VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer

5.11.2009 - (COM(2009)0515 – C7‑0208/2009 – 2009/2135(BUD))

Begrotingscommissie
Rapporteur: Reimer Böge


Procedure : 2009/2135(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0044/2009
Ingediende teksten :
A7-0044/2009
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer

(COM(2009)0515 – C7‑0208/2009 – 2009/2135(BUD))

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2009)0515 – C7‑0208/2009),

–   gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1](IIA van 17 mei 2006), en met name punt 28 hiervan,

–   gelet op Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EGF)[2],

–   gezien het verslag van de Begrotingscommissie en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A7‑0044/2009),

A. overwegende dat de Europese Unie de nodige wetgeving- en begrotingsinstrumenten heeft ingesteld om bijkomende steun te verlenen aan werknemers die te lijden hebben onder de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om deze werknemers bij hun herintrede op de arbeidsmarkt te begeleiden,

B.  overwegende dat de bijstand van de Europese Unie aan ontslagen werknemers dynamisch van aard moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk beschikbaar moet worden gesteld, overeenkomstig de op het overleg van 17 juli 2008 aangenomen gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, en met inachtneming van het IIA bij besluiten tot beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds,

C. overwegende dat België en Ierland om steun gevraagd hebben in verband met ontslagen in de textielsector in de Belgische provincies van West- en Oost-Vlaanderen[3] en Limburg[4] en in de computerindustrie in de Ierse graafschappen Limerick, Clare en North Tipperary alsook in de stad Limerick[5],

D. overwegende dat voor beide aanvragen voldaan is aan de criteria die zijn vastgelegd in de verordening tot oprichting van het EGF,

E.  overwegende dat de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken aanvullende informatie heeft gevraagd aan de Commissie voor wat de Ierse aanvraag betreft,

1.  verzoekt de betrokken instellingen zich de nodige inspanningen te getroosten om de beschikbaarstelling van middelen uit het EGF te bespoedigen;

2.  brengt in herinnering dat de instellingen zich ertoe verbonden hebben een probleemloze en snelle procedure te garanderen voor de goedkeuring van de besluiten betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds, met als doel tijdelijk en eenmalig individuele steun te verlenen aan werknemers die als gevolg van de globalisering werkloos geworden zijn;

3.  onderstreept dat de Europese Unie alles in het werk moet stellen om de gevolgen van de wereldwijde economische en financiële crisis op te vangen; benadrukt in dit verband dat het EGF een essentiële rol kan vervullen bij de herintegratie van ontslagen werknemers in de arbeidsmarkt;

4.  beklemtoont dat het EGF in overeenstemming met artikel 6 van de EGF-verordening moet bijdragen tot de hertewerkstelling van elke afzonderlijke ontslagen werknemer; herhaalt dat uit het EGF afkomstige steun niet in de plaats mag komen van acties waartoe bedrijven verplicht zijn krachtens hun nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, of van maatregelen ter herstructurering van bedrijven of bedrijfstakken;

5.  waarschuwt de Commissie in het kader van de beschikbaarstelling van middelen uit het EGF tegen de systematische overschrijving van betalingskredieten uit het Europees Sociaal Fonds, aangezien het EGF is opgericht als een op zichzelf staand specifiek hulpmiddel met eigen doelstellingen en deadlines;

6.  brengt in herinnering dat de werking en de toegevoegde waarde van het EGF in de context van de algemene evaluatie van de op basis van het IIA van 17 mei 2006 ingevoerde programma's en andere instrumenten moet worden beoordeeld, in het kader van de begrotingsherziening van het meerjarig financieel kader 2007‑2013;

7.  stelt vast dat de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken na evaluatie van het voorstel van de Commissie geen bezwaren heeft geuit betreffende de Belgische aanvragen, maar de Commissie om verduidelijkende informatie heeft verzocht voor wat de Ierse aanvraag (Dell) betreft; vestigt echter de aandacht op de suggesties 1 tot en met 6 met betrekking tot de Ierse aanvraag in het bijgevoegde advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken;

