VERSLAG over het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de toepasselijkheid op de Centraal-Aziatische landen van Besluit 2006/1016/EG van de Raad tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap

16.7.2008 - (COM(2008)0172 – C6‑0182/2008 – 2008/0067(CNS)) - *

Begrotingscommissie
Rapporteur: Esko Seppänen

Procedure : 2008/0067(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0317/2008
Ingediende teksten :
A6-0317/2008
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de toepasselijkheid op de Centraal-Aziatische landen van Besluit 2006/1016/EG van de Raad tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap

(COM(2008)0172 – C6‑0182/2008 – 2008/0067(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2008)0172),

–   gelet op artikel 181 A van het EG­Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6‑0182/2008),

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 februari 2008 over een EU-strategie voor Centraal-Azië[1],

–   onder verwijzing naar zijn resolutie over de EU-strategie voor een nieuw samenwerkingsverband met Centraal-Azië die door de Europese Raad op 21 en 22 juni 2007 is aangenomen,

–   gezien zaak C-155/07 die bij het Europees Hof van Justitie in behandeling is,

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Begrotingscommissie en het advies van de Commissie internationale handel (A6‑0317/2008),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2, van het EG Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.  verzoekt de Commissie haar voorstel in te trekken indien Besluit 2006/1016/EG, dat momenteel in behandeling is bij het Europees Hof van Justitie, nietig wordt verklaard;

6.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Amendement    1

Voorstel voor een besluit

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Erkend wordt dat de leningsactiviteiten van de EIB in Centraal-Azië toegespitst dienen te worden op projecten in verband met de levering en het vervoer van energie die het energiebelang van de EU dienen.

Amendement  2

Voorstel voor een besluit

Overweging 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter) Ten aanzien van projecten in verband met de levering en het vervoer van energie moeten de EIB-financieringen in Centraal-Azië aansluiten op en steun verlenen aan de door de EU nagestreefde beleidsdoelen: spreiding van de energieleverantie, Kyoto-doelen, en betere milieubescherming.

Motivering

Om het besluit in overeenstemming te brengen met de klimaat- en milieudoelen van de EU en met door de EG of haar lidstaten in het kader van de UNFCCC ondertekende overeenkomsten. Het is van belang dat de regionale strategie van de EIB en afzonderlijke projecten worden beoordeeld aan de hand van heldere normen waarin Europese waarden en internationale verplichtingen zichtbaar zijn.

Amendement  3

Voorstel voor een besluit

Overweging 3 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 quater) Alle EIB-financieringen in Centraal-Azië moeten stroken met de externebeleidsdoelen van de EU en deze steunen, en bijdragen tot de algemene doelen ontwikkeling en versteviging van democratie en rechtsstaat, eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, en naleving van internationale milieuovereenkomsten waarin de Europese Gemeenschap of haar lidstaten partij zijn.

Motivering

Aansluiting op artikel 181A van het Verdrag dat één van de rechtsgrondslagen van dit voorstel vormt, en op de relevante internationale overeenkomsten die door de EG of de lidstaten zijn ondertekend. Het is van belang dat de regionale strategie en afzonderlijke projecten van de EIB worden beoordeeld aan de hand van duidelijke normen die een beeld geven van Europese waarden.

Amendement 4

Voorstel voor een besluit

Overweging 3 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 quinquies) De EIB moet ervoor zorgen dat de individuele projecten worden onderworpen aan een Duurzaamheidevaluatie, die onafhankelijk van de sponsors van het project en de EIB wordt uitgevoerd.

Motivering

Individuele projecten, met name in een regio als Centraal-Azië met zijn grote aantal ernstige milieuproblemen, moeten worden onderworpen aan onafhankelijk opgestelde Duurzaamheidevaluaties om de economische, sociale en ecologische effecten van de projecten te beoordelen en begeleidende maatregelen voor te stellen om de positieve effecten te maximaliseren en eventuele negatieve gevolgen tot een minimum te beperken. Door deze evaluaties moet er meer doorzichtigheid worden geboden, o.m. voor de meest rechtstreeks betrokkenen.

