VERSLAG over het voorstel voor een verordening van de Raad over administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen

5.3.2012 - (COM(2011)0730 – C7‑0447/2011 – 2011/0330(CNS)) - *

Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: David Casa
PR_CNS_art55am


Procedure : 2011/0330(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0044/2012
Ingediende teksten :
A7-0044/2012
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van de Raad over administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen

(COM(2011)0730 – C7‑0447/2011 – 2011/0330(CNS))

(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2011)0730),

–   gezien artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7‑0447/2011),

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A7‑0044/2012),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2 bis) De oprichting van een Europese belastingunie moet een verdergaande, snelle, efficiënte, gebruiksvriendelijke en in de mate van het mogelijke automatische uitwisseling van informatie tussen de lidstaten omvatten, om de strijd tegen belastingfraude te verbeteren.

Motivering

Elk stuk EU‑wetgeving op het gebied van belastingen moet worden beschouwd als belangrijk instrument om zowel micro- als macro-economische doelstellingen te halen. Daarom is het belangrijk dat in deze verordening duidelijk naar de gemeenschappelijke markt en naar een Europese belastingunie wordt verwezen.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) Terugmelding is een geschikte manier om te verzekeren dat de kwaliteit van de uitgewisselde inlichtingen constant verbetert. Daarom dient een kader voor terugmelding te worden opgezet.

(11) Terugmelding is een geschikte manier om te verzekeren dat de kwaliteit van de uitgewisselde inlichtingen constant verbetert en om bureaucratische processen te vereenvoudigen. Daarom dient een kader voor terugmelding te worden opgezet.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis) Persoonsgegevens die in overeenstemming met deze verordening worden verwerkt, worden niet langer bewaard dan noodzakelijk, overeenkomstig de toepasselijke nationale en Uniewetgeving.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 19

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19) Ten behoeve van een effectieve toepassing van deze verordening kan het noodzakelijk zijn de reikwijdte te beperken van bepaalde rechten en verplichtingen die zijn vastgesteld in Richtlijn 95/46/EG, in het bijzonder de in artikel 10, artikel 11, lid 1, en de artikelen 12 en 21 omschreven rechten, ter vrijwaring van de in artikel 13, lid 1, onder e), van die richtlijn bedoelde belangen, rekening houdende met de potentiële inkomstenderving voor de lidstaten en het cruciale belang van de onder deze verordening vallende gegevens voor een efficiënte fraudebestrijding. De lidstaten moeten de verplichting hebben deze beperkingen toe te passen voor zover zij noodzakelijk en evenredig zijn.

(19) Ten behoeve van een effectieve toepassing van deze verordening kan het noodzakelijk zijn de reikwijdte te beperken van bepaalde rechten en verplichtingen die zijn vastgesteld in Richtlijn 95/46/EG, in het bijzonder de in artikel 10, artikel 11, lid 1, en de artikelen 12 en 21 omschreven rechten, ter vrijwaring van de in artikel 13, lid 1, onder e), van die richtlijn bedoelde belangen, rekening houdende met de potentiële inkomstenderving voor de lidstaten en het cruciale belang van de onder deze verordening vallende gegevens voor een efficiënte fraudebestrijding. De lidstaten moeten de verplichting hebben deze beperkingen toe te passen voor zover zij noodzakelijk en evenredig zijn. Gezien de noodzaak van het bewaren van bewijsmateriaal in gevallen van vermoedens van fiscale onregelmatigheden of van fraude, en om belemmering van de juiste beoordeling van de naleving van de accijnswetgeving te vermijden, moet het mogelijk zijn om daar waar noodzakelijk de verplichtingen van de overheidsdienst die met de verwerking van de gegevens is belast en de rechten van de betrokkene met betrekking tot het verstrekken van informatie, de toegang tot de gegevens en de publicatie van verwerkingshandelingen in het kader van de uitwisseling van persoonsgegevens onder deze verordening te beperken.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Teneinde uniforme voorwaarden voor de uitvoering van de artikelen 8, 16, 19, 20, 21 en 34 van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en van de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren.