8.  zal nagaan wat de implicaties zijn van het antwoord van de Commissie alvorens een definitief besluit te nemen over het wetgevings- en het begrotingsinstrument;

9.  verwacht van de Commissie dat zij de balans opmaakt van de actuele problemen en haar voorstellen voor besluiten inzake de beschikbaarstelling van middelen uit het EGF voortaan in afzonderlijke documenten indient (één voorstel voor een besluit per aanvraag van een lidstaat);

10. hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

11. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

12. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

  • [1]  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
  • [2]  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.
  • [3]  EGF/2009/004 BE/textiel Oost- en West-Vlaanderen.
  • [4]  EGF/2009/005 BE/textiel Limburg.
  • [5]  EGF/2009/008 IE/Dell.

BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van xx oktober 2009

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1], en met name punt 28,

gelet op Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[2], en met name op artikel 12, lid 3,

gelet op het voorstel van de Commissie,

overwegende hetgeen volgt:

(1)      Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EGF) is opgericht om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, teneinde hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.

(2)      Het EFG staat sinds 1 mei 2009 ook open voor aanvragen om bijstand voor werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis.

(3)      Het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 staat uitgaven uit het EGF toe binnen het jaarlijkse maximum van 500 miljoen euro.

(4)      Op 5 mei 2009 diende België twee aanvragen in om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen in verband met gedwongen ontslagen in de textielsector. Deze aanvragen zijn in overeenstemming met de in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 vastgelegde voorschriften voor de bepaling van de financiële steun. De Commissie stelt bijgevolg voor een bedrag van 9 198 874 EUR ter beschikking te stellen.

(5)      Op 29 juni 2009 diende Ierland een aanvraag in voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in verband met gedwongen ontslagen in de computerindustrie. Deze aanvraag is in overeenstemming met de in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 vastgelegde voorschriften voor de bepaling van de financiële steun. De Commissie stelt bijgevolg voor een bedrag van 14 831 050 EUR ter beschikking te stellen.

(6)      Er moeten dus middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om te voorzien in een financiële bijdrage voor de door België en Ierland ingediende aanvragen.

BESLUITEN:

Artikel 1

Voor de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009 wordt uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering 24 029 924 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                      Voor de Raad

De Voorzitter                                                De Voorzitter

  • [1]               PB C 139, 14.6.2006, blz. 1.
  • [2]               PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.

TOELICHTING

I. Achtergrond

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering is opgericht om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden.

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] en van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1927/2006[2], mag het Fonds niet groter zijn dan een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR, dat afkomstig kan zijn uit marges onder het totale uitgavenmaximum van het voorgaande jaar en/of uit geannuleerde vastleggingskredieten van de voorgaande twee jaren, met uitzondering van de kredieten voor rubriek 1b van het financiële kader. De passende bedragen worden als een voorziening in de begroting opgenomen zodra er voldoende begrotingsruimte en/of geannuleerde vastleggingen zijn vastgesteld.

De procedure om het Fonds te activeren verloopt als volgt: na een positieve beoordeling van een aanvraag legt de Commissie een voorstel tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds aan de begrotingsautoriteit voor, samen met een dienovereenkomstig overschrijvingsverzoek. Parallel vindt een trialoog plaats om tot overeenstemming te komen over het gebruik van het fonds en de vereiste bedragen. Een trialoog in vereenvoudigde vorm is mogelijk.

II. Stand van zaken: het voorstel van de Commissie

Dit voorstel heeft betrekking op de beschikbaarstelling van middelen voor een totaalbedrag van 24 029 924 EUR uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EGF) ten behoeve van België en Ierland, ter financiering van de steun aan ontslagen werknemers in de Belgische textielsector en de Ierse computerindustrie.

