VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende preventie en beheer van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten

4.2.2014 - (COM(2013)0620 – C7‑0264/2013 – 2013/0307(COD)) - ***I

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur (voor advies): Pavel Poc
PR_COD_1amCom


Procedure : 2013/0307(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0088/2014
Ingediende teksten :
A7-0088/2014
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende preventie en beheer van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten

(COM(2013)0620 – C7‑0264/2013 – 2013/0307(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0620),

–   gezien artikel 294, lid 2, en artikel 192, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0264/2013),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Oostenrijkse Bondsraad, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 22 januari 2014[1],

–   na raadpleging van het Comité van de Regio's,

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de adviezen van de Commissie internationale handel en de Commissie visserij (A7-0088/2014),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) Het verschijnen van uitheemse soorten, ongeacht of dat dieren, planten, schimmels of micro-organismen zijn, op nieuwe locaties is niet altijd zorgwekkend. Een aanzienlijke ondergroep van uitheemse soorten kan echter invasief worden en ernstige negatieve gevolgen hebben voor de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten, evenals andere economische en sociale gevolgen, die voorkomen moeten worden. In het milieu van de Unie en andere Europese landen bevinden zich ongeveer 12 000 uitheemse soorten, waarvan ruwweg 10 % tot 15 % beschouwd wordt als invasief.

(1) Het verschijnen van uitheemse soorten, ongeacht of dat dieren, planten, schimmels of micro-organismen zijn, op nieuwe locaties is niet altijd zorgwekkend. Een aanzienlijke ondergroep van uitheemse soorten kan echter invasief worden en ernstige negatieve gevolgen hebben voor de biodiversiteit, zowel op het platteland als in de stad, en voor de ecosysteemdiensten, evenals andere economische en sociale gevolgen, die voorkomen moeten worden. In het milieu van de Unie en andere Europese landen bevinden zich ongeveer 12 000 uitheemse soorten, waarvan er meer dan 40% inheems zijn in sommige Europese landen maar die door menselijk toedoen in de overige Europese landen zijn geïntroduceerd en waarvan ruwweg 10 % tot 15 % beschouwd wordt als invasief

Motivering

De verordening moet geen soorten uitsluiten die inheems zijn in één regio maar uitheems en invasief in een andere regio. Een soort die invasief is en die zou profiteren van samenwerkingsmaatregelen in EU-verband is zorgwekkend voor de Unie, ongeacht of de soort al dan niet inheems is in de EU.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Ter ondersteuning van de doelstellingen van Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand7, Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna8, Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (kaderrichtlijn mariene strategie)9 en Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid10 bestaat de voornaamste doelstelling van deze verordening erin de negatieve effecten van invasieve uitheemse soorten op de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten te voorkomen, tot een minimum te beperken en te verzachten en de economische en sociale gevolgen ervan te verminderen.

(6) Ter ondersteuning van de doelstellingen van Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand7, Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna8, Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (kaderrichtlijn mariene strategie)9 en Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid10 bestaat de voornaamste doelstelling van deze verordening erin de negatieve effecten van invasieve uitheemse soorten op de biodiversiteit, de ecosysteemdiensten, de volksgezondheid en de veiligheid, te voorkomen, tot een minimum te beperken en te verzachten en de economische en sociale gevolgen ervan te verminderen.

__________________

__________________

7 PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7.

7 PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7.

8 PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7.

8 PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7.

9 PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19.

9 PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19.

10 PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1.

10 PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1.

Motivering

Invasieve uitheemse soorten kunnen ernstige schade toebrengen aan de volksgezondheid en de veiligheid, bijvoorbeeld in Nederland, waar overstromingen een zeer ernstig risico vormen als de muskusrat niet is ingedamd, aangezien deze invasieve uitheemse soort ernstige schade aan waterwerken toebrengt.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Sommige soorten migreren van nature als reactie op veranderingen in het milieu. Deze soorten moeten derhalve niet worden beschouwd als uitheemse soorten in hun nieuwe omgeving en zijn daarom uitgesloten van het toepassingsgebied van de nieuwe regelgeving betreffende invasieve uitheemse soorten.

(7) Sommige soorten migreren van nature als reactie op veranderingen in het milieu. Deze soorten moeten derhalve niet worden beschouwd als uitheemse soorten in hun nieuwe omgeving en zijn daarom uitgesloten van het toepassingsgebied van de nieuwe regelgeving betreffende invasieve uitheemse soorten, op voorwaarde dat ze bestaande ecosystemen niet in gevaar brengen.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Op Unie-niveau bevat het voorstel voor een nieuwe verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de diergezondheid11 bepalingen over dierziekten en bevat de nieuwe verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten12 regelgeving voor plaagorganismen bij planten. Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad13 bevat de wetgeving die van toepassing is op genetisch gemodificeerde organismen. De nieuwe regels betreffende invasieve uitheemse soorten moeten zonder overlappingen aansluiten bij deze besluiten van de Unie en zijn niet van toepassing op de organismen waarop de genoemde besluiten specifiek betrekking hebben.

(8) Op Unie-niveau bevat het voorstel voor een nieuwe verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de diergezondheid11 bepalingen over verwekkers van dierziekten en bevat de nieuwe verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten12 regelgeving voor plaagorganismen bij planten. Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad13 bevat de wetgeving die van toepassing is op genetisch gemodificeerde organismen. De nieuwe regels betreffende invasieve uitheemse soorten moeten zonder overlappingen aansluiten bij deze besluiten van de Unie en zijn niet van toepassing op de organismen waarop de genoemde besluiten specifiek betrekking hebben.

__________________

__________________

11 COM(2013) 260 final.

11 COM(2013) 260 final.

12 COM(2013) 267 final.

12 COM(2013) 267 final.

13 PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1.

13 PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1.

Motivering

Aangezien deze verordening handelt over "soorten", lijkt het passender en duidelijker te spreken over "verwekkers van dierziekten" dan over "dierziekten".

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) Verordening (EG) nr. 708/2007 van de Raad van 11 juni 2007 inzake het gebruik van uitheemse en plaatselijk niet-voorkomende soorten in de aquacultuur14, Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden15 en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad16 bevatten regels voor de goedkeuring van het gebruik van bepaalde uitheemse soorten voor specifieke doeleinden. Voor het gebruik van bepaalde soorten is overeenkomstig deze wetgeving reeds goedkeuring verleend ten tijde van de inwerkingtreding van deze nieuwe regels, aangezien zij geen onacceptabele risico's vormen voor het milieu, de menselijke gezondheid en de economie. Met het oog op een samenhangend juridisch kader moeten deze soorten dus worden uitgesloten van de nieuwe regels.

(9) Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden15 en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG16 van de Raad bevatten regels voor de goedkeuring van het gebruik van bepaalde uitheemse soorten voor specifieke doeleinden. Voor het gebruik van bepaalde soorten is overeenkomstig deze wetgeving reeds goedkeuring verleend ten tijde van de inwerkingtreding van deze nieuwe regels, aangezien zij geen onacceptabele risico's vormen voor het milieu, de menselijke gezondheid en de economie. Met het oog op een samenhangend juridisch kader moeten deze soorten dus worden uitgesloten van de nieuwe regels.

__________________

__________________

14 PB L 168 van 28.6.2007, blz.1.

 

15 PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

15 PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

16 PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

16 PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

Motivering

In Verordening (EG) 708/2007 worden invasieve uitheemse soorten behandeld die in de Unie gebruikt worden in de aquacultuur, en de in bijlage IV van de verordening opgenomen soorten worden uitgesloten van de procedures die in de verordening worden vastgesteld. Het toepassingsgebied van de verordening inzake invasieve soorten is breder, aangezien er invasieve uitheemse soorten in opgenomen zijn die in andere sectoren en op andere gebieden worden gebruikt, bijvoorbeeld voor de handel in huisdieren of in dierentuinen en aquaria. Hoewel het daarom passend is om de in bijlage IV opgenomen soorten uit te sluiten van de in Verordening (EG) 708/2007 vastgestelde procedures, moeten deze soorten voor de doeleinden van de verordening inzake invasieve soorten worden opgenomen en onderworpen aan de in de verordening voorgestelde procedures.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Aangezien het aantal invasieve uitheemse soorten talrijk is, moet de ondercategorie van invasieve uitheemse soorten die als zorgwekkend voor de Unie wordt beschouwd, prioritair worden aangepakt. Daarom moet een lijst van invasieve uitheemse soorten worden opgesteld die als zorgwekkend voor de Unie worden beschouwd. Een invasieve uitheemse soort wordt als zorgwekkend voor de Unie beschouwd wanneer de schade die door de soort wordt veroorzaakt in de lidstaten zo aanzienlijk is dat specifieke maatregelen voor de gehele Unie moeten worden genomen, dus ook voor de lidstaten die nog niet getroffen zijn of die wellicht niet getroffen zullen worden. Om te verzekeren dat de ondercategorie van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten evenredig blijft, moet de lijst geleidelijk en gefaseerd worden ontwikkeld waarbij onder meer het aantal voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten aanvankelijk tot 3 % van de ongeveer 1500 invasieve uitheemse soorten in Europa wordt beperkt en de aandacht wordt toegespitst op die soorten die aanzienlijke economische schade veroorzaken of mogelijk zullen veroorzaken, met inbegrip van schade als gevolg van verlies aan biodiversiteit.

(10) Aangezien het aantal invasieve uitheemse soorten talrijk is, moet de ondercategorie van invasieve uitheemse soorten die als zorgwekkend voor de Unie wordt beschouwd, prioritair worden aangepakt. Daarom moet een lijst van invasieve uitheemse soorten worden opgesteld die als zorgwekkend voor de Unie worden beschouwd. Een invasieve uitheemse soort wordt als zorgwekkend voor de Unie beschouwd wanneer de schade die door de soort wordt veroorzaakt in de lidstaten zo aanzienlijk is dat specifieke maatregelen voor de gehele Unie moeten worden genomen, dus ook voor de lidstaten die nog niet getroffen zijn of die wellicht niet getroffen zullen worden.

Motivering

Het vermelde percentage is arbitrair en niet gerechtvaardigd, en daarom wordt deze bepaling niet aanvaard. Bovendien moet de lijst gebaseerd zijn op duidelijke criteria, zonder een beperking op te leggen.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) De criteria op basis waarvan invasieve uitheemse soorten als zorgwekkend voor de Unie worden beschouwd vormen het belangrijkste instrument voor de toepassing van deze nieuwe regels. De Commissie zal alles in het werk stellen om uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze wetgeving bij het comité een voorstel in te dienen voor een op die criteria gebaseerde lijst. De criteria moeten een risicobeoordeling omvatten overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de verdragen van de Wereldhandelsorganisatie betreffende het beperken van de handel in soorten.

(11) De criteria op basis waarvan invasieve uitheemse soorten als zorgwekkend voor de Unie worden beschouwd vormen het belangrijkste instrument voor de toepassing van deze nieuwe regels. De Commissie moet uiterlijk 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening een op die criteria gebaseerde lijst goedkeuren. De criteria voor opneming in de lijst moeten gebaseerd worden op het beste beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal en een kader volgen dat het risico vaststelt met betrekking tot de belangrijkste stadia van biologische invasies: vervoer, vestiging, verspreiding en gevolgen. De criteria moeten ook een risicobeoordeling omvatten overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de relevante verdragen van de Wereldhandelsorganisatie betreffende het beperken van de handel in soorten.

Motivering

Een uitdrukkelijke termijn voor de goedkeuring van de eerste lijst van voor de Unie zorgwekkende IUS is belangrijk voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van de nieuwe bepalingen, afgezien van het feit dat het hele proces hierdoor transparanter wordt en dat de belanghebbenden zo de mogelijkheid krijgen om zich aan te passen aan en te reageren op de nieuwe wetgevingssituatie. Hoewel de voorgestelde verordening details bevat van de risicobeoordelingen die moeten worden gehouden ter ondersteuning van de selectie van soorten waarop de verordeningen van toepassing zijn, is er geen indicatie van wat de basis van de selectiecriteria zal zijn.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Met het oog op de naleving van de bepalingen van de Wereldhandelsorganisatie en de coherente toepassing van deze nieuwe regels moeten gemeenschappelijke criteria worden ontwikkeld voor de uitvoering van de risicobeoordeling. Die criteria moeten – indien mogelijk - van nationale en internationale normen gebruikmaken en het volgende omvatten: de verschillende aspecten van de kenmerken van de soorten, het risico op en de wijze van binnenkomst in de Unie, de negatieve economische, sociale en biodiversiteitseffecten van de soort, de mogelijke voordelen van het gebruik en de kosten van beperkingen afgewogen tegen de negatieve gevolgen, evenals een gekwantificeerde raming van de kosten van de economische, sociale en milieuschade op Unie-niveau om het belang voor de Unie aan te tonen en verdere maatregelen te rechtvaardigen. Om het systeem progressief te ontwikkelen en op eerdere ervaringen voort te bouwen, moet de algemene aanpak na vijf jaar worden geëvalueerd.

 

(12) Met het oog op de naleving van de bepalingen van de Wereldhandelsorganisatie en de coherente toepassing van deze nieuwe regels moeten gemeenschappelijke criteria worden ontwikkeld voor de uitvoering van de risicobeoordeling. Die criteria moeten – indien mogelijk - van nationale en internationale normen gebruikmaken en het volgende omvatten: de verschillende aspecten van de kenmerken van de soorten, het risico op en de wijze van binnenkomst in de Unie, de negatieve economische, sociale en biodiversiteitseffecten van de soort, de mogelijke voordelen van het gebruik en de kosten van beperkingen afgewogen tegen de negatieve gevolgen, evenals een beoordeling van de potentiële kosten van de economische, sociale en milieuschade op Unie-niveau om het belang voor de Unie aan te tonen. Om het systeem progressief te ontwikkelen en op eerdere ervaringen voort te bouwen, moet de algemene aanpak na vijf jaar worden geëvalueerd.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis) Sommige soorten die invasief zijn in de Unie als geheel zijn inheems in een bepaalde lidstaat. Het is derhalve zinvol dat bepalingen die betrekking hebben op voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die inheems zijn in een lidstaat, niet gelden voor het grondgebied van die lidstaat, met uitzondering van indammingsmaatregelen om te voorkomen dat een soort zich verspreidt naar andere lidstaten. Daarnaast zou de nodige flexibiliteit moeten worden betracht om lidstaten in staat te stellen specifieke vrijstellingen aan te vragen van sommige bepalingen van deze verordening met betrekking tot uitheemse soorten waarvan is vastgesteld dat zij op hun grondgebied niet invasief zijn, of, ingeval van bijzonder moeilijke sociaal-economische omstandigheden, wanneer de kosten uitzonderlijk hoog zouden zijn en niet in verhouding zouden staan tot de voordelen en een juiste tenuitvoerlegging van de vereiste maatregelen zouden belemmeren.

Motivering

Lidstaten hebben meer flexibiliteit nodig, met name om te kunnen omgaan met soorten die inheems zijn in één regio en invasief in een andere regio. De vrijstellingen mogen slechts voor het grondgebied van de aanvragende lidstaat worden verleend. Vrijstellingen moeten ook worden verleend ingeval van uitzonderlijk moeilijke sociaal-economische omstandigheden, waar de kosten een juiste tenuitvoerlegging van de vereiste maatregelen zouden belemmeren.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Sommige van de invasieve soorten in de Unie kunnen inheems zijn in enkele van de ultraperifere regio’s van de Unie en andersom. In de Mededeling van de Commissie "De ultraperifere regio's: een troef voor Europa"18 wordt erkend dat - gezien de opmerkelijke biodiversiteit van de ultraperifere regio's - maatregelen moeten worden genomen om invasieve uitheemse soorten in die regio's te voorkomen en te beheersen overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarbij rekening wordt gehouden met Besluit 2010/718/EU van de Europese Raad van 29 oktober 2010 tot wijziging van de status van het eiland Saint-Barthélemy ten aanzien van de Europese Unie19 en Besluit 2012/419/EU van de Europese Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie20. Daarom moeten nieuwe regels van toepassing zijn op de ultraperifere regio's van de Unie, met uitzondering van de regels met betrekking tot voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die inheems zijn in deze regio's. Om de biodiversiteit in deze regio's te beschermen moeten de betreffende lidstaten, ter aanvulling van de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten bovendien specifieke lijsten van invasieve uitheemse soorten voor hun ultraperifere regio's opstellen waarop deze nieuwe regels ook van toepassing moeten zijn.

(15) Sommige van de invasieve soorten in de Unie kunnen inheems zijn in enkele van de ultraperifere regio’s van de Unie en andersom. In de Mededeling van de Commissie "De ultraperifere regio's: een troef voor Europa"18 wordt erkend dat - gezien de opmerkelijke biodiversiteit van de ultraperifere regio's - maatregelen moeten worden genomen om invasieve uitheemse soorten in die regio's te voorkomen en te beheersen overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarbij rekening wordt gehouden met Besluit 2010/718/EU van de Europese Raad van 29 oktober 2010 tot wijziging van de status van het eiland Saint-Barthélemy ten aanzien van de Europese Unie19 en Besluit 2012/419/EU van de Europese Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie20. Daarom moeten nieuwe regels van toepassing zijn op de ultraperifere regio's van de Unie, met uitzondering van de regels met betrekking tot voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die inheems zijn in deze regio's. Om de biodiversiteit in deze regio's te beschermen moeten de betreffende lidstaten in voorkomend geval, ter aanvulling van de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten bovendien specifieke lijsten van invasieve uitheemse soorten voor hun ultraperifere regio's opstellen waarop deze nieuwe regels ook van toepassing moeten zijn en deze wanneer nodig bijwerken. Deze lijst moet aangevuld en bijgewerkt kunnen worden, naargelang nieuwe invasieve uitheemse soorten worden geïdentificeerd en geacht worden een gevaar te vormen, met inachtneming van het feit dat sommige uitheemse soorten die in de Unie invasief zijn in delen van de Unie of de ultraperifere regio's inheems kunnen zijn, en andersom.

 

__________________

__________________

18 COM(2008) 642 definitief.

18 COM(2008) 642 final.

19 PB L 325 van 9.12.2010, blz. 4.

19 PB L 325 van 9.12.2010, blz. 4.

20 PB L 204 van 31.7.2012, blz. 131.

20 PB L 204 van 31.7.2012, blz. 131.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) De risico's en gevaren van invasieve uitheemse soorten vormen een grensoverschrijdende uitdaging voor de gehele Unie. Daarom is het van essentieel belang dat op Unie-niveau wordt verboden voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten in de Unie in te voeren, te reproduceren, te telen, te vervoeren, te kopen, te verkopen, te gebruiken, uit te wisselen, te houden en uit te zetten, om een consistent optreden in de gehele Unie te waarborgen en zo verstoringen op de interne markt te voorkomen evenals situaties waarin het optreden in de ene lidstaat wordt ondermijnd door het uitblijven van maatregelen in een andere lidstaat.

(16) De risico's en gevaren van invasieve uitheemse soorten vormen een grensoverschrijdende uitdaging voor de gehele Unie. Daarom is het van essentieel belang dat op Unie-niveau wordt verboden voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten in enige lidstaat opzettelijk of onopzettelijk in te voeren, te reproduceren, te telen, te vervoeren, te kopen, te verkopen, te gebruiken, uit te wisselen, te houden en uit te zetten, om een consistent optreden in de gehele Unie te waarborgen en zo verstoringen op de interne markt te voorkomen evenals situaties waarin het optreden in de ene lidstaat wordt ondermijnd door het uitblijven van maatregelen in een andere lidstaat.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 17

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) Om wetenschappelijk onderzoek en bewaringsactiviteiten ex situ mogelijk te maken moeten specifieke regels worden vastgesteld voor de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die het voorwerp vormen van dergelijke activiteiten. Deze activiteiten moeten worden uitgevoerd in gesloten faciliteiten waar de organismen in een onder controle staande locatie worden gehouden en alle noodzakelijke maatregelen worden genomen om te voorkomen dat voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten ontsnappen of onrechtmatig worden vrijgelaten.

(17) Om wetenschappelijk onderzoek en bewaringsactiviteiten ex situ mogelijk te maken, en in sommige gevallen commerciële teelt of reproductie van soorten met een grote economische, maatschappelijke of ecologische waarde, moeten specifieke regels worden vastgesteld voor de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die het voorwerp vormen van dergelijke activiteiten. Deze activiteiten moeten worden uitgevoerd in gesloten faciliteiten waar de organismen in een onder controle staande locatie worden gehouden en alle noodzakelijke maatregelen worden genomen om te voorkomen dat voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten ontsnappen of onrechtmatig worden vrijgelaten.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Overweging 18

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18) Het kan gebeuren dat uitheemse soorten die nog niet erkend zijn als voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten, aan de grenzen van de Unie opduiken of op het grondgebied van de Unie worden waargenomen. De lidstaten moeten daarom op basis van het beschikbaar wetenschappelijke bewijsmateriaal bepaalde noodmaatregelen kunnen nemen. Dankzij dergelijke noodmaatregelen kunnen onmiddellijk maatregelen worden genomen tegen soorten waarvan de introductie, de vestiging en de verspreiding in die landen een risico kan vormen, terwijl de lidstaten de daadwerkelijke risico's van die soorten overeenkomstig de toepasselijke bepalingen in de verdragen van de Wereldhandelsorganisatie beoordelen, in het bijzonder met het oog op de erkenning van die soorten als voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten. Nationale noodmaatregelen moeten worden gekoppeld aan de mogelijkheid om noodmaatregelen te nemen op Unie-niveau om te voldoen aan de bepalingen van de verdragen van de Wereldhandelsorganisatie. Bovendien bieden noodmaatregelen op Unie-niveau de Unie een mechanisme om snel te handelen in geval van de aanwezigheid of directe gevaar van binnenkomst van een nieuwe invasieve uitheemse soort in overeenstemming met het voorzorgsbeginsel.

