AANBEVELING over het ontwerpbesluit van de Raad tot sluiting van een handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds

27.11.2012 - (14762/1/2011 – C7‑0287/2012 – 2011/0249(NLE)) - ***

Commissie internationale handel
Rapporteur: Mário David
PR_NLE-AP_art90

Procedure : 2011/0249(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0388/2012

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het ontwerpbesluit van de Raad tot sluiting van een handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds

(14762/1/2011 – C7‑0287/2012 – 2011/0249(NLE))

(Goedkeuring)

Het Europees Parlement,

–   gezien het ontwerpbesluit van de Raad (14762/1/2011),

–   gezien de ontwerphandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds (14764/2011),

–   gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 91, artikel 100, lid 2, artikel 207, lid 4, eerste alinea, en artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), punt v), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C7‑0287/2012),

–   gezien artikel 81 en artikel 90, lid 7, van zijn Reglement,

–   gezien de aanbeveling van de Commissie internationale handel en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken en de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A7‑0388/2012),

1.  hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;

2.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en Colombia en Peru.

TOELICHTING

1. Inleiding

De handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten enerzijds en Colombia en Peru anderzijds (hierna "de overeenkomst" genoemd) maakt deel uit van duurzame betrekkingen tussen de EU en de Andesgemeenschap (CAN). In 2007 gingen de onderhandelingen voor een associatieovereenkomst tussen regio's van start. Helaas leidde onenigheid tussen de Andeslanden over de behandeling van een aantal belangrijke handelsaspecten in de beoogde overeenkomst in juni 2008 tot schorsing van de besprekingen. In januari 2009 werden nieuwe onderhandelingen gestart, dit keer uitsluitend met Colombia en Peru. In mei 2010 werden deze onderhandelingen met succes afgerond. De overeenkomst is op 26 juni 2012 met Colombia en Peru ondertekend, maar andere lidstaten van de CAN kunnen toetreden via een toetredingsclausule (artikel 329).

De reikwijdte en ambities van de overeenkomst zijn in overeenstemming met het vrijhandelsbeleid van de EU zoals uiteengezet in het beleid 'Europa als wereldspeler' uit 2006 en vastgelegd in het verslag 'Handel, groei en wereldvraagstukken' uit 2010. De overeenkomst is alomvattend, omdat deze ervoor zorgt dat vrijwel alle tarieven na een overgangsperiode worden afgeschaft, de diensten aanvullende verplichtingen krijgen opgelegd die ruimschoots verder gaan dan de verplichtingen uit hoofde van de GATS, er (voornamelijk procedurele) WTO plus-bepalingen inzake niet-tarifaire belemmeringen (TBT's, SPS) en de vier punten van Singapore inzake investeringen, aanbestedingen, concurrentie en handelsbevordering in zijn opgenomen, intellectuele eigendomsrechten beter worden beschermd en tegelijkertijd de behoeften van Colombia en Peru worden weergegeven, en omdat er institutionele bepalingen (geschillenbeslechting, toezichtcomités en een snel evaluatiemechanisme voor niet-tarifaire en regelgevende belemmeringen) in zijn opgenomen.

Ondanks de economische inslag van de overeenkomst is er een afdwingbare mensenrechtenclausule in opgenomen (artikel 1), alsmede een titel betreffende duurzame ontwikkeling waarin fundamentele arbeidsnormen van de IAO en multilaterale milieuovereenkomsten zijn opgenomen.

De overeenkomst biedt bedrijven in de EU toegang tot relatief kleine, maar groeiende markten. De handel tussen de EU en Colombia en Peru is tussen 2006 en 2010 met 10% toegenomen. De overeenkomst kan op zichzelf tevens worden gezien als opstapje naar sterkere betrekkingen met Midden- en Latijns-Amerika, met name op handelsgebied.

2. Handelsvoordelen van de handelsovereenkomst

De klassieke EU-exportsectoren profiteren het meest van verbeterde toegang tot de Colombiaanse en Peruviaanse markten, namelijk machines, vervoermiddelen (waaronder met name auto's), chemicaliën en bovenal diensten. Wat de productiesectoren betreft, zijn de drie genoemde sectoren goed voor meer dan 80% van de huidige EU-uitvoer. Wat diensten betreft, zijn telecommunicatie, bouw, distributie en financiële diensten de meest begunstigde sectoren.

