VERSLAG met aanbevelingen aan de Commissie betreffende grensoverschrijdende overplaatsingen van zetels van vennootschappen

29.1.2009 - (2008/2196(INI))

Commissie juridische zaken
Rapporteur: Klaus-Heiner Lehne
(Initiatief – Artikel 39 van het Reglement)
Rapporteur voor advies(*):Harald Ettl, Commissie economische en monetaire zaken
(*) Medeverantwoordelijke commissies - Artikel 47 van het Reglement

Procedure : 2008/2196(INL)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0040/2009
Ingediende teksten :
A6-0040/2009
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met aanbevelingen aan de Commissie betreffende grensoverschrijdende overplaatsingen van zetels van vennootschappen

(2008/2196(INI))

Het Europees Parlement,

–   gelet op artikel 192, tweede alinea, van het EG-Verdrag,

–   gelet op artikelen 43 en 48 van het EG-Verdrag,

–   gezien de mededeling van de Commissie van 21 mei 2003 "Modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de Corporate Governance in de Europese Unie - Een actieplan" (COM(2003)0284,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 21 april 2004 over modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de Corporate Governance[1],

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 4 juli 2006 over recente ontwikkelingen en vooruitzichten in het vennootschapsrecht[2],

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 25 oktober 2007 over het vennootschapsrecht[3],

–   gezien de arresten van het Hof van Justitie in de zaken Daily Mail and General trust[4], Centros[5], Überseering[6], Inspire Art[7], SEVIC Systems[8] en Cadbury Schweppes[9],

–   gelet op de artikelen 39 en 45 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken (A6‑0040/2009),

A. overwegende dat ondernemingen vrijheid van vestiging in de interne markt moeten genieten, zoals vastgelegd in het EG-Verdrag en in de jurisprudentie van het Hof van Justitie,

B.  overwegende dat grensoverschrijdende overplaatsing van een bedrijf een van de cruciale elementen voor de voltooiing van de interne markt is,

C. overwegende dat een grensoverschrijdende overplaatsing van de statutaire zetel van een vennootschap geen aanleiding mag geven tot opheffing of onderbreking van de onderneming of verlies van haar rechtspersoonlijkheid,

D. overwegende dat een grensoverschrijdende overplaatsing van de statutaire zetel van een vennootschap niet tot het omzeilen van wettelijke, sociale en fiscale verplichtingen mag leiden,

E.  overwegende dat de rechten van andere belanghebbenden waarvoor de overplaatsing consequenties heeft, zoals minderheidsaandeelhouders, werknemers en schuldeisers, enz., moeten worden gewaarborgd,

F.  overwegende dat het toepasselijke acquis communautaire over grensoverschrijdende rechten inzake informatie, raadpleging en medezeggenschap van de werknemers en de bestaande medezeggenschapsrechten voor werknemers (Richtlijnen 94/45/EG[10]en 2005/56/EG[11]) onverkort in stand moeten worden gehouden en dat als gevolg daarvan de overplaatsing van de statutaire zetel van een vennootschap niet mag leiden tot het verlies van deze bestaande rechten,

G. overwegende dat een bepaling volgens welke een bedrijf zijn hoofdkantoor en zijn statutaire zetel in dezelfde lidstaat moet hebben in strijd zou zijn met de jurisprudentie van het Hof van Justitie betreffende de vrijheid van vestiging en derhalve in strijd zou zijn met EG-wetgeving,

1.  verzoekt de Commissie het Parlement uiterlijk op 31 maart 2009, op basis van artikel 44 van het EG­Verdrag, een wetgevingsvoorstel voor te leggen voor een richtlijn inzake de vaststelling van maatregelen voor de coördinatie van de nationale wetgevingen van de lidstaten teneinde de grensoverschrijdende overplaatsing binnen de Gemeenschap van de statutaire zetel van een vennootschap die in overeenstemming met de wetgeving van een lidstaat is opgericht (de 14-de vennootschapsrichtlijn) te vergemakkelijken, en verzoekt dit voorstel op te stellen in het kader van de interinstitutionele beraadslagingen en aan de hand van bijgaande, gedetailleerde aanbevelingen;

2.  stelt vast, dat ondernemingen hun hoofdkwartier thans alleen kunnen verplaatsen door de firma te ontbinden en een nieuwe rechtspersoon op te richten in de lidstaat van bestemming, of door een nieuwe rechtspersoon op te richten in de lidstaat van bestemming en vervolgens beide ondernemingen te fuseren; stelt verder vast, dat dit proces gepaard gaat met administratieve hindernissen, kosten en sociale gevolgen, en geen rechtszekerheid biedt;

