VERSLAG over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen en van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg
23.5.2013 - (COM(2012)0730 – C7‑0005/2013 – 2012/0344(NLE)) - *
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteurs: Herbert Dorfmann
PR_NLE-CN_art55am
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen en van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg
(COM(2012)0730 – C7‑0005/2013 – 2012/0344(NLE))
(Raadpleging)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2012)0730),
– gezien artikel 109 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7‑0005/2013),
– gezien Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard, hierna "de algemene groepsvrijstellingsverordening",
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A7-0179/2013),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening van de Raad Visum 5 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
- gezien speciaal verslag nr. 15 van de Europese Rekenkamer "Waarborgen de procedures van de Commissie een effectief beheer van de controle op staatssteun?", | |||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening van de Raad Overweging 1 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(1) Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen, kent de Commissie de bevoegdheid toe bij verordening te verklaren dat bepaalde soorten steunmaatregelen verenigbaar zijn met de interne markt en vrijgesteld zijn van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag. |
(1) Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen, kent de Commissie de bevoegdheid toe bij verordening te verklaren dat bepaalde soorten steunmaatregelen verenigbaar zijn met de interne markt en vrijgesteld zijn van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag. Verordening (EG) nr. 994/98 specificeert die soorten steunmaatregelen, terwijl de details van de vrijstellingen en het doel waarvoor zij worden geïntroduceerd in de desbetreffende verordeningen en richtsnoeren worden verduidelijkt. | |||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening van de Raad Overweging 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(1 bis) De Commissie streeft naar een juiste balans door haar handhavingsbeleid toe te spitsen op gevallen met een significante impact op de interne markt, en bepaalde soorten steun vrij te stellen van de aanmeldingsplicht, waarbij tegelijk wordt voorkomen dat te veel diensten worden uitgezonderd van controle inzake staatssteun. | |||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening van de Raad Overweging 3 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(3) Verordening (EG) nr. 994/98 machtigt de Commissie een vrijstelling te verlenen voor steun voor onderzoek en ontwikkeling, maar niet voor innovatie. Inmiddels is innovatie een beleidsprioriteit van de Unie geworden in het kader van de "Innovatie-Unie", een van de vlaggenschipinitiatieven van Europa 2020. Bovendien zijn veel steunmaatregelen ten behoeve van innovatie betrekkelijk beperkt en veroorzaken zij geen aanzienlijke mededingingsdistorsies. |
(3) Verordening (EG) nr. 994/98 machtigt de Commissie een vrijstelling te verlenen voor steun voor onderzoek en ontwikkeling, maar niet voor innovatie. Inmiddels is innovatie, inclusief sociale innovatie, een beleidsprioriteit van de Unie geworden in het kader van de "Innovatie-Unie", een van de vlaggenschipinitiatieven van Europa 2020. Bovendien zijn veel steunmaatregelen ten behoeve van innovatie betrekkelijk beperkt en veroorzaken zij geen aanzienlijke mededingingsdistorsies, met name indien zij stroken met de vlaggenschipinitiatieven van Europa 2020 en het nieuwe innovatiebeleid Horizon 2020. In de algemene groepsvrijstellingsverordening worden de voorwaarden waaronder vrijstelling kan worden verleend, en de soorten steun die hiervoor in aanmerking komen, nader omschreven. | |||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening van de Raad Overweging 9 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(9) Steunmaatregelen van de overheid op het gebied van de amateursporten hebben, voor zover zij staatssteun inhouden, in de regel slechts een geringe invloed op het intracommunautaire handelsverkeer en leiden niet tot aanzienlijke mededingingsdistorsies. Ook de toegekende bedragen zijn doorgaans beperkt. Op grond van de opgedane ervaring kunnen duidelijke verenigbaarheidsvoorwaarden worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat steun ten behoeve van amateursporten geen aanzienlijke verstoringen van de mededinging tot gevolg heeft. |