Via SAP+ komt bijna alle Colombiaanse en Peruviaanse uitvoer momenteel al zonder douanerechten de EU binnen. Desalniettemin is de overeenkomst belangrijk, omdat Colombia en Peru deze toegang in het herziene SAP zullen kwijtraken. Verscherpte handels- en investeringsvoorschriften leiden waarschijnlijk ook tot verhoogde EU-investeringen. Procedurele voorschriften op het gebied van SPS moeten bijdragen aan de effectieve toegang tot de EU-markt voor Peruviaanse en Colombiaanse uitvoerders. Daarnaast zullen er lagere tarieven op garnalen en fruit (in het bijzonder bananen en druiven) van toepassing zijn. Volgens een onafhankelijke studie kan door deze overeenkomst op de langere termijn het Colombiaanse bnp met 1,3% en het Peruviaanse bnp met 0,7% stijgen.

Aan de andere kant zijn er aanpasperioden voorzien, waarin Colombia en Peru aan sociale en andere nationale beleidsdoelstellingen kunnen voldoen. Hun tarifaire liberalisering wordt in fases ingevoerd. Er bestaan ook horizontale vrijstellingen voor zowel Colombia als Peru, waarmee zij maatregelen kunnen vaststellen of handhaven die betrekking hebben op rechten of bevoorrechting van sociaal of economisch achtergestelde etnische minderheden of gemeenschappelijke grond.

3. Mensenrechten- en duurzame ontwikkelingsaspecten van de overeenkomst

De handelsovereenkomst met Colombia en Peru is een van de weinige EU-handelsovereenkomsten waarin een mensenrechtenclausule is opgenomen. Artikel 1 luidt als volgt: "Eerbiediging van de beginselen en fundamentele rechten van de mens, zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de rechten van de mens, en het beginsel van de rechtsstaat, vormen de basis van het binnen- en buitenlands beleid van de partijen. Eerbiediging van deze beginselen vormt een essentieel element van deze overeenkomst." Het niet respecteren van mensenrechten en democratische beginselen zou een "grove schending" van de handelsovereenkomst zijn, die, naar internationaal recht, aanleiding zou kunnen geven tot het nemen van passende maatregelen, waaronder de mogelijkheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te beëindigen of op te schorten. Aangezien het Europees Parlement herhaaldelijk op mensenrechtenclausules heeft gewezen, is het van essentieel belang dat alle ondertekenende partijen zorgen voor gedegen toezicht op de eerbiediging van de mensenrechten en dat de praktische handhaving van de mensenrechtenclausule wordt gewaarborgd.

Er zijn ook bepalingen inzake duurzame ontwikkeling, waaronder arbeidsrechten, die gedeeltelijk overlappen met de bepalingen inzake mensenrechten. De partijen verbinden zich ertoe de effectieve tenuitvoerlegging van de basisverdragen van de IAO te bevorderen, met inbegrip van vrijheid van vereniging en de daadwerkelijke erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen. In de tekst zijn tevens de in multilaterale milieuakkoorden vastgestelde verplichtingen opgenomen. De partijen verplichten zich ertoe hun milieubeschermingsniveaus niet te verlagen om investeringen aan te trekken, of de handhaving van arbeids- en milieunormen zodanig na te laten dat hierdoor de handel tussen de partijen wordt beïnvloed. Dit hoofdstuk is wettelijk bindend, maar niet onderworpen aan de regeling voor geschillenbeslechting.

Zowel Colombia als Peru hebben zich gedurende de afgelopen jaren bijzonder ingespannen voor de verbetering van hun mensenrechtensituatie. Er is echter geen twijfel over mogelijk dat er nog altijd veel moet worden verbeterd, zowel in Colombia als in Peru. Colombia was gedurende vele jaren het land met het hoogste moordcijfer onder vakbondsleden ter wereld, maar de aantallen zijn gedurende de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald, van 250 per jaar aan het begin van de jaren negentig tot 26 gevallen in 2011, volgens het World Report 2012 inzake Colombia van Human Rights Watch. Hoewel nog steeds te veel zaken niet zijn opgelost, heeft de Colombiaanse regering veel geïnvesteerd in verlengde beschermingsprogramma's en in een toename van het aantal opsporingsambtenaren van het openbaar ministerie (FGN).

