VERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2011

22.3.2013 - (C7‑0266/2012 – 2012/2203(DEC))

Commissie begrotingscontrole
Rapporteur: Gerben-Jan Gerbrandy
PE_DEC_Agencies

Procedure : 2012/2203(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0097/2013
Ingediende teksten :
A7-0097/2013
Aangenomen teksten :

1. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2011

(C7‑0266/2012 – 2012/2203(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2011,

–   gezien het verslag van de Rekenkamer over de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2011, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap[1],

–   gezien de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2013 (05753/2013 – C7-0041/2013),

–   gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[2], en met name artikel 185,

–   gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[3], en met name artikel 208,

–   gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen[4], en met name artikel 97,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[5], en met name artikel 94,

–   gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0097/2013),

1.  verleent de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2011;

2.  formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

2. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over de afsluiting van de rekeningen van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2011

(C7‑0266/2012 – 2012/2203(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2011,

–   gezien het verslag van de Rekenkamer over de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2011, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap[6],

–   gezien de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2013 (05753/2013 – C7-0041/2013),

–   gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[7], en met name artikel 185,

–   gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[8], en met name artikel 208,

–   gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen[9], en met name artikel 97,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[10], en met name artikel 94,

–   gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0097/2013),

1.  hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2011;

2.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

3. ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2011

(C7‑0266/2012 – 2012/2203(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2011,

–   gezien het verslag van de Rekenkamer over de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2011, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap[11],

–   gezien de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2013 (05753/2013 – C7-0041/2013),

–   gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[12], en met name artikel 185,

–   gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[13], en met name artikel 208,

–   gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen[14], en met name artikel 97,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[15], en met name artikel 94,

–   gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0097/2013),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening van het Europees Agentschap voor chemische stoffen ("het Agentschap") voor het begrotingsjaar 2011 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn,

B.  overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van het Agentschap op 10 mei 2012 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2010[16], en dat het in zijn resolutie behorende bij het kwijtingsbesluit onder andere:

-    het feit onderstreepte dat, aangezien het Agentschap in al zijn titels werkt met niet-gesplitste kredieten, het niet realistisch is te verwachten dat alle werkzaamheden die voor een kalenderjaar zijn begroot, in hetzelfde begrotingsjaar kunnen worden vastgelegd en uitbetaald, vooral voor projectmatige operationele uitgaven (bv. IT-systeemontwikkelingen);

-    het Agentschap verzocht om op het moment van de vaststelling van zijn jaarlijkse werkprogramma zijn Human Resources-activiteiten en –projecten beter te plannen;

-    tevreden was met de oprichting door het Agentschap van een afzonderlijke registratie- en indieningseenheid en een contingency task force;

-    het Agentschap verzocht om voor verslaglegging een stringente top down/bottom up-methodologie en duidelijke uitgangspunten te hanteren, teneinde de relevante indicatoren en instrumenten te definiëren die het Agentschap moet gebruiken;

C.  overwegende dat de totale begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2011 volgens het verslag van de Rekenkamer 93 200 000 euro bedroeg, vergeleken met 75 500 000 euro in 2010, wat neerkomt op een stijging van 23,44%,

D. overwegende dat het Agentschap tijdens het begrotingsjaar 2011 zelfbedruipend is geweest en dat het geen terugbetaalbare subsidie van de Commissie heeft ontvangen;

Financieel en begrotingsbeheer

1.   concludeert uit het jaarlijkse activiteitenverslag van het Agentschap voor 2011 dat het Agentschap in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1907/2006 wordt gefinancierd door middel van heffingen die de sector betaalt voor de registratie van chemische stoffen, en via een eventuele bijdrage van de Unie als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement;

2.   merkt op dat het Agentschap in 2011 effectief volledig gefinancierd is geweest via inkomsten uit heffingen en dat het geen subsidies van de Unie heeft ontvangen; merkt echter op dat het Agentschap steun van de Unie heeft ontvangen voor een bedrag van slechts 500 000 euro afkomstig van de Commissie (directoraat-generaal Milieu) in de vorm van een contractuele vergoeding voor de verrichting van bepaalde voorbereidende activiteiten in verband met de verwachte Verordening (EU) nr. 528/2012 betreffende biociden[17];

