VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van bepaalde verordeningen op het gebied van visserij en diergezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie
2.12.2013 - (COM(2013)0417 – C7‑0175/2013 – 2013/0191(COD)) - ***I
Commissie visserij
Rapporteur: João Ferreira
PR_COD_1amCom
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van bepaalde verordeningen op het gebied van visserij en diergezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie
(COM(2013)0417 – C7‑0175/2013 – 2013/0191(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0417),
– gezien artikel 294, lid 2, en de artikelen 43, lid 2, en 168, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0175/2013),
– gezien de artikelen 349 en 355, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van de Commissie juridische zaken inzake de voorgestelde rechtsgrond,
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 18 september 2013[1],
– gezien artikel 55 en 37 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie visserij en het advies van de Commissie regionale ontwikkeling (A7‑0425/2013),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Visum 1 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 43, lid 2, en artikel 168, lid 4, onder b), |
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, artikel 168, lid 4, onder b), en artikel 349, | |||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(1) Krachtens Besluit 2012/419/EU3 heeft de Europese Raad de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie met ingang van 1 januari 2014 gewijzigd. Bijgevolg zal Mayotte vanaf deze datum niet langer een gebied overzee zijn, maar een ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 en artikel 355, punt 1, van het VWEU. Met ingang van 1 januari 2014 zal het recht van de Unie van toepassing zijn op Mayotte. Het is wenselijk te voorzien in bepaalde specifieke maatregelen die gerechtvaardigd zijn door de bijzondere situatie van Mayotte op een aantal gebieden. |
(1) Krachtens Besluit 2012/419/EU3 heeft de Europese Raad de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie met ingang van 1 januari 2014 gewijzigd. Bijgevolg zal Mayotte vanaf deze datum niet langer een gebied overzee zijn, maar een ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 en artikel 355, punt 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Ingevolge deze wijziging van de juridische status van Mayotte, zal het recht van de Unie met ingang van januari 2014 op Mayotte van toepassing zijn. Het is wenselijk te voorzien in bepaalde specifieke maatregelen die gerechtvaardigd zijn door de bijzondere structurele, sociale en economische situatie van Mayotte, die wordt bemoeilijkt door de grote afstand, het insulaire karakter, de kleine oppervlakte en het moeilijke reliëf en klimaat. | |||||||||||||||||||||
_____________ |
_____________ | |||||||||||||||||||||
3 PB L 201 van 31.7.2012, blz. 131. |
3 PB L 204 van 31.7.2012, blz. 131. | |||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(3) Wat betreft Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen4: de wateren rond Mayotte moeten worden opgenomen in het toepassingsgebied van deze verordening en het gebruik van ringzegens ten aanzien van scholen van tonijn en aanverwante vissoorten binnen de zone van 24 mijl vanaf de basislijnen van het eiland moet worden verboden teneinde de scholen grote trekkende vissen in de buurt van het eiland Mayotte in stand te houden. |
(3) Wat betreft Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen4: de wateren rond Mayotte moeten worden opgenomen in het toepassingsgebied van deze verordening en het gebruik van ringzegens ten aanzien van scholen van tonijn en aanverwante vissoorten binnen de zone van 24 zeemijl vanaf de basislijnen van het eiland moet worden verboden teneinde de scholen grote trekkende vissen in de buurt van het eiland Mayotte in stand te houden. | |||||||||||||||||||||
__________________ |
__________________ | |||||||||||||||||||||
4 PB L 125 van 27.4.1998, blz. 1. |
4 PB L 125 van 27.4.1998, blz. 1. | |||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(6) Ten eerste is een groot deel van de vloot dat de Franse vlag voert en vanuit het Franse departement Mayotte opereert, samengesteld uit vaartuigen met een lengte van minder dan 9 meter. Deze vaartuigen bevinden zich verspreid rond het eiland, hebben geen specifieke aanlandingsplaats en moeten nog steeds worden geïdentificeerd, gemeten en uitgerust met minimale veiligheidsvoorzieningen om te kunnen worden opgenomen in het register van vissersvaartuigen van de Unie. Bijgevolg zal Frankrijk niet in staat zijn om het register tegen 31 december 2016 te voltooien. Frankrijk moet evenwel een voorlopig vlootregister bijhouden en voor een minimale identificatie van de vaartuigen uit dit segment zorgen om te voorkomen dat het aantal informele vissersvaartuigen toeneemt. |
(6) Ten eerste is een groot deel van de vloot dat de Franse vlag voert en vanuit het Franse departement Mayotte opereert, samengesteld uit vaartuigen met een lengte van minder dan 10 meter. Deze vaartuigen bevinden zich verspreid rond het eiland, hebben geen specifieke aanlandingsplaats en moeten nog steeds worden geïdentificeerd, gemeten en uitgerust met minimale veiligheidsvoorzieningen om te kunnen worden opgenomen in het register van vissersvaartuigen van de Unie. Bijgevolg zal Frankrijk niet in staat zijn om het register tegen 31 december 2020 te voltooien. Frankrijk moet evenwel een voorlopig vlootregister bijhouden en voor een minimale identificatie van de vaartuigen uit dit segment zorgen om te voorkomen dat het aantal informele vissersvaartuigen toeneemt. | |||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(7) Ten tweede moeten, met het oog op de bescherming van de gevoelige biologische situatie van de wateren rond Mayotte en de instandhouding van de lokale economie van het eiland, met betrekking tot de structurele, sociale en economische situatie, bepaalde visserijactiviteiten in deze wateren worden beperkt tot vaartuigen die in de havens van het eiland geregistreerd zijn. |