3.  wijst op de vrijheid van vestiging die voor ondernemingen in artikel 48 EG-Verdrag is gewaarborgd, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Justitie;

4.  wijst erop dat een zetelverplaatsing gepaard gaat met een verplaatsing van het toezicht; onderstreept dat, in de context van het opstellen van de 14e richtlijn inzake het vennootschapsrecht betreffende de grensoverschrijdende overdracht van de statutaire zetel, de handhaving van bestaande rechten van aandeelhouders, schuldeisers en werknemers gewaarborgd moet worden en het bestaande evenwicht bij het beheer van de onderneming ("corporate governance") in stand moet blijven;

5.  stelt voor om in de nieuwe richtlijn te verwijzen naar richtlijn 94/45/EG en naar richtlijn 2005/56/EG om de coherentie en de kern van de processen voor deelname van werknemers bij de toepassing van vennootschapsrechtelijke richtlijnen van de EU te waarborgen;

6.  is van mening dat een zetelverplaatsing moet plaatsvinden na het opstellen van een voorstel tot zetelverplaatsing en een verslag waarin de juridische en economische aspecten en eventuele gevolgen van de verplaatsing voor de vennoten en werknemers toegelicht en gemotiveerd worden; wijst erop dat zowel het voorstel tot zetelverplaatsing als het verslag tijdig aan alle betrokkenen ter beschikking moet worden gesteld;

7.  wijst op de positieve effecten van fiscale concurrentie voor de economische groei in het kader van de Lissabonstrategie;

8.  wijst erop dat een zetelverplaatsing belastingneutraal dient te zijn;

9.  stelt voor om de informatie-uitwisseling en de administratieve bijstand tussen belastingdiensten te verbeteren;

10. dringt aan op transparantie met betrekking tot de toepassing van de nieuwe richtlijn in de lidstaten en stelt derhalve voor een meldingsplicht tegenover de Commissie in te voeren voor lidstaten, krachtens welke ondernemingen die hun statutaire zetel conform de richtlijn verplaatsen, in een Europees ondernemingsregister moeten worden opgenomen; wijst erop dat bij de omzetting van de meldingsplicht in nationaal recht een overdaad aan informatie ("overkill") met het oog op een betere wetgeving moet worden voorkomen, mits voldoende informatie wordt gewaarborgd;

11. constateert dat deze aanbevelingen in overeenstemming zijn met het subsidiariteitsbeginsel en de grondrechten van de burger;

12. is van oordeel dat het verlangde voorstel geen financiële gevolgen heeft;

13. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie en bijgaande gedetailleerde aanbevelingen te doen toekomen aan de Commissie en de Raad, alsmede aan de parlementen en regeringen van de lidstaten.

  • [1]  PB C 104E, van 30.4.2004, blz. 714.
  • [2]  PB C 303E van 13.12.2006 blz. 114.
  • [3]  PB C 263E van 16.10.2008, blz. 671.
  • [4]  Zaak 81/87 Daily Mail and General trust [1988] Jurisprudentie 5483.
  • [5]  Zaak C-212/97 Centros [1999] Jurisprudentie I-1459.
  • [6]  Zaak C-208/00 Überseering [2002] Jurisprudentie I-9919.
  • [7]  Zaak C-167/01 Inspire Art [2003] Jurisprudentie I-10155.
  • [8]  Zaak C-411/03 SEVIC Systems [2005] Jurisprudentie I-10805.
  • [9]  Zaak C-196/04 Cadbury Schweppes [2006] Jurisprudentie I-7995.
  • [10]  Richtlijn 94/45/EG van de Raad van 22 september 1994 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 254 van 30.9.1994, blz. 64).
  • [11]  Richtlijn 2005/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 1).

