VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2013/36/EU en 2009/110/EG en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG

11.3.2014 - (COM(2013)0547 – C7‑0230/2013 – 2013/0264(COD)) - ***I

Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Diogo Feio
PR_COD_1amCom


Procedure : 2013/0264(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0169/2014
Ingediende teksten :
A7-0169/2014
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2013/36/EU en 2009/110/EG en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG

(COM(2013)0547 – C7‑0230/2013 – 2013/0264(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0547),

–   gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0230/2013),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien het advies van de Europese Centrale Bank van 5 februari 2014[1],

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 11 december 2013[2],

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en het advies van de Commissie juridische zaken (A7-0169/2014),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Richtlijn 2007/64/EG is aangenomen in december 2007 op basis van een voorstel van de Commissie van december 2005. De markt van de retailbetalingen heeft sindsdien grote technische innovaties gezien, met de snelle toename van het aantal elektronische en mobiele betalingen en de opkomst van nieuwe soorten betalingsdiensten op de markt.

(2) Richtlijn 2007/64/EG is aangenomen in december 2007 op basis van een voorstel van de Commissie van december 2005. De markt van de retailbetalingen heeft sindsdien grote technische innovaties gezien, met de snelle toename van het aantal elektronische en mobiele betalingen en de opkomst van nieuwe soorten betalingsdiensten op de markt, waardoor het huidige kader onder druk is komen te staan.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Uit de evaluatie van het EU-rechtskader voor betalingsdiensten en met name uit de analyse van de effecten van Richtlijn 2007/64/EG en de raadpleging over het groenboek van de Commissie "Naar een geïntegreerde Europese markt voor kaart-, internet- en mobiele betalingen"15 is gebleken dat deze ontwikkelingen de wet- en regelgeving voor grote uitdagingen stellen. Belangrijke segmenten van de betaalmarkt, met name die van de kaart-, internet- en mobiele betalingen, zijn vaak nog opgedeeld langs nationale grenzen. Talrijke innoverende betalingsproducten of -diensten vallen, volledig of grotendeels, buiten het toepassingsgebied van Richtlijn 2007/64/EG. In een paar gevallen is ook gebleken dat het toepassingsgebied van Richtlijn 2007/64/EG en met name de uitsluiting van een aantal elementen, zoals bepaalde betalingsgerelateerde activiteiten, van de algemene voorschriften te vaag, te algemeen of gewoon achterhaald was, gelet op de ontwikkelingen op de markt. Dit heeft geleid tot rechtsonzekerheid, potentiële veiligheidsrisico's in de betalingsketen en een gebrek aan consumentenbescherming op sommige gebieden. Innoverende en gebruiksvriendelijke digitale betalingsdiensten konden daardoor maar moeilijk ingang vinden en dienst doen als doeltreffende, handige en veilige betalingsmethoden in de Unie voor consumenten en detailhandelaren.

(3) Uit de evaluatie van het EU-rechtskader voor betalingsdiensten en met name uit de analyse van de effecten van Richtlijn 2007/64/EG en de raadpleging over het groenboek van de Commissie "Naar een geïntegreerde Europese markt voor kaart-, internet- en mobiele betalingen"15 is gebleken dat deze ontwikkelingen de wet- en regelgeving voor grote uitdagingen stellen. Belangrijke segmenten van de betaalmarkt, met name die van de kaart-, internet- en mobiele betalingen, zijn vaak nog opgedeeld langs nationale grenzen. Talrijke innoverende betalingsproducten of -diensten vallen, volledig of grotendeels, buiten het toepassingsgebied van Richtlijn 2007/64/EG. In een paar gevallen is ook gebleken dat het toepassingsgebied van Richtlijn 2007/64/EG en met name de uitsluiting van een aantal elementen, zoals bepaalde betalingsgerelateerde activiteiten, van de algemene voorschriften te vaag, te algemeen of gewoon achterhaald was, gelet op de ontwikkelingen op de markt. Dit heeft geleid tot rechtsonzekerheid, potentiële veiligheidsrisico's in de betalingsketen en een gebrek aan consumentenbescherming op sommige gebieden. Innoverende, veilige en gebruiksvriendelijke digitale betalingsdiensten konden daardoor maar moeilijk ingang vinden en dienst doen als doeltreffende, handige en veilige betalingsmethoden in de Unie voor consumenten en detailhandelaren. Op dit gebied bestaat een groot positief potentieel dat op consistentere wijze moet worden benut.