(7) Ten tweede moeten, met het oog op de bescherming van de gevoelige ecologische en biologische situatie van de wateren rond Mayotte en de instandhouding van de lokale economie van het eiland, met betrekking tot de structurele, sociale en economische situatie, bepaalde visserijactiviteiten in deze wateren worden beperkt tot vaartuigen die in de havens van het eiland geregistreerd zijn. | |||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(8) Wat betreft Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad van 30 maart 2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden7 geregistreerde vissersvloten: een bijzonder kenmerk van Mayotte is dat er krachtens Verordening (EG) nr. 2371/2002 geen doelstelling is vastgesteld voor zijn vloot die naar het meerjarige oriëntatieprogramma 1997-2002 verwijst. Vanuit het oogpunt van de instandhouding van de visbestanden is het wenselijk om de visserijcapaciteit van de vloten op de huidige niveaus te bevriezen, met name voor het segment van grote vaartuigen met een grote visserijcapaciteit. Gezien het feit dat Frankrijk een ontwikkelingsplan bij de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) heeft ingediend waarin de verwachte evolutie van de vloot met basis in Mayotte wordt aangegeven en dat geen enkele overeenkomstsluitende partij van de IOTC, met inbegrip van de Unie, daartegen bezwaar heeft gemaakt, is het voor kleinere vaartuigen evenwel dienstig om de doelstellingen van dit plan te gebruiken als referentieniveaus voor de capaciteit van de in Mayotte geregistreerde vloot en Frankrijk toe te staan zijn vloot uit te breiden volgens de doelstellingen van zijn ontwikkelingsplan. |
(8) Wat betreft Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad van 30 maart 2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden7 geregistreerde vissersvloten: een bijzonder kenmerk van Mayotte is dat er krachtens Verordening (EG) nr. 2371/2002 geen doelstelling is vastgesteld voor zijn vloot die naar het meerjarige oriëntatieprogramma 1997-2002 verwijst. Vanuit het oogpunt van de instandhouding van de visbestanden is het wenselijk om de visserijcapaciteit van de vloten op de huidige niveaus te bevriezen, met name voor het segment van grote vaartuigen met een grote visserijcapaciteit. Gezien het feit dat Frankrijk een ontwikkelingsplan bij de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) heeft ingediend waarin de verwachte evolutie van de vloot met basis in Mayotte wordt aangegeven en dat geen enkele overeenkomstsluitende partij van de IOTC, met inbegrip van de Unie, daartegen bezwaar heeft gemaakt, is het gezien de huidige specifieke sociaaleconomische omstandigheden van Mayotte voor kleinere vaartuigen evenwel dienstig om de doelstellingen van dit plan te gebruiken als referentieniveaus voor de capaciteit van de in Mayotte geregistreerde vloot en Frankrijk toe te staan zijn vloot uit te breiden volgens de doelstellingen van zijn ontwikkelingsplan. | |||||||||||||||||||||
______________ |
______________ | |||||||||||||||||||||
7 PB L 102 van 7.4.2004, blz. 9. |
7 PB L 102 van 7.4.2004, blz. 9. | |||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(10) Wat betreft Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006[9]: het blijkt dat Frankrijk niet in staat zal zijn om tegen de datum waarop Mayotte een ultraperifeer gebied wordt, te voldoen aan alle controleverplichtingen van de Unie voor het segment van de vloot van Mayotte "Mayotte. Pelagische en demersale soorten. Lengte < 9 m". De vaartuigen van dit segment, die zich verspreid rond het eiland bevinden, hebben geen specifieke aanlandingsplaatsen en moeten nog steeds worden geïdentificeerd. Bovendien moeten vissers en controleurs worden opgeleid en moet de geschikte administratieve en materiële infrastructuur worden opgebouwd. Het is daarom noodzakelijk om, ten aanzien van dit segment van de vloot, te voorzien in een tijdelijke afwijking van bepaalde regels inzake de controle van vissersvaartuigen, alsmede van hun kenmerken, hun activiteiten op zee, hun vistuig en hun vangsten, in elk stadium van het vaartuig tot de markt. Om ten minste enkele van de belangrijkste doelstellingen van Verordening (EG) nr. 1224/2009 te bereiken, moet Frankrijk evenwel een nationale controleregeling vaststellen zodat het de activiteiten van dit segment van de vloot kan controleren en monitoren, en het kan voldoen aan de internationale rapportageverplichtingen van de Unie. |
(10) Wat betreft Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006[9]: het blijkt dat Frankrijk niet in staat zal zijn om tegen de datum waarop Mayotte een ultraperifeer gebied wordt, te voldoen aan alle controleverplichtingen van de Unie voor het segment van de vloot van Mayotte "Mayotte. Pelagische en demersale soorten. Lengte < 10 m". De vaartuigen van dit segment, die zich verspreid rond het eiland bevinden, hebben geen specifieke aanlandingsplaatsen en moeten nog steeds worden geïdentificeerd. Bovendien moeten vissers en controleurs worden opgeleid en moet de geschikte administratieve en materiële infrastructuur worden opgebouwd. Het is daarom noodzakelijk om, ten aanzien van dit segment van de vloot, te voorzien in een tijdelijke afwijking van bepaalde regels inzake de controle van vissersvaartuigen, alsmede van hun kenmerken, hun activiteiten op zee, hun vistuig en hun vangsten, in elk stadium van het vaartuig tot de markt. Om ten minste enkele van de belangrijkste doelstellingen van Verordening (EG) nr. 1224/2009 te bereiken, moet Frankrijk evenwel een nationale controleregeling vaststellen zodat het de activiteiten van dit segment van de vloot kan controleren en monitoren, en het kan voldoen aan de internationale rapportageverplichtingen van de Unie. | |||||||||||||||||||||
__________________ |
__________________ | |||||||||||||||||||||
9 PB L 343 van 22.12.2009, blz.1. |