Amendement  5

Voorstel voor een besluit

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) De macro-economische omstandigheden in de Centraal-Aziatische landen, en met name de externe financiën en de houdbaarheid van de schuld, zijn de afgelopen jaren dankzij een krachtige economische groei en een behoedzaam macro-economisch beleid verbeterd en daarom moeten de landen toegang krijgen tot EIB-financiering.

(4) De macro-economische omstandigheden in de Centraal-Aziatische landen, en met name de externe financiën en de houdbaarheid van de schuld, zijn de afgelopen jaren dankzij een krachtige economische groei en een behoedzaam macro-economisch beleid verbeterd en daarom moeten de landen toegang krijgen tot EIB-financiering; niettemin moeten er voorwaarden worden gesteld voordat deze landen in aanmerking komen voor EIB-leningen: zij moeten duidelijke vooruitgang tonen bij de totstandbrenging van de rechtsstaat, de vrijheid van meningsuiting, van de media, van NGO's en bij verwezenlijking van de millenniumdoelen, overeenkomstig de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten van de EU; voor hen dienen geen strafmaatregelen van de EU te gelden wegens schendingen van de mensenrechten en zij moeten werkelijke vooruitgang hebben geboekt op het gebied van de mensenrechtensituatie, zoals geëist in de resolutie van het Europees Parlement van 20 februari 2008 over een EU-strategie voor Centraal-Azië.

 

__________

1 Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0059.

Amendement  6

Voorstel voor een besluit

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis) Door de leningsactiviteiten moet het door de EU nagestreefde beleidsdoel van bevordering van de stabiliteit in de regio worden gesteund.

Amendement  7

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 1 bis

 

In de in artikel 8 van Besluit 2006/1016/EG van de Raad bedoelde garantieovereenkomst tussen Commissie en EIB worden nauwkeurig de bepalingen en procedures in verband met de Gemeenschapsgarantie vastgelegd, alsook voorwaarden met duidelijke referentiepunten inzake de eerbiediging van de mensenrechten.

Motivering

Principieel moet worden gesteld dat het EU-beleid inzake de mensenrechten niet mag worden ondermijnd door Gemeenschapsgaranties voor EIB-leningen in landen. Sinds 2006 staat een voorlopige overeenkomst van de EU met Turkmenistan inzake handel en verwante kwesties in de ijskast, wegens beschuldigingen van stelselmatige schending van de grondrechten in dit land. De activiteiten van de EBRD in dit land zijn voornamelijk gericht op bevordering van de particuliere sector, met name het MKB en microfinanciering, mits kan worden aangetoond dat de voorgestelde investeringen in werkelijkheid niet door de staat worden gestuurd. EIB-leningen moeten op dezelfde beginselen gebaseerd zijn.

Amendement  8

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 1 ter

 

Op de grondslag van de van de EIB ontvangen gegevens stelt de Commissie jaarlijks een aan het Europees Parlement en de Raad toe te zenden verslag op over de EIB-financieringen overeenkomstig onderhavig besluit. Het verslag dient een beoordeling te bevatten van de bijdrage die EIB-financieringen hebben geleverd tot verwezenlijking van de externebeleidsdoelen van de EU en met name tot de algemene doelen ontwikkeling en versteviging van de rechtsstaat, eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, en naleving van internationale milieuovereenkomsten waarin de Europese Gemeenschap of haar lidstaten partij zijn.

Motivering

Aansluiting op artikel 181A van het Verdrag dat één van de rechtsgrondslagen van dit voorstel vormt, en met de relevante internationale overeenkomsten die door de EG of de lidstaten zijn ondertekend. Het is van belang dat de regionale strategie en afzonderlijke projecten van de EIB worden beoordeeld aan de hand van duidelijke normen die een beeld geven van Europese waarden.