(9) Steunmaatregelen van de overheid op het gebied van de amateursporten hebben, voor zover zij staatssteun inhouden, in de regel slechts een geringe invloed op het intracommunautaire handelsverkeer en leiden niet tot aanzienlijke mededingingsdistorsies. Ook de toegekende bedragen zijn doorgaans beperkt. Op grond van de opgedane ervaring kunnen duidelijke verenigbaarheidsvoorwaarden worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat steun ten behoeve van amateursporten geen aanzienlijke verstoringen van de mededinging tot gevolg heeft. In de groepsvrijstellingsverordening moet een duidelijk onderscheiden worden of staatssteun wordt beschouwd als steun voor sportverenigingen ten behoeve van hun activiteiten of als steun voor sportinfrastructuurprojecten; | |||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening van de Raad Overweging 10 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(10) Wat steun voor lucht- en zeevervoer betreft weet de Commissie uit ervaring dat sociale steun voor vervoer aan bewoners van afgelegen gebieden, mits er geen onderscheid wordt gemaakt op grond van de identiteit van de operatoren, niet tot significante mededingingsverstoringen leidt, en dat duidelijke verenigbaarheidsvoorwaarden kunnen worden vastgesteld. |
Schrappen | |||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening van de Raad Overweging 11 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(11) Met betrekking tot steun voor vervoer over de weg, per spoor of over de binnenwateren bepaalt artikel 93 van het Verdrag dat steunmaatregelen die beantwoorden aan de behoeften van de coördinatie van het vervoer of die overeenkomen met de vergoeding van bepaalde met het begrip "openbare dienst" verbonden, verplichte dienstverrichtingen, verenigbaar zijn met de Verdragen. Krachtens artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg, zijn overeenkomstig die verordening verstrekte compensaties voor de openbaredienstverlening voor de exploitatie van openbare personenvervoersdiensten of voor de nettokosten van de in algemene regels vastgestelde tariefverplichtingen momenteel vrijgesteld van de meldingsplicht van artikel 108, lid 3, van het Verdrag. Met het oog op een geharmoniseerde aanpak van de groepsvrijstellingsverordeningen op het gebied van staatssteun, en in overeenstemming met de procedures van artikel 108, lid 4 en artikel 109 van het Verdrag, dient steun voor de coördinatie van het vervoer of voor de vergoeding van bepaalde met het begrip "openbare dienst" verbonden, verplichte dienstverrichtingen als bedoeld in artikel 93 van het Verdrag, in het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1370/2007 te worden opgenomen. Artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1370/2007 dient derhalve zes maanden na de inwerkingtreding van een door de Commissie vast te stellen verordening met betrekking tot dit soort steun, te worden geschrapt. |
(11) Met betrekking tot steun voor vervoer over de weg, per spoor of over de binnenwateren bepaalt artikel 93 van het Verdrag dat steunmaatregelen die beantwoorden aan de behoeften van de coördinatie van het vervoer of die overeenkomen met de vergoeding van bepaalde met het begrip "openbare dienst" verbonden, verplichte dienstverrichtingen, verenigbaar zijn met de Verdragen. | |||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening van de Raad Overweging 12 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(12) De Commissie heeft in de afgelopen jaren ruime ervaring opgedaan met steun voor de breedbandsector, en zij heeft richtsnoeren terzake ontwikkeld. Daarbij is gebleken dat steun voor bepaalde soorten breedbandinfrastructuur niet tot ernstige verstoringen leidt en hiervoor een groepsvrijstelling zou kunnen worden verleend, mits aan bepaalde verenigbaarheidsvoorwaarden wordt voldaan. Dit geldt voor steun voor de voorziening met basisbreedband van gebieden waar geen breedbandinfrastructuur voorhanden is en de ontwikkeling daarvan in de nabije toekomst onwaarschijnlijk is ("witte gebieden") evenals voor individuele steunmaatregelen van geringe omvang voor zeer snelle toegangsnetwerken van de volgende generatie ("NGA") in gebieden waar geen NGA-infrastructuur voorhanden is en de ontwikkeling daarvan in de nabije toekomst onwaarschijnlijk is. Het geldt eveneens voor civieltechnische werken op het gebied van breedband en passieve breedbandinfrastructuur, ten aanzien waarvan de Commissie ruime praktische ervaring heeft opgedaan en duidelijke verenigbaarheidsvoorwaarden kunnen worden vastgesteld. |