(18) Het kan gebeuren dat uitheemse soorten die nog niet erkend zijn als voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten, aan de grenzen van de Unie opduiken of op het grondgebied van de Unie worden waargenomen en dat de onbedoelde of moedwillige introductie ervan in het milieu risico's kan opleveren. De lidstaten moeten daarom op basis van het beschikbaar wetenschappelijke bewijsmateriaal en van goede praktijken bepaalde noodmaatregelen kunnen nemen. Dankzij dergelijke noodmaatregelen kunnen onmiddellijk maatregelen worden genomen tegen soorten waarvan de introductie, de vestiging en de verspreiding in die landen een risico kan vormen, terwijl de lidstaten de daadwerkelijke risico's van die soorten overeenkomstig de toepasselijke bepalingen in de desbetreffende verdragen van de Wereldhandelsorganisatie beoordelen, in het bijzonder met het oog op de erkenning van die soorten als voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten. Nationale noodmaatregelen moeten worden gekoppeld aan de mogelijkheid om noodmaatregelen te nemen op Unie-niveau om te voldoen aan de bepalingen van de desbetreffende verdragen van de Wereldhandelsorganisatie. Bovendien bieden noodmaatregelen op Unie-niveau de Unie een mechanisme om snel te handelen in geval van de aanwezigheid of directe gevaar van binnenkomst van een nieuwe invasieve uitheemse soort in overeenstemming met het voorzorgsbeginsel. Indien noodmaatregelen uitroeiing, beheersing of indamming vereisen, moet rekening worden gehouden met het welzijn van zowel de dieren waarop de maatregelen van toepassing zijn, als de dieren die daarbuiten vallen. De bevoegde autoriteiten moeten de nodige maatregelen nemen om de pijn, de onrust en het lijden van dieren tijdens het proces te voorkomen, waarbij zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met de beste praktijken ter zake.

Motivering

Bij de omgang met invasieve uitheemse soorten is het cruciaal om rekening te houden met het welzijn van de dieren. Dit is eveneens belangrijk om de steun van de burgers te verkrijgen voor de bestrijding van deze soorten. Beste praktijken omvatten bijvoorbeeld de Guiding Principles on Animal Welfare developed by the World Organisation for Animal Health (OIE).

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Overweging 18 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(18 bis) De lidstaten moeten nationale regels voor het beheer van invasieve uitheemse soorten kunnen handhaven of vaststellen die strenger zijn dan die welke zijn vastgelegd in deze verordening.

Motivering

De lidstaten dienen momenteel aanvragen in voor tal van verboden op de invoer, handel en/of het in de handel brengen van IUS: die zijn al van kracht in 13 lidstaten. Omdat de tenuitvoerlegging van bepaalde maatregelen zou kunnen worden belemmerd door een tekort aan middelen, moet het systeem zo worden ontworpen dat, waar mogelijk, de nodige flexibiliteit kan worden betracht, en dat wordt erkend dat de lidstaten al maatregelen nemen om IUS aan te pakken. Duidelijk moet worden gemaakt dat de lidstaten strengere maatregelen moeten kunnen handhaven of treffen.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Overweging 19

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19) De lidstaten moeten strengere maatregelen kunnen nemen om invasieve uitheemse soorten te bestrijden en proactief te kunnen optreden ten aanzien van soorten die niet zijn opgenomen in de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten. Om proactiever te kunnen optreden ten aanzien van niet in de lijst opgenomen soorten moet daarom een toelating worden verleend voor de vrijlating in het milieu van niet in de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten opgenomen invasieve uitheemse soorten die op grond van bewijsmateriaal van de lidstaten een risico vormen. Er zijn al gedetailleerde regels voor de toelating van uitheemse soorten voor gebruik in de aquacultuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 708/2007 en hiermee moet in deze context door de lidstaten rekening worden gehouden.

(19) De lidstaten moeten proactief maatregelen kunnen nemen, zoals regulering van handel, gebruik, vervoer en vrijlating in het wild, ten aanzien van soorten die niet zijn opgenomen in de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten. Om proactiever te kunnen optreden ten aanzien van niet in de lijst opgenomen soorten moet daarom een toelating worden verleend voor de vrijlating in het milieu van niet in de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten opgenomen invasieve uitheemse soorten die op grond van bewijsmateriaal van de lidstaten een risico vormen. Er zijn al gedetailleerde regels voor de toelating van uitheemse soorten voor gebruik in de aquacultuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 708/2007 en hiermee moet in deze context door de lidstaten rekening worden gehouden.

Motivering

Er moet een niet-uitputtende lijst met voorbeelden van de meest geschikte maatregelen worden verstrekt. De mogelijkheid voor lidstaten om strengere maatregelen te treffen komt in een afzonderlijke overweging aan bod. Er moet worden verduidelijkt dat de lidstaten alle nodige maatregelen kunnen nemen ter bescherming van hun inheemse fauna en flora, met inbegrip van nationale handelsbeperkingen ter bestrijding van invasieve soorten.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Een groot deel van de invasieve uitheemse soorten wordt onopzettelijk in de Unie geïntroduceerd. Daarom is het van cruciaal belang de trajecten waarlangs invasieve uitheemse soorten onopzettelijk worden geïntroduceerd te beheersen. Er moet op dit gebied geleidelijk worden opgetreden gezien de relatief beperkte ervaringen op dit gebied. De maatregelen moeten zowel verplichte als vrijwillige maatregelen omvatten, bijvoorbeeld de International Maritime Organisation's Guidelines for the Control and Management of Ships' Biofouling, en voortbouwen op de ervaring in de Unie en in de lidstaten met het beheersen van bepaalde trajecten, bijvoorbeeld maatregelen die zijn vastgesteld op grond van het International Convention for the Control and Management of Ships Ballast Water and Sediments.

(20) Een groot deel van de invasieve uitheemse soorten wordt onopzettelijk in de Unie geïntroduceerd. Daarom is het van cruciaal belang de trajecten waarlangs invasieve uitheemse soorten onopzettelijk worden geïntroduceerd te beheersen. Er moet op dit gebied geleidelijk worden opgetreden gezien de relatief beperkte ervaringen op dit gebied. De maatregelen moeten zowel verplichte als vrijwillige maatregelen omvatten, bijvoorbeeld de International Maritime Organisation's Guidelines for the Control and Management of Ships' Biofouling, en voortbouwen op de ervaring in de Unie en in de lidstaten met het beheersen van bepaalde trajecten, bijvoorbeeld maatregelen die zijn vastgesteld op grond van het International Convention for the Control and Management of Ships Ballast Water and Sediments. De Commissie moet derhalve alle nodige maatregelen nemen om de lidstaten ertoe aan te moedigen dat verdrag te ratificeren, onder meer door de mogelijkheden voor debat op ministersniveau te bevorderen. Onverminderd de bepalingen betreffende nationale actieplannen moet de Commissie [drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] verslag uitbrengen over de implementatie door de lidstaten van die vrijwillige maatregelen en, invoorkomend geval, wetgevingsvoorstellen voorleggen om die maatregelen in de Uniewetgeving op te nemen.

Motivering

Op het moment waarop de effectbeoordeling van de Commissie werd opgesteld hadden slechts vier lidstaten het verdrag geratificeerd, ondanks het feit dat in het verslag dat het Instituut voor Europese Milieupolitiek in 2010 voor de Commissie had opgesteld werd verklaard dat onbehandeld ballastwater en afzetting op scheepsrompen verreweg de belangrijkste oorzaken vormen van de incidentele introductie van uitheemse soorten. Mochten die vrijwillige maatregelen niet succesvol blijken, dan moet de Commissie wetgevend optreden op dit gebied overwegen.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Overweging 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21) Om een adequate kennisbasis te ontwikkelen om de problemen met betrekking tot invasieve uitheemse soorten aan te pakken moeten de lidstaten zorgen voor onderzoek, monitoring en surveillance van deze soorten. Aangezien surveillancesystemen het meest geschikt zijn om nieuwe invasieve inheemse soorten vroegrijdig op te sporen en de verspreiding van reeds gevestigde soorten te bepalen, moeten zij zowel gerichte als algemene onderzoeken omvatten en profiteren van de betrokkenheid van verschillende sectoren en stakeholders (onder meer plaatselijke gemeenschappen). Bij de surveillance moet an voortdurend aandacht worden geschonken aan nieuwe invasieve uitheemse soorten in de gehele Unie. Met het oog op efficiëntie en kosteneffectiviteit moet worden gebruikgemaakt van bestaande systemen voor grenscontrole, surveillance en monitoring die al zijn vastgesteld in Unie-wetgeving, in het bijzonder in de Richtlijnen 2009/147/EG, 92/43/EEG, 2008/56/EG en 2000/60/EG.

(21) Om een adequate kennisbasis te ontwikkelen om de problemen met betrekking tot invasieve uitheemse soorten aan te pakken moeten de lidstaten zorgen voor onderzoek, monitoring en surveillance van deze soorten en beste praktijken voor preventie en beheer van invasieve uitheemse soorten uitwisselen. Aangezien surveillancesystemen het meest geschikt zijn om nieuwe invasieve inheemse soorten vroegtijdig op te sporen en de verspreiding van reeds gevestigde soorten te bepalen, moeten zij zowel gerichte als algemene onderzoeken omvatten en profiteren van de betrokkenheid van verschillende sectoren en stakeholders (onder meer regionale autoriteiten). De surveillancesystemen moeten voortdurend aandacht schenken aan nieuwe invasieve uitheemse soorten in de gehele Unie en moeten met name zorgen voor een uiterst efficiënt en coherent beeld op Unie-niveau. Met het oog op efficiëntie en kosteneffectiviteit moet worden gebruikgemaakt van bestaande systemen voor grenscontrole, surveillance en monitoring die al zijn vastgesteld in Unie-wetgeving, in het bijzonder in de Richtlijnen 2009/147/EG, 92/43/EEG, 2008/56/EG en 2000/60/EG.

Motivering

Waarschuwings-, informatie- en follow-upsystemen die de kennisbasis verbreden mogen niet uitsluitend worden overgelaten aan de afzonderlijke landen, maar zouden gedurende de gehele beheerscyclus van de IUS juist moeten zorgen voor een uiterst efficiënt en coherent beeld op Unie-niveau.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Overweging 24

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(24) De noodzakelijke uitroeiing en beheersing van sommige invasieve uitheemse soorten kan bij de dieren gepaard gaan met pijn, onrust, angst of andere vormen van lijden, zelfs wanneer de beste technische middelen worden gebruikt. Daarom moeten de lidstaten en marktdeelnemers die betrokken zijn bij de uitroeiing, de beheersing of de uitdamming van invasieve uitheemse soorten, de nodige maatregelen nemen om de pijn, de onrust, en het lijden van dieren tijdens het proces tot een minimum te beperken, waarbij zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met de beste praktijken ter zake, bijvoorbeeld de Guiding Principles on Animal Welfare zoals ontwikkeld door de World Organisation for Animal Health (OIE).

(24) De in voorkomend geval noodzakelijk geachte uitroeiing en beheersing van sommige invasieve uitheemse soorten kan bij de dieren gepaard gaan met pijn, onrust, angst of andere vormen van lijden, zelfs wanneer de beste technische middelen worden gebruikt. Daarom moeten de lidstaten en marktdeelnemers die betrokken zijn bij de uitroeiing, de beheersing of de uitdamming van invasieve uitheemse soorten, de nodige maatregelen nemen om de pijn, de onrust, en het lijden van dieren tijdens het proces te voorkomen, waarbij zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met de beste praktijken ter zake, bijvoorbeeld de Guiding Principles on Animal Welfare zoals ontwikkeld door de World Organisation for Animal Health (OIE). Indien uitroeiing of beheer wordt overwogen, moet gebruik gemaakt worden van humane en wetenschappelijk geteste methoden en moeten de lidstaten alle belanghebbenden en wetenschappelijke deskundigen betrekken in het besluitvormingsproces. Niet-letale methoden moeten in overweging worden genomen en alle genomen maatregelen moeten de gevolgen voor soorten waarop de maatregelen niet van toepassing zijn tot een minimum beperken.

Motivering

Wat in overweging 24 over dierenwelzijn wordt gezegd is goed, maar niet toereikend. Pijn, onrust en lijden is op geen enkele manier aanvaardbaar en moet helemaal worden vermeden, niet alleen beperkt. Hoewel beheersing noodzakelijk is gebleken (met toereikend wetenschappelijk bewijsmateriaal om dat te onderbouwen), moeten uitsluitend humane methoden worden gebruikt en moeten de lidstaten verplicht worden om belanghebbenden, zoals dierenwelzijnsorganisaties, in het besluitvormingsproces te betrekken.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Overweging 25

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25) Over het algemeen brengen invasieve uitheemse soorten schade toe aan ecosystemen en verminderen zij het herstellingsvermogen ervan. Daarom zijn er maatregelen nodig om het herstellingsvermogen van de ecosystemen te versterken tegen invasies, de veroorzaakte schade te herstellen en de bescherming van soorten en hun habitats in overeenstemming met artikel 4 van Richtlijn 2009/147/EG en artikel 6 van Richtlijn 92/43/EEG, de ecologische status van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwateren en grondwater in overeenstemming met artikel 11 van Richtlijn 2000/60/EG en de milieutoestand van het mariene milieu in overeenstemming met artikel 13 van Richtlijn 2008/56/EG te verbeteren.

(25) Over het algemeen brengen invasieve uitheemse soorten schade toe aan ecosystemen en verminderen zij het herstellingsvermogen ervan. Daarom moeten er proportionele maatregelen worden genomen om het herstellingsvermogen van de ecosystemen te versterken tegen invasies, de veroorzaakte schade te herstellen en de bescherming van soorten en hun habitats in overeenstemming met artikel 4 van Richtlijn 2009/147/EG en artikel 6 van Richtlijn 92/43/EEG, de ecologische status van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwateren en grondwater in overeenstemming met artikel 11 van Richtlijn 2000/60/EG en de milieutoestand van het mariene milieu in overeenstemming met artikel 13 van Richtlijn 2008/56/EG te verbeteren. Wanneer marktdeelnemers verantwoordelijk worden geacht voor de opzettelijke of onopzettelijke introductie of verspreiding van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten, moeten ze aansprakelijk worden gesteld en een significante bijdrage leveren aan het vergoeden van de herstelkosten, in overeenstemming met het beginsel 'de vervuiler betaalt'.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Overweging 26

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(26) Een systeem voor de aanpak van invasieve uitheemse soorten moet worden ondersteund door een gecentraliseerd informatiesysteem dat informatie over uitheemse soorten in de Unie ordent en toegang biedt tot gegevens over de aanwezigheid van soorten, de verspreiding en de ecologie ervan, de invasiegeschiedenis en alle andere noodzakelijke informatie ter ondersteuning van beleids- en beheersmaatregelen.

(26) Een systeem voor de aanpak van invasieve uitheemse soorten moet worden ondersteund door een gecentraliseerd informatiesysteem dat informatie over uitheemse soorten in de Unie ordent en toegang biedt tot gegevens over de aanwezigheid van soorten, de verspreiding en de ecologie ervan, de invasiegeschiedenis en alle andere noodzakelijke informatie ter ondersteuning van beleids- en beheersmaatregelen, maar ook van uitwisseling van goede praktijken. Grensoverschrijdende samenwerking, met name met de buurlanden, en coördinatie tussen de lidstaten, in het bijzonder in een bepaalde biogeografische regio van de Unie, zoals bedoeld in Richtlijn 92/43/EEG, vormen een essentiële voorwaarde voor de doeltreffendheid van deze wetgeving. Het informatiesysteem over invasieve uitheemse soorten moet informatie opnemen uit bestaande databanken, zowel op het niveau van de individuele lidstaten, de Europese regio's (NOBANIS), als het gehele continent (DAISIE). Bij de ontwikkeling van het gecentraliseerd informatiesysteem moet de Commissie een beroep kunnen doen op het Europees Milieuagentschap, wanneer dit naar behoren kan worden gemotiveerd door de aard van de actie en de specifieke deskundigheid van het Agentschap. Wanneer de Commissie een beroep doet op het Agentschap, moet zij naar behoren rekening houden met de gevolgen voor de bestuursstructuur van het Agentschap en voor de financiële middelen alsmede het menselijk potentieel ervan.

Motivering

De habitatrichtlijn 92/43/EEG verwijst naar negen biogeografische regio's van de Europese Unie met hun eigen specifieke kenmerken: het Alpiene gebied, de Atlantische zone, het Zwarte Zeegebied, de boreale biogeografische regio, de continentale zone, Macaronesië, het Middellandse Zeegebied, de Pannonische regio en de biogeografische regio steppegebied. Het gecoördineerde gecentraliseerde informatiesysteem is van doorslaggevend belang voor het welslagen van de voorgestelde maatregelen, en de Commissie zou alle beschikbare middelen moeten aanwenden om de uitvoering te ondersteunen, inclusief met name de zeer relevante deskundigheid van het Europese Milieuagentschap. Personeel moet worden ingezet waar nodig, rekening houdend met de kosten-efficiëntie van het delegeren van de taken.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Overweging 27

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(27) Bij Richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 tot voorziening in inspraak van het publiek in de opstelling van bepaalde plannen en programma's betreffende het milieu21 is een kader vastgesteld voor openbare raadpleging in verband met milieugerelateerde beslissingen. Bij de ontwikkeling van maatregelen ten aanzien van invasieve uitheemse soorten moet het publiek daadwerkelijk inspraak hebben en moeten de beleidsmakers met de standpunten en bekommernissen van het publiek rekening houden, waardoor de verantwoordingsplicht en de transparantie van de besluitvorming worden vergroot en het publiek zich beter bewust is van milieuvraagstukken en de genomen beslissingen sterker steunt.

(27) Bij Richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 tot voorziening in inspraak van het publiek in de opstelling van bepaalde plannen en programma's betreffende het milieu21 is een kader vastgesteld voor openbare raadpleging in verband met milieugerelateerde beslissingen. Bij de ontwikkeling van maatregelen ten aanzien van invasieve uitheemse soorten moet het publiek daadwerkelijk inspraak hebben en moeten de beleidsmakers met de standpunten en bekommernissen van het publiek rekening houden, waardoor de verantwoordingsplicht en de transparantie van de besluitvorming worden vergroot en het publiek zich beter bewust is van milieuvraagstukken en de genomen beslissingen sterker steunt. Vroegtijdige en effectieve deelname van het publiek is met name van belang tijdens het proces van het goedkeuren of bijwerken van de lijst met voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten en het vaststellen van actieplannen en maatregelen door de lidstaten. De lokale en regionale overheidsinstanties dienen ook bij de besluiten van de lidstaten ten aanzien van de aanpak van invasieve soorten te worden betrokken, omdat zij een fundamentele rol spelen in de tenuitvoerlegging ervan alsook in de bewustmaking en de voorlichting van het publiek.

____________

_____________

21 PB L 156 van 25.6.2003, blz. 17.

21 PB L 156 van 25.6.2003, blz. 17.

Motivering

Het publiek is altijd erg gevoelig voor beperkende maatregelen. Er is geen vooruitgang mogelijk in de aanpak van IUS zonder effectieve ondersteuning van het publiek.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Overweging 27 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(27 bis) De tenuitvoerlegging van deze verordening, met name wat de opstelling en de bijwerking van de lijst met voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten, de risicobeoordeling, noodmaatregelen en maatregelen voor de snelle uitroeiing in een vroeg stadium van de invasie betreft, moet worden onderbouwd met deugdelijk wetenschappelijk bewijs, wat inhoudt dat de wetenschappelijke wereld er voortdurend op effectieve wijze bij moet worden betrokken. Er moet derhalve actief naar input worden gezocht door middel van regelmatige raadpleging van wetenschappers, met name door de oprichting van een specifiek orgaan (het "Wetenschappelijk Forum") om de Commissie te adviseren.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Overweging 28

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(28) Met het oog op uniforme voorwaarden voor de toepassing van deze verordening, voor de goedkeuring en bijwerking van de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten, voor het toestaan van derogaties van de verplichting invasieve uitheemse soorten snel uit te roeien en voor het nemen van noodmaatregelen op Unie-niveau, moeten uitvoeringsbevoegdheden worden gedelegeerd aan de Commissie. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren22.

(28) Met het oog op uniforme voorwaarden voor de toepassing van deze verordening, voor de verlening van specifieke nationale vrijstellingen en voor het toestaan van derogaties van de verplichting invasieve uitheemse soorten snel uit te roeien en voor het nemen van noodmaatregelen op Unie-niveau, moeten uitvoeringsbevoegdheden worden gedelegeerd aan de Commissie. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren22.

______________

_____________

22 PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

22 PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Overweging 29

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(29) Om rekening te kunnen houden met de meest recente wetenschappelijke ontwikkelingen op milieugebied moet de Commissie de bevoegdheid worden verleend handelingen vast te stellen in overeenstemming met artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ter vaststelling van hoe geconcludeerd moet worden dat invasieve uitheemse soorten in staat zijn om een levensvatbare populatie te vestigen en om zich te verspreiden, evenals voor het vaststellen van de gemeenschappelijke elementen voor de ontwikkeling van risicobeoordelingen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens de voorbereiding passend overleg pleegt, onder meer met deskundigen. Bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen moet de Commissie ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig aan het Europees Parlement en de Raad worden toegezonden.

(29) Om rekening te kunnen houden met de meest recente wetenschappelijke ontwikkelingen op milieugebied moet de Commissie de bevoegdheid worden verleend handelingen vast te stellen in overeenstemming met artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met betrekking tot het opstellen en bijwerken van de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten ter vaststelling van hoe geconcludeerd moet worden dat invasieve uitheemse soorten in staat zijn om een levensvatbare populatie te vestigen en om zich te verspreiden, evenals voor het vaststellen van de gemeenschappelijke elementen voor de ontwikkeling van risicobeoordelingen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens de voorbereiding passend overleg pleegt, onder meer met deskundigen door het wetenschappelijke forum te raadplegen. Bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen moet de Commissie ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig aan het Europees Parlement en de Raad worden toegezonden.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Overweging 30

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(30) Om de naleving van deze verordening te garanderen, moeten de lidstaten ontradende, doeltreffende en evenredige sancties opleggen voor inbreuken, rekening houdend met de aard en de ernst van de inbreuk.

(30) Om de naleving van deze verordening te garanderen, moeten de lidstaten ontradende, doeltreffende en evenredige sancties opleggen voor inbreuken, rekening houdend met de aard en de ernst van de inbreuk. Bij sancties moet rekening worden gehouden met het beginsel 'de vervuiler betaalt' en ze moeten worden opgelegd aan alle personen (commercieel of niet-commercieel) die verantwoordelijk zijn voor het al dan niet opzettelijk introduceren van uitheemse soorten.