9 PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1. | |||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 850/98 Artikel 2 – lid 3 bis | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Verordening (EG) nr. 850/98 Artikel 34 bis | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Verordening (EG) nr. 850/98 Artikel 34 bis | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 Verordening (EG) nr. 104/2000 Artikel 4 – lid 3 bis | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||
De eisen inzake traceerbaarheid en informatieverstrekking aan de consument kunnen niet worden nageleefd vanwege de huidige staat van de infrastructuur in Mayotte. De termijn voor de tenuitvoerlegging van Europese wetgeving moet ruim genoeg zijn om Mayotte de tijd te geven om eraan te voldoen. | ||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 2371/2002 Artikel 15 – lid 5 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||
Veel kleine vaartuigen in Mayotte zijn tussen 9 en 10 meter lang. Daarom moet de lengte van kleine vaartuigen worden opgetrokken tot 10 meter, om te vermijden dat een heel segment van de vloot wordt uitgesloten van deze bepalingen. De termijn voor de tenuitvoerlegging van Europese wetgeving moet ruim genoeg zijn om Frankrijk de tijd te geven het nodige te doen om de vaartuigen in zijn register in te schrijven. | ||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 2371/2002 Artikel 15 – lid 6 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 2 Verordening (EG) nr. 2371/2002 Artikel 18 bis | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – alinea 1 Verordening (EG) nr. 639/2004 Artikel 1 bis – lid 1 – alinea 2 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – alinea 1 Verordening (EG) nr. 639/2004 Artikel 1 bis – lid 2 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 Verordening (EG) nr. 1069/2009 Artikel 56 – alinea 3 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||
Mayotte moet genoeg tijd krijgen om de gezondheidsvoorschriften inzake dierlijke bijproducten en afgeleide producten die niet bestemd zijn voor de menselijke consumptie toe te passen. | ||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 Verordening (EG) nr. 1224/2009 Artikel 2 bis – titel | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 Verordening (EG) nr. 1224/2009 Artikel 2 bis – lid 1 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 Verordening (EG) nr. 1224/2009 Artikel 2 bis – lid 2 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||
Een afwijking van Verordening (EG) nr. 1224/2009 is noodzakelijk om Mayotte tijd te geven om te voldoen aan de controlevereisten van de onderhavige verordening. | ||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 Verordening (EG) nr. 1224/2009 Artikel 2 bis – lid 3 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||
Een afwijking van Verordening (EG) nr. 1224/2009 is noodzakelijk om Mayotte tijd te geven om te voldoen aan de controlevereisten van de onderhavige verordening. | ||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – alinea 1 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014. | |||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||
Juridische lacunes ten gevolge van de wijziging van de status van Mayotte van land en gebied overzee in ultraperifere regio moeten worden vermeden. |
- [1] Nog niet in het Publicatieblad verschenen.
TOELICHTING
Achtergrond van het Commissievoorstel
Krachtens Besluit 2012/419/EU heeft de Europese Raad de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie met ingang van 1 januari 2014 gewijzigd. Bijgevolg zal Mayotte vanaf deze datum niet langer een gebied overzee zijn, maar een ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 en artikel 355, punt 1, van het VWEU.
Dit voorstel is het gevolg van de beoordeling van de verzoeken van de Franse autoriteiten om het acquis van de Unie te laten wijzigen door middel van specifieke maatregelen die op Mayotte van toepassing zijn op verschillende gebieden zoals visserij en diergezondheid. Uit de beoordeling van de situatie in verband met Mayotte is gebleken dat het noodzakelijk is de gevoelige biologische toestand van de wateren rond dat eiland te beschermen. In bepaalde opzichten heeft Frankrijk extra tijd nodig om te voldoen aan het acquis van de Unie ten aanzien van Mayotte.
Gezien de specifieke situatie in Mayotte stelt de Commissie wijzigingen voor in bepaalde verordeningen op het gebied van visserij en diergezondheid.
Wat de visserij betreft, hebben de voorgestelde wijzigingen tot doel:
- de wateren rond Mayotte mee op te nemen in het toepassingsgebied en om het gebruik van ringzegens ten aanzien van scholen van tonijn en aanverwante vissoorten binnen de zone van 24 mijl vanaf de basislijnen van het eiland te verbieden teneinde de scholen grote trekkende vissen in de buurt van het eiland Mayotte in stand te houden;
- Frankrijk meer tijd te geven om aan het acquis van de Unie te voldoen ten aanzien van Mayotte, vooral wanneer het bepaalde vaartuigen betreft die zich verspreid rond het eiland bevinden en die niet aan een specifieke aanlandingsplaats verbonden zijn.
Op het gebied van de diergezondheid wordt voorgesteld om Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 te wijzigen om, ten aanzien van Mayotte, een overgangsperiode van vijf jaar toe te kennen aan Frankrijk, waardoor het de infrastructuur kan opbouwen die nodig is om dierlijke bijproducten te kunnen identificeren, hanteren, vervoeren, behandelen en verwijderen.
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.
Visserijsector in Mayotte
De exclusieve economische zone (EEZ) van Mayotte is sinds januari 2010 een beschermd Zeenatuurpark (PNM - Parc naturel marin) met een beheerscomité.
Het Zeenatuurpark van Mayotte is een van de mooiste ter wereld, met een lagune van 1100 km2 (vier maal zo groot als het landgedeelte van Mayotte), 195 km rif van de 210 km kust, met 250 bekende koraalsoorten, 7,3 km2 mangroves en tal van plantensoorten, 2300 mariene soorten waarvan 760 verschillende vissoorten, 20 zeezoogdiersoorten (een vierde van de mondiale biodiversiteit), en de permanente aanwezigheid van twee soorten schildpadden (het Karetschildpad, een met uitsterven bedreigde soort zeeschildpadden, en de groene zeeschildpad), die op talrijke plaatsen hun eieren leggen.