(12) De Commissie heeft in de afgelopen jaren ruime ervaring opgedaan met steun voor de breedbandsector, en zij heeft richtsnoeren terzake ontwikkeld. Daarbij is gebleken dat steun voor bepaalde soorten breedbandinfrastructuur niet tot ernstige verstoringen leidt en hiervoor een groepsvrijstelling zou kunnen worden verleend, mits aan bepaalde verenigbaarheidsvoorwaarden wordt voldaan. Dit geldt voor steun voor de voorziening met basisbreedband van gebieden waar geen breedbandinfrastructuur voorhanden is en de ontwikkeling daarvan in de nabije toekomst onwaarschijnlijk is ("witte gebieden") evenals voor individuele steunmaatregelen van geringe omvang voor zeer snelle toegangsnetwerken van de volgende generatie ("NGA") in gebieden waar geen NGA-infrastructuur voorhanden is en de ontwikkeling daarvan in de nabije toekomst onwaarschijnlijk is. Het geldt eveneens voor civieltechnische werken op het gebied van breedband en passieve breedbandinfrastructuur, ten aanzien waarvan de Commissie ruime praktische ervaring heeft opgedaan en duidelijke verenigbaarheidsvoorwaarden kunnen worden vastgesteld. Een groepsvrijstelling voor civieltechnische werken en breedbandinfrastructuur zou vooral investeringen in plattelandgebieden en afgelegen regio's moeten ondersteunen. Als voorwaarde voor de groepsvrijstelling moet gelden dat een vrije markttoegang voor de exploitatie van de infrastructuur gewaarborgd is. | |||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening van de Raad Overweging 13 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(13) Het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 994/98 dient derhalve te worden uitgebreid tot dit soort steunmaatregelen. |
(13) Het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 994/98 dient derhalve te worden uitgebreid tot steunmaatregelen die hierbij worden vastgesteld. | |||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening van de Raad Overweging 14 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(14) Verordening (EG) nr. 994/98 bepaalt dat de drempels voor elke categorie van steun waarvoor de Commissie een groepsvrijstellingsverordening vaststelt, moeten worden uitgedrukt hetzij als steunintensiteit ten opzichte van een reeks in aanmerking komende kosten, hetzij als maximumsteunbedragen. Door deze voorwaarde is het moeilijk een groepsvrijstelling toe te kennen voor bepaalde steunmaatregelen die, door de bijzondere aard ervan, niet kunnen worden uitgedrukt in termen van steunintensiteit of maximumbedragen, zoals bijvoorbeeld financieringsinstrumenten of bepaalde soorten maatregelen ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen. Dit is met name een gevolg van het feit dat er bij dergelijke complexe maatregelen sprake kan zijn van steun op verschillende niveaus (rechtstreeks begunstigden, intermediaire begunstigden, indirect begunstigden). Gezien de toenemende betekenis van dergelijke maatregelen en de bijdrage die zij leveren aan het bereiken van de EU-doelstellingen, dient meer flexibiliteit te worden geboden om ook deze maatregelen vrij te stellen. Het zou derhalve mogelijk moeten zijn om de drempels niet alleen als steunintensiteit of maximumsteunbedragen uit te drukken, maar ook in termen van maximaal steunniveau, ongeacht of de steun als staatssteun wordt aangemerkt. |
(14) Verordening (EG) nr. 994/98 bepaalt dat de drempels voor elke categorie van steun waarvoor de Commissie een groepsvrijstellingsverordening vaststelt, moeten worden uitgedrukt hetzij als steunintensiteit ten opzichte van een reeks in aanmerking komende kosten, hetzij als maximumsteunbedragen. Door deze voorwaarde is het moeilijk een groepsvrijstelling toe te kennen voor bepaalde steunmaatregelen die, door de bijzondere aard ervan, niet kunnen worden uitgedrukt in termen van steunintensiteit of maximumbedragen, zoals bijvoorbeeld financieringsinstrumenten of bepaalde soorten maatregelen ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen. Dit is met name een gevolg van het feit dat er bij dergelijke complexe maatregelen sprake kan zijn van steun op verschillende niveaus (rechtstreeks begunstigden, intermediaire begunstigden, indirect begunstigden). Gezien de toenemende betekenis van dergelijke maatregelen en de bijdrage die zij leveren aan het bereiken van de EU-doelstellingen, dient meer flexibiliteit te worden geboden om ook deze maatregelen vrij te stellen. Het zou derhalve mogelijk moeten zijn om de drempels niet alleen als steunintensiteit of maximumsteunbedragen uit te drukken, maar ook in termen van maximaal steunniveau. | |||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening van de Raad Overweging 15 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