Motivering

In Richtlijn 2004/35/EG betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade wordt een precedent geschept om het beginsel van "de vervuiler betaalt" als rechtsmiddel te benutten, met name voor de bescherming van soorten en natuurlijke habitats.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Overweging 32

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(32) Om commerciële marktdeelnemers, met mogelijkerwijze rechtmatige, bijvoorbeeld marktdeelnemers die een vergunning hebben ontvangen in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 708/2007, in staat te stellen hun voorraad voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten op te gebruiken wanneer deze nieuwe regels in werking treden, krijgen zij twee jaar tijd om de exemplaren te slachten, te verkopen of over te dragen aan onderzoeksinstellingen of instellingen voor bewaring ex-situ.

(32) Om commerciële marktdeelnemers, bijvoorbeeld marktdeelnemers die een vergunning hebben ontvangen in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 708/2007, in staat te stellen hun voorraad voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten op te gebruiken wanneer deze nieuwe regels in werking treden, krijgen zij twee jaar tijd om de exemplaren op humane wijze te ruimen, te verkopen of over te dragen aan onderzoeksinstellingen of instellingen voor bewaring ex-situ.

Motivering

Het woord "slachten" is niet geschikt in deze context, aangezien het vaak gebruikt wordt om te verwijzen naar het doden van dieren voor voedsel of gebruik; De term moet worden vervangen door "op humane wijze ruimen".

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Deze verordening is van toepassing op alle invasieve uitheemse soorten in de Unie, zoals gedefinieerd in artikel 3, onder 2.

1. Deze verordening is van toepassing op alle invasieve uitheemse soorten, zoals gedefinieerd in artikel 3, onder 2.

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) dierziekten die zijn gereguleerd, zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder 14, van Verordening (EU) nr. XXX/XXXX [diergezondheidswetgeving COM(2013) 260 definitief)];

c) verwekkers van dierziekten die zijn gereguleerd, zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder 14, van Verordening (EU) nr. XXX/XXXX [diergezondheidswetgeving COM(2013) 260 definitief)];

Motivering

Aangezien deze verordening handelt over "soorten" lijkt het passender en duidelijker te spreken over "verwekkers van dierziekten" dan over "dierziekten".

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 2 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) soorten opgenomen in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 708/2007;

Schrappen

Motivering

Een samenhangend rechtskader voor invasieve uitheemse soorten (zie ook overweging 9) vereist dat soorten of activiteiten alleen van het toepassingsgebied van deze verordening worden uitgesloten als hun nadelige effecten op de biodiversiteit en ecosysteemdiensten niet onder andere voorschriften vallen. In bijlage IV van Verordening 708/2007 opgenomen soorten worden uitgesloten van de in die verordening voor de aquacultuur vastgestelde procedures, maar het toepassingsgebied van de verordening inzake invasieve uitheemse soorten is breder, omdat er soorten in opgenomen zijn die op andere gebieden worden gebruikt, bijvoorbeeld voor de handel in huisdieren of in dierentuinen en aquaria: die soorten moeten derhalve in deze verordening worden opgenomen en onderworpen aan de hierin vastgestelde procedures.

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – punt 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1) "uitheemse soorten": levende exemplaren van soorten, ondersoorten of lagere taxa van dieren, planten, schimmels of micro-organismen die zijn geïntroduceerd buiten het vroegere of huidige natuurlijke verspreidingsgebied, met inbegrip van alle delen, gameten, zaadcellen, eicellen of propagulen van die soorten alsook alle kruisingen, variëteiten of rassen, die kunnen overleven en zich vervolgens kunnen voortplanten;

1) "uitheemse soorten": levende exemplaren van soorten, ondersoorten of lagere taxa van dieren, planten, schimmels of micro-organismen die zijn geïntroduceerd buiten het vroegere of huidige natuurlijke verspreidingsgebied of die daarnaar zijn gemigreerd, met inbegrip van alle delen, gameten, zaadcellen, eicellen of propagulen van die soorten alsook alle verwilderde gedomesticeerde soorten, kruisingen, variëteiten of rassen, die kunnen overleven en zich vervolgens kunnen voortplanten;

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – punt 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2) "invasieve uitheemse soorten": uitheemse soorten waarvan op basis van een risicobeoordeling is vastgesteld dat de introductie of verspreiding ervan een bedreiging wordt voor de biodiversiteit en ecosysteemdiensten en die tevens negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid of de economie kunnen hebben;

2) "invasieve uitheemse soorten": uitheemse soorten waarvan op basis van een risicobeoordeling is vastgesteld dat de introductie en verspreiding ervan een bedreiging wordt voor of effect heeft op de biodiversiteit en ecosysteemdiensten en die tevens negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid, de economie en de samenleving als geheel kunnen hebben;

Motivering

Deze kleine aanpassing waarborgt de samenhang met artikel 4, lid 2, onder b) en artikel 5, lid 1, onder b), c) en d). Verduidelijking in overeenstemming met het belangrijkste doel van deze verordening, als genoemd in artikel 1.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – punt 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3) "voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten": invasieve uitheemse soorten waarvan de negatieve effecten zodanig zijn dat op het niveau van de Unie eensgezind moet worden opgetreden overeenkomstig artikel 4, lid 2;

3) "voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten": invasieve uitheemse soorten, die uitheems zijn op het grondgebied van de Unie, met uitzondering van de ultraperifere regio's, of uitheems zijn voor een bepaalde biogeografische regio van de Unie, maar inheems voor een andere regio, waarvan de negatieve effecten in een of meerdere lidstaten zodanig zijn dat op het niveau van de Unie eensgezind moet worden opgetreden overeenkomstig artikel 4, lid 2.

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – punt 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis) "voor lidstaten zorgwekkende invasieve uitheemse soorten": andere invasieve uitheemse soorten dan voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die door een lidstaat op grond van wetenschappelijk bewijsmateriaal geacht worden in geval van introductie en verspreiding aanzienlijke negatieve gevolgen te hebben voor het eigen grondgebied of een deel daarvan, ook wanneer die gevolgen nog niet geheel vaststaan, en maatregelen behoeven op het niveau van die lidstaat;

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – punt 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7) "onderzoek": beschrijvende onder gereguleerde omstandigheden uitgevoerde of experimentele werkzaamheden ter verwerving van nieuwe kennis of ter ontwikkeling van nieuwe producten, met inbegrip van de aanvangsfasen van identificatie, karakterisering en isolering van genetische kenmerken – met uitzondering van invasiviteit - van invasieve uitheemse soorten voor zover dit essentieel is voor het doen ontstaan van deze kenmerken bij niet-invasieve soorten;

7) "onderzoek": beschrijvende onder gereguleerde omstandigheden uitgevoerde of experimentele werkzaamheden ter verwerving van nieuwe wetenschappelijke inzichten of ter ontwikkeling van nieuwe producten, met inbegrip van de aanvangsfasen van identificatie, karakterisering en isolering van genetische kenmerken – met uitzondering van eigenschappen die de soort invasief maken – van invasieve uitheemse soorten voor zover dit essentieel is voor het doen ontstaan van deze kenmerken bij niet-invasieve soorten;

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – punt 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

12) "uitroeiing": de volledige en permanente verwijdering van de populatie van een invasieve uitheemse soort door middel van fysieke, chemische of biologische middelen;

12) "uitroeiing": de volledige en permanente verwijdering van de populatie van een invasieve uitheemse soort door middel van letale of niet-letale fysieke, chemische of biologische middelen;

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – punt 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

14) "beheer": fysieke, chemische of biologische maatregelen om de populatie van een invasieve uitheemse soort uit te roeien, te beheersen of in te dammen;

14) "beheer": letale of niet-letale fysieke, chemische of biologische maatregelen om de populatie van een invasieve uitheemse soort uit te roeien, te beheersen of in te dammen, waarbij tegelijkertijd de effecten op soorten en hun habitats waarop de maatregelen niet van toepassing zijn worden voorkomen;

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – punt 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

16) "populatiebeheersing": fysieke, chemische of biologische maatregelen om het aantal exemplaren van de populatie van een invasieve uitheemse soort zo laag mogelijk te houden, zodat - hoewel de soort niet kan worden uitgeroeid - de invasieve capaciteiten en de negatieve gevolgen voor de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten of voor de menselijke gezondheid en de economie tot een minimum worden beperkt.

16) "populatiebeheersing": letale of niet-letale fysieke, chemische of biologische maatregelen om het aantal exemplaren van de populatie van een invasieve uitheemse soort zo laag mogelijk te houden, waarbij tegelijkertijd de effecten op soorten en hun habitats waarop de maatregelen niet van toepassing zijn worden voorkomen, zodat – hoewel de soort niet kan worden uitgeroeid – de invasieve capaciteiten en de negatieve gevolgen voor de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten of voor de menselijke gezondheid en de economie tot een minimum worden beperkt.

Amendement  38

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Er wordt door de Commissie een lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten vastgesteld en bijgewerkt, door middel van uitvoeringshandelingen op basis van criteria van lid 2. De uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 22, lid 2.

1. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 23 gedelegeerde handelingen vast te stellen om een lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten en taxonomische soortgroepen vast te stellen op basis van de criteria die staan vermeld in lid 2. De lijst neemt de vorm aan van een bijlage bij deze verordening.

Motivering

De lijst van voor de Unie zorgwekkende IUS moet als bijlage bij de basiswetgevingshandeling worden gevoegd vanwege het fundamentele belang ervan en het nauwe verband met het toepassingsgebied van de handeling. Door de lijst als bijlage bij de basiswetgevingshandeling te voegen wordt meer juridische duidelijkheid gecreëerd dan met een op zich zelf staande lijst. Dientengevolge is de passende procedure om een lijst in een bijlage van een verordening vast te stellen en bij te werken, die van de gedelegeerde handelingen. In de verordening moeten, waar passend, taxonomische soortgroepen met gelijksoortige ecologische vereisten worden opgenomen om te voorkomen dat de handel eenvoudig overstapt van een soort op de voor de Unie zorgwekkende lijst naar een gelijksoortige, maar niet in de lijst opgenomen soort (toen de roodwangsierschildpad werd toegevoegd aan bijlage B van Verordening (EG) nr. 338/97, verschoof de handel bijvoorbeeld eenvoudig naar de geelbuikschildpad).

Amendement  39

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De in lid 1 bedoelde gedelegeerde handelingen worden ten laatste vastgesteld op ...* [PB gelieve invoegen: 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening].

Motivering

Een uitdrukkelijke termijn voor de goedkeuring van de eerste lijst van voor de Unie zorgwekkende IUS is belangrijk voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van de nieuwe bepalingen, afgezien van het feit dat het hele proces hierdoor transparanter wordt en dat de belanghebbenden zo de mogelijkheid krijgen om zich aan te passen aan en te reageren op de nieuwe wetgevingssituatie.

Amendement  40

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 23 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in lid 1 vermelde lijst bij te werken op basis van de criteria die staan vermeld in lid 2.

Motivering

De procedure van het bijwerken van de lijst moet duidelijk worden gescheiden van de procedure van het vaststellen van de lijst.

Amendement  41

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Invasieve uitheemse soorten worden alleen opgenomen op de in lid 1 vermelde lijst als ze aan alle onderstaande criteria voldoen:

2. Invasieve uitheemse soorten of taxonomische soortgroepen worden alleen opgenomen op de in lid 1 vermelde lijst als ze aan alle onderstaande criteria voldoen:

Motivering

In de verordening moeten taxonomische soortgroepen van nauw verwante soorten met gelijksoortige ecologische vereisten worden opgenomen om te voorkomen dat de handel eenvoudig overstapt van een soort op de voor de Unie zorgwekkende lijst naar een gelijksoortige, maar niet in de lijst opgenomen soort (toen de roodwangsierschildpad werd toegevoegd aan bijlage B van Verordening (EG) nr. 338/97, verschoof de handel bijvoorbeeld eenvoudig naar de geelbuikschildpad).

Amendement  42

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) uit het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze uitheems zijn op het grondgebied van de Unie, met uitzondering van de ultraperifere regios;

a) ze blijken op basis van het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal uitheems te zijn op het grondgebied van een of meerdere lidstaten, met uitzondering van de ultraperifere regio's, of uitheems te zijn voor een bepaalde biogeografische regio van de Unie, maar inheems voor een andere regio;

Motivering

De verordening bestrijkt momenteel alleen de soorten die uitheems zijn op het gehele grondgebied van de Europese Unie. Dit amendement is noodzakelijk om in het toepassingsgebeid van de verordening die soorten op te nemen die invasief zijn in een bepaald deel van de Unie, maar inheems zijn in een ander gebied in de Unie.

Amendement  43

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) uit het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze in staat zijn een levensvatbare populatie te vormen en zich overal in de Unie in het milieu te verspreiden – behalve in de ultraperifere regios - onder de huidige omstandigheden of als gevolg van te verwachten klimaatveranderingen;

b) uit het beste en meest recente beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze in staat zijn een levensvatbare populatie te vormen en zich overal in de Unie in het milieu te verspreiden – behalve in de ultraperifere regio's - onder de huidige omstandigheden of als gevolg van te verwachten klimaatveranderingen;

Amendement  44

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 3 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten kunnen bij de Commissie een verzoek indienen voor de opname van invasieve uitheemse soorten op de in lid 1 vermelde lijst. Deze verzoeken bevatten alle onderstaande criteria:

De lidstaten kunnen bij de Commissie een verzoek indienen voor de opname van invasieve uitheemse soorten op de in lid 1 vermelde lijst. Deze verzoeken bevatten alle onderstaande data:

Amendement  45

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 3 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) de naam van de soort;

a) de naam van de soort of de taxonomische soortgroep;

Amendement  46

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 3 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) bewijsmateriaal dat de soort voldoet aan de genoemde criteria van lid 2.

c) bewijsmateriaal dat de soort of de taxonomische soortgroep voldoet aan de genoemde criteria van lid 2.

Amendement  47

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. Soorten die zijn opgenomen in de in lid 1 vermelde lijst worden geselecteerd op basis van criteria die rekening houden met de mate waarin het soort invasief is of kan worden op het grondgebied van de Unie, en de omvang van het feitelijke of potentiële effect op de biodiversiteit of de ecosysteemdiensten, en de menselijke gezondheid of economische belangen.

Motivering

Hoewel de voorgestelde verordening details bevat van de risicobeoordelingen die moeten worden gehouden ter ondersteuning van de selectie van soorten waarop de verordeningen van toepassing zijn, is er geen indicatie van wat de basis van de selectiecriteria zal zijn.

Amendement  48

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 3 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter. Op de in lid 1 vermelde lijst moet worden aangegeven of een lidstaat aanvragen voor vrijstellingen heeft ingediend, of dat hem vrijstellingen zijn verleend, overeenkomstig artikel 4 bis.

Amendement  49

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De in lid 1 vermelde lijst omvat maximaal vijftig soorten, met inbegrip van de soorten die aan de lijst kunnen worden toegevoegd als gevolg van de bij artikel 9 vastgestelde noodmaatregelen.

Schrappen

Amendement  50

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 4 bis

 

Nationale vrijstellingen voor voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten

 

1. Voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die in een lidstaat inheems zijn, vallen niet onder de beperkingen als bedoeld in artikel 7, lid 1, onder b) t/m g) en in de artikelen 8, 11 t/m 13 en 15 op het grondgebied van de lidstaat waar zij inheems zijn.

 

2. Lidstaten mogen bij de Commissie een aanvraag indienen voor een vrijstelling van iedere of alle beperkingen als bedoeld in artikel 7, lid 1, onder b) t/m g) en in de artikelen 8, 11 t/m 15 en 19 voor een voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soort.

 

3. Een aanvraag voor een vrijstelling mag alleen worden ingediend als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

 

a) op basis van degelijk wetenschappelijk bewijs wordt aangetoond dat die soort niet invasief is op het grondgebied van die lidstaat en geen aanzienlijke schade toebrengt in naburige lidstaten;

 

b) uit een kosten-batenanalyse op basis van de beschikbare gegevens blijkt met redelijke zekerheid dat de kosten uitzonderlijk hoog zullen zijn en niet in verhouding staan tot de voordelen, rekening houdend met de sociaaleconomische situatie van die lidstaat.

 

4. Een aanvraag voor een vrijstelling wordt naar behoren gemotiveerd en gaat vergezeld van het in lid 3, onder a) of b) bedoelde bewijs.

 

5. De Commissie besluit door middel van uitvoeringshandelingen of de aanvraag wordt goedgekeurd of afgewezen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 22, lid 2.

 

6. De lidstaten nemen indammingsmaatregelen om de verdere verspreiding van de soort te voorkomen, totdat het in lid 5 bedoelde besluit is goedgekeurd.

Amendement  51

Voorstel voor een verordening

Artikel 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 5

Artikel 5

Risicobeoordeling en gedelegeerde handelingen

Risicobeoordeling en gedelegeerde handelingen

1. De Commissie of de lidstaten voeren de in artikel 4, lid 2, onder c, en lid 3, onder b, vermelde risicobeoordeling uit met inachtneming van de volgende elementen:

1. De Commissie, in voorkomend geval met hulp van de lidstaten, voert de in artikel 4, lid 2, onder c, en lid 3, onder b, vermelde risicobeoordeling uit met inachtneming van de volgende elementen:

 

a) een beschrijving van de soort met de taxonomische identiteit, het verleden, het natuurlijke verspreidingsgebied en het potentiële verspreidingsgebied ervan;

a) een beschrijving van de soort met de taxonomische identiteit, het verleden, het natuurlijke verspreidingsgebied en het potentiële verspreidingsgebied ervan;

b) een beschrijving van de voortplantings- en verspreidingspatronen, met inbegrip van een beoordeling van de vraag of de voor voortplanting en verspreiding noodzakelijke milieuomstandigheden aanwezig zijn;

b) een beschrijving van de voortplantings- en verspreidingspatronen en -dynamiek, met inbegrip van een beoordeling van de vraag of de voor voortplanting en verspreiding noodzakelijke milieuomstandigheden aanwezig zijn;

c) een beschrijving van de mogelijke trajecten van zowel opzettelijke als onopzettelijke binnenkomst en verspreiding eventueel met inbegrip van de producten waarmee de soort over het algemeen wordt geassocieerd;

c) een beschrijving van de mogelijke trajecten van zowel opzettelijke als onopzettelijke binnenkomst en verspreiding eventueel met inbegrip van de producten waarmee de soort over het algemeen wordt geassocieerd;

d) een grondige beoordeling van het risico van binnenkomst, vestiging en verspreiding in relevante biogeografische regio's onder de huidige omstandigheden en als gevolg van te verwachten klimaatveranderingen;

d) een grondige beoordeling van het risico van binnenkomst, vestiging en verspreiding in relevante biogeografische regio's onder de huidige omstandigheden en als gevolg van te verwachten klimaatveranderingen;

e) een beschrijving van het huidige verspreidingsgebied van de soort, met inbegrip van de vraag of de soort al aanwezig is in de Unie of in buurlanden;

e) een beschrijving van het huidige verspreidingsgebied van de soort, met inbegrip van de vraag of de soort al als een inheemse of uitheemse soort aanwezig is in de Unie of in buurlanden, en een voorspelling van het toekomstige verspreidingsgebied;

f) een beschrijving van de negatieve gevolgen voor de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten - met inbegrip van de negatieve gevolgen voor inheemse soorten, beschermde sites, bedreigde habitats, de menselijke gezondheid en de economie - en een beoordeling van de omvang van de toekomstige gevolgen;

f) een beschrijving¸ of een raming op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke kennis, van de negatieve gevolgen voor de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten – met inbegrip van de negatieve gevolgen voor inheemse soorten, beschermde sites, bedreigde habitats, de economie, de volksgezondheid en de openbare veiligheid;

g) een gekwantificeerde raming van de schadekosten op Unie-niveau, om het belang voor de Unie aan te tonen en verdere maatregelen rechtvaardigen wanneer de totale schade de kosten om de schade te beperken overstijgen;

g) een beoordeling van de potentiële kosten van schade op Unie-niveau, om het belang voor de Unie aan te tonen;

h) een beschrijving van het mogelijke gebruik en de mogelijke voordelen van het gebruik van de soort.

h) een beschrijving van het mogelijke gebruik en de mogelijke voordelen van het gebruik van de soort;

 

h bis) een evaluatie en selectie van de opties om het risico van de introductie en de verspreiding van invasieve uitheemse soorten te verminderen.

2. De Commissie krijgt de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 23 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter nadere specificatie van het type toelaatbaar wetenschappelijk bewijsmateriaal, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), en voor het opstellen van een gedetailleerde beschrijving van de toepassing van de in lid 1, onder a) tot en met h) van dit artikel, genoemde elementen – met inbegrip van de voor de beoordeling van die elementen toe te passen methode –, rekening houdend met relevante nationale en internationale normen en de noodzaak prioriteit te verlenen aan maatregelen tegen soorten die geassocieerd worden met aanzienlijke economische schade of die potentieel aanzienlijke economische schade kunnen aanrichten, met inbegrip van schade als gevolg van verlies aan biodiversiteit.

2. De Commissie krijgt de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 23 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter nadere specificatie van het type toelaatbaar wetenschappelijk bewijsmateriaal, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), en voor het opstellen van een gedetailleerde beschrijving van de toepassing van de in lid 1, onder a) tot en met h bis) van dit artikel, genoemde elementen – met inbegrip van de voor de beoordeling van die elementen toe te passen methode –, rekening houdend met relevante nationale en internationale normen en de noodzaak prioriteit te verlenen aan maatregelen tegen soorten die geassocieerd worden met of die potentieel aanzienlijke schade aan de menselijke gezondheid en de economie kunnen aanrichten, met inbegrip van schade als gevolg van verlies aan biodiversiteit.

Amendement  52

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Soorten op de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst die inheems zijn in een ultraperifere regio, zijn niet onderworpen aan de artikelen 7, 8, 11 en 13 tot en met 17 in de ultraperifere regio waar zij inheems zijn.

1. Voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die inheems zijn in een ultraperifere regio, zijn niet onderworpen aan de artikelen 7, 8, 11 en 13 tot en met 17 in de ultraperifere regio waar zij inheems zijn.

Motivering

Aangezien we over de definitie van voor de Unie zorgwekkende IUS beschikken, is het beter om overal in de tekst uitdrukkelijk te verwijzen naar die definitie.