Beide aanvragen werden ingediend na 1 mei 2009 en zijn daarom beoordeeld op basis van de nieuwe bepalingen van verordening nr. 546/2009 van 18 juni 2009 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1927/2006 van 20 december 2006.

De Belgische aanvraag berust op artikel 2 b): ten minste 500 gedwongen ontslagen binnen een periode van negen maanden, met name in kleine of middelgrote ondernemingen, in een NACE 2-divisie in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio’s volgens de NUTS II-indeling.

De Ierse aanvraag berust op artikel 2 a): ten minste 500 gedwongen ontslagen binnen een periode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat, met inbegrip van de ontslagen bij leveranciers of downstreamproducenten.

De Belgische aanvragen, EGF/2009/004/BE/textiel Oost- en West-Vlaanderen en EGF/2009/005/BE textiel Limburg, die op 5 mei 2009 zijn ingediend bij de Commissie en waarvoor op 29 juni 2009 aanvullende informatie werd geleverd, hebben betrekking op 2 199 ontslagen in 46 bedrijven uit de textielsector die gelegen zijn in de aan elkaar grenzende provincies Oost- en West-Vlaanderen en in de provincie Limburg. De Belgische autoriteiten hebben om een steunbedrag van 9 198 874 EUR uit het fonds gevraagd.

De Ierse aanvraag, EGF/2009/008/IE/Dell, werd op 29 juni 2009 ingediend bij de Commissie; eind juli ontving de Commissie aanvullende informatie. De aanvraag heeft betrekking op 2 840 ontslagen binnen het bedrijf Dell in Ierland (gevestigd in de NUTS 3-regio Mid-West, waarvan de graafschappen Limerick, Clare en North Tipperary en de stad Limerick deel uitmaken) en richt zich op het verkrijgen van steun voor 2 400 van deze ontslagen werknemers.

Ierland verzoekt om 14 831 050 EUR uit het EGF.

Om middelen uit het Fonds te kunnen inzetten heeft de Commissie de Begrotingsautoriteit een overschrijvingsverzoek (DEC32/2009) doen toekomen voor een totaalbedrag van 24 029 924 EUR uit de EGF-reserve (40 02 43) aan vastleggingskredieten en uit ESF-begrotingslijnen (04 02 17 - ESF convergentie) aan betalingskredieten, over te schrijven naar de EGF-begrotingslijnen (04 05 01) voor vastleggingen en betalingen.

Het Interinstitutioneel Akkoord staat uitgaven uit het Fonds toe tot een jaarlijks maximum van 500 miljoen EUR. Dit is het vierde voorstel in 2009 voor de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds. Dit jaar is er tot dusver positief geantwoord op aanvragen voor financiële steun ten voordele van Spanje, Portugal en Duitsland, alsook op een aanvraag voor technische bijstand voor de Commissie, dit alles voor een totaalbedrag van 13 077 700 EUR.

Overeenkomstig artikel 12, lid 6, van de rechtsgrondslag dient op 1 september van ieder jaar ten minste 125 miljoen EUR (25%) beschikbaar te zijn om de behoeften die zich tot het einde van het jaar voordoen te kunnen dekken. Na aftrek van de in 2009 reeds toegewezen bedragen blijft er een bedrag van 486 922 300 EUR beschikbaar.

Overzicht van de uitgaven - begroting 2009

Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EGF):

 

 

 

 

 

Referentie

 

Lidstaat

 

Geval

 

EGF-bijdrage (€)

Ontslagen

 

EGF/2008/004

Spanje

Automobielindustrie /

Castilla y León en Aragón

2 694 300

1 082

SEC(2008) 2986

Commissie

Technische bijstand

690 000

---

EGF/2008/005

Spanje

Textiel / Catalonië

3 306 750

1 720

EGF/2009/001

Portugal

Textiel / Norte-Centro

832 800

1 588

EGF/2009/002

Duitsland

Mobiele telefonie (Nokia)

5 553 850

1 316

EGF/2009/004

EGF/2009/005

België

 

 

Textiel /

Oost- en West-Vlaanderen en Limburg

9 198 874

2 199

EGF/2009/008

 

 

Ierland

 

 

 

Computerindustrie / Regio Mid-West (graafschappen Limerick, Clare, North Tipperary en de stad Limerick)

14 831 050

2 400

 

 

TOTAAL

Marges

37 107 624

462 892 376

 

N.B. De betalingen uit het fonds mogen niet méér bedragen dan 500 miljoen EUR per jaar.

