VERSLAG over de culturele dimensies van het externe optreden van de EU

31.3.2011 - (2010/2161(INI))

Commissie cultuur en onderwijs
Rapporteur: Marietje Schaake

Procedure : 2010/2161(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0112/2011
Ingediende teksten :
A7-0112/2011
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over de culturele dimensies van het externe optreden van de EU

2010/2161(INI)

Het Europees Parlement,

–   gelet op artikel 167 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),

–   gelet op artikel 27, lid 3, van het EU-Verdrag,

–   gezien artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

–   gezien het Unesco-verdrag van 2005 betreffende de bescherming en promotie van de diversiteit van cultuuruitingen (Unesco-verdrag),

–   gelet op het Besluit van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de inrichting en werking van de Europese dienst voor extern optreden (2010/427/EU)[1],

–   gelet op Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten)[2],

–   gelet op Besluit nr. 1041/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een samenwerkingsprogramma met vakmensen uit derde landen op audiovisueel gebied (Media Mundus 2011–2013)[3],

–   gelet op beschikking nr. 1983/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008)[4],

–   gezien de Europese agenda voor cultuur in het licht van de mondialisering (COM(2007)0242),

–   gezien het verslag van de Commissie over de uitvoering van de Europese agenda voor cultuur (COM(2010)0390),

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 5 mei 2010 over "Europeana – de volgende stappen"[5],

–   gezien de conclusies van de Raad van 18 en 19 november 2010 over het Werkplan voor cultuur 2011-2014 (2010/C 325/01)[6],

–   gezien de conclusies van de Raad van 20 november 2008 over de bevordering van de culturele diversiteit en van de interculturele dialoog in de externe betrekkingen van de Unie en de lidstaten (2008/C 320/04)[7],

–   gezien de millenniumverklaring van de Verenigde Naties (2000) en met name de artikelen over mensenrechten, democratie en goed bestuur,

–   gezien de resolutie van de Verenigde Naties getiteld "De beloften nakomen: samen de millenniumontwikkelingsdoelen verwezenlijken" van 22 september 2010,

–   gezien de resolutie van de Verenigde Naties over cultuur en ontwikkeling van 20 december 2010,

–   gezien de in Cotonou ondertekende ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst van 23 juni 2000[8], zoals voor de eerste maal op 25 juni 2005[9] in Luxemburg en zoals voor de tweede maal op 22 juni 2010[10] in Ouagadougou geamendeerd,

–   gezien het aan de vrijhandelsovereenkomst gehechte protocol inzake culturele samenwerking,

–   gelet op artikel 48 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie cultuur en onderwijs (A7-0112/2011),

A. overwegende dat de EU een cultureel gediversifieerde gemeenschap van waarden is, wier motto "In verscheidenheid verenigd" op verschillende wijzen tot uitdrukking komt,

B.  overwegende dat de opeenvolgende uitbreidingen van de EU, de mobiliteit van de burgers binnen de gemeenschappelijke Europese ruimte, de oude en nieuwe migratiestromen en de veelsoortige handelsuitwisselingen met de rest van de wereld bijdragen tot deze culturele diversiteit,

C. overwegende dat cultuur intrinsieke waarde heeft, de levens van mensen verrijkt en de voedingsbodem vormt voor wederzijds begrip en respect,

D. overwegende dat de Europese agenda voor cultuur de bevordering van cultuur als essentieel bestanddeel van de internationale betrekkingen van de Unie als strategisch doel aanmerkt,

E.  overwegende dat cultuur ontwikkeling, inclusie, innovatie, democratie, mensenrechten, onderwijs, conflictpreventie en verzoening, wederzijds begrip, tolerantie en creativiteit helpt en moet mogelijk maken,

F.  overwegende dat de Unie en haar lidstaten, burgers, bedrijven en het maatschappelijk middenveld zowel binnen de EU als in derde landen belangrijke actoren zijn in culturele betrekkingen,

G. overwegende dat culturele zaken, waaronder begrepen sport, via culturele industrieën en toerisme aan de niet-materiële ontwikkeling en economie van de EU bijdragen en de verwezenlijking van een op kennis gebaseerde samenleving bevorderen,

H. overwegende dat kunstenaars de facto als cultuurdiplomaten fungeren omdat zij verschillende esthetische, politieke, morele en sociale waarden uitwisselen en tegen elkaar afzetten,

I.   overwegende dat nieuwe media en communicatietechnologieën, zoals het internet, een instrument kunnen zijn voor de vrijheid van meningsuiting, pluralisme, informatie-uitwisseling, mensenrechten, ontwikkeling, vrijheid van vergadering, democratie en inclusie, en voor een makkelijker toegang tot culturele inhoud en onderwijs,