Amendement  53

Voorstel voor een verordening

Artikel 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 7

Artikel 7

Verbod op voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten

Restricties op voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten

1. De soorten op de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst mogen niet opzettelijk:

1. De voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten mogen niet opzettelijk of uit onachtzaamheid:

a) op het grondgebied van de Unie worden binnengebracht of doorheen het grondgebied van de Unie worden vervoerd;

a) in een lidstaat worden geïntroduceerd of doorheen een lidstaat worden vervoerd;

b) worden toegestaan zich voort te planten;

b) worden toegestaan zich voort te planten;

c) worden vervoerd, behalve om naar uitroeiingsfaciliteiten te worden vervoerd;

c) worden vervoerd, behalve om naar faciliteiten te worden vervoerd in het kader van uitroeiing;

(d) in de handel worden gebracht;

d) in de handel worden gebracht, of te koop worden aangeboden;

(e) worden gebruikt of uitgewisseld;

e) worden gebruikt of uitgewisseld;

f) worden gehouden of gekweekt, ook niet in een onder controle staande locatie;

f) in afwijking van artikel 8, worden gehouden of gekweekt, ook niet in een onder controle staande locatie;

g) worden vrijgelaten in het milieu.

g) worden vrijgelaten in het milieu.

2. De lidstaten voorkomen de onopzettelijke introductie van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten in overeenstemming met artikel 11, leden 3 en 4.

2. De lidstaten voorkomen iedere andere onopzettelijke introductie van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten in overeenstemming met artikel 11, leden 3 en 4.

 

2 bis. De lidstaten mogen strengere nationale regels handhaven of vaststellen om de introductie, de vestiging en de verspreiding van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten te voorkomen.

 

(De wijziging van 'verbod' in 'restricties' geldt voor de hele tekst. Bij aanneming van dit amendement moet deze wijziging in de gehele tekst worden doorgevoerd.)

Amendement  54

Voorstel voor een verordening

Artikel 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 8

Artikel 8

Vergunningen voor onderzoek en bewaring ex-situ

Vergunningen

1. In afwijking van de verboden in artikel 7, lid 1, onder a), b), c), e) en f) stellen de lidstaten een vergunningsysteem vast op basis waarvan bepaalde instellingen voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten mogen onderzoeken of ex situ bewaren.

1. In afwijking van de restricties in artikel 7, lid 1, onder a), b), c), e) en f) stellen de lidstaten een vergunningsysteem vast op basis waarvan bepaalde instellingen voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten mogen onderzoeken of ex situ bewaren. De lidstaten kunnen ook een vergunningsysteem vaststellen op basis waarvan gespecialiseerde instellingen die zich met de commerciële teelt van plantensoorten of de commerciële reproductie van diersoorten zoals bedoeld in Richtlijn 98/58/EG van de Raad bezighouden dat soort activiteiten op voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten mogen toepassen, op voorwaarde dat die soorten een grote economische, maatschappelijke of ecologische waarde hebben, en onverminderd het bepaalde in artikel 22, onder b), van Richtlijn 92/43/EEG en artikel 11 van Richtlijn 2009/147/EG.

2. De lidstaten verlenen de betreffende bevoegde autoriteiten de bevoegdheid om de in lid 1 vermelde vergunningen te verlenen voor activiteiten in onder controle staande locaties die aan alle onderstaande voorwaarden voldoen:

2. De lidstaten verlenen de betreffende bevoegde autoriteiten de bevoegdheid om de in lid 1 vermelde vergunningen te verlenen voor activiteiten in onder controle staande locaties die aan alle onderstaande voorwaarden voldoen:

a) de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten worden gehouden en behandeld in gesloten faciliteiten, zoals bedoeld in lid 3;

a) de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten worden gehouden en behandeld in gesloten faciliteiten, zoals bedoeld in lid 3;

b) de activiteit wordt uitsluitend uitgevoerd bdoor personeel dat beschikt over de door de bevoegde autoriteiten voorgeschreven wetenschappelijke en technische kwalificaties;

b) de activiteit wordt uitsluitend uitgevoerd door personeel dat beschikt over de door de bevoegde autoriteiten voorgeschreven wetenschappelijke of technische kwalificaties;

c) het vervoer naar en van de gesloten faciliteit is door de bevoegde autoriteit toegestaan en vindt plaats onder omstandigheden die de ontsnapping van invasieve uitheemse soorten onmogelijk maakt;

c) het vervoer naar en van de gesloten faciliteit is door de bevoegde autoriteit toegestaan en vindt plaats onder omstandigheden die de ontsnapping van invasieve uitheemse soorten onmogelijk maakt;

d) zijn de invasieve uitheemse soorten dieren, dan worden ze waar mogelijk gemarkeerd;

d) zijn de invasieve uitheemse soorten dieren, dan worden ze waar mogelijk gemarkeerd met behulp van methoden die geen vermijdbare pijn, stress of lijden veroorzaken;

e) het risico op ontsnapping, verspreiding of verwijdering wordt op doeltreffende wijze beheerst, rekening houdend met de identiteit, de biologie en de verspreidingsvormen van de soort, de activiteit en de beoogde gesloten faciliteit, de interactie met het milieu en andere relevante factoren met betrekking tot het risico dat die soort vormt;

e) het risico op ontsnapping, verspreiding of verwijdering wordt op doeltreffende wijze beheerst, rekening houdend met de identiteit, de biologie en de verspreidingsvormen van de soort, de activiteit en de beoogde gesloten faciliteit, de interactie met het milieu en andere relevante factoren met betrekking tot het risico dat die soort vormt;

f) er wordt voortdurend toezicht uitgeoefend en een rampenplan – met inbegrip van een uitroeiingsplan – opgesteld voor het geval dat exemplaren ontsnappen of zich verspreiden.

f) er wordt voortdurend toezicht uitgeoefend en een rampenplan – met inbegrip van een uitroeiingsplan – opgesteld voor het geval dat exemplaren ontsnappen of zich verspreiden als een laatste redmiddel.

g) De in lid 1 vermelde vergunning wordt beperkt tot het aantal soorten en exemplaren dat nodig is voor het betreffende onderzoek of de bewaring ex situ en mag de capaciteit van de afgesloten faciliteit niet overschrijden. De vergunning bevat de nodige restricties het risico op ontsnapping of verspreiding van de betreffende soort te beperken. De vergunning vergezelt de betreffende invasieve uitheemse soort steeds wanneer de soort binnen de Unie wordt gehouden, de Unie wordt binnen gebracht of binnen de Unie wordt vervoerd.

g) De in lid 1 vermelde vergunning wordt beperkt tot het aantal soorten en exemplaren dat de capaciteit van de afgesloten faciliteit niet overschrijdt. De vergunning bevat de nodige restricties het risico op ontsnapping of verspreiding van de betreffende soort te beperken. De vergunning vergezelt de betreffende invasieve uitheemse soort steeds wanneer de soort binnen de Unie wordt gehouden, de Unie wordt binnen gebracht of binnen de Unie wordt vervoerd.

3. De exemplaren worden geacht in gesloten faciliteiten te worden gehouden indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

3. De exemplaren worden geacht in gesloten faciliteiten te worden gehouden indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a) ze zijn fysiek geïsoleerd en ze kunnen niet ontsnappen, zich verspreiden of door onbevoegden worden verwijderd uit de faciliteiten waar ze worden gehouden; schoonmaak- en onderhoudsprotocollen verzekeren dat er geen exemplaren of reproduceerbare onderdelen kunnen ontsnappen, zich verspreiden of door onbevoegden worden verwijderd;

a) ze zijn fysiek geïsoleerd en ze kunnen niet ontsnappen, zich verspreiden of door onbevoegden worden verwijderd uit de faciliteiten waar ze worden gehouden; schoonmaak-, afvalbeheer- en onderhoudsprotocollen verzekeren dat er geen exemplaren of reproduceerbare onderdelen kunnen ontsnappen, zich verspreiden of door onbevoegden worden verwijderd;

b) exemplaren worden zodanig uit de faciliteiten verwijderd, opgeruimd of vernietigd dat propagatie of voortplanting buiten de faciliteiten onmogelijk is.

b) exemplaren worden zodanig uit de faciliteiten verwijderd, opgeruimd, vernietigd of op menselijke wijze geruimddat propagatie of voortplanting buiten de faciliteiten onmogelijk is.

4. Bij de vergunningaanvraag verstrekt de instelling alle noodzakelijke stukken om de bevoegde autoriteit in staat te stellen te beoordelen of aan de in genoemde voorwaarden van leden 2 en 3 is voldaan.

4. Bij de vergunningaanvraag verstrekt de aanvrager alle noodzakelijke stukken om de bevoegde autoriteit in staat te stellen te beoordelen of aan de in genoemde voorwaarden van leden 2 en 3 is voldaan.

 

4 bis. De lidstaten verzekeren dat de bevoegde autoriteiten inspecties uitvoeren om na te gaan of de in lid 3 bedoelde faciliteiten de voorwaarden van de verleende vergunning naleven.

 

4 ter. De Commissie kan middels een uitvoeringshandeling bezwaar aantekenen tegen een in overeenstemming met lid 2 toegekende vergunning wanneer niet aan een of meerdere van de in dat lid vermelde voorwaarden wordt voldaan. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 22, lid 2.

Amendement  55

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De betreffende lidstaat voert onverwijld - maar in ieder geval uiterlijk 24 maanden na de datum waarop het besluit is genomen noodmaatregelen te nemen – en op basis van de beschikbare technische en wetenschappelijke informatie overeenkomstig artikel 5 een risicobeoordeling uit voor de soort die het voorwerp vormt van de noodmaatregelen, met het oog op vermelding van deze soort op de in artikel 4, lid 1, bedoelde lijst.

3. De betreffende lidstaat of waar nodig de Commissie voert onverwijld – maar in ieder geval uiterlijk 12 maanden na de datum waarop het besluit is genomen noodmaatregelen te nemen – en op basis van de beschikbare technische en wetenschappelijke informatie overeenkomstig artikel 5 een risicobeoordeling uit voor de soort die het voorwerp vormt van de noodmaatregelen, met het oog op vermelding van deze soort op de in artikel 4, lid 1 bedoelde lijst.

Motivering

Ingeval de Commissie al een risicobeoordeling krachtens artikel 5, lid 1 heeft uitgevoerd, moeten de lidstaten gebruik kunnen maken van deze informatie.

Amendement  56

Voorstel voor een verordening

Artikel 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 10

Artikel 10

Restricties op de opzettelijke vrijlating van voor een lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soorten

Restricties op voor de lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soorten

1. De lidstaten verbieden de opzettelijke vrijlating in het milieu – dat wil zeggen het proces waarbij een organisme, voor om het even welk doel, in het milieu wordt vrijgelaten zonder dat de nodige maatregelen worden genomen om de ontsnapping en verspreiding ervan te voorkomen - van andere dan voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten waarvan de lidstaten op basis van wetenschappelijk bewijs, buiten dat de negatieve gevolgen van de vrijlating en verspreiding ervan, zelfs als deze niet volledig zijn bevestigd, significant zijn op hun nationale grondgebied ("voor de lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soort").

1. De lidstaten nemen ten aanzien van voor de lidstaten zorgwekkende invasieve uitheemse soorten maatregelen bestaande uit een of meer van de restricties zoals bedoeld in artikel 7, lid 1, of handhaven of stellen strengere nationale regels vast om de introductie daarvan te voorkomen of voor het beheer van de vestiging en ontwikkeling van hun populaties.

2. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van de soorten die worden beschouwd als voor een lidstaat zorgwekkende invasie uitheemse soorten.

2. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van de soorten die zij beschouwen als voor een lidstaat zorgwekkende invasie uitheemse soorten en van de restricties als bedoeld in lid 1.

 

2 bis. Bij het nemen van maatregelen ten aanzien van voor een lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soorten op hun nationale grondgebied coördineren de lidstaten hun activiteiten met betrokken naburige lidstaten indien er een aanzienlijk risico van verspreiding van zulke invasieve uitheemse soorten naar het grondgebied van naburige lidstaten bestaat of indien een gezamenlijke actie doeltreffender blijkt, teneinde gezamenlijke actieplannen voor zulke soorten op te stellen.

3. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen bepaalde opzettelijke vrijlatingen van voor een lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soorten toelaten indien met de onderstaande voorwaarden ten volle rekening is gehouden:

 

a) er zijn geen alternatieve niet-invasieve soorten die kunnen worden gebruikt voor het behalen van soortgelijke voordelen;

 

b) de voordelen van de vrijlating zijn uitzonderlijk hoog in vergelijking met de risico's op schade door de betreffende soort;

 

c) de vrijlating omvat risicobeperkende maatregelen zodat de gevolgen voor de biodiversiteit, de ecosysteemdiensten de menselijke gezondheid en de economie tot een minimum worden beperkt;

 

d) er is voldoende toezicht en er is een rampenplan opgesteld om de soort uit te roeien indien de door de soort veroorzaakte schade door de bevoegde autoriteit als onaanvaardbaar wordt beschouwd.

 

4. Toelatingen voor de introductie van uitheemse soorten voor gebruik in de aquacultuur worden verleend in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 708/2007.

4. Toelatingen voor de introductie van uitheemse soorten voor gebruik in de aquacultuur worden verleend in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 708/2007.

Amendement  57

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten voeren uiterlijk [18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening - datum nader in te voegen] een uitgebreide analyse uit van de trajecten van onopzettelijke introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten op hun grondgebied en zij gaan na welke trajecten prioritaire maatregelen vereisen ("prioritaire trajecten"), vanwege het volume van de soorten of de veroorzaakte schade door de soorten die via die trajecten de Unie binnenkomen. De lidstaten schenken daarbij vooral aandacht aan een analyse van die trajecten waarlangs voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten worden geïntroduceerd.

1. De lidstaten voeren binnen twee jaar na de goedkeuring van de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst een uitgebreide analyse uit van de trajecten van onopzettelijke introductie en verspreiding van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten op hun grondgebied en zij gaan na welke trajecten prioritaire maatregelen vereisen ("prioritaire trajecten"), vanwege het volume van de soorten of de potentiële schade door de soorten die via die trajecten de Unie binnenkomen.

Motivering

Het gehele proces moet consequent zijn. De lidstaten kunnen pas een actieplan ontwikkelen als de lijst met invasieve soorten er is. Een verlenging van de termijn om de analyse uit te voeren wordt ook voorgesteld omdat de oorspronkelijke termijn onrealistisch kan zijn. Vergelijkbare amendementen worden ook ingediend op artikel 11, lid 2, artikel 12, lid 1, en artikel 13, lid 1.

Amendement  58

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Uiterlijk [3 jaar na inwerkingtreding van deze verordening - datum nader in te voegen] voert elke lidstaat een actieplan uit om de overeenkomstig lid 1 prioritaire trajecten aan te pakken. Dat actieplan omvat een tijdsschema voor maatregelen en beschrijft welke maatregelen moeten worden genomen om de prioritaire trajecten aan te pakken en de onopzettelijke introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten in de Unie en in of binnen het milieu te voorkomen.

2. Binnen drie jaar na de goedkeuring van de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst voert elke lidstaat een actieplan uit om de overeenkomstig lid 1 prioritaire trajecten aan te pakken. Dat actieplan omvat een tijdsschema voor maatregelen en beschrijft welke maatregelen moeten worden genomen om de prioritaire trajecten aan te pakken en de onopzettelijke introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten in de Unie en in of binnen het milieu te voorkomen.

Amendement  59

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Het in lid 2 vermelde actieplan – waarvan de maatregelen zijn onderworpen aan een kosten- en batenanalyse - omvat minstens de volgende maatregelen:

3. Het in lid 2 vermelde actieplan omvat, maar is niet beperkt tot maatregelen, eventueel met inbegrip van regelgevende of vrijwillige acties en gedragscodes om:

a) voorlichtingsmaatregelen;

a) de bevolking voor te lichten;

b) regelgevende maatregelen om contaminatie van goederen, grondstoffen, voertuigen en materiaal met invasieve uitheemse soorten tot een minimum te beperken, met inbegrip van maatregelen met betrekking tot het vervoer van invasieve uitheemse soorten uit derde landen;

b) het risico van introductie van invasieve uitheemse soorten als ongewenste medereizigers in het vervoer van goederen en grondstoffen, en in de verplaatsing van voertuigen en materiaal tot een minimum te beperken, met inbegrip van maatregelen met betrekking tot het vervoer van invasieve uitheemse soorten uit derde landen;

c) regelgevende maatregelen – los van de officiële controles uit hoofde van artikel 13 – om adequate controles bij de grenzen van de Unie te verzekeren;

c) om – los van de officiële controles uit hoofde van artikel 13 – adequate controles bij de grenzen van de Unie te verzekeren;

d) de maatregelen van International Convention for the Control and Management of Ships Ballast Water and Sediments.

 

Motivering

De maatregelen die in actieplannen in verband met trajecten worden gebruikt, moeten de meest geschikte maatregelen zijn en mogen niet beperkt zijn tot bijvoorbeeld regelgevende maatregelen. Het is niet passend de Europese Unie te verplichten zich te houden aan een verdrag dat door slechts vier lidstaten is ondertekend. Bovendien is ballastwater slechts een van de vele trajecten en het is dan ook niet correct om dit afzonderlijk te bekijken. De maatregelen die in actieplannen in verband met trajecten worden gebruikt, moeten de meest geschikte maatregelen zijn en mogen niet beperkt zijn tot bijvoorbeeld regelgevende maatregelen.

Amendement  60

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Uiterlijk [18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening - datum nader in te voegen] beschikken de lidstaten over een officieel toezichtssysteem dat gegevens over het voorkomen van invasieve uitheemse soorten in het milieu verzamelt en opslaat door middel van onderzoek, monitoring of andere procedures om de verspreiding van invasieve uitheemse soorten in de Unie te voorkomen.

1. Binnen 18 maanden na de goedkeuring van de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst beschikken de lidstaten over een officieel toezichtssysteem dat gegevens over het voorkomen van invasieve uitheemse soorten in het milieu verzamelt en opslaat door middel van onderzoek, monitoring of andere procedures om de afwezigheid te bevestigen, de eerste binnenkomst op te sporen of de verspreiding van invasieve uitheemse soorten in de Unie te voorkomen.

Motivering

De voorgestelde formulering geeft de doelstellingen van het surveillancesysteem beter weer. Het is belangrijk om in het kader van de surveillance gegevens met betrekking tot de afwezigheid van bepaalde soorten bij te houden, omdat dit ertoe kan bijdragen de waarschijnlijkheid te berekenen dat een soort aanwezig is, maar nog niet is opgespoord.

Amendement  61

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De lidstaten voeren een meldingsplicht in voor gezelschapsdieren die niet worden gehouden voor commerciële doeleinden en die vallen onder de in de volgens artikel 4, lid 1, vastgestelde lijst vermelde soorten.

Amendement  62

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Uiterlijk [12 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening - datum nader in te voegen] beschikken de lidstaten over volledig functionerende structuren om de officiële controles op in de Unie binnengebrachte dieren en planten - met inbegrip van hun zaden, eieren of propagulen – uit te voeren die nodig zijn om te voorkomen dat voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten opzettelijk in de Unie worden geïntroduceerd.

1. Binnen 12 maanden na de goedkeuring van de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst beschikken de lidstaten over volledig functionerende structuren om de officiële controles en monitoring op in de Unie binnengebrachte dieren en planten - met inbegrip van hun zaden, eieren, ontwikkelingsstadia of propagulen – uit te voeren die nodig zijn om te voorkomen dat voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten opzettelijk in de Unie worden geïntroduceerd.

Motivering

Het vermelden van ontwikkelingsstadia is belangrijk, met name voor ongewervelden, larven, nmfen, pupae of embryo's van gewervelden en ontogenetische stadia van amfibieën of vissen.

Amendement  63

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis. De grensbewakingsautoriteiten van de lidstaten houden gegevens bij over de voor een lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die zij bij hun controles vinden en waarover zij informatie hebben ontvangen overeenkomstig artikel 10, lid 2.

Motivering

Informatie over opgespoorde invasieve uitheemse soorten die voor een lidstaat zorgwekkend zijn, mag niet verloren gaan.

Amendement  64

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De lidstaten ontwikkelen richtsnoeren op en opleidingsprogramma's samen om de identificatie en opsporing van voor de Unie van belang zijnde invasieve uitheemse soorten te vereenvoudigen door middel van samenwerking tussen alle bij de in lid 2 bedoelde controles betrokken autoriteiten. Het opleidingsprogramma voor douaneautoriteiten omvat informatie over het invullen van het enig document waarop de douaneverklaring wordt ingevuld.

7. Op basis van goede praktijken ontwikkelt de Commissie samen met de lidstaten richtsnoeren en opleidingsprogramma's om de identificatie en opsporing van voor de Unie van belang zijnde invasieve uitheemse soorten en, voor zover mogelijk, van voor een lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soorten te vereenvoudigen door middel van samenwerking tussen alle bij de in lid 2 bedoelde controles betrokken autoriteiten.

Motivering

Voor zover mogelijk moeten ook gegevens over voor een lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soorten worden bijgehouden, omdat het waarschijnlijk is dat dergelijke soorten zich in de toekomst ontwikkelen tot soorten die voor de Unie van belang zijn en omdat reeds vaststaat dat zij als invasieve uitheemse soorten negatieve effecten veroorzaken.

Amendement  65

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Bij het nemen van uitroeiingsmaatregelen zorgen de lidstaten ervoor dat de gebruikte methoden volstaan om de populatie van de betreffende invasieve uitheemse soort, volledig en permanent te verwijderen waarbij op gepaste wijze met de menselijke gezondheid en het milieu wordt rekening gehouden, en de betroffen dieren vermijdbare pijn, stress of lijden wordt bespaard.

2. Bij het nemen van uitroeiingsmaatregelen zorgen de lidstaten ervoor dat de gebruikte methoden volstaan om de populatie van de betreffende invasieve uitheemse soort, volledig en permanent te verwijderen waarbij op gepaste wijze met de menselijke gezondheid en het milieu wordt rekening gehouden, en zowel de dieren van de doelsoort, als andere dieren vermijdbare pijn, stress of lijden wordt bespaard.