Amendement  9

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 1 quater

 

De EIB moet ervoor zorgen dat kaderovereenkomsten tussen de Bank en de landen in kwestie voor het publiek toegankelijk worden gemaakt en dat tijdig toereikende informatie beschikbaar komt zodat de burgers de mogelijkheid hebben ten volle invloed uit te oefenen op het besluitvormingsproces.

Motivering

Voor kaderovereenkomsten tussen de Bank en de Centraal-Aziatische landen in kwestie moeten strengere doorzichtigheidsnormen gelden om het democratische proces en de deelname van maatschappelijke organisaties aan het besluitvormingsproces te bevorderen. Dit zou voor het democratiseringsproces in Centraal-Azië de werkelijke toegevoegde waarde van EIB-investeringen kunnen zijn.

TOELICHTING

Inleiding

In dit voorstel wordt de toepasselijkheid op vijf Centraal-Aziatische landen behandeld van Besluit 2006/1016/EG van de Raad tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor financieringen door de Europese Investeringsbank.

In dit voorstel wordt de lijst van landen die in aanmerking komen voor financiering door de EIB met garantie van de Gemeenschap voor het eerst gewijzigd sinds het besluit in 2006 door de Raad is aangenomen.

Rechtsgrondslag

Uw rapporteur wijst erop dat het probleem van de rechtsgrondslag aan de orde is gekomen tijdens de wetgevingsprocedure (2006/0107(CNS)) met het oog op goedkeuring van Besluit 2006/1016/EG van de Raad tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap.

Het Europees Parlement betwijfelde of artikel 181 A van het Verdrag van toepassing was als rechtsgrondslag en het stelde een tweeledige rechtsgrondslag voor, artikel 181 A in combinatie met artikel 179 (ontwikkelingshulp, overeenkomstig de medebeslissingsprocedure), daar tal van landen die overeenkomstig bijlage 1 in aanmerking komen, volgens de OESO-lijst ontwikkelingslanden zijn.

Dientengevolge heeft het Parlement de keuze van de rechtsgrondslag bij het Hof van Justitie aangevochten (zaak C-155/07) met het argument dat beide artikelen van toepassing moeten zijn daar het ontwikkelingslanden betreft (artikel 179 moet in ieder geval ten dele van toepassing zijn als wordt verwezen naar ontwikkelingslanden die in aanmerking komen). Het Parlement erkent echter dat Besluit 2006/1016/EG geldt zo lang het niet door het Hof is geannuleerd.

Zaak C-155/07 is nog bij het Hof van Justitie in behandeling. De hoorzitting heeft plaatsgevonden op 14 mei 2008. Het advies van de advocaat-generaal, dat niet bindend is, maar reeds enig inzicht geeft in de kansen die het Parlement heeft om de zaak te winnen, staat voor 26 juni 2008 op het programma en later wordt arrest gewezen.

Uw rapporteur is van mening dat het Parlement de rechtsgrondslag van het voorstel (art. 181 dat volgens de huidige wetgeving van toepassing is) niet moet wijzigen en in het licht van de loyale samenwerking tussen instellingen het arrest van het Hof van Justitie dient af te wachten zonder te trachten de aanneming van het voorstel met juridische of procedurele middelen tegen te houden.

Financieel plafond

In het besluit van de Raad uit 2006 worden per globale regio financiële plafonds bepaald voor de financieringsoperaties van de EIB. Overeenkomstig artikel 1, lid 4, onder c), sub ii), wordt aan Azië een bedrag toegekend van EUR 1 miljard. Dit subplafond voor Azië kan niet worden gewijzigd zonder aanpassing van het besluit van de Raad. De EIB is over het voorstel geraadpleegd en zij heeft geen bezwaar aangetekend, met name inzake het plafond.

Mocht het subplafond voor Azië ontoereikend blijken voor financieringsoperaties in de regio en met name in de vijf landen die in aanmerking komen voor EIB-leningen met Gemeenschapsgarantie, of indien andere subplafonds niet afgestemd blijken te zijn op de specifieke behoeften in enkele andere ontwikkelingsregio's, dan kan in het kader van de tussentijdse herziening van het besluit van de Raad de gelegenheid tot aanpassing worden geboden.