Met zijn EEZ van 68 000 km2 biedt Mayotte veel mogelijkheden voor de kleinschalige visserij. De producten daarvan zijn hoofdzakelijk voor de eigen consumptie bestemd. In dit segment moet in het kader van het GVB 2014-2020 meer worden geïnvesteerd om kleine en middelgrote vaartuigen te moderniseren en de voorwaarden en uitrusting voor het aanlanden van visserijproducten te verbeteren.
De met ringzegens werkende industriële tonijnvisserij heeft negatieve gevolgen voor het Zeenatuurpark van Mayotte en voor de ambachtelijke visserij van het eiland. Die vaartuigen vangen alle vis weg die zij kunnen krijgen zonder zich te bekommeren om wat er voor de kleine vissers overblijft. Hoewel er geen nauwkeurige en gedetailleerde statistische gegevens beschikbaar zijn over de productie en de bestanden van de diverse visserijtakken in Mayotte, blijkt uit de getuigenissen van vissers en de eenvoudige langetermijnwaarnemingen in het Zeenatuurpark van Mayotte dat de lagune overbevist wordt en dat er beschermingsmaatregelen moeten worden genomen.
Aquacultuurproducten zijn qua volume de belangrijkste exportproducten van het eiland. Vanwege de uitzonderlijke natuurlijke omstandigheden en de nadruk die op de productkwaliteit wordt gelegd, heeft Mayotte een goed groeipotentieel, terwijl de visbestanden achteruit gaan. Toch heeft deze sector steun nodig om zich te kunnen ontwikkelen.
De visafzet is nog steeds weinig gestructureerd en in het kader van het GVB 2014-2020 moet meer geïnvesteerd worden in de modernisering van vaartuigen, infrastructuurvoorzieningen en transportfaciliteiten voor de producten van de visserij.
Standpunt van de rapporteur over het Commissievoorstel
Nu Mayotte een ultraperifeer gebied wordt, is artikel 349 VWEU van toepassing. Dat moet dus worden toegevoegd.
Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen, stelt de rapporteur voor het gebruik van ringzegens in het gehele Zeenatuurpark van Mayotte te verbieden. Om een duurzame plaatselijke kleinschalige visserij te beschermen moet dat verbod worden beperkt tot vaartuigen van meer dan 12 meter.
Het is belangrijk dat de middelen voor de kleinschalige visserij worden verhoogd om hun rentabiliteit te verhogen en de noodzakelijke veiligheidsvoorwaarden te verzekeren.
Grotere met de ringzegen vissende vaartuigen vissen hoofdzakelijk op bonito (Katsuwonus pelamis) en geelvintonijn (Thunnus albacares). De vissers van Mayotte hebben geconstateerd dat de omvang en de beschikbaarheid van de bestanden in de wateren rond Mayotte afnemen, ook al worden deze bestanden in de beoordelingen van het IOTC niet aangemerkt als overbevist op de schaal van de Indische Oceaan. Dat leidt tot druk op de bestanden, negatieve milieugevolgen voor het Zeenatuurpark van Mayotte en een negatieve impact op de kleinschalige visserij.
De plaatselijke ecosystemen staan bloot aan diverse negatieve gevolgen van menselijke bedrijvigheid (verontreiniging, erosie, visserij, enz.). Voor de vissers is dus een rol weggelegd bij de bescherming van kwetsbare natuurlijke rijkdommen. De visserijactiviteit aanpassen aan de beschikbare rijkdommen betekent: niet meer weghalen dan de vernieuwingscapaciteit van de bestanden. Het betekent ook dat er regelmatig toezicht wordt uitgeoefend op de visserijtakken, de visserijinspanningen en op de staat van de koraalrifecosystemen in het park. De aanpassing van de visserijcapaciteit aan de bestanden was een van de hoofddoelen van de rapporteur.
Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 wijst de rapporteur erop dat er nog veel gedaan moet worden. De visserijindustrie in Mayotte is zwak georganiseerd. Zij heeft steun en begeleiding nodig. Het is zaak het marketingnetwerk beter te structureren. De sector moet de sanitaire aspecten van de verkoop en de verwerking verbeteren en voor meer regelmaat in de aanvoer zorgen.
De aquacultuursector van Mayotte is nog jong en verkeert in een structureringsfase. De toename van de productieomvang hangt hoofdzakelijk af van het commerciële succes op de exportmarkten, waarvoor de kosten van het luchtvervoer momenteel een ernstige belemmering vormen.
Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 herinnert de rapporteur eraan dat Mayotte pas sinds 2011 de status van departement heeft. Aan de opneming van de vissersvaartuigen van Mayotte in het nationale register en de standaardisering van de vissersvaartuigen wordt gewerkt.
Er moet gezorgd worden voor modernisering van de vloot van Mayotte, zodat ook kan worden gevist op plaatsen buiten de lagune waar de bestanden minder kwetsbaar zijn, en opdat de veiligheids- en arbeidsomstandigheden verbeterd worden.
Ten aanzien van het beheer van de visserijvloten die in de ultraperifere gebieden van de Unie geregistreerd zijn, wijst de rapporteur op de kwetsbaarheid en de ambachtelijke aard van de vloot van Mayotte (vaartuigen van minder dan 7 meter en slechts een gering aantal van meer dan 9 meter) en op het gebrek aan voldoende havenfaciliteiten voor visserijactiviteiten. De vangsten worden rechtstreeks op het strand gelost. De rapporteur benadrukt de noodzaak van steun voor de ontwikkeling van deze infrastructuur.