Om te zorgen voor een gelijk speelveld overeenkomstig de beginselen van de interne markt moet in de nationale steunregelingen een open en gelijke toegang tot staatssteun voor alle betrokken actoren op de markt worden gegarandeerd, in het bijzonder door toepassing van steunregelingen of – stelsels, en niet van individuele steun. | |||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening van de Raad Overweging 15 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(15 ter) Voor een efficiënt werkend gelijk speelveld is ook een volledige, transparante toepassing van de nationale en EU-wetgeving inzake aanbestedingen vereist. Daarom moeten de nationale autoriteiten de toepasselijke voorschriften voor openbare aanbestedingen in acht nemen bij het opzetten van steunregelingen of het verlenen van staatsteun die vrijgesteld wordt op grond van deze verordening. | |||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening van de Raad Overweging 15 quater (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
De rechtsgrond van deze verordening, namelijk artikel 109 VWEU, voorziet slechts in raadpleging van het Parlement en niet in de gewone wetgevingsprocedure, zoals sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon wel het geval is op andere terreinen van marktintegratie en economische regelgeving. Dit democratische tekort is onaanvaardbaar bij voorstellen die betrekking hebben op de middelen waarmee de Commissie toezicht houdt op besluiten en handelingen van gekozen. nationale en lokale overheden Dit tekort moet bij een toekomstige Verdragswijziging worden gecorrigeerd. De blauwdruk van de Commissie voor een diepere economische en monetaire unie voorziet in voorstellen voor een wijziging van het Verdrag in 2014. Deze voorstellen moeten onder meer een specifiek voorstel tot wijziging van artikel 109 VWEU bevatten om de in dat artikel genoemde verordeningen vast te kunnen stellen in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure. | |||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening van de Raad Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 994/98 Artikel 1 – lid 1 – letter a – punt ii | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening van de Raad Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 994/98 Artikel 1 – lid 1 – letter a – punt iii | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening van de Raad Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 994/98 Artikel 1 – lid 1 – letter a – punt v bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening van de Raad Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 994/98 Artikel 1 – lid 1 – letter a – punt xi | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening van de Raad Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 994/98 Artikel 1 – lid 1 – letter a – punt xii | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening van de Raad Artikel 1 – punt 2 Verordening (EG) nr. 994/98 Artikel 3 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening van de Raad Artikel 1 – punt 2 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 994/98 Artikel 3 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening van de Raad Artikel 1 – punt 2 ter (nieuw) Verordening (EG) nr. 994/98 Artikel 5 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening van de Raad Artikel 2 Verordening (EG) nr. 1370/2007 Artikel 9 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||
De rechtsgrond van dit voorstel, namelijk artikel 109, voorziet in de raadplegingsprocedure. Hierbij is een wijziging van een wetgevingshandeling die gebaseerd is op de artikelen 71 en 89 van het EG-Verdrag – die voorzien in de medebeslissingsprocedure – niet mogelijk. Artikel 9 van Verordening 1370/2007 kan alleen worden gewijzigd, respectievelijk worden geschrapt, door middel van een wetgevingshandeling die op dezelfde rechtsgrond is gebaseerd en die is aangenomen volgens dezelfde wetgevingsprocedure. Daarom moet dit artikel uit het voorstel worden geschrapt. |
ADVIES van de Commissie vervoer en toerisme (7.5.2013)
aan de Commissie economische en monetaire zaken
inzake het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen en van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg
(COM(2012)0730 – C7‑0005/2013 – 2012/0344(NLE))
Rapporteur voor advies: Brian Simpson
BEKNOPTE MOTIVERING
Het voorstel van de Commissie brengt wijzigingen aan in bepalingen met betrekking tot bepaalde regels inzake overheidssteun en wat van groter belang is voor de Commissie TRAN, wijzigt Verordening 1370/2007 betreffende openbaredienstverplichtingen in het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg. De rapporteur heeft bedenkingen bij de door de Commissie gekozen procedure om de Verordening 1370/2007[1] te wijzigen via de zogenoemde machtigingsverordening betreffende steunmaatregelen.
