VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG betreffende het op de markt brengen van biociden, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft
25.9.2007 - (COM(2006)0923 – C6‑0007/2007 – 2006/0288(COD)) - ***I
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Åsa Westlund
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG betreffende het op de markt brengen van biociden, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft
(COM(2006)0923 – C6‑0007/2007 – 2006/0288(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2006)0923)[1],
– gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0007/2007),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6‑0344/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Overweging 4 | |
(4) In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven om de bijlagen te wijzigen en het toetsingsprogramma vast te stellen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet essentiële onderdelen van deze richtlijn en tot aanvulling van deze richtlijn met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. |
(4) In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven om gemeenschappelijke voorwaarden voor onderzoek en ontwikkeling vast te stellen, de bijlagen te wijzigen en het toetsingsprogramma vast te stellen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet essentiële onderdelen van deze richtlijn en tot aanvulling van deze richtlijn met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. |
Motivering | |
Amendement sluit aan bij amendement 2 van de rapporteur en beoogt de bijbehorende overweging aan te passen. | |
Amendement 2 ARTIKEL 1, PUNT 1, LETTER B) Artikel 10, lid 5, punt (ii), punt 5 (Richtlijn 98/8/EG) | |
5. de volledige dossiers met de gegevens van de beoordeling aan de hand waarvan stoffen in bijlage I, IA of IB zijn of worden opgenomen, worden ter beschikking gesteld van het in artikel 28, lid 4, bedoelde comité." |
5. de volledige dossiers met de gegevens van de beoordeling aan de hand waarvan stoffen in bijlage I, IA of IB zijn of worden opgenomen, worden ter beschikking gesteld van het in artikel 28, lid 1, bedoelde comité." |
Motivering | |
Het permanent comité moet worden opgezet overeenkomstig artikel 28, lid 1. De verwijzing in artikel 10, lid 5, punt (ii), (5) moet dus worden aangepast. | |
Amendement 3 ARTIKEL 1, PUNT 3 BIS (nieuw) Artikel 17, lid 5 (Richtlijn 98/8/EG) | |
|
(3 bis) Artikel 17, lid 5 komt als volgt te luiden: |
|
"5. De gemeenschappelijke voorwaarden voor de toepassing van dit artikel, met name de maximumhoeveelheden werkzame stoffen of biociden die bij experimenten mogen vrijkomen en de minimuminformatie die overeenkomstig lid 2 moet worden verstrekt, worden volgens de procedure met toetsing van artikel 28, lid 4 vastgesteld. |
Motivering | |
De huidige comitologieprocedure inzake besluiten over met name het in het milieu brengen van werkzame stoffen of biociden in de sector onderzoek en ontwikkeling moet worden gewijzigd in een regelgevingsprocedure met toetsing. | |
Amendement 4 ARTIKEL 1, PUNT 5, LETTER -A) (nieuw) Artikel 28, lid 2 (Richtlijn 98/8/EG) | |
|
-a) Lid 2 wordt vervangen door: |
|
"2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit. |
|
De in artikel 4, lid 3 van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden." |
Motivering | |
De formulering van lid 2 moet zodanig worden aangepast dat daarin de gebruikelijke verwijzing naar het comitologiebesluit (beheersprocedure) is opgenomen. | |
Amendement 5 ARTIKEL 1, PUNT 5, LETTER A) Artikel 28, lid 3 (Richtlijn 98/8/EG) | |
3. In aangelegenheden die krachtens artikel 32 aan het permanent comité worden voorgelegd, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit. |
3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 daarvan. |
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden. |
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden. |
Motivering | |
De formulering van lid 3 moet zodanig worden aangepast dat daarin de gebruikelijke verwijzing naar het comitologiebesluit (beheersprocedure) is opgenomen. | |
Amendement 6 ARTIKEL 1, PUNT 5, LETTER B) Artikel 28, lid 4 (nieuw) (Richtlijn 98/8/EG) | |
4. In aangelegenheden die krachtens artikel 10, artikel 11, lid 4, artikel 16, lid 2, en artikel 27, lid 1, onder a), en lid 2, van deze richtlijn aan het permanent comité worden voorgelegd, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en lid 5, onder b), en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit. |
4. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit. |
De in artikel 5 bis, lid 3, onder c), van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt met betrekking tot artikel 11, lid 4, artikel 16, lid 2, tweede alinea, en artikel 27, lid 1, onder a), en lid 2, van deze richtlijn vastgesteld op één maand." |
|
Motivering | |
De formulering van lid 4 moet zodanig worden aangepast dat daarin de gebruikelijke verwijzing naar het comitologiebesluit (beheersprocedure) is opgenomen. Beperking van termijnen in het kader van de gebruikelijke regelgevingsprocedure is echter niet op haar plaats. De tweede alinea moet dan ook worden geschrapt. | |
Amendement 7 ARTIKEL 1, PUNT 5 BIS (nieuw) Artikel 29 (Richtlijn 98/8/EG) | |
|
5 bis) Artikel 29 wordt vervangen door de volgende tekst: |
|
"Artikel 29 |
|
Aanpassing aan de technische vooruitgang |
|
De wijzigingen die nodig zijn voor de aanpassing van de bijlagen IIA, IIB, IIIA, IIIB, IVA en IVB en de beschrijvingen van de productsoorten in bijlage V aan de vooruitgang van de techniek en voor de specificatie van de voor elk productsoort vereiste informatie, worden volgens de procedure van artikel 28, lid 4 vastgesteld. |
Motivering | |
Toepassing van de comitologieprocedure brengt wijzigingen van de Bijlagen bij de richtlijn met zich mee. Derhalve moet de regelgevingsprocedure met toetsing worden ingevoerd. |
- [1] PB C .../Nog niet in het PB gepubliceerd.
TOELICHTING
Bij de aanpassing van richtlijn 98/8/EG betreffende het op de markt brengen van biociden aan het herziene comitologiebesluit 1999/468/EEG moet ten volle rekening worden gehouden met de onlangs ingevoerde regelgevingsprocedure met toetsing. Via deze procedure moet het mogelijk zijn maatregelen met algemene strekking vast te stellen die ten doel hebben essentiële onderdelen van een basisbesluit aan te passen, o.m. door elementen te schrappen of door het instrument aan te vullen met nieuwe niet-essentiële elementen.
Er moet duidelijk worden verwezen naar de regelgevingsprocedure met toetsing en de termijnen mogen niet worden verkort ten opzichte van de gebruikelijke termijnen van de regelgevingsprocedure met toetsing
PROCEDURE
Titel |
Het op de markt brengen van biociden, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0923 - C6-0007/2007 - 2006/0288(COD) |
|||||||
Datum indiening bij EP |
22.12.2006 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ENVI 17.1.2007 |
|||||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Åsa Westlund 3.4.2007 |
|
|
|||||
Datum goedkeuring |
12.9.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
26 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Adamos Adamou, Georgs Andrejevs, Margrete Auken, Liam Aylward, Johannes Blokland, John Bowis, Frieda Brepoels, Dorette Corbey, Satu Hassi, Gyula Hegyi, Jens Holm, Eija-Riitta Korhola, Marios Matsakis, Linda McAvan, Miroslav Ouzký, Vittorio Prodi, Guido Sacconi, Daciana Octavia Sârbu, Karin Scheele, Bogusław Sonik, Antonios Trakatellis, Thomas Ulmer, Marcello Vernola, Glenis Willmott |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Kartika Tamara Liotard, Robert Sturdy |
|||||||
Datum indiening |
25.9.2007 |
|||||||