Momenteel dient de Commissie, overeenkomstig artikel 9 van het besluit van de Raad, uiterlijk op 30 juni 2010 een tussentijdse beoordeling in van de tenuitvoerlegging van het besluit en, zo nodig, stelt zij een wijziging voor. Het eindverslag over de tenuitvoerlegging van het besluit wordt uiterlijk op 31 juli 2013 ingediend.

Wenselijkheid van verlening van subsidiabiliteit aan landen van Centraal-Azië

De vijf landen van Centraal-Azië stonden reeds op de lijst van subsidiabele landen in de bijlage bij het besluit van de Raad uit 2006, maar de Raad moest, overeenkomstig artikel 2, lid 2, na een politieke en macro-economische beoordeling nog haar goedkeuring verlenen.

Op de bijeenkomst van 21 en 22 juni 2007 heeft de Europese Raad de EU-strategie voor een nieuw samenwerkingsverband met Centraal-Azië goedgekeurd als kader voor meer en intensievere samenwerking met deze landen. De Europese Raad heeft er onder meer met nadruk op gewezen dat "de EIB een belangrijke rol gaat spelen bij de financiering van projecten in Centraal-Azië die van belang zijn voor de EU".

In zijn resolutie van 20 februari 2008 (2007/2102/INI))[1] betoont het Parlement zich "verheugd over het recente besluit van de Raad door middel waarvan de Europese Investeringsbank toestemming heeft gekregen om de kredietfaciliteiten in Centraal-Azië uit te breiden, in samenwerking met de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) die in deze regio reeds actief is".

In haar voorstel voor een besluit van de Raad en de bijlage daarbij werkt de Commissie de redenen om Centraal-Azië in aanmerking te laten komen voor EIB-financiering met Gemeenschapsgarantie verder uit: uitstekende macro-economische resultaten van de regio, ondanks enkele verschillen tussen landen; verbeterd investeringsklimaat, hoewel verdere maatregelen vereist zijn; strategische en energietechnische betekenis van Centraal-Azië voor de EU, die streeft naar meer stabiliteit in de regio, enz..

Vanuit strategisch oogpunt wordt het essentiële alternatief voor de aanvoerroutes van energie die deze landen voor de Europese Unie kunnen vormen, gewaarborgd door middel van een stabilisatieproces, waartoe deze mogelijkheid leningen met Gemeenschapsgarantie op te nemen in gunstige zin zou bijdragen.

Desniettemin wil uw rapporteur uiting geven aan zijn behoedzaamheid ten aanzien van de politieke wenselijkheid van de mogelijkheid leningen te verstrekken. Momenteel voldoen deze landen niet eens aan de meest fundamentele eisen op het gebied van democratie, rechtstaat, politiek pluralisme en vrijheid van de media, en de ontwikkelingen die de afgelopen tijd in deze landen hebben plaats gevonden zijn aanleiding tot verontrusting. Dit gezegd zijnde, moet de subsidiabiliteit van deze vijf landen, die aan de landen als groep moet worden toegekend ter verbetering van de stabiliteit in de regio, worden goedgekeurd.

ADVIES van de Commissie internationale handel (15.7.2008)

aan de Begrotingscommissie

over het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de toepasselijkheid op de Centraal-Aziatische landen van Besluit 2006/1016/EG van de Raad tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap
(COM(2008)0172 – C6‑0182/2008 – 2008/0067(CNS))

Rapporteur voor advies: Alain Lipietz

BEKNOPTE MOTIVERING

Communautaire garanties aan de EIB tegen verliezen op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap zijn een belangrijk instrument bij de wereldwijde ondersteuning van de doelstellingen van het Europese economische en commerciële beleid. Een groot deel van de EIB-leningen is bestemd ter ondersteuning van overzeese investeringen van Europese bedrijven, welke op hun beurt tot een toeneming van de handel leiden. Het Europees Parlement heeft sinds 1999 op het geheel der activiteiten van de EU controle uitgeoefend door de jaarverslagen die werden opgesteld door zijn Commissie ECON, die een uitstekende samenwerking met de Bank onderhoudt. Over het specifieke onderwerp van de communautaire garanties aan de EIB heeft het Europees Parlement op 30 november 2006 een gedetailleerd advies[1] uitgebracht.