ADVIES VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN INZAKE DE RECHTSGROND
De heer Gabriel Mato Adrover
Voorzitter
Commissie visserij
BRUSSEL
Betreft: Advies inzake de rechtsgrond van een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van bepaalde verordeningen op het gebied van visserij en diergezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie [COM(2013)0417]
Geachte heer Mato Adrover,
In haar vergadering van 14 oktober 2013, heeft JURI een advies uitgebracht aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, over de rechtsgrondslag voor het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied van milieu, landbouw, sociaal beleid en volksgezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie [COM(2013)0418].
De conclusie in dat advies luidde, dat de Raad een verkeerde rechtsgrondslag had gekozen en daarom besloot JURI de Voorzitter aan te raden een procedure aanhangig te maken voor het Hof van Justitie, om te bereiken dat het voorstel op de juiste rechtsgrondslag wordt gebaseerd. In haar aanbeveling behield JURI zich ook het recht voor om in vervolg hierop nog verdere aanbevelingen uit te brengen over hiermee samenhangende wetgevingshandelingen rond de status van Mayotte.
In haar vergadering van 5 november 2013, heeft JURI daarom overeenkomstig artikel 37, lid 3, van het Reglement op eigen initiatief adviezen uitgebracht over de rechtsgrondslag van nog drie andere wetgevingsvoorstellen in verband met Mayotte, die in verschillende commissies worden behandeld, zoals het bovengenoemde voorstel dat in de Commissie visserij wordt behandeld.
I - Achtergrond
Als gevolg van een referendum in 2009 werd de toenmalige Franse overzeese gemeenschap Mayotte, gelegen ten noorden van Madagaskar in de Indische Oceaan, per 31 maart 2011 een overzees departement van Frankrijk. In verband hiermee verzocht de president van Frankrijk bij brief van 26 oktober 2011[1], de voorzitter van de Europese Raad de procedure van artikel 355, lid 6, VWEU te starten en een besluit vast te stellen tot wijziging van de status van Mayotte, in die zin dat Mayotte in het kader van de Verdragen niet langer wordt aangemerkt als land of gebied overzee, maar de status krijgt van ultraperifeer gebied. In de brief verwees de president naar verklaring nr. 43 inzake artikel 355, lid 6, VWEU. Deze verklaring luidt als volgt:
De Hoge Verdragsluitende Partijen komen overeen dat de Europese Raad krachtens artikel 355, lid 6, een besluit zal vaststellen om Mayotte ten aanzien van de Unie de status van ultraperifeer gebied in de zin van artikel 355, lid 1, en artikel 349 te verlenen wanneer de Franse autoriteiten de Europese Raad en de Commissie mededelen dat de huidige evolutie in de interne status van het eiland daarvoor de ruimte biedt.
Na raadpleging van de Commissie[2] overeenkomstig artikel 355, lid 6, VWEU stelde de Europese Raad op 12 juli 2012 met eenparigheid van stemmen bovengenoemd besluit vast.
Artikel 1 van dit besluit bepaalt dat Mayotte met ingang van 2014 niet langer een land of gebied overzee is waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn, maar een ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 VWEU. Artikel 2 luidt als volgt:
Artikel 2
Het VWEU wordt als volgt gewijzigd:
(1) In artikel 349, eerste alinea, wordt het woord "Mayotte" ingevoegd na het woord "Martinique".
(2) In artikel 355, lid 1, wordt het woord "Mayotte" ingevoegd na het woord "Martinique".
(3) In bijlage II wordt het zesde streepje geschrapt.
Het besluit heeft dezelfde structuur en is volgens dezelfde procedure goedgekeurd als een eerder besluit van de Europese Raad van 2010 betreffende wijziging van de status van het eiland Saint-Barthélemy van ultraperifere regio in die van land of gebied overzee.[3]
Er zij echter op gewezen dat de tekst van het VWEU, zo blijkt uit de laatste geconsolideerde versie van dat verdrag die op 26 oktober 2012 gepubliceerd werd, niet overeenkomstig de twee besluiten van de Europese Raad is aangepast[4]. De wijzigingen zijn echter wel opgenomen in de geconsolideerde versie van het Verdrag van de Raad zelf[5].
Op 14 oktober 2013 bracht JURI bovenvermeld advies uit aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, met daarin de conclusie dat de Raad een verkeerde rechtsgrondslag heeft gekozen.[6] Daarom besloot JURI de Voorzitter aan te raden een procedure aanhangig te maken voor het Hof van Justitie om te bereiken dat de juiste rechtsgrondslag voor het voorstel zal worden gebruikt, en daarnaast om het Parlement aan te raden om ter zake van Besluit 2012/419/EU van de Europese Raad tot wijziging van het Verdrag geen stappen te ondernemen. In haar aanbeveling behield JURI zich ook het recht voor om in vervolg hierop nog andere aanbevelingen uit te brengen met betrekking tot overeenkomstige wetgevingshandelingen rond de status van Mayotte.
In haar vergadering van 5 november 2013, is JURI daarom de rechtsgrondslag van de drie andere wetgevingsvoorstellen nagegaan, waaronder het onderhavige voorstel dat onder verantwoordelijkheid valt van de Commissie visserij.
II - De rechtsgrondslag van het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van bepaalde verordeningen op het gebied van visserij en diergezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie
Het voorstel
De door de Commissie voorgestelde verordening heeft tot doel Frankrijk enige tijd te gunnen om de overgang naar volledige toepassing van de secundaire wetgeving op gebied van het gemeenschappelijk visserijbeleid en diergezondheid voor wat Mayotte betreft soepeler te laten verlopen. Toen de Commissie het voorstel op 17 oktober 2013 aan PECH voorlegde werd erbij vermeld dat deze maatregelen worden voorgesteld met het oog op de kwetsbaarheid van het natuurlijke milieu en de achtergebleven economische ontwikkeling van Mayotte.