__________________

__________________

15 COM(2012) 941 final.

15 COM(2012) 941 final.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) De totstandbrenging van een geïntegreerde eengemaakte markt voor elektronische betalingen is van wezenlijk belang om ervoor te zorgen dat consumenten, handelaren en bedrijven alle voordelen van de interne markt kunnen benutten, gelet op de ontwikkeling van de digitale economie.

(4) De totstandbrenging van een geïntegreerde eengemaakte markt voor veilige elektronische betalingen is van wezenlijk belang de groei van de EU-economie te steunen en om ervoor te zorgen dat consumenten, handelaren en bedrijven op transparantie wijze kunnen kiezen tussen verschillende betalingsdiensten om alle voordelen van de interne markt te kunnen benutten, gelet op de ontwikkeling van de digitale economie.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Nieuwe voorschriften moeten worden vastgesteld om de leemten in de regelgeving te dichten en tegelijkertijd de rechtsduidelijkheid te vergroten en een consistente toepassing van het wetgevingskader overal in de Unie te garanderen. Bestaande en nieuwe spelers op de markt moeten de garantie hebben dat zij onder gelijke voorwaarden hun activiteiten kunnen ontplooien, waardoor nieuwe betaalmiddelen gemakkelijker een grotere markt zullen bereiken en er in de hele Unie een hoog niveau van consumentenbescherming bij het gebruik van deze betalingsdiensten zal worden gegarandeerd. Dit moet de kosten en prijzen voor betalingsdienstgebruikers laten dalen en tot meer keuze tussen en transparantie van betalingsdiensten leiden.

(5) Nieuwe voorschriften moeten worden vastgesteld om de leemten in de regelgeving te dichten en tegelijkertijd de rechtsduidelijkheid te vergroten en een consistente toepassing van het wetgevingskader overal in de Unie te garanderen. Bestaande en nieuwe spelers op de markt moeten de garantie hebben dat zij onder gelijke voorwaarden hun activiteiten kunnen ontplooien, waardoor nieuwe betaalmiddelen gemakkelijker een grotere markt zullen bereiken en er in de hele Unie een hoog niveau van consumentenbescherming bij het gebruik van deze betalingsdiensten zal worden gegarandeerd. Dit moet zorgen voor efficiëntie in het betalingssysteem als geheel en moet de kosten en prijzen voor betalingsdienstgebruikers laten dalen en tot meer keuze tussen en transparantie van betalingsdiensten leiden, terwijl het vertrouwen van de consument in een geharmoniseerde betalingsmarkt wordt versterkt.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis) Het single euro payments area ("SEPA") zal in 2014 een mijlpaal bereiken met de migratie van nationale overmakingen en automatische afschrijvingen in euro naar SEPA-conforme overmakingen en automatische afschrijvingen. De vorming van een geïntegreerde, concurrerende, innovatieve markt – met een gelijk speelveld – voor retailbetalingen in de eurozone moet worden voortgezet teneinde een werkelijke interne markt voor betalingsdiensten in de Unie tot stand te brengen. Dit marktvormingsproces moet worden gesteund door versterkt bestuur onder leiding van de Europese Centrale Bank (ECB). De aankondiging van de ECB om de Euro Retail Payments Board (ERPB) op te richten, als opvolger van de SEPA-Raad, moet bijdragen tot de verwezenlijking van deze doelstelling en deze vergemakkelijken. Bij de samenstelling van de ERPB moet er, rekening houdend met een beter evenwicht tussen de belangen van de vraag- en de aanbodzijde van de betalingsmarkt, gezorgd worden voor effectief advies ten aanzien van de richting van het SEPA-project in de toekomst en mogelijke obstakels voor de totstandbrenging ervan, manieren om deze uit de weg te ruimen en manieren om innovatie, concurrentie en integratie in retailbetalingen in euro in de Unie te bevorderen. Deelname van de Commissie als waarnemer moet worden overwogen om ervoor te zorgen dat taken, samenstelling en werking van de ERPB bijdragen tot de bevordering van het SEPA-project.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) De afgelopen jaren zijn de veiligheidsrisico's in verband met elektronische betalingen gestegen als gevolg van de grotere technische complexiteit van elektronische betalingen, de wereldwijd steeds grotere hoeveelheden elektronische betalingen en de nieuwe soorten betalingsdiensten. Veilige en zekere betalingsdiensten zijn een absolute voorwaarde voor een goed functionerende markt voor betalingsdiensten en de gebruikers van die diensten moeten voldoende beschermd zijn tegen deze risico's. Betalingsdiensten zijn essentieel voor de handhaving van vitale economische en maatschappelijke activiteiten en om die reden zijn betalingsdienstaanbieders zoals kredietinstellingen aangemerkt als marktdeelnemers overeenkomstig artikel 3, punt 8, van Richtlijn [nummer van de NIB-richtlijn toevoegen na de vaststelling ervan] van het Europees Parlement en de Raad16.

