VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen

13.5.2013 - (COM(2011)0778 – C7‑0461/2011 – 2011/0389(COD)) - ***I

Commissie juridische zaken
Rapporteur: Sajjad Karim
PR_COD_1amCom


Procedure : 2011/0389(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0171/2013
Ingediende teksten :
A7-0171/2013
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen

(COM(2011)0778 – C7‑0461/2011 – 2011/0389(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0778),

–   gezien artikel 294, lid 2, en artikel 50 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0461/2011),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door het Slowaakse parlement en de Zweedse Rijksdag, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 26 april 2012[1],

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en de adviezen van de Commissie economische en monetaire zaken en de Commissie industrie, onderzoek en energie (A7-0171/2013),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Om auditkantoren in staat te stellen te groeien, moeten de lidstaten hun de toegang tot extern kapitaal toestaan. Bijgevolg mogen de lidstaten niet meer verlangen dat een minimum aan kapitaal of stemrechten in een auditkantoor in het bezit moet zijn van wettelijke auditors of auditkantoren, mits een meerderheid van de leden van het bestuursorgaan bestaat uit in een lidstaat toegelaten auditkantoren of gerenommeerde wettelijke auditors.

Schrappen

Motivering

Gevolg van de schrapping van de onbeperkte deelneming van commerciële ondernemingen.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis) Hoewel de primaire verantwoordelijkheid voor het verstrekken van financiële informatie moet liggen bij het management van de gecontroleerde entiteiten, spelen auditors een rol door het management actief te bevragen vanuit het perspectief van een gebruiker. Om de kwaliteit van controles te verbeteren, is het daarom van belang dat de professioneel-kritische instelling van auditors ten aanzien van de gecontroleerde entiteit wordt versterkt. Auditors moeten onderkennen dat er sprake kan zijn van een afwijking van materieel belang als gevolg van fraude of van fouten, ongeacht eerdere ervaringen van de auditor met de eerlijkheid en integriteit van het management van de gecontroleerde entiteit.

(Overweging 16, deel 1, van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Om te bevorderen dat wettelijke auditors en auditkantoren bij het uitvoeren van wettelijke controles onafhankelijk zijn van de gecontroleerde entiteit, moet elke persoon of elke entiteit die rechten in een auditkantoor heeft, onafhankelijk zijn van de gecontroleerde entiteit en mag deze persoon of entiteit niet betrokken zijn bij het besluitvormingsproces van de gecontroleerde entiteit.

(6) Auditors, auditkantoren en hun werknemers moeten met name afzien van het uitvoeren van de wettelijke controle van een entiteit, als zij een zakelijk of financieel belang in de entiteit hebben, en van het sluiten van transacties in financiële instrumenten die worden uitgegeven, gegarandeerd of anderszins ondersteund door een gecontroleerde entiteit, met uitzondering van rechten van deelneming in instellingen voor gediversifieerde collectieve belegging. De wettelijke auditor of het auditkantoor mag niet deelnemen aan de interne besluitvormingsprocessen van de gecontroleerde entiteit. Wettelijke auditors of hun werknemers mogen pas taken op leidinggevend of bestuurlijk niveau bij de gecontroleerde entiteit aanvaarden, nadat een passende periode is verstreken na afloop van de controleopdracht.

(Overweging 9 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis) Het is belangrijk dat wettelijke auditors en auditkantoren het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op gegevensbescherming van hun cliënten respecteren. Zij moeten daarom worden gehouden aan strenge regels op het gebied van vertrouwelijkheid en beroepsgeheim, die echter de goede handhaving van deze richtlijn of de samenwerking met de groepsauditor tijdens de uitvoering van de controle van geconsolideerde jaarrekeningen, wanneer de moederonderneming in een derde land is gevestigd, niet in de weg mogen staan, mits Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens1 wordt nageleefd. Deze regels mogen een wettelijke auditor of een auditkantoor echter niet toestaan om buiten de samenwerkingskanalen als voorzien in hoofdstuk XI van Richtlijn 2006/43/EG samen te werken met autoriteiten van een derde land. Deze regels op het gebied van vertrouwelijkheid moeten ook gelden voor een wettelijke auditor die of een auditkantoor dat niet langer betrokken is bij een specifieke controletaak.

 

_________________

 

1. PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(Overweging 14 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 ter) Een adequate interne organisatie van wettelijke auditors en auditkantoren draagt bij tot het voorkomen van bedreigingen voor hun onafhankelijkheid. De eigenaren of aandeelhouders van een auditkantoor, alsmede zijn leidinggevenden, mogen daarom geen zodanige bemoeienis hebben met de uitvoering van een wettelijke controle dat daardoor afbreuk wordt gedaan aan de onafhankelijkheid en objectiviteit van de wettelijke auditor die deze controle namens het auditkantoor uitvoert. Bovendien moeten wettelijke auditors en auditkantoren passende interne beleids- en proceduremaatregelen nemen met betrekking tot werknemers en andere personen die bij de wettelijke controlefunctie binnen hun organisaties betrokken zijn, om ervoor te zorgen dat zij hun wettelijke verplichtingen nakomen. Deze beleids- en proceduremaatregelen moeten in het bijzonder bedreigingen voor de onafhankelijkheid helpen voorkomen en aanpakken, alsmede de kwaliteit, integriteit en grondigheid van de wettelijke controle waarborgen. Deze beleids- en proceduremaatregelen moeten evenredig zijn met de schaal en complexiteit van de activiteiten van de wettelijke auditor of het auditkantoor.

(Overweging 8 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 quater) De wettelijke controle leidt tot een oordeel over de getrouwheid van de financiële overzichten van de gecontroleerde entiteiten. De belanghebbenden zijn zich echter mogelijk niet bewust van de beperkingen van een controle (materialiteit, steekproeftechnieken, de rol van de auditor bij het opsporen van fraude en de verantwoordelijkheid van leidinggevenden), wat kan leiden tot een verwachtingskloof. Het is van belang meer duidelijkheid te geven over de reikwijdte van de wettelijke controle, teneinde deze kloof te verkleinen.

(Overweging 15 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 quinquies) Borging van de kwaliteit van de controles moet het belangrijkste toe te passen criterium zijn bij de organisatie van de controlewerkzaamheden en de toewijzing van de benodigde middelen aan de taken. De integriteit van de wettelijke auditor, het auditkantoor en hun personeel is essentieel om het vertrouwen van het publiek in wettelijke controles en financiële markten te waarborgen. Elk incident dat ernstige gevolgen kan hebben voor de integriteit van de wettelijke controlewerkzaamheden, moet daarom passend worden beheerst. De wettelijke auditor of het auditkantoor moet de controlewerkzaamheden op passende wijze documenteren.

(Overweging 16, deel 2, van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 sexies) Een grondige interne kwaliteitsbeoordeling van de werkzaamheden die worden verricht voor elke wettelijke controleopdracht, moet bijdragen tot controles van hoge kwaliteit. De wettelijke auditor of het auditkantoor mag daarom zijn of haar controleverklaring pas afgeven, nadat deze interne kwaliteitsbeoordeling is afgerond.

(Overweging 18 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Het is van belang ervoor te zorgen dat wettelijke controles van jaarrekeningen in de Unie van goede kwaliteit zijn. Daarom moeten alle wettelijke controles van jaarrekeningen worden uitgevoerd overeenkomstig de in het kader van het Clarity Project tot stand gebrachte internationale controlestandaarden die in 2009 door de International Federation of Accountants (IFAC) zijn uitgebracht, voor zover zij voor wettelijke controles relevant zijn. De lidstaten mogen aanvullende nationale procedures of vereisten voor de controle van jaarrekeningen uitsluitend verplicht kunnen stellen indien deze voortvloeien uit specifieke nationale wettelijke vereisten die met het voorwerp van de wettelijke controle van jaarrekeningen of de geconsolideerde jaarrekeningen verband houden, d.w.z. dat deze vereisten niet zijn vervat in de goedgekeurde internationale controlestandaarden, en uitsluitend wanneer zij bijdragen aan de geloofwaardigheid en kwaliteit van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen en in het openbaar belang van de Unie zijn. De Commissie moet betrokken blijven bij de bewaking van de inhoud en het goedkeuringsproces van de internationale controlestandaarden van de IFAC.

(7) Het is van belang ervoor te zorgen dat wettelijke controles van jaarrekeningen in de Unie van goede kwaliteit zijn. Daarom moeten alle wettelijke controles van jaarrekeningen worden uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden die door de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB) zijn uitgebracht, voor zover zij voor wettelijke controles relevant zijn. De lidstaten mogen aanvullende nationale procedures of vereisten voor de controle van jaarrekeningen uitsluitend verplicht kunnen stellen indien deze voortvloeien uit specifieke nationale wettelijke of regelgevingsvereisten die met het voorwerp van de wettelijke controle van jaarrekeningen of de geconsolideerde jaarrekeningen verband houden, d.w.z. dat deze vereisten niet zijn vervat in de goedgekeurde internationale controlestandaarden, en uitsluitend wanneer zij bijdragen aan de geloofwaardigheid en kwaliteit van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen. De Commissie moet betrokken blijven bij de bewaking van de inhoud en het goedkeuringsproces van de internationale controlestandaarden van de IAASB.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) In het geval van geconsolideerde jaarrekeningen is het van belang dat de verantwoordelijkheden van de wettelijke auditors die verschillende entiteiten van de groep controleren, duidelijk worden afgebakend. De groepsauditor moet daartoe de volledige verantwoordelijkheid voor de controleverklaring dragen.

(Overweging 17 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) Het openbare toezicht op wettelijke auditors en auditkantoren omvat de toelating en registratie van wettelijke auditors en auditkantoren, het vaststellen van standaarden inzake beroepsethiek en interne kwaliteitsbeheersing van auditkantoren, bijscholing, alsook stelsels voor kwaliteitsborging, onderzoek en sancties voor wettelijke auditors en auditkantoren. Om voor meer transparantie te zorgen in het toezicht op auditors en om de verantwoordingsplicht te vergroten, moet elke lidstaat een enkele autoriteit aanwijzen die belast wordt met het openbare toezicht op wettelijke auditors en auditkantoren. De onafhankelijkheid van dergelijke openbare toezichthouders ten opzichte van de beroepsgroep van de auditors is een kernvereiste voor de integriteit, de efficiëntie en de ordentelijke werking van het openbare toezicht op wettelijke auditors en auditkantoren. Daarom moeten de openbare toezichthouders bestuurd worden door personen die zelf geen beroepsbeoefenaars zijn en moeten de lidstaten voor de selectie van deze personen onafhankelijke en transparante procedures instellen.

Schrappen

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) Voor een behoorlijk toezicht op wettelijke auditors en auditkantoren die grensoverschrijdend actief zijn of tot een netwerk behoren, is het noodzakelijk dat de openbare toezichthouders van de lidstaten onderling informatie uitwisselen. Om de vertrouwelijkheid van de op die manier uitgewisselde informatie te beschermen, moeten de lidstaten niet alleen de werknemers van de openbare toezichthouders aan het beroepsgeheim onderwerpen, maar ook alle personen aan wie de openbare toezichthouders taken hebben gedelegeerd. De bevoegde autoriteit mag uitsluitend met betrekking tot de toelating en registratie van de wettelijke auditors over de mogelijkheid beschikken om taken aan andere autoriteiten of organisaties te delegeren. Een dergelijke delegatie moet aan verschillende voorwaarden onderworpen worden en de bevoegde autoriteit moet de eindverantwoordelijkheid hiervoor dragen.

(11) Voor een behoorlijk toezicht op wettelijke auditors en auditkantoren die grensoverschrijdend actief zijn of tot een netwerk behoren, is het noodzakelijk dat de openbare toezichthouders van de lidstaten onderling informatie uitwisselen. Om de vertrouwelijkheid van de op die manier uitgewisselde informatie te beschermen, moeten de lidstaten niet alleen de werknemers van de openbare toezichthouders aan het beroepsgeheim onderwerpen, maar ook alle personen aan wie de openbare toezichthouders taken hebben gedelegeerd.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis) Auditcomités, of organen die soortgelijke bevoegdheden hebben binnen de gecontroleerde entiteit, spelen een doorslaggevende rol in het leveren van een bijdrage aan wettelijke controles van hoge kwaliteit. Het is met name belangrijk de onafhankelijkheid en technische deskundigheid van het auditcomité te vergroten door te eisen dat een meerderheid van de leden van het comité onafhankelijk is en dat ten minste één lid van het comité beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van controle en een ander lid op het gebied van controle en/of boekhouding. In de aanbeveling van de Commissie van 15 februari 2005 betreffende de taak van niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuurders of commissarissen van beursgenoteerde ondernemingen en betreffende de comités van de raad van bestuur of van de raad van commissarissen wordt uiteengezet hoe auditcomités moeten worden opgericht en moeten functioneren. Gezien de omvang van de raden van ondernemingen met beperkte beurswaarde en van kleine en middelgrote organisaties van openbaar belang, zou het echter passend zijn dat de functies die worden toegewezen aan het auditcomité van deze organisaties, of aan een orgaan dat soortgelijke bevoegdheden heeft binnen de gecontroleerde entiteit, worden uitgevoerd door het leidinggevende of toezichthoudende orgaan als geheel.

(Deel van overweging 23 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) De lasten op kleine en middelgrote ondernemingen binnen de Unie in verband met de controle van hun financiële overzichten moeten tot het noodzakelijke minimum worden herzien zonder evenwel de bescherming van beleggers in het gedrang te brengen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de toepassing van controlestandaarden volgens welke de wettelijke controle van de financiële overzichten van kleine en middelgrote ondernemingen wordt uitgevoerd, evenredig is met de schaal van deze ondernemingen.

(13) De lasten op kleine en middelgrote ondernemingen binnen de Unie in verband met de controle van hun financiële overzichten moeten tot het noodzakelijke minimum worden herzien zonder evenwel de bescherming van beleggers in het gedrang te brengen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de toepassing van controlestandaarden volgens welke de wettelijke controle van de financiële overzichten van kleine en middelgrote ondernemingen wordt uitgevoerd, evenredig is met de schaal van deze ondernemingen. Er moet ook rekening worden gehouden met het feit dat kleine en middelgrote ondernemingen in grootte variëren en dat tevens hun activiteiten verschillen qua complexiteit.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Om de rechten van de betrokken partijen te beschermen wanneer de bevoegde autoriteiten van de lidstaten met de bevoegde autoriteiten van derde landen samenwerken aan de uitwisseling van controle- of andere relevante documenten voor de beoordeling van de kwaliteit van de uitgevoerde controle, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de werkafspraken die door hun bevoegde autoriteiten zijn gemaakt en op basis waarvan de uitwisseling van dergelijke documenten plaatsvindt, genoeg waarborgen inhouden ter bescherming van het zakengeheim en commerciële belangen, met inbegrip van de industriële en intellectuele eigendomsrechten van de gecontroleerde entiteiten.