III. Procedure

De Commissie heeft een verzoek om overschrijving ingediend[3] om overeenkomstig de voorschriften van punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 specifieke vastleggings- en betalingskredieten in de begroting 2009 op te nemen.

De trialoog over het voorstel van de Commissie voor een besluit over de beschikbaarstelling van middelen uit het EGF zou via een vereenvoudigde procedure kunnen plaatsvinden (briefwisseling), zoals voorzien in artikel 13, lid 5, van de rechtsgrondslag, tenzij het Parlement en de Raad niet tot overeenstemming komen.

Overeenkomstig een interne afspraak met de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) dient deze commissie bij het proces te worden betrokken, ten einde constructieve steun te kunnen bieden en bij te dragen tot de uitvoering van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Na beoordeling van de aanvragen heeft de Commissie EMPL van het Europees Parlement haar standpunt over de beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds te kennen gegeven, zoals blijkt uit het bij dit verslag gevoegde advies.

Met de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die tijdens het overleg van 17 juli 2008 werd goedgekeurd, werd het belang bekrachtigd van een snelle procedure voor de goedkeuring van besluiten tot beschikbaarstelling van de middelen van het Fonds, met inachtneming van het Interinstitutioneel Akkoord.

  • [1]  PB C 139, 14.6.2006, blz. 1.
  • [2]  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.
  • [3]  DEC 32/2009 van 18 september 2009

ADVIES VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

ES/sg

D(2009)56200

De heer Alain Lamassoure

Voorzitter van de Begrotingscommissie

ASP 13E158

Betreft: Advies betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EGF) ten voordele van de aanvragen EGF/2009/004 BE/Oost- en West-Vlaanderen textiel, EGF/2009/005 BE/Limburg textiel en EGF/2009/008 IE/Dell (COM(2009)515 definitief)

Geachte heer Lamassoure,

Op 14 en 29 september, 20 oktober en 3 en 4 november 2009 hebben de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) en haar werkgroep inzake het EGF een grondige beoordeling uitgevoerd voor wat de beschikbaarstelling betreft van middelen uit het EFG ten voordele van de gevallen EGF/2009/004 BE/Oost- en West-Vlaanderen textiel, EGF/2009/005 BE/Limburg textiel en EGF/2009/008 IE/Dell.

Na afloop hiervan heeft EMPL het onderstaande advies opgesteld.

Algemene opmerking

EMPL wil er eerst en vooral op wijzen dat de mogelijkheid om voorstellen voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds te groeperen (artikel 12, lid 3) een gevaar betekent voor het recht van de begrotingsautoriteit om elke aanvraag op zijn eigen waarde te beoordelen.

- Daarom vraagt EMPL dat de Commissie haar voorstellen voor de toekenning van kredieten en verzoeken tot overschrijving van het daarmee overeenstemmende bedrag op de begrotingslijn van het EGF van nu af aan voor elke aanvraag apart indient.

EGF/2009/004 BE/Oost- en West-Vlaanderen textiel, EGF/2009/005 BE/Limburg textiel

EMPL en haar werkgroep inzake het EGF zijn voorstander van de beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds voor wat de aanvragen van België betreft. EMPL heeft wel enkele opmerkingen, zonder daarom echter de overschrijving van de betalingskredieten in vraag te stellen.