(6) De afgelopen jaren zijn de veiligheidsrisico's in verband met elektronische betalingen gestegen als gevolg van de grotere technische complexiteit van elektronische betalingen, de wereldwijd steeds grotere hoeveelheden elektronische betalingen en de nieuwe soorten betalingsdiensten. Veilige en zekere betalingsdiensten zijn een absolute voorwaarde voor een goed functionerende markt voor betalingsdiensten en de gebruikers van die diensten moeten voldoende beschermd zijn tegen deze risico's. Betalingsdiensten zijn essentieel voor de handhaving van vitale economische en maatschappelijke activiteiten en om die reden zijn betalingsdienstaanbieders zoals kredietinstellingen aangemerkt als marktdeelnemers overeenkomstig artikel 3, punt 8, van Richtlijn [nummer van de NIB-richtlijn toevoegen na de vaststelling ervan] van het Europees Parlement en de Raad16. Bij de verwerking van persoonsgegevens voor de toepassing van deze richtlijn moeten de veiligheidsvoorschriften als bepaald in de artikelen 16 en 17 van Richtlijn 95/46/EG worden nageleefd.

__________________

__________________

16 Richtlijn XXXX/XX/EU van het Europees Parlement en de Raad van [datum] houdende maatregelen om een hoog gemeenschappelijk niveau van netwerk- en informatiebeveiliging in de Unie te waarborgen (PB L […] van […], blz. […]).

16 Richtlijn XXXX/XX/EU van het Europees Parlement en de Raad van [datum] houdende maatregelen om een hoog gemeenschappelijk niveau van netwerk- en informatiebeveiliging in de Unie te waarborgen (PB L […] van […], blz. […]).

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Naast de algemene maatregelen die op het niveau van de lidstaten moeten worden genomen overeenkomstig Richtlijn [nummer van de NIB-richtlijn toevoegen na de vaststelling ervan], dienen de veiligheidsrisico's in verband met betalingstransacties ook te worden aangepakt op het niveau van de betalingsdienstaanbieders. De door de betalingsdienstaanbieders te nemen veiligheidsmaatregelen moeten in verhouding staan tot de veiligheidsrisico's in kwestie. Er dient een mechanisme voor regelmatige rapportage te worden gecreëerd om ervoor te zorgen dat betalingsdienstaanbieders de bevoegde autoriteiten jaarlijks actuele informatie verstrekken over de door hen verrichte veiligheidsrisicobeoordeling en de naar aanleiding hiervan genomen (aanvullende) maatregelen. Teneinde voorts te garanderen dat schade voor andere betalingsdienstaanbieders en betalingssystemen, zoals een omvangrijke verstoring van een betalingssysteem, en voor gebruikers zoveel mogelijk wordt beperkt, is het van wezenlijk belang dat betalingsdienstaanbieders de verplichting hebben om onverwijld belangrijke veiligheidsincidenten te melden aan de Europese Bankautoriteit.