Het voorstel van de Commissie voor een besluit van de Raad over de de toepasselijkheid op de Centraal-Aziatische landen van Besluit 2006/1016/EG van de Raad behelst de uitbreiding van de lijst van voor deze steun in aanmerking komende landen met Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan, Turkmenistan en Oezbekistan, waarbij garanties worden verleend voor leningscontracten ten belope van 1 miljard euro. Dit vloeit voort uit een verzoek dat het Europees Parlement gedaan heeft in zijn advies over de communautaire garanties voor de EIB. Dit strookt met de EU-strategie voor een nieuw partnerschap met Centraal-Azië, die de Europese Raad tijdens zijn bijeenkomst op 21 en 22 juni 2007 heeft vastgesteld en volgens welke de Europese Investeringsbank (EIB) een belangrijke rol moet spelen bij de financiering van projecten in Centraal-Azië die van belang zijn voor de EU.

Het feit dat de leningen van de EIB grotendeels of zelfs volledig door het communautaire Leningsgarantiefonds (LGF) gegarandeerd worden, maakt het de Bank mogelijk om leningen te verstrekken tegen zeer aantrekkelijke voorwaarden, omdat hij niet de normale risicopremie in rekening hoeft te brengen. Deze steun leidt ertoe dat de kredietkosten 1-2 procent lager zijn dan het op de markt gebruikelijke tarief. Daarom kan verwacht worden dat er in de regio Centraal Azië een grote vraag bestaat naar kredieten van de EIB.

Uw rapporteur voor advies is van oordeel dat de communautaire garantie aan de EIB voor leningen in Centraal-Azië steun van de kant van het Europees Parlement verdient, als een middel om openbare middelen aan te wenden ter bevordering van de beleidsdoelstellingen van de EU, op voorwaarde dat deze doelstellingen inderdaad op een coherente wijze worden bevorderd. In haar huidige vorm wordt dit in het voorstel van de Commissie voor een besluit van de Raad niet gegarandeerd:

· In vier van vijf Centraal-Aziatische landen bevindt de eerbiediging van de mensenrechten zich op een niveau dat veel lager is dan de normen die zijn vastgesteld door de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Met name in Oezbekistan en Toerkmenistan worden de mensenrechten stelselmatig geschonden en ontbreekt het aan iedere vooruitgang in de richting van democratie. Het Europees Parlement bevestigde op 20 februari 2008 zijn steun aan de door de EU tegen Oezbekistan ingestelde sanctiemaatregelen. Het benadrukte verder dat Turkmenistan vooruitgang moet boeken bij de naleving van mensenrechten en democratie voordat de EU verdere stappen kan ondernemen ten aanzien van het interim-akkoord inzake handel en handelsgerelateerde kwesties, zoals investeringen (2007/2102(INI)). Dringt daarom aan op een gedifferentieerde beleidsaanpak van de EU ten aanzien van de landen in de regio, met name in het licht van de situatie van de mensenrechten in elk van deze landen. In het voorstel van de Commissie wordt evenwel geen onderscheid gemaakt ten aanzien van de criteria voor de kredietverlening van de EIB aan de verschillende landen van Centraal-Azië;

· Op 20 februari 2008 drong het Europees Parlement er bij de Raad en de Commissie ook op aan om"ervoor te zorgen dat de mensenrechtenkwesties even zwaar wegen als door de EU van groot belang geachte gebieden als energie, veiligheid en handel". De Commissie legt echter een grote nadruk voor op de energiebevoorrading;