(15) Om de rechten van de betrokken partijen te beschermen wanneer de bevoegde autoriteiten van de lidstaten met de bevoegde autoriteiten van derde landen samenwerken aan de uitwisseling van controle- of andere relevante documenten voor de beoordeling van de kwaliteit van de uitgevoerde controle, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de werkafspraken die door hun bevoegde autoriteiten zijn gemaakt en op basis waarvan de uitwisseling van dergelijke documenten plaatsvindt, genoeg waarborgen inhouden ter bescherming van het zakengeheim en commerciële belangen, met inbegrip van de industriële en intellectuele eigendomsrechten van de gecontroleerde entiteiten. De lidstaten zien erop toe dat die afspraken voldoen aan en stroken met de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Aangezien de doelstelling van deze richtlijn, namelijk het versterken van de bescherming van beleggers met betrekking tot de door ondernemingen gepubliceerde financiële overzichten door de kwaliteit van binnen de Unie uitgevoerde wettelijke controles van jaarrekeningen verder te verbeteren, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(20) Aangezien de doelstelling van deze richtlijn, namelijk het versterken van het vertrouwen van beleggers in de getrouwheid van de door ondernemingen gepubliceerde financiële overzichten door de kwaliteit van binnen de Unie uitgevoerde wettelijke controles van jaarrekeningen verder te verbeteren, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 1 – letter a

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 1 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) De volgende leden worden toegevoegd:

(a) De volgende leden worden toegevoegd:

“De artikelen 22, 25 en 27 tot en met 30 van deze richtlijn zijn niet van toepassing op de wettelijke controle van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen van organisaties van openbaar belang tenzij anders bepaald in Verordening (EU) nr. [xxx].

“De artikelen 25, 28 en 29 van deze richtlijn zijn niet van toepassing op de wettelijke controle van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen van organisaties van openbaar belang tenzij anders bepaald in Verordening (EU) nr. [xxx].

De artikelen 32 tot en met 36 van deze richtlijn zijn van toepassing op organisaties van openbaar belang voor zover deze betrekking hebben op het toezicht op de naleving van de in de artikelen 3 tot en met 20 bepaalde voorschriften inzake toelating en registratie van wettelijke auditors en auditkantoren.“.

De artikelen 32 tot en met 36 van deze richtlijn zijn van toepassing op organisaties van openbaar belang voor zover deze betrekking hebben op het toezicht op de naleving van de in de artikelen 3 tot en met 20 bepaalde voorschriften inzake toelating en registratie van wettelijke auditors en auditkantoren.“.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 2 – letter a

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 2 – punt 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) op vrijwillige basis door kleine ondernemingen wordt uitgevoerd;

Schrappen

Motivering

De vrijwillige controle van kleine ondernemingen hoeft niet te worden geregeld.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 2 – letter a bis (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 2 – punt 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(a bis) punt 5 wordt vervangen door:

 

'5. "auditor van een derde land": een natuurlijke persoon die de controle uitvoert van de jaarrekening of geconsolideerde jaarrekeningen van een onderneming met statutaire zetel in een derde land behalve wanneer die persoon een wettelijke auditor of een auditkantoor is en de accountantscontrole door het derde land onder het toezicht van een lidstaat valt;";

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 2 – letter b

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 2 – punt 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'10. "bevoegde autoriteiten": bij wet aangewezen autoriteiten die belast zijn met de regelgeving betreffende en/of het toezicht op wettelijke auditors en auditkantoren of specifieke aspecten daarvan; de verwijzing naar de "bevoegde autoriteit" in een artikel is een verwijzing naar de autoriteit die verantwoordelijk is voor de in dat artikel genoemde taken;";

'10. "bevoegde autoriteiten": bij wet aangewezen autoriteiten die belast zijn met de regelgeving betreffende en/of het toezicht op wettelijke auditors en auditkantoren of specifieke aspecten daarvan; de verwijzing naar de "bevoegde autoriteit" in een artikel is een verwijzing naar de autoriteit of instantie(s) die verantwoordelijk is voor de in dat artikel genoemde taken;";

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 2 – letter d

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 2 – punt 13

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d) punt 13 wordt vervangen door:

(d) punt 13 wordt vervangen door:

‘13. “organisaties van openbaar belang”:

‘13. “organisaties van openbaar belang”: ondernemingen die:

(a) door de wetgeving van een lidstaat geregelde organisaties waarvan de verhandelbare effecten worden toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt van een lidstaat in de zin van artikel 4, lid 1, punt 14, van Richtlijn 2004/39/EG;

(a) door de wetgeving van een lidstaat geregelde organisaties zijn waarvan de verhandelbare effecten worden toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt van een lidstaat in de zin van artikel 4, lid 1, punt 14, van Richtlijn 2004/39/EG;

(b) kredietinstellingen in de zin van artikel 4, punt 1, van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad;

(b) kredietinstellingen zijn in de zin van artikel 4, punt 1, van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen, en die geen kredietinstelling zijn in de zin van artikel 2 van die richtlijn(*);

(c) verzekeringsondernemingen in de zin van artikel 13 van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad(**);

(c) verzekeringsondernemingen zijn in de zin van artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/674/EEG van de Raad van 19 december 1991 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen; of

(d) door de wetgeving van een lidstaat geregelde organisaties die betalingsinstellingen zijn zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 4, van Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad(***), tenzij artikel 15, lid 2, van dat artikel van toepassing is;

(d) door de lidstaten zijn aangemerkt als organisaties van openbaar belang, bijvoorbeeld ondernemingen die van groot algemeen belang zijn als gevolg van de aard van hun bedrijfsactiviteiten, hun omvang of hun personeelsbestand;

(e) door de wetgeving van een lidstaat geregelde organisaties die instellingen voor elektronisch geld zijn zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad(****), tenzij artikel 15, lid 2, van Richtlijn 2007/64/EG van toepassing is;

 

(f) beleggingsondernemingen zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 1), van Richtlijn 2004/39/EG;

 

(g) alternatieve beleggingsfondsen van de EU als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder k), van Richtlijn 2011/61/EG van het Europees Parlement en de Raad (*****);

 

(h) instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe) als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (*****);

 

(i) door de wetgeving van een lidstaat geregelde organisaties die centrale effectenbewaarinstellingen zijn;

 

(j) centrale tegenpartijen zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Verordening X/XXXX van het Europees Parlement en de Raad(*******) [zie voorstel voor een verordening betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters, COM(2010) 484];

 

(*) PB L 177 van 30.06.06, blz. 1.

(*) PB L 177 van 30.06.06, blz. 1.

(**) PB L 335 van 17.12.09, blz. 1.

 

(***) PB L 319 van 05.12.2007, blz. 1.

 

(****) PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7.

 

(*****) PB L 174 van 01.07.2011, blz. 1.

 

(******) PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32;

 

(*******) PB L ….”;

 

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 3 – letter b – sub i

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 3 – lid 4 – alinea 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(i) punt b) van de eerste alinea wordt geschrapt;

Schrappen

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 3 – letter b – sub iii

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 3 – lid 4 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

iii) de tweede alinea wordt vervangen door:

(iii) de tweede alinea wordt geschrapt.

“De lidstaten mogen met betrekking tot deze punten geen aanvullende voorwaarden stellen. Het is de lidstaten niet toegestaan voor te schrijven dat een minimum aan kapitaal of aan stemrechten in een auditkantoor in handen is van wettelijke auditors of auditkantoren.”.

 

Amendement  24

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 6 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in artikel 32 bedoelde bevoegde autoriteiten werken samen om te komen tot convergentie van de in dit artikel gestelde vereisten. Zij werken samen met de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (EAEM) en de in artikel X van Verordening [XXX] van [XXX] bedoelde bevoegde autoriteiten voor zover deze convergentie verband houdt met de wettelijke controle van organisaties van openbaar belang.

De in artikel 32 bedoelde bevoegde autoriteiten werken samen om te komen tot een minimale convergentie van de in dit artikel gestelde vereisten. Bij het aangaan van dergelijke samenwerking spelen die bevoegde autoriteiten in op de ontwikkelingen in de auditpraktijk en binnen het auditberoep, en met name op de convergentie die al door het beroep is bereikt.

Amendement  25

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 6 – letter b

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 8 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) lid 3 wordt vervangen door:

(b) lid 3 wordt geschrapt.

“Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend gedelegeerde handelingen op basis van artikel 48bis vast te stellen met het oog op het aanpassen van de lijst van vakgebieden waarop de in lid 1 van dit artikel bedoelde toetsing van de theoretische kennis betrekking heeft. De Commissie speelt bij het gebruik van deze bevoegdheid in op de ontwikkelingen in de auditpraktijk en binnen het auditberoep.”.

 

Amendement  26

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 14 – lid 2 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De aanpassingsperiode duurt niet langer dan drie jaar en wordt aan een beoordeling onderworpen.

De aanpassingsperiode duurt niet langer dan drie jaar en wordt onderworpen aan een beoordeling van het niveau van de verworven vakbekwaamheid middels de toepassing van de nationale wetgeving met betrekking tot controles.

Amendement  27

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 8

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 15 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In artikel 15, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

Schrappen

"Het openbaar register wordt georganiseerd door de in artikel 32 bedoelde bevoegde autoriteit.”.

 

Amendement  28

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 9

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 17 – lid 1 – letter j

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

“indien van toepassing, of het auditkantoor geregistreerd is overeenkomstig de artikelen 3 bis en 3 ter.”.

"indien van toepassing, of het auditkantoor geregistreerd is overeenkomstig artikel 3 ter.".

Amendement  29

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 10 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 21 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

 

 

10 bis. Aan artikel 21 wordt het volgende lid toegevoegd:

 

2 bis. Wanneer een wettelijke auditor of een auditkantoor de wettelijke controle van jaarrekeningen uitvoert, behoudt de wettelijke auditor of het auditkantoor overeenkomstig de in artikel 26 bedoelde internationale standaarden tijdens de hele controle een professioneel-kritische instelling, door te onderkennen dat er sprake kan zijn van een afwijking van materieel belang als gevolg van feiten of gedragingen die wijzen op onregelmatigheden, met inbegrip van fraude of fouten, ongeacht eerdere ervaringen van de auditor of het kantoor met de eerlijkheid en integriteit van het management van de gecontroleerde entiteit en van de met het bestuur van de entiteit belaste personen.

 

 

 

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder 'professioneel-kritische instelling' een houding verstaan die een onderzoekende geest, alertheid op omstandigheden die kunnen wijzen op mogelijke afwijkingen als gevolg van fouten of fraude, en een kritische beoordeling van de controle-informatie omvat.

(Artikel 15 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  30

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 11 – letter a

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 22 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zien erop toe dat bij het uitvoeren van een wettelijke controle van jaarrekeningen de wettelijke auditor en/of het auditkantoor en de houders van stemrechten in het auditkantoor onafhankelijk zijn van de gecontroleerde entiteit en niet betrokken zijn bij de besluitvorming van de gecontroleerde entiteit.

1. De lidstaten zien erop toe dat bij het uitvoeren van een wettelijke controle van jaarrekeningen een wettelijke auditor of een auditkantoor dan wel een natuurlijke persoon in een positie om directe of indirecte invloed uit te oefenen op de uitkomst van de wettelijke controle onafhankelijk zijn van de gecontroleerde entiteit.

 

Onafhankelijkheid is vereist zowel gedurende de periode waarop de te controleren financiële overzichten betrekking hebben als gedurende de periode waarin de wettelijke controle wordt uitgevoerd.

 

De wettelijke auditor of het auditkantoor ziet af van een wettelijke controle indien er sprake is van enige bedreiging van zelftoetsing, een eigen belang, voorspraak, bekendheid of intimidatie als gevolg van financiële, persoonlijke, zakelijke, arbeids- of andere relaties tussen:

 

– enerzijds de wettelijke auditor, het auditkantoor, het netwerk ervan, en elke natuurlijke persoon die zich in een positie bevindt waardoor hij of zij de uitkomsten van de wettelijke controle kan beïnvloeden, en

 

– de gecontroleerde entiteit;

 

op grond waarvan een objectieve, redelijke en geïnformeerde derde partij, met inachtneming van de getroffen veiligheidsmaatregelen, zou concluderen dat de onafhankelijkheid van de wettelijke auditor of het auditkantoor in het gedrang komt.

Amendement  31

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 11 – letter b

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 22 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) in lid 2 wordt de tweede alinea geschrapt;

(b) lid 2 wordt vervangen door:

 

2. Wettelijke auditors, auditkantoren, hun voornaamste controlepartners, hun werknemers, alsmede alle overige natuurlijke personen van wie de diensten ter beschikking of onder het beheer van een wettelijke auditor of auditkantoor worden gesteld en die direct betrokken zijn bij wettelijke controlewerkzaamheden, en personen die nauw aan hen gelieerd zijn in de betekenis van artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2004/72/EG van de Commissie, mogen:

 

(a) geen financiële instrumenten bezitten van de gecontroleerde entiteit, de moederonderneming waarvoor de gecontroleerde entiteit van wezenlijk belang is, of een entiteit waarvan de financiële informatie is opgenomen in de financiële overzichten van de gecontroleerde entiteit, met uitzondering van indirecte belangen in verband met deelnemingen in instellingen voor gediversifieerde collectieve belegging, met inbegrip van beheerde fondsen zoals pensioenfondsen of levensverzekeringen;

 

(b) geen persoonlijke, zakelijke, arbeids- of andere relatie met de gecontroleerde entiteit, de moederonderneming waarvoor de gecontroleerde entiteit van wezenlijk belang is, of een entiteit waarvan de financiële informatie is opgenomen in de financiële overzichten van de gecontroleerde entiteit, hebben of in de voorafgaande 12 maanden hebben gehad waardoor de onafhankelijkheid van de wettelijke auditor of het auditkantoor kan worden aangetast of die door een objectieve, redelijke en geïnformeerde derde kan worden opgevat als een aantasting van deze onafhankelijkheid.

(Artikel 7 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  32

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 11 – letter b bis (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 22 – leden 2 bis en 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(b bis) Aan artikel 22 worden de volgende leden toegevoegd:

 

2 bis. Personen of kantoren als bedoeld in lid 2 mogen geen geschenken, gastvrijheid of soortgelijke gunsten vragen of accepteren van gecontroleerde entiteit, tenzij een objectieve, redelijke en geïnformeerde derde de waarde daarvan als verwaarloosbaar of onbeduidend zou beschouwen.