(20) Teneinde uniforme voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, en voor het beschrijven van de belangrijkste categorieën gegevens die de lidstaten onder deze verordening kunnen uitwisselen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en van de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 20 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(20 bis) Het verwerken van persoonsgegevens met betrekking tot overtredingen, strafrechtelijke veroordelingen of veiligheidsmaatregelen geschiedt in overeenstemming met artikel 8, lid 5, van Richtlijn 95/46/EG of artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 45/2001.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 22

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22) Er moet worden voorzien in de follow‑up en de evaluatie van de werking van deze verordening. Daarom wordt bepaald dat de lidstaten statistieken en andere gegevens moeten verzamelen en dat de Commissie periodieke rapporten moet opstellen.

(22) Er moet worden voorzien in de follow‑up en de evaluatie van de werking van deze verordening. Daarom wordt bepaald dat de lidstaten statistieken en andere gegevens moeten verzamelen en dat de Commissie periodieke rapporten moet opstellen. De door de lidstaten verzamelde gegevens en de door de Commissie opgestelde rapporten moeten jaarlijks aan zowel het Parlement als de Raad ter beschikking worden gesteld.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 25 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(25 bis) De Commissie roept een nieuw btw- en accijnsforum in het leven, analoog aan het Gezamenlijk Forum voor verrekenprijzen (JTPF), waar bedrijven kwesties in verband met btw voor het bedrijfsleven en geschillen tussen lidstaten kunnen aankaarten.

Motivering

Er is behoefte aan een doeltreffend en transparant wettelijk instrument voor alternatieve beslechting van grensoverschrijdende geschillen. In vergelijking met de gebruikelijke verhaalinstrumenten leidt alternatieve geschilbeslechting tot een snellere en goedkopere oplossing van geschillen tussen bedrijven, en tussen bedrijven en consumenten.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Het in lid 1 bedoelde verzoek kan een met redenen omkleed verzoek om een specifiek administratief onderzoek omvatten. Indien de aangezochte autoriteit van oordeel is dat geen administratief onderzoek nodig is, stelt zij de verzoekende autoriteit onverwijld in kennis van de redenen waarop zij haar oordeel baseert.

3. Het in lid 1 bedoelde verzoek kan een met redenen omkleed verzoek om een specifiek administratief onderzoek omvatten.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De aangezochte autoriteit kan de verzoekende autoriteit vragen om een rapport over de follow‑upmaatregelen die de verzoekende lidstaat heeft genomen op basis van de verstrekte inlichtingen. Indien een dergelijk verzoek is gedaan, zendt de verzoekende autoriteit, zonder afbreuk te doen aan de in haar lidstaat geldende voorschriften inzake geheimhouding en gegevensbescherming, en mits dit geen onevenredige lasten veroorzaakt, zo spoedig mogelijk een dergelijk rapport.

5. De aangezochte autoriteit kan de verzoekende autoriteit vragen om een rapport over de follow‑upmaatregelen die de verzoekende lidstaat heeft genomen op basis van de verstrekte inlichtingen. Indien een dergelijk verzoek is gedaan, zendt de verzoekende autoriteit, zonder afbreuk te doen aan de in haar lidstaat geldende voorschriften inzake geheimhouding en gegevensbescherming, zo spoedig mogelijk een dergelijk rapport.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Wanneer het ondoenlijk is om gebruik te maken van het document voor wederzijdse administratieve bijstand, kan de uitwisseling van berichten geheel of gedeeltelijk via andere middelen geschieden. In dergelijke uitzonderlijke gevallen dient het bericht vergezeld te gaan van een verklaring waarom het ondoenlijk was om gebruik te maken van het document voor wederzijdse administratieve bijstand.