J.   overwegende dat culturele samenwerking en culturele dialoog, die de bouwstenen van culturele diplomatie vormen, als instrumenten voor vrede en stabiliteit van de wereld kunnen dienen,

Cultuur en Europese waarden

1.  onderstreept het interdisciplinaire karakter en het belang van cultuur in alle aspecten van het leven en meent dat krachtens artikel 167, lid 4 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rekening moet worden gehouden met cultuur,

2.  wijst er met klem op dat alle EU-instellingen meer moeten gaan beseffen hoe belangrijk cultuur is voor de bevordering van verdraagzaamheid en begrip en dat cultuur eveneens voor groei en voor meer inclusieve samenlevingen zorgt;

3.  dringt aan op samenwerking met de regio's van de verschillende lidstaten, zowel op het gebied van de ontwikkeling van het culturele beleid als de uitvoering en de bevordering daarvan;

4.  benadrukt dat democratische en fundamentele vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, vrijwaring van gebrek, vrijwaring van angst, vrijwaring van onverdraagzaamheid en haat, vrijheid van toegang tot gedrukte en digitale informatie, en het voorrecht om verbinding te maken en te communiceren, zowel online als offline, belangrijke voorwaarden zijn voor culturele uiting, culturele uitwisselingen en culturele diversiteit;

5.  wijst andermaal op het belang van de protocollen inzake culturele samenwerking en de meerwaarde die zij opleveren voor bilaterale overeenkomsten inzake ontwikkeling en handel; verzoekt de Commissie haar strategie voor de toekomstige protocollen inzake culturele samenwerking te presenteren en het Europees Parlement en het maatschappelijk middenveld daarover te raadplegen;

6.  herhaalt dat cultuur een rol speelt in bilaterale overeenkomsten inzake ontwikkeling en handel, en via maatregelen zoals de Europese instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking, stabiliteit, democratie en mensenrechten en voor pre-toetreding, alsook het Europees nabuurschapsbeleid (ENB), het Oostelijk Partnerschap, de Unie voor het Middellandse Zeegebied en het Europees Instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR), die allemaal middelen aan culturele programma's toewijzen;

7.  onderstreept dat trans-Atlantische samenwerking belangrijk is om gezamenlijke belangen en gemeenschappelijke waarden te behartigen en te bevorderen;

8.  hecht waarde aan publiek-private samenwerking waarbij het maatschappelijk middenveld, zoals NGO’s en Europese culturele netwerken, een belangrijke rol speelt om de culturele aspecten van de externe betrekkingen van de EU aan te pakken;

EU-programma's

9.  maakt zich zorgen om de versnippering van het externe cultuurbeleid en de cultuurprojecten van de EU, die een strategisch en efficiënt gebruik van culturele middelen en de ontwikkeling van een zichtbare gemeenschappelijke EU-strategie voor de culturele aspecten van de externe betrekkingen van de EU belemmert;

10. dringt aan op meer stroomlijning van interne operaties tussen de diverse DG's van de Commissie, zoals die welke vooral betrekking hebben op het externe optreden (buitenlands beleid, uitbreiding, handel, ontwikkeling), op onderwijs en cultuur en op de digitale agenda;

11. verklaart dat culturele en onderwijsuitwisselingen het maatschappelijk middenveld zouden kunnen versterken, een voedingsbodem zouden kunnen zijn voor democratisering en goed bestuur, vaardigheden kunnen bevorderen, mensenrechten en fundamentele vrijheden in de hand kunnen werken en de fundamenten voor een blijvende samenwerking zouden kunnen leggen;

12. ondersteunt de toenemende betrokkenheid van derde landen bij Europese cultuur- , mobiliteits-, jeugd-, onderwijs- en scholingsprogramma's en dringt er daarom op aan dat (jonge) onderdanen van derde landen, zoals de buurlanden van de EU, hier makkelijker toegang toe krijgen;

13. verzoekt om coherente strategieën voor de mobiliteit van jongeren, van in de culturele sector werkzame personen, kunstenaars en creatieve beroepen, voor culturele en onderwijsontwikkeling (waaronder begrepen kennis en vaardigheden op het gebied van media en informatie- en communicatietechnologie), en toegang tot artistieke uitingen in al hun vormen; is derhalve een voorstander van synergie tussen cultuur-, sport-, onderwijs-, media-, meertaligheids- en jeugdprogramma's;

14. stimuleert samenwerking met mensen uit de praktijk, intermediaire instanties en het maatschappelijk middenveld in zowel de lidstaten als derde landen voor het opstellen en ten uitvoer leggen van extern cultureel beleid evenals de bevordering van culturele evenementen en uitwisselingen met het oog op een beter wederzijds begrip waarbij gedegen rekening met de Europese culturele en taalkundige diversiteit wordt gehouden;