(7) Naast de algemene maatregelen die op het niveau van de lidstaten moeten worden genomen overeenkomstig Richtlijn [nummer van de NIB-richtlijn toevoegen na de vaststelling ervan], dienen de veiligheidsrisico's in verband met de keuze van het technische systeem om betalingstransacties aan te bieden ook te worden aangepakt op het niveau van de betalingsdienstaanbieders en te hunnen laste en verantwoordelijkheid. De door de betalingsdienstaanbieders te nemen veiligheidsmaatregelen moeten in verhouding staan tot de veiligheidsrisico's in kwestie voor hun cliënten. Er dient een mechanisme voor regelmatige rapportage te worden gecreëerd om ervoor te zorgen dat betalingsdienstaanbieders de bevoegde autoriteiten ten minste drie maal per jaar actuele informatie verstrekken over de door hen verrichte veiligheidsrisicobeoordeling en de naar aanleiding hiervan genomen aanvullende maatregelen om deze risico's te verlagen. Teneinde voorts te garanderen dat schade voor andere betalingsdienstaanbieders en betalingssystemen, zoals een omvangrijke verstoring van een betalingssysteem, en voor gebruikers zoveel mogelijk wordt beperkt, is het van wezenlijk belang dat betalingsdienstaanbieders de verplichting hebben om onverwijld belangrijke veiligheidsincidenten te melden aan de Europese Bankautoriteit, die jaarlijks een verslag moet publiceren over de veiligheid van de digitale betalingsdiensten in de Unie.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) Om ervoor te zorgen dat de consumenten hun rechten en plichten krachtens deze richtlijn begrijpen, moeten zij op duidelijke en begrijpelijke wijze op de hoogte worden gesteld. Binnen twee jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn moet de Commissie derhalve een gebruiksvriendelijke elektronische brochure opstellen waarin op duidelijke en bevattelijke wijze de rechten en plichten van consumenten krachtens deze richtlijn en gerelateerde Uniewetgeving inzake betalingsdiensten staan vermeld. Die informatie moet beschikbaar worden gesteld op de websites van de Commissie, de bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad1 bis opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit)("EBA") en de nationale bankentoezichthouders. De lidstaten zorgen ervoor dat de betalingsdienstaanbieders de brochure voor al hun bestaande en nieuwe cliënten in haar oorspronkelijke formaat op hun websites in elektronische vorm en bij hun filialen, hun agenten en de entiteiten waaraan zij hun activiteiten uitbesteden in papiervorm, kosteloos beschikbaar stellen.

 

_________________

 

1 bis Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Het herziene regelgevingskader voor betalingsdiensten wordt aangevuld door Verordening (EU) [XX/XX/XX] van het Europees Parlement en de Raad17. Deze verordening voorziet in voorschriften betreffende het aanrekenen van multilaterale en bilaterale interbancaire vergoedingen voor alle transacties met debet- en kredietkaarten van consumenten en op die transacties gebaseerde mobiele betalingen en legt beperkingen op ten aanzien van de toepassing van bepaalde bedrijfsregels met betrekking tot kaarttransacties. Zij moet bijdragen aan de snellere totstandkoming van een effectieve geïntegreerde markt voor kaartbetalingen.

(8) Het herziene regelgevingskader voor betalingsdiensten wordt aangevuld door Verordening (EU) [XX/XX/XX] van het Europees Parlement en de Raad17. Deze verordening voorziet in voorschriften betreffende het aanrekenen van multilaterale en bilaterale interbancaire vergoedingen voor alle transacties met debet- en kredietkaarten van consumenten en op die transacties gebaseerde mobiele betalingen waardoor een aanzienlijke belemmering tussen nationale betalingsmarkten wordt weggenomen, en legt beperkingen op ten aanzien van de toepassing van bepaalde bedrijfsregels met betrekking tot kaarttransacties. Zij moet bijdragen aan de snellere totstandkoming van een effectieve geïntegreerde markt voor kaartbetalingen.

__________________

__________________

17 Verordening (EU) [XX/XX/XX] van het Europees Parlement en de Raad [datum] betreffende interbancaire vergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties (PB L […] van […], blz. […]).

17 Verordening (EU) [XX/XX/XX] van het Europees Parlement en de Raad [datum] betreffende interbancaire vergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties (PB L […] van […], blz. […]).

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) Om te vermijden dat de lidstaten op uiteenlopende wijze te werk gaan, hetgeen ten koste van de consument zou zijn, dienen de bepalingen betreffende transparantie en informatievereisten voor betalingsdienstaanbieders in deze richtlijn ook te gelden voor transacties waarbij de betalingsdienstaanbieder van de betaler of de begunstigde in de Europese Economische Ruimte (hierna "de EER" genoemd) gevestigd is en de andere betalingsdienstaanbieder buiten de EER. Het is ook passend de toepassing van de bepalingen betreffende transparantie en informatievereisten uit te breiden tot transacties in alle valuta's tussen betalingsdienstaanbieders die in de EER gevestigd zijn.