BIJLAGE BIJ DE ONTWERPRESOLUTIE: GEDETAILLEERDE AANBEVELINGEN VOOR DE INHOUD VAN HET VERLANGDE VOORSTEL

Het Europees Parlement verzoekt de Commissie een voorstel voor een richtlijn voor te leggen dat de volgende elementen bevat:

Aanbeveling 1 (effecten van een grensoverschrijdende overplaatsing van de statutaire zetel)

De grensoverschrijdende overplaatsing van de statutaire zetel van een vennootschap mag geen aanleiding mag geven tot opheffing van de betreffende vennootschap of van onderbreking of verlies van haar rechtspersoonlijkheid; de vennootschap behoudt derhalve haar rechtspersoonlijkheid, en al haar aandelen, passiva en contractuele verhoudingen blijven ongemoeid. Verder leidt de overplaatsing niet tot het omzeilen van wettelijke, sociale en fiscale bepalingen. De overplaatsing gaat in op de dag van registratie in de lidstaat waar de zetel gevestigd wordt. Vanaf de datum van registratie in de lidstaat van nieuwe vestiging valt de vennootschap onder de wetgeving van deze lidstaat.

Aanbeveling 2 (overplaatsingsprocedure binnen de vennootschap)

De directie of het bestuur van een vennootschap die de statutaire zetel wil overplaatsen is verplicht een overplaatsingsvoorstel op te stellen. Dit voorstel bevat ten minste:

a) de rechtsvorm, naam en statutaire zetel van de vennootschap in de lidstaat van oorspronkelijke vestiging;

b) de voorgenomen rechtsvorm, naam en statutaire zetel van de vennootschap in de lidstaat van nieuwe vestiging;

c) de statuten van de vennootschap in de lidstaat van nieuwe vestiging;

d) de planning van de overplaatsing;

e) de datum vanaf wanneer de transacties van de vennootschap die haar statutaire zetel wil overplaatsen, voor boekhoudkundige doeleinden worden behandeld als plaatsvindend in de lidstaat van nieuwe vestiging;

f) indien van toepassing, gedetailleerde informatie over de overplaatsing van het hoofdbestuur of de hoofdvestiging;

g) de gewaarborgde rechten van de deelnemers in de vennootschap, werknemers en schuldeisers of voorgestelde desbetreffende maatregelen;

h) indien het bedrijf wordt gevoerd op basis van werknemersmedezeggenschap en indien de nationale wetgeving van de lidstaat van nieuwe vestiging niet een dergelijke regeling voorschrijft, informatie over de procedures volgens welke de regelingen voor werknemersmedezeggenschap zijn bepaald.

Het overplaatsingsvoorstel wordt voorgelegd aan de leden en de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschap voor behandeling binnen een redelijke periode vóór de datum van de aandeelhoudersvergadering van de vennootschap.

Een vennootschap die haar statutaire zetel wil overplaatsen moet ten minste de volgende gegevens bekend maken volgens de toepasselijke nationale wetgeving, in overeenstemming met richtlijn 68/151/EEG[1]:

a) de rechtsvorm, naam en statutaire zetel van de vennootschap in de lidstaat van oorspronkelijke vestiging, alsmede de voorgenomen rechtsvorm, naam en statutaire zetel in de lidstaat van nieuwe vestiging;

b) het register waarin de in artikel 3, lid 2 van Richtlijn 68/151/EEG genoemde akten en gegevens zijn opgenomen met betrekking tot de vennootschap, en het registratienummer;

c) een opgave van de regelingen voor schuldeisers en minderheidsaandeelhouders om hun rechten uit te oefenen, en het adres waar volledige informatie over deze regelingen gratis kan worden opgevraagd.

De directie of het bestuur van de vennootschap die een overplaatsing plannen, stellen tevens een rapport op waarin de juridische en economische aspecten worden toegelicht en gemotiveerd, en waarin de gevolgen voor de deelnemers in de vennootschap, de schuldeisers en de werknemers worden aangegeven, tenzij anders is overeengekomen.

Aanbeveling 3 (overplaatsingsbesluit door de aandeelhoudersvergadering)

De aandeelhoudersvergadering hecht haar goedkeuring aan het overplaatsingsvoorstel in overeenstemming met de vastgelegde regelingen en met de meerderheid die is vereist voor een verandering van de statuten krachten de toepasselijke wetgeving voor de vennootschap in de lidstaat van oorspronkelijke vestiging.

Indien het bedrijf wordt gevoerd op basis van werknemersmedezeggenschap, kan de aandeelhoudersvergadering de uitvoering van de overplaatsing binden aan de voorwaarde dat zij haar uitdrukkelijke goedkeuring heeft gehecht aan de regelingen voor werknemersmedezeggenschap.