 

2 ter. Indien tijdens de periode waarop de financiële overzichten betrekking hebben een gecontroleerde entiteit wordt overgenomen door, fuseert met, of het eigendom verwerft van een entiteit waarop de artikelen 22 en 22 bis van deze richtlijn en 9 tot en met 11 van Verordening XX/XX van toepassing zijn, identificeert en evalueert de wettelijke auditor of het auditkantoor alle huidige of recente belangen of relaties, met inbegrip van relaties in verband met het leveren van diensten, met de betreffende entiteit waardoor, met inachtneming van de getroffen veiligheidsmaatregelen, zijn onafhankelijkheid en zijn bevoegdheid om de wettelijke controle voort te zetten na de ingangsdatum van de fusie of overname zou kunnen worden aangetast.

 

De wettelijke auditor of het auditkantoor treft zo snel mogelijk, en in elk geval binnen drie maanden, alle nodige maatregelen ter beëindiging van eventuele bestaande belangen of relaties waardoor zijn onafhankelijkheid zou worden aangetast, en treft voor zover mogelijk veiligheidsmaatregelen ter beperking van elk bedreiging van zijn onafhankelijkheid door belangen en relaties uit heden en verleden.

(Artikel 7 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  33

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 11

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 22 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) lid 4 wordt vervangen door:

(c) lid 4 wordt geschrapt.

‘4. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend overeenkomstig artikel 48 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen ter nadere invulling van:

 

(a) de in lid 2 van dit artikel bedoelde bedreigingen en veiligheidsmaatregelen;

 

(b) de situaties waarin de omvang van de in lid 2 van dit artikel bedoelde bedreigingen zodanig is dat de onafhankelijkheid van de wettelijke auditor of het auditkantoor in het gedrang komt;”.

 

Amendement  34

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 11 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 22 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

11 bis. Het volgende artikel 22 bis wordt ingevoegd:

 

Artikel 22 bis (nieuw)

 

Tewerkstelling van voormalige wettelijke auditors of van werknemers van wettelijke auditors of auditkantoren

 

1. De lidstaten waarborgen dat een wettelijke auditor of een belangrijke controlepartner die namens een auditkantoor een wettelijke controle van jaarrekeningen uitvoert pas nadat een periode van ten minste twee jaar is verstreken sinds hij of zij zich als wettelijke auditor of voornaamste controlepartner uit de controleopdracht heeft teruggetrokken:

 

(a) een centrale leidinggevende functie in de gecontroleerde entiteit aanvaardt;

 

(b) lid wordt van het auditcomité van de gecontroleerde entiteit of, wanneer een dergelijk comité niet bestaat, van het orgaan dat soortgelijke bevoegdheden heeft als een auditcomité;

 

(c) een niet bij het dagelijks bestuur betrokken lid van het leidinggevende orgaan en/of lid van het toezichthoudende orgaan van de gecontroleerde entiteit wordt.

 

2. Werknemers en partners anders dan de voornaamste controlepartners van een wettelijke auditor of een auditkantoor die een wettelijke controle van jaarrekeningen uitvoeren, alsmede andere natuurlijke personen van wie diensten ter beschikking of onder beheer van een dergelijke auditor of kantoor worden gesteld, mogen, wanneer deze werknemers, partners of andere natuurlijke personen persoonlijk toegelaten zijn als wettelijke auditors, pas functies als bedoeld in lid 1, onder a), b) en c), aanvaarden nadat een periode van ten minste één jaar is verstreken sinds hij of zij direct betrokken was bij de wettelijke controleopdracht.

(Artikel 8 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  35

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 11 ter (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 23 – leden 4 bis t/m 4 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

 

 

 

 

11 ter. Aan artikel 23 worden de volgende leden toegevoegd:

 

4 bis. Wanneer een wettelijke auditor of een auditkantoor een wettelijke controle van jaarrekeningen uitvoert van een organisatie van openbaar belang die deel uitmaakt van een groep van ondernemingen waarvan de moederonderneming in een derde land is gevestigd, vormen de regels op het gebied van vertrouwelijkheid en beroepsgeheim als bedoeld in lid 1 geen beletsel voor de overdracht van relevante documentatie van de verrichte controlewerkzaamheden door de wettelijke auditor of het auditkantoor aan de groepsauditor die in een derde land is gevestigd, als deze documentatie uitsluitend nodig is ter voorbereiding van de controle van de geconsolideerde jaarrekeningen van de moederonderneming.

 

4 ter. Een wettelijke auditor die of een auditkantoor dat de wettelijke controle uitvoert van financiële overzichten van een organisatie van openbaar belang die effecten heeft uitgegeven in een derde land of die deel uitmaakt van een groep die verplichte geconsolideerde jaarrekeningen publiceert in een derde land, mag controle- of andere documenten die betrekking hebben op de controle van die organisatie en in zijn of haar bezit zijn, uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten in de betrokken derde landen overdragen onder de voorwaarden vervat in artikel 47.

 

4 quater. De overdracht van informatie aan de in een derde land gevestigde groepsauditor dient te voldoen aan de bepalingen van hoofdstuk IV van Richtlijn 95/46/EG en de toepasselijke nationale regels op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens.

(Artikel 13 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  36

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 11 quater (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 24 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

11 quater. Het volgende artikel 24 bis wordt ingevoegd:

 

Artikel 24 bis (nieuw)

 

Interne organisatie van auditkantoren

 

1. De lidstaten dragen er zorg voor dat een wettelijke auditor of auditkantoor aan de volgende organisatorische eisen voldoet:

 

(a) een auditkantoor stelt adequate gedragslijnen en procedures vast om te waarborgen dat noch de eigenaren of aandeelhouders van een auditkantoor, noch de leden van de leidinggevende, bestuurs- en toezichtorganen van het betrokken kantoor, noch verbonden entiteiten een zodanige bemoeienis met de uitvoering van een wettelijke controle van jaarrekeningen hebben dat daardoor afbreuk wordt gedaan aan de onafhankelijkheid en objectiviteit van de wettelijke auditor die namens het betrokken auditkantoor de wettelijke controle van de financiële overzichten uitvoert;

 

(b) een wettelijke auditor of een auditkantoor heeft goede administratieve en boekhoudprocedures, interne beheersingsmechanismen, effectieve procedures voor risicobeoordeling, en effectieve beheersings- en veiligheidsmaatregelen voor informatieverwerkingssystemen.

 

Deze interne beheersingsmechanismen zijn zodanig opgezet dat zij de naleving van besluiten en procedures op alle niveaus van het auditkantoor of van de werkstructuur van de wettelijke auditor verzekeren.

 

Een wettelijke auditor of een auditkantoor legt besluitvormingsprocedures en organisatiestructuren ten uitvoer, en onderhoudt deze, die op duidelijke en gedocumenteerde wijze verslagleggingslijnen specificeren en taken en verantwoordelijkheden toewijzen;

 

(c) een wettelijke auditor of een auditkantoor stelt adequate gedragslijnen en procedures vast om te waarborgen dat zijn of haar werknemers en alle andere natuurlijke personen van wie de diensten tot zijn of haar beschikking of onder zijn of haar beheer worden gesteld en die direct betrokken zijn bij de wettelijke controlewerkzaamheden, beschikken over de juiste kennis en ervaring voor de toegewezen taken;

 

(d) een wettelijke auditor of een auditkantoor stelt adequate gedragslijnen en procedures vast om te waarborgen dat belangrijke controletaken niet op zodanige wijze worden uitbesteed dat dit afbreuk doet aan de kwaliteit van de interne beheersing van de wettelijke auditor of het auditkantoor of aan het vermogen van de bevoegde autoriteiten om toe te zien op de naleving van de in deze richtlijn neergelegde verplichtingen door de wettelijke auditor of het auditkantoor;

 

(e) een wettelijke auditor of een auditkantoor stelt passende en effectieve organisatorische en administratieve regelingen vast om bedreigingen voor hun onafhankelijkheid als bedoeld in artikel 22, lid 1, anders dan in het kader van de normale bedrijfsvoering, te voorkomen, vast te stellen, weg te nemen of te beheersen, en bekend te maken;

 

(f) een wettelijke auditor of een auditkantoor stelt passende procedures en normen vast voor het uitvoeren van wettelijke controles van financiële overzichten, het begeleiden van, het houden van toezicht op en het beoordelen van de werkzaamheden van werknemers en het opzetten van de structuur van het controledossier als bedoeld in artikel 25 ter, lid 5;

 

(g) een wettelijke auditor of een auditkantoor voert een intern kwaliteitsbeheersingssysteem in om de kwaliteit van de wettelijke controle te waarborgen. Het kwaliteitsbeheersingssysteem bestrijkt ten minste de procedures en normen als bedoeld onder f). In het geval van een auditkantoor ligt de verantwoordelijkheid voor het interne kwaliteitsbeheersingssysteem bij een persoon die bevoegd is als wettelijke auditor;

 

(h) een wettelijke auditor of een auditkantoor gebruikt passende systemen, middelen en procedures om de continuïteit en regelmatigheid van zijn wettelijke controlewerkzaamheden te waarborgen;

 

(i) een wettelijke auditor of een auditkantoor stelt ook passende en effectieve organisatorische en administratieve regelingen vast voor het omgaan met en registreren van incidenten die ernstige gevolgen hebben, of kunnen hebben, voor de integriteit van zijn of haar wettelijke controlewerkzaamheden;

 

(j) een wettelijke auditor of een auditkantoor heeft een passend belonings- of winstdelingsbeleid dat voldoende prestatieprikkels verschaft om de kwaliteit van controles te verzekeren. Met name de hoogte van de inkomsten die de wettelijke auditor of het auditkantoor ontleent aan het verkopen van diensten anders dan diensten voor het verstrekken van betrouwbaarheidsverklaringen aan de gecontroleerde entiteit, vormt geen onderdeel van de prestatiebeoordeling en de beloning van personen die zich in een positie bevinden waardoor zij de uitkomsten van de wettelijke controle rechtstreeks dan wel indirect kunnen beïnvloeden;

 

(k) een wettelijke auditor of een auditkantoor ziet toe op en evalueert de toereikendheid en doeltreffendheid van zijn of haar systemen, interne beheersings- en interne kwaliteitsbeheersingsmechanismen en regelingen die zijn vastgesteld in overeenstemming met deze richtlijn, en neemt passende maatregelen om eventuele tekortkomingen aan te pakken. Een wettelijke auditor of een auditkantoor voert in het bijzonder jaarlijks een evaluatie uit van het interne kwaliteitsbeheersingssysteem als bedoeld onder g). Een wettelijke auditor of een auditkantoor documenteert de bevindingen van deze evaluaties en de voorgestelde maatregelen om het interne kwaliteitsbeheersingssysteem aan te passen.

 

De gedragslijnen en procedures als bedoeld in de eerste alinea worden gedocumenteerd en aan de werknemers van de wettelijke auditor of het auditkantoor bekendgemaakt.

 

Een eventuele uitbesteding van controletaken als bedoeld onder d) is niet van invloed op de aansprakelijkheid van de wettelijke auditor of het auditkantoor tegenover de gecontroleerde entiteit.

 

2. De wettelijke auditor of het auditkantoor houdt bij de naleving van de eisen van lid 1 van dit artikel rekening met de omvang en de complexiteit van zijn of haar activiteiten.

 

De wettelijke auditor of het auditkantoor moet aan de relevante bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat voldaan wordt aan de vereisten van lid 1, met volledige inachtneming van de eerste alinea.

(Artikel 6 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  37

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 11 quinquies (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 25 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

11 quinquies. Het volgende artikel 25 bis wordt ingevoegd:

 

Artikel 25 bis

 

Voorwerp van de wettelijke controle

 

1. Wanneer wettelijke auditors of auditkantoren de wettelijke controle van jaarrekeningen uitvoeren, verrichten zij hun controles overeenkomstig de in artikel 26 bedoelde internationale controlestandaarden.

 

2. Wanneer een wettelijke auditor of auditkantoor de wettelijke controle van financiële overzichten van een organisatie van openbaar belang uitvoert, neemt de wettelijke auditor of het auditkantoor de noodzakelijke maatregelen om zich een oordeel te vormen over de vraag of de jaarrekeningen van de organisatie van openbaar belang een getrouw beeld geven en opgesteld zijn overeenkomstig het relevante stelsel inzake financiële verslaglegging.

 

Het verslag van de wettelijke auditor of het auditkantoor wordt opgesteld in overeenstemming met de artikelen 21 tot en met 25 van Verordening (EU) nr. XX/XX.

 

Onverminderd de verslagleggingseisen als bedoeld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EU) nr. XX/XX, omvat de wettelijke controle geen verzekering van de toekomstige levensvatbaarheid van de gecontroleerde entiteit noch van de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuurs- of leidinggevende orgaan de bedrijfsvoering van de entiteit ter hand heeft genomen.

(Artikel 14 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  38

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 11 sexies (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 25 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

11 sexies. Het volgende artikel 25 ter wordt ingevoegd:

 

Artikel 25 ter (nieuw)

 

Organisatie van het werk

 

1. Wanneer de wettelijke controle van jaarrekeningen wordt uitgevoerd door een auditkantoor, wijst dit auditkantoor ten minste één voornaamste controlepartner aan met de benodigde deskundigheid, bekwaamheid en bevoegdheid om zijn, haar of hun taken juist uit te voeren. Het auditkantoor verstrekt de aangewezen partner(s) voldoende middelen en personeelsleden die over de benodigde deskundigheid en bekwaamheid beschikken om hun taken juist uit te voeren.

 

Borging van de kwaliteit van de controle, de onafhankelijkheid en de bekwaamheid is voor het auditkantoor het belangrijkste criterium bij de selectie van de aan te wijzen voornaamste partner(s).

 

De aangewezen partner(s) worden actief betrokken bij de uitvoering van de wettelijke controle.

 

2. Wanneer de wettelijke controle van jaarrekeningen wordt uitgevoerd door een wettelijke auditor, besteedt hij of zij voldoende tijd aan de opdracht en wijst hij of zij voldoende leden van zijn of haar personeel aan om zijn of haar taken juist uit te voeren.

 

3. De wettelijke auditor of het auditkantoor stelt kwaliteitsbeheersingsprocedures in op het niveau van de opdracht dat in overeenstemming is met de in artikel 26 bedoelde internationale controlestandaarden.

 

4. Een wettelijke auditor of een auditkantoor houdt een cliëntdossier bij. Dit dossier bevat voor elke auditcliënt de volgende gegevens:

 

(a) de naam, het adres en de hoofdvestiging;

 

(b) in geval van een auditkantoor, de voornaamste partner(s);

 

(c) de in rekening gebrachte honoraria voor de wettelijke controle en de in rekening gebrachte honoraria voor andere diensten in een financieel jaar.