(9) Om te vermijden dat de lidstaten op uiteenlopende wijze te werk gaan, hetgeen ten koste van de consument zou zijn, dienen de bepalingen betreffende transparantie en informatievereisten voor betalingsdienstaanbieders en inzake de rechten en verplichtingen met betrekking tot de verlening en het gebruik van betalingsdiensten in deze richtlijn ook te gelden voor transacties waarbij de betalingsdienstaanbieder van de betaler of de begunstigde in de Europese Economische Ruimte (hierna "de EER" genoemd) gevestigd is en de andere betalingsdienstaanbieder buiten de EER. Op basis van een evaluatie door de Commissie en, indien passend, een wetgevingsvoorstel, moet de toepassing van deze richtlijn op dergelijke transacties ook worden uitgebreid tot het merendeel van de bepalingen inzake rechten en plichten met betrekking tot het aanbieden en het gebruiken van betalingsdiensten. Het is ook passend de toepassing van de bepalingen betreffende transparantie en informatievereisten uit te breiden tot transacties in alle valuta's tussen betalingsdienstaanbieders die in de EER gevestigd zijn.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) De definitie van betalingsdiensten moet technologieneutraal zijn en ruimte bieden voor de verdere ontwikkeling van nieuwe soorten betalingsdiensten terwijl zij zowel bestaande als nieuwe betalingsdienstaanbieders garandeert dat zij onder gelijke voorwaarden hun activiteiten kunnen ontplooien.

(10) De definities van betalingsdiensten, betalingsprotocollen en -normen moeten technologieneutraal zijn en ruimte bieden voor de verdere ontwikkeling van nieuwe soorten betalingsdiensten terwijl zij zowel bestaande als nieuwe betalingsdienstaanbieders garanderen dat zij onder gelijke veilige voorwaarden hun activiteiten kunnen ontplooien.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Uit feedback van de markt blijkt dat er bij de betalingsactiviteiten die plaatsvinden onder de vrijstelling voor beperkte netwerken, vaak sprake is van zeer grote betalingsvolumes en bedragen waarbij de consument honderden of duizenden verschillende producten en diensten worden aangeboden, hetgeen in strijd is met de geest van de vrijstelling voor beperkte netwerken van Richtlijn 2007/64/EG. Betalingsdienstgebruikers, met name consumenten, lopen hierdoor grotere risico's en hebben geen juridische bescherming terwijl gereglementeerde marktdeelnemers duidelijk worden benadeeld. Om deze risico's te beperken, dient een preciezere definitie van een beperkt netwerk in overeenstemming met Richtlijn 2009/110/EG te worden vastgesteld. Een betaalinstrument dient daarom als een slechts binnen een "beperkt netwerk" bruikbaar instrument te worden beschouwd als het alleen maar kan worden gebruikt voor de aankoop van goederen en diensten in een welbepaalde winkel of winkelketen, dan wel voor de aankoop van een beperkte reeks goederen of diensten, ongeacht de geografische locatie van het verkooppunt. Dergelijke instrumenten zijn bijvoorbeeld klantenkaarten, tankkaarten, lidmaatschapskaarten, kaarten voor openbaar vervoer, maaltijdcheques of cheques voor specifieke diensten, die soms onder een specifiek rechtskader op het gebied van belastingen of arbeid vallen dat tot doel heeft het gebruik van dergelijke instrumenten te bevorderen om de doelstellingen die zijn vastgelegd in de sociale regelgeving te kunnen bereiken. Wanneer een dergelijk instrument voor specifieke doeleinden een instrument voor algemene doeleinden wordt, dient de vrijstelling van het toepassingsgebied van deze richtlijn niet langer te gelden. Instrumenten die voor aankopen in winkels van geregistreerde handelaren kunnen worden gebruikt, mogen niet worden vrijgesteld van het toepassingsgebied van deze richtlijn omdat dergelijke instrumenten juist zijn bedoeld voor een netwerk van dienstverleners dat voortdurend aangroeit. De vrijstelling moet gelden in combinatie met de verplichting voor potentiële betalingsdienstaanbieders om activiteiten te melden die onder de definitie van een beperkt netwerk vallen.