Aanbeveling 4 (bestuurlijke overplaatsingsprocedure en controle)

De oorspronkelijke lidstaat van vestiging verifieert de wettigheid van de overplaatsingsprocedure, in overeenstemming met zijn nationale wetgeving. De bevoegde instantie die is aangewezen door de lidstaat van oorspronkelijke vestiging geeft een certificaat af met een afdoende verklaring dat alle vereiste handelingen en formaliteiten zijn vervuld.

Het certificaat, een afschrift van de voorziene statuten voor de onderneming in de nieuwe lidstaat van vestiging en een afschrift van het overplaatsingsvoorstel worden binnen een redelijke termijn ingediend bij de instantie die verantwoordelijk is voor de registratie in de lidstaat van nieuwe vestiging. Deze bescheiden zijn voldoende voor de onderneming om zich te laten registreren in de lidstaat van nieuwe vestiging. De bevoegde registratie-instantie in de lidstaat van nieuwe vestiging verifieert dat de materiële en formele voorwaarden voor de overplaatsing zijn vervuld.

De bevoegde instantie in de lidstaat van nieuwe vestiging stelt de respectieve instanties in de lidstaat van oorspronkelijke vestiging onmiddellijk in kennis van de registratie. Daarna verwijdert de instantie van de lidstaat van oorspronkelijke vestiging de onderneming uit zijn register.

De registratie in de lidstaat van nieuwe vestiging en de verwijdering uit het register van de lidstaat van oorspronkelijke vestiging worden gepubliceerd. In de publicatie zijn ten minste de volgende gegevens vermeld:

a) de registratiedatum

b) het nieuwe en voormalige registratienummer in de respectieve registers van de lidstaat van oorspronkelijke vestiging en de lidstaat van nieuwe vestiging.

Aanbeveling 5 (werknemersmedezeggenschap)

De werknemerszeggenschap valt onder de wetgeving van de lidstaat van nieuwe vestiging.

De wetgeving van de lidstaat van nieuwe vestiging geldt echter niet:

a) indien deze in de lidstaat van nieuwe vestiging niet voorziet in tenminste dezelfde mate van medezeggenschap als in de onderneming in de lidstaat van oorspronkelijke vestiging, of

b) indien de wetgeving van de lidstaat van nieuwe vestiging de werknemers van de vestigingen van de onderneming in andere lidstaten niet dezelfde rechten tot uitoefening van medezeggenschap geeft als die welke deze werknemers vóór de overplaatsing genoten.

In deze gevallen zijn de bepalingen van artikel 16 van richtlijn 2005/56/EG van toepassing.

Aanbeveling 6 (derde partijen waarvoor de overplaatsing consequenties heeft)

Een onderneming waartegen een procedure voor opheffing, liquidatie, insolvabiliteit of surseance van betalingen of soortgelijke procedures zijn gestart mag geen grensoverschrijdende overplaatsing van haar statutaire zetel uitvoeren binnen de Gemeenschap.

In het kader van lopende gerechtelijke of administratieve procedures die vóór de overplaatsing van de statutaire zetel zijn gestart, wordt de onderneming geacht haar statutaire zetel in de lidstaat van oorspronkelijke vestiging te hebben.

  • [1]  Eerste Richtlijn 68/151/EEG van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de Lid-Staten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB L 65 van 14.3.1968, blz. 8).

ADVIES van de Commissie economische en monetaire zaken (*) (7.11.2008)

aan de Commissie juridische zaken

over de grensoverschrijdende verplaatsing van bedrijfszetels
(2008/2196(INI))

Rapporteur voor advies(*): Harald Ettl(Initiatief – artikel 39 van het Reglement)(*) Medeverantwoordelijke commissie - artikel 47 van het Reglement

VOORSTELLEN

De Commissie economische en monetaire zaken verzoekt de verantwoordelijke Commissie juridische zaken om de volgende voorstellen in haar ontwerpresolutie over te nemen:

1.  stelt vast, dat ondernemingen hun hoofdkwartier thans alleen kunnen verplaatsen door de firma te ontbinden en een nieuwe rechtspersoon op te richten in de lidstaat van bestemming, of door een nieuwe rechtspersoon op te richten in de lidstaat van bestemming en vervolgens beide ondernemingen te fuseren; stelt verder vast, dat dit proces gepaard gaat met administratieve hindernissen, kosten en sociale gevolgen, en geen rechtszekerheid biedt; roept de Commissie daarom opnieuw op om het sinds 2005 verlate voorstel in te dienen;