Ondanks het feit dat het maatschappelijk middenveld een actieve rol krijgt toebedeeld in de overeenkomst, zou uw rapporteur graag zien dat deze rol nog groter is, met name op het gebied van toezicht op de tenuitvoerlegging van de bepalingen inzake mensenrechten en duurzame ontwikkeling.

4. Conclusies

Volgens uw rapporteur heeft de Commissie de volgende doelstellingen bereikt: afschaffing van hoge tarieven, uit de weg ruimen van technische handelsbelemmeringen, liberalisering van de dienstenmarkten, bescherming van waardevolle geografische aanduidingen uit de EU, openstelling van de markten voor overheidsaanbestedingen, opneming van verbintenissen over de handhaving van arbeids- en milieunormen en het aanbieden van doeltreffende, snelle procedures voor de beslechting van geschillen, waarbij wordt gezorgd dezelfde voorwaarden voor de EU als voor concurrenten uit de regio, zoals de VS.

De overeenkomst biedt tevens de gelegenheid Colombia en Peru een anker te bieden om hun hervormingen in de wereldeconomie te integreren, hun welvaart te verhogen en hun groei te consolideren, zodat de leefomstandigheden van hun bevolking kunnen worden verbeterd.

Er blijft bezorgdheid bestaan over de mensenrechten. Het is derhalve van essentieel belang dat de partijen voldoende technische en financiële capaciteit beschikbaar stellen om ervoor te zorgen dat de in de handelsovereenkomst aangegeven duurzaamheidsnormen volledig gehaald worden en er voorzien kan worden in een volledig overzicht van, voldoende toezicht op, en een complete inventarisatie van de tenuitvoerlegging van het hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling.

Onder deze omstandigheden is uw rapporteur van mening dat het Europees Parlement de sluiting van de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Colombia en Peru goed moet keuren.

ADVIES van de Commissie buitenlandse zaken (20.9.2012)

aan de Commissie internationale handel

inzake het ontwerp van besluit van de Raad tot sluiting van de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds
(14762/1/2011 – C7–0287/2012 – 2011/0249(NLE))

Rapporteur voor advies: José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra

BEKNOPTE MOTIVERING

De handelsovereenkomst met Peru en Colombia past in het kader van de versterking van de betrekkingen tussen de EU en de landen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied en de verdieping van het biregionale partnerschap. Deze betrekkingen zijn gebaseerd op zowel nauwe historische en culturele banden als gemeenschappelijke waarden die een soortgelijke kijk op de huidige internationale realiteit inhouden.

De overeenkomst omvat een democratieclausule, die sinds de derde generatie overeenkomsten wordt opgenomen. Voorts gaat de overeenkomst verder dan het huidige handelskader, dat op een unilateraal stelsel van algemene preferenties gebaseerd is, aangezien zij een via onderhandelingen overeengekomen wederkerige regeling omvat voor de geleidelijke liberalisering van de handel in goederen en diensten en overheidsopdrachten en de bevordering van investeringen. Zo wordt een voorspelbaar kader geschapen dat rechtszekerheid biedt en wederzijdse vertrouwen wekt, dat nodig is om handel en investeringen te stimuleren. Ten slotte wordt de deur opengelaten voor de aansluiting van andere landen van de Andesgemeenschap. Daarmee wordt het oorspronkelijke doel bevestigd om een algemene overeenkomst met de hele Andesgemeenschap te bereiken.

De met Peru en Colombia gesloten overeenkomst bevat belangrijke elementen die bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de EU die zijn vastgelegd in artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name de bevordering en consolidering van de mensenrechten en de democratie, een duurzame economie en ontwikkeling op sociaal en milieugebied.

In deze zin wordt in artikel 1 van de overeenkomst de eerbiediging van de democratische beginselen en fundamentele rechten van de mens en het beginsel van de rechtsstaat vermeld als "essentieel element" van de overeenkomst. Als een van de partijen deze beginselen niet in acht zou nemen, kunnen maatregelen worden getroffen en kan de overeenkomst zelfs gedeeltelijk of geheel worden opgeschort. Daarbij zij eraan herinnerd dat de overeenkomst past in een ruimere context van bilaterale dialoog over de mensenrechten tussen de EU en Peru en Colombia. In beide gevallen staan de mensenrechten hoog op de politieke agenda.