(12) Uit feedback van de markt blijkt dat er bij de betalingsactiviteiten die plaatsvinden onder de vrijstelling voor beperkte netwerken, vaak sprake is van zeer grote betalingsvolumes en bedragen waarbij de consument honderden of duizenden verschillende producten en diensten worden aangeboden, hetgeen in strijd is met de geest van de vrijstelling voor beperkte netwerken van Richtlijn 2007/64/EG. Betalingsdienstgebruikers, met name consumenten, lopen hierdoor grotere risico's en hebben geen juridische bescherming terwijl gereglementeerde marktdeelnemers duidelijk worden benadeeld. Om deze risico's te beperken, dient een preciezere definitie van een beperkt netwerk in overeenstemming met Richtlijn 2009/110/EG te worden vastgesteld. Een betaalinstrument dient daarom als een slechts binnen een "beperkt netwerk" bruikbaar instrument te worden beschouwd als het alleen maar kan worden gebruikt voor de aankoop van goederen en diensten van een welbepaalde detailhandelaar of keten van detailhandelaren, dan wel voor de aankoop van een beperkte reeks goederen of diensten, ongeacht de geografische locatie van het verkooppunt. Dergelijke instrumenten zijn bijvoorbeeld klantenkaarten, tankkaarten, lidmaatschapskaarten, kaarten voor openbaar vervoer, parkeerkaarten, maaltijdcheques of cheques voor specifieke diensten, die soms onder een specifiek rechtskader op het gebied van belastingen of arbeid vallen dat tot doel heeft het gebruik van dergelijke instrumenten te bevorderen om de doelstellingen die zijn vastgelegd in de sociale regelgeving te kunnen bereiken. Wanneer een dergelijk instrument voor specifieke doeleinden een instrument voor algemene doeleinden wordt, dient de vrijstelling van het toepassingsgebied van deze richtlijn niet langer te gelden. Instrumenten die voor aankopen in winkels van geregistreerde handelaren kunnen worden gebruikt, mogen niet worden vrijgesteld van het toepassingsgebied van deze richtlijn omdat dergelijke instrumenten juist zijn bedoeld voor een netwerk van dienstverleners dat voortdurend aangroeit. De vrijstelling moet gelden in combinatie met de verplichting voor potentiële betalingsdienstaanbieders om activiteiten te melden die onder de definitie van een beperkt netwerk vallen.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) Richtlijn 2007/64/EG voorziet in een vrijstelling voor bepaalde betalingstransacties via telecommunicatie- of IT-toestellen waarbij de netwerkexploitant niet alleen optreedt als intermediair voor de levering van digitale goederen en diensten via het toestel in kwestie, maar ook waarde aan deze goederen of diensten toevoegt. Onder deze vrijstelling valt met name het systeem waarbij gefactureerd wordt via de exploitant of aankopen rechtstreeks via de telefoonrekening worden afgerekend, hetgeen – zoals reeds het geval is met beltonen en premium sms-diensten – bijdraagt aan de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsmodellen op basis van de verkoop van digitale inhoud voor kleine bedragen. Feedback uit de markt wijst er niet op dat deze betalingsmethode, die de consumenten praktisch vinden voor laagdrempelige betalingen, zich heeft ontwikkeld tot een algemene intermediatiedienst op het gebied van betalingen. Door de vage formulering van de huidige vrijstelling hebben de lidstaten deze regel evenwel op uiteenlopende wijze ten uitvoer gelegd. Dit vertaalt zich in een gebrek aan rechtszekerheid voor exploitanten en consumenten en heeft occasioneel ook andere intermediatiediensten op het gebied van betalingen in staat gesteld aanspraak te maken op de vrijstelling van Richtlijn 2007/64/EG. Het is derhalve passend het toepassingsgebied van die richtlijn te beperken. De vrijstelling moet specifiek gericht zijn op microbetalingen voor digitale inhoud, zoals beltonen, achtergronden, muziek, spellen, video's of apps. De vrijstelling mag uitsluitend gelden voor betalingsdiensten die als nevendienst worden verricht bij elektronische communicatiediensten (dat wil zeggen de kernactiviteit van de betrokken exploitant).