Volgens het voorstel van de Commissie dient artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1370/2007 zes maanden na de inwerkingtreding van een verordening van de Commissie betreffende dit soort steun, te vervallen. Ingevolge artikel 9 zijn momenteel overeenkomstig deze verordening verstrekte compensaties voor de openbaredienstverlening voor de exploitatie van openbare personenvervoersdiensten of voor de nettokosten van de in algemene regels vastgestelde tariefverplichtingen vrijgesteld van de meldingsplicht van artikel 108, lid 3, van het Verdrag.
Het feit dat de Commissie voorstelt om deze wijzigingen van Verordening 1370/2007 in de machtigingsverordening op te nemen wekt grote irritatie op. Verordening 1370/2007 is een wetgevingshandeling die is vastgesteld volgens de medebeslissingsprocedure. De rapporteur is dan ook van mening dat het Parlement niet akkoord kan gaan met het voorstel van de Commissie om een medebeslissingsbesluit te wijzigen via een niet-wetgevingshandeling waarover het Parlement slechts geraadpleegd wordt, vooral ook omdat de Commissie niet wettelijk verplicht is om Verordening 1370/2007 op zodanige manier te wijzigen.
Om de zaken nog eens ingewikkelder te maken heeft de Commissie bovendien een nieuw voorstel aangenomen om Verordening 1370/2007 volgens de gewone wetgevingsprocedure te wijzigen (2013/0028(COD))[2]. Het is onbegrijpelijk dat de Commissie de wijzigingen die zij via deze machtigingsverordening voorstelt niet rechtstreeks in het wijzigingsvoorstel voor Verordening 1370/2007 heeft opgenomen.
De Commissie heeft de wetgevingsprerogatieven van het Parlement overduidelijk geschonden door het voorstel van de machtigingsverordening op een dergelijke manier in te richten. Elke door de Commissie gewenste wijziging van de Verordening 1370/2007 zou volgens de gewone wetgevingsprocedure moeten worden voorgesteld.
Daarom zijn alle ingediende amendementen gericht op het verwijderen uit het Commissievoorstel van alle verwijzingen naar 1370/2007.
AMENDEMENTEN
De Commissie vervoer en toerisme verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 10 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(10) Wat steun voor lucht- en zeevervoer betreft weet de Commissie uit ervaring dat sociale steun voor vervoer aan bewoners van afgelegen gebieden, mits er geen onderscheid wordt gemaakt op grond van de identiteit van de operatoren, niet tot significante mededingingsverstoringen leidt, en dat duidelijke verenigbaarheidsvoorwaarden kunnen worden vastgesteld. |
Schrappen | |||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 11 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(11) Met betrekking tot steun voor vervoer over de weg, per spoor of over de binnenwateren bepaalt artikel 93 van het Verdrag dat steunmaatregelen die beantwoorden aan de behoeften van de coördinatie van het vervoer of die overeenkomen met de vergoeding van bepaalde met het begrip "openbare dienst" verbonden, verplichte dienstverrichtingen, verenigbaar zijn met de Verdragen. Krachtens artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg, zijn overeenkomstig die verordening verstrekte compensaties voor de openbaredienstverlening voor de exploitatie van openbare personenvervoersdiensten of voor de nettokosten van de in algemene regels vastgestelde tariefverplichtingen momenteel vrijgesteld van de meldingsplicht van artikel 108, lid 3, van het Verdrag. Met het oog op een geharmoniseerde aanpak van de groepsvrijstellingsverordeningen op het gebied van staatssteun, en in overeenstemming met de procedures van artikel 108, lid 4 en artikel 109 van het Verdrag, dient steun voor de coördinatie van het vervoer of voor de vergoeding van bepaalde met het begrip "openbare dienst" verbonden, verplichte dienstverrichtingen als bedoeld in artikel 93 van het Verdrag, in het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1370/2007 te worden opgenomen. Article 9 of Regulation (EC) Artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1370/2007 dient derhalve zes maanden na de inwerkingtreding van een door de Commissie vast te stellen verordening met betrekking tot dit soort steun, te worden geschrapt. |