 

5. Een wettelijke auditor of een auditkantoor legt voor elke uitgevoerde wettelijke controle een controledossier aan. Het controledossier bevat ten minste de documentatie voor de uitgevoerde wettelijke controle zoals voorgeschreven door de in artikel 26 bedoelde internationale controlestandaarden. De wettelijke auditor of het auditkantoor documenteert tevens de gegevens als vastgelegd conform de artikelen 25 quater en 25 quinquies, lid 6, van deze richtlijn en artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) nr. XX/XX.

 

De wettelijke auditor of het auditkantoor bewaart alle andere gegevens en documenten die van belang zijn voor de verslagen als bedoeld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EU) nr. XX/XX en voor de controle op de naleving van deze richtlijn, Verordening (EU) nr. XX/XX en andere toepasselijke wettelijke vereisten.

 

Het controledossier wordt uiterlijk zestig dagen na de datum van ondertekening van de controleverklaring als bedoeld in artikel 22 van Verordening (EU) nr. XX/XX gesloten.

 

6. De wettelijke auditor of het auditkantoor registreert alle klachten over de uitvoering van de wettelijke controle van jaarrekeningen.

(Artikel 16 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  39

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 11 septies (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 25 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

11 septies. Het volgende artikel 25 quater wordt ingevoegd:

 

Artikel 25 quater

 

Integriteit van de financiële verslaglegging

 

1. Wanneer de wettelijke auditor of een auditkantoor kennis krijgt van een ontwikkeling die waarschijnlijk wezenlijke gevolgen zal hebben voor het controleoordeel, dient de wettelijke auditor of het auditkantoor:

 

(a) de ontwikkeling te registreren;

 

(b) als reactie op de gebeurtenis of ontwikkeling passende maatregelen te treffen, zoals voorgeschreven door de relevante internationale controlestandaarden;

 

(c) de relevante bevoegde autoriteit onverwijld in kennis te stellen van de gebeurtenis of ontwikkeling indien de auditor, nadat passende maatregelen zijn getroffen, nog altijd van oordeel is dat de gebeurtenis of ontwikkeling waarschijnlijk wezenlijke gevolgen zal hebben voor het controleoordeel.

 

De onder a) van de eerste alinea genoemde registratie omvat de feiten en omstandigheden van het incident, informatie over de betrokken perso(o)n(en) en details van de maatregelen die zijn genomen overeenkomstig die alinea, onder b).

 

2. Onverminderd Richtlijn 2005/60/EG geldt dat, wanneer een wettelijke auditor of een auditkantoor die een wettelijke controle van jaarrekeningen uitvoert, vermoedt of redelijke gronden heeft om te vermoeden dat feiten of gedragingen die erop wijzen dat onregelmatigheden, met inbegrip van fraude met betrekking tot de financiële overzichten van de gecontroleerde entiteit, plaatsvinden of hebben plaatsgevonden of dat daartoe pogingen worden of zijn gedaan, hij, zij of het de gecontroleerde entiteit daarvan in kennis stelt en deze verzoekt de zaak te onderzoeken en passende maatregelen te nemen om deze onregelmatigheden te vervolgen en de herhaling ervan te voorkomen.

 

Wanneer de gecontroleerde entiteit de zaak niet onderzoekt of geen maatregelen neemt, of wanneer de wettelijke auditor of het auditkantoor van mening is dat de door de gecontroleerde entiteit genomen maatregelen niet toereikend zijn om deze onregelmatigheden aan te pakken, meldt de wettelijke auditor of het auditkantoor deze onregelmatigheden aan de bevoegde autoriteiten.

 

Melding te goeder trouw van een feit of gedraging als bedoeld in de eerste alinea door de wettelijke auditor of het auditkantoor aan de bevoegde autoriteiten, vormt geen inbreuk op ongeacht welke op grond van een contract of van een wettelijke bepaling opgelegde beperking inzake de openbaarmaking van informatie, en leidt voor de betrokken personen tot geen enkele vorm van aansprakelijkheid.

(Artikel 17 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  40

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 11 octies (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 25 quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

11 octies. Het volgende artikel 25 quinquies wordt ingevoegd:

 

Artikel 25 quinquies

 

Interne kwaliteitsbeoordeling

 

1. Wanneer de gecontroleerde entiteit een organisatie van openbaar belang is, wordt voordat de in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EU) nr. XX/XX genoemde verklaringen worden afgegeven, een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling uitgevoerd om na te gaan of de wettelijke auditor of de voornaamste partner redelijkerwijs tot het oordeel en de conclusies kan zijn gekomen die zijn verwoord in het ontwerp van die verklaringen overeenkomstig de in artikel 26 bedoelde internationale controlestandaarden.

 

2. De interne kwaliteitsbeoordeling wordt uitgevoerd door een interne kwaliteitsbeoordelaar. Deze beoordelaar dient een wettelijke auditor te zijn die niet betrokken is bij de uitvoering van de wettelijke controle waarop de interne kwaliteitsbeoordeling betrekking heeft.

 

3. Bij het uitvoeren van de beoordeling van de opdrachtgerichte kwaliteitscontrole beoordeelt de beoordelaar de gecontroleerde financiële overzichten en voert de beoordelaar een objectieve beoordeling uit van ten minste het volgende:

 

(a) de mondelinge en schriftelijke informatie die door de wettelijke auditor of voornaamste partner is verstrekt ter ondersteuning van significante beoordelingen en de belangrijkste bevindingen van de uitgevoerde controleprocedures en de conclusies die zijn getrokken op basis van deze bevindingen, al dan niet op verzoek van de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelaar;

 

(b) de significante beoordelingen en belangrijkste bevindingen van de uitgevoerde controleprocedures en de conclusies die zijn getrokken op basis van de bevindingen daarvan;

 

(c) de verklaringen van de wettelijke auditor of voornaamste controlepartner als verwoord in het ontwerp van de verklaringen als bedoeld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EU) nr. XX/XX;

 

4. De interne kwaliteitsbeoordeling beoordeelt ten minste de volgende elementen:

 

(a) de onafhankelijkheid van de wettelijke auditor of het auditkantoor ten opzichte van de gecontroleerde entiteit;

 

(b) de significante risico’s die de wettelijke auditor of de voornaamste partner tijdens de uitvoering van de wettelijke controle heeft gedetecteerd, en de maatregelen die hij of zij heeft genomen om deze risico’s adequaat te beheersen;

 

(c) de redenering van de wettelijke auditor of de voornaamste partner, in het bijzonder met betrekking tot de materialiteit en de onder b) genoemde significante risico’s;

 

(d) elk verzoek om advies aan externe deskundigen en de tenuitvoerlegging van dit advies;

 

(e) de aard en het bereik van de gecorrigeerde en niet-gecorrigeerde afwijkingen in de financiële overzichten die tijdens de uitvoering van de controle zijn gedetecteerd;

 

(f) de onderwerpen die zijn besproken met het auditcomité en het bestuurs- en/of toezichthoudend orgaan van de gecontroleerde entiteit;

 

(g) de onderwerpen die zijn besproken met bevoegde autoriteiten en, in voorkomend geval, met andere derde partijen;

 

(h) of de uit het dossier geselecteerde documenten en informatie op bevredigende wijze de functies van de bij de controle betrokken werknemers weergeven, en of deze documenten en informatie het oordeel van de wettelijke auditor of de voornaamste controlepartner als verwoord in het ontwerp van de verklaringen als bedoeld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EU) nr. XX/XX ondersteunen.

 

5. De interne kwaliteitsbeoordelaar bespreekt de resultaten van de interne kwaliteitsbeoordeling met de wettelijke auditor of de voornaamste partner. De wettelijke auditor of het auditkantoor stelt de te volgen procedure vast, wanneer de beoordelaar en de wettelijke auditor of de voornaamste controlepartner het niet eens zijn over de resultaten van de beoordeling.

 

6. De wettelijke auditor of het auditkantoor legt de uitkomsten van de interne kwaliteitsbeoordeling vast, alsmede de overwegingen achter deze uitkomsten.

(Artikel 19 van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  41

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 12

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 26 – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten dragen er zorg voor dat wettelijke auditors en auditkantoren bij het uitvoeren van wettelijke controles van jaarrekeningen voldoen aan de internationale controlestandaarden, mits deze standaarden in overeenstemming zijn met de vereisten van deze richtlijn en van Verordening XX/XX.

1. De lidstaten vereisen dat wettelijke auditors en auditkantoren voldoen aan de overeenkomstig lid 3 vastgestelde internationale controlestandaarden.

Amendement  42

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 12

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 26 – lid 1 – alinea 2 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten mogen controlewerkzaamheden of -vereisten die een aanvulling zijn op de internationale controlestandaarden, uitsluitend verplicht stellen indien deze voortvloeien uit specifieke nationale wettelijke vereisten die verband houden met het voorwerp van wettelijke controles van jaarrekeningen. De lidstaten dragen er zorg voor dat deze controlewerkzaamheden of –vereisten aan de volgende voorwaarden voldoen:

De lidstaten mogen controlewerkzaamheden of -vereisten die een aanvulling zijn op de internationale controlestandaarden, uitsluitend verplicht stellen indien deze voortvloeien uit specifieke nationale wettelijke vereisten die verband houden met het voorwerp van wettelijke controles van jaarrekeningen.

Amendement  43

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 12

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 26 – lid 1 – alinea 2 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) zij dragen bij tot een grote geloofwaardigheid en hoge kwaliteit van jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen in overeenstemming met de beginselen die zijn neergelegd in artikel 4, lid 3, van Richtlijn [xxxx] betreffende de jaarrekeningen en de geconsolideerde jaarrekeningen van bepaalde soorten ondernemingen;

Schrappen

Amendement  44

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 12

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 26 – lid 1 – alinea 2 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) zij zijn bevorderlijk voor het algemeen belang van de Unie.

Schrappen

Amendement  45

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 12

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 26 – lid 1 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten brengen deze controlewerkzaamheden of –vereisten ter kennis van de Commissie, de EAEM en de andere lidstaten.

Schrappen

Amendement  46

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 12

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 26 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Voor de toepassing van lid 1 betekent “internationale controlestandaarden” de in het kader van het Clarity Project tot stand gebrachte International Standards on Auditing (ISA) en de daarmee verband houdende statements en standaarden die in 2009 zijn uitgebracht door de International Federation of Accountants (IFAC), voor zover zij relevant zijn voor wettelijke controles van jaarrekeningen.

2. Voor de toepassing van lid 1 betekent "internationale controlestandaarden" de door de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB) uitgebrachte International Standards on Auditing (ISA), die in 2012 in werking zijn getreden, voor zover zij relevant zijn voor wettelijke controles van jaarrekeningen.

Amendement  47

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 12

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 26 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend overeenkomstig artikel 48 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen ter wijziging van de definitie van internationale controlestandaarden in lid 2 van dit artikel. De Commissie speelt bij het gebruik van deze bevoegdheid in op eventueel door de IFAC in de ISA’s aangebrachte wijzigingen, het advies van de Public Interest Oversight Board betreffende dergelijke wijzigingen alsook eventuele andere ontwikkelingen in de auditpraktijk en binnen het auditberoep.

3. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend overeenkomstig artikel 48 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen ter vaststelling of intrekking van internationale controlestandaarden in lid 2 van dit artikel. De Commissie neemt bij het gebruik van deze bevoegdheid een besluit over de toepasselijkheid in de Unie van internationale controlestandaarden en let daarbij op hun evenredigheid. De Commissie keurt internationale controlestandaarden enkel goed voor toepassing in de Unie wanneer deze standaarden:

 

(a) met de vereiste zorg, op transparante wijze en onder openbaar toezicht zijn opgesteld en internationaal algemeen aanvaard zijn; en

 

(b) bijdragen tot een grote geloofwaardigheid en hoge kwaliteit van jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen in overeenstemming met de beginselen die zijn neergelegd in artikel 4, lid 3, van Richtlijn [xxxx] betreffende de jaarrekeningen en de geconsolideerde jaarrekeningen van bepaalde soorten ondernemingen.

Amendement  48

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 12 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 27 – lid 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

12 bis. Artikel 27, lid 1, onder c), wordt vervangen door:

 

(c) de groepsauditor evalueert de controlewerkzaamheden die voor het doel van de groepscontrole zijn uitgevoerd door auditor(s) van derde landen of wettelijke auditor(s) en auditorganisatie(s) of auditkanto(o)r(en) van derde landen en houdt documenten bij over de aard, tijdstippen en reikwijdte van de betrokkenheid bij de door die auditors uitgevoerde werkzaamheden, indien van toepassing met inbegrip van de beoordeling door de auditor van relevante onderdelen van de controledocumenten van de betreffende auditors. De door de groepsauditor bewaarde documentatie stelt de relevante bevoegde autoriteit in staat om het werk van de groepsauditor te beoordelen.

Amendement  49

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 12 ter (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 27 – lid 1 – alinea 2 (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

12 ter. Aan artikel 27, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

 

De groepsauditor ziet er voor de toepassing van de eerste alinea, onder c), op toe dat de auditor(s) van derde landen, wettelijke auditor(s), auditorganisatie(s) of auditkanto(o)r(en) van derde landen instemmen met de overdracht van relevante documentatie tijdens de uitvoering van de controle van de geconsolideerde jaarrekeningen, als voorwaarde voor de groepsauditor om het werk van die auditor(s) van derde landen, wettelijke auditor(s), auditorganisatie(s) of auditkanto(o)r(en) van derde landen te kunnen gebruiken.

Amendement  50

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 12 quater (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 27 – leden 2 en 3 (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

12 quater. Aan artikel 27 worden de volgende twee nieuwe leden toegevoegd:

 

2. Wanneer de groepsauditor niet kan voldoen aan de onder c) van de eerste alinea van lid 1 gestelde eisen, neemt hij of zij passende maatregelen en stelt hij of zij de in artikel 35, lid 1, van Verordening (EU) nr. XX/XX bevoegde autoriteit daarvan in kennis.

 

Deze maatregelen kunnen onder meer inhouden dat, hetzij direct, hetzij door deze taken uit te besteden, aanvullende wettelijke controlewerkzaamheden bij de betrokken dochteronderneming worden uitgevoerd.

 

3. Wanneer de groepsauditor het onderwerp is van een kwaliteitsbeoordeling of een onderzoek naar de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekeningen van een groep van ondernemingen waarvan de moederonderneming een organisatie van openbaar belang is, stelt de groepsauditor op verzoek de relevante documentatie die hij of zij bijhoudt over de controlewerkzaamheden die voor de doeleinden van de groepscontrole zijn verricht door auditor(s) van derde landen, wettelijke auditor(s), auditorganisatie(s) of auditkanto(o)r(en) van derde landen, ter beschikking van de bevoegde autoriteit, met inbegrip van de werkdocumenten die relevant zijn voor de groepscontrole.