4. Wanneer het ondoenlijk is om gebruik te maken van het document voor wederzijdse administratieve bijstand, kan de uitwisseling van berichten geheel of gedeeltelijk via andere middelen geschieden. In dergelijke uitzonderlijke gevallen – indien de aangezochte autoriteit dit noodzakelijk acht – dient bij het bericht een verklaring te zijn gevoegd waarom het ondoenlijk was om gebruik te maken van het document voor wederzijdse administratieve bijstand.

Motivering

Deze vereiste zal resulteren in een extra belasting, bijvoorbeeld vanwege de moeilijke en tijdrovende correspondentie die nodig zal zijn, en zal het informatie-uitwisselingsproces zeker ook niet versnellen. Het is derhalve niet wenselijk deze vereiste een verplicht karakter te geven: veeleer moet de aangezochte autoriteit de mogelijkheid gelaten worden te beoordelen of het document in de gegeven situatie geëigend is.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De aangezochte autoriteit is er alleen toe gehouden originele documenten te verstrekken wanneer die documenten voor de doeleinden van de verzoekende autoriteit vereist zijn en de geldende bepalingen van de lidstaat waar de autoriteit is gevestigd, zich daar niet tegen verzetten.

2. De aangezochte autoriteit is er alleen toe gehouden originele documenten te verstrekken wanneer die documenten voor de doeleinden van de verzoekende autoriteit vereist zijn en de geldende bepalingen van de lidstaat waar de aangezochte autoriteit is gevestigd, zich daar niet tegen verzetten.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Met het oog op de uitwisseling van de voor de handhaving van de accijnswetgeving vereiste inlichtingen kunnen twee of meer lidstaten, op basis van een risicoanalyse, overeenkomen om ieder op zijn eigen grondgebied over te gaan tot gelijktijdige controles van de aangelegenheden, wat de accijnzen betreft, van een of meer marktdeelnemers of andere personen die voor die lidstaten een gemeenschappelijk of complementair belang vertegenwoordigen, wanneer dergelijke controles efficiënter lijken dan door slechts één lidstaat uitgevoerde controles.

1. Voor de handhaving van de accijnswetgeving kunnen twee of meer lidstaten, op basis van een risicoanalyse, en indien nodig, overeenkomen om ieder op zijn eigen grondgebied over te gaan tot gelijktijdige controles van de aangelegenheden, wat de accijnzen betreft, van een of meer marktdeelnemers of andere personen die voor die lidstaten een gemeenschappelijk of complementair belang vertegenwoordigen, wanneer dergelijke controles efficiënter lijken dan door slechts één lidstaat uitgevoerde controles.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Wanneer een overeenkomst als bedoeld in lid 1 tot stand is gekomen, wijst iedere bevoegde autoriteit die bij die overeenkomst is betrokken, een vertegenwoordiger aan die belast wordt met het toezicht op en de coördinatie van de gelijktijdige controle.

Niet van toepassing op de Nederlandse versie.

Motivering

Niet van toepassing op de Nederlandse versie.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 4 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) de exacte categorieën inlichtingen die moeten worden uitgewisseld overeenkomstig artikel 15, lid 1;

(a) de exacte categorieën inlichtingen die moeten worden uitgewisseld overeenkomstig artikel 15, lid 1, met als doel het opstellen van een alomvattende lijst van informatie, die twee keer per jaar wordt geactualiseerd teneinde deze aan te passen aan de nieuwe uitwisselingsbehoeften;

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Zij kunnen daarvoor gebruik maken van het geautomatiseerde systeem waar dat systeem dergelijke inlichtingen kan verwerken.

Het verdient de voorkeur daarvoor gebruik te maken van het geautomatiseerde systeem waar dat systeem dergelijke inlichtingen kan verwerken.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De autoriteit die overeenkomstig lid 1 inlichtingen aan een andere autoriteit heeft doorgegeven, kan die andere autoriteit vragen om een rapport over de follow‑upmaatregelen die de verzoekende lidstaat heeft genomen op basis van de verstrekte inlichtingen. Indien een dergelijk verzoek is gedaan, zendt de andere autoriteit, zonder afbreuk te doen aan de in haar lidstaat geldende voorschriften inzake geheimhouding en gegevensbescherming, en mits dit geen onevenredige administratieve lasten veroorzaakt, zo spoedig mogelijk een dergelijk rapport.