15. verzoekt om invoering van een cultureel visum voor onderdanen van derde landen, kunstenaars en andere professionals uit de cultuursector, naar het voorbeeld van het Programma voor visa voor wetenschappers, dat sinds 2005 bestaat; verzoekt de Commissie tevens een initiatief op het gebied van visa voor kort verblijf voor te stellen, teneinde de hinderpalen voor mobiliteit in de culturele sector weg te nemen;

Media en nieuwe informatietechnologieën

16. wijst erop dat het belangrijk is dat de Europese Unie in de hele wereld stappen onderneemt ten behoeve van de eerbiediging van de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en de vrije toegang tot de audiovisuele media en de nieuwe informatietechnologieën, met inachtneming van het auteursrecht;

17. veroordeelt het feit dat repressieve regimes het internet steeds vaker censureren en onder toezicht plaatsen, en verzoekt de Commissie en de lidstaten met klem de vrijheid op internet wereldwijd te bevorderen;

18. bevestigt andermaal het beginsel van netneutraliteit dat ontwikkeld is om ervoor te zorgen dat internet een vrije en open technologie blijft die democratische communicatie bevordert;

19. benadrukt de rol van het internet als een instrument voor de bevordering van de Europese cultuur en dringt er bij de lidstaten op aan de investering in breedbandinternet in de hele EU verder te ontwikkelen;

20. onderstreept het belang van de nieuwe media en vooral van het internet als vrije, gemakkelijk toegankelijke en gebruiksvriendelijke communicatie- en informatieplatforms, die als deel van de interculturele dialoog binnen en buiten de EU actief moeten worden gebruikt; onderstreept daarnaast de nieuwe media een belangrijke rol spelen om toegang tot cultuurgoederen en inhoud te krijgen en mensen binnen en buiten Europa meer vertrouwd te maken met het cultureel erfgoed en de geschiedenis van Europa, zoals met belangrijke projecten als Europeana;

21. verzoekt de Commissie een centraal internetportaal te creëren dat zowel informatie biedt over bestaande EU-subsidieprogramma's op het gebied van externe betrekkingen die een culturele component hebben, als over de planning en organisatie van culturele evenementen met een pan-Europese dimensie door de EU-vertegenwoordigingen in derde landen, en dat als centraal informatieplatform dient voor het faciliteren van netwerken tussen culturele beroepen, instellingen en het maatschappelijk middenveld, maar tegelijkertijd ook links bevat naar andere door de EU gesponsorde projecten, zoals Europeana;

Culturele diplomatie en samenwerking

22. onderstreept het belang van culturele diplomatie en samenwerking bij het wereldwijd bevorderen en onder de aandacht brengen van de belangen en waarden van de EU-lidstaten die de Europese cultuur vormen; onderstreept dat de EU als (mondiale) speler vanuit een mondiaal perspectief en met een mondiale verantwoordelijkheid moet optreden;

23. wijst erop ervoor dat de externe acties van de EU in de eerste plaats tot doel moeten hebben vrede en verzoening, de mensenrechten en de internationale handel en economische groei te bevorderen, zonder echter de culturele aspecten van diplomatie te verwaarlozen;

24. wijst op de noodzaak van doeltreffende strategieën voor de interculturele onderhandelingen en is van mening dat een multiculturele aanpak daarbij een gunstige uitwerking kan hebben op de sluiting van vruchtbare overeenkomsten in het kader waarvan de EU en haar partnerlanden op gelijke voet staan;

25. Dringt erop aan dat in elke EU-vertegenwoordiging in het buitenland één persoon verantwoordelijk is voor het coördineren van culturele betrekkingen, interacties tussen de EU en derde landen en het bevorderen van de Europese cultuur in nauwe samenwerking met culturele actoren en op netwerken gebaseerde organisaties, zoals bv. het EUNIC-netwerk;

26. onderstreept de noodzaak een alomvattende benadering te hanteren binnen de culturele bemiddeling en culturele uitwisseling en voor de rol van cultuur als voedingsbodem voor democratisering, mensenrechten, conflictpreventie en vredesopbouw;

27. moedigt beleidsdialoog over cultuur aan als middel om de persoonlijke contacten te versterken, zoals de onlangs gestarte beleidsdialoog EU-India over cultuur;

28. stimuleert dat er prioriteiten worden gesteld die rechtstreeks gekoppeld worden aan de culturele dimensie van de EIDHR, waaronder begrepen het versterken van de rechtsorde, conflictbeheersing en -preventie, samenwerking met het maatschappelijk middenveld en de rol van nieuwe technologieën met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting, democratische participatie en mensenrechten;

