VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden (2012)

18.3.2011 - (COM(2010)0462 – C7‑0253/2010 – 2010/0242(COD)) - ***I

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
Rapporteur: Martin Kastler
PR_COD_1amCom


Procedure : 2010/0242(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0061/2011
Ingediende teksten :
A7-0061/2011
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden (2012)

(COM(2010)0462 – C7‑0253/2010 – 2010/0242(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2010)0462),

–  gelet op artikel 294, lid 2, en artikel 153, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0253/2010),

–  gelet op artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het advies van de Begrotingscommissie over de financiële verenigbaarheid van het voorstel,

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 21 oktober 2010[1],

–  na raadpleging van het Comité van de Regio's,

–  gelet op de artikelen 55 en 38 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de adviezen van de Commissie regionale ontwikkeling en de Commissie cultuur en onderwijs (A7‑0061/2011),

1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een besluit

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) Overeenkomstig artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie heeft de Unie onder andere tot taak sociale uitsluiting en discriminatie te bestrijden en de sociale rechtvaardigheid en bescherming, de gelijkheid van vrouwen en mannen, en de solidariteit tussen de generaties te bevorderen.

Amendement  2

Voorstel voor een besluit

Overweging 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 ter) Overeenkomstig artikel 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moet de Commissie de samenwerking tussen de lidstaten aanmoedigen en de coördinatie van hun optreden op het gebied van het sociaal beleid vergemakkelijken.

Motivering

Aanvulling in verband met het nieuwe institutionele kader waarin het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet.

Amendement  3

Voorstel voor een besluit

Overweging 2 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 quater) Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie erkent in artikel 174 dat bepaalde regio's van de Unie kampen met ernstige en permanente demografische belemmeringen, die hun ontwikkelingsniveau nadelig kunnen beïnvloeden en bijzondere aandacht vergen, wil de Unie het doel van economische, sociale en territoriale samenhang verwezenlijken.

Motivering

Artikel 174 van het VWEU erkent dat bepaalde regio's van de Europese Unie te maken hebben met problemen als gevolg van hun demografische kenmerken, zoals gebieden met een lage bevolkingsdichtheid, en dat deze situatie bijzondere aandacht in Europese beleidsmaatregelen vereist.

Amendement  4

Voorstel voor een besluit

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Overeenkomstig artikel 25 van het Handvest van de grondrechten erkent en eerbiedigt de Unie het recht van ouderen een waardig en zelfstandig leven te leiden en aan het maatschappelijk en cultureel leven deel te nemen.

(3) Overeenkomstig artikel 25 van het Handvest van de grondrechten erkent en eerbiedigt de Unie het recht van ouderen een waardig en zelfstandig leven te leiden en aan het maatschappelijk en cultureel leven deel te nemen. Overeenkomstig artikel 34 van het Handvest van de grondrechten erkent en eerbiedigt de Unie bovendien het recht op socialezekerheidsvoorzieningen en sociale diensten die bescherming bieden, alsmede, overeenkomstig artikel 35, het recht van eenieder op een hoog niveau van gezondheidsbescherming.

Amendement  5

Voorstel voor een besluit

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) De vergrijzing is zonder meer een uitdaging voor de hele samenleving en alle generaties in Europa, maar het gaat tevens om de solidariteit tussen de generaties en met name de rol van het gezin.

Amendement  6

Voorstel voor een besluit

Overweging 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter) Het percentage personen van eind vijftig en ouder op de totale bevolking van de Unie zal sneller stijgen dan ooit tevoren. De grootste toename valt in de periode 2015‑2035 te verwachten, als de populatie van 60 jaar en ouder met 2 miljoen mensen per jaar toeneemt. Deze toename is een uiterst positieve zaak, want zij is een logisch gevolg van een betere gezondheidszorg en een betere levenskwaliteit. Niettemin ziet de Unie zich – door de demografische veranderingen – geconfronteerd met een aantal pijnpunten, zoals een terugloop van de bevolking in sommige steden en regio's met onder meer een verminderde aantrekkingskracht van deze steden en regio's, een grote druk op de pensioenfondsen en problemen bij het handhaven van de duurzaamheid van financiële middelen voor gezondheidszorg en overheidsdiensten.

Amendement  7

Voorstel voor een besluit

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) Achtereenvolgende Europese Raden hebben erkend dat actie moet worden ondernomen met betrekking tot het effect van de vergrijzing van de bevolking op de Europese sociale modellen. Een belangrijk aspect van de reactie op deze snelle verandering van de leeftijdsopbouw is het bevorderen van actief ouder worden, met andere woorden ervoor zorgen dat de babyboomercohorten, die over het algemeen gezonder en beter opgeleid zijn dan die leeftijdsgroep ooit geweest is, ruime mogelijkheden hebben om te blijven werken en actief deel te nemen aan het maatschappelijk leven.

(4) Achtereenvolgende Europese Raden hebben erkend dat actie moet worden ondernomen met betrekking tot het effect van de vergrijzing van de bevolking op de Europese sociale modellen. Een belangrijk aspect van de reactie op deze snelle verandering van de leeftijdsopbouw is het bevorderen van het creëren van een duurzame cultuur van een leven lang actief ouder worden, met andere woorden ervoor zorgen dat de snel groeiende bevolking die thans eind vijftig en ouder is, en die over het algemeen gezonder en beter opgeleid is dan vorige generaties, ruime mogelijkheden heeft om te blijven werken en actief deel te nemen aan het maatschappelijk en gezinsleven, mede via vrijwilligerswerk, een leven lang leren, culturele expressie en sport in het licht van de positieve bijdrage die deze activiteiten kunnen leveren tot de geestelijke en lichamelijke gezondheid. Het bevorderen van een cultuur van actief ouder worden vereist derhalve een multidimensionele aanpak op levenslange basis, alsmede het stimuleren van de solidariteit tussen de generaties.

Amendement  8

Voorstel voor een besluit

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Het groeiende aandeel ouderen in de Europese bevolking maakt het belangrijker dan ooit gezond ouder worden te bevorderen. Gezond ouder worden kan de arbeidsparticipatie van ouderen verhogen, hen in staat stellen langer een actieve rol in de samenleving te blijven spelen, hun individuele levenskwaliteit verbeteren, en de druk op de stelsels van gezondheids- en sociale zorg verminderen.

(5) Het groeiende aandeel ouderen in de Europese bevolking en de toename van chronische aandoeningen maken het belangrijker dan ooit het gezond ouder worden van alle, met name oudere, mensen te bevorderen met ondersteuning van hun vitaliteit en waardigheid. Tot de cruciale maatregelen in dit verband moeten behoren de universele en gelijke toegang tot passende en kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg, langdurige zorg en sociale diensten, het bewust maken van de Europese burgers van de met de vergrijzing samenhangende problemen, het bestrijden van het informatie-isolement van de ouder wordende generatie en het ontwikkelen van initiatieven om de met het verouderingsproces samenhangende gezondheidsrisico's tegen te gaan. Gezond ouder worden is het proces waarin de mogelijkheden voor het lichamelijke, sociale en geestelijke welzijn geoptimaliseerd worden om ouderen in staat te stellen actief en zonder discriminatie aan het maatschappelijk leven deel te nemen en een onafhankelijk bestaan met een goede levenskwaliteit te leiden. Gezond ouder worden kan ook de arbeidsparticipatie van ouderen verhogen, hen in staat stellen langer een actieve rol in de samenleving te blijven spelen, hun individuele levenskwaliteit verbeteren, en de druk op de stelsels van gezondheids-, pensioens- en sociale zorg verminderen.

Amendement  9

Voorstel voor een besluit

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) De Commissie heeft haar visie op de demografische uitdagingen waarmee de EU wordt geconfronteerd en de mogelijkheden om die aan te pakken gepresenteerd in haar mededelingen "De demografische toekomst van Europa – probleem of uitdaging?" van 12 oktober 2006 en "Opvangen van de gevolgen van de vergrijzing in de EU" van 21 april 2009.

(6) De Commissie heeft haar visie op de demografische uitdagingen waarmee de EU wordt geconfronteerd en de mogelijkheden om die aan te pakken gepresenteerd in haar mededelingen "De demografische toekomst van Europa – probleem of uitdaging?" van 12 oktober 2006, "Meer solidariteit tussen de generaties" van 10 mei 2007 en "Opvangen van de gevolgen van de vergrijzing in de EU" van 29 april 2009.

Amendement  10

Voorstel voor een besluit

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis) De culturele en etnische diversiteit van de oudere generaties in Europa zal verder toenemen. Het is daarom noodzakelijk gelijke kansen actief te bevorderen en participatie aan te moedigen. Actieve burgers met uiteenlopende culturele achtergronden oefenen in de maatschappij belangrijke brugfuncties uit, bevorderen de integratie en leveren een bijdrage aan de economie.

Amendement  11

Voorstel voor een besluit

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) De Raad heeft op 22 februari 2007 een resolutie aangenomen betreffende "Kansen en uitdagingen ten gevolge van de demografische veranderingen in Europa: de bijdrage van ouderen aan de economische en sociale ontwikkeling", waarin benadrukt werd dat ouderen meer mogelijkheden moeten krijgen om een actieve rol te spelen, dat de groeiende vraag van ouderen naar bepaalde goederen en diensten nieuwe economische mogelijkheden biedt (de zogenaamde "zilveren economie"), en dat gewerkt moet worden aan een positief beeld van ouderen.

(7) De Raad heeft op 22 februari 2007 een resolutie aangenomen betreffende "Kansen en uitdagingen ten gevolge van de demografische veranderingen in Europa: de bijdrage van ouderen aan de economische en sociale ontwikkeling", waarin benadrukt werd dat ouderen meer mogelijkheden moeten krijgen om een actieve rol te spelen, met name door middel van vrijwilligerswerk, en dat de groeiende vraag van ouderen naar bepaalde goederen en diensten nieuwe economische mogelijkheden biedt (de zogenaamde "zilveren economie"), en dat gewerkt moet worden aan een positief beeld van ouderen. In dit verband dient tevens het belang van het bevorderen van een goede gezondheid en een hoge levenskwaliteit te worden onderstreept, met inbegrip van de toegang tot adequate en kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg.

Amendement  12

Voorstel voor een besluit

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) De Raad heeft op 8 juni 2009 conclusies aangenomen betreffende "Gelijke kansen voor vrouwen en mannen: actief en waardig ouder worden", waarin erkend wordt dat oudere vrouwen en mannen in de gehele EU met serieuze uitdagingen geconfronteerd worden als zij een actief leven willen leiden en waardig ouder willen worden, en waarin de lidstaten en de Commissie uitgenodigd worden een aantal maatregelen te nemen.

(8) De Raad heeft op 8 juni 2009 conclusies aangenomen betreffende "Gelijke kansen voor vrouwen en mannen: actief en waardig ouder worden", waarin erkend wordt dat oudere vrouwen en mannen in de gehele EU met serieuze uitdagingen geconfronteerd worden als zij een actief leven willen leiden en waardig ouder willen worden, en waarin de lidstaten en de Commissie uitgenodigd worden een aantal maatregelen te nemen, waaronder de bevordering van beleidsmaatregelen voor actief ouder worden, rekening houdend met de onderling uiteenlopende situaties in de lidstaten en de verschillende uitdagingen waaraan vrouwen en mannen het hoofd moeten bieden.

Amendement  13

Voorstel voor een besluit

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis) Op de conferentie "Samen voor geestelijke gezondheid en welzijn", die op 12 en 13 juni 2008 tijdens het Sloveense voorzitterschap van de EU werd gehouden, is het Europees pact voor geestelijke gezondheid en welzijn geïntroduceerd. Na deze conferentie werden tijdens de conferentie over actief en gezond ouder worden die op 29 en 30 april 2010 tijdens het Spaanse voorzitterschap van de EU is gehouden, goede praktijken gepresenteerd die in Europa op het gebied van sociale participatie en solidariteit tussen de generaties zijn toegepast.

Amendement  14

Voorstel voor een besluit

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis) Het Europees Parlement heeft op 11 november 2010 een resolutie aangenomen over demografische vraagstukken en solidariteit tussen de generaties1 waarin de Commissie wordt verzocht om 2012 tot Europees Jaar uit te roepen en de lidstaten worden verzocht om het actief ouder worden tot een van de prioriteiten voor de komende jaren te maken. In de resolutie wordt tevens onderstreept dat tijdens het Europees Jaar vooral aandacht moet worden besteed aan de bijdrage die ouderen aan de samenleving leveren en kansen moeten worden gecreëerd om solidariteit, samenwerking en begrip tussen de generaties te stimuleren en om jongeren en ouderen ertoe te bewegen samen te werken.

 

________________

1 Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0400.

Amendement  15

Voorstel voor een besluit

Overweging 11 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 ter) In hun adviezen onderstrepen ook het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's het belang voor Europa van een cultuur van actief ouder worden. Een bijzonder facet in dit verband wordt gevormd door de generatieoverschrijdende gezondheidszorg en de bescherming tegen hetgeen het Europees Economisch en Sociaal Comité in zijn advies over "De gevolgen van de vergrijzing voor de gezondheidszorg en socialezekerheidsstelsels" van 15 juli 2010 aanduidt als "ouderdomsziekten".

 

______________

1 PB C 44 van 11.2.2011, blz. 10.

Amendement  16

Voorstel voor een besluit

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) De Commissie heeft in haar voorstel voor een besluit van de Raad betreffende "Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten" van 27 april 2010, waarin lidstaten onder richtsnoeren 7 en 8 opgeroepen worden tot het opvoeren van de arbeidsmarktparticipatie door maatregelen ter bevordering van actief ouder worden, het verhogen van de arbeidsparticipatiegraad van oudere werknemers door innovatieve arbeidspatronen, en het verbeteren van de inzetbaarheid van oudere werknemers door bij- en nascholing en deelname aan regelingen voor een leven lang leren. Richtsnoer 10 benadrukt de noodzaak van verbetering van de socialezekerheidsstelsels, de mogelijkheden om een leven lang te leren en de actieve integratiemaatregelen, met het doel mensen nieuwe kansen te bieden in verschillende fasen van hun leven en hen te behoeden voor het risico van sociale uitsluiting.