2. De autoriteit die overeenkomstig lid 1 inlichtingen aan een andere autoriteit heeft doorgegeven, kan die andere autoriteit vragen om een rapport over de follow‑upmaatregelen die de verzoekende lidstaat heeft genomen op basis van de verstrekte inlichtingen. Wanneer de autoriteit de informatie heeft doorgegeven na de ontdekking van een ongebruikelijke, maar economisch belangrijke onregelmatigheid, vraagt zij om zo'n rapport over follow‑upmaatregelen. Indien een dergelijk verzoek is gedaan, zendt de andere autoriteit, zonder afbreuk te doen aan de in haar lidstaat geldende voorschriften inzake geheimhouding en gegevensbescherming, en mits dit geen onevenredige administratieve lasten veroorzaakt, zo spoedig mogelijk een dergelijk rapport.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 2 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) de naam en het adres van de marktdeelnemer of de plaats;

(b) de naam en het adres van de marktdeelnemer of de plaats of, in het geval van geregistreerde geadresseerden zoals bedoeld onder a), ii) van lid 1, het adres dat door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van registratie is goedgekeurd;

Motivering

Duidelijk moet worden gemaakt dat het adres van een geregistreerde geadresseerde in het SEED‑register hetzelfde adres moet zijn als het adres waar hij zijn goederen onder de schorsingsregeling ontvangt.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 23

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De verzoeken om bijstand, waaronder de verzoeken tot notificatie, en de bijgevoegde stukken mogen gesteld zijn in een door de aangezochte en de verzoekende autoriteit overeengekomen taal. Deze verzoeken dienen slechts vergezeld te gaan van een vertaling in de officiële taal of één van de officiële talen van de lidstaat waar de aangezochte autoriteit is gevestigd wanneer deze autoriteit de behoefte aan een vertaling heeft gemotiveerd.

De verzoeken om bijstand, waaronder de verzoeken tot notificatie, en de bijgevoegde stukken mogen gesteld zijn in een door de aangezochte en de verzoekende autoriteit overeengekomen taal. Deze verzoeken dienen slechts vergezeld te gaan van een vertaling in de officiële taal of één van de officiële talen van de lidstaat waar de aangezochte autoriteit is gevestigd wanneer deze autoriteit de behoefte aan een vertaling naar behoren heeft gemotiveerd.

Motivering

De lidstaten moeten worden verplicht te vertalen in alle officiële talen. Dit is een onevenredig zware administratieve last voor de bevoegde autoriteiten.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 23

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De verzoeken om bijstand, waaronder de verzoeken tot notificatie, en de bijgevoegde stukken mogen gesteld zijn in een door de aangezochte en de verzoekende autoriteit overeengekomen taal. Deze verzoeken dienen slechts vergezeld te gaan van een vertaling in de officiële taal of één van de officiële talen van de lidstaat waar de aangezochte autoriteit is gevestigd wanneer deze autoriteit de behoefte aan een vertaling heeft gemotiveerd.

De verzoeken om bijstand, waaronder de verzoeken tot notificatie, en de bijgevoegde stukken mogen gesteld zijn in een door de aangezochte en de verzoekende autoriteit van tevoren overeengekomen taal. Deze verzoeken dienen slechts vergezeld te gaan van een vertaling in de officiële taal of één van de officiële talen van de lidstaat waar de aangezochte autoriteit is gevestigd wanneer deze autoriteit de behoefte aan een vertaling heeft gemotiveerd.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 25 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan weigeren inlichtingen te verstrekken indien de verzoekende lidstaat op wettelijke gronden niet in staat is gelijksoortige inlichtingen te verstrekken.