Europese externe betrekkingen en Europese dienst voor extern optreden (EDEO)

29. verwacht dat het conceptorganisatieschema van de EDEO functies omvat die op culturele aspecten zijn toegesneden en stelt voor daarvoor een coördinatie-eenheid op te richten;

30. roept de EDEO en de Commissie ertoe op de strategische inzet van culturele aspecten van het extern beleid te coördineren, waardoor cultuur consequent en systematisch wordt opgenomen in de externe betrekkingen van de EU, en aansluiting te zoeken bij het extern cultuurbeleid van de lidstaten;

31. roept op tot de passende scholing en nascholing van EDEO-medewerkers met betrekking tot culturele en digitale aspecten van het extern beleid zodat zij op dit gebied voor de EU- delegaties hun coördinerende rol kunnen spelen en ervoor kunnen zorgen dat nationale deskundigen en personeel van culturele instellingen gemeenschappelijke Europese scholingsmogelijkheden krijgen aangeboden en dat scholingsfaciliteiten wereldwijd toegankelijk worden gemaakt;

32. roept op tot het opnemen van een DG Culturele en digitale diplomatie in de organisatie van de EDEO;

33. moedigt de EDEO aan tot samenwerking met netwerken als EUNIC bij de opbouw van zijn hulpbronnen en bevoegdheden op cultureel gebied, ten einde gebruik te maken van hun ervaring als autonome schakel tussen de lidstaten en intermediaire instanties, alsmede synergieën te creëren en te gebruiken;

34. moedigt de EDEO aan rekening te houden met de onlangs goedgekeurde EU-maatregel betreffende het inzetten van het Europees erfgoedlabel als instrument in de betrekkingen met derde landen teneinde de kennis en verspreiding van de cultuur en geschiedenis van de Europese volkeren te verbeteren;

35. verzoekt de Commissie in het kader van de externe betrekkingen van de EU een interinstitutionele task force voor cultuur in te stellen voor het ontwikkelen en verbreden van coördinatie, stroomlijning, strategieën en het delen van beste praktijken, en daarbij rekening te houden met de activiteiten en initiatieven van de Raad van Europa, en het Europees Parlement op de hoogte te houden van de activiteiten van deze task force;

36. stelt voor dat de Europese Commissie het Parlement regelmatig een verslag voorlegt over de omzetting van deze resolutie over de rol van de cultuur in de buitenlandse betrekkingen van de EU;

37. stelt voor een specifiek informatiesysteem op te zetten ter ondersteuning van de mobiliteit van kunstenaars en andere professionals uit de cultuursector, zoals dat wordt voorgesteld in de studie "Information systems to support the mobility of artists and other professionals in the culture field: a feasibility study"[11];

38. dringt er bij de Commissie op aan in 2011 een groenboek aan te nemen over een strategievoor cultuur en culturele samenwerking in het externe optreden van de EU, gevolgd door een mededeling;

39. dringt aan op het zetten van concrete stappen voor het stimuleren van capaciteitsopbouw via het maatschappelijk middenveld, en het financieren van onafhankelijke initiatieven;

Het UNESCO-verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen.

40. verzoekt de EDEO derde landen ertoe aan te moedigen cultuurbeleid te ontwikkelen en derde landen er systematisch toe op te roepen het UNESCO-verdrag te ratificeren en te implementeren;

41. herinnert de lidstaten aan het belang van de verplichtingen die zij zijn aangegaan door het UNESCO-verdrag te ratificeren, en wijst erop dat de culturele diversiteit in de wereld een weloverwogen en uitgebalanceerd IT-beleid vereist;

42. verzoekt de Europese Commissie op adequate wijze rekening te houden met het duale karakter van culturele goederen en diensten bij onderhandelingen over bilaterale en multilaterale handelsovereenkomsten en de sluiting van culturele protocollen, en ontwikkelingslanden overeenkomstig artikel 16 van het UNESCO-verdragen de status van meestbegunstigde natie toe te kennen;

43. is ingenomen met de onlangs tussen de EU en UNESCO gesloten overeenkomst inzake een expertisefaciliteit ten belope van 1 miljoen euro om de governance in de culturele sector te ondersteunen en de regeringen van ontwikkelingslanden in staat te stellen om bij het uitstippelen van doeltreffend en duurzaam cultuurbeleid gebruik te maken van de kennis van deskundigen;