 

De bevoegde autoriteit verzoekt de betrokken bevoegde autoriteiten om aanvullende documentatie over de controlewerkzaamheden die voor het doel van de groepscontrole zijn verricht door wettelijke auditor(s) of auditkanto(o)r(en), overeenkomstig hoofdstuk III van titel IV van Verordening (EU) nr. XX/XX.

 

Wanneer een onderdeel van een groep van ondernemingen wordt gecontroleerd door auditor(s) of auditorganisatie(s) van een derde land, verzoekt de bevoegde autoriteit de betrokken bevoegde autoriteiten van derde landen om aanvullende documentatie over de controlewerkzaamheden die zijn verricht door auditor(s) van het derde land of auditorganisatie(s) van het derde land, door middel van de werkregelingen als bedoeld in artikel 47.

 

In afwijking van de derde alinea, is de groepsauditor, wanneer een onderdeel van een groep van ondernemingen wordt gecontroleerd door auditor(s) of auditorganisatie(s) van een derde land dat geen werkregeling als bedoeld in artikel 47 heeft, op verzoek ook verantwoordelijk voor het waarborgen van de juiste levering van de aanvullende documentatie van de door auditor(s) of auditorganisatie(s) van derde landen verrichte controlewerkzaamheden, met inbegrip van de werkdocumenten die relevant zijn voor de groepscontrole. Om deze levering te verzekeren, behoudt de groepsauditor een kopie van deze documentatie of komt hij of zij met de auditor(s) of auditorganisatie(s) van derde landen overeen dat hij of zij op verzoek goede en onbeperkte toegang heeft tot deze documentatie, of neemt hij of zij andere passende maatregelen. Wanneer controledocumenten om juridische of andere redenen niet door een derde land kunnen worden doorgegeven aan de groepsauditor, omvat de documentatie die door de groepsauditor wordt bewaard, bewijs dat hij of zij de juiste procedures heeft gevolgd om toegang te krijgen tot de controledocumenten, en in geval van niet-juridische beletsels die voortvloeien uit de wetgeving van het derde land, bewijs dat deze beletsels staaft.

(Artikel 18, leden 2 en 3, van de verordening COM(2011)0779)

Amendement  51

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 13

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 28

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

13. In artikel 28 wordt lid 2 geschrapt.

13. Artikel 28 wordt vervangen door:

 

Artikel 28

 

Accountantsverklaringen

 

1. De wettelijke auditor of het auditkantoor presenteert de resultaten van de wettelijke controle in een controleverklaring die in overeenstemming met de vereisten van de door de Unie vastgestelde internationale controlestandaarden is opgesteld, zoals bedoeld in artikel 26.

 

2. De controleverklaring bevat:

 

(a) een inleiding, waarin ten minste wordt vermeld op welke financiële overzichten de wettelijke controle betrekking heeft en welke de toepasselijke voorschriften voor de financiële verslaglegging zijn;

 

(b) een beschrijving van de reikwijdte van de wettelijke controle, waarin ten minste wordt aangegeven welke standaarden voor de accountantscontrole bij de uitvoering van de wettelijke controle in acht zijn genomen;

 

(c) een controle-oordeel dat de vorm aanneemt van een onvoorwaardelijk goedkeurend oordeel, een oordeel met voorbehoud of een afkeurend oordeel en waarin de wettelijke auditor duidelijk zijn oordeel geeft met betrekking tot het volgende:

 

(i) de vraag of de jaarlijkse financiële overzichten een getrouw beeld geven overeenkomstig de toepasselijke voorschriften voor de financiële verslaglegging, en

 

(ii) in voorkomend geval, of de jaarlijkse financiële overzichten aan de wettelijke vereisten voldoen,

 

Indien de wettelijke auditor geen controle-oordeel kan formuleren, bevat de controleverklaring een verklaring van oordeelsonthouding;

 

(d) een verwijzing naar bepaalde aangelegenheden waarop de wettelijke auditor in het bijzonder de aandacht vestigt zonder een verklaring met voorbehoud af te geven;

 

(e) het advies en de verklaring als bedoeld in artikel 34, lid 1, alinea 2, van Richtlijn XX/XX betreffende de jaarrekeningen en de geconsolideerde jaarrekeningen van bepaalde soorten ondernemingen.

 

De controleverklaring wordt door de wettelijke auditor ondertekend en gedagtekend. Indien de wettelijke controle wordt uitgevoerd door een auditkantoor, wordt de controleverklaring ondertekend door ten minste de wettelijke auditor(s) die namens het auditkantoor de wettelijke controle heeft (hebben) verricht.

 

In buitengewone omstandigheden kunnen de lidstaten bepalen dat deze handtekening niet openbaar hoeft te worden gemaakt indien dit tot een onmiddellijke en aanzienlijke bedreiging voor de persoonlijke veiligheid van een persoon zou kunnen leiden. Desalniettemin wordt/worden de naam /namen van de betrokken persoon/personen medegedeeld aan de betrokken bevoegde autoriteiten.

Amendement  52

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 14 – letter a – sub i

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 29 – lid 1 – alinea 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

‘(a) het kwaliteitsborgingsstelsel wordt geregeld door de in artikel 32 bedoelde bevoegde autoriteit en op dusdanige wijze georganiseerd dat dit onafhankelijk is van wettelijke auditors en auditkantoren.”;

‘(a) het kwaliteitsborgingsstelsel wordt op dusdanige wijze georganiseerd dat dit onafhankelijk is van wettelijke auditors en auditkantoren en dat het onderworpen is aan extern toezicht als bedoeld in hoofdstuk VIII.”;

Amendement  53

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 14 – letter a – sub iii

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 29 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in artikel 32 bedoelde bevoegde autoriteit stelt het in de eerste alinea, onder g), bedoelde rapport op verzoek beschikbaar aan belanghebbende partijen. De bevoegde autoriteit draagt er zorg voor dat het bekendgemaakte rapport in het kader van een beoordeling de commerciële belangen van de gecontroleerde entiteit, met inbegrip van haar industriële en intellectuele eigendom, niet in het gedrang brengt.";

De in artikel 32 bedoelde bevoegde autoriteit publiceert het in de eerste alinea, onder g), bedoelde rapport. De bevoegde autoriteit draagt er zorg voor dat het gepubliceerde of bekendgemaakte rapport in het kader van een beoordeling de commerciële belangen van de gecontroleerde entiteit, met inbegrip van haar industriële en intellectuele eigendom, niet in het gedrang brengt.";

Amendement  54

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 14 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 30 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

14 bis. Artikel 30, lid 3, wordt als volgt gewijzigd:

 

'De lidstaten bepalen dat genomen maatregelen en sancties tegen wettelijke auditors of auditkantoren in gevallen van algemeen belang op passende wijze openbaar worden gemaakt, met gegevens over de aard van de overtreding en de identiteit van de verantwoordelijken, op voorwaarde dat bij een individuele afweging geconcludeerd is dat het algemene belang van openbaarmaking zwaarder weegt dan de noodzaak om de persoonlijke waardigheid te beschermen van degenen die door de maatregel of sanctie worden getroffen. Bij de individuele afweging worden de grondrechten als vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gerespecteerd, in het bijzonder het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens. Een geïndividualiseerde openbaarmaking blijft achterwege wanneer de bekendmaking de betrokkenen buitenproportionele schade zou berokkenen of wanneer de bekendmaking de stabiliteit van de financiële markten ernstig in gevaar zou brengen. Dit laat de mogelijkheid voor de bevoegde instanties onverlet om maatregelen en sancties op basis van anonimiteit openbaar te maken. De sancties omvatten ook de mogelijkheid de toelating in te trekken.'

Amendement  55

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 14 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 31

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

14 bis. Artikel 31 wordt geschrapt.

Amendement  56

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 15

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 32

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

15. Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

Schrappen

(a) lid 1 wordt vervangen door:

 

‘1. De lidstaten wijzen een bevoegde autoriteit aan die verantwoordelijk is voor het openbare toezicht op wettelijke auditors en auditkantoren op basis van de in de leden 2 tot en met 7 vastgelegde beginselen.”;

 

(b) lid 3 wordt vervangen door:

 

‘3. De bevoegde autoriteit mag toestaan dat niet-beoefenaren die kennis hebben van de voor wettelijke controle van jaarrekeningen relevante kwesties, betrokken worden bij het beheer van het stelsel van openbaar toezicht, mits zij geselecteerd worden volgens een onafhankelijke en transparante benoemingsprocedure. Beroepsbeoefenaren mag niet worden toegestaan bij het beheer van het stelsel van openbaar toezicht betrokken te zijn.”;

 

(c) in lid 4 wordt de inleidende zin vervangen door:

 

“Op de bevoegde autoriteit rust de eindverantwoordelijkheid voor het toezicht op:”;

 

(d) lid 5 wordt vervangen door:

 

‘5. De bevoegde autoriteit heeft het recht, waar nodig, om onderzoeken met betrekking tot wettelijke auditors en auditkantoren te starten en te verrichten en passende maatregelen te nemen. Zij beschikt over voldoende middelen om deze onderzoeken te starten en te verrichten.

 

Om haar taken in het kader van deze richtlijn uit te voeren, heeft de bevoegde autoriteit toegang tot elk document in welke vorm ook dat wettelijke auditors of auditkantoren in hun bezit hebben en om daarvan een kopie te ontvangen. Zij heeft ook het recht inlichtingen te verlangen van iedere persoon en zo nodig een persoon op te roepen en te ondervragen om inlichtingen te verkrijgen.”;

 

(e) lid 6 wordt vervangen door:

 

‘6. De bevoegde autoriteit is transparant. Dat houdt onder meer in dat jaarlijks werkprogramma’s en activiteitenverslagen worden gepubliceerd”.

 

Amendement  57

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 16

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 32 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

16. Het volgende artikel 32 bis wordt ingevoegd:

Schrappen

1. Uitsluitend met betrekking tot de toelating en registratie van wettelijke auditors en auditkantoren mogen de lidstaten de in artikel 32 bedoelde bevoegde autoriteit toestaan taken te delegeren aan andere bij wet aangewezen autoriteiten of organen. Elke uitvoering van taken door andere autoriteiten of organen wordt uitdrukkelijk door de bevoegde autoriteit gedelegeerd. In de delegatie wordt gespecificeerd welke taken worden gedelegeerd en onder welke voorwaarden deze moeten worden uitgevoerd. De autoriteiten of organen zijn zodanig georganiseerd dat er geen sprake is van belangenconflicten. De eindverantwoordelijkheid voor het toezicht op de naleving van deze richtlijn en de overeenkomstig daarmee aangenomen uitvoeringsmaatregelen, berust bij de delegerende bevoegde autoriteit.

 

De lidstaten stellen de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten in kennis van alle met het oog op de delegatie van taken getroffen regelingen, inclusief de precieze voorwaarden voor het delegeren van taken.

 

Amendement  58

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 18

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 37 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

‘3. Contractuele bepalingen die worden aangegaan tussen de gecontroleerde entiteit en een derde partij die de keuze van de algemene aandeelhouders- of ledenvergadering van die entiteit in het kader van lid 1 beperken tot bepaalde categorieën of lijsten van wettelijke auditors of auditkantoren met betrekking tot de benoeming van een bepaalde wettelijke auditkantoor of een bepaald auditkantoor voor het uitvoeren van de wettelijke controle van die entiteit, zijn nietig.”

‘3. Contractuele bepalingen die worden aangegaan tussen de gecontroleerde entiteit en een derde partij die de keuze van de algemene aandeelhouders- of ledenvergadering van die entiteit in het kader van lid 1 beperken tot bepaalde categorieën of lijsten van wettelijke auditors of auditkantoren met betrekking tot de benoeming van een bepaalde wettelijke auditkantoor of een bepaald auditkantoor voor het uitvoeren van de wettelijke controle van die entiteit, zijn verboden. Ingeval zulke bepalingen bestaan, zijn zij nietig.”

Amendement  59

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 19 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Hoofdstuk X (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

19 bis. Het volgende hoofdstuk wordt ingevoegd:

 

HOOFDSTUK X

 

AUDITCOMITÉ

 

Artikel 38 bis

 

Auditcomité

 

1. Elke organisatie van openbaar belang stelt een auditcomité in, hetzij een afzonderlijk comité, hetzij een comité van het toezichthoudende orgaan. De lidstaten bepalen of auditcomités worden samengesteld uit niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden van het leidinggevende en/of leden van het toezichthoudende orgaan van de gecontroleerde entiteit en/of leden die worden benoemd door de algemene aandeelhoudersvergadering van de gecontroleerde entiteit of, voor entiteiten zonder aandeelhouders, door een orgaan dat soortgelijke bevoegdheden heeft als een auditcomité.

 

Ten minste één lid van het auditcomité beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van financiële verslaggeving en/of controle van jaarrekeningen.

 

De leden van het auditcomité moeten deelnemen aan passende programma's voor permanente scholing teneinde theoretische kennis alsmede professionele vaardigheden en waarden te verwerven en/of deze op een voldoende hoog niveau te houden.

 

Ten minste één lid van het auditcomité is onafhankelijk. De voorzitter van het auditcomité is in alle gevallen onafhankelijk. De lidstaten kunnen eisen dat de voorzitter van het auditcomité jaarlijks wordt gekozen door de algemene aandeelhoudersvergadering van de gecontroleerde entiteit.

 

2. In afwijking van lid 1 van dit artikel kunnen de aan het auditcomité toegewezen taken in organisaties van openbaar belang die voldoen aan de criteria onder f) en t) van artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad, worden uitgevoerd door het leidinggevende of het toezichthoudende orgaan als geheel, mits de voorzitter van een dergelijk orgaan geen voorzitter van het auditcomité is indien hij of zij bij het dagelijks bestuur betrokken is.

 

3. In afwijking van lid 1 kunnen de lidstaten de volgende organisaties van openbaar belang vrijstellen van de verplichting tot instelling van een auditcomité:

 

(a) een organisatie van openbaar belang die een dochteronderneming is in de zin van artikel 1 van Richtlijn 83/349/EEG, als de entiteit op groepsniveau voldoet aan de eisen in lid 1 tot en met 4 van dat artikel;

 

(c) een organisatie van openbaar belang die als enige activiteit heeft op te treden als emittent van door activa gedekte waardepapieren als gedefinieerd in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie;

 

(d) een kredietinstelling in de zin van artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2006/48/EG waarvan de aandelen niet zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt van een lidstaat in de zin van punt 14 van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG en die, doorlopend of periodiek, uitsluitend obligaties heeft uitgegeven die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt, mits het totale nominale bedrag van al deze obligaties de 100 000 000 EUR niet overschrijdt en de instelling geen prospectus uit hoofde van Richtlijn 2003/71/EG heeft gepubliceerd.