(12) De Commissie heeft in haar voorstel voor een besluit van de Raad betreffende "Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten" van 27 april 2010, waarin lidstaten onder richtsnoeren 7 en 8 opgeroepen worden tot het opvoeren van de arbeidsmarktparticipatie door maatregelen ter bevordering van actief ouder worden, het verhogen van de arbeidsparticipatiegraad van oudere werknemers door innovatieve arbeidspatronen, en het verbeteren van de inzetbaarheid van oudere werknemers door bij- en nascholing en deelname aan regelingen voor een leven lang leren. Richtsnoer 10 benadrukt de noodzaak van verbetering van de socialezekerheidsstelsels, de mogelijkheden om een leven lang te leren en de actieve en op een barrièrevrije omgeving gerichte integratiemaatregelen, met het doel mensen nieuwe kansen te bieden in verschillende fasen van hun leven, hen te behoeden voor het risico van armoede en sociale uitsluiting en hun actieve participatie in de maatschappij te vergroten.

Amendement  17

Voorstel voor een besluit

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) In haar mededeling "Een digitale agenda voor Europa", het eerste EU2020-kerninitiatief, dat op 19 mei 2010 is goedgekeurd, benadrukte de Commissie het belang van ICT voor gezond ouder worden, en stelde zij met name voor om het AAL-initiatief (Ambient Assisted Living, een initiatief om patiënten de kans te bieden om dankzij thuis- en mantelzorg in hun eigen woonomgeving te blijven functioneren) te versterken. In deze mededeling werd ook aanbevolen gezamenlijke actie te ondernemen om de digitale competenties van alle Europeanen te verbeteren, met inbegrip van ouderen, die oververtegenwoordigd zijn in de 150 miljoen burgers, ongeveer 30% van het totaal, die nog nooit gebruik hebben gemaakt van internet.

(13) In haar mededeling "Een digitale agenda voor Europa", het eerste EU2020-kerninitiatief, dat op 19 mei 2010 is goedgekeurd, benadrukte de Commissie het belang van ICT‑toepassingen en ‑diensten voor gezond ouder worden, en stelde zij met name voor om het AAL‑initiatief (Ambient Assisted Living, een initiatief om patiënten de kans te bieden om dankzij thuis- en mantelzorg in hun eigen woonomgeving te blijven functioneren) te versterken. In deze mededeling werd ook aanbevolen gezamenlijke actie te ondernemen om de digitale competenties van alle Europeanen te verbeteren, met inbegrip van ouderen, die oververtegenwoordigd zijn in de 150 miljoen burgers, ongeveer 30% van het totaal, die nog nooit gebruik hebben gemaakt van internet. Het vergemakkelijken van de toegang tot en het opleiden in het gebruik van nieuwe technologieën zou ouderen betere mogelijkheden bieden voor een leven lang leren en hen in staat stellen technische vaardigheden te verwerven, en zou er ook toe bijdragen dat zaken als afstand en handicaps een leven lang leren niet meer in de weg staan.

Amendement  18

Voorstel voor een besluit

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis) In het kader van "Europa 2020" heeft de Commissie voorgesteld een innovatiepartnerschap inzake actief en gezond ouder worden te lanceren binnen het vlaggenschipinitiatief van de "Innovatie-Unie". Dit proefproject, dat het eerste innovatiepartnerschap is, zal sociale innovatie omvatten met als doel de levenskwaliteit te verbeteren, ziekte te voorkomen, sociale netwerken in overheidssectoren en tussen sociale partners te verbeteren en de invoering van nieuwe technologieën die de levenskwaliteit bevorderen te stimuleren. Tevens wordt getracht burgers in staat te stellen langer onafhankelijk en in goede gezondheid te leven en voor 2020 het gemiddelde aantal gezonde levensjaren met twee te verlengen. Daarnaast is het project gericht op grotere duurzaamheid en efficiëntie van de Europese sociale en gezondheidszorgsystemen en de totstandbrenging van een Europese en een wereldwijde markt voor innoverende ICT‑toepassingen en ‑diensten.

Amendement  19

Voorstel voor een besluit

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) De Commissie voert momenteel het Europees actieplan voor mensen met een handicap uit, dat ook voor ouderen relevante acties omvat, gezien de correlatie tussen handicaps en ouderdom. Met name de acties met betrekking tot toegankelijkheid, op basis van de "Design for All"-benadering, zijn relevant. Bovendien hebben de EU en alle lidstaten het VN-Verdrag voor de rechten van personen met een handicap ondertekend, dat eveneens voor ouderen relevante bepalingen bevat.

(14) De Commissie voert momenteel het Europees actieplan voor mensen met een handicap uit, dat ook voor ouderen relevante acties omvat, gezien de frequente correlatie tussen handicaps en ouderdom. Met name de acties met betrekking tot toegankelijkheid, op basis van de "Design for All"-benadering, zijn relevant. Ook relevant zijn acties ter ondersteuning van een onafhankelijk bestaan en integratie in de samenleving, waaronder maatregelen gericht op ouderen met handicaps, die veel ondersteuning nodig hebben en complexe behoeften hebben, en die bijzonder kwetsbaar zijn en het risico lopen van sociale uitsluiting. Bovendien hebben de EU en alle lidstaten het VN‑Verdrag voor de rechten van personen met een handicap ondertekend, dat onder andere voor ouderen relevante bepalingen bevat. Met de in 2009 aangenomen aanbeveling van de Raad van Europa over vergrijzing en handicaps in de 21ste eeuw, wordt beoogd autonomie en een onafhankelijk bestaan voor ouderen met handicaps te bevorderen, de kwaliteit van de diensten te vergroten en gelijke toegang daartoe te waarborgen. Zij bevat het verzoek aan de lidstaten om innovatieve benaderingen vast te stellen.

Amendement  20

Voorstel voor een besluit

Overweging 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis) De Europese Dag van solidariteit tussen de generaties wordt elk jaar op 29 april gevierd, een initiatief dat het Europees Parlement nadrukkelijk heeft toegejuicht in zijn resolutie van 11 november 2010 over demografische vraagstukken en solidariteit tussen de generaties1. Deze dag biedt elk jaar een goede gelegenheid voor Europa om zijn inzet ter versterking van de solidariteit en samenwerking tussen de generaties te vernieuwen ten einde een rechtvaardige en duurzame samenleving te bevorderen. Hij biedt tevens de gelegenheid voor alle stakeholders, met inbegrip van de maatschappelijke organisaties, om na te denken over de wijze waarop het best kan worden gereageerd op de uitdaging van de vergrijzing van de Europese bevolking.

 

________________________

1 Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0400.

Amendement  21

Voorstel voor een besluit

Overweging 14 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 ter) Bij dit besluit wordt een budget vastgesteld, dat geldt als het voornaamste referentiepunt voor de begrotingsautoriteit in de zin van punt 37 van het Interinstitutioneel akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer1.

 

________________________

1 PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

Amendement  22

Voorstel voor een besluit

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Het thema actief ouder worden komt aan de orde bij een groot aantal activiteiten van de Unie, zoals het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Progress-programma, het programma voor een leven lang leren, het volksgezondheidsprogramma, de specifieke programma's voor informatie- en communicatietechnologie en voor sociaaleconomische en menswetenschappen in het zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, het actieplan voor "Gezond ouder worden in de informatiemaatschappij", het gemeenschappelijke onderzoeks- en innovatieprogramma voor Ambient Assisted Living (AAL), het Programma concurrentievermogen en innovatie, met ICT-proefprojecten voor gezond ouder worden, en het Actieplan voor stedelijke mobiliteit. Medefinanciering door de Unie van activiteiten van het Europees Jaar zal in overeenstemming zijn met de prioriteiten en regels die van toepassing zijn, op jaar- of meerjarenbasis, op bestaande programma's en autonome begrotingsonderdelen op de terreinen werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen. Waar dat zinvol is, kunnen ook programma's en beleidsmaatregelen op andere terreinen, zoals onderwijs en cultuur, gezondheid, onderzoek, de informatiemaatschappij, en regionaal en vervoersbeleid het Europees Jaar ondersteunen.

(15) Het thema actief ouder worden komt tevens aan de orde bij een groot aantal activiteiten van de Unie, zoals het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Progress-programma, het programma voor een leven lang leren, met name het Grundtvig-programma, het communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008‑2013), de specifieke programma's voor informatie- en communicatietechnologie en voor sociaaleconomische en menswetenschappen in het zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, het actieplan voor "Gezond ouder worden in de informatiemaatschappij", het gemeenschappelijke onderzoeks- en innovatieprogramma voor Ambient Assisted Living (AAL), het Programma concurrentievermogen en innovatie, met ICT‑proefprojecten voor gezond ouder worden, de voorbereidende actie CALYPSO voor een sociaal toerisme, en het Actieplan voor stedelijke mobiliteit. Derhalve kan het Europees Jaar van deze programma's profiteren binnen de bestaande marges die zij bieden voor de financiering van prioriteiten op jaar- of meerjarenbasis.

Amendement  23

Voorstel voor een besluit

Overweging 15 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(15 bis) Om de participatie van een breed scala van organisaties te waarborgen, moeten er vereenvoudigde procedures beschikbaar zijn voor kleinschaliger gebeurtenissen en verrichtingen.

Amendement  24

Voorstel voor een besluit

Overweging 15 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(15 ter) Er kunnen zich bij een aantal relevante netwerken op het niveau van de Unie ernstige budgettaire restricties voordoen die hun participatie in het Europees Jaar mogelijk beperken; daarmee moet rekening worden gehouden indien aanvullende middelen op het niveau van de Unie beschikbaar komen.

Amendement  25

Voorstel voor een besluit

Overweging 15 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(15 quater) Het is zaak om tussen het Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010), het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk (2011) en het Europees Jaar voor actief ouder worden (2012) synergieën te bevorderen.

Amendement  26

Voorstel voor een besluit

Artikel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2012 wordt uitgeroepen tot het Europees Jaar voor actief ouder worden (hierna "het Europees Jaar" genoemd).

2012 wordt uitgeroepen tot het Europees Jaar voor actief ouder worden en de bevordering van de solidariteit tussen de generaties, met als ondertitel "Behoud van vitaliteit en eerbiediging van ieders waardigheid" (hierna "het Europees Jaar" genoemd).

Amendement  27

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het algemene doel van het Europees Jaar is de inspanningen aan te moedigen en te ondersteunen van lidstaten, hun regionale en lokale overheden, de sociale partners en de maatschappelijke organisaties om actief ouder worden te bevorderen, en meer te doen om het potentieel van snel groeiende bevolkingsgroep van tegen de zestig en ouder te mobiliseren, en aldus de solidariteit tussen de generaties in stand te houden. Actief ouder worden betekent dat gezorgd moet worden voor meer mogelijkheden en betere arbeidsomstandigheden om oudere werknemers in staat te stellen een rol te blijven spelen op de arbeidsmarkt, dat sociale uitsluiting bestreden moet worden door actieve deelname aan het maatschappelijk leven te stimuleren, en dat gezond ouder worden aangemoedigd moet worden. Op basis daarvan zijn de volgende doelstellingen bepaald:

Het algemene doel van het Europees Jaar is het creëren van een duurzame cultuur voor actief ouder worden in Europa te vergemakkelijken op basis van een maatschappij voor alle leeftijden en van solidariteit tussen de generaties.

 

In dit verband moet het Europees Jaar de inspanningen aanmoedigen en ondersteunen van lidstaten, hun regionale en lokale overheden, de sociale partners, bedrijven en de maatschappelijke organisaties, met inbegrip van religieuze organisaties en verenigingen die zich bezighouden met de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, om actief ouder worden te bevorderen, en meer te doen om het potentieel van de snel groeiende bevolkingsgroep van tegen de zestig en ouder te mobiliseren, en aldus de vitaliteit van ouderen in stand te houden, hun maatschappelijke participatie te vergroten, een positieve perceptie van ouderen in de maatschappij te bevorderen, een maatschappij zonder barrières voor alle leeftijden te creëren en de solidariteit en samenwerking tussen de generaties te bevorderen. Hiertoe is het van essentieel belang dat het Europees Jaar steun geeft aan en optimaal gebruik maakt van initiatieven die rekening houden met de specifieke behoeften van ouderen, mede op plaatselijk en regionaal niveau.

 

Actief ouder worden is het proces waarin de mogelijkheden voor gezondheid, participatie en veiligheid geoptimaliseerd worden, teneinde de levenskwaliteit van personen naarmate zij ouder worden te verbeteren. Het stelt hen in staat hun welzijnspotentieel gedurende het hele leven te benutten en in overeenstemming met hun behoeften, wensen en capaciteiten aan de samenleving deel te nemen en daarbij beroep te doen op adequate bescherming, veiligheid en zorg wanneer zij behoefte hebben aan hulp. Actief ouder worden betekent dat gezorgd moet worden voor beter onderwijs, betere opleiding en mogelijkheden voor een leven lang leren en betere en leeftijdvriendelijke arbeidsomstandigheden om oudere werknemers in staat te stellen een rol te blijven spelen op de arbeidsmarkt, dat de rol van ouderen in het gezinsleven en vrijwilligerswerk en hun actieve deelname aan het maatschappelijk leven moet worden ondersteund, dat leeftijdsdiscriminatie en vooroordelen moeten worden bestreden, dat negatieve stereotypen moeten worden weggenomen, armoede en sociale uitsluiting moet worden bestreden en dat gezond ouder worden in waardigheid aangemoedigd moet worden en vergemakkelijkt door preventieve maatregelen en toegang tot kwaliteitsvolle sociale en gezondheidsdiensten.