44. moedigt de lidstaten en de Commissie ertoe aan hun streven naar samenwerking op te voeren teneinde verbetering van de nationale rechtskaders en de beleidsmaatregelen ten behoeve van de bescherming en instandhouding van cultureel erfgoed en cultuurgoed overeenkomstig de nationale wetgeving en de internationale rechtskaders te ondersteunen, onder meer door middel van de bestrijding van illegale handel in cultuurgoederen en intellectuele eigendom; moedigt hen aan om onwettige toe-eigening van cultureel erfgoed en cultuurproducten tegen te gaan, rekening houdend met het belang van auteursrechten en intellectuele-eigendomsrechten voor de ondersteuning van personen die betrokken zijn bij cultureel scheppend werk;

45. roept op tot een coherente EU-strategie voor de internationale bevordering van Europese culturele activiteiten en programma's op basis van de bescherming van de diversiteit en het duale karakter van culturele goederen en activiteiten, die onder meer de volgende aspecten omvat: betere coördinatie van de bestaande EU-programma's op het gebied van buitenlands beleid met een culturele component en de omzetting ervan in overeenkomsten met derde landen en consistentie met de clausules inzake culturele compatibiliteit en het subsidiariteitsbeginsel in de Europese verdragen en het UNESCO-verdrag;

46. roept op tot een coherente strategie voor de bescherming en bevordering van het, zowel materiële als immateriële, culturele en natuurlijke erfgoed, en internationale samenwerking in conflictgebieden, zoals via Blue Shield dat cultuur ook een rol geeft bij conflictpreventie en herstel van de vrede;

47. Wenst dat medewerkers die naar conflict- en postconflictgebieden worden uitgezonden scholing krijgen in de culturele aspecten van maatregelen ter behoud van het erfgoed en het bevorderen van verzoening, democratie en mensenrechten;

48. wil erop toezien dat operationele programma's in het kader van de bestaande financiële instrumenten in de eerste plaats gericht zijn op vereenvoudiging, doeltreffendheid en de coördinatie van het EU-beleid;

49. stimuleert dat er prioriteiten worden gesteld binnen de EIDHR, waaronder begrepen het versterken van de rechtsorde, conflictbeheersing en -preventie, samenwerking met het maatschappelijk middenveld en de rol van nieuwe technologieën met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting, democratische participatie en mensenrechten;

50. erkent de noodzaak om alle mensenrechten te eerbiedigen die in de Universele verklaring van de rechten van de mens, het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en het EU-Handvest van de grondrechten zijn neergelegd, en erkent derhalve dat er een verband bestaat tussen culturele rechten, diversiteit en tekent bezwaar aan tegen het gebruik van culturele argumenten om schendingen van mensenrechten te rechtvaardigen;

51. stelt voor een cultuurparagraaf op te nemen in het Jaarverslag over mensenrechten en van cultuur een vast agendapunt te maken voor de werkzaamheden van interparlementaire delegaties;

52. dringt erop aan dat de ontwikkeling van culturele activiteiten geen argument mag zijn om het vrije verkeer van culturele actoren tussen de EU en derde landen te verhinderen;

53. pleit voor het aangaan van culturele betrekkingen met landen waarmee geen ander partnerschap wordt onderhouden, als eerste stap in de richting van verdere betrekkingen;

o

o   o

54. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, en de regeringen en parlementen van de lidstaten.

  • [1]  PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30.
  • [2]  PB L 95 van 15.04.10, blz. 1.
  • [3]  PB L 288 van 04.11.09, blz. 10.
  • [4]  PB L 412 van 30.12.06, blz. 44.
  • [5]  PB C 81 van 15.3.2011, blz. 16.
  • [6]  PB C 325 van 2.12.2010, blz. 1.
  • [7]  PB C 320 van 16.12.08, blz. 10.
  • [8]  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.
  • [9]  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 27.
  • [10]  PB L 287 van 4.11.2010, blz. 3.
  • [11]  Directoraat-generaal Onderwijs en cultuur van de Europese Commissie, in maart 2009.

TOELICHTING

"Vanuit cultureel oogpunt was rock-'n-roll een doorslaggevend element om communistische samenlevingen losser te maken en ze dichterbij een wereld van vrijheid te brengen."

(Andras Simonyi, in 1952 in Boedapest geboren, was de Hongaarse ambassadeur in de Verenigde Staten van 2002 tot en met 2007.)

Europa is een gemeenschap waar vrijheid, verantwoordelijkheid en democratische waarden hoog in het vaandel staan. Cultuur, identiteit, waarden en de positie van de EU op het wereldtoneel zijn met elkaar verstrengeld. De Europese belangen zijn ermee gediend als culturele aspecten strategisch worden uitgewerkt via samenwerking en partnerschap, zowel via culturele programma's als door ze integraal onderdeel te laten zijn van economisch, buitenlands en veiligheids- en ontwikkelingsbeleid.