 

De organisaties van openbaar belang als bedoeld onder c) geven het publiek een toelichting op de redenen waarom zij van mening zijn dat het niet passend is om een auditcomité te hebben of om een leidinggevend of toezichthoudend orgaan te hebben dat soortgelijke bevoegdheden heeft als een auditcomité.

 

4. In afwijking van lid 1 kan een organisatie van openbaar belang die een orgaan heeft dat soortgelijke bevoegdheden heeft als een auditcomité, dat is opgericht en werkt overeenkomstig de geldende bepalingen in de lidstaat waarin de te controleren entiteit is geregistreerd, besluiten geen auditcomité te hebben. In dit geval maakt de entiteit openbaar welk orgaan deze bevoegdheden heeft en hoe het orgaan is samengesteld.

 

Wanneer een auditcomité deel uitmaakt van het toezichthoudende orgaan in overeenstemming met lid 1 kunnen de lidstaten toestaan of eisen dat het toezichthoudende orgaan de functies van het auditcomité uitvoert met het oog op de verplichtingen als vastgelegd in deze richtlijn en in Verordening (EU) nr. XX/XX.

 

5. Onverminderd de verantwoordelijkheid van de leden van het leidinggevende, bestuurs- of toezichthoudende orgaan of van andere leden die worden benoemd door de algemene aandeelhoudersvergadering van de gecontroleerde entiteit, heeft het auditcomité onder meer tot taak:

 

(a) het monitoren van het financiële verslaggevingsproces en het doen van aanbevelingen of voorstellen om de integriteit van het proces te waarborgen;

 

(b) het monitoren van de doeltreffendheid van de interne beheersingssystemen, eventuele interne auditsystemen en risicobeheersystemen van de onderneming, zonder zijn onafhankelijkheid te verliezen;

 

(c) het monitoren van de wettelijke controle van de jaarrekeningen en de geconsolideerde jaarrekeningen en het houden van toezicht op de punten met betrekking tot het auditontwikkelingsproces overeenkomstig de artikelen 22 en 23 van Verordening (EU) nr. XX/XX, en in het bijzonder het bespreken van de overeenkomstig de artikelen 22 en 33 van Verordening (EU) nr. XX/XX opgestelde verklaringen met de wettelijke auditor of het auditkantoor;

 

(d) het beoordelen en monitoren van de onafhankelijkheid van de wettelijke auditors of auditkantoren overeenkomstig de artikelen 22, 22 bis en 24 bis van deze richtlijn en de artikelen 9 tot en met 11 van Verordening (EU) nr. XX/XX, waarbij met name wordt gelet op de verlening van nevendiensten aan de gecontroleerde entiteit overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. XX/XX;

 

(d bis) het monitoren van de kwaliteit van de wettelijke auditors of auditkantoren, met inachtneming van de bevindingen en conclusies van de bevoegde autoriteit, overeenkomstig artikel 40, lid 6, van Verordening (EU) nr. XX/XX;

 

(d ter) het beoordelen of er een volledige scheiding is tussen de interne audit en de wettelijke audit;

 

(e) het dragen van de verantwoordelijkheid voor de procedure met betrekking tot de selectie van wettelijke auditor(s) of auditkanto(o)r(en);

 

(f) het verlenen van toestemming per geval voor het verstrekken door de wettelijke auditor of het auditkantoor van de in artikel 10 van Verordening (EU) nr. XX/XX bedoelde assurance-opdrachten, belastingadviesdiensten en andere niet-controlediensten aan de gecontroleerde entiteit en de door haar gecontroleerde ondernemingen in de Unie.

Amendement  60

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 20

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 43 bis – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Vereenvoudigde controle voor middelgrote beroepsbeoefenaren

Controle voor middelgrote beroepsbeoefenaren

Amendement  61

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 20

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 43 bis – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten zorgen ervoor dat de toepassing van de controlestandaarden op de wettelijke controle van jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen van middelgrote ondernemingen evenredig is met de schaal en de complexiteit van de activiteiten van deze ondernemingen.

De lidstaten schrijven voor dat de onder hun rechtsbevoegdheid vallende bevoegde autoriteiten bij het toezicht op de sector en met name met betrekking tot inspecties waarborgen dat de overeenkomstig artikel 26 vastgestelde controlestandaarden op de wettelijke controle van jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen worden toegepast op een wijze die evenredig is met de schaal en de complexiteit van de activiteiten van de entiteit.

Amendement  62

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 20

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 43 ter – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Indien een lidstaat regels heeft vastgesteld voor het uitvoeren van een beperkte beoordeling van de rekeningen van kleine ondernemingen als alternatief voor een wettelijke controle van jaarrekeningen, is deze lidstaat niet verplicht de controlestandaarden aan de wettelijke controle van die ondernemingen aan te passen.

Het is de lidstaten toegestaan regels vast te stellen voor het uitvoeren van een beperkte betrouwbaarheidscontrole van de rekeningen van kleine ondernemingen in plaats van een wettelijke controle van jaarrekeningen.

Amendement  63

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 20

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 43 ter – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een “beperkte beoordeling” verstaan: een door een wettelijke auditor of een auditkantoor ondernomen handeling die gericht is op het detecteren van afwijkingen als gevolg van fouten of fraude in de financiële overzichten van een entiteit en die een lagere mate van zekerheid inhoudt dan een wettelijke controle.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een "beperkte betrouwbaarheidscontrole" verstaan: een door een wettelijke auditor of een auditkantoor ondernomen controle die een lagere mate van zekerheid oplevert dan een wettelijke controleopdracht.

Amendement  64

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 25

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 48 bis – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Een krachtens artikel 8, lid 3, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 3, artikel 29, lid 2, artikel 36, lid 7, artikel 45, lid 6, artikel 46, lid 2, en artikel 47, de leden 3 en 5, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt pas in werking als noch het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van [twee maanden] na de datum van kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, of als zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie voor het verstrijken van deze termijn de Commissie heeft meegedeeld geen bezwaar te zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met [twee maanden] verlengd.”.

5. Een krachtens artikel 8, lid 3, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 3, artikel 29, lid 2, artikel 36, lid 7, artikel 45, lid 6, artikel 46, lid 2, en artikel 47, de leden 3 en 5, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt pas in werking als noch het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van vier maanden na de datum van kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, of als zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie voor het verstrijken van deze termijn de Commissie heeft meegedeeld geen bezwaar te zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met twee maanden verlengd.

Amendement  65

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie en de door deze richtlijn gewijzigde richtlijn wordt geconsolideerd binnen drie maanden na de inwerkingtreding ervan.

  • [1]  PB C 191 van 29.6.2012, blz. 61.

ADVIES van de Commissie economische en monetaire zaken (13.3.2013)

aan de Commissie juridische zaken

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen
(COM(2011)0778 – C7‑0461/2011 – 2011/0389(COD))

Rapporteur voor advies: Kay Swinburne

AMENDEMENTEN

De Commissie economische en monetaire zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Omdat organisaties van openbaar belang een grote openbare relevantie hebben, die voortvloeit uit de schaal, de omvang en de aard van hun activiteiten, moet de geloofwaardigheid van de gecontroleerde financiële overzichten van deze organisaties worden versterkt. Daarom zijn de bijzondere bepalingen van Richtlijn 2006/43/EG inzake de wettelijke controle van organisaties van openbaar belang verder ontwikkeld in Verordening (EU) nr. [XXX] van [XXX] betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controle van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang. Bijgevolg moeten de bepalingen van Richtlijn 2006/43/EG inzake de wettelijke controle van organisaties van openbaar belang uit die richtlijn geschrapt worden en moet de wettelijke controle van organisaties van openbaar belang geregeld worden bij Verordening (EU) nr. [XXX] van [XXX].

Schrappen

Motivering

Een EU-verordening is geen geschikt formaat, met name vanwege de zeer gedetailleerde en ingrijpende aard van het voorstel van de Commissie. Er wordt een "one-size-fits-all"-aanpak gehanteerd waarin geen rekening wordt gehouden met de verschillende aard van corporate governancesystemen binnen de EU. Dat zou in sommige lidstaten tot lagere corporate governancenormen leiden.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Om te bevorderen dat wettelijke auditors en auditkantoren bij het uitvoeren van wettelijke controles onafhankelijk zijn van de gecontroleerde entiteit, moet elke persoon of elke entiteit die rechten in een auditkantoor heeft, onafhankelijk zijn van de gecontroleerde entiteit en mag deze persoon of entiteit niet betrokken zijn bij het besluitvormingsproces van de gecontroleerde entiteit.

(6) Om te bevorderen dat wettelijke auditors en auditkantoren bij het uitvoeren van wettelijke controles onafhankelijk zijn van de gecontroleerde entiteit, moet elke persoon of elke entiteit die rechten of eigendom in een auditkantoor heeft, onafhankelijk zijn van de gecontroleerde entiteit en mag deze persoon of entiteit niet betrokken zijn bij het besluitvormingsproces van de gecontroleerde entiteit.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) De lasten op kleine en middelgrote ondernemingen binnen de Unie in verband met de controle van hun financiële overzichten moeten tot het noodzakelijke minimum worden herzien zonder evenwel de bescherming van beleggers in het gedrang te brengen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de toepassing van controlestandaarden volgens welke de wettelijke controle van de financiële overzichten van kleine en middelgrote ondernemingen wordt uitgevoerd, evenredig is met de schaal van deze ondernemingen.

(13) De lasten op kleine en middelgrote ondernemingen binnen de Unie in verband met de controle van hun financiële overzichten moeten tot het noodzakelijke minimum worden herzien zonder evenwel de bescherming van beleggers in het gedrang te brengen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de toepassing van controlestandaarden volgens welke de wettelijke controle van de financiële overzichten van kleine en middelgrote ondernemingen wordt uitgevoerd, evenredig is met de schaal van deze ondernemingen. Er moet ook rekening worden gehouden met het feit dat kleine en middelgrote ondernemingen in grootte variëren en dat ook hun activiteiten verschillen qua complexiteit.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Aangezien de doelstelling van deze richtlijn, namelijk het versterken van de bescherming van beleggers met betrekking tot de door ondernemingen gepubliceerde financiële overzichten door de kwaliteit van binnen de Unie uitgevoerde wettelijke controles van jaarrekeningen verder te verbeteren, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel 5 neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(20) Aangezien de doelstelling van deze richtlijn, namelijk het versterken van het vertrouwen van beleggers in de juistheid en nauwkeurigheid van de door ondernemingen gepubliceerde financiële overzichten door de kwaliteit van binnen de Unie uitgevoerde wettelijke controles van jaarrekeningen verder te verbeteren, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 2 – letter a

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 2 – punt 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) door nationaal recht wordt voorgeschreven met betrekking tot kleine ondernemingen;

Schrappen

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 2 – letter b

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 2 – punt 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10. "bevoegde autoriteiten": bij wet aangewezen autoriteiten die belast zijn met de regelgeving betreffende en/of het toezicht op wettelijke auditors en auditkantoren of specifieke aspecten daarvan; de verwijzing naar de "bevoegde autoriteit" in een artikel is een verwijzing naar de autoriteit die verantwoordelijk is voor de in dat artikel genoemde taken;";

10. "bij wet aangewezen bevoegde autoriteiten of organen": bij wet aangewezen autoriteiten die belast zijn met de regelgeving betreffende en/of het toezicht op wettelijke auditors en auditkantoren of specifieke aspecten daarvan; de verwijzing naar de "bevoegde autoriteit" in een artikel is een verwijzing naar de autoriteit die verantwoordelijk is voor de in dat artikel genoemde taken;";

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 2 – letter d

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 2 – punt 13 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) organisaties die onder het recht van een lidstaat vallen, waarvan de verhandelbare effecten worden toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt van een lidstaat in de zin van artikel 4, lid 1, punt 14, van Richtlijn 2004/39/EG;

(a) organisaties die onder het recht van een lidstaat vallen, waarvan de verhandelbare effecten worden toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt van een lidstaat in de zin van artikel 4, lid 1, punt 14, van Richtlijn 2004/39/EG, met uitzondering van instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (*****), en EU-alternatieve beleggingsinstellingen zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder k), van Richtlijn 2011/61/EG van het Europees Parlement en de Raad (*****);

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 2 – letter d

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 2 – punt 13 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) kredietinstellingen in de zin van artikel 4, punt 1, van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad(*);

(b) kredietinstellingen in de zin van artikel 4, punt 1, van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad(*), met uitzondering van die kredietinstellingen die geen effecten hebben uitgegeven die worden toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 14, van Richtlijn 2004/39/EG, tenzij de totale waarde van hun activa meer dan 30 miljard EUR bedraagt;

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 2 – letter d

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 2 – punt 13 – letter g

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(g) alternatieve beleggingsfondsen van de EU als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder k), van Richtlijn 2011/61/EG van het Europees Parlement en de Raad (*****);

Schrappen

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 2 – letter d

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 2 – punt 13 – letter h

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(h) instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe) als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (*****);

Schrappen

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 3 – letter a – sub ii

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 3 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(ii) de tweede alinea wordt geschrapt;

Schrappen

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 10

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 21 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10. In artikel 21 wordt lid 2 geschrapt.

Schrappen

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 11 – letter a

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 22 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zien erop toe dat bij het uitvoeren van een wettelijke controle van jaarrekeningen de wettelijke auditor en/of het auditkantoor en de houders van stemrechten in het auditkantoor onafhankelijk zijn van de gecontroleerde entiteit en niet betrokken zijn bij de besluitvorming van de gecontroleerde entiteit.

1. De lidstaten zien erop toe dat bij het uitvoeren van een wettelijke controle van jaarrekeningen de wettelijke auditor en/of het auditkantoor alle nodige maatregelen treft zodat de onafhankelijkheid niet in het gedrang komt door financiële, persoonlijke, zakelijke, arbeids- of andere relaties waarbij de wettelijke auditor, het auditkantoor en zijn dochterondernemingen en netwerk, en elke natuurlijke persoon die in een positie verkeert om het resultaat van de wettelijke controle te beïnvloeden, betrokken zijn.

Motivering

De voorschriften voor wettelijke controles van organisaties van openbaar belang zijn weliswaar uitgebreider, maar de basisnormen voor onafhankelijkheid moeten gelijk zijn. In dit amendement wordt daarom het artikel over onafhankelijkheid uit de richtlijn op één lijn gebracht met het gewijzigde artikel dat hiermee overeenstemt in de verordening betreffende organisaties van openbaar belang.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 12

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 26 – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten dragen er zorg voor dat wettelijke auditors en auditkantoren bij het uitvoeren van wettelijke controles van jaarrekeningen voldoen aan de internationale controlestandaarden, mits deze standaarden in overeenstemming zijn met de vereisten van deze richtlijn en van Verordening XX/XX.