3.   merkt op dat de oorspronkelijke betalingskredieten voor 2011, zoals in december 2010 door de raad van bestuur vastgesteld werd, 99 800 000 euro bedroegen;

4.   concludeert uit het jaarlijks activiteitenverslag dat het Agentschap in 2010 een evenwichtssubsidie van 36 000 000 euro heeft ontvangen die werd geboekt als een voorfinancieringsschuld aan de Commissie; merkt voorts op dat dit bedrag in 2011 volledig werd terugbetaald aan de Commissie aangezien het voorziene hoge niveau van eigen inkomsten uit heffingen van het Agentschap in 2011 bereikt werd;

5.   neemt kennis van het feit dat de raad van bestuur in 2011 twee gewijzigde begrotingen heeft goedgekeurd, namelijk:

-    een eerste gewijzigde begroting waarin de ontvangsten aan de hand van het overschot uit 2010 werden verhoogd met 280 565 807,25 euro; merkt op dat het ook een bedrag van 500 000 euro boekte als bestemmingsontvangsten voor de opdracht voor diensten, gesloten tussen het Agentschap en DG Milieu voor voorbereidende werkzaamheden in het kader van Verordening (EU) nr. 528/2012;

-    een tweede gewijzigde begroting waarin de begrotingsuitgaven werden verlaagd met 7 142 500 euro (7%);

6.   stelt op basis van het jaarlijks activiteitenverslag van het Agentschap vast dat het uitvoeringspercentage van de begroting voor 2011 uitkwam op 96%;

Vastleggingen en betalingen

7.   neemt kennis van de informatie in het jaarlijkse activiteitenverslag dat het totaalbedrag aan overgedragen vastleggings- en betalingskredieten 14 421 314,76 euro bedroeg, wat neerkomt op 16,2% van de vastgestelde vastleggingen; verzoekt het Agentschap de kwijtingsautoriteit mee te delen welke maatregelen het neemt om deze tekortkoming te verhelpen aangezien het hier een buitensporige overdracht betreft die indruist tegen het jaarperiodiciteitsbeginsel;

8.   neemt kennis van de informatie in het jaarlijks activiteitenverslag dat de goedgekeurde begroting voor titel I in 2011 (54 508 000 euro) via overschrijvingen van titel III met 4,25% (2 316 781,90 euro) werd verhoogd, waarbij 2 005 138,33 euro verband hield met personeelsuitgaven; merkt voorts op dat het uitvoeringspercentage voor titel I ten gevolge hiervan op 99,16% uitkwam;

9.   stelt vast dat een totaalbedrag van 1 758 060,98 euro werd geannuleerd uit het totaalbedrag van 12 254 740,59 euro aan vastleggings- en betalingskredieten die werden overgedragen van de begroting voor 2010;

10. is tevreden met de inspanningen van het Agentschap om de planning en monitoring van middelen te verbeteren en met het feit dat het voor het hele Agentschap geldende richtsnoeren heeft ingevoerd om het jaarperiodiciteitsbeginsel te bevorderen; erkent met name dat het Agentschap erin is geslaagd het overdrachtspercentage te verminderen van 29% in 2009 tot 17% in 2010 en tot 16,2% in 2011;

Toezicht- en controlesystemen

11. maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat de recentste fysieke inventaris, die in 2011 werd verricht, verschillende gebreken aan het licht heeft gebracht, met name op het punt van het geringe aantal ICT-activa (informatie- en communicatietechnologie) waarvan de waarde werd gecontroleerd; merkt bovendien op dat er geen formeel beleid inzake de inventaris van vaste activa bestaat; verzoekt het Agentschap de kwijtingsautoriteit mee te delen welke maatregelen het neemt om een formeel beleid inzake de inventaris van vaste activa uit te voeren;

12. merkt op dat het Agentschap de kosten in verband met reeds opgeleverde ICT-projecten boekt als uitgaven in plaats van deze aan te merken als vaste activa; merkt voorts op dat het beleid naar verwachting in het eerste kwartaal van 2013 geformaliseerd en formeel goedgekeurd zal worden; verzoekt het Agentschap om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de stand van zaken van dat beleid;