· de "gift" in de vorm van lagere rente mag in principe alleen worden verstrekt voor EIB-leningen die een hoge en meetbare waarde hebben voor het realiseren van de beleidsdoelstellingen van de EU, aangezien het budget voor garantiemiddelen beperkt is. De lijst van doelstellingen van de door de Gemeenschap gegarandeerde EIB-leningen aan de landen van Centraal-Azië weerspiegelt niet op systematische wijze de beleidsdoelstellingen van de EU en bevoordeelt grootschalige projecten, vooral op het gebied van de bevoorrading met en het transport van energie. Dit gaat ten koste van de beleidsdoelstelling van de EU van diversificatie van de energiebronnen en de vereisten van Kyoto, een zaak dus die correctie behoeft. Het druist waarschijnlijk ook in tegen de oproep van het Europees Parlement tot het "stopzetten van de openbare ondersteuning, via exportkredietagentschappen en openbare investeringsbanken van projecten voor de winning van fossiele brandstoffen" en de wens van het Parlement dat "de Europese Investeringsbank rekening houdt met de effecten in termen van klimaatsverandering van de gesteunde projecten wanneer hij gegarandeerde leningen verstrekt en om een moratorium in te stellen op dergelijke financiering totdat er voldoende gegevens beschikbaar zijn"[2];

· Bovendien wordt door de sterke nadruk die bij de leningsoperaties van de EIB gelegd wordt op energievoorziening en energietransport voorbij gezien aan de conclusies van de Wereldbank en andere financiële instellingen dat projecten op het gebied van de extractie van fossiele brandstoffen, indien het gaat om landen die over veel natuurlijke hulpbronnen beschikken, maar verder arm zijn en geen traditie van goed bestuur kennen, vaak de armoede alleen maar vergroten. De nadruk op energie komt daarom in conflict met de EU-strategie van juni 2007 voor een nieuw partnerschap met Centraal-Azië, waarin armoedebestrijding als de voornaamste prioriteit genoemd wordt voor de bilaterale steun van de Europese Gemeenschap voor de periode 2007-2013. Aangezien alle landen van Centraal-Azië in aanmerking komen voor steun uit hoofde van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, is uw rapporteur voor advies van mening dat de EIB-leningen moeten stroken met de Europese Consensus ten aanzien van Ontwikkelingssamenwerking en de hoofddoelen daarvan: armoedebestrijding en realisering van de Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling.

De Commissie stelt artikel 181bis van het EU-Verdrag voor als rechtsgrondslag voor het besluit van de Raad inzake de toepasselijkheid op de Centraal-Aziatische landen van Besluit 2006/1016/EG van de Raad tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap. Met betrekking tot dit Besluit 2006/1016/EG van de Raad betwistte het Europees Parlement de indiening ervan op grond van artikel 181 bis van het Verdrag, waarbij het een dubbele rechtsgrondslag voorstelde, namelijk artikel 181 bis tezamen met artikel 179 (ontwikkelingssamenwerking, valt onder de medebeslissingsprocedure), aangezien veel van de volgens bijlage 1 voor de steun in aanmerking komende landen ontwikkelingslanden zijn volgens de OVSE-lijst. De zaak is thans hangende bij het Hof van Justitie.

Uw rapporteur voor advies doet geen voorstel tot wijziging van de rechtsgrondslag van dit besluit, maar suggereert dat de rapporteur van de ten principale bevoegde commissie deze kwestie aan de orde stelt.

AMENDEMENTEN

De Commissie internationale handel verzoekt de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande amendementen in haar ontwerpverslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een besluit

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Alle financieringsoperaties van de EIB in Centraal-Azië moeten in overeenstemming zijn met het externe beleid van de EU en dit ondersteunen, met inbegrip van de regionale doelstellingen, en zij moeten bijdragen aan de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidering van de democratie en de rechtstaat, de doelstelling van naleving van de mensenrechten en fundamentele vrijheden en de naleving van de internationale milieuovereenkomsten waarbij de Europese Gemeenschap en haar leden zijn aangesloten.