 

Op basis daarvan zijn de volgende doelstellingen van het Europees Jaar bepaald:

Amendement  28

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1) de algemene bewustwording van de waarde van actief ouder worden bevorderen, om duidelijk te maken dat ouderen een nuttige bijdrage leveren aan de samenleving en de economie, om actief ouder worden te bevorderen en om het potentieel van ouderen beter te mobiliseren;

1) de algemene bewustwording van de waarde van actief ouder worden bevorderen en hieraan een prominente plaats op de agenda van de stakeholders op alle niveaus geven, om duidelijk te maken dat ouderen een nuttige bijdrage leveren aan de samenleving, het gezinsleven en de economie, om actief en gezond ouder worden en de solidariteit tussen de generaties te bevorderen waarbij de vitaliteit wordt behouden en de waardigheid van allen wordt geëerbiedigd, om leeftijdsdiscriminatie en negatieve stereotypen van ouderdom te bestrijden, om barrières weg te nemen en de diversiteit in alle leeftijdsgroepen te erkennen en om het potentieel van ouderen beter te mobiliseren ongeacht hun etnische of culturele achtergrond, waarbij speciaal erop wordt gelet dat zij in staat worden gesteld deel te nemen aan de arbeidsmarkt, vrijwillige activiteiten en een leven lang leren, dat degenen die een activiteit blijven uitoefenen worden beschermd, dat het bewustzijn wordt vergroot van de waardevolle bijdrage van oudere personeelsleden en dat armoede onder bejaarden, met name onder vrouwen, wordt bestreden;

Amendement  29

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2) het debat stimuleren en het van elkaar leren tussen lidstaten en stakeholders op alle niveaus ontwikkelen, teneinde beleid inzake actief ouder worden te bevorderen, goede praktijken te inventariseren en te verspreiden, en samenwerking en synergieën aan te moedigen;

2) het debat stimuleren, informatie uitwisselen en het van elkaar leren tussen lidstaten en stakeholders ontwikkelen, met inbegrip van de sociale partners en het maatschappelijk middenveld op Unie-, nationaal, regionaal en plaatselijk niveau teneinde beleid inzake actief ouder worden te bevorderen, duurzame en veilige pensioenstelsels in Europa te stimuleren en uitdagingen te herkennen, goede praktijken te inventariseren en te verspreiden, en samenwerking en synergieën aan te moedigen;

Amendement  30

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3) een kader bieden voor toezeggingen en concrete actie om lidstaten en stakeholders op alle niveaus in staat te stellen beleidsmaatregelen te ontwikkelen door middel van specifieke activiteiten en zich te verplichten tot het nastreven van specifieke doelstellingen in verband met actief ouder worden.

3) een kader bieden voor toezeggingen en concrete actie om de Unie, lidstaten en stakeholders op alle niveaus in staat te stellen met grote betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, de sociale partners en het bedrijfsleven en speciale aandacht voor het bevorderen van informatiestrategieën – vernieuwende oplossingen, beleidsmaatregelen en langetermijnstrategieën te ontwikkelen door middel van specifieke activiteiten en zich te verplichten tot het nastreven van specifieke doelstellingen in verband met actief ouder worden en de solidariteit tussen de generaties.

Amendement  31

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis) een hogere waardering voor en een betere algemene erkenning en stimulering van de bijdrage van ouderen aan de economische en sociale ontwikkeling van Europa, met een hoge waardering van hun ervaring als uitdrukkelijke toegevoegde waarde voor de economie en de maatschappij.

Amendement  32

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter) activiteiten bevorderen die de ontwikkeling van allesomvattende leeftijdbeheersstrategieën inzake werkgelegenheid en werk, alsmede activiteiten ter vergemakkelijking van de invoering van coherente gezinsvriendelijke beleidsmaatregelen die een zinvolle invloed kunnen hebben op de demografische tendensen, activiteiten waarmee de nadruk wordt gelegd op het belang van preventie bij gezondheidsproblemen en van gezonde leefwijzen, met speciale nadruk op met leeftijd verband houdende aandoeningen, en activiteiten waarmee het respect voor de waardigheid van ouderen, hun gezondheid, met inbegrip van hun toegang tot gezondheidszorg, hun leefkwaliteit en hun autonomie worden vergroot;

Amendement  33

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 3 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 quater) structureel fiscaal beleid invoeren dan wel versterken ten gunste van organisaties zonder winstoogmerk, zodat zij hun activiteiten ter ondersteuning van actief ouder worden en kansarme delen van de bevolking voortdurend en niet slechts bij gelegenheid kunnen plannen en uitvoeren.

Amendement  34

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 1 – streepje 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

– conferenties, evenementen en initiatieven ter bevordering van het debat, de bewustwording en het aangaan van specifieke verplichtingen;

– conferenties, evenementen en initiatieven, met de actieve deelneming van de sociale partners, bedrijven, met inbegrip van het MKB, maatschappelijke en religieuze organisaties, ter bevordering van het debat, de bewustwording en het aangaan van specifieke verplichtingen die bijdragen tot een langdurige en blijvende invloed op toekomstige initiatieven en activiteiten op het gebied van actief ouder worden;

Amendement  35

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 1 – streepje 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

– voorlichtings-, promotie- en educatieve campagnes;

– voorlichtings-, promotie-, educatieve, advies- en opleidingscampagnes die zijn afgestemd op de nationale, regionale of plaatselijke omstandigheden, alsmede op specifieke groepen waarbij gebruik wordt gemaakt van multimedia- en sociale netwerken;

Amendement  36

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 1 – streepje 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

– uitwisseling van informatie, ervaring en goede praktijken;

– uitwisseling van informatie, ervaring en goede praktijken mede via de open coördinatiemethode, netwerken van contacten die door de stakeholders zijn opgezet ter verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar en tussen de plaatselijke verantwoordelijken die bevoegdheden hebben ten aanzien van actief ouder worden en de solidariteit tussen de generaties;

Amendement  37

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 1 – streepje 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

– onderzoeken en enquêtes op het niveau van de Unie of op nationale schaal, en verspreiding van de resultaten.

– onderzoeken en enquêtes op het niveau van de Unie of op nationale of regionale schaal, en verspreiding van de resultaten, met name met betrekking tot de economische en sociale weerslag van het bevorderen van beleidsmaatregelen voor actief ouder worden.

Amendement  38

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Bij de tenuitvoerlegging van de in lid 1 bedoelde activiteiten dient op horizontale basis aandacht te worden geschonken aan de op gezond ouder worden gerichte, preventieve gezondheidszorg en aan de participatie van alle generaties bij het nastreven van de doelstellingen van het Europees Jaar, met name door het bevorderen van deelneming van ouder wordende en jonge mensen aan gemeenschappelijke initiatieven met extra aandacht voor de typische kenmerken en de kansen die door de uitwisseling tussen de generaties worden geboden. Methodes voor de participatie van ouderen zouden geanalyseerd en geconsolideerd moeten worden ten einde een onderbouwde optimale praktijk te ontwikkelen.

Amendement  39

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De Commissie en de lidstaten moeten worden ertoe aangezet om meer kansen te bieden aan personen die ouderen willen helpen en die zich inzetten voor collecteprogramma's, zodat hun enthousiasme en hun ervaring een positief doel dienen;

Amendement  40

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De Commissie en de lidstaten houden bij de organisatie en tenuitvoerlegging van het Europees Jaar rekening met het aspect gendermainstreaming.

3. De Commissie en de lidstaten houden rekening met de noodzaak om de specifieke aspecten van de situatie van vrouwen en mannen te integreren en met de noodzaak om alle generaties te betrekken bij de organisatie en tenuitvoerlegging van het Europees Jaar, en zij zouden moeten trachten een benadering met de participatie van alle generaties te ontwikkelen waarbij hun diversiteit wordt erkend. Er wordt speciale aandacht besteed aan de integratie van personen met een handicap, alsmede aan het bestrijden van alle vormen van discriminatie waarvan ouderen het slachtoffer kunnen worden.

Amendement  41

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De Commissie houdt rekening met de mogelijkheden van grensoverschrijdende activiteiten op regionaal of lokaal niveau ter verwezenlijking van de in artikel 2 genoemde doelstellingen.

Amendement  42

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter. De in het kader van het Europese Jaar voor actief ouder worden genomen maatregelen zullen een gedecentraliseerd karakter hebben en op meerdere niveaus worden aangestuurd.

Motivering

Het is van essentieel belang om regionale en plaatselijke spelers in de lidstaten bij de uitvoering van de specifieke acties te betrekken. Aansturing op meerdere niveaus staat borg voor sterke betrokkenheid van alle belanghebbenden en vormt ook een solide basis voor een duurzaam karakter van de inspanningen en initiatieven.

Amendement  43

Voorstel voor een besluit

Artikel 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Iedere lidstaat benoemt een nationale coördinator die verantwoordelijk is voor de organisatie van de deelname van die lidstaat aan het Europees Jaar. De nationale coördinatoren zien er ook op toe dat de nationale activiteiten passend gecoördineerd worden.

1. Iedere lidstaat benoemt een nationale coördinator die verantwoordelijk is voor de organisatie van de deelname van die lidstaat aan het Europees Jaar en stelt de Commissie van deze benoeming in kennis.

 

2. Uiterlijk op 30 september 2011 stelt elke lidstaat de Commissie in kennis van zijn werkprogramma, dat details van de in het kader van het Europees Jaar geplande nationale activiteiten omvat.

 

3. De nationale coördinatoren werken onafhankelijk, zonder alleen de standpunten van de regeringen tot uiting te brengen en zien er ook op toe dat de nationale activiteiten worden uitgevoerd overeenkomstig de in artikel 2 opgesomde doelstellingen en passend gecoördineerd worden, en dat stakeholders, met inbegrip van de sociale partners en de maatschappelijke organisaties, volledig worden betrokken bij het opzetten en uitvoeren van het Europees Jaar op plaatselijk, regionaal en nationaal niveau.

Amendement  44

Voorstel voor een besluit

Artikel 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 4 bis

 

Deelnemende landen

 

Het Europees Jaar staat open voor de deelname van:

 

a) lidstaten;

 

b) kandidaat-lidstaten; en

 

c) EVA‑landen die partij zijn bij de EER‑Overeenkomst.

Amendement  45

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 – alinea -1 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Commissie voert het Europees Jaar op Unieniveau uit.

Amendement  46

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie organiseert vergaderingen van de nationale coördinatoren met het oog de coördinatie op het niveau van de Unie en voor de uitwisseling van informatie, onder andere over de gestelde beleidsdoelen en de gemaakte vorderingen in de lidstaten.

De Commissie organiseert vergaderingen van de nationale coördinatoren met het oog op de coördinatie op het niveau van de Unie en de uitwisseling van informatie en kennis, onder andere over de gestelde beleidsdoelen en de gemaakte vorderingen in de lidstaten.

Amendement  47

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Commissie vergemakkelijkt en ondersteunt de activiteiten op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau, met inbegrip van het voorstellen van geschikte nieuwe wegen en instrumenten voor het verwezenlijken van beleidsdoelstellingen. Met het oog op de evaluatie spoort de Commissie nationale bureaus voor de statistiek aan bijzondere aandacht te schenken aan het evalueren van de in artikel 3, lid 1 bedoelde activiteiten die gedurende het Europees Jaar binnen hun land hebben plaatsgevonden, en daarbij met name op de publieke steun te letten.

Amendement  48

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 – alinea 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Het thema van het Europees Jaar is een prioriteit in de communicatieactiviteiten van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten en in de werkprogramma's van relevante sleutelnetwerken op Europees niveau die voor hun exploitatiekosten in aanmerking komen voor steun uit de EU‑begroting.

Amendement  49

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 5 bis

 

Financiële en niet-financiële ondersteuning

 

1. De in artikel 3, lid 1 bedoelde activiteiten op Unieniveau kunnen middels een aanbesteding of subsidies uit de algemene begroting van de Europese Unie worden gefinancierd.

 

2. Waar dat zinvol is, kunnen programma's en beleidsmaatregelen op terreinen die een bijdrage leveren tot de bevordering van actief ouder worden, zoals werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen, onderwijs en cultuur, gezondheid, onderzoek, de informatiemaatschappij, en regionaal beleid en vervoersbeleid, het Europees Jaar ondersteunen overeenkomstig de toepasselijke regels en binnen de bestaande marges voor het vaststellen van prioriteiten.

 

3. Niet-financiële ondersteuning kan door de Unie worden verleend voor initiatieven van openbare en particuliere organisaties overeenkomstig artikel 3, lid 2.

Amendement  50

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 5 ter

 

Begroting

 

1. De financiële middelen voor de tenuitvoerlegging van dit besluit op Unieniveau, met name de in artikel 3, lid 1 bedoelde activiteiten, bedragen voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012 ten minste 6 000 000 euro waarvan 2 000 000 euro worden gereserveerd voor aanwending in de periode tot 31 december 2011.

 

2. De begrotingsautoriteit geeft binnen de grenzen van het financiële kader toestemming voor de jaarlijkse kredieten.

Amendement  51

Voorstel voor een besluit

Artikel 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 6 bis

 

Internationale samenwerking

 

In het kader van het Europees Jaar kan de Commissie samenwerken met de relevante organen van andere internationale organisaties, met name de Verenigde Naties en de Raad van Europa, met het oog op een grotere doeltreffendheid en de zichtbaarheid van de inspanningen van de Unie.

Amendement  52

Voorstel voor een besluit

Artikel 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie legt uiterlijk op 30 juni 2014 een verslag voor aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio's over de tenuitvoerlegging, de resultaten en de algemene boordeling van de in dit besluit vastgelegde initiatieven.