2.  wijst op de vrijheid van vestiging die voor ondernemingen in artikel 48 EG-Verdrag is gewaarborgd en die door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen werd geïnterpreteerd[1];

3.  wijst erop dat een zetelverplaatsing gepaard gaat met een verplaatsing van het toezicht; onderstreept dat bij de opstelling van de 14e richtlijn inzake het vennootschapsrecht betreffende de grensoverschrijdende overdracht van de statutaire zetel de handhaving van bestaande rechten van aandeelhouders, schuldeisers en werknemers gewaarborgd moet worden en het bestaande evenwicht bij het beheer van de onderneming ("Corporate governance") in stand moet blijven;

4.  stelt voor om in de nieuwe richtlijn te verwijzen naar Richtlijn 94/45/EG van de Raad van 22 september 1994 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers[2] en naar Richtlijn 2005/56/EG betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen[3], om de coherentie en de kern van de processen voor deelname van werknemers bij de toepassing van Europese vennootschapsrechtelijke richtlijnen te waarborgen;

5.  is van mening dat een zetelverplaatsing moet plaatsvinden na het opstellen van een voorstel tot zetelverplaatsing en een verslag waarin de juridische en economische aspecten en eventuele gevolgen van de verplaatsing voor de vennoten en werknemers toegelicht en gemotiveerd worden; wijst erop dat zowel het voorstel tot zetelverplaatsing als het verslag tijdig aan alle betrokkenen ter beschikking moet worden gesteld;

6.  wijst op de positieve effecten van fiscale concurrentie voor de economische groei in het kader van de Lissabonstrategie;

7.  wijst erop dat een zetelverplaatsing belastingneutraal dient te zijn;

8.  stelt voor om de informatie-uitwisseling en de administratieve bijstand tussen belastingdiensten te verbeteren;

9.  dringt aan op transparantie met betrekking tot de toepassing van de nieuwe richtlijn in de lidstaten en stelt derhalve voor een meldingsplicht tegenover de Commissie in te voeren voor lidstaten, krachtens welke ondernemingen die hun zetel conform de richtlijn verplaatsen, in een Europees ondernemingsregister moeten worden opgenomen; wijst erop dat bij de tenuitvoerlegging van de meldingsplicht een overdaad aan informatie ("information kill") met het oog op een betere wetgeving moet worden voorkomen, mits voldoende informatie wordt gewaarborgd.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

5.11.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

19

16

8

Bij de eindstemming aanwezige leden

Paolo Bartolozzi, Zsolt László Becsey, Slavi Binev, Sebastian Valentin Bodu, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Manuel António dos Santos, Christian Ehler, Elisa Ferreira, José Manuel García-Margallo y Marfil, Jean-Paul Gauzès, Donata Gottardi, Benoît Hamon, Gunnar Hökmark, Karsten Friedrich Hoppenstedt, Wolf Klinz, Christoph Konrad, Kurt Joachim Lauk, Andrea Losco, Astrid Lulling, Sirpa Pietikäinen, John Purvis, Alexander Radwan, Bernhard Rapkay, Heide Rühle, Antolín Sánchez Presedo, Salvador Domingo Sanz Palacio, Olle Schmidt, Peter Skinner, Margarita Starkevičiūtė, Ivo Strejček, Ieke van den Burg, Cornelis Visser, Sahra Wagenknecht

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Mia De Vits, Harald Ettl, Ján Hudacký, Werner Langen, Klaus-Heiner Lehne, Vladimír Maňka, Gianni Pittella, Theodor Dumitru Stolojan

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

Wolfgang Bulfon

  • [1]  Arrest van het Hof van 9 maart 1999 in zaak C-212/97, Centros v Erhvervs- og Selskabsstyrelsen [1999] Jurisprudentie I-1459).
  • [2]  PB. L 254 van 30.9.1994, blz. 64.
  • [3]  PB. L 310 van 25.11.2005, blz. 1.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

20.1.2009

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

22

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Carlo Casini, Bert Doorn, Monica Frassoni, Giuseppe Gargani, Neena Gill, Othmar Karas, Klaus-Heiner Lehne, Katalin Lévai, Antonio López-Istúriz White, Manuel Medina Ortega, Hartmut Nassauer, Aloyzas Sakalas, Eva-Riitta Siitonen, Francesco Enrico Speroni, Diana Wallis, Rainer Wieland, Jaroslav Zvěřina, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Brian Crowley, Eva Lichtenberger, József Szájer, Jacques Toubon, Ieke van den Burg