Anderzijds zij erop gewezen dat in artikel 281, net als in andere handelsovereenkomsten van de EU, wordt voorzien in de nodige mechanismen voor overleg met het maatschappelijk middenveld, en dat duurzame ontwikkeling een belangrijke plaats in de overeenkomst inneemt. Daaruit blijkt duidelijk dat de partijen vast van plan zijn om via hun handels- en investeringsbeleid maatregelen te nemen om de gevolgen van wereldwijde uitdagingen zoals de klimaatverandering te beperken.

Er zij ook op gewezen dat de partijen zich ertoe verbinden de normen toe te passen en te ontwikkelen die vermeld zijn in de acht basisverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), die Peru en Colombia reeds geratificeerd hebben.

De handelsovereenkomst met Peru en Colombia kan niet worden beschouwd als het definitieve kader voor de betrekkingen tussen de EU en deze landen. De EU moet integendeel met een brede en vastberaden visie werken aan nauwere samenwerking met deze landen en de rest van de Andesgemeenschap, als partners die zich op voet van gelijkheid engageren voor de bestrijding van sociale ongelijkheid, voor inclusieve ontwikkeling en voor de aanpak van de aanhoudende sociale, economische en politieke uitdagingen.

Zoals het Europees Parlement herhaaldelijk heeft benadrukt, moeten de EU en Latijns-Amerika samen vooruitgang boeken om het hoofd te bieden aan de – mondiale en grotendeels gemeenschappelijke – uitdagingen waarmee onze meer dan ooit onderling afhankelijke samenlevingen worden geconfronteerd. Daarom moet de EU vasthouden aan haar doelstelling om met Latijns-Amerika een ruim en diepgaand biregionaal partnerschap aan te gaan dat zoveel mogelijk gebieden bestrijkt. De handelsovereenkomst met Peru en Colombia moet als een zoveelste stap in die richting worden beschouwd. Kortom, deze overeenkomst zal de politieke en institutionele betrekkingen tussen beide partijen versterken, onze markten uit bilateraal oogpunt nog meer openstellen en Peru en Colombia helpen versterken in hun rol als drijvende kracht achter de economische ontwikkeling, de integratie en de ontwikkeling in de regio.

******

De Commissie buitenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie internationale handel het Parlement voor te stellen zijn goedkeuring te geven.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

20.9.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

54

9

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Franziska Katharina Brantner, Elmar Brok, Jerzy Buzek, Tarja Cronberg, Arnaud Danjean, Mário David, Michael Gahler, Marietta Giannakou, Andrzej Grzyb, Liisa Jaakonsaari, Jelko Kacin, Ioannis Kasoulides, Nicole Kiil-Nielsen, Evgeni Kirilov, Maria Eleni Koppa, Paweł Robert Kowal, Eduard Kukan, Vytautas Landsbergis, Krzysztof Lisek, Sabine Lösing, Ulrike Lunacek, Francisco José Millán Mon, María Muñiz De Urquiza, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Norica Nicolai, Pier Antonio Panzeri, Ioan Mircea Paşcu, Alojz Peterle, Bernd Posselt, Hans-Gert Pöttering, Cristian Dan Preda, Libor Rouček, Tokia Saïfi, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Nikolaos Salavrakos, Jacek Saryusz-Wolski, György Schöpflin, Werner Schulz, Marek Siwiec, Sophocles Sophocleous, Laurence J.A.J. Stassen, Charles Tannock, Inese Vaidere, Johannes Cornelis van Baalen, Geoffrey Van Orden, Sir Graham Watson, Boris Zala

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Laima Liucija Andrikienė, Elena Băsescu, Marije Cornelissen, Jacek Protasiewicz, Teresa Riera Madurell, Carmen Romero López, Marietje Schaake, Helmut Scholz, Alf Svensson, Indrek Tarand, Traian Ungureanu, Ivo Vajgl, Luis Yáñez-Barnuevo García, Joachim Zeller, Janusz Władysław Zemke

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Maria Badia i Cutchet, Ivari Padar

ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (20.6.2012)

aan de Commissie internationale handel

inzake het ontwerp van besluit van de Raad tot sluiting van een handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru,
(COM(2011)0569 – C7 – 2011/0249(NLE))

Rapporteur voor advies: Pino Arlacchi

BEKNOPTE MOTIVERING

De onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap over een associatieovereenkomst tussen regio's met betrekking tot een politieke dialoog, samenwerking en handel gingen in 2007 van start. Helaas leidde onenigheid tussen de Andeslanden over de behandeling van een aantal belangrijke aspecten in juni 2008 tot schorsing van de besprekingen.