De beraadslagingen van de commissie EMPL berusten op de volgende overwegingen:

- overwegende dat dit de eerste verzoeken zijn die zijn ingediend krachtens de nieuwe verordening (EG) nr. 546/2009 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1927/2006;

- overwegende dat het aantal banen in de textiel-, kleding- en ledersector in de Europese Unie volgens de scenario’s in de studie betreffende deze sector tot 2020 aanzienlijk zal afnemen;

- overwegende dat er geen gedetailleerde informatie voorhanden is over de betrokkenheid van andere Europese fondsen in de voorliggende gevallen.

Daarom verzoekt EMPL de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties met betrekking tot de Belgische aanvragen in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  looft het goede voorbeeld van de samenwerking tussen de Belgische regering en sociale partners om steun te verkrijgen uit het EGF, en moedigt de andere lidstaten ertoe aan tripartiete delegaties op te richten die gezamenlijk instaan voor de uitwerking en indiening van eventuele aanvragen;

2.  toont zich buitengewoon bezorgd over de impact van de financiële en economische crisis op de Europese textielsector, die al te lijden heeft onder de nadelige gevolgen van de globalisering; is van mening dat er andere instrumenten op Europees niveau moeten worden gezocht of nieuwe Europese instrumenten moeten worden opgericht om de daling van de werkgelegenheid in deze sector op te vangen;

3.  merkt op dat België bijkomende informatie moet verstrekken over de maatregelen voor werknemers in de sectoren vervoer, onderhoud en horeca die werkloos zijn geworden als gevolg van het banenverlies in de textielsector, zodat men zich een volledig overzicht van de situatie kan vormen.

EGF/2009/008 IE/Dell

EMPL en haar werkgroep inzake het EGF zijn voorstander van de beschikbaarstelling van middelen uit het EGF voor wat de aanvraag van Ierland betreft.

In dit verband heeft EMPL een aantal opmerkingen, zonder daarom echter de overschrijving van de betalingskredieten in vraag te stellen.

De beraadslagingen van de commissie EMPL berusten op de volgende overwegingen:

- gezien het antwoord van commissarissen Neelie Kroes en Vladimir Špidla op de brief betreffende de Ierse aanvraag die de voorzitter van EMPL hun gestuurd heeft;

- overwegende dat de aanvraag geen informatie bevat over eventuele financiële steun vanwege het bedrijf Dell of de structuurfondsen voor wat betreft de maatregelen ten voordele van de werkloze werknemers;

- overwegende dat de Commissie net na de sluiting van de fabriek in Ierland haar goedkeuring heeft verleend voor de verstrekking van investeringssteun ten bedrage van 54,5 miljoen euro aan Dell voor de oprichting van een nieuwe productiefabriek in Polen, en overwegende dat de Commissie tot op heden niet heeft kunnen bewijzen dat er geen verband bestaat tussen de twee gebeurtenissen;

- overwegende dat er bijgevolg onduidelijkheid heerst met betrekking tot de vestiging van Dell in Polen, de gedwongen ontslagen in Ierland en het verband tussen deze gebeurtenissen en de financiële en economische crisis;

- overwegende dat Dell op dit ogenblik voor 3,9 miljard dollar een concurrent aan het kopen is;

- overwegende dat het onduidelijk is of Dell openbare steun heeft ontvangen van Ierland toen het bedrijf zich in Limerick vestigde;

- overwegende dat het niet duidelijk is of de Commissie gecontroleerd heeft of Polen om garanties heeft gevraagd voor de duurzaamheid van de investering in Polen, met als doel een herhaling van de strategie van het bedrijf te voorkomen.