Door literatuur, film, muziek en erfgoed te delen, wordt de deur naar een beter begrip geopend en worden er bruggen gebouwd tussen mensen. De Europese identiteit, in al haar diversiteit, evenals de Europese waarden manifesteren zich via deze cultuuruitingen. Bovendien heeft de EU belangrijke ervaringen te delen als het aankomt op het overwinnen van conflicten en het opbouwen van stabiliteit via gedeelde belangen en wederzijds begrip.

Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon ontwikkelt de EU een gezamenlijk buitenlands en veiligheidsbeleid dat wordt uitgevoerd door de Europese dienst voor extern optreden onder leiding van de hoge vertegenwoordiger Catherine Ashton. Bij de ontwikkeling van de EDEO is het belangrijk de rol te verkennen en te verankeren die cultuur heeft en zou moeten hebben in het externe optreden van de EU. Het algemeen integreren van cultuur kan leiden tot wederzijds begrip, vreedzame samenwerking en stabiliteit, en tot economische voordelen.

Culturele diplomatie is een hoeksteen voor het opbouwen van vertrouwen en langdurige betrekkingen met burgers in derde landen. Cultuur zou een vitaal en horizontaal geïntegreerd element moeten zijn binnen het brede spectrum van externe beleidslijnen waaruit het buitenlands beleid van de EU bestaat: vanaf de handelsbetrekkingen van de EU tot het uitbreidings- en nabuurschapsbeleid van de EU, het beleid voor ontwikkelingssamenwerking en het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. Cultuur heeft evenzeer economische waarde: de culturele industrieën van Europa dragen bij aan Europees ondernemerschap, innovatie en het Europese bedrijfsleven en door het diverse culturele landschap is de EU de aantrekkelijkste bestemming voor toeristen ter wereld. Een levendig cultureel klimaat maakt het wonen in de EU zowel voor bedrijven als mensen aantrekkelijk.

Een coherente, gecoördineerde EU-strategie inzake cultuur in het externe optreden van de EU bestaat nu nog niet en moet ontwikkeld worden. Dit is geen luxe maar een noodzaak om de aantrekkelijkheid van Europa in een mondiaal verbonden en concurrerende omgeving te behouden en te voeden.

Culturele aspecten van de EU

Cultuur heeft intrinsieke waarde in onze liberale democratieën: het verrijkt de levens van mensen. De EU staat bekend om haar culturele diversiteit en is tegelijkertijd een gemeenschap van waarden die in gelijke mate op alle burgers van toepassing zijn. Deze Europese waarden, zoals respect voor mensenrechten, democratie en fundamentele vrijheden, worden ook teruggevonden in onze culturele producten. Deze waarden versterken en vertegenwoordigen "Europese cultuur", hetgeen neerkomt op meer dan de som van de eigen individuele culturen van de lidstaten. Doel van culturele diversiteit, zoals deze tot uiting komt in Europese waarden, is te zorgen voor zo breed mogelijke keuzemogelijkheden en vrijheid voor het individu.

Contact tussen mensen, offline of online, stimuleert uitwisseling van beste praktijken en kennis en ontwikkelt de internationale vaardigheden van mensen, elementen die steeds harder nodig zijn in onze steeds meer geglobaliseerde wereld. Kennis en internationale vaardigheden zijn cruciaal voor onderwijs en werkgelegenheid, zoals is aangegeven in de EU-strategie voor 2020. Meertaligheid, e-vaardigheden en cultureel bewustzijn zijn broodnodige competenties om mogelijkheden te benutten en talent te ontwikkelen in een mondiale arbeidsmarkt. Maar cultuur kan ook worden beschouwd als een ingrediënt dat helpt democratisering, vrijheid van meningsuiting, inclusie, ontwikkeling, onderwijs, verzoening en nog veel meer te stimuleren. Culturele diplomatie, in de vorm van constructieve interculturele interactie, is een instrument voor mondiale vrede en stabiliteit. In de grondwet van de meeste EU-lidstaten is de ontwikkeling van internationaal recht opgenomen. Internationaal recht is gebaseerd op Europese waarden.

Het brede scala aan aspecten van culturele betrekkingen met derde landen heeft geleid tot versnippering van beleid, hetgeen moet veranderen in een meer gecoördineerde en coherente EU-strategie. De rapporteur heeft ervoor gekozen de organisatorische en beleidskaders te benadrukken die nodig zijn voor de optimale coördinatie van cultuur in het externe optreden van de EU. Zij is van mening dat het invullen van inhoud niet te veel van bovenaf moet worden gestuurd en geregeld. Het verslag biedt concrete suggesties voor het betrekken van het maatschappelijk middenveld, kunstenaars, opleiders, leerlingen en studenten en ondernemers bij het vormgeven aan de inhoud van culturele betrekkingen. Ook onderstreept het de noodzaak van het algemeen integreren en stroomlijnen van cultuur in het externe optreden van de EU binnen de EU-instellingen.