De lidstaten kunnen vereisen dat wettelijke auditors en auditkantoren bij het uitvoeren van wettelijke controles voldoen aan de internationale controlestandaarden.

Motivering

De inhoud van de internationale controlestandaarden is zeer algemeen, ambigu en vaak strijdig met de wetgeving van de lidstaten. De Commissie heeft problemen ondervonden toen zij ze probeerde toe te passen en de lidstaten zouden soortgelijke problemen ondervinden als deze normen verplicht werden. Om dit te voorkomen, moeten de lidstaten kunnen kiezen of zij deze normen al dan niet toepassen.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 12

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 26 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten mogen controlewerkzaamheden of -vereisten die een aanvulling zijn op de internationale controlestandaarden, uitsluitend verplicht stellen indien deze voortvloeien uit specifieke nationale wettelijke vereisten die verband houden met het voorwerp van wettelijke controles van jaarrekeningen. De lidstaten dragen er zorg voor dat deze controlewerkzaamheden of –vereisten aan de volgende voorwaarden voldoen:

De lidstaten mogen ook nadere bepalingen vaststellen betreffende de toepassing van de internationale controlestandaarden.

Motivering

De inhoud van de internationale controlestandaarden is zeer algemeen, ambigu en vaak strijdig met de wetgeving van de lidstaten. De Commissie heeft problemen ondervonden toen zij ze probeerde toe te passen en de lidstaten zouden soortgelijke problemen ondervinden als deze normen verplicht werden. Om dit te voorkomen, moeten de lidstaten kunnen kiezen of zij deze normen al dan niet toepassen.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 12

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 26 – lid 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) zij dragen bij tot een grote geloofwaardigheid en hoge kwaliteit van jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen in overeenstemming met de beginselen die zijn neergelegd in artikel 4, lid 3, van Richtlijn [xxxx] betreffende de jaarrekeningen en de geconsolideerde jaarrekeningen van bepaalde soorten ondernemingen;

Schrappen

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 12

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 26 – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) zij zijn bevorderlijk voor het algemeen belang van de Unie.

Schrappen

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 12

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 26 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend overeenkomstig artikel 48 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen ter wijziging van de definitie van internationale controlestandaarden in lid 2 van dit artikel. De Commissie speelt bij het gebruik van deze bevoegdheid in op eventueel door de IFAC in de ISA’s aangebrachte wijzigingen, het advies van de Public Interest Oversight Board betreffende dergelijke wijzigingen alsook eventuele andere ontwikkelingen in de auditpraktijk en binnen het auditberoep.

3. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend overeenkomstig artikel 48 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen ter wijziging van de definitie van internationale controlestandaarden in lid 2 van dit artikel. De Commissie speelt bij het gebruik van deze bevoegdheid in op eventueel door de IAASB in de ISA's aangebrachte wijzigingen, het advies van de Public Interest Oversight Board betreffende dergelijke wijzigingen alsook eventuele andere ontwikkelingen in de auditpraktijk en binnen het auditberoep.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 15 – letter b

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 32 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De bevoegde autoriteit mag toestaan dat niet-beoefenaren die kennis hebben van de voor wettelijke controle van jaarrekeningen relevante kwesties, betrokken worden bij het beheer van het stelsel van openbaar toezicht, mits zij geselecteerd worden volgens een onafhankelijke en transparante benoemingsprocedure. Beroepsbeoefenaren mag niet worden toegestaan bij het beheer van het stelsel van openbaar toezicht betrokken te zijn.

3. De bevoegde autoriteit mag toestaan dat niet-beoefenaren die kennis hebben van de voor wettelijke controle van jaarrekeningen relevante kwesties, betrokken worden bij het beheer van het stelsel van openbaar toezicht, mits zij geselecteerd worden volgens een onafhankelijke en transparante benoemingsprocedure.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 16

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 32 bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten stellen de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten in kennis van alle met het oog op de delegatie van taken getroffen regelingen, inclusief de precieze voorwaarden voor het delegeren van taken.

De lidstaten stellen de Commissie, de ESMA en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten in kennis van alle met het oog op de delegatie van taken getroffen regelingen, inclusief de precieze voorwaarden voor het delegeren van taken.

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 20

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 43 bis – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten mogen beroepsorganisaties verzoeken leidraden te geven voor de evenredige toepassing van de controlestandaarden op middelgrote ondernemingen.

De lidstaten verzoeken beroepsorganisaties leidraden te geven voor de evenredige toepassing van de controlestandaarden op middelgrote ondernemingen.

PROCEDURE

Titel

Wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen

Document- en procedurenummers

COM(2011)0778 – C7-0461/2011 – 2011/0389(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

JURI

13.12.2011

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

ECON

13.12.2011

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Kay Swinburne

25.10.2011

Behandeling in de commissie

15.10.2012

19.11.2012

 

 

Datum goedkeuring

11.3.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

29

18

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Burkhard Balz, Elena Băsescu, Slavi Binev, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Nikolaos Chountis, George Sabin Cutaş, Leonardo Domenici, Derk Jan Eppink, Diogo Feio, Markus Ferber, Elisa Ferreira, Ildikó Gáll-Pelcz, Jean-Paul Gauzès, Liem Hoang Ngoc, Gunnar Hökmark, Othmar Karas, Jürgen Klute, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Philippe Lamberts, Werner Langen, Hans-Peter Martin, Ivari Padar, Antolín Sánchez Presedo, Olle Schmidt, Peter Skinner, Theodor Dumitru Stolojan, Ivo Strejček, Kay Swinburne, Sampo Terho, Marianne Thyssen, Ramon Tremosa i Balcells, Corien Wortmann-Kool

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Jean-Pierre Audy, Pervenche Berès, Lajos Bokros, Philippe De Backer, Saïd El Khadraoui, Sari Essayah, Roberto Gualtieri, Sophia in ‘t Veld, Olle Ludvigsson, Thomas Mann, Emilie Turunen

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Klaus-Heiner Lehne, Sabine Verheyen, Tatjana Ždanoka

ADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie (4.12.2012)

aan de Commissie juridische zaken

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen
(COM(2011)0778 – C7‑0461/2011 – 2011/0389(COD))

Rapporteur voor advies: Jürgen Creutzmann

BEKNOPTE MOTIVERING

De Commissie wenst met de voorgestelde verordening betreffende de specifieke eisen voor de wettelijke controle van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang een meer gedetailleerd kader te scheppen voor de controles van organisaties van openbaar belang, hetgeen een aantal wijzigingen van de richtlijn betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen vereist.

Naast deze aanpassingen worden wijzigingen aangebracht in enkele bepalingen, voornamelijk op het vlak van grensoverschrijdende controlediensten en openbaar toezicht in het algemeen, waar ook de rapporteur mee ingenomen is.

De rapporteur stelt echter voor vrijwillige controles te schrappen bij de toepassing van de controlebepalingen, waar ze momenteel onder vallen, aangezien het voorstel van de Commissie vooral bij kleine en middelgrote ondernemingen zou leiden tot hogere kosten en meer administratieve rompslomp. Met meer mogelijkheden om aan kapitaal te komen, zouden kleinere auditkantoren de kloof naar de toonaangevende internationale netwerken weliswaar beter kunnen overbruggen, maar de rapporteur is sceptisch over het afschaffen van de eisen voor de meerderheid van de stemrechten van wettelijke auditors. Als het voor derde partijen mogelijk wordt de meerderheid van de stemrechten in auditkantoren te verwerven, staat de onafhankelijkheid van deze beroepsgroep op het spel.

Tenslotte dringt de rapporteur erop aan, zonder hier echter amendementen over te hebben ingediend, te heroverwegen of ten minste bepaalde delen van de voorgestelde verordening niet in de bestaande richtlijn moeten worden opgenomen. Gezien de uiteenlopende kaders voor corporate governance is een verordening misschien niet het beste instrument, maar stelt een richtlijn de lidstaten in staat de regels aan te passen aan hun nationale wetgeving. Dit is met name het geval voor de bepalingen inzake het controlecomité. Controle-eisen moeten weliswaar aantoonbaar strenger zijn voor organisaties van openbaar belang, maar de algemene eisen voor onafhankelijkheid kunnen in beide instrumenten op elkaar worden afgestemd.

AMENDEMENTEN

De Commissie industrie, onderzoek en energie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Het is van belang ervoor te zorgen dat wettelijke controles van jaarrekeningen in de Unie van goede kwaliteit zijn. Daarom moeten alle wettelijke controles van jaarrekeningen worden uitgevoerd overeenkomstig de in het kader van het Clarity Project tot stand gebrachte internationale controlestandaarden die in 2009 door de International Federation of Accountants (IFAC) zijn uitgebracht, voor zover zij voor wettelijke controles relevant zijn. De lidstaten mogen aanvullende nationale procedures of vereisten voor de controle van jaarrekeningen uitsluitend verplicht kunnen stellen indien deze voortvloeien uit specifieke nationale wettelijke of regelgevingsvereisten die met het voorwerp van de wettelijke controle van jaarrekeningen of de geconsolideerde jaarrekeningen verband houden, d.w.z. dat deze vereisten niet zijn vervat in de goedgekeurde internationale controlestandaarden, en uitsluitend wanneer zij bijdragen aan de geloofwaardigheid en kwaliteit van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen. De Commissie moet betrokken blijven bij de bewaking van de inhoud en het goedkeuringsproces van de internationale controlestandaarden van de IFAC.

(7) Het is van belang ervoor te zorgen dat wettelijke controles van jaarrekeningen in de Unie van goede kwaliteit zijn. Daarom moeten alle wettelijke controles van jaarrekeningen worden uitgevoerd overeenkomstig de in het kader van het Clarity Project tot stand gebrachte internationale controlestandaarden die in 2009 door de International Federation of Accountants (IFAC) zijn uitgebracht, voor zover zij voor wettelijke controles relevant zijn. De lidstaten moeten voorkomen dat zij aanvullende nationale procedures of vereisten voor de controle van jaarrekeningen verplicht stellen, met dien verstande dat dit uitsluitend toelaatbaar is indien deze voortvloeien uit specifieke nationale wettelijke vereisten die met het voorwerp van de wettelijke controle van jaarrekeningen of de geconsolideerde jaarrekeningen verband houden, d.w.z. dat deze vereisten niet zijn vervat in de goedgekeurde internationale controlestandaarden, en uitsluitend wanneer zij bijdragen aan de geloofwaardigheid en kwaliteit van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen en in het openbaar belang van de Unie zijn. De Commissie moet betrokken blijven bij de bewaking van de inhoud en het goedkeuringsproces van de internationale controlestandaarden van de IFAC.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) Sommige lidstaten hebben de wettelijke controle van kleine ondernemingen vervangen door een beperkte beoordeling van hun financiële overzichten. Het is passend deze lidstaten toe te staan deze praktijk voort te zetten in plaats van te voorzien in een evenredige toepassing van controlestandaarden op kleine ondernemingen.

(14) Sommige lidstaten hebben de wettelijke controle van kleine ondernemingen vervangen door een beperkte beoordeling van hun financiële overzichten. Het is passend deze lidstaten toe te staan deze praktijk voort te zetten in plaats van te voorzien in een evenredige toepassing van controlestandaarden op kleine ondernemingen. Lidstaten op het grondgebied waarvan nog steeds een verplichte wettelijke controle bestaat voor kleine ondernemingen moeten de mogelijkheden onderzoeken om de wettelijke controle te vervangen door een beperkte toetsing van hun financiële overzichten.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 2 – letter d

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 2 – lid 13 – letter g

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(g) alternatieve beleggingsfondsen van de EU als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder k), van Richtlijn 2011/61/EG van het Europees Parlement en de Raad (*****);

Schrappen

Motivering

Deze organisaties zijn geen gewone bedrijven maar beleggingsvehikels die in handen zijn van depositobanken (die volgens de letters f) en i) organisaties van openbaar belang (PIE's) moeten blijven en dus niet mogen worden geclassificeerd als PIE's). Bovendien is het algemeen belang in controles van deze organisaties vrij beperkt, niet in de laatste plaats omdat ze onderworpen zijn aan strikte nationale regelgeving, als gevolg waarvan de toegevoegde waarde van controles van PIE's beperkt is en niet in verhouding is met de kosten en de administratieve rompslomp waarmee die controles gepaard zouden gaan.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 2 – letter d

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 2 – lid 13 – letter h

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(h) instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe) als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (*****);

Schrappen

Motivering

Deze organisaties zijn geen gewone bedrijven maar beleggingsvehikels die in handen zijn van depositobanken (die volgens de letters f) en i) PIE's moeten blijven en dus niet mogen worden geclassificeerd als PIE's). Bovendien is het algemeen belang in controles van deze organisaties vrij beperkt, niet in de laatste plaats omdat ze onderworpen zijn aan strikte nationale regelgeving, als gevolg waarvan de toegevoegde waarde van controles van PIE's beperkt is en niet in verhouding is met de kosten en de administratieve rompslomp waarmee die controles gepaard zouden gaan.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 3 – letter b – punt i

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 3 – lid 4 – alinea 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(i) punt b) van de eerste alinea wordt geschrapt;

Schrappen

Motivering

Ofschoon de mogelijkheid om meer toegang te hebben tot kapitaal voordelen biedt, moeten auditkantoren vanwege de aard van hun werkzaamheden onafhankelijk blijven van belanghebbenden buiten de beroepsgroep. Daarom moet de bepaling over de meerderheid van de stemrechten worden heringevoerd.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 3 – letter b - punt iii

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 3 – lid 4 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(iii) de tweede alinea wordt vervangen door:

Schrappen

De lidstaten mogen met betrekking tot deze punten geen aanvullende voorwaarden stellen. Het is de lidstaten niet toegestaan voor te schrijven dat een minimum aan kapitaal of aan stemrechten in een auditkantoor in handen is van wettelijke auditors of auditkantoren.

 

Motivering

Vanwege controlerend stemrecht en beleggingen van derde partijen in auditkantoren kan de onafhankelijkheid daarvan in het geding komen. Daarom moeten de bestaande regels hierover niet worden aangepast.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 14 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De in artikel 32 bedoelde bevoegde autoriteiten stellen procedures in voor de toelating van wettelijke auditors die reeds in andere lidstaten zijn toegelaten. Deze procedures voldoen aan de artikelen 11 en 12 van Richtlijn 2005/36/EG en gaan niet verder dan de in de artikelen 13 en 14 van die richtlijn vervatte vereisten.