(11) Met betrekking tot steun voor vervoer over de weg, per spoor of over de binnenwateren bepaalt artikel 93 van het Verdrag dat steunmaatregelen die beantwoorden aan de behoeften van de coördinatie van het vervoer of die overeenkomen met de vergoeding van bepaalde met het begrip "openbare dienst" verbonden, verplichte dienstverrichtingen, verenigbaar zijn met de Verdragen. | |||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 13 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(13) Het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 994/98 dient derhalve te worden uitgebreid tot dit soort steunmaatregelen. |
(13) Het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 994/98 dient derhalve te worden uitgebreid tot het soort steunmaatregelen die hierbij worden vastgesteld. | |||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – lid 1 – letter a Verordening (EG) nr. 994/98 Artikel 1 – lid 1 – letter a – punt xi | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – lid 1 – letter a Verordening (EG) nr. 994/98 Artikel 1 – lid 1 – letter a – punt xii | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 2 Verordening (EG) nr. 1370/2007 Artikel 9 | ||||||||||||||||
|
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
7.5.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
44 0 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Magdi Cristiano Allam, Georges Bach, Erik Bánki, Izaskun Bilbao Barandica, Philip Bradbourn, Antonio Cancian, Michael Cramer, Joseph Cuschieri, Philippe De Backer, Christine De Veyrac, Saïd El Khadraoui, Ismail Ertug, Carlo Fidanza, Knut Fleckenstein, Jacqueline Foster, Mathieu Grosch, Jim Higgins, Juozas Imbrasas, Dieter-Lebrecht Koch, Jaromír Kohlíček, Werner Kuhn, Jörg Leichtfried, Bogusław Liberadzki, Eva Lichtenberger, Marian-Jean Marinescu, Hubert Pirker, Dominique Riquet, Petri Sarvamaa, Vilja Savisaar-Toomast, Olga Sehnalová, Brian Simpson, Keith Taylor, Silvia-Adriana Ţicău, Giommaria Uggias, Peter van Dalen, Patricia van der Kammen, Dominique Vlasto, Artur Zasada, Roberts Zīle |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Phil Bennion, Spyros Danellis, Alfreds Rubiks, Janusz Władysław Zemke |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Pilar Ayuso |
||||
- [1] Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad.
- [2] Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1370/2007 met betrekking tot de openstelling van de markt voor het binnenlands passagiersvervoer per spoor.
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
20.5.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
37 0 4 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Burkhard Balz, Elena Băsescu, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Nikolaos Chountis, George Sabin Cutaş, Leonardo Domenici, Derk Jan Eppink, Diogo Feio, Markus Ferber, Elisa Ferreira, Ildikó Gáll-Pelcz, Jean-Paul Gauzès, Sven Giegold, Liem Hoang Ngoc, Gunnar Hökmark, Syed Kamall, Othmar Karas, Wolf Klinz, Jürgen Klute, Philippe Lamberts, Werner Langen, Astrid Lulling, Hans-Peter Martin, Ivari Padar, Alfredo Pallone, Anni Podimata, Antolín Sánchez Presedo, Peter Simon, Theodor Dumitru Stolojan, Ivo Strejček, Marianne Thyssen, Ramon Tremosa i Balcells, Pablo Zalba Bidegain |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Herbert Dorfmann, Vicky Ford, Danuta Maria Hübner, Sophia in ‘t Veld, Sirpa Pietikäinen, Rui Tavares, Nils Torvalds |
||||