Schrappen

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 25 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Het verstrekken van inlichtingen kan worden geweigerd indien dit zou leiden tot de onthulling van een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of van een fabrieks- of handelswerkwijze of indien de onthulling ervan in strijd zou zijn met de openbare orde. Lidstaten mogen niet weigeren inlichtingen over een marktdeelnemer te verstrekken uitsluitend omdat deze inlichtingen bij een bank, een andere financiële instelling of een als vertegenwoordiger, agent of trustee optredende persoon berusten, of omdat zij betrekking hebben op eigendomsbelangen in een rechtspersoon.

4. Het verstrekken van inlichtingen kan worden geweigerd indien dit aantoonbaar zou leiden tot de onthulling van een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of van een fabrieks- of handelswerkwijze of indien de onthulling ervan in strijd zou zijn met de openbare orde. Lidstaten mogen niet weigeren inlichtingen over een marktdeelnemer te verstrekken uitsluitend omdat deze inlichtingen bij een bank, een andere financiële instelling of een als vertegenwoordiger, agent of trustee optredende persoon berusten, of omdat zij betrekking hebben op eigendomsbelangen in een rechtspersoon.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De bevoegde autoriteit van de lidstaat die de inlichtingen verstrekt, staat evenwel toe dat deze inlichtingen in de lidstaat van de verzoekende autoriteit ook voor andere doeleinden worden gebruikt, indien de wetgeving van de lidstaat van de aangezochte autoriteit het gebruik van de inlichtingen voor soortgelijke doeleinden in die lidstaat toestaat.

De bevoegde autoriteit van de lidstaat die de inlichtingen verstrekt, kan evenwel toestaan dat deze inlichtingen in de lidstaat van de verzoekende autoriteit ook voor andere doeleinden worden gebruikt, indien de wetgeving van de lidstaat van de aangezochte autoriteit het gebruik van de inlichtingen voor soortgelijke doeleinden in die lidstaat toestaat.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 – lid 4 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Op de in deze verordening bedoelde opslag of uitwisseling van inlichtingen zijn de nationale bepalingen tot uitvoering van Richtlijn 95/46/EG van toepassing.

4. Op de in deze verordening bedoelde verwerking van persoonsgegevens zijn de nationale bepalingen tot uitvoering van Richtlijn 95/46/EG van toepassing.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 32 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Mits een derde land er zich juridisch toe verbonden heeft de bijstand te verlenen die nodig is om bewijsmateriaal bijeen te brengen omtrent het onregelmatige karakter van verrichtingen die strijdig lijken met de accijnswetgeving, kunnen krachtens deze verordening verkregen inlichtingen aan dat derde land worden meegedeeld, met de toestemming van de bevoegde autoriteiten die deze hebben verstrekt, in overeenstemming met hun nationale wetgeving, voor dezelfde doeleinden als waarvoor deze inlichtingen zijn verstrekt en met inachtneming van Richtlijn 95/46/EG, met name de bepalingen betreffende de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen, en de nationale wettelijke maatregelen tot uitvoering van de richtlijn.

2. Mits een derde land er zich juridisch toe verbonden heeft de bijstand te verlenen die nodig is om bewijsmateriaal bijeen te brengen omtrent het onregelmatige karakter van verrichtingen die strijdig lijken met de accijnswetgeving, kunnen krachtens deze verordening verkregen inlichtingen door een bevoegde autoriteit van een lidstaat aan dat derde land worden meegedeeld, met de toestemming van de bevoegde autoriteiten die deze hebben verstrekt, in overeenstemming met hun nationale wetgeving, voor dezelfde doeleinden als waarvoor deze inlichtingen zijn verstrekt en met inachtneming van Richtlijn 95/46/EG, met inbegrip van de bepalingen betreffende de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen, en de nationale wettelijke maatregelen tot uitvoering van de richtlijn.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 34 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten en de Commissie onderzoeken en evalueren de toepassing van deze verordening. Te dien einde stelt de Commissie regelmatig een bondig overzicht van de ervaringen van de lidstaten op, teneinde de bij deze verordening ingestelde regeling beter te laten functioneren.