1. De lidstaten stellen procedures in voor de toelating van wettelijke auditors die reeds in andere lidstaten zijn toegelaten. Deze procedures voldoen aan de artikelen 11 en 12 van Richtlijn 2005/36/EG en gaan niet verder dan de in de artikelen 13 en 14 van die richtlijn vervatte vereisten.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 3 – lid 2 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De bekwaamheidsproef wordt afgenomen in een van de talen die toegestaan zijn door de in de betrokken lidstaat geldende taalvoorschriften. Met deze proef wordt uitsluitend beoordeeld of de wettelijke auditor voldoende kennis heeft van de wet- en regelgeving van die lidstaat voor zover deze relevant is voor wettelijke controles van jaarrekeningen.

De bekwaamheidsproef wordt afgenomen in een van de officiële talen van de lidstaat van ontvangst. Met deze proef wordt uitsluitend beoordeeld of de wettelijke auditor voldoende kennis heeft van de wet- en regelgeving van die lidstaat voor zover deze relevant is voor wettelijke controles van jaarrekeningen.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 11 – letter a

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 22 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zien erop toe dat bij het uitvoeren van een wettelijke controle van jaarrekeningen de wettelijke auditor en/of het auditkantoor en de houders van stemrechten in het auditkantoor onafhankelijk zijn van de gecontroleerde entiteit en niet betrokken zijn bij de besluitvorming van de gecontroleerde entiteit.

1. De lidstaten zien erop toe dat bij het uitvoeren van een wettelijke controle van jaarrekeningen de wettelijke auditor en/of het auditkantoor alle nodige maatregelen treft zodat de onafhankelijkheid niet in het gedrang komt door financiële, persoonlijke, zakelijke, arbeids- of andere relaties waarbij de wettelijke auditor, het auditkantoor en zijn dochterondernemingen en netwerk, en elke natuurlijke persoon die in een positie verkeert om het resultaat van de wettelijke controle te beïnvloeden, betrokken zijn.

Motivering

De voorschriften voor wettelijke controles van organisaties van openbaar belang zijn weliswaar uitgebreider, maar de basisnormen voor onafhankelijkheid moeten gelijk zijn. In dit amendement wordt daarom het artikel over onafhankelijkheid uit de richtlijn op één lijn gebracht met het gewijzigde artikel dat hiermee overeenstemt in de verordening betreffende organisaties van openbaar belang.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 11 – letter a bis (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 22 – lid 2 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(a bis) in lid 2 wordt de eerste alinea vervangen door:

 

"Lidstaten dragen er zorg voor dat een wettelijke auditor of een auditkantoor geen wettelijke controle uitvoert als een objectieve, redelijke en geïnformeerde derde partij zou concluderen dat de onafhankelijkheid van de wettelijke auditor of het auditkantoor in het gedrang komt. Indien de onafhankelijkheid van de wettelijke auditor of het auditkantoor in het gedrang komt door bedreigingen zoals zelftoetsing, eigenbelang, verdediging, bekendheid, vertrouwen of intimidatie, moet de wettelijke auditor of het auditkantoor veiligheidsmaatregelen nemen om dergelijke bedreigingen in te perken. Indien de omvang van de bedreigingen in vergelijking met de genomen veiligheidsmaatregelen zodanig is dat de onafhankelijkheid in het gedrang komt, ziet de wettelijke auditor of het auditkantoor van de wettelijke controle van jaarrekeningen af."

Motivering

Wijziging in overeenstemming met het vorige amendement waarbij de uit lid 2 geschrapte elementen zijn ingevoegd.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 12

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 26 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Voor de toepassing van lid 1 betekent "internationale controlestandaarden" de in het kader van het Clarity Project tot stand gebrachte International Standards on Auditing (ISA) en de daarmee verband houdende statements en standaarden die in 2009 zijn uitgebracht door de International Federation of Accountants (IFAC), voor zover zij relevant zijn voor wettelijke controles van jaarrekeningen.

2. Voor de toepassing van lid 1 betekent "internationale controlestandaarden" de International Standards on Auditing (ISA) en de daarmee verband houdende statements en standaarden die aangenomen en gepubliceerd zijn door de International Federation of Accountants (IFAC), voor zover zij relevant zijn voor wettelijke controles van jaarrekeningen en beschikbaar zijn in de werktalen van de Europese Unie.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 14 – letter a – punt ii

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 29 – lid 1 – letter k

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(k) kwaliteitsbeoordelingen zijn passend en evenredig ten opzichte van de schaal en de omvang van de activiteit van het beoordeelde auditkantoor of de beoordeelde wettelijke auditor.

(k) kwaliteitsbeoordelingen zijn passend en evenredig ten opzichte van de schaal en de complexiteit van het beoordeelde auditkantoor of de beoordeelde wettelijke auditor en de gecontroleerde entiteiten.

Motivering

De oorspronkelijke formulering lijkt te suggereren dat in het geval van grotere auditkantoren grondigere kwaliteitsbeoordelingen nodig zijn. Het is echter niet per definitie de omvang van het auditkantoor die doorslaggevend is. Integendeel: juist de omvang en complexiteit van de gecontroleerde entiteiten rechtvaardigt een grondigere kwaliteitsbeoordeling, aangezien de controle meer obstakels kent en controles van lage kwaliteit grotere gevolgen kunnen hebben.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 14 – letter c – punt iii

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 29 – lid 1 – alinea 1 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in artikel 32 bedoelde bevoegde autoriteit stelt het in de eerste alinea, onder g), bedoelde rapport op verzoek beschikbaar aan belanghebbende partijen. De bevoegde autoriteit draagt er zorg voor dat het bekendgemaakte rapport in het kader van een beoordeling de commerciële belangen van de gecontroleerde entiteit, met inbegrip van haar industriële en intellectuele eigendom, niet in het gedrang brengt.

Lidstaten kunnen eisen dat de in artikel 32 bedoelde bevoegde autoriteit het in de eerste alinea, onder g), bedoelde rapport op verzoek beschikbaar stelt aan belanghebbende partijen. De bevoegde autoriteit draagt er zorg voor dat het bekendgemaakte rapport in het kader van een beoordeling de commerciële belangen van de gecontroleerde entiteit, met inbegrip van haar industriële en intellectuele eigendom, niet in het gedrang brengt.

Motivering

De inhoud van inspectierapporten kan per lidstaat verschillen. Sommige rapporten kunnen gevoelige informatie bevatten die niet openbaar mag worden gemaakt, en in die gevallen gaat men over tot gecombineerde verslaglegging over kwaliteitsbeoordelingen van de hele plaatselijke beroepsgroep van auditors, als vastgelegd onder i). De lidstaten moeten daarom deze bepalingen aan hun eigen context kunnen aanpassen.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 15 – letter b

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 32 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De bevoegde autoriteit wordt bestuurd door een breed scala aan belanghebbenden. De bevoegde autoriteit mag toestaan dat niet-beoefenaren die kennis hebben van de voor wettelijke controle van jaarrekeningen relevante kwesties, betrokken worden bij het beheer van het stelsel van openbaar toezicht, mits zij geselecteerd worden volgens een onafhankelijke en transparante benoemingsprocedure. Beroepsbeoefenaren mag niet worden toegestaan bij het beheer van het stelsel van openbaar toezicht betrokken te zijn.

3. De bevoegde autoriteit wordt bestuurd door een breed scala aan belanghebbenden. De bevoegde autoriteit mag toestaan dat niet-beoefenaren die kennis hebben van de voor wettelijke controle van jaarrekeningen relevante kwesties, betrokken worden bij het beheer van het stelsel van openbaar toezicht, mits zij geselecteerd worden volgens een onafhankelijke en transparante benoemingsprocedure. De lidstaten kunnen evenwel toestaan dat een minderheid van beroepsbeoefenaren bij het beheer van het stelsel van publiek toezicht betrokken is.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 15 – letter d

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 32 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De bevoegde autoriteit heeft het recht, waar nodig, om onderzoeken met betrekking tot wettelijke auditors en auditkantoren te starten en te verrichten en passende maatregelen te nemen. Zij beschikt over voldoende middelen om deze onderzoeken te starten en te verrichten.

5. De bevoegde autoriteit heeft het recht, waar nodig, om onderzoeken met betrekking tot wettelijke auditors en auditkantoren te starten en te verrichten en passende maatregelen te nemen. Zij beschikt over voldoende middelen om deze onderzoeken te starten en te verrichten, bijvoorbeeld in de vorm van een verplichte bijdrage door de wettelijke auditors en de auditkantoren, die in verhouding staat tot hun controleactiviteiten.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 15 – letter e

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 32 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De bevoegde autoriteit is transparant. Dat houdt onder meer in dat jaarlijks werkprogramma’s en activiteitenverslagen worden gepubliceerd.

6. De activiteiten van de bevoegde autoriteit zijn transparant. Dat houdt onder meer in dat jaarlijks werkprogramma’s en activiteitenverslagen worden gepubliceerd.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 16

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 32 bis (nieuw) – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Uitsluitend met betrekking tot de toelating en registratie van wettelijke auditors en auditkantoren mogen de lidstaten de in artikel 32 bedoelde bevoegde autoriteit toestaan taken te delegeren aan andere bij wet aangewezen autoriteiten of organen. Elke uitvoering van taken door andere autoriteiten of organen wordt uitdrukkelijk door de bevoegde autoriteit gedelegeerd. In de delegatie wordt gespecificeerd welke taken worden gedelegeerd en onder welke voorwaarden deze moeten worden uitgevoerd. De autoriteiten of organen zijn zodanig georganiseerd dat er geen sprake is van belangenconflicten. De eindverantwoordelijkheid voor het toezicht op de naleving van deze richtlijn en de overeenkomstig daarmee aangenomen uitvoeringsmaatregelen, berust bij de delegerende bevoegde autoriteit.

De lidstaten mogen de in artikel 32 bedoelde bevoegde autoriteit toestaan bepaalde taken te delegeren aan andere bij wet aangewezen autoriteiten of organen. Elke uitvoering van taken door andere autoriteiten of organen wordt uitdrukkelijk door de bevoegde autoriteit gedelegeerd. In de delegatie wordt gespecificeerd welke taken worden gedelegeerd en onder welke voorwaarden deze moeten worden uitgevoerd. De autoriteiten of organen zijn zodanig georganiseerd dat er geen sprake is van belangenconflicten. De eindverantwoordelijkheid voor het toezicht op de naleving van deze richtlijn en de overeenkomstig daarmee aangenomen uitvoeringsmaatregelen, berust bij de delegerende bevoegde autoriteit.

Motivering

Om gedecentraliseerde toezichtsystemen zoals die in een aantal lidstaten bestaan mogelijk te maken, moet de bevoegde autoriteit taken kunnen delegeren aan andere autoriteiten en organen, met behoud van haar centrale rol als verantwoordelijke instantie.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 –punt 17 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 37 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

17 bis. Artikel 37, lid 1, wordt vervangen door:

 

"1. De wettelijke auditor of het auditkantoor wordt benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders of leden van de gecontroleerde organisatie voor een eerste contractperiode die niet korter is dan drie jaar."

Motivering

Met een langere eerste contractperiode neemt de onafhankelijkheid van de auditor toe.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – punt 25

Richtlijn 2006/43/EG

Artikel 48 bis (nieuw) – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De bevoegdheden om de in artikel 8, lid 3, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 3, artikel 29, lid 2, artikel 36, lid 7, artikel 45, lid 6, artikel 46, lid 2, artikel 47, lid 3, en artikel 47, lid 5, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, worden aan de Commissie verleend voor een onbepaalde periode na [datum van inwerkingtreding van deze richtlijn].

2. De bevoegdheden om de in artikel 8, lid 3, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 3, artikel 29, lid 2, artikel 36, lid 7, artikel 45, lid 6, artikel 46, lid 2, artikel 47, lid 3, en artikel 47, lid 5, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, worden aan de Commissie verleend voor vijf jaar na [datum van inwerkingtreding van deze richtlijn].

 

De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie op. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 2 bis

 

Codificatie van de richtlijn

 

De door de huidige richtlijn gewijzigde richtlijn wordt gecodificeerd binnen drie maanden na de inwerkingtreding ervan.

Procedure

Titel

Wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen

Document- en procedurenummers

COM(2011)0778 – C7-0461/2011 – 2011/0389(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

Rapporteur(s)

13.12.2011

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

ITRE

13.12.2011

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Jürgen Creutzmann

14.2.2012

Behandeling in de commissie

8.10.2012

 

 

 

Datum goedkeuring

29.11.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

42

5

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Josefa Andrés Barea, Jean-Pierre Audy, Zigmantas Balčytis, Ivo Belet, Bendt Bendtsen, Jan Březina, Reinhard Bütikofer, Maria Da Graça Carvalho, Giles Chichester, Jürgen Creutzmann, Dimitrios Droutsas, Vicky Ford, Gaston Franco, Adam Gierek, Norbert Glante, Fiona Hall, Edit Herczog, Kent Johansson, Romana Jordan, Krišjānis Kariņš, Lena Kolarska-Bobińska, Judith A. Merkies, Angelika Niebler, Jaroslav Paška, Vittorio Prodi, Miloslav Ransdorf, Herbert Reul, Jens Rohde, Paul Rübig, Amalia Sartori, Salvador Sedó i Alabart, Francisco Sosa Wagner, Patrizia Toia, Catherine Trautmann, Ioannis A. Tsoukalas, Claude Turmes, Marita Ulvskog, Vladimir Urutchev, Alejo Vidal-Quadras

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Antonio Cancian, Ioan Enciu, Roger Helmer, Jolanta Emilia Hibner, Seán Kelly, Zofija Mazej Kukovič, Alajos Mészáros, Vladimír Remek, Silvia-Adriana Ţicău, Henri Weber

PROCEDURE

Titel

Wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen

Document- en procedurenummers

COM(2011)0778 – C7-0461/2011 – 2011/0389(COD)

Datum indiening bij EP

30.11.2011

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

Rapporteur(s)

13.12.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

ECON

13.12.2011

ITRE

13.12.2011

IMCO

13.12.2011

 

Geen advies

       Datum besluit

IMCO

29.2.2012

 

 

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Sajjad Karim

21.11.2011

 

 

 

Vervangen rapporteur(s)

Syed Kamall

 

 

 

Behandeling in de commissie

1.3.2012

10.7.2012

18.9.2012

27.11.2012

 

22.1.2013

 

 

 

Datum goedkeuring

25.4.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

15

10

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Luigi Berlinguer, Sebastian Valentin Bodu, Christian Engström, Marielle Gallo, Giuseppe Gargani, Sajjad Karim, Klaus-Heiner Lehne, Antonio Masip Hidalgo, Alajos Mészáros, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner, Dimitar Stoyanov, Rebecca Taylor, Alexandra Thein, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Piotr Borys, Eva Lichtenberger, Angelika Niebler, József Szájer

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

John Stuart Agnew, Sylvie Guillaume, Jürgen Klute, Jacek Olgierd Kurski, Andrés Perelló Rodríguez

Datum indiening

14.5.2013