Motivering

Dit amendement moet waarborgen dat de nodige aandacht wordt besteed aan dieren die niet tot de doelsoort behoren.

Amendement  66

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – lid 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Aanvragen voor een afwijking worden gebaseerd op deugdelijk wetenschappelijk bewijsmateriaal en uitsluitend ingediend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

2. Aanvragen voor een afwijking worden gebaseerd op deugdelijk wetenschappelijk bewijsmateriaal en uitsluitend ingediend indien aan ten minste een van de volgende voorwaarden is voldaan:

Motivering

De redenen voor de afwijkingen van de verplichting tot snelle uitroeiing staan op zichzelf en zijn niet cumulatief. Een afwijking kan worden toegestaan indien aan een van de voorwaarden is voldaan.

Amendement  67

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – lid 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) er zijn geen uitroeiingsmethoden beschikbaar of beschikbare methoden hebben zeer ernstige negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid of het milieu.

c) er zijn geen uitroeiingsmethoden beschikbaar of beschikbare methoden hebben zeer ernstige negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid, het milieu of andere soorten.

Amendement  68

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – lid 2 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) van de invasieve uitheemse soort in kwestie gaat geen significant negatief grensoverschrijdend effect uit.

Motivering

Wanneer lidstaten om een afwijking voor een bepaalde soort verzoeken, moet worden uitgesloten dat deze afwijking negatieve gevolgen heeft voor andere (aangrenzende) lidstaten.

Amendement  69

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Uiterlijk 12 maanden na de opname van een invasieve uitheemse soort op de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst, voeren de lidstaten beheersmaatregelen uit voor die voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten waarvan de lidstaten hebben vastgesteld dat ze wijdverspreid zijn op hun grondgebied, zodat de effecten ervan op de biodiversiteit, de ecosysteemdiensten, de menselijke gezondheid en de economie tot een minimum worden beperkt. Deze beheersmaatregelen worden gebaseerd op een analyse van de kosten en voordelen en omvatten tevens de in artikel 18 bedoelde herstelmaatregelen.

1. Uiterlijk 12 maanden na de opname van een invasieve uitheemse soort op de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst, voeren de lidstaten beheersmaatregelen uit voor die voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten waarvan de lidstaten hebben vastgesteld dat ze wijdverspreid zijn op hun grondgebied, zodat de effecten ervan op de biodiversiteit, de ecosysteemdiensten, de menselijke gezondheid en de economie tot een minimum worden beperkt. Deze beheersmaatregelen omvatten een analyse van de kosten en voordelen, rekening houdend met de gevolgen voor het milieu, en omvatten tevens de in artikel 18 bedoelde herstelmaatregelen.

Motivering

Door de formulering "omvatten" wordt de lidstaten meer speelruimte geboden bij de vaststelling van passende beheersmaatregelen. Het volstaat niet en is onjuist om besluiten louter en alleen te baseren op economische aspecten (denk bijvoorbeeld aan de reuzenberenklauw).

Amendement  70

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De beheersmaatregelen bestaan uit fysieke, chemische of biologische maatregelen om een populatie van een invasieve uitheemse soortuit te roeien, te beheersen of in te dammen. De beheersmaatregelen omvatten eventueel maatregelen om de veerkracht van het ontvangende ecosysteem ten aanzien van bestaande en toekomstige invasies te versterken.

2. De beheersmaatregelen bestaan uit letale en niet-letale fysieke, chemische of biologische maatregelen om een populatie van een invasieve uitheemse soort uit te roeien, te beheersen of in te dammen. De beheersmaatregelen omvatten eventueel maatregelen om de veerkracht van het ontvangende ecosysteem ten aanzien van bestaande en toekomstige invasies te versterken.

Amendement  71

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Het in artikel 12 vastgestelde van toezichtssysteem wordt ontworpen en gebruikt om te monitoren in hoeverre de maatregelen op het gebied van uitroeiing, populatiebeheersing of indamming doeltreffend zijn om de gevolgen voor de biodiversiteit, de ecosysteemdiensten, de menselijke gezondheid of de economie tot een minimum te beperken.

4. Het in artikel 12 vastgestelde van toezichtssysteem wordt ontworpen en gebruikt om te monitoren in hoeverre de maatregelen op het gebied van uitroeiing, populatiebeheersing of indamming doeltreffend zijn om de gevolgen voor de biodiversiteit, de ecosysteemdiensten, de menselijke gezondheid of de economie tot een minimum te beperken. In het kader van de monitoring moeten ook de gevolgen voor niet tot de doelsoort behorende soorten en voor het welzijn van tot de doelsoort behorende dieren worden beoordeeld.

Motivering

De monitoring kan bijdragen tot de verfijning van de beheersmaatregelen.

Amendement  72

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. Indien uit de monitoring blijkt dat de maatregelen op het gebied van uitroeiing, populatiebeheersing of indamming ondoeltreffend zijn als het erom gaat de in lid 4 bedoelde gevolgen tot een minimum te beperken, moet worden geanalyseerd of de maatregelen moeten worden gewijzigd of beëindigd.

Motivering

Als een maatregel ondoeltreffend blijkt te zijn, moet worden geanalyseerd of de maatregel dient te worden gewijzigd of beëindigd, om te voorkomen dat middelen worden verspild of dat de maatregelen geen resultaat opleveren.

Amendement  73

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Wanneer het risico groot is dat een voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soort zich zal verspreiden naar een naburige lidstaat, stellen de lidstaten waar deze soort wijdverspreid is, de naburige lidstaten en de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis. De betrokken lidstaten stellen zo nodig gezamenlijk overeengekomen beheersmaatregelen vast. Wanneer er ook verspreidingsgevaar naar derde landen bestaat, overweegt de betrokken lidstaat of het nodig is de betreffende derde landen te informeren.

5. Wanneer het risico groot is dat een voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soort zich zal verspreiden naar een naburige lidstaat, stellen de lidstaten waar deze soort wijdverspreid is, de naburige lidstaten en de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis. De betrokken lidstaten stellen zo nodig gezamenlijk overeengekomen beheersmaatregelen vast. Wanneer er ook verspreidingsgevaar naar derde landen bestaat, informeert de betrokken lidstaat de betreffende derde landen.

Motivering

Het informeren van de betreffende derde landen is in het belang van de lidstaten en in overeenstemming met de doelstelling van de verordening, namelijk het voorkomen van de verspreiding van invasieve uitheemse soorten.

Amendement  74

Voorstel voor een verordening

Artikel 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 18

Artikel 18

Herstel van beschadigde ecosystemen

Herstel van beschadigde ecosystemen

1. De lidstaten nemen evenredige herstelmaatregelen om het herstel van een door voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten aangetast, beschadigd of vernietigd ecosysteem te bevorderen.

1. De lidstaten nemen passende herstelmaatregelen om het herstel van een door voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten aangetast, beschadigd of vernietigd ecosysteem te bevorderen, tenzij uit een kosten-batenanalyse op basis van de beschikbare gegevens met redelijke zekerheid blijkt dat de kosten uitzonderlijk hoog zullen zijn en niet in verhouding staan tot de voordelen van herstel.

2. De in lid 1 vermelde herstelmaatregelen omvatten in ieder geval:

2. De in lid 1 vermelde herstelmaatregelen omvatten in ieder geval:

a) maatregelen om een verstoord ecosysteem beter in staat te stellen de gevolgen van verstoringen het hoofd te bieden, te absorberen, zich eraan aan te passen of ervan te herstellen;

a) maatregelen om een verstoord ecosysteem beter in staat te stellen de gevolgen van verstoringen het hoofd te bieden, te absorberen, zich eraan aan te passen of ervan te herstellen;

b) maatregelen om een nieuwe invasie na een uitroeiingscampagne te voorkomen.

b) maatregelen om de preventie van een nieuwe invasie na een uitroeiingscampagne te ondersteunen.

Amendement  75

Voorstel voor een verordening

Artikel 18 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 18 bis

 

Aansprakelijkheid

 

1. Om aan het ecosysteem berokkende schade als gevolg van invasieve uitheemse soorten te voorkomen en te herstellen, nemen de lidstaten op basis van het beginsel 'de vervuiler betaalt' maatregelen om ervoor te zorgen dat de exploitant (een particuliere of openbare natuurlijke persoon of rechtspersoon) van wie is vastgesteld dat hij de introductie of verspreiding van een voor de Unie van belang zijnde invasieve uitheemse soort opzettelijk of door nalatigheid heeft veroorzaakt, aansprakelijk wordt gesteld en bijdraagt in de kosten van het herstel.

 

2. De exploitant blijft aansprakelijk voor de opzettelijke of door nalatigheid veroorzaakte introductie of verspreiding van de invasieve uitheemse soort totdat de soort doeltreffend is verwijderd en het ecosysteem is hersteld.

Amendement  76

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) de verspreiding van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten op hun grondgebied;

b) verspreiding van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten op hun grondgebied en in hun mariene wateren, met informatie over migratie- of voortplantingspatronen;

Motivering

Met die informatie leren andere lidstaten meer over het risico dat bepaalde mariene invasieve uitheemse soorten kunnen opleveren.

Amendement  77

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 1 – letter e bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

e bis) gegevens met betrekking tot voor de Unie en de lidstaten zorgwekkende invasieve uitheemse soorten als bedoeld in artikel 10, lid 2, die in de Unie worden geïmporteerd of via de Unie worden doorgevoerd;

Amendement  78

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 1 – letter f

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

f) het format van de in artikel 8 vermelde vergunningen.

f) het format en het aantal van de in artikel 8, lid 2, vermelde vergunningen en de resultaten van de in artikel 8 , lid 4 bis, bedoelde inspecties;

Amendement  79

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 1 – letter f bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

f bis) de kosten van het implementeren van de verordening;

Amendement  80

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 1 – letter f ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

f ter) maatregelen om het publiek te informeren over de aanwezigheid van uitheemse soorten en andere acties die de burgers verzocht wordt te ondernemen.

Motivering

In veel gevallen kunnen de burgers een rol spelen bij het vermijden van verdere verspreiding van uitheemse soorten. Daarom is het belangrijk dat de lidstaten maatregelen nemen om het publiek te informeren.

Amendement  81

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Uiterlijk 5 jaar na [datum van goedkeuring] beoordeelt de Commissie de doeltreffendheid van deze verordening, met inbegrip van de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst, de in artikel 11, lid 3, vermelde actieplannen, het toezichtssysteem, de grenscontroles, de uitroeiingsverplichting en de beheersverplichtingen - en zendt zij een verslag naar het Europees Parlement en de Raad, dat vergezeld kan gaan van voorstellen voor wijzigingen, met inbegrip van wijzigingen van de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst.

3. Uiterlijk 5 jaar na [datum van goedkeuring] beoordeelt de Commissie de doeltreffendheid van deze verordening, met inbegrip van de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst, de in artikel 11, lid 3, vermelde actieplannen, het toezichtssysteem, de grenscontroles, de uitroeiingsverplichting en de beheersverplichtingen, alsook de conformiteit van de financiering van de tenuitvoerlegging – en zendt zij een verslag naar het Europees Parlement en de Raad, dat vergezeld kan gaan van voorstellen voor wijzigingen, met inbegrip van wijzigingen van de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst, en formuleert op grond van het onderzoek naar de financiële basis een voorstel betreffende Uniale steun in de volgende financiële cyclus.

Motivering

Er zijn geen financieringsmiddelen beschikbaar die naleving van de bepalingen van onderhavige verordening bevorderen en specifiek hiertoe zijn opgesteld, ondanks dat volgens tot nu toe bekendgemaakte schattingen de jaarlijkse kosten op EU-niveau voor de bescherming tegen invasieve soorten op 12 miljard euro worden geraamd. Het is dan ook met name van belang dat bij de vijfjaarlijkse herziening ook de financiële aspecten worden betrokken, en in het naar het Parlement en de Raad te zenden verslag ook adviezen worden opgenomen over de ontwikkeling van de financiering, om deze tijdens de voorbereiding van en beraadslagingen over de volgende financiële cyclus beter te kunnen uitvoeren.

Amendement  82

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Informatieondersteuningsmechanisme

Informatieondersteuningssysteem

Motivering

Het gebruik van "systeem" is beter dan "mechanisme" en zo wordt verwarring met het in lid 2 van het artikel bedoelde gegevensondersteuningsmechanisme vermeden.

Amendement  83

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Commissie stelt geleidelijk een informatieondersteuningsmechanisme vast dat nodig is om de toepassing van deze verordening te vergemakkelijken.

1. De Commissie stelt, binnen 12 maanden na de goedkeuring van de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst, een informatieondersteuningssysteem vast dat nodig is om de toepassing van deze verordening te vergemakkelijken.

Motivering

Het informatieondersteuningssysteem vormt een essentieel onderdeel voor de IT-ondersteuning van het gehele proces en moet dus als geheel worden ingevoerd en binnen een specifieke termijn.

Amendement  84

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. In een eerste fase omvat het systeem een gegevensondersteuningsmechanisme dat bestaande gegevenssystemen over invasieve uitheemse soorten aan elkaar koppelt, waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan informatie over voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten zodat de in artikel 19 vermelde verslaglegging kan worden vergemakkelijkt.

2. Het systeem omvat een gegevensondersteuningsmechanisme dat bestaande gegevenssystemen over invasieve uitheemse soorten aan elkaar koppelt, waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan informatie over voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten zodat de in artikel 19 vermelde verslaglegging kan worden vergemakkelijkt.

Amendement  85

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. In een tweede fase wordt het in lid 2 vermelde gegevensondersteuningsmechanisme een hulpmiddel om de Commissie te ondersteunen bij het afhandelen van de relevante kennisgevingen die uit hoofde van artikel 14, lid 2,worden vereist.

3. Het in lid 2 vermelde gegevensondersteuningsmechanisme wordt een hulpmiddel om de Commissie te ondersteunen bij het afhandelen van de relevante kennisgevingen die uit hoofde van artikel 14, lid 2,worden vereist.

Amendement  86

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. In een derde fase wordt het in lid 2 vermelde gegevensondersteuningsmechanisme een mechanisme voor de uitwisseling van inlichtingen over andere aspecten van de toepassing van deze verordening.

4. Het in lid 1 vermelde informatieondersteuningssysteem omvat een mechanisme voor de uitwisseling van inlichtingen over andere aspecten van de toepassing van deze verordening, met name ten aanzien van de vroegtijdige opsporing en snelle uitroeiing van invasieve uitheemse soorten.

Amendement  87

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. De Commissie mag de activiteiten van het informatieondersteuningssysteem, geheel of gedeeltelijk, overdragen aan het Europees Milieuagentschap, naar behoren rekening houdend met de kosten van de overdracht van die taken en met de gevolgen voor de bestuursstructuur en de financiële middelen en het menselijk potentieel van dat orgaan.

Motivering

Het gecoördineerde gecentraliseerde informatiesysteem is van doorslaggevend belang voor het welslagen van de voorgestelde maatregelen, en de Commissie zou alle beschikbare middelen moeten aanwenden om de uitvoering te ondersteunen, inclusief met name de zeer relevante deskundigheid van het Europese Milieuagentschap. Personeel moet worden ingezet waar nodig, rekening houdend met de kosten-efficiëntie van het delegeren van de taken.

Amendement  88

Voorstel voor een verordening

Artikel 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 21

Artikel 21

Publieke deelname

Publieke deelname en deelname van de belanghebbenden

1. Wanneer actieplannen uit hoofde van artikel 11 en maatregelen uit hoofde van artikel 17, worden vastgesteld, zorgen de lidstaten ervoor dat het publiek tijdig en doeltreffend kan deelnemen aan de voorbereiding, wijziging of herziening ervan, waarbij kan worden gebruikgemaakt van de regelingen die reeds door de lidstaten zijn vastgesteld in overeenstemming met de tweede alinea van artikel 2, lid 3, van Richtlijn 2003/35/EG.

 

1. Wanneer actieplannen uit hoofde van artikel 11 en maatregelen uit hoofde van artikel 17, worden vastgesteld, zorgen de lidstaten ervoor dat het publiek en de belanghebbenden tijdig en doeltreffend kunnen deelnemen aan de voorbereiding, wijziging of herziening ervan, waarbij kan worden gebruikgemaakt van de regelingen die reeds door de lidstaten zijn vastgesteld in overeenstemming met de tweede alinea van artikel 2, lid 3, van Richtlijn 2003/35/EG.

 

1 bis. De Commissie zorgt ervoor dat vertegenwoordigers van de lidstaten en van andere betrokken partijen, inclusief de belanghebbenden, op evenredige wijze betrokken zijn bij alle aspecten in verband met de tenuitvoerlegging van deze verordening, waaronder het samenstellen en bijwerken van de in artikel 4, lid 1, bedoelde lijst en het vaststellen van de in artikel 9, lid 4, bedoelde noodmaatregelen Deze belanghebbenden komen bijeen in een overlegforum. De Commissie gebruikt dit forum ook om de uitwisseling van informatie inzake opties voor de spreiding en het beheer van de soorten, met inbegrip van humane beheermethoden, te bevorderen.

 

Amendement  89

Voorstel voor een verordening

Artikel 22 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 22 bis

 

Wetenschappelijk Forum

 

1. De Commissie richt een Wetenschappelijk Forum op als aangewezen orgaan. Het Forum geeft de Commissie en het in artikel 22 bedoelde comité advies met betrekking tot alle wetenschappelijke en technische aspecten in verband met de tenuitvoerlegging van deze verordening, in het bijzonder met betrekking tot het bedoelde in de artikelen 4 en 5, artikel 9, lid 4, en artikel 16. Het Wetenschappelijk Forum doet met name het volgende:

 

a) het geeft adviezen betreffende de soorten die eventueel aan een risicobeoordeling moeten worden onderworpen met het oog op mogelijke plaatsing op de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten, in het licht van hun huidige of potentiële risico om een invasieve soort in de Unie te worden. De Commissie raadpleegt het Wetenschappelijk Forum alvorens voor te stellen een soort van de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten te schrappen. Daarnaast

 

b) verricht het, op verzoek, risicobeoordelingen.

 

2. Het Wetenschappelijk Forum wordt voorgezeten door de Commissie. Het is samengesteld uit vertegenwoordigers van de wetenschappelijke gemeenschap die door de lidstaten zijn aangewezen op grond van hun ervaring en kennis met betrekking tot de taken zoals bedoeld in lid 1. Het aantal leden van het Wetenschappelijk Forum is afhankelijk van de behoefte en bij de samenstelling wordt rekening gehouden met geografisch evenwicht en met de verschillende wetenschappelijke problemen en benaderingen in de Unie.

Amendement  90

Voorstel voor een verordening

Artikel 23

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 23

Artikel 23

Uitoefening van de delegatie

Uitoefening van de delegatie

1. De bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie verleend onder de in dit artikel gestelde voorwaarden.

1. De bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie verleend onder de in dit artikel gestelde voorwaarden.

2. De in artikel 5, lid 2, vermelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

2. De in artikel 4, lid 1, artikel 4, lid 1 ter, en artikel 5, lid 2, vermelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van [datum van inwerkingtreding van deze verordening]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend voor termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van elke termijn bezwaar maakt tegen een verlenging.

3. De in artikel 5, lid 2, vermelde delegatie van bevoegdheden kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

3. De in artikel 4, lid 1, artikel 4, lid 1 ter, en artikel 5, lid 2, genoemde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

5. Een overeenkomstig artikel 5, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

5. Een overeenkomstig artikel 4, lid 1, artikel 4, lid 1 ter, en artikel 5, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Amendement  91

Voorstel voor een verordening

Artikel 24

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 24

Artikel 24

Administratieve maatregelen en sancties

Administratieve maatregelen en sancties

1. De lidstaten stellen de regels vast betreffende administratieve maatregelen en sancties die van toepassing zijn op schendingen van deze verordening. De lidstaten nemen alle vereiste handhavingsmaatregelen. De getroffen maatregelen en sancties zijn doeltreffend, evenredig en ontradend.

1. De lidstaten stellen de regels vast betreffende administratieve maatregelen en sancties die van toepassing zijn op schendingen van deze verordening. De lidstaten nemen alle vereiste handhavingsmaatregelen. De getroffen maatregelen en sancties zijn doeltreffend, evenredig en ontradend.

 

1 bis. Onverminderd hun toezichthoudende bevoegdheden, kunnen de bevoegde autoriteiten ten minste de volgende administratieve maatregelen en sancties opleggen:

 

a) een bevel waarin wordt geëist dat de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon een eind aan de inbreuk maakt en ervoor zorgt dat de inbreuk zich niet meer zal voordoen;

 

b) een bevel tot confiscatie van de betreffende voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soort;

 

c) een tijdelijk verbod op een bepaalde activiteit;

 

d) de permanente intrekking van de toelating voor een bepaalde activiteit;

 

e) administratieve geldboeten;

 

f) een bevel waarin wordt geëist dat de natuurlijke of rechtspersoon herstelmaatregelen neemt en/of substantieel bijdraagt in de kosten van de herstelmaatregelen.

 

1 ter. Bij het vaststellen van het soort administratieve maatregelen en sancties houden de bevoegde autoriteiten rekening met alle relevante omstandigheden, met name:

 

a) de ernst en de duur van de inbreuk;

 

b) de mate van betrokkenheid van de persoon die verantwoordelijk is voor de invasie;

 

c) de winst die de inbreuk de natuurlijke of rechtspersoon oplevert;

 

d) de economische, sociale en milieuschade als gevolg van de inbreuk;

 

e) de mate waarin de verantwoordelijke persoon met de bevoegde autoriteit meewerkt;

 

f) eerdere inbreuken door de verantwoordelijke persoon;

 

 

g) de economische gevolgen van de veroorzaakte schade en het beginsel 'de vervuiler betaalt'.

 

1 quater. De lidstaten zorgen ervoor dat tegen beslissingen van de bevoegde autoriteiten uit hoofde van dit artikel beroep mogelijk is.

Amendement  92

Voorstel voor een verordening

Artikel 25

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 25

Schrappen

Sanctiebevoegdheden

 

1. De bevoegde autoriteiten kunnen om administratieve maatregelen en sancties opleggen aan natuurlijke of rechtspersonen die deze verordening niet naleven.