Aanwervingsprocedures

13.   merkt op dat de Rekenkamer tekortkomingen in de aanwervingsprocedures heeft vastgesteld; verzoekt het Agentschap daarom om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de getroffen maatregelen om die tekortkomingen weg te werken; is van mening dat een aantal bepalingen van het Statuut van de ambtenaren een aanzienlijke administratieve last kunnen vormen; moedigt de Commissie daarom aan om ten aanzien van de agentschappen een bepaalde mate van vereenvoudiging toe te staan in het kader van artikel 110 van het Statuut;

14.   neemt kennis van de informatie in het jaarlijks activiteitenverslag dat het Agentschap hooggekwalificeerde personeelsleden is blijven aantrekken, waarbij er in 2011 88 nieuwe medewerkers werden aangeworven, wat ertoe heeft geleid dat de personeelsformatie van het Agentschap voor 98% voltooid is;

15.   neemt er kennis van dat per 31 december 2011 in totaal 441 van de 456 beschikbare functies door tijdelijke functionarissen werden bekleed en dat er op dat moment 101 arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen in dienst waren; werknemers met een arbeidscontract bekleedden in totaal 62 functies en verder waren er in totaal 46 overige personeelsleden (gedetacheerde nationale deskundigen, uitzendkrachten, stagiairs);

16. houdt de verbeterde aanwervings- en selectieprocedures die vorig jaar zijn ingevoerd, nauwlettend in het oog; acht de volledige toepassing van de regels en procedures noodzakelijk met het oog op een optimale reputatie van het Agentschap;

Belangenconflict

17. is verheugd over het feit dat de Rekenkamer bij vier Europese agentschappen, waaronder het Agentschap, een controle heeft verricht ter beoordeling van de beleidslijnen en procedures voor de omgang met belangenconflicten, en dat hij de resultaten van deze controle heeft gepresenteerd in zijn speciale verslag nr. 15/2012;

18.  betreurt het dat het Agentschap volgens de bevindingen van de Rekenkamer op het ogenblik van de afronding van de controlewerkzaamheden ter plaatse (oktober 2011) niet adequaat omging met situaties waarin zich een belangenconflict voordeed; stelt bovendien vast dat het beleid van het Agentschap voor de omgang met belangenconflicten onvolledig was, dat belangenverklaringen niet gescreend of gepubliceerd maar verzegeld werden en dat een cursus over belangenconflicten ontbrak;

19.  juicht het toe dat het Agentschap naar aanleiding van de controle van de Rekenkamer een aantal maatregelen heeft genomen, met name:

-  goedkeuring van een beleidsaanpak voor de omgang met mogelijke belangenconflicten in september 2011,

-  een nieuw, uitvoeriger model voor belangenverklaringen,

-  een nieuw richtsnoer voor het invullen van belangenverklaringen, goedgekeurd in november 2011,

-  openbaarmaking van de belangenverklaringen van de managers van het Agentschap op de eigen website sinds januari 2012,

-  oprichting van een adviescomité inzake belangenconflicten in juni 2012, met een constituerende vergadering in augustus 2012,

-  goedkeuring van een gedragscode voor de leden van de raad van bestuur in maart 2012,

-  goedkeuring van voorlopige geschiktheidscriteria voor de organen van het Agentschap in september 2012,

-  uitvoeringsvoorschriften voor de preventie van belangenconflicten en de verwerking van informatie over mogelijke belangenconflicten van de medewerkers van het Agentschap, goedgekeurd in juni 2012 respectievelijk oktober 2012 ,

-  leidraad voor managers inzake de preventie van belangenconflicten, met inbegrip van concrete beoordelingscriteria, goedgekeurd in november 2012,

-  herziene richtlijnen betreffende geschenken en uitnodigingen voor personeelsleden, goedgekeurd in december 2012;

verzoekt het Agentschap met klem door te gaan met de uitvoering van de aanbevelingen van de Rekenkamer ter voorkoming van belangenconflicten in zijn diverse bestuurs- en werkstructuren en aan de kwijtingsautoriteit verslag uit te brengen over de uitvoering van bovenvermelde beleidslijnen en procedures alsook over alle verdere ontwikkelingen op het vlak van de omgang met belangenconflicten;