De Commissie legde de Raad een aanbeveling voor om de machtiging te wijzigen en verder te onderhandelen over een handelsovereenkomst met de landen van de Andesgemeenschap die wel verder wilden. In januari 2009 verleende de Raad de Commissie machtiging om te onderhandelen over een meerpartijenhandelsovereenkomst met Colombia en Peru, met als algemene doelstelling een evenwichtige overeenkomst in overeenstemming met de WTO-regels.

De rapporteur wijst erop dat artikel 208 van het Verdrag van Lissabon van de EU vereist dat zij rekening houdt met doelstellingen van ontwikkelingssamenwerking. Hij is van mening dat deze overeenkomst een gelegenheid is Colombia en Peru een anker te bieden om hun hervormingen in de wereldeconomie te integreren, hun welvaart te verhogen en hun groei te consolideren. In een toetredingsclausule worden andere leden van de Andesgemeenschap eveneens gestimuleerd aan de handelsovereenkomst deel te nemen zodra zij zich daartoe in staat achten.

De rapporteur erkent dat de Commissie maatregelen inzake de bescherming van de mensenrechten en de rechtsstaat in de overeenkomst heeft opgenomen, alsmede verplichtingen om internationale verdragen inzake arbeidsrechten en milieubescherming ten uitvoer te leggen.

In het kader van de duurzaamheidseffectbeoordeling merkt de rapporteur echter op dat, zonder passende maatregelen, de tenuitvoerlegging van de overeenkomst gevolgen kan hebben voor de mensenrechten en arbeids- en milieunormen. Hij is derhalve van mening dat de EU actief moet bijdragen aan de tenuitvoerlegging van begeleidende maatregelen die toezien op de in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen van alle partijen, en benadrukt tevens dat het Europees Parlement de doeltreffendheid van de bestaande toezicht- en uitvoeringsbepalingen nauwlettend moet blijven volgen.

Hij verzoekt de EU de bepalingen inzake technische bijstand en capaciteitsopbouw op efficiënte en transparante wijze ten uitvoer te leggen.

De rapporteur heeft kennis genomen van de bezorgdheden van maatschappelijke organisaties en is van mening dat een aanzienlijk gedeelte hiervan ruim aan bod komt in de definitieve tekst.

******

De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie internationale handel het Parlement voor te stellen zijn goedkeuring te geven.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

19.6.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

16

7

5

Bij de eindstemming aanwezige leden

Thijs Berman, Michael Cashman, Véronique De Keyser, Nirj Deva, Leonidas Donskis, Charles Goerens, Catherine Grèze, Filip Kaczmarek, Michał Tomasz Kamiński, Gay Mitchell, Norbert Neuser, Jean Roatta, Birgit Schnieber-Jastram, Michèle Striffler, Keith Taylor, Eleni Theocharous, Patrice Tirolien, Ivo Vajgl, Anna Záborská, Iva Zanicchi

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Gesine Meissner, Csaba Őry, Judith Sargentini, Patrizia Toia

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Ioan Enciu, Iliana Malinova Iotova, Gabriele Zimmer

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

27.11.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

20

4

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Laima Liucija Andrikienė, Daniel Caspary, María Auxiliadora Correa Zamora, Christofer Fjellner, Metin Kazak, Franziska Keller, Bernd Lange, Paul Murphy, Cristiana Muscardini, Helmut Scholz, Peter Šťastný, Gianluca Susta, Henri Weber, Jan Zahradil

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Josefa Andrés Barea, George Sabin Cutaş, Mário David, Elisabeth Köstinger, Marietje Schaake, Inese Vaidere

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Isabelle Durant, Francisco José Millán Mon, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Ivo Strejček, Renate Weber