De voorgestelde rechtsgrondslag
De Commissie baseert haar voorstel op de artikelen 43, lid 2, en 168, lid 4, VWEU, die voorzien in maatregelen voor de invulling van het gemeenschappelijk visserijbeleid respectievelijk voor de aanpak van gemeenschappelijke veiligheidskwesties rond de volksgezondheid. Voor beide artikelen geldt dat de gewone wetgevingsprocedure moet worden gevolgd. De Raad daarentegen stelt weer een andere rechtsgrondslag voor, namelijk artikel 349 VWEU, dat handelt over specifieke maatregelen voor de ultraperifere gebieden.
Analyse
Weliswaar bevat de voorgestelde verordening enkele bepalingen die gezien kunnen worden als specifieke maatregelen die afwijken van het overigens in Mayotte geldende EU-recht (de Juridische Dienst noemt artikel 4 inzake het beheer van vissersvloten als voorbeeld), en die uit dien hoofde in artikel 349 VWEU hun rechtsgrondslag zouden kunnen vinden, maar die bepalingen zijn slechts sporadisch in verhouding tot de andere maatregelen, die niet wegens de ultraperifere situatie worden voorgesteld.[7] Het voorstel beoogt dus maatregelen ter nastreving van de doelstellingen van het GVB en ter aanpak van gemeenschappelijke veiligheidskwesties rond de volksgezondheid. De door de Commissie voorgestelde rechtsgrondslag is daarom de juiste.
III - Conclusie en aanbeveling
De juiste rechtsgrondslag voor het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van bepaalde verordeningen op het gebied van visserij en diergezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie zijn de artikelen 43, lid 2, en artikel 168, lid 4, VWEU.
De Commissie juridische zaken besloot in haar vergadering van 5 november 2013 met algemene stemmen[8], dat de door de Raad voorgestelde rechtsgrondslag, artikel 349 VWEU, niet de juiste is. De juiste rechtsgrondslag vormen de door de Commissie voorgestelde artikelen.
Voorts besloot de Commissie juridische zaken overeenkomstig artikel 128 van het Reglement de Voorzitter van het Parlement aan te bevelen om, zodra het besluit van de Raad om het Parlement te raadplegen in het Publicatieblad is bekendgemaakt, beroep in te stellen bij het Hof van Justitie, teneinde de prerogatieven van het Parlement te waarborgen, overeenkomstig artikel 13, lid 2 VEU.
Hoogachtend,
Klaus-Heiner Lehne
- [1] Zie Raadsdocument EUCO 114/11 van 15 november 2011.
- [2] C(2012) 3506 final, toegankelijk als Raadsdocument 11006/12.
- [3] Besluit 2010/718/EU van de Europese Raad van 29 oktober 2010 tot wijziging van de status van het eiland Saint-Barthélemy ten aanzien van de Europese Unie (PB L 325 van 9 december 2010, blz. 4).
- [4] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2012:326:FULL:NL:PDF
- [5] http://register.consilium.europa.eu/pdf/nl/08/st06/st06655-re07.nl08.pdf
- [6] Brief van 16 oktober 2013 van de heer Lehne aan de heer Groote.
- [7] Zaak C-411/06, Commissie/Parlement en Raad (8 september 2009) (PB C 267 van 7.11.2009, blz.8), punten 46-47.
- [8] Bij de eindstemming waren aanwezig: Baldassarre (Vice-Chair), Luigi Berlinguer, Sebastian Valentin Bodu (Vice-Chair), Françoise Castex (Vice-Chair), Christian Engström, Marielle Gallo, Giuseppe Gargani, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Sajjad Karim, Klaus-Heiner Lehne (Chair), Eva Lichtenberger, Antonio Masip Hidalgo, Alajos Mészáros, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner (Vice-Chair), József Szájer, Rebecca Taylor, Alexandra Thein, Cecilia Wikström, Zbigniew Ziobro, Tadeusz Zwiefka.
ADVIES van de Commissie regionale ontwikkeling (16.10.2013)
aan de Commissie visserij
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van bepaalde verordeningen op het gebied van visserij en diergezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie
(COM(2013)0417 – C7‑0175/2013 – 2013/0191(COD))
Rapporteur voor advies: Patrice Tirolien
BEKNOPTE MOTIVERING
Krachtens Besluit 2012/419/EU heeft de Europese Raad de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie met ingang van 1 januari 2014 gewijzigd. Bijgevolg zal de eilandengroep vanaf deze datum niet langer een gebied overzee zijn, maar een ultraperifeer gebied in de zin van de artikelen 349 en 355, lid 1, van het Verdrag van Lissabon, en zal het recht van de Unie er in beginsel volledig van toepassing zijn.
De Commissie is zich echter wel bewust van de gevolgen van deze statuswijziging voor Mayotte en heeft het Parlement en de Europese Raad dan ook voorstellen voor een aantal wettelijke derogaties gedaan om te zorgen voor een geleidelijke en gefaseerde overgang naar het "acquis communautaire".
Zo wordt onze aandacht gevestigd op een aantal derogaties betreffende de omkadering, de financiering en de controle van de visserij in Mayotte. Deze derogaties zijn vastgesteld in nauwe samenwerking met de regering van de betrokken lidstaat, Frankrijk, om ervoor te zorgen dat het acquis communautaire zo snel mogelijk wordt ingevoerd terwijl eveneens rekening wordt gehouden met de hiervoor benodigde minimumtermijnen, met name ten aanzien van de economische en sociale verplichtingen die voortvloeien uit de status van ultraperifeer gebied, overeenkomstig artikel 349 VWEU.