20.  verzoekt het Agentschap in zijn jaarlijkse activiteitenverslagen een speciaal gedeelte op te nemen met daarin een beschrijving van de maatregelen die zijn genomen ter voorkoming en beheersing van belangenconflicten, waarin onder meer de volgende punten aan de orde komen:

      -   het aantal geverifieerde gevallen van belangenconflicten,

      -   het aantal "draaideurgevallen",

      -   de maatregelen die voor elke categorie gevallen zijn genomen,

      -   het aantal wegens vertrouwensbreuk ingestelde procedures en het resultaat daarvan,

      -   de opgelegde sancties;

21.    wijst erop dat op de website van het Agentschap wel de belangenverklaringen van alle leden van de raad van bestuur beschikbaar zijn, maar niet alle cv's van deze leden; verzoekt het Agentschap de kwijtingsautoriteit zo snel mogelijk op de hoogte te stellen van de vooruitgang in dit verband;

o

o         o

22. verwijst voor de andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie van ... 2013[18] over de prestaties en het financieel beheer van en het toezicht op de agentschappen.

28.1.2013

ADVIES van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

aan de Commissie begrotingscontrole

inzake het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2011

(C7-0266/2012 - 2012/2203(DEC))

Rapporteur voor advies: Jutta Haug

SUGGESTIES

De Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid verzoekt de ten principale bevoegde Commissie begrotingscontrole onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  herinnert aan het feit dat de Europese Rekenkamer van mening is dat de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) betreffende het begrotingsjaar 2011 op alle materiële punten wettig en regelmatig zijn; onderstreept andermaal dat de kwijtingsprocedure betrekking heeft op het voorafgaande jaar; is zich ervan bewust dat de sedertdien geboekte vooruitgang naar behoren moet worden vastgesteld en in aanmerking genomen; acht het in dit verband vermeldenswaardig dat in het speciaal verslag nr. 15/2012 "Omgang met belangenconflicten bij een selectie van agentschappen van de EU" van de Rekenkamer, waarin belangrijke tekortkomingen in beleid en procedures inzake belangenconflicten bij ECHA worden geconstateerd, niet volledig rekening wordt gehouden met de veranderingen die zijn doorgevoerd na afronding van de controlewerkzaamheden ter plaatse in oktober 2011; meent niettemin dat verdere inspanningen nodig zijn om de aanbevelingen van de Rekenkamer uit te voeren, in het bijzonder met betrekking tot het beleid en de procedures inzake belangenconflicten voor het personeel en leden van de kamer van beroep, en hun activiteiten in een nieuw dienstverband;

2.  wijst op de routekaart die de Europese Commissie op 19 december 2012 heeft vastgesteld om gehoor te geven aan het verzoek van het Europees Parlement in de "Gezamenlijke verklaring en gemeenschappelijke aanpak van het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie met betrekking tot gedecentraliseerde agentschappen", teneinde het beheer, de efficiëntie en de transparantie van agentschappen te verbeteren, met inbegrip van initiatieven om belangenconflicten aan te pakken;

3.  wijst erop dat ECHA in 2011 nog in zijn opstartfase verkeerde waarbij de inkomsten uit vergoedingen 33 500 000 euro beliepen zonder bijdrage van de Unie; wijst voorts op het feit dat 441 van de 456 beschikbare posten bezet waren en dat tegen eind 2011 101 arbeidscontracten en gedetacheerde nationale deskundigen in dienst waren;

4.  is tevreden over het functioneren van ECHA bij de tenuitvoerlegging van de EU‑wetgeving inzake chemische stoffen binnen zijn juridische rol en bevoegdheden; is ingenomen met het streven van ECHA om zo nauw mogelijk samen te werken met het hele scala van belanghebbenden die op dit beleidsterrein werkzaam zijn, alsmede om verder te werken aan de richtsnoeren inzake transparantie; acht het echter even belangrijk om regelmatig het evenwicht tussen de vereiste transparantie en de nodige vertrouwelijkheid opnieuw te evalueren;