1. De lidstaten en de Commissie onderzoeken en evalueren de toepassing van deze verordening. Te dien einde maakt de Commissie regelmatig een vergelijking en een analyse van de ervaringen van de lidstaten, teneinde de bij deze verordening ingestelde regeling beter te laten functioneren.

Motivering

De Commissie moet een duidelijke en actieve rol spelen wat het toezicht op de naleving van deze verordening betreft. Zij moet dit toezicht niet uitoefenen door louter een bondig overzicht van de ervaringen van de lidstaten op te stellen, maar door van deze ervaringen een grondige analyse uit Europees oogpunt te maken.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 34 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De Commissie doet het Parlement en de Raad voor 31 december 2012 een rapport over fraude op het gebied van accijnzen toekomen, met, indien van toepassing, voorstellen voor wijzigingen aan deze verordening.

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 34 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Teneinde de doeltreffendheid van deze regeling voor administratieve samenwerking bij de handhaving van de accijnswetgeving en de bestrijding van accijnsontduiking en ‑fraude te beoordelen, kunnen de lidstaten de Commissie ook andere dan de in de eerste alinea bedoelde beschikbare inlichtingen verstrekken.

Teneinde de doeltreffendheid van deze regeling voor administratieve samenwerking bij de handhaving van de accijnswetgeving en de bestrijding van accijnsontduiking en ‑fraude te beoordelen, verstrekken de lidstaten de Commissie ook andere dan de in de eerste alinea bedoelde beschikbare inlichtingen.

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 37

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Om de vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening, dient de Commissie, met name op basis van de door de lidstaten verstrekte inlichtingen, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze verordening.

Om de drie jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening, dient de Commissie, met name op basis van de door de lidstaten verstrekte inlichtingen, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze verordening.

Motivering

Vijf jaar voor de indiening van een verslag over de toepassing van de verordening is te lang, met name in een fase van verregaande hervormingen op Europees niveau wat een belastingunie betreft. Daarom wordt een kortere periode voorgesteld, om te zorgen voor een effectievere effectbeoordeling en om ervoor te zorgen dat de wetgeving indien nodig wordt aangepast.

PROCEDURE

Titel

Administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen

Document- en procedurenummers

COM(2011)0730 – C7-0447/2011 – 2011/0330(CNS)

Datum raadpleging EP

28.11.2011

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ECON

30.11.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

INTA

30.11.2011

IMCO

30.11.2011

 

 

Geen advies

       Datum besluit

INTA

8.12.2011

IMCO

24.1.2012

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

David Casa

29.11.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

24.1.2012

28.2.2012

 

 

Datum goedkeuring

29.2.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

43

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Burkhard Balz, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Pascal Canfin, George Sabin Cutaş, Leonardo Domenici, Derk Jan Eppink, Markus Ferber, Elisa Ferreira, Ildikó Gáll-Pelcz, Jean-Paul Gauzès, Sven Giegold, Sylvie Goulard, Liem Hoang Ngoc, Syed Kamall, Philippe Lamberts, Astrid Lulling, Arlene McCarthy, Sławomir Witold Nitras, Ivari Padar, Alfredo Pallone, Antolín Sánchez Presedo, Olle Schmidt, Edward Scicluna, Peter Skinner, Theodor Dumitru Stolojan, Sampo Terho, Corien Wortmann-Kool, Pablo Zalba Bidegain

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Elena Băsescu, Philippe De Backer, Herbert Dorfmann, Sari Essayah, Ashley Fox, Enrique Guerrero Salom, Thomas Händel, Danuta Jazłowiecka, Krišjānis Kariņš, Olle Ludvigsson, Thomas Mann, Sirpa Pietikäinen, Theodoros Skylakakis

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Godelieve Quisthoudt-Rowohl

Datum indiening

5.3.2012