Motivering

Om de tekst in overeenstemming te brengen met artikel 181 bis van het Verdrag, dat één van de rechtsgrondslagen van dit voorstel vormt, en met de relevante internationale milieuovereenkomsten die door de EG en haar lidstaten zijn gesloten. Het is van groot belang dat de regionale strategie van de EIB en de individuele projecten beoordeeld worden in het licht van duidelijke criteria, die de Europese waarden weerspiegelen.

Amendement  2

Voorstel voor een besluit

Overweging 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter) Alle financieringsoperaties van de EIB in Centraal-Azië moeten in overeenstemming zijn met de beleidsdoelstelling van de EU om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling in Centraal-Azië te realiseren en moeten dit doel ondersteunen.

Motivering

Om de tekst in overeenstemming te brengen met de beleidsdoelstellingen van de EU op het gebied van armoedebestrijding en de verklaringen daartoe die door de EG en de lidstaten in VN-verband zijn ondertekend. Het is van groot belang dat de regionale strategie van de EIB en de individuele projecten beoordeeld worden in het licht van duidelijke criteria, die de Europese waarden en de in internationaal verband gedane toezeggingen weerspiegelen.

Amendement  3

Voorstel voor een besluit

Overweging 3 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 quater) Alle EIB financieringsoperaties in Centraal-Azië die energiebevoorrading en energietransport betreffen moeten in overeenstemming zijn met de EU doelstellingen inzake de diversifiëring van energiebronnen en aan de eisen van Kyoto voldoen, en zij moeten deze doelstellingen ondersteunen en de bescherming van het milieu bevorderen.

Motivering

Om de tekst in overeenstemming te brengen met de beleidsdoelstellingen van de EU op het gebied van klimaatsverandering en milieubescherming en de overeenkomsten daartoe die door de EG en de lidstaten in het kader van de Conferentie van de Partijen bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering zijn ondertekend. Het is van groot belang dat de regionale strategie van de EIB en de individuele projecten beoordeeld worden in het licht van duidelijke criteria, die de Europese waarden en de in internationaal verband gedane toezeggingen weerspiegelen.

Amendement  4

Voorstel voor een besluit

Overweging 3 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 quinquies) De EIB moet ervoor zorgen dat de bewoners van het betrokken gebied tijdig toereikende informatie ontvangen zodat zij de mogelijkheid hebben invloed uit te oefenen op het besluitvormingsproces.

Motivering

Individuele projecten, met name in een regio als Centraal-Azië met zijn groot aantal ernstige milieuproblemen, moeten worden onderworpen aan onafhankelijk opgestelde Duurzaamheidevaluaties om de economische, sociale en ecologische effecten van de projecten te beoordelen en begeleidende maatregelen voor te stellen om de positieve effecten te maximaliseren en eventuele negatieve gevolgen tot een minimum te beperken. Deze evaluaties moeten zorgen voor meer transparantie, ook voor de personen die hierbij het meest rechtstreeks betrokken zijn.

Amendement  5

Voorstel voor een besluit

Overweging 3 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 sexies) Op grond van informatie die zij heeft ontvangen van de EIB stelt de Commissie jaarlijks een evaluatie en verslagen op over de uit hoofde van dit besluit uitgevoerde financiële operaties van de EIB en legt deze voor aan het Europees Parlement en de Raad. Dit verslag moet een evaluatie omvatten van de bijdrage die de financiële operaties van de EIB leveren aan het realiseren van de externe beleidsdoelstellingen van de Europese Unie.

Motivering

In het jaarverslag van de Commissie moet duidelijk worden uiteengezet in hoeverre de EIB heeft bijgedragen aan het realiseren van de doelstellingen uiteengezet in de overwegingen 3 bis, ter, quater en quinquies (als gewijzigd).