1. De Commissie legt uiterlijk op 30 juni 2014 een verslag voor aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio's over de tenuitvoerlegging, de resultaten en de algemene boordeling van de in dit besluit vastgelegde initiatieven van de Commissie en de lidstaten, dat als basis moet dienen voor toekomstig beleid, maatregelen en acties van de EU op dit gebied.

 

2. Het verslag bevat ook informatie over de manier waarop gender en handicap in de activiteiten van het Europees Jaar zijn gemainstreamd en over de manier waarop het Europees Jaar heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van een duurzame cultuur van actief ouder worden in geheel Europa.

  • [1]  Nog niet in het Publicatieblad verschenen.

TOELICHTING

De vergrijzing van de bevolking van de EU vormt een van de belangrijkste uitdagingen, maar ook een van de grootste kansen.

De toename van de levensverwachting in verband met de vergrijzing is ongetwijfeld een buitengewone maatschappelijke verworvenheid en een prestatie van onze tijd. Heden ten dagen leven de Europeanen langer en gezonder dan ooit tevoren, hetgeen een positieve en bemoedigende ontwikkeling is. Deze prestatie confronteert de Europese samenleving echter ook met een aantal uitdagingen, met name op het gebied van de werkgelegenheid en de sociale bescherming. Ter illustratie zij vermeld dat volgens de demografische ramingen van Eurostat in 2030 een daling van 6,8% (20,8 miljoen mensen) van de mensen in de werkende leeftijd te verwachten is. Aldus zullen slechts twee mensen in de werkende leeftijd (15‑64 jaar) één gepensioneerde (ouder dan 65 jaar) moeten ondersteunen in vergelijking met de huidige verhouding van vier op één. De EU zal derhalve worden geconfronteerd met een sterke stijging van het aandeel van de ouderen en een scherpe daling van het aandeel van de bevolking dat jonger dan 50 is, hetgeen weer de druk op de overheidsbegrotingen en pensioenregelingen, alsmede op de sociale en zorgstelsels voor ouderen kan vergroten. Bovendien wordt ouderdom vaak geassocieerd met ziekte en hulpbehoevendheid, en kunnen ouderen zich uitgesloten voelen van de arbeidsmarkt, maar ook van het gezinsleven en de maatschappij.

Derhalve kan de vergrijzing van de bevolking als een grote uitdaging, zo niet als een risico worden beschouwd, maar kan zij aan de Europese samenleving ook nieuwe kansen bieden afhankelijk van de vraag hoe goed wij ons hierop voorbereiden. Bij het aangaan van deze uitdaging is het van cruciaal belang ervoor te zorgen dat de bevolking van over de vijftig en ouder langer aan het werk kan blijven, actief aan het maatschappelijk leven kan blijven deelnemen en zo lang mogelijk gezond en onafhankelijk kan blijven. Het is derhalve een uitdaging waarop de Europese samenleving zich moet voorbereiden en die met een goede en vroegtijdige voorbereiding een kans voor Europa kan worden om sneller en met een grotere mate aan sociale samenhang tussen de generaties te gedijen.

Regeringen en overheidsbeleid moeten aan deze uitdaging op een aantal gebieden het hoofd bieden, met name door de kadervoorwaarden te creëren waarmee de gevolgen van de vergrijzing kunnen worden aangepakt. Bovendien moeten de privésector, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld, alsmede de afzonderlijke burgers hun respectieve bijdrage leveren. Al deze belanghebbenden vormen de sleutelfactoren bij het vinden van oplossingen voor de uitdaging van Europa's vergrijzende samenleving.

In reactie op de uitdaging op EU‑niveau diende de Commissie op 6 september 2010 een voorstel voor een besluit in waarmee 2012 wordt uitgeroepen tot Europees Jaar voor actief ouder worden. Het voorgestelde initiatief zou de inspanningen aanmoedigen en ondersteunen van lidstaten, regionale en lokale overheden, sociale partners en maatschappelijke organisaties om actief ouder worden te bevorderen, en om meer te doen om het potentieel van de snel groeiende bevolkingsgroep van boven de 50 en ouder te mobiliseren. Het Europees Jaar zou derhalve moeten dienen als kader voor het kweken van bewustzijn, voor het vaststellen en verspreiden van goede praktijken, en - als belangrijkste aspect - voor het aanmoedigen van beleidsmakers en belanghebbenden op alle niveaus om het actief ouder worden te bevorderen.

Uw rapporteur is zeer te spreken over het Commissievoorstel en de hierin gekozen algemene benadering. Een dergelijk Europees Jaar zou een goede kans kunnen en moeten bieden om stil te staan bij het demografische fenomeen dat een uitdaging voor de EU en haar lidstaten vormt. Dit jaar zou echter tevens het pad moeten effenen voor het doen van gedegen toezeggingen om het actief ouder worden op alle niveaus te bevorderen. Er dienen inspanningen te worden gedaan om de resultaten van het Europees Jaar te consolideren in het kader van specifieke beleidsmaatregelen en programma's op alle relevante beleidsterreinen waardoor aldus permanente praktijken worden gestimuleerd.

Bovendien is uw rapporteur van oordeel dat het voorstel voor het Europees Jaar moet worden geamendeerd om rekening te houden met de volgende specifieke kwesties:

1.  een maatschappij die waarde hecht aan actief ouder worden, moet kadervoorwaarden bieden niet alleen om actief ouder worden mogelijk te maken, maar ook het ouder worden met behoud van vitaliteit en eerbiediging van ieders waardigheid. Bovendien is het actief ouder worden slechts te verwezenlijken in een maatschappij die is gebaseerd op solidariteit en samenwerking tussen de generaties.

Volgens de definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie hoort bij actief ouder worden het creëren van meer mogelijkheden voor ouderen om te blijven werken, langer gezond te blijven en op andere manieren aan de samenleving te blijven bijdragen, bijvoorbeeld via vrijwilligerswerk. Derhalve moeten de maatschappij en de economie mensen helpen hun fysieke, sociale en geestelijke welzijn tot op hoge leeftijd in stand te houden. Bijgevolg is een allesomvattende benadering nodig ter bevordering van het actief ouder worden waartoe de aspecten van gezondheid, vitaliteit en waardigheid moeten behoren, willen wij het mogelijk maken dat ouderen actieve deelnemers van de maatschappij en zolang mogelijk autonoom blijven.

Voorts is het voor het bevorderen van actief ouder worden van cruciaal belang om de solidariteit en samenwerking tussen de generaties te vergroten. Dit idee wordt door een aantal maatschappelijke organisaties die de belangen van verschillende leeftijdsgroepen verdedigen, met name AGE en het Europese Jeugdplatform, gedeeld en bevorderd. Hiertoe wordt elk jaar op 29 april de Europese Dag van solidariteit tussen de generaties gevierd. Toch mag de solidariteit tussen jongeren, actieven en ouderen niet alleen vanuit een financieel oogpunt worden benaderd. Zij moet daarentegen in een ruimere context worden gezien waartoe de bevordering van wederzijdse samenwerking en uitwisseling tussen alle generaties behoort, opdat zij allemaal hun plaats in de maatschappelijk vinden en allemaal naar vermogen hun bijdrage aan de Europese maatschappij kunnen leveren. De Europese samenleving moet een samenleving voor alle leeftijden worden.

Derhalve stelt uw rapporteur voor dat 2012 wordt uitgeroepen tot "Europees Jaar voor actief ouder worden – het bevorderen van de solidariteit tussen de generaties, het behouden van de vitaliteit en het eerbiedigen van ieders waardigheid" en dat de drie pijlers – vitaliteit, waardigheid en solidariteit tussen de generaties – in de doelstellingen en activiteiten van het Europees jaar tot uiting komen.

2.  Het Europees Jaar 2012 zou en bijdrage moeten leveren tot het ontwikkeling van een cultuur voor het actief ouder worden in Europa als een pakket van houdingen, waarden, doelstellingen en praktijken dat door alle Europeanen wordt gedeeld.

Actief ouder worden moet integraal deel gaan uitmaken van het Europees sociaal model en de sociale markteconomie. Het moet een van de hoekstenen van de "Europese leefwijze" worden, op basis van drie pijlers: vitaliteit, waardigheid en solidariteit tussen de generaties. Ter verwezenlijking hiervan moet het Europees jaar bijdragen tot een mentaliteitsverandering, het ontwikkelen van eigen inbreng en ononderbroken steun voor het actief ouder worden in alle generaties, met inbegrip van de bevolking boven de 50 en ouder. Het Europees Jaar moet ook onder het grote publiek het imago van ouderen en van de bijdrage die zij kunnen leveren, helpen verbreiden. Het Europees Jaar zou ertoe moeten bijdragen de wijze waarop onze samenleving georganiseerd is te veranderen, alsmede de sociale verhoudingen en banden tussen en binnen de generaties opnieuw af te bakenen.

Uw rapporteur stelt derhalve voor om de overkoepelende doelstelling van het Europees Jaar zo vast te stellen dat het jaar een bijdrage levert aan het creëren van een duurzame cultuur voor actief ouder worden in Europa.

3.  Voor het verwezenlijken van de algehele doelstellingen gedurende het Europees Jaar is betrokkenheid en steun van alle belanghebbenden nodig, maar ook een minimum aan begrotingsmiddelen.

Het Europees Jaar zou de participatie en betrokkenheid van alle belanghebbenden op nationaal, regionaal, plaatselijk en EU-niveau mogelijk moeten maken en stimuleren. De rol van de sociale partners en maatschappelijke organisaties is in dit verband van cruciaal belang. Onder laatstgenoemde moet speciaal aandacht worden geschonken aan de kerken en diverse verenigingen die zich inzetten voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.

Aangezien vele van de bestaande financieringsprogramma's van de EU op diverse gebieden van belang zijn voor actief ouder worden, kunnen zij een bijdrage leveren tot de verwezenlijking van het Europees Jaar. Het bevorderen van een dergelijke bijdrage zou welkom zijn, ook omdat beleidssteun voor actief ouder worden op uiteenlopende gebieden noodzakelijk is. De daadwerkelijke bijdrage uit deze programma's zal echter tot aan het einde van het Europees Jaar onduidelijk blijven. Bovendien is het voor de EU van het allergrootste belang om de lidstaten zoveel mogelijk te steunen bij het organiseren van hun activiteiten op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau, met inbegrip van het creëren van voorwaarden voor het afbakenen en delen van ervaringen. Derhalve is het zaak een bepaalde bedrag aan middelen te reserveren voor de activiteiten op EU-niveau die specifiek zijn voor het Europees Jaar, zoals voorlichting en communicatie, alsmede conferenties, analyses en onderzoeken op het niveau van de EU.

Ter ondersteuning van de duurzaamheid van het Europees Jaar dringt uw rapporteur derhalve aan op een speciaal begrotingsonderdeel voor het Europees Jaar 2012.

De EU en haar lidstaten hebben in het verleden veel gedaan om de levensverwachting van de Europese burgers te verhogen. Economische welvaart, sociale zekerheid en duurzame vrede hebben ervoor gezorgd dat de leefkwaliteit is toegenomen. Tegelijkertijd doen zich nieuwe uitdagingen voor waaraan we het hoofd moeten bieden. Het leven in een cultuur van actief ouder worden kan in dit opzicht nuttig zijn, met name wanneer het actief ouder worden op allesomvattende wijze wordt aangepakt, met inbegrip van preventie en bevordering van het respect voor de middelen en talenten die mensen van alle generaties aan de economie en de samenleving te bieden hebben.

Het Europees Jaar 2012 moet derhalve een mijlpaal voor deze ontwikkelingen in Europa vormen waarbij mensen in het centrum van het beleid, de samenleving en de economie komen te staan en de Europese samenleving een samenleving voor alle leeftijden wordt.

ADVIES VAN DE BEGROTINGSCOMMISSIE INZAKE DE FINANCIËLE VERENIGBAARHEID

9.2.2011

Mevrouw Pervenche BERÈS

Voorzitter van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Europees Parlement

Wiertzstraat

B-1047 BRUSSEL

Betreft: Advies over de financiële verenigbaarheid van het ontwerpverslag-Kastler over het Europees Jaar voor actief ouder worden (COM(2010)0462 – C7‑0253/2010 – 2010/0242(COD))

Geachte mevrouw Berès

Bij schrijven van 13 januari 2011 heeft u de Begrotingscommissie overeenkomstig artikel 38, lid 2, van het Reglement om advies gevraagd over de financiële verenigbaarheid van de in bovengenoemd ontwerpverslag voorgestelde wijzigingen.

Naar aanleiding van het besluit van de coördinatoren van 26 januari heeft de Begrotingscommissie overeenkomstig artikel 38, lid 3, van het Reglement bovengenoemde kwestie behandeld tijdens haar vergadering van 7 februari.

In dit stadium sprak de commissie zich met algemene stemmen uit voor de verenigbaarheid van de financiële amendementen in bovengenoemd ontwerpverslag waarin wordt voorgesteld een bedrag van 4 miljoen euro aan vastleggingskredieten in de begroting 2012 op te nemen voor activiteiten op EU‑niveau in het kader van het Europees Jaar 2012.

Het besluit is gebaseerd op de huidige evaluatie van de onder rubriek 1 a voor het begrotingsjaar 2012 beschikbare marges na de informatie van de Europese Commissie in haar financiële programmering, die op 31 januari is gepubliceerd.

Er zij evenwel opgemerkt dat de daadwerkelijke extra middelen, indien nodig, die aan het Europees Jaar 2012 moeten worden toegekend, afhangen van de reële marge die binnen de in april 2011 verwachte ontwerpbegroting 2012 beschikbaar is en vooral van het resultaat van de onderhandelingen tussen de beide takken van de begrotingsautoriteit, die in het tweede halfjaar van dit jaar zullen plaatsvinden.