 

2. Onverminderd hun toezichthoudende bevoegdheden, kunnen de bevoegde autoriteiten ten minste de volgende administratieve maatregelen en sancties opleggen:

 

a) een bevel waarin wordt geëist dat de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon een eind aan de inbreuk maakt en ervoor zorgt dat de inbreuk zich niet meer zal voordoen;

 

b) een bevel tot confiscatie van de betreffende voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soort;

 

c) een tijdelijk verbod op een bepaalde activiteit;

 

d) de permanente intrekking van de toelating voor een bepaalde activiteit;

 

e) administratieve geldboeten;

 

f) een bevel waarin wordt geëist dat de natuurlijke of rechtspersoon herstelmaatregelen neemt.

3. Bij het vaststellen van het soort administratieve maatregelen en sancties houden de bevoegde autoriteiten rekening met alle relevante omstandigheden, met name:

 

a) de ernst en de duur van de inbreuk;

 

b) de mate van betrokkenheid van de persoon die verantwoordelijk is voor de invasie;

 

c) de winst die de inbreuk de natuurlijke of rechtspersoon oplevert;

 

d) de economische, sociale en milieuschade als gevolg van de inbreuk;

 

e) de mate waarin de verantwoordelijke persoon met de bevoegde autoriteit meewerkt;

 

f) eerdere inbreuken door dezelfde verantwoordelijke persoon.

 

4. De lidstaten zorgen ervoor dat tegen beslissingen van de bevoegde autoriteiten uit hoofde van dit artikel beroep mogelijk is.

 

Amendement  93

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. In afwijking van artikel 7, lid 1, onder c) en f), mogen eigenaren van gezelschapsdieren die niet worden gehouden voor commerciële doeleinden en die behoren tot de soorten die zijn opgenomen op de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst, deze dieren houden tot ze een natuurlijke dood sterven, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

1. In afwijking van artikel 7, lid 1, onder c) en f), mogen eigenaren van gezelschapsdieren die niet worden gehouden voor commerciële doeleinden en die behoren tot de soorten die zijn opgenomen op de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten, deze dieren houden tot ze een natuurlijke dood sterven, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

Amendement  94

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 1 – letter a bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis) het bezit van de desbetreffende gezelschapsdieren wordt gemeld bij de bevoegde autoriteiten;

Amendement  95

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 1 – letter b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) de exemplaren zijn gemarkeerd overeenkomstig artikel 8, lid 2, letter d);

Amendement  96

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De lidstaten bieden niet-commerciële eigenaren die niet aan de voorwaarden van lid 1 kunnen voldoen de mogelijkheid hun exemplaren af te staan en zij waarborgen dat de dieren met de nodige aandacht voor het dierenwelzijn worden behandeld.

3. In het geval van niet-commerciële eigenaren die niet aan de in lid 1 genoemde vereisten kunnen voldoen, worden de dieren door de lidstaten verwijderd, waarbij de dieren vermijdbare pijn, stress of lijden wordt bespaard.

Motivering

Dit amendement is noodzakelijk om te voorkomen dat eigenaren hun gezelschapsdieren kunnen behouden als zij niet kunnen voldoen aan de in lid 1 genoemde vereisten dat deze dieren zich niet kunnen voortplanten en niet kunnen ontsnappen.

Amendement  97

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De exemplaren als vermeld in lid 3 kunnen worden gehouden in instellingen als vermeld in artikel 8 of in faciliteiten die speciaal met dat doel zijn opgezet.

Amendement  98

Voorstel voor een verordening

Artikel 27 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Houders van een commerciële voorraad exemplaren van invasieve uitheemse soorten die zijn verworven voor zij werden opgenomen op de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst, mogen die exemplaren tot maximaal twee jaar na de opname van de soort op die lijst houden en vervoeren voor verkoop of overdracht van levende exemplaren of reproduceerbare delen van deze soorten naar de in artikel 8 vermelde instellingen voor onderzoek of bewaring ex situ, mits alle exemplaren worden gehouden en vervoerd in een onder controle staande locatie en alle passende maatregelen zijn genomen om voortplanting of ontsnapping te voorkomen, of slachten ter uitputting van de voorraad.

1. Houders van een commerciële voorraad exemplaren van invasieve uitheemse soorten die zijn verworven voor zij werden opgenomen op de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst, mogen die exemplaren tot maximaal 12 maanden na de opname van de soort op die lijst houden en vervoeren voor verkoop of overdracht van levende exemplaren of reproduceerbare delen, mits alle exemplaren worden gehouden en vervoerd in een onder controle staande locatie en alle passende maatregelen zijn genomen om voortplanting of ontsnapping te voorkomen, of op humane wijze ruimen ter uitputting van de voorraad.

Motivering

Wanneer de verkoop van de voorraad exemplaren van invasieve uitheemse soorten die zijn verworven voor zij werden opgenomen in de lijst, wordt beperkt tot instellingen voor bewaring ex situ, kunnen de handelaren verliezen lijden. Bij wijze van compromis wordt deze beperking opgeheven, maar de termijn waarbinnen de verkoop moet plaatsvinden, beperkt tot 12 maanden. Voorts is de term "slachten" in dit verband niet gepast omdat het veelal wordt gebruik voor het doden van dieren met het oog op consumptie of gebruik van de vacht. De term moet worden vervangen door "op humane wijze ruimen".

  • [1]  Nog niet in het Publicatieblad verschenen.

TOELICHTING

Uitheemse soorten zijn soorten die door indirect of direct menselijk toedoen buiten hun natuurlijk bereik over ecologische barrières worden gebracht. Sommige van deze soorten kunnen zich niet aanpassen aan de nieuwe omgeving en sterven snel uit, andere soorten overleven, reproduceren zich en verspreiden zich.

Invasieve uitheemse soorten (hierna IUS) zijn soorten waarvan de introductie of verspreiding beschouwd wordt als een bedreiging voor de biodiversiteit en ecosysteemdiensten en die negatieve gevolgen voor het milieu, de menselijke gezondheid of de sociaal-economische ontwikkeling hebben. Bij IUS kan het gaan om dieren, planten, schimmels en micro-organismen, en zij hebben gevolgen voor het grondgebied en waterlichamen, zeeën en eilanden van de EU.

Slechts 11% van de meer dan 12 000 uitheemse soorten die in Europa zijn geregistreerd hebben gevolgen voor de biodiversiteit en de ecosystemen, terwijl 13% enige economische impact hebben.

Hun gevolgen voor de biodiversiteit zijn echter aanzienlijk en IUS worden beschouwd als de op een na belangrijkste oorzaak van habitatverlies. Ze spelen een grote rol in het verlies van biodiversiteit en worden erkend als een belangrijke oorzaak van het uitsterven van soorten.

Met betrekking tot sociale en economische gevolgen, kunnen IUS ziekten overbrengen of directe gezondheidsproblemen veroorzaken (bv. astma, dermatitis en allergieën). IUS kunnen infrastructuur en recreatiefaciliteiten beschadigen, bosbouw belemmeren of verliezen veroorzaken in de landbouw.

Verwacht wordt dat biologische invasies in Europa zullen toenemen. Schattingen op basis van betrouwbare beschikbare gegevens laten zien dat het aantal IUS van model taxa, soorten habitats of delen van betrokken continenten in Europa in de afgelopen 35 jaar met 76% is gestegen.

De huidige trends met betrekking tot de vestiging van nieuwe soorten laten zien dat het probleem verre van onder controle is, met gevolgen voor de biodiversiteit die naar verwachting nog zullen toenemen vanwege het stijgende aantal betrokken soorten, en de toenemende kwetsbaarheid van ecosystemen voor invasies, die weer het gevolg is van andere vormen van druk, zoals habitatverlies, achteruitgang, versnippering, te intensieve exploitatie en klimaatverandering.

Er wordt geraamd dat IUS de Unie in de afgelopen 20 jaar minstens € 12 miljard per jaar hebben gekost en de kosten van de schade blijven stijgen. De kosten voor preventie van verspreiding, regulering en uitroeiing van invasieve soorten in de EU variëren van € 40 tot 100 miljoen per jaar.

Achtergrond van het voorstel

De IUS zijn een prioritaire aangelegenheid in het kader van het Verdrag inzake biologische diversiteit met een specifieke post-Nagoya-doelstelling (Aichi-biodiversiteitsdoelstelling 9) waarin verklaard wordt dat '...tegen 2020 de IUS en trajecten in kaart [zijn] gebracht en geprioriteerd, de geprioriteerde soorten onder controle [zijn] of uitgeroeid, en dat er maatregelen [zijn] getroffen om trajecten te beheersen om hun introductie en vestiging te voorkomen.'

In 2009 hebben het Europees Parlement en de Raad Milieu zich krachtig uitgesproken voor de ontwikkeling van een IUS-strategie voor de EU.

De IUS waren een van de 10 hoofddoelstellingen van het Actieplan biodiversiteit en ook de vijfde doelstelling van de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2020 die erop gericht is op EU-niveau een allesomvattende en gecoördineerde respons te geven om de introductie en verspreiding van schadelijke IUS in de gehele EU te voorkomen en te controleren.

In het kader van de nieuwe biodiversiteitsstrategie werd de Commissie geacht tegen 2012 een specifiek wetgevingsinstrument voor te stellen om IUS-gerelateerde problemen in de EU aan te pakken.

Het voorstel van de Commissie

Op 9 september 2013 heeft de Europese Commissie het wetgevingsvoorstel betreffende preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (IUS) gepubliceerd.

In een eerder stadium had de Commissie al geconcludeerd dat een basiswetgevingsinstrument de enige zinvolle optie zou zijn om IUS-gerelateerde problemen op effectieve wijze aan te pakken. Dit werd bevestigd door de effectbeoordeling. De Commissie diende dan ook een voorstel voor een verordening in. Omwille van de doeltreffendheid zou de verordening gepaard moeten gaan met een verplichting om voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die zich pas hebben gevestigd, snel uit te roeien.

Deze optie verplicht lidstaten ertoe onverwijld op te treden en informatie te delen. Afwijkingen zijn mogelijk na goedkeuring daarvan door de Commissie.

Kern van het voorstel voor een verordening is een lijst van voor de Unie zorgwekkende IUS, waarvan de negatieve gevolgen vragen om een gecoördineerde aanpak op Unie-niveau. De lijst wordt door de Commissie in samenwerking met de lidstaten opgesteld. Soorten die zijn aangemerkt als voor de EU zorgwekkende soorten zullen worden verboden, enkele beperkte uitzonderingen daargelaten. Lidstaten zullen maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat deze soorten niet worden geïntroduceerd, verhandeld, gehouden, gefokt, of vrijgelaten in de EU. Dergelijke soorten kunnen schade veroorzaken in de gehele Unie of slechts in delen van de Unie, maar de ernst van de gevolgen rechtvaardigt dat de overige EU-lidstaten worden gevraagd hun medewerking te verlenen.

De Commissie stelt voor de lijst van voor de EU zorgwekkende soorten aanvankelijk te beperken tot 50 soorten om de inspanningen te concentreren op de meest gevaarlijke soorten en om te zorgen voor voldoende regelgevingszekerheid voor de lidstaten om de nodige beheersstructuren op te zetten.

In het voorstel is ook een systeem voor vroegtijdige waarschuwing opgenomen. De lidstaten zullen de Commissie en de overige lidstaten onmiddellijk moeten waarschuwen als zij IUS waarnemen die plotseling zijn verschenen op hun grondgebied, om verdere verspreiding te voorkomen.

Als een soort die is opgenomen op de lijst van voor de EU zorgwekkende soorten al aanwezig is in sommige lidstaten, zullen deze lidstaten maatregelen moeten nemen om ze uit te roeien of ze te beheersen en ervoor te zorgen dat ze onder controle worden gehouden.

De voorstel van de rapporteur

De rapporteur is het eens met de Commissie dat het voorstel gebaseerd moet zijn op drie grondbeginselen:

•   PREVENTIE

Met preventie wordt ernaar gestreefd om het aantal nieuwe IUS dat de EU binnenkomt te verminderen, om zo te voorkomen dat de biodiversiteit nog meer wordt bedreigd en om negatieve gevolgen voor de samenleving en de economie te vermijden.

•   PRIORITEITEN

Door prioriteiten te stellen kan er doeltreffend worden opgetreden doordat de middelen worden geconcentreerd op de ergste IUS, d.w.z. waar het meeste voordeel kan worden behaald voor de biodiversiteit en voor de samenleving en de economie.

•   COÖRDINATIE

Door op coherente en gecoördineerde wijze in de gehele EU op te treden zal de doeltreffendheid van de acties op EU-niveau toenemen. Zo wordt vermeden dat de maatregelen van één lidstaat worden ondermijnd doordat in een andere lidstaat niet wordt opgetreden.

De rapporteur is verheugd over het Commissievoorstel maar is van mening dat er verschillende aspecten zijn die geamendeerd moeten worden.

Belangrijkste voorgestelde wijzigingen in het voorstel

•   Beperking van het aantal opgenomen soorten

De voorgestelde beperking tot 50 IUS met een herziening na pas 5 jaar is een ernstige tekortkoming van het voorstel. In de effectbeoordeling wordt niet uitgegaan van een beperking tot 50 soorten en in de samenvatting van de effectbeoordeling wordt zelfs verklaard dat het onmogelijk is van te voren te weten hoeveel en welke invasies er zullen moeten worden aangepakt en welke en hoeveel soorten op de lijst van voor de EU zorgwekkende soorten zullen worden geplaatst.

Het aantal IUS dat zich vestigt in Europa moet worden beperkt en er moeten beheersacties worden genomen om de impact van ten minste de ergste IUS te verminderen tot aanvaardbaar niveaus. Er bestaat echter geen kwantitatieve doelstelling voor deze indicator.

De wetenschappelijke wereld is het erover eens dat er geen wetenschappelijke basis bestaat voor een beperking van deze verordening tot een beperkte lijst van 50 soorten zoals nu wordt voorgesteld, en dat dit er hoogstwaarschijnlijk toe zal leiden dat de EU de Aichi-biodiversiteitsdoelstelling nr. 9 tegen 2020 niet zal halen. Een dergelijke beperking moet worden afgeschaft en moet worden vervangen door een systeem dat flexibel is en zo vaak als nodig kan worden aangepast.

•   Opstelling en bijwerking van de IUS-lijst

De lijst van voor de Unie zorgwekkende IUS moet als bijlage bij de basiswetgevingshandeling worden gevoegd vanwege het fundamentele belang ervan en het nauwe verband met het toepassingsgebied van de handeling. Door de lijst als bijlage bij de basiswetgevingshandeling te voegen wordt meer juridische duidelijkheid gecreëerd dan met een op zich zelf staande lijst. Dientengevolge is de passende procedure om een lijst op te stellen en bij te werken, die van de gedelegeerde handelingen en niet die van uitvoeringshandelingen.

•   Soorten die inheems zijn in sommige delen van Europa maar invasief in andere

Samenwerkingsmaatregelen op Unie-niveau kunnen gunstig zijn om een bepaalde soort aan te pakken die invasief is in delen van het grondgebied van de Unie, ongeacht of die soorten inheems zijn in een ander deel van de Unie of worden geïntroduceerd van buiten de Unie. Het effect van uitgebreide lijsten van alle invasieve soorten, ongeacht of ze endemisch zijn in een deel van de EU of niet, zou met zich meebrengen dat alle lidstaten moeten nagaan welke mate van samenwerking nodig is of gerechtvaardigd is om de gevolgen te voorkomen of te beheersen.

•   Voor een lidstaat zorgwekkende IUS (vrijwillige actie)

Het is zinvol om lidstaten toe te staan om op te treden tegen IUS de niet zijn opgenomen op de lijst van voor de EU zorgwekkende IUS, maar waarvan lidstaten van mening zijn dat de schadelijke gevolgen van de vrijlating ervan, zelfs als deze niet volledig zijn bevestigd, significant kunnen zijn. De beslissing of een uitheemse soort kan worden beschouwd als een voor de lidstaat zorgwekkende soort is aan de lidstaten. De enige verplichting die dit met zich meebrengt is dat lidstaten een vergunningssysteem invoeren voor de vrijlating in het milieu van soorten die zij voor hun lidstaat zorgwekkend vinden.

•   Meer strengere regels mogelijk

Omdat de tenuitvoerlegging van bepaalde maatregelen zou kunnen worden belemmerd doordat er te weinig middelen zijn, moet het systeem zo worden ontworpen dat de nodige flexibiliteit kan worden betracht, en dat wordt erkend dat de lidstaten al maatregelen nemen om IUS aan te pakken. Daarom wil de rapporteur ervoor zorgen dat de lidstaten strengere maatregelen moeten kunnen handhaven of treffen.

•   Vrijstellingen

Doel en effect van vrijstellingen van de meeste, maar niet alle, restricties en verplichtingen is regionale variaties toe te staan in de motivering en behoefte aan optreden ter voorkoming van de vestiging of de verspreiding van de soorten, waardoor lidstaten hun optreden kunnen prioriteren naar gelang de omstandigheden op hun grondgebied en zo de kosten kunnen beperken op biogeografische basis.

•   Informatieondersteuningssysteem

De rapporteur is van mening dat een informatieondersteuningssysteem onontbeerlijk is voor een succesvolle tenuitvoerlegging van de verordening en dat het binnen 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van de verordening moet worden ingevoerd. Het systeem kan ook gebruik maken van de relevante expertise van het Europees Milieuagentschap.

•   Publieke deelname

Bepalingen betreffende de publieke deelname moeten worden aangescherpt omdat werkelijke inspraak het publiek de gelegenheid zou bieden zijn mening en bezorgdheid te uiten, die van belang kunnen zijn voor die beslissingen, en stelt de besluitvormers in staat daarmee rekening te houden, hetgeen de verantwoording en de transparantie van de besluitvorming vergroot en bijdraagt tot de bewustheid bij het publiek van milieuvraagstukken en steun aan de genomen beslissingen.

•   Wetenschappelijk Forum

Gezien het brede toepassingsgebied van de verordening is het belangrijk om een specifiek technisch/wetenschappelijk orgaan op te richten om het besluitvormingsproces met deskundige kennis te ondersteunen. Nog niet in het Publicatieblad verschenen.

ADVIES van de Commissie internationale handel (24.1.2014)

aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende preventie en beheer van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten
(COM(2013)0620 – C7-0264/2013 – 2013/0307(COD))

Rapporteur voor advies: Catherine Bearder

BEKNOPTE MOTIVERING

De rapporteur is ingenomen met het langverwachte voorstel van de Commissie voor een verordening betreffende de preventie en het beheer van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten, dat moet dienen als principieel rechtskader voor de preventie, vroegtijdige opsporing, snelle uitroeiing en beheer en controle op lange termijn van deze soorten. Deze beginselen zijn bedoeld om te waarborgen dat de kostbare biodiversiteit van Europa nog vele jaren lang in stand kan worden gehouden, en de EU is bij uitstek geschikt als instantie om het beleid op dit terrein te coördineren. De naar schatting 12.000 dier- en plantensoorten die niet van nature in de EU voorkomen, zijn hier onbedoeld dan wel moedwillig geïntroduceerd.

De rapporteur voor advies deelt het standpunt van de Commissie dat een strikt gecoördineerde aanpak van het beheer en de controle van invasieve uitheemse soorten de beste manier is om de bescherming van onze kostbare biodiversiteit te waarborgen en de potentieel verwoestende economische, omgevings- en ecologische schade die kan optreden bij de al dan niet moedwillige introductie van invasieve uitheemse soorten en die momenteel op 12 miljard euro per jaar in termen van schade en productieverlies wordt geraamd, tot een minimum te beperken.

Zij ziet het als positief dat het verordeningsvoorstel zich daarnaast ook richt op de milieugevolgen, alsook op de aanzienlijke indirecte maatschappelijke en economische consequenties van de introductie van invasieve exoten die in de EU worden binnengebracht, maar is van mening dat de beperking van de lijst van actief gecontroleerde soorten tot 50 onnodig restrictief is en ingaat tegen de mondiale doelstelling om het probleem van de invasieve uitheemse soorten daadwerkelijk aan te pakken. Dit strookt niet met de toegepaste effectevaluatie. Door het begrip "soort" te verbreden tot dat van "taxonomische groep" kan worden verhinderd dat de handel overschakelt van de ene, op de probleemlijst van de Unie voorkomende soort naar een gelijkaardige, maar niet op de lijst voorkomende soort uit dezelfde taxonomische groep.

De legale handel in huisdieren en huisdierenvoer vertegenwoordigde in 2010 alleen al in het Verenigd Koninkrijk een waarde van 5,9 miljard pond. Niet alle handel is echter legaal, zodat de smokkel van en illegale handel in bedreigde en/of exotische dieren onder gebruikmaking van legale kanalen een lucratieve optie is, maar ook een ernstige bedreiging vormt voor de natuurlijke flora en fauna. De illegale handel in wilde soorten vertegenwoordigt mondiaal een waarde van 7,8 à 10 miljard dollar. Deze verordening gaat over de potentiële gevolgen van de legale handel, maar aangezien de zwarte markt in hout naar schatting goed is voor 7 miljard dollar en die in vis een waarde van 4,2 à 9,5 miljard dollar vertegenwoordigt, is er duidelijk behoefte aan begeleidende maatregelen om ervoor te zorgen dat de grenshandhavingsinstanties in staat zijn om effectieve grenscontroles te waarborgen.

AMENDEMENTEN

De Commissie internationale handel verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) Verordening (EG) nr. 708/2007 van de Raad van 11 juni 2007 inzake het gebruik van uitheemse en plaatselijk niet-voorkomende soorten in de aquacultuur14, Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden15 en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG16 van de Raad bevatten regels voor de goedkeuring van het gebruik van bepaalde uitheemse soorten voor specifieke doeleinden. Voor het gebruik van bepaalde soorten is overeenkomstig deze wetgeving reeds goedkeuring verleend ten tijde van de inwerkingtreding van deze nieuwe regels, aangezien zij geen onacceptabele risico's vormen voor het milieu, de menselijke gezondheid en de economie. Met het oog op een samenhangend juridisch kader moeten deze soorten dus worden uitgesloten van de nieuwe regels.