In dit verband betreurt uw rapporteur voor advies dat dit artikel (349 VWEU) niet als rechtsgrond wordt genoemd, ondanks het feit dat de inhoud en de motivering van het voorstel volledig overeenkomen met de doelstellingen van dit artikel. Het is dan ook absoluut noodzakelijk dit artikel als rechtsgrond toe te voegen om de voorgestelde derogaties in de tekst te kunnen opnemen.
Bovendien zijn een aantal aanpassingen nodig om beter rekening te kunnen houden met de specifieke eigenschappen van Mayotte wat betreft de mogelijkheden om de visserijinspanning te verhogen. De in het kader van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan, waarbij de EU partij is, vastgestelde maxima moeten bij het beheer van de visserijcapaciteiten worden aangehouden.
Uw rapporteur stelt ten slotte dat rekening moet worden gehouden met eventuele verschillen tussen het voorstel van de Commissie en de gewijzigde verordeningen, waaraan op dit moment de laatste hand wordt gelegd in het kader van interinstitutionele onderhandelingen. Hoewel het in dit stadium van de procedure niet mogelijk is de verwijzingen te actualiseren, stelt uw rapporteur voor een aantal bepalingen met elkaar in overeenstemming te brengen.
AMENDEMENTEN
De Commissie regionale ontwikkeling verzoekt de ten principale bevoegde Commissie visserij onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Visum 1 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 43, lid 2, en artikel 168, lid 4, onder b), |
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 349, artikel 43, lid 2, en artikel 168, lid 4, onder b), | ||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(1) Krachtens Besluit 2012/419/EU heeft de Europese Raad de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie met ingang van 1 januari 2014 gewijzigd. Bijgevolg zal Mayotte vanaf deze datum niet langer een gebied overzee zijn, maar een ultraperifeer gebied in de zin van artikelen 349 en 355, lid 1, VWEU. Met ingang van 1 januari 2014 zal het recht van de Unie van toepassing zijn op Mayotte. Het is wenselijk te voorzien in bepaalde specifieke maatregelen die gerechtvaardigd zijn door de bijzondere situatie van Mayotte op een aantal gebieden. |
(1) Krachtens Besluit 2012/419/EU heeft de Europese Raad de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie met ingang van 1 januari 2014 gewijzigd. Bijgevolg zal Mayotte vanaf deze datum niet langer een land of gebied overzee zijn in de zin van artikel 198 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, maar een ultraperifeer gebied in de zin van de artikelen 349 en 355, lid 1, van dat Verdrag. Met ingang van 1 januari 2014 zal het recht van de Unie van toepassing zijn op Mayotte. Het is wenselijk te voorzien in bepaalde specifieke maatregelen, die gerechtvaardigd zijn door de economische en sociale beperkingen van het ultraperifere gebied Mayotte, alsook door zijn nieuwe status van ultraperifere regio, op een aantal gebieden. | ||||||||||||
__________________ |
__________________ | ||||||||||||
4 PB L 204 van 31.7.2012, blz. 131. |
4 PB L 204 van 31.7.2012, blz. 131. | ||||||||||||
Motivering | |||||||||||||
Het feit dat de status van Mayotte verandert van LGO in ultraperifeer gebied moet duidelijk vermeld worden, en benadrukt moet worden dat de status van ultraperifeer gebied de mogelijkheid biedt om af te wijken van gemeenschappelijke beleidsmaatregelen, overeenkomstig artikel 349 VWEU. | |||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(6) Ten eerste is een groot deel van de vloot dat de Franse vlag voert en vanuit het Franse departement Mayotte opereert, samengesteld uit vaartuigen met een lengte van minder dan 9 meter. Deze vaartuigen bevinden zich verspreid rond het eiland, hebben geen specifieke aanlandingsplaats en moeten nog steeds worden geïdentificeerd, gemeten en uitgerust met minimale veiligheidsvoorzieningen om te kunnen worden opgenomen in het register van vissersvaartuigen van de Unie. Bijgevolg zal Frankrijk niet in staat zijn om het register tegen 31 december 2016 te voltooien. Frankrijk moet evenwel een voorlopig vlootregister bijhouden en voor een minimale identificatie van de vaartuigen uit dit segment zorgen om te voorkomen dat het aantal informele vissersvaartuigen toeneemt. |
(6) Ten eerste is een groot deel van de vloot dat de Franse vlag voert en vanuit het Franse departement Mayotte opereert, samengesteld uit vaartuigen met een lengte van minder dan 10 meter. Deze vaartuigen bevinden zich verspreid rond het eiland, hebben geen specifieke aanlandingsplaats en moeten nog steeds worden geïdentificeerd, gemeten en uitgerust met minimale veiligheidsvoorzieningen om te kunnen worden opgenomen in het register van vissersvaartuigen van de Unie. Bijgevolg zal Frankrijk niet in staat zijn om het register tegen 31 december 2021 te voltooien. Frankrijk moet evenwel een voorlopig vlootregister bijhouden en voor een minimale identificatie van de vaartuigen uit dit segment zorgen om te voorkomen dat het aantal informele vissersvaartuigen toeneemt. | ||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(10) Wat betreft Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/20069: het blijkt dat Frankrijk niet in staat zal zijn om tegen de datum waarop Mayotte een ultraperifeer gebied wordt, te voldoen aan alle controleverplichtingen van de Unie voor het segment van de vloot van Mayotte "Mayotte. Pelagische en demersale soorten. Lengte < 9 m". De vaartuigen van dit segment, die zich verspreid rond het eiland bevinden, hebben geen specifieke aanlandingsplaatsen en moeten nog steeds worden geïdentificeerd. Bovendien moeten vissers en controleurs worden opgeleid en moet de geschikte administratieve en materiële infrastructuur worden opgebouwd. Het is daarom noodzakelijk om, ten aanzien van dit segment van de vloot, te voorzien in een tijdelijke afwijking van bepaalde regels inzake de controle van vissersvaartuigen, alsmede van hun kenmerken, hun activiteiten op zee, hun vistuig en hun vangsten, in elk stadium van het vaartuig tot de markt. Om ten minste enkele van de belangrijkste doelstellingen van Verordening (EG) nr. 1224/2009 te bereiken, moet Frankrijk evenwel een nationale controleregeling vaststellen zodat het de activiteiten van dit segment van de vloot kan controleren en monitoren, en het kan voldoen aan de internationale rapportageverplichtingen van de Unie. |