Mondiale speler

Europese burgers plukken de meeste voordelen als de EU als mondiale speler en als leider op het wereldtoneel optreedt. Dat vereist dat financiële middelen efficiënter worden gebruikt en dat de concurrentiepositie van Europa voor toeristen, talent, kunstenaars, bedrijven en studenten strategisch wordt bezien. De Europese belangen zijn het beste gediend als wij met één stem spreken. De concurrentie wordt steeds harder gezien het feit dat China 300 Confucius-centra heeft opgericht (met een geplande 1000 voor 2020) ten dienste van culturele diplomatie en gezien de opkomst van opkomende machten als India. De Verenigde Staten heeft van oudsher een sterke culturele aanwezigheid in de wereld, die nu weliswaar iets afneemt, maar nog altijd zeer krachtig is. We hebben nu gedurfd en ambitieus beleid nodig.

De EU heeft een aantal beste praktijken op lidstaatniveau. Zo is Frankrijk bijvoorbeeld een van de landen die per hoofd van de bevolking het meeste uitgeven aan het positioneren van zichzelf en de landstaal in de rest van de wereld, via de Alliance Française. Het Verenigd Koninkrijk heeft gekozen voor een model waarbij de British Council onafhankelijk van de regering een rol speelt bij het ontwikkelen van cultureel en onderwijsbeleid, evenals uitwisselingen.

Noodzaak van een strategie

Er bestaan al veel programma's en we hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden, maar we kunnen van elkaar leren. Coördinatie zal bijdragen tot een effectiever gebruik van onze middelen, hetgeen zeer welkom is in een periode van bezuinigingen op begrotingen, met name in de culturele sectoren. Het netwerk van nationale culturele instellingen van de EU (EUNIC) zal naar verwachting een belangrijke partner zijn wiens leden niet alleen op een lange ervaring met veldwerk kunnen bogen maar ook met het organiseren van culturele manifestaties in het kielzog van regeringen, die in deze sector van cruciaal belang zijn. Coördinatie kan hand in hand gaan met culturele diplomatie op lidstaatniveau. Veel derde landen richten zich echter expliciet tot de Europese Unie, niet alleen tot de verschillende lidstaten.

Versnippering en verstrooiing zijn te zien onder en tussen lidstaten, maar ook tussen verschillende diensten en instellingen binnen de EU. Deze versnippering zonder gemeenschappelijke strategie belemmert het volledige en efficiënte gebruik van culturele middelen en budgetten.

Deze resolutie roept op tot een beoordeling van bestaande programma's, en tot een groenboek en een mededeling van de Commissie waarin concreet beleid geformuleerd wordt voor de rol van cultuur in het externe optreden van de EU. De Commissie wordt geadviseerd de interne stroomlijning tussen verschillende DG's te vergroten en tegelijkertijd duidelijke verantwoordelijkheden te nemen. Het voorstel om één contactpersoon per vertegenwoordiging van de EU in derde landen aan te wijzen heeft als doel bij het verspreiden van informatie te helpen, de betrekkingen tussen actoren in het maatschappelijk middenveld te coördineren en voor efficiëntie te zorgen.

Nieuwe media

Nieuwe technologieën spelen een steeds grotere rol in zowel cultuur als in internationale betrekkingen. Mensen zijn van internet afhankelijk voor toegang tot informatie en kunnen zich alleen maar vrijelijk uiten als deze informatie en hun communicatie-uitingen niet gecensureerd worden. Het recht op culturele ontwikkeling en andere grondrechten wordt in steeds grotere mate mogelijk gemaakt door nieuwe technologieën.

De grens van de strijd voor de mensenrechten verplaatst zich naar de online wereld. Bloggers worden vastgezet en taboes worden doorbroken, allemaal vanwege het internet. Bovendien bieden nieuwe technologieën geweldige mogelijkheden voor participatie door burgers, vrijheid van meningsuiting en toegang tot informatie. Nu internet mensen wereldwijd met elkaar verbindt, moet de EU als mondiale speler gaan optreden en concreet beleid ontwikkelen om de vrijheid op internet te stimuleren en te beschermen. Repressieve regimes begrijpen maar al te goed hoe nieuwe media gebruikt kunnen worden om vrijheden te vergroten en trachten mensen door middel van juist deze technologieën te onderdrukken.