Hoogachtend,

(w.g.) Alain Lamassoure

Voorzitter van de Begrotingscommissie

ADVIES van de Commissie regionale ontwikkeling (27.1.2011)

aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden (2012)
(COM(2010)0462 – C7‑0253/2010 – 2010/0242(COD))

Rapporteur voor advies: Lambert van Nistelrooij

BEKNOPTE MOTIVERING

De Commissie heeft voorgesteld 2012 uit te roepen tot Europees Jaar van het actief ouder worden. Het algemene doel van het Europees Jaar is de inspanningen aan te moedigen en te ondersteunen van lidstaten, hun regionale en lokale overheden, de sociale partners en de maatschappelijke organisaties om actief ouder worden te bevorderen, en meer te doen om het potentieel van de snel groeiende bevolkingsgroep van eind vijftig en ouder te mobiliseren, en aldus de solidariteit tussen de generaties in stand te houden. Actief ouder worden wordt gedefinieerd als zorgen voor meer mogelijkheden en betere arbeidsomstandigheden om oudere werknemers in staat te stellen een rol te blijven spelen op de arbeidsmarkt, dat sociale uitsluiting bestreden moet worden door actieve deelname aan het maatschappelijk leven te stimuleren, en dat gezond ouder worden aangemoedigd moet worden.

Artikel 2 van het voorstel voor een beschikking bevat de vier doelstellingen van het Europees Jaar. De praktische maatregelen voor de uitvoering ervan zijn opgenomen in artikel 3 en omvatten initiatieven die door de EU en de nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten in de lidstaten moeten worden georganiseerd en uitgevoerd.

De amendementen van de commissie REGI zijn dan ook bedoeld om:

–   ervoor te zorgen dat actief ouder worden een duidelijke plaats op de beleidsagenda krijgt;

–   een subtitel aan de naam van het Europees Jaar toe te voegen - bevordering van solidariteit tussen de generaties - waardoor een belangrijke reden waarom de samenleving actief ouder worden dient te bevorderen duidelijker onder de aandacht wordt gebracht;

–   de nadruk te leggen op de essentiële rol die het Europees Jaar kan vervullen bij het steunen en stimuleren van plaatselijke en regionale projecten en initiatieven die ouderen in staat stellen een bijdrage te leveren aan de gemeenschap en te profiteren van adequate bescherming, veiligheid en gezondheidszorg;

–   te waarborgen dat er in de steden en regio's in de lidstaten bewustmaking plaatsvindt;

–   te waarborgen dat initiatieven die in het kader van het Europees Jaar voor actief ouder worden genomen worden via een gedecentraliseerde aanpak gebeuren en, zoals onderstreept in het Territoriaal Pact van lokale en regionale overheden met betrekking tot de Europa-2020-strategie, op multilevel ownership zijn gebaseerd;

–   te voorzien in nauwkeurige coördinatie, coherentie en doeltreffendheid via invoering van strategische richtsnoeren voor de uitvoering van projecten die in het kader van het Europees Jaar worden geïnitieerd;

–   de aandacht te vestigen op het belang van de ontwikkeling van ICT-technologie, die een concreet antwoord kan geven op de uitdagingen waarmee een vergrijzende samenleving te maken krijgt.

AMENDEMENTEN

De Commissie regionale ontwikkeling verzoekt de ten principale bevoegde Commissie werkgelegenheid en sociale zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een besluit

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) Overeenkomstig artikel 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moet de Commissie samenwerking tussen de lidstaten aanmoedigen en de coördinatie van hun optreden op het gebied van het sociaal beleid vergemakkelijken.

Motivering

Aanvulling in verband met het nieuwe institutionele kader waarin het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet.

Amendement  2

Voorstel voor een besluit

Overweging 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 ter) Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie erkent in artikel 174 dat bepaalde regio's van de Unie kampen met ernstige en permanente demografische belemmeringen, die hun ontwikkeling nadelig kunnen beïnvloeden en bijzondere aandacht vergen om het doel van economische, sociale en territoriale samenhang te verwezenlijken.

Motivering

Artikel 174 van het VWEU erkent dat bepaalde regio's van de Europese Unie te maken hebben met problemen als gevolg van hun demografische kenmerken, zoals gebieden met een lage bevolkingsdichtheid, en dat deze situatie een bijzondere aandacht in Europese beleidsmaatregelen vereist.

Amendement  3

Voorstel voor een besluit

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Het percentage personen van eind vijftig en ouder op de totale bevolking van de Europese Unie zal sneller stijgen dan ooit tevoren. De grootste toename valt in de periode 2015‑2035 te verwachten, als de populatie van 60 jaar en ouder met 2 miljoen mensen per jaar toeneemt. Deze toename is een uiterst positieve zaak, want een logisch gevolg van betere gezondheidszorg en kwaliteit van het bestaan. Niettemin ziet de Unie zich – door de praktische gevolgen van de demografische veranderingen – geconfronteerd met een aantal pijnpunten, zoals een terugloop van de bevolking in sommige steden en regio's waardoor onder meer ook de aantrekkingskracht van deze steden en regio's afneemt, grote druk op de pensioenfondsen, en problemen bij het handhaven van de duurzaamheid van financiële middelen voor gezondheidszorg en overheidsdiensten.

Amendement  4

Voorstel voor een besluit

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) De Commissie heeft in haar mededeling "Europa 2020 – een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" benadrukt hoe belangrijk het is voor de Europese Unie dat de ouder wordende bevolking gezond en actief blijft, in het belang van sociale samenhang en hogere productiviteit. Zij heeft een kerninitiatief voorgesteld onder de titel "Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen", in het kader waarvan lidstaten met name beleid inzake actief ouder worden zouden moeten bevorderen, en een ander kerninitiatief betreffende een "Europees platform tegen armoede". De verwezenlijking van deze beleidsdoelen vereist actie op alle overheidsniveaus en van verschillende niet-gouvernementele stakeholders; deze actie kan op het niveau van de Unie ondersteund worden door activiteiten van het Europees Jaar die gericht zijn op bewustmaking en stimulering van de uitwisseling van goede praktijken. Nationale coördinatoren dienen erop toe te zien dat de nationale actie gecoördineerd is en aansluit op de algemene doelstellingen van het Europees Jaar. Er is ook voorzien in deelname van andere instellingen en stakeholders.

(10) De Commissie heeft in haar mededeling "Europa 2020 – een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" benadrukt hoe belangrijk het is voor de Europese Unie dat de ouder wordende bevolking gezond en actief blijft, in het belang van sociale samenhang en hogere productiviteit. Zij heeft een kerninitiatief voorgesteld onder de titel "Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen", in het kader waarvan lidstaten met name beleid inzake actief ouder worden zouden moeten bevorderen, en een ander kerninitiatief betreffende een "Europees platform tegen armoede". De verwezenlijking van deze beleidsdoelen vereist een aanpak die gebaseerd is op ownership op verschillende niveaus, en een krachtiger engagement en meer actie van alle plaatselijke en regionale autoriteiten alsmede de verschillende niet-gouvernementele stakeholders bewerkstelligt; die spelers dienen op hun beurt op het niveau van de Unie ondersteund te worden door activiteiten van het Europees Jaar die gericht zijn op bewustmaking en stimulering van de uitwisseling van goede praktijken en de totstandbrenging van synergie. Nationale coördinatoren dienen erop toe te zien dat de acties op centraal én op decentraal niveau gecoördineerd worden en aansluiten op de algemene doelstellingen van het Europees Jaar. Er is ook voorzien in deelname van andere instellingen en stakeholders.

Motivering

Om te bevorderen dat de bevolking op gezonde en actieve wijze ouder wordt, hetgeen in het belang is van meer sociale samenhang en grotere productiviteit, zoals met de Europa 2020-strategie wordt nagestreefd, is het van essentieel belang dat plaatselijke en regionale autoriteiten bij maatregelen betrokken worden. Maatregelen en initiatieven die via een ownership-aanpak op verschillende niveaus tot stand komen, garanderen dat zij zich engageren. Daarnaast zullen er nieuwe synergieën ontstaan via actieve participatie van de overheid op centraal en decentraal niveau en een goede coördinatie van activiteiten in het kader van het Europees Jaar.

Amendement  5

Voorstel voor een besluit

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) In haar mededeling "Een digitale agenda voor Europa", het eerste EU2020-kerninitiatief, dat op 19 mei 2010 is goedgekeurd, benadrukte de Commissie het belang van ICT voor gezond ouder worden, en stelde zij met name voor om het AAL-initiatief (Ambient Assisted Living, een initiatief om patiënten de kans te bieden om dankzij thuis- en mantelzorg in hun eigen woonomgeving te blijven functioneren) te versterken. In deze mededeling werd ook aanbevolen gezamenlijke actie te ondernemen om de digitale competenties van alle Europeanen te verbeteren, met inbegrip van ouderen, die oververtegenwoordigd zijn in de 150 miljoen burgers, ongeveer 30% van het totaal, die nog nooit gebruik hebben gemaakt van internet.

(13) In haar mededeling "Een digitale agenda voor Europa", het eerste EU2020-kerninitiatief, dat op 19 mei 2010 is goedgekeurd, benadrukte de Commissie het belang van ICT‑toepassingen en ‑diensten voor gezond ouder worden, en stelde zij met name voor om het AAL-initiatief (Ambient Assisted Living, een initiatief om patiënten de kans te bieden om dankzij thuis- en mantelzorg in hun eigen woonomgeving te blijven functioneren) te versterken. In deze mededeling werd ook aanbevolen gezamenlijke actie te ondernemen om de digitale competenties van alle Europeanen te verbeteren, met inbegrip van ouderen, die oververtegenwoordigd zijn in de 150 miljoen burgers, ongeveer 30% van het totaal, die nog nooit gebruik hebben gemaakt van internet. In de komende jaren moet met name worden geïnvesteerd in infrastructuur, om juist daar waar de behoeften het grootst zijn profijt te kunnen trekken van de mogelijkheden die de digitale strategie biedt, met name in de vorm van online zorgdiensten.

Amendement  6

Voorstel voor een besluit

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis) In de context van "Europa 2020" heeft de Commissie voorgesteld om begin 2011 in het kader van het programma Innovatie-Unie een proefproject te lanceren inzake actief en gezond ouder worden. Dit proefproject, dat het eerste partnerschap op gebied van innovatie vormt, omvat ook sociale innovatie en tracht verbetering van de levenskwaliteit te promoten, ziektes te voorkomen, sociale netwerken in de publieke sector en tussen de sociale partners te verbeteren, de invoering van nieuwe technologieën te stimuleren ter ondersteuning van de levenskwaliteit en de burgers in staat te stellen langer onafhankelijk langer en in goede gezondheid te leven en voor 2020 het gemiddelde aantal gezonde levensjaren van de burgers met twee te verhogen. Daarnaast is het project gericht op grotere duurzaamheid en efficiëntie van de Europese sociale en gezondheidszorgsystemen en de totstandbrenging van een Europese en wereldwijde markt voor innoverende ICT‑toepassingen en diensten. Dit zou bedrijven in de Unie nieuwe kansen bieden, waardoor het concurrentievermogen van de Unie toeneemt en er meer banen in de verschillende Europese regio's worden gecreëerd.

Amendement  7

Voorstel voor een besluit

Overweging 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis) In de mededeling van de Commissie van 9 november 2010 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Europese Investeringsbank, getiteld "Conclusies van het vijfde verslag over de economische, sociale en territoriale samenhang: de toekomst van het cohesiebeleid", wordt erkend dat de Europese Unie een cohesiebeleid moet ontwikkelen dat kan inspelen op maatschappelijke uitdagingen zoals de vergrijzing van de bevolking en dat zij voldoende middelen moet uittrekken om dit doel te kunnen verwezenlijken.

Amendement  8

Voorstel voor een besluit

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Het thema actief ouder worden komt aan de orde bij een groot aantal activiteiten van de Unie, zoals het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Progress-programma, het programma voor een leven lang leren, het volksgezondheidsprogramma, de specifieke programma's voor informatie- en communicatietechnologie en voor sociaaleconomische en menswetenschappen in het zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, het actieplan voor "Gezond ouder worden in de informatiemaatschappij", het gemeenschappelijke onderzoeks- en innovatieprogramma voor Ambient Assisted Living (AAL), het Programma concurrentievermogen en innovatie, met ICT-proefprojecten voor gezond ouder worden, en het Actieplan voor stedelijke mobiliteit. Medefinanciering door de Unie van activiteiten van het Europees Jaar zal in overeenstemming zijn met de prioriteiten en regels die van toepassing zijn, op jaar- of meerjarenbasis, op bestaande programma's en autonome begrotingsonderdelen op de terreinen werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen. Waar dat zinvol is, kunnen ook programma's en beleidsmaatregelen op andere terreinen, zoals onderwijs en cultuur, gezondheid, onderzoek, de informatiemaatschappij, en regionaal en vervoersbeleid het Europees Jaar ondersteunen.

(15) Het thema actief ouder worden komt aan de orde bij een groot aantal activiteiten van de Unie, zoals het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Progress-programma, het programma voor een leven lang leren, het volksgezondheidsprogramma, de specifieke programma's voor informatie- en communicatietechnologie en voor sociaaleconomische en menswetenschappen in het zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, het actieplan voor "Gezond ouder worden in de informatiemaatschappij", het gemeenschappelijke onderzoeks- en innovatieprogramma voor Ambient Assisted Living (AAL), het Programma concurrentievermogen en innovatie, met ICT‑proefprojecten voor gezond ouder worden, de voorbereidende actie CALYPSO voor een sociaal toerisme, en het Actieplan voor stedelijke mobiliteit. Medefinanciering door de Unie van activiteiten van het Europees Jaar zal in overeenstemming zijn met de prioriteiten en regels die van toepassing zijn, op jaar- of meerjarenbasis, op bestaande programma's en autonome begrotingsonderdelen op de terreinen werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen. Waar dat zinvol is, kunnen ook programma's en beleidsmaatregelen op andere terreinen, zoals onderwijs en cultuur, gezondheid, onderzoek, de informatiemaatschappij, en regionaal en vervoersbeleid het Europees Jaar ondersteunen, met name wanneer dat nodig is om sociale-inclusieproblemen een te pakken, zoals slechte leefomstandigheden of zelfs armoede. Zo biedt het Europees jaar eveneens, op horizontale wijze, de gelegenheid om de publieke opinie attent te maken op en de betrokken partijen te mobiliseren voor de bestrijding van sociale uitsluiting, onzekere levensomstandigheden en armoede van ouderen, met name in het kader van het Europees platform tegen de armoede, een kerninitiatief van de EU 2020‑strategie. De financiële steun van de Unie voor de uitdagingen in verband met de vergrijzing moet niet beperkt blijven tot het Europees Jaar. Met de demografische uitdagingen moet bij het Uniebeleid voortdurend rekening worden gehouden.