(10) Wat betreft Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/20069: het blijkt dat Frankrijk niet in staat zal zijn om tegen de datum waarop Mayotte een ultraperifeer gebied wordt, te voldoen aan alle controleverplichtingen van de Unie voor het segment van de vloot van Mayotte "Mayotte. Pelagische en demersale soorten. Lengte < 10 m". De vaartuigen van dit segment, die zich verspreid rond het eiland bevinden, hebben geen specifieke aanlandingsplaatsen en moeten nog steeds worden geïdentificeerd. Bovendien moeten vissers en controleurs worden opgeleid en moet de geschikte administratieve en materiële infrastructuur worden opgebouwd. Het is daarom noodzakelijk om, ten aanzien van dit segment van de vloot, te voorzien in een tijdelijke afwijking van bepaalde regels inzake de controle van vissersvaartuigen, alsmede van hun kenmerken, hun activiteiten op zee, hun vistuig en hun vangsten, in elk stadium van het vaartuig tot de markt. Om ten minste enkele van de belangrijkste doelstellingen van Verordening (EG) nr. 1224/2009 te bereiken, moet Frankrijk evenwel een nationale controleregeling vaststellen zodat het de activiteiten van dit segment van de vloot kan controleren en monitoren, en het kan voldoen aan de internationale rapportageverplichtingen van de Unie. | ||||||||||||
__________________ |
__________________ | ||||||||||||
10 PB L 343 van 22.12.09, blz. 1. |
10 PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1. | ||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 Verordening (EG) nr. 104/2000 Artikel 4 – lid 3 bis | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 2371/2002 Artikel 15 – lid 5 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 2371/2002 Artikel 15 – lid 6 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Artikel 4 Verordening (EG) nr. 639/2004 Artikel 1 bis – lid 1 – alinea 2 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Artikel 4 Verordening (EG) nr. 639/2004 Artikel 1 bis – lid 2 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 5 Verordening (EG) nr. 1069/2009 Artikel 56 – alinea 3 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 6 Verordening (EG) nr. 1224/2009 Artikel 2 bis – lid 1 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 6 Verordening (EG) nr. 1224/2009 Artikel 2 bis – lid 2 – inleidende formule | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 6 Verordening (EG) nr. 1224/2009 Artikel 2 bis – lid 3 | |||||||||||||
|
PROCEDURE
Titel |
Wijziging van verordeningen op het gebied van visserij en diergezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2013)0417 – C7-0175/2013 – 2013/0191(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
PECH 1.7.2013 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
REGI 1.7.2013 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Patrice Tirolien 11.7.2013 |
||||
Datum goedkeuring |
14.10.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
27 0 4 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Luís Paulo Alves, Francesca Barracciu, Victor Boştinaru, Nikos Chrysogelos, Rosa Estaràs Ferragut, Brice Hortefeux, Danuta Maria Hübner, María Irigoyen Pérez, Mojca Kleva Kekuš, Constanze Angela Krehl, Petru Constantin Luhan, Iosif Matula, Jan Olbrycht, Wojciech Michał Olejniczak, Georgios Stavrakakis, Nuno Teixeira, Lambert van Nistelrooij, Oldřich Vlasák, Kerstin Westphal, Hermann Winkler, Joachim Zeller |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Cornelia Ernst, Catherine Grèze, Karin Kadenbach, Maurice Ponga, Elisabeth Schroedter, Richard Seeber, Patrice Tirolien, Giommaria Uggias, Derek Vaughan |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Edvard Kožušník |
||||
PROCEDURE
Titel |
Wijziging van verordeningen op het gebied van visserij en diergezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2013)0417 – C7-0175/2013 – 2013/0191(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
13.6.2013 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
PECH 1.7.2013 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
ENVI 1.7.2013 |
REGI 1.7.2013 |
|
|
|
Geen advies Datum besluit |
ENVI 11.7.2013 |
|
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
João Ferreira 10.7.2013 |
|
|
|
|
Betwisting rechtsgrondslag Datum JURI-advies |
JURI 5.11.2013 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
17.10.2013 |
4.11.2013 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
27.11.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
19 3 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
John Stuart Agnew, Carmen Fraga Estévez, Pat the Cope Gallagher, Dolores García-Hierro Caraballo, Ian Hudghton, Werner Kuhn, Isabella Lövin, Gabriel Mato Adrover, Maria do Céu Patrão Neves, Crescenzio Rivellini, Ulrike Rodust, Raül Romeva i Rueda, Struan Stevenson, Isabelle Thomas, Nils Torvalds, Jarosław Leszek Wałęsa |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Luis Manuel Capoulas Santos, Jean Louis Cottigny, Jim Higgins, Jens Nilsson |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
María Auxiliadora Correa Zamora, Salvador Garriga Polledo, Francisco José Millán Mon, Younous Omarjee, Ivo Vajgl, Luis Yáñez-Barnuevo García |
||||
Datum indiening |
2.12.2013 |
||||