Ook toegang tot culturele inhoud vindt via nieuwe media plaats. De mogelijkheden voor mondiale connectiviteit rond Europese cultuurgoederen en -inhoud moeten optimaal benut en gefaciliteerd worden, bijvoorbeeld via Europeana, of websites van musea en festivals, en de online muziek- en entertainmentindustrie.

Het bestaan van culturele programma's en de garanties van grondrechten moeten worden bekrachtigd door de ontwikkeling van EU-beleid inzake vrijheid op internet en de opname van digitale diplomatie in culturele diplomatie.

Het economisch potentieel van de EU als mondiale digitale speler is het meest gebaat bij een hervorming van de wetgeving inzake intellectuele-eigendomsrechten en het voltooien van de Europese digitale markt. Alleen dan kunnen wij ervoor zorgen dat de rijkdom van onze (gedigitaliseerde) culturele diversiteit wereldwijd toegankelijk is en afgezet kan worden.

Volgende stappen

Veel culturele betrekkingen ontwikkelen zich volledig losstaand van regeringsplannen of -regelgeving. Dit zich organisch ontwikkelende netwerk van individuen moet gefaciliteerd worden. Daarvoor hebben we beleid nodig.

En tenslotte kunnen de Europese instellingen in grote mate bijdragen aan het voor burgers overal ter wereld meer toegankelijk maken van de Europese politieke cultuur en het Europese besluitvormingsproces. Via open gegevens worden transparantie en toegang tot informatie verder ontwikkeld.

De uitgangspunten voor het beleid zijn al vastgelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en door de ratificatie van het UNESCO-verdrag, waarvoor vereist is dat cultuur algemeen wordt geïntegreerd in al het beleid van de Unie. Nu komt het aan op de praktische tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten. In het conceptorganisatieschema van de Europese dienst voor extern optreden zijn nog geen functies voorzien voor culturele aspecten. Dit verslag roept de EDEO ertoe op culturele aspecten als een overkoepelende beleidsdoelstelling te beschouwen en te voorzien in de passende scholing van de medewerkers van de EDEO met betrekking tot culturele en digitale aspecten.

Voor de jonge generatie Europeanen is een coherente strategie voor de mobiliteit van jonge mensen nodig teneinde hun culturele en onderwijstechnische ontwikkeling – waaronder begrepen kennis en vaardigheden op het gebied van media- en informatie- en communicatietechnologie – en hun toegang tot artistieke uitingen in al hun diversiteit te vergroten.

De bestaande culturele elementen in programma's zoals het Europees instrument voor democratie en mensenrechten moeten worden gefocust en er moet prioriteit aan worden toegekend, gericht op het versterken van de rechtsorde, het ontwikkelen van culturele diplomatie als instrument van conflictbeheersing en -preventie, het creëren van mechanismen voor samenwerking met het maatschappelijk middenveld, dialoog en uitwisseling, en het opnemen van de rol van nieuwe technologieën ten aanzien van de vrijheid van meningsuiting, democratische participatie en mensenrechten.

Het Europees Parlement zou zich moeten verbinden tot het opnemen van cultuur in het werk van de eigen delegaties bij andere parlementen overal ter wereld, en houdt de voortgang en concrete maatregelen die genomen worden om een gecoördineerde en coherente EU-strategie inzake cultuur in externe betrekkingen uit te stippelen nauwlettend in het oog. Voorgesteld is om in de vorm van jaarverslagen te zorgen voor verantwoording en continuïteit. Bovendien zou het Jaarverslag over de mensenrechten zich uitdrukkelijk en specifiek moeten richten op cultuur.

De ontwikkeling van ´het merk Europa´ in een mondiale strijd om talent, toerisme en waarden moet op samenwerking worden gebaseerd; dit verslag is de aftrap voor een langdurige en vruchtbare gezamenlijke inspanning om zoveel mogelijk bondgenoten te gebruiken om dit waar te maken.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

17.3.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

26

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Maria Badia i Cutchet, Zoltán Bagó, Malika Benarab-Attou, Lothar Bisky, Piotr Borys, Jean-Marie Cavada, Silvia Costa, Santiago Fisas Ayxela, Mary Honeyball, Cătălin Sorin Ivan, Morten Løkkegaard, Emma McClarkin, Marek Henryk Migalski, Doris Pack, Marie-Thérèse Sanchez-Schmid, Marietje Schaake, Timo Soini, Emil Stoyanov, Hannu Takkula, Marie-Christine Vergiat, Sabine Verheyen, Milan Zver

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Nessa Childers, Oriol Junqueras Vies, Ramona Nicole Mănescu, Iosif Matula, Francisco José Millán Mon, Monika Smolková