Amendement  9

Voorstel voor een besluit

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) De doelstellingen van het voorgestelde Europees Jaar voor actief ouder kunnen niet volledig worden verwezenlijkt op het niveau van de lidstaten, gezien de noodzaak van transnationale uitwisseling van informatie en van verspreiding van goede praktijken in de gehele Unie, en kunnen daarom, gezien de schaal van de voorgestelde actie, beter op het niveau van de Unie verwezenlijkt worden. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, zoals vastgelegd in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, gaat dit besluit niet verder dan noodzakelijk is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

(16) De doelstellingen van het voorgestelde Europees Jaar voor actief ouder kunnen niet volledig worden verwezenlijkt op het niveau van de lidstaten, gezien de noodzaak van transnationale uitwisseling van informatie en van verspreiding van goede praktijken in de gehele Unie. Onderkend moet worden dat steden, regio's en lidstaten als spil fungeren voor de tenuitvoerlegging van deze specifieke acties, in het bijzonder wanneer maatschappelijke inclusie van personen in moeilijkheden en de hulpverlening aan ouderen tot hun verantwoordelijkheden behoren. Eveneens dient te worden erkend dat die doelstellingen, onverminderd het subsidiariteitsbeginsel en gezien de schaal van het voorgestelde optreden beter verwezenlijkt kunnen worden als het initiatief op het niveau van de Unie wordt genomen. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, zoals vastgelegd in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, gaat dit besluit niet verder dan noodzakelijk is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

Amendement  10

Voorstel voor een besluit

Overweging 16 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 bis) Het probleem van de vergrijzing van de bevolking wordt vaak geassocieerd met kenmerken van plattelandsgebieden, maar het gaat niet alleen om deze gebieden, daar het vergrijzingsprobleem eveneens verband houdt met de omstandigheden in stedelijke milieus en de rol van de steden in de integratie en de opleiding van de bevolking.

Motivering

De vergrijzing van de actieve bevolking is een fenomeen dat niet alleen onderzocht moet worden vanuit het perspectief van oorzaken en gevolgen in verband met plattelandsgebieden maar ook in stedelijke gebieden, ten einde oplossingen te vinden voor de integratie van oudere generaties.

Amendement  11

Voorstel voor een besluit

Overweging 16 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 ter) Voor 'Actief ouder worden' is een intergenerationele solidariteit nodig die verder gaat dan de integratie op de arbeidsmarkt door het scheppen van betere en talrijkere arbeidsmogelijkheden voor oudere werknemers; het behelst tevens een volledige integratie van ouderen in de samenleving, door bestrijding van sociale uitsluiting via bewustmaking van het belang van autonomie en levenskwaliteit, vooral dankzij activiteiten bijvoorbeeld op het vlak van toerisme en vrijwilligerswerk.

Motivering

Oplossingen voor de solidariteit tussen de generaties om actief ouder worden te verzekeren liggen niet alleen in de integratie op de arbeidsmarkt maar ook in de bestrijding van de sociale uitsluiting, door opleiding en stimulering om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten en vrijetijdsbesteding.

Amendement  12

Voorstel voor een besluit

Artikel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2012 wordt uitgeroepen tot het Europees Jaar voor actief ouder worden (hierna "het Europees Jaar" genoemd).

2012 wordt uitgeroepen tot het Europees Jaar voor actief ouder worden en intergenerationele solidariteit (hierna "het Europees Jaar" genoemd).

Amendement  13

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het algemene doel van het Europees Jaar is de inspanningen aan te moedigen en te ondersteunen van lidstaten, hun regionale en lokale overheden, de sociale partners en de maatschappelijke organisaties om actief ouder worden te bevorderen, en meer te doen om het potentieel van snel groeiende bevolkingsgroep van tegen de zestig en ouder te mobiliseren, en aldus de solidariteit tussen de generaties in stand te houden. Actief ouder worden betekent dat gezorgd moet worden voor meer mogelijkheden en betere arbeidsomstandigheden om oudere werknemers in staat te stellen een rol te blijven spelen op de arbeidsmarkt, dat sociale uitsluiting bestreden moet worden door actieve deelname aan het maatschappelijk leven te stimuleren, en dat gezond ouder worden aangemoedigd moet worden. Op basis daarvan zijn de volgende doelstellingen bepaald:

Het algemene doel van het Europees Jaar is de inspanningen aan te moedigen en te ondersteunen van lidstaten, hun regionale en lokale overheden, de sociale partners en de maatschappelijke organisaties om actief ouder worden te bevorderen, en door middel van concrete maatregelen meer te doen om het potentieel van snel groeiende bevolkingsgroep van tegen de zestig en ouder te mobiliseren en de maatschappelijke inclusie van die groep te verbeteren, gezien de rol die zij op economisch, sociaal en cultureel gebied kunnen spelen om de solidariteit tussen de generaties in stand te houden. Hiertoe is het van essentieel belang dat het Europees Jaar steun geeft aan en gebruik maakt van plaatselijke en regionale projecten en initiatieven die rekening houden met de specifieke behoeften van ouderen en die de leden van een vergrijzende maatschappij in staat stellen zoveel mogelijk bij te dragen tot hun gemeenschap en ervoor zorgen dat de ouderen in die vergrijzende maatschappij een adequate bescherming en veiligheid genieten, dat hun woonmilieu naar behoren wordt aangepast en dat zij toegang hebben tot openbare diensten en hoogwaardige gezondheidszorg. Daarnaast is het de taak van lidstaten en hun steden en regio's om te voorzien in een kader waarbinnen belanghebbenden uit de publieke en particuliere sector naar behoren kunnen samenwerken om deze doelstellingen te verwezenlijken. Actief ouder worden betekent dat gezorgd moet worden voor meer mogelijkheden en betere arbeidsomstandigheden om oudere werknemers in staat te stellen een rol te blijven spelen op de arbeidsmarkt en in het vrijwilligerswerk, dat sociale uitsluiting bestreden moet worden door actieve deelname aan het maatschappelijk leven te stimuleren, en dat gezond ouder worden aangemoedigd moet worden. Op basis daarvan zijn de volgende doelstellingen bepaald:

Amendement  14

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

de algemene bewustwording van de waarde van actief ouder worden bevorderen, om duidelijk te maken dat ouderen een nuttige bijdrage leveren aan de samenleving en de economie, om actief ouder worden te bevorderen en om het potentieel van ouderen beter te mobiliseren;

de algemene bewustwording van de waarde van actief ouder worden op alle administratieve niveaus in de lidstaten, steden en regio's bevorderen, om duidelijk te maken dat ouderen met het doorgeven van hun kennis en vaardigheden een nuttige bijdrage leveren aan de samenleving en de economie, actief ouder worden bevorderen en het potentieel van ouderen beter mobiliseren, en actief ouder worden en de bevordering van intergenerationele solidariteit hoog op de beleidsagenda van belanghebbenden op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau plaatsen;

Amendement  15

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

het debat stimuleren en het van elkaar leren tussen lidstaten en stakeholders op alle niveaus ontwikkelen, teneinde beleid inzake actief ouder worden te bevorderen, goede praktijken te inventariseren en te verspreiden, en samenwerking en synergieën aan te moedigen;

het debat stimuleren, onderlinge steun aanmoedigen en het van elkaar leren tussen publieke en private spelers op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau en het maatschappelijk middenveld steunen en ontwikkelen, teneinde beleid inzake actief ouder worden doeltreffender en succesvoller te bevorderen, goede praktijken te inventariseren en te verspreiden, en samenwerking en synergieën aan te moedigen;

Amendement  16

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

een kader bieden voor toezeggingen en concrete actie om lidstaten en stakeholders op alle niveaus in staat te stellen beleidsmaatregelen te ontwikkelen door middel van specifieke activiteiten en zich te verplichten tot het nastreven van specifieke doelstellingen in verband met actief ouder worden.

een kader bieden voor toezeggingen en concrete actie, zoals werken aan een gunstig klimaat voor innovatie op het gebied van ICT‑technologieën dat inspeelt op de vergrijzende samenleving en die publieke en particuliere spelers op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau en het maatschappelijk middenveld in staat stelt om beleidsmaatregelen te ontwikkelen door middel van specifieke activiteiten, en zich te verplichten tot het nastreven van specifieke doelstellingen in verband met actief ouder worden door het uitwerken van langetermijnstrategieën.

Amendement  17

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 1 – streepje 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

– uitwisseling van informatie, ervaring en goede praktijken;

– uitwisseling van informatie, ervaring en goede praktijken, in het bijzonder tussen lokale bestuurders met verantwoordelijkheden op het gebied van actief ouder worden en intergenerationele solidariteit;

Amendement  18

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 1 – streepje 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

– onderzoeken en enquêtes op het niveau van de Unie of op nationale schaal, en verspreiding van de resultaten.

– onderzoeken en enquêtes op het niveau van de Unie en op nationale, regionale en lokale schaal, en verspreiding van de resultaten.

Amendement  19

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De in het kader van het Europese Jaar voor actief ouder worden genomen maatregelen zullen een gedecentraliseerd karakter hebben en op meerdere niveaus worden aangestuurd.

Motivering

Het is van essentieel belang om regionale en plaatselijke spelers in de lidstaten bij de uitvoering van de specifieke acties te betrekken. Aansturing op meerdere niveaus staat borg voor sterke betrokkenheid van alle belanghebbenden en vormt ook een solide basis voor een duurzaam karakter van de inspanningen en initiatieven.

Amendement  20

Voorstel voor een besluit

Artikel 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Iedere lidstaat benoemt een nationale coördinator die verantwoordelijk is voor de organisatie van de deelname van die lidstaat aan het Europees Jaar. De nationale coördinatoren zien er ook op toe dat de nationale activiteiten passend gecoördineerd worden.

Iedere lidstaat benoemt een nationale coördinator die verantwoordelijk is voor de organisatie van de deelname van die lidstaat aan het Europees Jaar. De nationale coördinatoren zien er ook op toe dat de nationale activiteiten passend gecoördineerd worden en dat maatschappelijke organisaties volledig betrokken worden bij de vaststelling en tenuitvoerlegging van de activiteiten van het Europees Jaar op lokaal, regionaal en nationaal niveau. Door strategische aansturing van de uitvoering van de verschillende projecten in hun landen dienen de nationale coördinatoren voorts een kader te creëren dat een duidelijk overzicht biedt van de acties die door de autoriteiten en betrokkenen op plaatselijk en regionaal niveau worden uitgevoerd, en dat aldus synergie bevordert, borg staat voor de doelmatigheid en onderlinge samenhang van de actie, en inconsistenties en overlapping voorkomt.

Amendement  21

Voorstel voor een besluit

Artikel 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie draagt er samen met de lidstaten zorg voor dat de in dit besluit bepaalde maatregelen niet in tegenspraak zijn met andere Unie-, nationale en regionale regelingen en initiatieven die bijdragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen van het Europees Jaar.

De Commissie draagt er samen met de lidstaten zorg voor dat de in dit besluit bepaalde maatregelen niet in tegenspraak zijn met andere Unie-, nationale en regionale regelingen en initiatieven die bijdragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen van het Europees Jaar, en aansluiten op projecten die zijn opgezet in het kader van eerdere Europese jaren, met name het Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010) en het Europees jaar van het vrijwilligerswerk (2011).

Motivering

Om te zorgen voor meer zichtbaarheid van de initiatieven in het kader van Europese jaren en de doeltreffendheid en resultaten hiervan te verbeteren, moeten de continuïteit en de coherentie tussen toekomstige initiatieven en initiatieven in voorgaande jaren worden bevorderd, rekening houdend met gemeenschappelijke punten van en verbanden die bestaan tussen de respectieve thema's.

Amendement  22

Voorstel voor een besluit

Artikel 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 6 bis

 

Internationale samenwerking

 

In het kader van het Europees Jaar kan de Commissie samenwerken met de relevante organen van andere internationale organisaties, met name de Verenigde Naties en de Raad van Europa, met het oog op een betere zichtbaarheid van de inspanningen van de Unie en een grotere doeltreffendheid.

Amendement  23

Voorstel voor een besluit

Artikel 6 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 6 ter

 

Begroting

 

1. De extra begroting voor de uitvoering van deze beschikking voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 bedraagt 8 000 000 euro.