Daarom verzoekt EMPL de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties met betrekking tot de Ierse aanvraag in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  is het ermee eens dat de Ierse aanvraag globaal gezien beantwoordt aan de criteria voor steunverlening die zijn vastgelegd in verordening (EG) nr. 1927/2006, die is gewijzigd door verordening (EG) nr. 546/2009, maar onderstreept dat de vestiging van een nieuwe productiefabriek in Polen net na de sluiting van de fabriek in Ierland niet als een gevolg van de financiële crisis kan worden beschouwd;

2.  betreurt dat de Europese Commissie niet tijdig heeft geantwoord op belangrijke vragen in verband met deze aanvraag; is echter niet van plan de aanvraag tegen te houden op grond van een gebrek aan medewerking vanwege de Europese Commissie, aangezien de aanvraag het dringende doel heeft de betrokken werknemers te helpen;

3.  benadrukt dat deze aanvraag ernstige twijfels doet rijzen over de consequentheid van het kader voor het industriebeleid in de Europese Unie, dat in heel wat opzichten gevolgen heeft voor het gebruik van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering;

4. betreurt dat het als gevolg van dit kader wettelijk gezien mogelijk is om middelen uit de Europese begroting – in dit geval ongebruikte kredieten van het Europees Sociaal Fonds – vrij te maken om de situatie te verzachten van werknemers van een internationaal bedrijf die als gevolg van de eigen strategie van dit bedrijf werkloos geworden zijn, terwijl ditzelfde bedrijf tegelijkertijd met de goedkeuring van de Europese Commissie overheidssteun ontvangt van een EU-lidstaat voor de opening van een nieuwe vestiging;

5.  benadrukt dat dit aanleiding geeft tot vragen van een algemener karakter over het bestaan van het EGF als instrument voor eenmalige steunverlening aan werknemers die de negatieve gevolgen van de globalisering ondervinden; wijst erop dat verschillende gevallen uit het verleden doen vermoeden dat werkgevers erop rekenen dat het EGF de volledige sociale verantwoordelijkheid van bedrijven ten opzichte van hun werknemers overneemt, wat inhoudt dat de bedrijven niet moeten instaan voor de sociale kosten van fabriekssluitingen en overplaatsingen naar het buitenland, die in plaats daarvan op de Europese belastingbetaler worden afgewenteld;

6.  deelt mee dat het Parlement deze algemenere vragen zal behandelen bij de evaluatie van de globale situatie met betrekking tot de beschikbaarstelling van middelen uit het EGF.

Opmerkingen over alle aanvragen

1.  herinnert de Commissie aan het feit dat er krachtens artikel 12, lid 4, van de verordening bewijs nodig is dat aan de in artikel 2 en artikel 6 van de verordening vastgelegde criteria voldaan is; de leden stellen zich in dit verband niet tevreden met enkel de verklaring van België dat de voorgestelde maatregelen complementair zijn met andere, door de structuurfondsen gefinancierde acties;

2.  verzoekt opnieuw om meer gedetailleerde informatie in de aanvragen over de uitvoering van de beginselen van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en niet-discriminatie in het kader van het EGF.

Hoogachtend

Pervenche Berès

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

5.11.2009

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

35

4

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Alexander Alvaro, Marta Andreasen, Francesca Balzani, Reimer Böge, Lajos Bokros, Andrea Cozzolino, Göran Färm, Salvador Garriga Polledo, Jens Geier, Ivars Godmanis, Ingeborg Gräßle, Estelle Grelier, Carl Haglund, Jutta Haug, Jiří Havel, Monika Hohlmeier, Anne E. Jensen, Ivailo Kalfin, Sergej Kozlík, Alain Lamassoure, Janusz Lewandowski, Vladimír Maňka, Barbara Matera, Nadezhda Mihaylova, Claudio Morganti, Miguel Portas, Dominique Riquet, Sergio Paolo Francesco Silvestris, Helga Trüpel, Daniël van der Stoep, Angelika Werthmann

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

François Alfonsi, Frédéric Daerden, Gerben-Jan Gerbrandy, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Giovanni La Via, Paul Rübig, Georgios Stavrakakis, Theodor Dumitru Stolojan

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 187, par. 2)