 |
20.11.2006 |
27.2.2007 |
|||||||
Datum goedkeuring |
27.2.2007 |
|||||||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
21 |
||||||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Wolfgang Bulfon, Bert Doorn, Giuseppe Gargani, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Klaus-Heiner Lehne, Katalin Lévai, Antonio López-Istúriz White, Hans-Peter Mayer, Manuel Medina Ortega, Hartmut Nassauer, Aloyzas Sakalas, Diana Wallis, Rainer Wieland, Jaroslav Zvěřina, Tadeusz Zwiefka |
|||||||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Mladen Petrov Chervenyakov, Adeline Hazan, Barbara Kudrycka, Eva Lichtenberger, Dagmar Roth-Behrendt, József Szájer, Jacques Toubon |
|||||||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Toine Manders |
|||||||||||
Datum indiening |
5.3.2007 |
|
||||||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
… |
|
||||||||||