 

2. De begrotingsautoriteit geeft binnen de grenzen van het financiële kader toestemming voor de jaarlijkse kredieten.

PROCEDURE

Titel

Europees Jaar voor actief ouder worden (2012)

Document- en procedurenummers

COM(2010)0462 – C7-0253/2010 – 2010/0242(COD)

Commissie ten principale

EMPL

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

REGI

9.9.2010

 

 

 

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Lambert van Nistelrooij

27.9.2010

 

 

Behandeling in de commissie

30.11.2010

 

 

 

Bij de eindstemming aanwezige leden

François Alfonsi, Luís Paulo Alves, Charalampos Angourakis, Sophie Auconie, Catherine Bearder, Victor Boştinaru, Zuzana Brzobohatá, Alain Cadec, Salvatore Caronna, Francesco De Angelis, Tamás Deutsch, Rosa Estaràs Ferragut, Danuta Maria Hübner, Ian Hudghton, María Irigoyen Pérez, Seán Kelly, Evgeni Kirilov, Constanze Angela Krehl, Petru Constantin Luhan, Riikka Manner, Iosif Matula, Erminia Mazzoni, Jan Olbrycht, Wojciech Michał Olejniczak, Markus Pieper, Georgios Stavrakakis, Nuno Teixeira, Michael Theurer, Michail Tremopoulos, Lambert van Nistelrooij, Kerstin Westphal, Hermann Winkler, Joachim Zeller

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Karin Kadenbach, Andrey Kovatchev, Marie-Thérèse Sanchez-Schmid, Elisabeth Schroedter

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Edvard Kožušník, Norica Nicolai, Jan Zahradil

ADVIES van de Commissie cultuur en onderwijs (27.1.2011)

aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden (2012)
(COM(2010)0462 – C7‑0253/2010 – 2010/0242(COD))

Rapporteur voor advies: Hannu Takkula

BEKNOPTE MOTIVERING

Achtergrond

Sinds de vroege jaren 1980 is er bijna jaarlijks op EU-niveau een Europees Jaar georganiseerd, waarbij specifieke thema's worden belicht. De doelstelling is om bewustzijn te kweken onder de bevolking, en om de aandacht van nationale regeringen te vestigen op belangrijke kwesties die de EU-landen gezamenlijk wensen te benadrukken. Zo is 2010 het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, en wordt 2011 het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk. De thema's worden van tevoren bepaald, zodat er campagnes kunnen worden opgezet en voorbereidende werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd.

Het huidige voorstel voor het Europees Jaar 2012 is actief ouder worden. Dit thema is bedoeld om te dienen als kader voor het kweken van bewustzijn, voor het vaststellen en verspreiden van goede praktijken, en voor het aanmoedigen van zowel beleidsmakers als belanghebbenden op alle niveaus om het idee van een actieve leefwijze onder de "vergrijzende" generaties van Europa te bevorderen.

Net als bij voorgaande Europese Jaren zullen de voorgestelde maatregelen informatie- en promotiecampagnes, evenementen en initiatieven op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau omvatten om de belangrijkste boodschappen over te brengen en voorbeelden van goede praktijken te verspreiden. Voorts hoopt de Commissie alle lidstaten te stimuleren om zich in de aanloop naar 2012 op specifieke maatregelen en doelstellingen toe te leggen, zodat aan het eind van het jaar 2012 zelf tastbare resultaten kunnen worden gepresenteerd.

De Commissie heeft aangegeven niet op zoek te zijn naar specifieke financieringsmiddelen voor het desbetreffende jaar, maar stelt voor om de financiering van daaraan gerelateerde campagnes enz., net als voor bepaalde voorgaande jaren, te putten uit verschillende bestaande EU‑programma's en administratieve budgetten. Hoewel het gezien de staat van de economie verstandig is de financiering op deze manier aan te pakken, wil de rapporteur de problematische kant hiervan benadrukken, voornamelijk wat betreft begrotingslijnen waarop onlangs is bezuinigd en waaruit reeds wordt geput voor de financiering van langetermijnprojecten en -programma's (bv. de programma's voor een leven lang leren).

Opmerkingen

De rapporteur erkent dat de EU een proces van aanzienlijke vergrijzing doormaakt. Uit onderzoeken blijkt dat de Europese bevolking in de werkende leeftijd vanaf 2012 zal beginnen te slinken, terwijl de bevolking van 60 jaar en ouder elk jaar met ongeveer twee miljoen zal blijven toenemen. De zwaarste druk zal zich naar verwachting voordoen tussen 2015 en 2035, wanneer de zogenaamde babyboomgeneratie met pensioen gaat.

Vergrijzing is een van onze grootste uitdagingen geworden. De landen in Europa zullen er op economisch en sociaal vlak steeds meer door worden belast, en hetzelfde geldt voor vele andere delen van de wereld. Zonder deze verschillende uitdagingen uit het oog te verliezen, moet ook worden erkend dat ouderen een waardevolle, vaak genegeerde hulpbron vormen die een belangrijke bijdrage levert aan de samenleving. Daarom moeten we proberen meer gebruik te maken van de potentiële bijdrage die ouderen kunnen leveren.

De rapporteur wenst speciale aandacht te besteden aan het woord actief. Hij benadrukt dat actief niet alleen verwijst naar de mogelijkheid om lichamelijk actief te zijn of om langer te blijven deelnemen aan de arbeidsmarkt, maar dat het ook betrekking zou moeten hebben op de doorlopende en actieve deelname van mensen aan sociale, economische, culturele en burgerzaken.

De rapporteur weet dat de vergrijzing van de bevolking veel fundamentele vragen oproept voor beleidsmakers, waarvan de voornaamste zijn:

1.  Hoe kan de kwaliteit van leven op oudere leeftijd worden verbeterd, gezien het feit dat mensen langer leven?

2.  Hoe kunnen mensen worden geholpen om actief te blijven naarmate zij ouder worden?

3.  Hoe kan ervoor worden gezorgd dat de jongere generatie actief rekening houdt met de oudere?

4.  Hoe kan het best evenwicht worden bereikt tussen de rol van familie en die van de staat met betrekking tot de zorg voor mensen die bijstand nodig hebben naarmate zij ouder worden?

Bij actief ouder worden hoort per definitie het creëren van meer mogelijkheden voor ouderen om te blijven werken, langer gezond te blijven en op andere manieren aan de samenleving te blijven bijdragen. Vrijwilligerswerk bijvoorbeeld moet worden ondersteund door een breed scala aan beleidsinstrumenten op alle bestuursniveaus. Daarom is het vanzelfsprekend dat het Jaar van het vrijwilligerswerk voorafgaat aan het Jaar van actief ouder worden. Zoals het Parlement eerder al heeft erkend, mogen de Europese Jaren echter niet blijven steken op het niveau van eenvoudige communicatie-instrumenten, en moeten hun doelstellingen en resultaten worden verankerd in concrete maatregelen, programma's en andere horizontale initiatieven, terwijl zij tegelijkertijd een stimulans vormen voor nieuwe acties en maatregelen.

Actief ouder worden moet op verschillende fronten worden aangepakt en niet in de laatste plaats op de werkvloer, waar ook voor oudere werknemers doorlopende leermogelijkheden moeten worden geboden, om ervoor te zorgen dat mensen actief blijven. Bovendien moeten ouderen worden onderwezen op het gebied van nieuwe technologieën. Voorts moet erop worden gewezen dat "intergenerationeel" leren kan zorgen voor een overbrugging en zelfs verbetering van leerervaringen, en kan helpen bij de overdracht van culturele waarden.

AMENDEMENTEN

De Commissie cultuur en onderwijs verzoekt de ten principale bevoegde Commissie werkgelegenheid en sociale zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een besluit

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Het groeiende aandeel ouderen in de Europese bevolking maakt het belangrijker dan ooit gezond ouder worden te bevorderen. Gezond ouder worden kan de arbeidsparticipatie van ouderen verhogen, hen in staat stellen langer een actieve rol in de samenleving te blijven spelen, hun individuele levenskwaliteit verbeteren, en de druk op de stelsels van gezondheids- en sociale zorg verminderen.

(5) Het groeiende aandeel ouderen in de Europese bevolking maakt het belangrijker dan ooit gezond ouder worden te stimuleren via de bevordering van culturele activiteiten (met inbegrip van sport), die een positieve bijdrage leveren aan de geestelijke en lichamelijke gezondheid. Gezond ouder worden kan de arbeidsparticipatie van ouderen verhogen, hen in staat stellen langer een actieve rol in de samenleving te blijven spelen, hun individuele levenskwaliteit verbeteren, en de druk op de stelsels van gezondheids- en sociale zorg verminderen. Hiertoe moet een actief leven en sportbeoefening door ouderen bevorderd worden door hen de toegang tot openbare sportvoorzieningen te vergemakkelijken.

Amendement  2

Voorstel voor een besluit

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) De Raad heeft op 22 februari 2007 een resolutie aangenomen betreffende "Kansen en uitdagingen ten gevolge van de demografische veranderingen in Europa: de bijdrage van ouderen aan de economische en sociale ontwikkeling", waarin benadrukt werd dat ouderen meer mogelijkheden moeten krijgen om een actieve rol te spelen, dat de groeiende vraag van ouderen naar bepaalde goederen en diensten nieuwe economische mogelijkheden biedt (de zogenaamde "zilveren economie"), en dat gewerkt moet worden aan een positief beeld van ouderen.

(7) De Raad heeft op 22 februari 2007 een resolutie aangenomen betreffende "Kansen en uitdagingen ten gevolge van de demografische veranderingen in Europa: de bijdrage van ouderen aan de economische en sociale ontwikkeling", waarin benadrukt werd dat ouderen meer mogelijkheden moeten krijgen om een actieve rol te spelen, met name door middel van vrijwilligerswerk, dat de groeiende vraag van ouderen naar bepaalde goederen en diensten nieuwe economische mogelijkheden biedt (de zogenaamde "zilveren economie"), en dat gewerkt moet worden aan een positief beeld van ouderen. In het kader van het beleid inzake uitbreiding, nabuurschap en ontwikkeling kan een dienst van gepensioneerde deskundigen, zoals die in veel landen al bestaat, zeer nuttig blijken. Het waardevolle vrijwilligerswerk van ouderen is een uitstekend voorbeeld van de essentiële bijdrage die de vergrijzende bevolking levert aan de samenleving en de economie, en dit zou in de toekomst verder moeten worden aangemoedigd.

Amendement  3

Voorstel voor een besluit

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) De Raad heeft op 8 juni 2009 conclusies aangenomen betreffende "Gelijke kansen voor vrouwen en mannen: actief en waardig ouder worden", waarin erkend wordt dat oudere vrouwen en mannen in de gehele EU met serieuze uitdagingen geconfronteerd worden als zij een actief leven willen leiden en waardig ouder willen worden, en waarin de lidstaten en de Commissie uitgenodigd worden een aantal maatregelen te nemen.

(8) De Raad heeft op 8 juni 2009 conclusies aangenomen betreffende "Gelijke kansen voor vrouwen en mannen: actief en waardig ouder worden", waarin erkend wordt dat oudere vrouwen en mannen in de gehele EU met serieuze uitdagingen geconfronteerd worden als zij een actief leven willen leiden en waardig ouder willen worden, en waarin de lidstaten en de Commissie uitgenodigd worden een aantal maatregelen te nemen. De maatregelen voor senioren moeten ook op het vlak van cultuur en algemene ontwikkeling liggen om ouderen te beschermen tegen sociale uitsluiting en eenzaamheid door hun integratie en betrokkenheid te bevorderen.

Amendement  4

Voorstel voor een besluit

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) De Commissie heeft in haar mededeling "Europa 2020 – een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" benadrukt hoe belangrijk het is voor de Europese Unie dat de ouder wordende bevolking gezond en actief blijft, in het belang van sociale samenhang en hogere productiviteit. Zij heeft een kerninitiatief voorgesteld onder de titel "Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen", in het kader waarvan lidstaten met name beleid inzake actief ouder worden zouden moeten bevorderen, en een ander kerninitiatief betreffende een "Europees platform tegen armoede". De verwezenlijking van deze beleidsdoelen vereist actie op alle overheidsniveaus en van verschillende niet-gouvernementele stakeholders; deze actie kan op het niveau van de Unie ondersteund worden door activiteiten van het Europees Jaar die gericht zijn op bewustmaking en stimulering van de uitwisseling van goede praktijken. Nationale coördinatoren dienen erop toe te zien dat de nationale actie gecoördineerd is en aansluit op de algemene doelstellingen van het Europees Jaar. Er is ook voorzien in deelname van andere instellingen en stakeholders.

(10) De Commissie heeft in haar mededeling "Europa 2020 – een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" benadrukt hoe belangrijk het is voor de Europese Unie dat de ouder wordende bevolking gezond en actief blijft, in het belang van sociale samenhang en hogere productiviteit. Zij heeft een kerninitiatief voorgesteld onder de titel "Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen", in het kader waarvan lidstaten met name beleid inzake actief ouder worden zouden moeten bevorderen, en een ander kerninitiatief betreffende een "Europees platform tegen armoede". Bij de bevordering van educatieve maatregelen om ouderen te helpen hun kennis te vergroten en technische vaardigheden te verwerven moet gebruik worden gemaakt van de nieuwe technologieën. De verwezenlijking van deze beleidsdoelen vereist actie op alle overheidsniveaus en van verschillende niet-gouvernementele stakeholders; deze actie kan op het niveau van de Unie ondersteund worden door activiteiten van het Europees Jaar die gericht zijn op bewustmaking en stimulering van de uitwisseling van goede praktijken. Nationale coördinatoren dienen erop toe te zien dat de nationale actie gecoördineerd is en aansluit op de algemene doelstellingen van het Europees Jaar. Er is ook voorzien in deelname van andere instellingen en stakeholders.

Amendement  5

Voorstel voor een besluit

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) In haar mededeling "Een digitale agenda voor Europa", het eerste EU2020-kerninitiatief, dat op 19 mei 2010 is goedgekeurd, benadrukte de Commissie het belang van ICT voor gezond ouder worden, en stelde zij met name voor om het AAL-initiatief (Ambient Assisted Living, een initiatief om patiënten de kans te bieden om dankzij thuis- en mantelzorg in hun eigen woonomgeving te blijven functioneren) te versterken. In deze mededeling werd ook aanbevolen gezamenlijke actie te ondernemen om de digitale competenties van alle Europeanen te verbeteren, met inbegrip van ouderen, die oververtegenwoordigd zijn in de 150 miljoen burgers, ongeveer 30% van het totaal, die nog nooit gebruik hebben gemaakt van internet.