Amendement  6

Voorstel voor een besluit

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) De macro-economische omstandigheden in de Centraal-Aziatische landen, en met name de externe financiën en de houdbaarheid van de schuld, zijn de afgelopen jaren dankzij een krachtige economische groei en een behoedzaam macro-economisch beleid verbeterd en daarom moeten de landen toegang krijgen tot EIB-financiering.

(4) De macro-economische omstandigheden in de Centraal-Aziatische landen, en met name de externe financiën en de houdbaarheid van de schuld, zijn de afgelopen jaren dankzij een krachtige economische groei en een behoedzaam macro-economisch beleid verbeterd en daarom moeten de landen toegang krijgen tot EIB-financiering, op voorwaarde dat deze landen niet het onderwerp vormen van sancties van de kant van de EU wegens schendingen van de mensenrechten, in welk geval zij van toegang tot EIB-financiering zouden moeten worden uitgesloten.

Motivering

Duidelijk moet worden onderstreept dat het realiseren van de doelstellingen van de EU op het gebied van de mensenrechte niet mag worden tegengewerkt door communautaire garanties voor leningen van de EIB aan landen waartegen de EU sancties heeft getroffen.

PROCEDURE

Titel

Toepasselijkheid op de Centraal-Aziatische landen van Besluit 2006/1016/EG van de Raad

Document- en procedurenummers

COM(2008)0172 – C6-0182/2008 – 2008/0067(CNS)

Commissie ten principale

BUDG

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

INTA

8.5.2008

 

 

 

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Alain Lipietz

5.5.2008

 

 

Behandeling in de commissie

24.6.2008

 

 

 

Datum goedkeuring

15.7.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

26

1

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Graham Booth, Daniel Caspary, Françoise Castex, Christofer Fjellner, Béla Glattfelder, Ignasi Guardans Cambó, Jacky Hénin, Syed Kamall, Caroline Lucas, Marusya Ivanova Lyubcheva, Erika Mann, Helmuth Markov, Georgios Papastamkos, Tokia Saïfi, Peter Šťastný, Robert Sturdy, Daniel Varela Suanzes-Carpegna, Iuliu Winkler, Corien Wortmann-Kool

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Jean-Pierre Audy, Eugenijus Maldeikis, Rovana Plumb, Salvador Domingo Sanz Palacio, Carl Schlyter, Zbigniew Zaleski

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

Emanuel Jardim Fernandes, Francesco Ferrari

PROCEDURE

Titel

Toepasselijkheid op de Centraal-Aziatische landen van Besluit 2006/1016/EG van de Raad

Document- en procedurenummers

COM(2008)0172 – C6-0182/2008 – 2008/0067(CNS)

Datum raadpleging EP

25.4.2008

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

BUDG

8.5.2008

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

AFET

8.5.2008

INTA

8.5.2008

 

 

Geen advies

       Datum besluit

AFET

11.6.2008

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Esko Seppänen

20.9.2004

 

 

Behandeling in de commissie

25.6.2008

16.7.2008

 

 

Datum goedkeuring

16.7.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

37

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Laima Liucija Andrikienė, Richard James Ashworth, Reimer Böge, Herbert Bösch, Simon Busuttil, Daniel Dăianu, Valdis Dombrovskis, Brigitte Douay, James Elles, Hynek Fajmon, Vicente Miguel Garcés Ramón, Salvador Garriga Polledo, Ingeborg Gräßle, Louis Grech, Nathalie Griesbeck, Catherine Guy-Quint, Jutta Haug, Ville Itälä, Anne E. Jensen, Sergej Kozlík, Alain Lamassoure, Vladimír Maňka, Jan Mulder, Cătălin-Ioan Nechifor, Gianni Pittella, Margaritis Schinas, Esko Seppänen, László Surján, Gary Titley, Helga Trüpel, Kyösti Virrankoski, Ralf Walter

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Thijs Berman, Bárbara Dührkop Dührkop, Michael Gahler, Juan Andrés Naranjo Escobar, José Albino Silva Peneda

Datum indiening

18.7.2008