(9) Verordening (EG) nr. 708/2007 van de Raad van 11 juni 2007 inzake het gebruik van uitheemse en plaatselijk niet-voorkomende soorten in de aquacultuur14, Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden15 en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG16 van de Raad bevatten regels voor de goedkeuring van het gebruik van bepaalde uitheemse soorten voor specifieke doeleinden. Voor het gebruik van bepaalde soorten is overeenkomstig deze wetgeving reeds goedkeuring verleend ten tijde van de inwerkingtreding van deze nieuwe regels, aangezien zij geen onacceptabele risico's vormen voor het milieu, de overleving van inheemse soorten, de menselijke gezondheid, de gezondheid van dieren en de economie. Met het oog op een samenhangend juridisch kader moeten deze soorten dus worden uitgesloten van de nieuwe regels.

_______________

_______________

14 PB L 168 van 28.6.2007, blz. 1.

14 PB L 168 van 28.6.2007, blz. 1.

15 PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

15 PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

16 PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

16 PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Om te verzekeren dat de ondercategorie van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten evenredig blijft, moet de lijst geleidelijk en gefaseerd worden ontwikkeld waarbij onder meer het aantal voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten aanvankelijk tot 3 % van de ongeveer 1500 invasieve uitheemse soorten in Europa wordt beperkt en de aandacht wordt toegespitst op die soorten die aanzienlijke economische schade veroorzaken of mogelijk zullen veroorzaken, met inbegrip van schade als gevolg van verlies aan biodiversiteit.

(10) Om te verzekeren dat de ondercategorie van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten evenredig blijft en voldoet aan de doelstelling om het accent te leggen op preventie, is het van essentieel belang dat de lijst voortdurend wordt herzien en geactualiseerd. De lijst moet open zijn – met dien verstande dat er zich naar schatting momenteel zo'n 1 500 invasieve uitheemse soorten in de Unie bevinden en dat hun aantal steeds sneller toeneemt – en moet alle taxonomische groepen omvatten, inclusief soortgroepen met dezelfde ecologische vereisten, om te voorkomen dat er voor gelijkaardige maar niet in de lijst voorkomende soorten afwijkingen worden toegestaan van de soorten die in de Unie worden verhandeld. De lijst moet zijn toegespitst op die soorten die aanzienlijke economische schade veroorzaken of mogelijk zullen veroorzaken, met inbegrip van schade als gevolg van verlies aan biodiversiteit.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) De criteria op basis waarvan invasieve uitheemse soorten als zorgwekkend voor de Unie worden beschouwd vormen het belangrijkste instrument voor de toepassing van deze nieuwe regels. De Commissie zal alles in het werk stellen om uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze wetgeving bij het comité een voorstel in te dienen voor een op die criteria gebaseerde lijst. De criteria moeten een risicobeoordeling omvatten overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de verdragen van de Wereldhandelsorganisatie betreffende het beperken van de handel in soorten.

(11) De criteria op basis waarvan invasieve uitheemse soorten als zorgwekkend voor de Unie worden beschouwd vormen het belangrijkste instrument voor de toepassing van deze nieuwe regels. De Commissie dient uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze wetgeving bij het comité een voorstel in voor een op die criteria gebaseerde lijst. De criteria moeten gebaseerd zijn op de meest recente wetenschappelijke gegevens en een risicobeoordeling omvatten overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de desbetreffende verdragen van de Wereldhandelsorganisatie betreffende het beperken van de handel in soorten.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) De risico's en gevaren van invasieve uitheemse soorten vormen een grensoverschrijdende uitdaging voor de gehele Unie. Daarom is het van essentieel belang dat op Unie-niveau wordt verboden voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten in de Unie in te voeren, te reproduceren, te telen, te vervoeren, te kopen, te verkopen, te gebruiken, uit te wisselen, te houden en uit te zetten, om een consistent optreden in de gehele Unie te waarborgen en zo verstoringen op de interne markt te voorkomen evenals situaties waarin het optreden in de ene lidstaat wordt ondermijnd door het uitblijven van maatregelen in een andere lidstaat.

(16) De risico's en gevaren van invasieve uitheemse soorten vormen een grensoverschrijdende uitdaging voor de gehele Unie. Daarom is het van essentieel belang dat op Unie-niveau wordt verboden voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten in de Unie in te voeren, te reproduceren, te telen, te vervoeren, te kopen, te verkopen, te gebruiken, uit te wisselen, te houden en uit te zetten, om een vroegtijdig en consistent optreden in de gehele Unie te waarborgen en zo verstoringen op de interne markt te voorkomen evenals situaties waarin het optreden in de ene lidstaat wordt ondermijnd door het uitblijven van maatregelen in een andere lidstaat.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 18

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18) Het kan gebeuren dat uitheemse soorten die nog niet erkend zijn als voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten, aan de grenzen van de Unie opduiken of op het grondgebied van de Unie worden waargenomen. De lidstaten moeten daarom op basis van het beschikbaar wetenschappelijke bewijsmateriaal bepaalde noodmaatregelen kunnen nemen. Dankzij dergelijke noodmaatregelen kunnen onmiddellijk maatregelen worden genomen tegen soorten waarvan de introductie, de vestiging en de verspreiding in die landen een risico kan vormen, terwijl de lidstaten de daadwerkelijke risico's van die soorten overeenkomstig de toepasselijke bepalingen in de verdragen van de Wereldhandelsorganisatie beoordelen, in het bijzonder met het oog op de erkenning van die soorten als voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten. Nationale noodmaatregelen moeten worden gekoppeld aan de mogelijkheid om noodmaatregelen te nemen op Unie-niveau om te voldoen aan de bepalingen van de verdragen van de Wereldhandelsorganisatie. Bovendien bieden noodmaatregelen op Unie-niveau de Unie een mechanisme om snel te handelen in geval van de aanwezigheid of directe gevaar van binnenkomst van een nieuwe invasieve uitheemse soort in overeenstemming met het voorzorgsbeginsel.

(18) Het kan gebeuren dat uitheemse soorten die nog niet erkend zijn als voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten, aan de grenzen van de Unie opduiken of op het grondgebied van de Unie worden waargenomen en dat de onbedoelde of moedwillige introductie ervan in het milieu risico's kan opleveren. De lidstaten moeten daarom op basis van het beschikbaar wetenschappelijke bewijsmateriaal en van de optimale praktijk bepaalde noodmaatregelen kunnen nemen. Dankzij dergelijke noodmaatregelen kunnen onmiddellijk maatregelen worden genomen tegen soorten waarvan de introductie, de vestiging en de verspreiding in die landen een risico kan vormen, terwijl de lidstaten de daadwerkelijke risico's van die soorten overeenkomstig de toepasselijke bepalingen in de desbetreffende verdragen van de Wereldhandelsorganisatie beoordelen, in het bijzonder met het oog op de erkenning van die soorten als voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten. Nationale noodmaatregelen moeten worden gekoppeld aan de mogelijkheid om noodmaatregelen te nemen op Unie-niveau om te voldoen aan de bepalingen van de desbetreffende verdragen van de Wereldhandelsorganisatie. Bovendien bieden noodmaatregelen op Unie-niveau de Unie een mechanisme om snel te handelen in geval van de aanwezigheid of directe gevaar van binnenkomst van een nieuwe invasieve uitheemse soort in overeenstemming met het voorzorgsbeginsel.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 18 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(18 bis) De lidstaten moeten nationale regels voor het beheer van invasieve uitheemse soorten kunnen handhaven of vaststellen die strenger zijn dan die welke zijn vastgelegd in deze verordening.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Een groot deel van de invasieve uitheemse soorten wordt onopzettelijk in de Unie geïntroduceerd. Daarom is het van cruciaal belang de trajecten waarlangs invasieve uitheemse soorten onopzettelijk worden geïntroduceerd te beheersen. Er moet op dit gebied geleidelijk worden opgetreden gezien de relatief beperkte ervaringen op dit gebied. De maatregelen moeten zowel verplichte als vrijwillige maatregelen omvatten, bijvoorbeeld de International Maritime Organisation's Guidelines for the Control and Management of Ships' Biofouling, en voortbouwen op de ervaring in de Unie en in de lidstaten met het beheersen van bepaalde trajecten, bijvoorbeeld maatregelen die zijn vastgesteld op grond van het International Convention for the Control and Management of Ships Ballast Water and Sediments.

(20) Een groot deel van de invasieve uitheemse soorten wordt onopzettelijk in de Unie geïntroduceerd. Daarom is het van cruciaal belang de trajecten waarlangs invasieve uitheemse soorten onopzettelijk worden geïntroduceerd beter te beheersen. Er moet op dit gebied geleidelijk worden opgetreden gezien de relatief beperkte ervaringen op dit gebied. De maatregelen moeten zowel verplichte als vrijwillige maatregelen omvatten, bijvoorbeeld de International Maritime Organisation's Guidelines for the Control and Management of Ships' Biofouling, en voortbouwen op de ervaring in de Unie en in de lidstaten met het beheersen van bepaalde trajecten, bijvoorbeeld maatregelen die zijn vastgesteld op grond van het International Convention for the Control and Management of Ships Ballast Water and Sediments.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 33 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(33 bis) De lidstaten kunnen nationale voorschriften inzake de omgang met invasieve uitheemse soorten handhaven of goedkeuren die strenger zijn dan de bepalingen in deze verordening inzake invasieve soorten die voor de Unie zorgwekkend zijn, en kunnen tevens de bepalingen inzake voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten uitbreiden tot voor lidstaten zorgwekkende invasieve uitheemse soorten.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 2 – letter g bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(g bis) soorten die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 708/2007 in gesloten aquacultuurvoorzieningen worden gebruikt.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) "uitheemse soorten": levende exemplaren van soorten, ondersoorten of lagere taxa van dieren, planten, schimmels of micro-organismen die zijn geïntroduceerd buiten het vroegere of huidige natuurlijke verspreidingsgebied, met inbegrip van alle delen, gameten, zaadcellen, eicellen of propagulen van die soorten alsook alle kruisingen, variëteiten of rassen, die kunnen overleven en zich vervolgens kunnen voortplanten;

(1) "uitheemse soorten": levende exemplaren van soorten, ondersoorten of lagere taxa van dieren, planten, schimmels of micro-organismen die zijn geïntroduceerd buiten het vroegere of huidige natuurlijke verspreidingsgebied, levende exemplaren van soorten, ondersoorten of lagere taxa van dieren, planten, schimmels of micro-organismen die zijn geïntroduceerd buiten het vroegere of huidige natuurlijke verspreidingsgebied, met inbegrip van alle delen, gameten, zaadcellen, eicellen of propagulen van die soorten alsook alle verwilderde gedomesticeerde soorten, kruisingen, variëteiten of rassen, die kunnen overleven en zich vervolgens kunnen voortplanten;

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1– punt 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) "voor de lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soort" : andere dan voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soort waarvan de lidstaat van mening is dat de negatieve gevolgen van de vrijlating en verspreiding ervan, zelfs als deze niet volledig zijn bevestigd, significant zijn op zijn nationale grondgebied;

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Er wordt door de Commissie een lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten vastgesteld en bijgewerkt, door middel van uitvoeringshandelingen op basis van criteria van lid 2. De uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 22, lid 2.

1. Er wordt door de Commissie een lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten of taxonomische soortgroepen vastgesteld en bijgewerkt, door middel van uitvoeringshandelingen op basis van criteria van lid 2. De uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 22, lid 2.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Invasieve uitheemse soorten worden alleen opgenomen op de in lid 1 vermelde lijst als ze aan alle onderstaande criteria voldoen:

2. Invasieve uitheemse soorten of de taxonomische soortgroepen waartoe zij behoren worden alleen opgenomen op de in lid 1 vermelde lijst als ze aan alle onderstaande criteria voldoen, onder inachtneming van de desbetreffende internationale normen:

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) uit het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze uitheems zijn op het grondgebied van de Unie, met uitzondering van de ultraperifere regio's;

(a) uit het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze uitheems en invasief zijn in een of meer lidstaten, met uitzondering van de ultraperifere regio's;

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 3 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) de naam van de soort;

(a) de naam van de soort of de taxonomische soortgroep;

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 3 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) bewijsmateriaal dat de soort voldoet aan de genoemde criteria van lid 2.

(c) bewijsmateriaal dat de soort of de taxonomische soortgroep voldoet aan de genoemde criteria van lid 2.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De in lid 1 vermelde lijst omvat maximaal vijftig soorten, met inbegrip van de soorten die aan de lijst kunnen worden toegevoegd als gevolg van de bij artikel 9 vastgestelde noodmaatregelen.

Schrappen

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De soorten op de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst mogen niet opzettelijk:

1. 1. De soorten op de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst mogen niet opzettelijk of uit nalatigheid:

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2 – letter d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d) zijn de invasieve uitheemse soorten dieren, dan worden ze waar mogelijk gemarkeerd;

(d) zijn de invasieve uitheemse soorten dieren, dan worden ze waar mogelijk gemarkeerd; identificatie en registratie van deze dieren biedt de mogelijkheid de eigenaars te traceren en ze makkelijker te controleren.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Uiterlijk [12 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening - datum nader in te voegen] beschikken de lidstaten over volledig functionerende structuren om de officiële controles op in de Unie binnengebrachte dieren en planten - met inbegrip van hun zaden, eieren of propagulen – uit te voeren die nodig zijn om te voorkomen dat voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten opzettelijk in de Unie worden geïntroduceerd.

1. Uiterlijk [12 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening – datum nader in te voegen] beschikken de lidstaten over volledig functionerende structuren om de officiële controles en toezichtsbevoegdheden op in de Unie binnengebrachte dieren en planten – met inbegrip van hun zaden, eieren of propagulen, parasieten en pathogene infecties – uit te voeren die nodig zijn om te voorkomen dat voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten opzettelijk of onbedoeld in de Unie worden geïntroduceerd.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Bij het nemen van uitroeiingsmaatregelen zorgen de lidstaten ervoor dat de gebruikte methoden volstaan om de populatie van de betreffende invasieve uitheemse soort, volledig en permanent te verwijderen waarbij op gepaste wijze met de menselijke gezondheid en het milieu wordt rekening gehouden, en de betroffen dieren vermijdbare pijn, stress of lijden wordt bespaard.

2. Bij het nemen van uitroeiingsmaatregelen zorgen de lidstaten ervoor dat de gebruikte methoden volstaan om de populatie van de betreffende invasieve uitheemse soort, volledig en permanent te verwijderen waarbij op gepaste wijze met de menselijke gezondheid, de gezondheid en het voortbestaan van de inheemse soorten en het milieu wordt rekening gehouden, en de betroffen dieren vermijdbare pijn, stress of lijden wordt bespaard.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – lid 2 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) er zijn geen uitroeiingsmethoden beschikbaar of beschikbare methoden hebben zeer ernstige negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid of het milieu.

(c) er zijn geen uitroeiingsmethoden beschikbaar of beschikbare methoden hebben zeer ernstige negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid, de gezondheid van inheemse soorten of het milieu.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Bij de toepassing van beheersmaatregelen zorgen de lidstaten ervoor dat de gebruikte methoden voldoende rekening houden met de menselijke gezondheid en het milieu en dat, indien de maatregelen dieren betreffen, de dieren vermijdbare pijn, stress of lijden wordt bespaard.

3. Bij de toepassing van beheersmaatregelen zorgen de lidstaten ervoor dat de gebruikte methoden voldoende rekening houden met de menselijke gezondheid, de gezondheid van inheemse soorten en het milieu en dat, indien de maatregelen dieren betreffen, de dieren vermijdbare pijn, stress of lijden wordt bespaard.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 1 – letter e bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(e bis) gegevens met betrekking tot voor de Unie en de lidstaten zorgwekkende invasieve uitheemse soorten als bedoeld in artikel 10, lid 2, die in de Unie worden geïmporteerd of via de Unie worden doorgevoerd;

PROCEDURE

Titel

Preventie en beheer van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten

Document- en procedurenummers

COM(2013)0620 – C7-0264/2013 – 2013/0307(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ENVI

12.9.2013

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

INTA

24.10.2013

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Catherine Bearder

27.11.2013

Datum goedkeuring

21.1.2014

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

27

1

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Laima Liucija Andrikienė, Maria Badia i Cutchet, David Campbell Bannerman, Daniel Caspary, María Auxiliadora Correa Zamora, Christofer Fjellner, Yannick Jadot, Metin Kazak, Franziska Keller, Bernd Lange, David Martin, Vital Moreira, Paul Murphy, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Niccolò Rinaldi, Helmut Scholz, Peter Šťastný, Robert Sturdy, Henri Weber, Jan Zahradil, Paweł Zalewski

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Catherine Bearder, Béla Glattfelder, Syed Kamall, Elisabeth Köstinger, Katarína Neveďalová, Tokia Saïfi, Matteo Salvini, Peter Skinner, Jarosław Leszek Wałęsa

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Sophie Auconie, Franco Frigo

ADVIES van de Commissie visserij (23.1.2014)

aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende preventie en beheer van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten
(COM(2013)0620 – C7‑0264/2013 – 2013/0307(COD))

Rapporteur voor advies: Chris Davies

BEKNOPTE MOTIVERING

In de Europese Unie komen naar schatting meer dan 12 000 plant- en diersoorten voor die daar oorspronkelijk niet voorkwamen. Die aantallen nemen steeds verder toe als gevolg van het feit dat er meer gereisd wordt en meer handel wordt bedreven, en van de klimaatverandering. In 10 à 15 % van de gevallen planten die soorten zich snel en ongecontroleerd voort, en dat heeft ernstige consequenties voor de economie en het milieu.

In de effectbeoordeling van de Commissie wordt gesteld dat de kosten van de schade en het productieverlies als gevolg daarvan inmiddels misschien wel al 12 miljard euro per jaar bedragen. Ook voor de biodiversiteit zijn de gevolgen aanzienlijk. Het probleem wordt steeds groter, is grensoverschrijdend en vraagt om gecoördineerd optreden. Het voorstel van de Commissie heeft tot doel de verspreiding van die soorten te voorkomen door ze uit te roeien of indien nodig te beheren.

Er moet een lijst worden overeengekomen van invasieve uitheemse soorten die niet in de Unie mogen worden binnengebracht, gehouden, verkocht, gefokt of vrijgelaten in het milieu. De lidstaten kunnen indien nodig noodmaatregelen nemen en moeten actieplannen opstellen om de binnenkomst van dergelijke soorten op te sporen en om de aanwezigheid ervan aan te pakken. Ook moeten zij diverse maatregelen nemen om de schade aan ecosystemen te herstellen.

Aangezien er met deze regelgeving ook handelsbeperkingen gemoeid zullen zijn, zullen er ook kwesties in verband met de interne markt en met de Wereldhandelsorganisatie moeten worden opgelost.

Binnen de Raad lijkt er geen bezwaar te bestaan tegen het beginsel waarop de aanpak van de Commissie steunt, maar wel zal er gesproken moeten worden over de kosten en de effectiviteit van de voorgestelde maatregelen.

Binnen het Parlement is de Milieucommissie ten principale bevoegd. Daarom beperkt de rapporteur zijn voorstellen in dit ontwerpadvies tot aangelegenheden die van belang kunnen zijn voor het mariene milieu of de aquacultuur.

Als eerste essentiële stap moet het voorstel van de Commissie om het aantal als "voor de Unie zorgwekkend" aangemerkte soorten tot 50 te beperken, worden geamendeerd. Dat is namelijk een volledig kunstmatig cijfer dat in tegenspraak is met de beoordeling die de Commissie zelf maakt van de gevolgen die dreigen als het probleem niet wordt aangepakt. Zo heeft bijvoorbeeld België alleen al 28 plantensoorten geïdentificeerd die niet moeten worden verbouwd. Prioriteitstelling is noodzakelijk, maar de lijst van de Unie moet worden opgesteld op basis van het beste advies van een wetenschappelijke adviesgroep.

Sommige soorten die in bepaalde delen van de Unie inheems zijn, kunnen problemen opleveren als zij worden uitgezet in lidstaten waar de milieuomstandigheden anders zijn. De rapporteur stelt voor dat daarvoor dezelfde beperkingen en verplichtingen tot het nemen van maatregelen moeten gelden als voor uitheemse soorten die aanleiding tot bezorgdheid geven.

Het lozen van ballastwater van schepen die handel bedrijven over de hele wereld heeft een aanzienlijke rol gespeeld bij de introductie van uitheemse invasieve soorten in het aquatisch milieu. Tot nu toe hebben slechts vier lidstaten het Ballastwaterverdrag geratificeerd. Het Parlement moet aandringen op eensgezinde inspanningen om alle aan de kust gelegen EU-lidstaten ertoe aan te zetten dat verdrag te ondertekenen.

AMENDEMENTEN

De Commissie visserij verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Aangezien het aantal invasieve uitheemse soorten talrijk is, moet de ondercategorie van invasieve uitheemse soorten die als zorgwekkend voor de Unie wordt beschouwd, prioritair worden aangepakt. Daarom moet een lijst van invasieve uitheemse soorten worden opgesteld die als zorgwekkend voor de Unie worden beschouwd. Een invasieve uitheemse soort wordt als zorgwekkend voor de Unie beschouwd wanneer de schade die door de soort wordt veroorzaakt in de lidstaten zo aanzienlijk is dat specifieke maatregelen voor de gehele Unie moeten worden genomen, dus ook voor de lidstaten die nog niet getroffen zijn of die wellicht niet getroffen zullen worden. Om te verzekeren dat de ondercategorie van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten evenredig blijft, moet de lijst geleidelijk en gefaseerd worden ontwikkeld waarbij onder meer het aantal voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten aanvankelijk tot 3 % van de ongeveer 1500 invasieve uitheemse soorten in Europa wordt beperkt en de aandacht wordt toegespitst op die soorten die aanzienlijke economische schade veroorzaken of mogelijk zullen veroorzaken, met inbegrip van schade als gevolg van verlies aan biodiversiteit.