(13) In haar mededeling "Een digitale agenda voor Europa", het eerste EU2020-kerninitiatief, dat op 19 mei 2010 is goedgekeurd, benadrukte de Commissie het belang van ICT voor gezond ouder worden, en stelde zij met name voor om het AAL-initiatief (Ambient Assisted Living, een initiatief om patiënten de kans te bieden om dankzij thuis- en mantelzorg in hun eigen woonomgeving te blijven functioneren) te versterken. In deze mededeling werd ook aanbevolen gezamenlijke actie te ondernemen om de digitale competenties van alle Europeanen te verbeteren, met inbegrip van ouderen, die oververtegenwoordigd zijn in de 150 miljoen burgers, ongeveer 30% van het totaal, die nog nooit gebruik hebben gemaakt van internet. Het vergemakkelijken van de toegang tot en het opleiden in het gebruik van nieuwe technologieën zou ouderen betere mogelijkheden bieden voor een leven lang leren, en zou er ook toe bijdragen dat zaken als afstand en handicaps een leven lang leren niet meer in de weg staan.

Amendement  6

Voorstel voor een besluit

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Het thema actief ouder worden komt aan de orde bij een groot aantal activiteiten van de Unie, zoals het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Progress-programma, het programma voor een leven lang leren, het volksgezondheidsprogramma, de specifieke programma's voor informatie- en communicatietechnologie en voor sociaaleconomische en menswetenschappen in het zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, het actieplan voor "Gezond ouder worden in de informatiemaatschappij", het gemeenschappelijke onderzoeks- en innovatieprogramma voor Ambient Assisted Living (AAL), het Programma concurrentievermogen en innovatie, met ICT-proefprojecten voor gezond ouder worden, en het Actieplan voor stedelijke mobiliteit. Medefinanciering door de Unie van activiteiten van het Europees Jaar zal in overeenstemming zijn met de prioriteiten en regels die van toepassing zijn, op jaar- of meerjarenbasis, op bestaande programma's en autonome begrotingsonderdelen op de terreinen werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen. Waar dat zinvol is, kunnen ook programma's en beleidsmaatregelen op andere terreinen, zoals onderwijs en cultuur, gezondheid, onderzoek, de informatiemaatschappij, en regionaal en vervoersbeleid het Europees Jaar ondersteunen.

(15) Het thema actief ouder worden komt aan de orde bij een groot aantal activiteiten van de Unie, zoals het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Progress-programma, het programma voor een leven lang leren, met name het Grundtvig-programma, het volksgezondheidsprogramma, de specifieke programma's voor informatie- en communicatietechnologie en voor sociaaleconomische en menswetenschappen in het zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, het actieplan voor "Gezond ouder worden in de informatiemaatschappij", het gemeenschappelijke onderzoeks- en innovatieprogramma voor Ambient Assisted Living (AAL), het Programma concurrentievermogen en innovatie, met ICT-proefprojecten voor gezond ouder worden, de voorbereidende actie CALYPSO voor een sociaal toerisme, en het Actieplan voor stedelijke mobiliteit. Medefinanciering door de Unie van activiteiten van het Europees Jaar zal in overeenstemming zijn met de prioriteiten en regels die van toepassing zijn, op jaar- of meerjarenbasis, op bestaande programma's en autonome begrotingsonderdelen op de terreinen werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen. Waar dat zinvol is, kunnen ook programma's en beleidsmaatregelen op andere terreinen, zoals onderwijs en cultuur, gezondheid, onderzoek, de informatiemaatschappij, en regionaal en vervoersbeleid het Europees Jaar ondersteunen.

Amendement  7

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het algemene doel van het Europees Jaar is de inspanningen aan te moedigen en te ondersteunen van lidstaten, hun regionale en lokale overheden, de sociale partners en de maatschappelijke organisaties om actief ouder worden te bevorderen, en meer te doen om het potentieel van de snel groeiende bevolkingsgroep van tegen de zestig en ouder te mobiliseren, en aldus de solidariteit tussen de generaties in stand te houden. Actief ouder worden betekent dat gezorgd moet worden voor meer mogelijkheden en betere arbeidsomstandigheden om oudere werknemers in staat te stellen een rol te blijven spelen op de arbeidsmarkt, dat sociale uitsluiting bestreden moet worden door actieve deelname aan het maatschappelijk leven te stimuleren, en dat gezond ouder worden aangemoedigd moet worden. Op basis daarvan zijn de volgende doelstellingen bepaald:

Het algemene doel van het Europees Jaar is de inspanningen aan te moedigen en te ondersteunen van lidstaten, hun regionale en lokale overheden, de sociale partners en de maatschappelijke organisaties om actief ouder worden te bevorderen, en meer te doen om het potentieel van de snel groeiende bevolkingsgroep van tegen de zestig en ouder te mobiliseren, ten einde de solidariteit tussen de generaties in stand te houden, het beeld van senioren als natuurlijk en integraal onderdeel van de samenleving te verbeteren en de bijdrage aan de hele samenleving van de onschatbare ervaring die ouderen in hun leven hebben verworven te benadrukken. Actief ouder worden betekent dat gezorgd moet worden voor meer mogelijkheden en betere voorwaarden om betaalde en onbetaalde arbeid te verrichten om oudere werknemers in staat te stellen een rol te blijven spelen op de arbeidsmarkt en hun kennis in de traditionele beroepen over te dragen, dat sociale uitsluiting bestreden moet worden door actieve deelname aan het maatschappelijk leven te stimuleren, en dat gezond ouder worden moet worden aangemoedigd door culturele activiteiten (met inbegrip van sport) te bevorderen. Op basis daarvan zijn de volgende doelstellingen bepaald:

Amendement  8

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) de algemene bewustwording van de waarde van actief ouder worden bevorderen, om duidelijk te maken dat ouderen een nuttige bijdrage leveren aan de samenleving en de economie, om actief ouder worden te bevorderen en om het potentieel van ouderen beter te mobiliseren;

(1) de algemene bewustwording van de waarde van actief ouder worden onder de bevolking bevorderen en negatieve stereotypen van de ouderdom bestrijden, om duidelijk te maken dat ouderen een nuttige bijdrage leveren aan de samenleving en de economie, om actief ouder worden te bevorderen en om het potentieel van ouderen beter te mobiliseren door extra aandacht te besteden aan strategieën voor een leven lang leren, ook op het gebied van nieuwe technologieën;

Amendement  9

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) het debat stimuleren en het van elkaar leren tussen lidstaten en stakeholders op alle niveaus ontwikkelen, teneinde beleid inzake actief ouder worden te bevorderen, goede praktijken te inventariseren en te verspreiden, en samenwerking en synergieën aan te moedigen;

(2) het debat stimuleren, informatie uitwisselen en het van elkaar leren tussen lidstaten en stakeholders op alle niveaus ontwikkelen, teneinde beleid inzake actief ouder worden te bevorderen, goede praktijken te inventariseren en te verspreiden, en samenwerking en synergieën aan te moedigen;

Amendement  10

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) een kader bieden voor toezeggingen en concrete actie om lidstaten en stakeholders op alle niveaus in staat te stellen beleidsmaatregelen te ontwikkelen door middel van specifieke activiteiten en zich te verplichten tot het nastreven van specifieke doelstellingen in verband met actief ouder worden.

(3) een kader bieden voor toezeggingen en concrete actie om lidstaten en stakeholders op alle niveaus in staat te stellen beleidsmaatregelen te ontwikkelen door middel van specifieke activiteiten en zich te verplichten tot het nastreven van specifieke en concrete doelstellingen in verband met actief ouder worden door langetermijnstrategieën te ontwikkelen en de doelmatigheid van het kader, de specifieke activiteiten en de specifieke doelstellingen regelmatig toetsen,

Amendement  11

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) ervoor zorgen dat de lidstaten groepen van alle leeftijden aanmoedigen contact met elkaar te houden en samen te werken en collegiale betrekkingen te scheppen tussen alle generaties, om zo discriminatie en uitbuiting te bestrijden.

Amendement  12

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 1 – streepje 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

– voorlichtings-, promotie- en educatieve campagnes;

– voorlichtings-, promotie- en educatieve campagnes, ook via de nieuwe media en internet;

Amendement  13

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 1 – streepje 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

– uitwisseling van informatie, ervaring en goede praktijken;

– uitwisseling van informatie, ervaring en goede praktijken via nationale coördinatoren en contactnetwerken die zijn opgericht door de partijen die deelnemen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar;

Amendement  14

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De Commissie en de lidstaten moeten ertoe worden aangezet om personen die dat wensen in de gelegenheid te stellen ouderen te helpen en zich in te zetten voor collecteprogramma's, zodat hun enthousiasme en hun ervaring een positief doel dienen;

Amendement  15

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De Commissie en de lidstaten houden bij de organisatie en tenuitvoerlegging van het Europees Jaar rekening met het aspect gendermainstreaming.

3. De Commissie en de lidstaten houden bij de organisatie en tenuitvoerlegging van het Europees Jaar rekening met het aspect gendermainstreaming en de integratie van gehandicapten.

Amendement  16

Voorstel voor een besluit

Artikel 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Iedere lidstaat benoemt een nationale coördinator die verantwoordelijk is voor de organisatie van de deelname van die lidstaat aan het Europees Jaar. De nationale coördinatoren zien er ook op toe dat de nationale activiteiten passend gecoördineerd worden.

Iedere lidstaat benoemt een nationale coördinator die verantwoordelijk is voor de organisatie van de deelname van die lidstaat aan het Europees Jaar. De nationale coördinatoren zien er ook op toe dat de nationale activiteiten passend gecoördineerd worden en dat middenveldorganisaties deelnemen aan de vaststelling en tenuitvoerlegging van de activiteiten van het Europees Jaar op lokaal, regionaal en nationaal niveau.

Motivering

Tal van middenveldorganisaties leveren op lokaal en regionaal niveau een bijdrage aan het actief ouder worden. Hun ervaring, knowhow en middelen zijn belangrijke kanalen die overheidsinstanties gebruiken voor hun acties. Zij moeten dan ook van het begin tot het eind worden betrokken bij alle activiteiten van het Europees Jaar, en wel op alle niveaus.

Amendement  17

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie organiseert vergaderingen van de nationale coördinatoren met het oog de coördinatie op het niveau van de Unie en voor de uitwisseling van informatie, onder andere over de gestelde beleidsdoelen en de gemaakte vorderingen in de lidstaten.

De Commissie organiseert vergaderingen van de nationale coördinatoren met het oog op de coördinatie op het niveau van de Unie en de uitwisseling van informatie en kennis, onder andere over de gestelde beleidsdoelen en de gemaakte vorderingen in de lidstaten.

PROCEDURE

Titel

Europees Jaar voor actief ouder worden (2012)

Document- en procedurenummers

COM(2010)0462 – C7-0253/2010 – 2010/0242(COD)

Commissie ten principale

EMPL

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

CULT

9.9.2010

 

 

 

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Hannu Takkula

19.10.2010

 

 

Behandeling in de commissie

18.11.2010

2.12.2010

 

 

Datum goedkeuring

25.1.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

29

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Maria Badia i Cutchet, Zoltán Bagó, Malika Benarab-Attou, Lothar Bisky, Piotr Borys, Jean-Marie Cavada, Santiago Fisas Ayxela, Mary Honeyball, Cătălin Sorin Ivan, Petra Kammerevert, Morten Løkkegaard, Emma McClarkin, Marek Henryk Migalski, Doris Pack, Chrysoula Paliadeli, Marie-Thérèse Sanchez-Schmid, Marietje Schaake, Marco Scurria, Joanna Senyszyn, Timo Soini, Hannu Takkula, László Tőkés, Corneliu Vadim Tudor, Gianni Vattimo, Marie-Christine Vergiat, Sabine Verheyen, Milan Zver

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Ivo Belet, Nadja Hirsch, Seán Kelly, Iosif Matula, Georgios Papanikolaou, Hella Ranner, Mitro Repo, Olga Sehnalová, Rui Tavares

PROCEDURE

Titel

Europees Jaar voor actief ouder worden (2012)

Document- en procedurenummers

COM(2010)0462 – C7-0253/2010 – 2010/0242(COD)

Datum indiening bij EP

6.9.2010

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

EMPL

9.9.2010

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

REGI

9.9.2010

CULT

9.9.2010

LIBE

9.9.2010

FEMM

9.9.2010

Geen advies

       Datum besluit

LIBE

30.11.2010

FEMM

28.9.2010

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Martin Kastler

22.9.2010

 

 

Behandeling in de commissie

9.11.2010

1.2.2011

 

 

Datum goedkeuring

16.3.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

44

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Regina Bastos, Edit Bauer, Jean-Luc Bennahmias, Philippe Boulland, Milan Cabrnoch, David Casa, Alejandro Cercas, Marije Cornelissen, Frédéric Daerden, Karima Delli, Proinsias De Rossa, Frank Engel, Sari Essayah, Richard Falbr, Ilda Figueiredo, Thomas Händel, Nadja Hirsch, Stephen Hughes, Liisa Jaakonsaari, Danuta Jazłowiecka, Martin Kastler, Ádám Kósa, Patrick Le Hyaric, Veronica Lope Fontagné, Olle Ludvigsson, Elizabeth Lynne, Thomas Mann, Elisabeth Morin-Chartier, Csaba Őry, Siiri Oviir, Rovana Plumb, Konstantinos Poupakis, Sylvana Rapti, Licia Ronzulli, Elisabeth Schroedter, Jutta Steinruck, Traian Ungureanu

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Georges Bach, Raffaele Baldassarre, Sven Giegold, Sergio Gutiérrez Prieto, Antigoni Papadopoulou, Evelyn Regner

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Ivo Strejček

Datum indiening

18.3.2011