5.  neemt kennis van de opmerking van de Rekenkamer over het hoge niveau van overdrachten; aanvaardt de verklaring van ECHA dat dit het gevolg is van betalingen in verband met IT-ontwikkelingsprojecten op lange termijn en vertalingsachterstanden voor lange documenten en webpagina's die niet binnen het contractjaar konden worden geregeld;

6.  is ervan overtuigd dat ECHA zich houdt aan het beginsel van de jaarperiodiciteit; is echter van oordeel dat het in dit verband onvermijdelijk is dat een bepaalde mate van overdrachten nodig is en dat deze overdrachten niet altijd als een vorm van slechte planning moeten worden beschouwd;

7.  zal de betere aanwerving en selectieprocedures die vorig jaar zijn ingevoerd, nauwlettend in het oog houden; acht de volledige toepassing van de regels en procedures noodzakelijk met het oog op een optimale reputatie van ECHA;

8.  beveelt, op grond van de beschikbare feiten, aan om kwijting te verlenen aan de directeur van ECHA voor de uitvoering van de begroting van ECHA voor het begrotingsjaar 2011.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

23.1.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

53

4

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Kriton Arsenis, Paolo Bartolozzi, Sandrine Bélier, Lajos Bokros, Milan Cabrnoch, Nessa Childers, Yves Cochet, Esther de Lange, Anne Delvaux, Bas Eickhout, Jill Evans, Karl-Heinz Florenz, Elisabetta Gardini, Gerben-Jan Gerbrandy, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Cristina Gutiérrez-Cortines, Jolanta Emilia Hibner, Karin Kadenbach, Christa Klaß, Eija-Riitta Korhola, Holger Krahmer, Jo Leinen, Corinne Lepage, Kartika Tamara Liotard, Linda McAvan, Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė, Miroslav Ouzký, Gilles Pargneaux, Antonyia Parvanova, Pavel Poc, Frédérique Ries, Dagmar Roth-Behrendt, Kārlis Šadurskis, Carl Schlyter, Richard Seeber, Theodoros Skylakakis, Claudiu Ciprian Tănăsescu, Salvatore Tatarella, Thomas Ulmer, Åsa Westlund, Glenis Willmott, Sabine Wils, Marina Yannakoudakis

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Margrete Auken, Minodora Cliveti, José Manuel Fernandes, Judith A. Merkies, Miroslav Mikolášik, Vittorio Prodi, Birgit Schnieber-Jastram, Renate Sommer, Rebecca Taylor, Vladimir Urutchev, Anna Záborská, Andrea Zanoni

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Olle Ludvigsson

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

19.3.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

21

4

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Inés Ayala Sender, Zuzana Brzobohatá, Andrea Češková, Ryszard Czarnecki, Tamás Deutsch, Martin Ehrenhauser, Jens Geier, Gerben-Jan Gerbrandy, Ingeborg Gräßle, Cătălin Sorin Ivan, Bogusław Liberadzki, Jan Mulder, Eva Ortiz Vilella, Monika Panayotova, Aldo Patriciello, Crescenzio Rivellini, Paul Rübig, Petri Sarvamaa, Bogusław Sonik, Bart Staes, Georgios Stavrakakis, Michael Theurer

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Chris Davies, Derk Jan Eppink, Edit Herczog, Monika Hohlmeier, Ivailo Kalfin, Agnès Le Brun, Véronique Mathieu Houillon, Derek Vaughan

  • [1]  PB C 388 van 15.12.2012, blz. 73.
  • [2]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [3]  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
  • [4]  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.
  • [5]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [6]  PB C 388 van 15.12.2012, blz. 73.
  • [7]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [8]  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
  • [9]  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.
  • [10]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [11]  PB C 388 van 15.12.2012, blz. 73.
  • [12]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [13]  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
  • [14]  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.
  • [15]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [16]  PB L 286 van 17.10.2012, blz. 192.
  • [17]  PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
  • [18]  Aangenomen teksten, P7_TA-PROV(2013)….