(10) Aangezien het aantal invasieve uitheemse soorten talrijk is, moet de ondercategorie van invasieve uitheemse soorten die als zorgwekkend voor de Unie wordt beschouwd, prioritair worden aangepakt. Daarom moet een lijst van invasieve uitheemse soorten worden opgesteld die als zorgwekkend voor de Unie worden beschouwd. Een invasieve uitheemse soort wordt als zorgwekkend voor de Unie beschouwd wanneer de schade die door de soort wordt veroorzaakt in de lidstaten zo aanzienlijk is dat specifieke maatregelen voor de gehele Unie moeten worden genomen, dus ook voor de lidstaten die nog niet getroffen zijn of die wellicht niet getroffen zullen worden. Om te verzekeren dat de ondercategorie van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten evenredig blijft, moet de lijst geleidelijk en gefaseerd worden ontwikkeld waarbij de aandacht wordt toegespitst op die soorten die aanzienlijke economische schade veroorzaken of mogelijk zullen veroorzaken, met inbegrip van schade als gevolg van verlies aan biodiversiteit

Motivering

Een beperking van het aantal voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten belemmert een doeltreffende uitvoering van de wetgeving.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) De criteria op basis waarvan invasieve uitheemse soorten als zorgwekkend voor de Unie worden beschouwd vormen het belangrijkste instrument voor de toepassing van deze nieuwe regels. De Commissie zal alles in het werk stellen om uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze wetgeving bij het comité een voorstel in te dienen voor een op die criteria gebaseerde lijst. De criteria moeten een risicobeoordeling omvatten overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de verdragen van de Wereldhandelsorganisatie betreffende het beperken van de handel in soorten.

(11) De criteria op basis waarvan invasieve uitheemse soorten als zorgwekkend voor de Unie worden beschouwd vormen het belangrijkste instrument voor de toepassing van deze nieuwe regels. De Commissie zal alles in het werk stellen om uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze wetgeving bij het comité een voorstel in te dienen voor een op die criteria gebaseerde lijst. De criteria moeten een risicobeoordeling omvatten overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de verdragen van de Wereldhandelsorganisatie betreffende het beperken van de handel in soorten. Deze criteria worden vastgesteld door een panel dat bestaat uit verschillende deskundigen. Deze deskundigen worden benoemd door de Commissie, de Raad en het Europees Parlement.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Sommige van de invasieve soorten in de Unie kunnen inheems zijn in enkele van de ultraperifere regio’s van de Unie en andersom. In de Mededeling van de Commissie "De ultraperifere regio's: een troef voor Europa"18 wordt erkend dat - gezien de opmerkelijke biodiversiteit van de ultraperifere regio's - maatregelen moeten worden genomen om invasieve uitheemse soorten in die regio's te voorkomen en te beheersen overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarbij rekening wordt gehouden met Besluit 2010/718/EU van de Europese Raad van 29 oktober 2010 tot wijziging van de status van het eiland Saint-Barthélemy19 ten aanzien van de Europese Unie en Besluit 2012/419/EU van de Europese Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie20. Daarom moeten nieuwe regels van toepassing zijn op de ultraperifere regio's van de Unie, met uitzondering van de regels met betrekking tot voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die inheems zijn in deze regio's. Om de biodiversiteit in deze regio's te beschermen moeten de betreffende lidstaten, ter aanvulling van de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten bovendien specifieke lijsten van invasieve uitheemse soorten voor hun ultraperifere regio's opstellen waarop deze nieuwe regels ook van toepassing moeten zijn.

(15) Sommige van de invasieve soorten in de Unie kunnen inheems zijn in enkele van de ultraperifere regio’s van de Unie en andersom. In de Mededeling van de Commissie "De ultraperifere regio's: een troef voor Europa"18 wordt erkend dat - gezien de opmerkelijke biodiversiteit van de ultraperifere regio's - maatregelen moeten worden genomen om invasieve uitheemse soorten in die regio's te voorkomen en te beheersen overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarbij rekening wordt gehouden met Besluit 2010/718/EU van de Europese Raad van 29 oktober 2010 tot wijziging van de status van het eiland Saint-Barthélemy19 ten aanzien van de Europese Unie en Besluit 2012/419/EU van de Europese Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie20. Daarom moeten nieuwe regels van toepassing zijn op de ultraperifere regio's van de Unie, met uitzondering van de regels met betrekking tot voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die inheems zijn in deze regio's. Om de biodiversiteit in deze regio's te beschermen moeten de betreffende lidstaten, ter aanvulling van de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten bovendien specifieke lijsten van invasieve uitheemse soorten voor hun ultraperifere regio's opstellen waarop deze nieuwe regels ook van toepassing moeten zijn en deze wanneer nodig bijwerken. Die lijst blijft open en wordt herzien, aangezien er nieuwe invasieve uitheemse soorten worden ontdekt en als een risico worden beschouwd. Sommige van de invasieve uitheemse soorten in de Unie kunnen inheems zijn in enkele regio's van de EU en in ultraperifere regio's en andersom.

__________________

__________________

18 COM(2008) 642 definitief.

18 COM(2008) 642 definitief.

19 PB L 325, 9.12.2010, blz. 4.

19 PB L 325, 9.12.2010, blz. 4.

20 PB L 204, 31.07.2012, blz. 131.

20 PB L 204, 31.07.2012, blz. 131.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Een groot deel van de invasieve uitheemse soorten wordt onopzettelijk in de Unie geïntroduceerd. Daarom is het van cruciaal belang de trajecten waarlangs invasieve uitheemse soorten onopzettelijk worden geïntroduceerd te beheersen. Er moet op dit gebied geleidelijk worden opgetreden gezien de relatief beperkte ervaringen op dit gebied. De maatregelen moeten zowel verplichte als vrijwillige maatregelen omvatten, bijvoorbeeld de International Maritime Organisation's Guidelines for the Control and Management of Ships' Biofouling, en voortbouwen op de ervaring in de Unie en in de lidstaten met het beheersen van bepaalde trajecten, bijvoorbeeld maatregelen die zijn vastgesteld op grond van het International Convention for the Control and Management of Ships Ballast Water and Sediments.

(20) Een groot deel van de invasieve uitheemse soorten wordt onopzettelijk in de Unie geïntroduceerd. Daarom is het van cruciaal belang de trajecten waarlangs invasieve uitheemse soorten onopzettelijk worden geïntroduceerd te beheersen. Er moet op dit gebied geleidelijk worden opgetreden gezien de relatief beperkte ervaringen op dit gebied. De maatregelen moeten zowel verplichte als vrijwillige maatregelen omvatten, bijvoorbeeld de International Maritime Organisation's Guidelines for the Control and Management of Ships' Biofouling, en voortbouwen op de ervaring in de Unie en in de lidstaten met het beheersen van bepaalde trajecten, bijvoorbeeld maatregelen die zijn vastgesteld op grond van het International Convention for the Control and Management of Ships' Ballast Water and Sediments. De Commissie moet derhalve alle nodige maatregelen nemen om de lidstaten ertoe aan te moedigen het verdrag te ratificeren, onder meer door debatmogelijkheden tussen nationale ministers te bevorderen. Onverminderd de voorschriften van artikel 11 inzake de actieplannen van de lidstaten brengt de Commissie drie jaar na de datum van uitvoering van deze verordening verslag uit over de tenuitvoerlegging van die vrijwillige maatregelen door de lidstaten en dient zij indien nodig wetgevingsvoorstellen in om die maatregelen op te nemen in het Unierecht. In geval van vertraging bij de inwerkingtreding van het verdrag moet de Commissie het afgestemd optreden van de lidstaten, zeevarende naties van buiten de EU en internationale maritieme organisaties beogen om maatregelen voor te stellen ter preventie van de onopzettelijke introductie van soorten langs dit bepaalde traject.

Motivering

Op het moment waarop de effectbeoordeling van de Commissie werd opgesteld hadden slechts vier lidstaten het verdrag geratificeerd, ondanks het feit dat in het verslag dat het Instituut voor Europese Milieupolitiek in 2010 voor de Commissie had opgesteld werd verklaard dat onbehandeld ballastwater en afzetting op scheepsrompen verreweg de belangrijkste oorzaken vormen van de incidentele introductie van uitheemse soorten. Mochten die vrijwillige maatregels niet succesvol blijken, dan moet de Commissie wetgevend optreden op dit gebied overwegen.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 27 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(27 bis) De uitvoering van deze verordening, met name het opstellen en bijwerken van de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten, elementen van de risicobeoordeling, noodmaatregelen en maatregelen voor een snelle uitroeiing in een vroeg stadium van de invasie, moet worden aangestuurd door deugdelijk wetenschappelijk bewijsmateriaal. Dit vereist de daadwerkelijke betrokkenheid van relevante leden van de wetenschappelijke gemeenschap. Advies dient derhalve actief te worden ingewonnen door middel van een regelmatig overleg met wetenschappers, met name door middel van de oprichting van een specifiek adviesorgaan (de "wetenschappelijke adviesgroep") voor de Commissie.

Motivering

Wetenschappelijk advies van experts op het relevante vakgebied verzekert dat de wetgeving doeltreffend en consistent zal worden uitgevoerd.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) "voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten": invasieve uitheemse soorten waarvan de negatieve effecten zodanig zijn dat op het niveau van de Unie eensgezind moet worden opgetreden overeenkomstig artikel 4, lid 2;

(3) "voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten": invasieve uitheemse soorten, ongeacht of zij niet-inheems zijn in de Unie of inheems in bepaalde regio's van de Unie maar uitheems in andere, of taxonomische soortengroepen, waarvan de negatieve effecten zodanig zijn dat op het niveau van de Unie eensgezind moet worden opgetreden overeenkomstig artikel 4, lid 2;

Motivering

Soms zijn soorten die inheems zijn in de ene regio van de Unie, uitheems en invasief in een andere; daarom moet voor dergelijke soorten in een gedifferentieerde aanpak tussen de lidstaten worden voorzien. De opname van taxonomische soortengroepen met gelijksoortige ecologische vereisten op de lijst van de Unie zal ertoe bijdragen dat omzeiling voorkomen wordt en dat de verordening makkelijker kan worden uitgevoerd.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1– punt 16 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 bis) "opzettelijke vrijlating": het proces waarbij een organisme, voor om het even welk doel, in het milieu wordt vrijgelaten zonder dat de noodzakelijke maatregelen worden genomen om de ontsnapping en verspreiding ervan te voorkomen.

Motivering

Aanvullende definitie in samenhang met amendement 12 op artikel 10, lid 1.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) uit het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze uitheems zijn op het grondgebied van de Unie, met uitzondering van de ultraperifere regio's;

(a) uit het beste en meest recente beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze uitheems zijn op het grondgebied van de Unie, met uitzondering van de ultraperifere regio's;

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) uit het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze in staat zijn een levensvatbare populatie te vormen en zich overal in de Unie in het milieu te verspreiden – behalve in de ultraperifere regio's - onder de huidige omstandigheden of als gevolg van te verwachten klimaatveranderingen;

(b) uit het beste en meest recente beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze in staat zijn een levensvatbare populatie te vormen en zich overal in de Unie in het milieu te verspreiden – behalve in de ultraperifere regio's - onder de huidige omstandigheden of als gevolg van te verwachten klimaatveranderingen;

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. Met betrekking tot voor de Unie zorgwekkende invasieve soorten die in sommige regio's van de Unie inheems zijn, maar uitheems in andere, kunnen de lidstaten bij de Commissie een verzoek indienen tot afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1. De Commissie kent die afwijking toe na evaluatie van het verstrekte bewijsmateriaal, dat onder meer bestaat uit:

 

a) bewijs dat de soort in de betrokken lidstaat inheems en/of niet-invasief is;

 

b) bewijs dat de betrokken lidstaat op grond van het voorzorgsbeginsel, indien mogelijk samen met andere betrokken lidstaten, passende maatregelen heeft genomen om de verspreiding naar andere regio's waar die soort wel een invasieve bedreiging zou kunnen vormen, te voorkomen.

Motivering

Wanneer een lidstaat een voor een andere lidstaat inheemse of niet-invasieve soort als voor zijn grondgebied invasieve soort aanmerkt, moet de lidstaat waar die soort inheems of niet-invasief is een gedifferentieerde aanpak kunnen volgen ten aanzien van de beheersing van die soort, op voorwaarde dat hij aan bepaalde verplichtingen voldoet.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De in lid 1 vermelde lijst omvat maximaal vijftig soorten, met inbegrip van de soorten die aan de lijst kunnen worden toegevoegd als gevolg van de bij artikel 9 vastgestelde noodmaatregelen.

Schrappen

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. Overeenkomstig artikel 4, lid 3 bis, toegekende afwijkingen worden jaarlijks door de Commissie geëvalueerd. Bij de evaluatie wordt rekening gehouden met het advies van de bij artikel 21 bis opgerichte wetenschappelijke adviesgroep.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1 – letter e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(e) een beschrijving van het huidige verspreidingsgebied van de soort, met inbegrip van de vraag of de soort al aanwezig is in de Unie of in buurlanden;

(e) een beschrijving van het huidige verspreidingsgebied van de soort, met inbegrip van de vraag of de soort al als inheemse of uitheemse soort aanwezig is in de Unie of in buurlanden;

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1 – letter g

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(g) een gekwantificeerde raming van de schadekosten op Unie-niveau, om het belang voor de Unie aan te tonen en verdere maatregelen rechtvaardigen wanneer de totale schade de kosten om de schade te beperken overstijgen;

(g) een beoordeling van de potentiële kosten op Unieniveau;

Motivering

Potentiële risico's en kosten van de aanwezigheid van invasieve uitheemse soorten zijn moeilijk te kwantificeren.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1 – letter h

 

(h) een beschrijving van het mogelijke gebruik en de mogelijke voordelen van het gebruik van de soort.

(h) een beschrijving van het mogelijke gebruik en de mogelijke voordelen die de soort kan opleveren.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten verbieden de opzettelijke vrijlating in het milieu – dat wil zeggen het proces waarbij een organisme, voor om het even welk doel, in het milieu wordt vrijgelaten zonder dat de nodige maatregelen worden genomen om de ontsnapping en verspreiding ervan te voorkomen - van andere dan voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten waarvan de lidstaten op basis van wetenschappelijk bewijs, buiten dat de negatieve gevolgen van de vrijlating en verspreiding ervan, zelfs als deze niet volledig zijn bevestigd, significant zijn op hun nationale grondgebied ("voor de lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soort").

1. De lidstaten verbieden de opzettelijke vrijlating in het milieu van andere dan voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten waarvan de lidstaten op basis van het beste beschikbare wetenschappelijk bewijs, besluiten dat de negatieve gevolgen van de vrijlating en verspreiding ervan significant zijn op hun nationale grondgebied ("voor de lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soort").

Motivering

Definities moeten in artikel 3 worden opgenomen.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) de verspreiding van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten op hun grondgebied;

(b) de verspreiding van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten op hun grondgebied en in hun binnenwateren en mariene wateren, met informatie over migratie- of voortplantingspatronen;

Motivering

Met die informatie leren andere lidstaten meer over het risico dat bepaalde mariene invasieve uitheemse soorten kunnen opleveren.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 1 – letter f bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(f bis) maatregelen om het publiek te informeren over de aanwezigheid van uitheemse soorten en andere acties die de burgers verzocht wordt te ondernemen.

Motivering

In veel gevallen kunnen de burgers een rol spelen bij het vermijden van verdere verspreiding van uitheemse soorten. Daarom is het belangrijk dat de lidstaten maatregelen nemen om het publiek te informeren.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 21 bis

 

Wetenschappelijke adviesgroep

 

1. De Commissie richt een wetenschappelijke adviesgroep op bestaande uit onafhankelijke wetenschappers met relevante expertise op het specifieke vakgebied van de preventie en het beheer van de introductie van invasieve uitheemse soorten. Deze groep heeft in het bijzonder tot taak:

 

a) nieuwe mogelijk voor de Unie zorgwekkende invasieve soorten te identificeren en opneming daarvan op de lijst van de Unie voor te stellen;

 

b) de risicobeoordelingen van de lidstaten te onderzoeken;

 

c) de verzoeken van de lidstaten om afwijking van het bepaalde in artikel 4, leden 1 en 2, overeenkomstig artikel 4, lid 3, onder a) en artikel 4 bis te onderzoeken.

Motivering

Wetenschappelijk advies van experts op het relevante vakgebied waarborgt een doeltreffende, consistente en succesvolle tenuitvoerlegging van en controle op de wetgeving.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 21 ter

 

Wetenschappelijke studiegroep

 

1. Een wetenschappelijke studiegroep wordt hierbij opgericht.

 

De wetenschappelijke studiegroep is belast met de voorbereiding van het door de Commissie en het comité van artikel 22 in aanmerking genomen advies over de volgende punten:

 

a) het voorbereiden en bijwerken van de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten;

 

b) wetenschappelijke en technische vraagstukken betreffende het in artikel 4, lid 2, onder b) vermelde type toelaatbaar specifiek bewijsmateriaal en de toepassing van de in artikel 5, lid 1, onder a) tot  h) genoemde elementen, met inbegrip van de voor de beoordeling van die elementen toe te passen methode, overeenkomstig artikel 5, lid 2;

 

c) overeenkomstig artikel 5, lid 1, uitgevoerde risicobeoordelingen;

 

d) overeenkomstig artikel 9, lid 4, vast te stellen noodmaatregelen voor de Unie voor invasieve uitheemse soorten die niet zijn opgenomen op de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst;

 

e) op verzoek van de Commissie of de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, alle andere wetenschappelijke of technische vraagstukken die voortvloeien uit de werking van deze verordening.

 

2. De leden van de wetenschappelijke studiegroep worden door de Commissie benoemd op basis van hun relevante ervaring en expertise bij de uitvoering van de in lid 1 genoemde taken, rekening houdende met een geografische spreiding die de diversiteit van de wetenschappelijke problemen en benaderingen binnen de Unie weerspiegelt. De Commissie stelt het aantal leden vast afhankelijk van de behoeften.

Motivering

Voor de succesvolle uitvoering van deze verordening, met name wat preventieve maatregelen betreft, is de aanwezigheid van een onafhankelijk adviesorgaan nodig. Wetenschappelijk en technisch advies is nodig om te voorspellen welke organismen geïntroduceerd kunnen worden of problematisch kunnen worden. Daarom moet een groep van onafhankelijke wetenschappelijke en technische experts worden opgericht. Advies geven over op de lijst op te nemen soorten en risicobeoordelingen onderzoeken zijn enkele van de hoofdtaken van deze groep.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Publieke deelname

Publieke deelname en inspraak van de belanghebbenden en uitwisseling van informatie

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Ter bevordering van een doeltreffende en transparante uitwisseling van informatie over de uitvoering van verschillende punten van de verordening zal de Commissie een forum over invasieve uitheemse soorten, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten, de betrokken bedrijfstakken en sectoren en niet-gouvernementele organisaties die zich inzetten voor milieubescherming en dierenwelzijn, oprichten en op gezette tijden bijeenroepen.

 

De Commissie houdt met name rekening met aanbevelingen van het forum inzake het opstellen en bijwerken van de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst en overeenkomstig artikel 9, lid 4, vast te stellen noodmaatregelen voor de Unie voor invasieve uitheemse soorten die niet zijn opgenomen op de in artikel 4, lid 1, vermelde lijst. Ze gebruikt het forum ook om de uitwisseling van informatie inzake opties voor de spreiding en het beheer van de soorten, met inbegrip van humane bestrijdingsmethoden, te bevorderen.

Motivering

Relevante belanghebbenden moeten kunnen meewerken aan de opstelling van de lijst van voor Europa zorgwekkende soorten en maatregelen om preventie te ondersteunen en humane bestrijdingsmethoden aan te nemen. Om een doeltreffende en actieve uitwisseling van informatie tussen de lidstaten, de betrokken bedrijfstakken en sectoren, relevante niet-gouvernementele organisaties en de Commissie te verzekeren, is er een forum nodig dat op een transparante manier functioneert.

PROCEDURE

Titel

Preventie en beheer van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten

Document- en procedurenummers

COM(2013)0620 – C7-0264/2013 – 2013/0307(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ENVI

12.9.2013

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

PECH

12.9.2013

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Chris Davies

23.9.2013

Behandeling in de commissie

17.10.2013

 

 

 

Datum goedkeuring

22.1.2014

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

13

7

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

John Stuart Agnew, Antonello Antinoro, Alain Cadec, Chris Davies, João Ferreira, Carmen Fraga Estévez, Pat the Cope Gallagher, Dolores García-Hierro Caraballo, Isabella Lövin, Gabriel Mato Adrover, Guido Milana, Maria do Céu Patrão Neves, Ulrike Rodust, Raül Romeva i Rueda, Struan Stevenson, Isabelle Thomas, Jarosław Leszek Wałęsa

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Izaskun Bilbao Barandica, Ole Christensen, Jens Nilsson

PROCEDURE

Titel

Preventie en beheer van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten

Document- en procedurenummers

COM(2013)0620 – C7-0264/2013 – 2013/0307(COD)

Datum indiening bij EP

9.9.2013

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ENVI

12.9.2013

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

INTA

24.10.2013

ITRE

12.9.2013

REGI

12.9.2013

AGRI

12.9.2013

 

PECH

12.9.2013

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

ITRE

25.9.2013

REGI

24.9.2013

AGRI

30.9.2013

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Pavel Poc

23.9.2013

 

 

 

Behandeling in de commissie

16.12.2013

 

 

 

Datum goedkeuring

30.1.2014

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

49

4

3

Bij de eindstemming aanwezige leden

Sophie Auconie, Pilar Ayuso, Sandrine Bélier, Biljana Borzan, Martin Callanan, Tadeusz Cymański, Spyros Danellis, Chris Davies, Esther de Lange, Bas Eickhout, Edite Estrela, Elisabetta Gardini, Gerben-Jan Gerbrandy, Matthias Groote, Satu Hassi, Jolanta Emilia Hibner, Karin Kadenbach, Martin Kastler, Christa Klaß, Eija-Riitta Korhola, Claus Larsen-Jensen, Jo Leinen, Corinne Lepage, Peter Liese, Zofija Mazej Kukovič, Linda McAvan, Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė, Vladko Todorov Panayotov, Pavel Poc, Anna Rosbach, Oreste Rossi, Dagmar Roth-Behrendt, Richard Seeber, Theodoros Skylakakis, Bogusław Sonik, Claudiu Ciprian Tănăsescu, Salvatore Tatarella, Glenis Willmott, Sabine Wils, Marina Yannakoudakis

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Julie Girling, Jutta Haug, Filip Kaczmarek, James Nicholson, Vittorio Prodi, Christel Schaldemose, Birgit Schnieber-Jastram, Renate Sommer, Bart Staes, Rebecca Taylor, Vladimir Urutchev, Andrea Zanoni

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Fabrizio Bertot, Hiltrud Breyer, Vojtěch Mynář, Bill Newton Dunn

Datum indiening

4.2.2014