(13) Richtlijn 2007/64/EG voorziet in een vrijstelling voor bepaalde betalingstransacties via telecommunicatie- of IT-toestellen waarbij de netwerkexploitant niet alleen optreedt als intermediair voor de levering van digitale goederen en diensten via het toestel in kwestie, maar ook waarde aan deze goederen of diensten toevoegt. Onder deze vrijstelling valt met name het systeem waarbij gefactureerd wordt via de exploitant of aankopen rechtstreeks via de telefoonrekening worden afgerekend, hetgeen – zoals reeds het geval is met beltonen en premium sms-diensten – bijdraagt aan de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsmodellen op basis van de verkoop van digitale inhoud voor kleine bedragen. Feedback uit de markt wijst er niet op dat deze betalingsmethode, die de consumenten praktisch vinden voor laagdrempelige betalingen, zich heeft ontwikkeld tot een algemene intermediatiedienst op het gebied van betalingen. Door de vage formulering van de huidige vrijstelling hebben de lidstaten deze regel evenwel op uiteenlopende wijze ten uitvoer gelegd. Dit vertaalt zich in een gebrek aan rechtszekerheid voor exploitanten en consumenten en heeft occasioneel ook andere intermediatiediensten op het gebied van betalingen in staat gesteld aanspraak te maken op de vrijstelling van Richtlijn 2007/64/EG. Het is derhalve passend het negatieve toepassingsgebied van die richtlijn te beperken. Om te vermijden dat er geen regelgeving bestaat voor grootschalige betalingsactiviteiten, moet de vrijstelling gericht zijn op microbetalingen voor digitale inhoud, zoals beltonen, achtergronden, muziek, spellen, video's of apps. De vrijstelling mag uitsluitend gelden voor betalingsdiensten die als nevendienst worden verricht bij elektronische communicatiediensten (dat wil zeggen de kernactiviteit van de betrokken exploitant).

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis) Richtlijn 2007/64/EG voorziet in een vrijstelling voor technische dienstverleners die de aanbieding van betalingsdiensten ondersteunen zonder op enig moment in het bezit te komen van de over te maken geldmiddelen. Typische diensten die onder die vrijstelling vallen, zijn de verwerking en opslag van gegevens, privacybeschermingsdiensten en informatietechnologie (IT) De vrijstelling geldt dus ook voor de ontwikkeling van technische betalingsoplossingen voor betalingsdienstaanbieders (soms "digitale portemonnees" genoemd), die hun betalingsdiensten meestal beschikbaar stellen op een mobiel of IT-apparaat.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Dienstverleners die een beroep willen doen op een vrijstelling van Richtlijn 2007/64/EG, raadplegen vaak niet de autoriteiten om na te gaan of hun activiteiten onder die richtlijn vallen of ervan zijn vrijgesteld, maar vertrouwen in plaats daarvan op hun eigen oordeel. Betalingsdienstaanbieders hebben kennelijk een aantal vrijstellingen aangegrepen om hun bedrijfsmodel aan te passen zodat de aangeboden betalingsactiviteiten buiten het toepassingsgebied van de richtlijn komen te vallen. Dit kan ertoe leiden dat betalingsdienstgebruikers meer risico lopen en dat de voorwaarden waaronder betalingsdienstaanbieders op de interne markt actief zijn, uiteenlopen. Betalingsdienstaanbieders moeten daarom de verplichting krijgen bepaalde activiteiten te melden bij de bevoegde autoriteiten om te garanderen dat de regels overal op de interne markt op dezelfde wijze worden geïnterpreteerd.

(15) Dienstverleners die een beroep willen doen op een vrijstelling van Richtlijn 2007/64/EG, raadplegen vaak niet de autoriteiten om na te gaan of hun activiteiten onder die richtlijn vallen of ervan zijn vrijgesteld, maar vertrouwen in plaats daarvan op hun eigen oordeel. Betalingsdienstaanbieders hebben kennelijk een aantal vrijstellingen aangegrepen om hun bedrijfsmodel aan te passen zodat de aangeboden betalingsactiviteiten buiten het toepassingsgebied van de richtlijn komen te vallen. Dit kan ertoe leiden dat betalingsdienstgebruikers meer risico lopen en dat de voorwaarden waaronder betalingsdienstaanbieders op de interne markt actief zijn, uiteenlopen. Betalingsdienstaanbieders moeten daarom de verplichting krijgen hun activiteiten te melden bij de bevoegde autoriteiten om te garanderen dat de regels overal op de interne markt op dezelfde wijze worden geïnterpreteerd.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18) Sinds de vaststelling van Richtlijn 2007/64/EG zijn er nieuwe soorten betalingsdiensten ontstaan, met name op het gebied van internetbetalingen. Zo zijn er in het bijzonder derde betalingsdienstaanbieders op de markt gekomen, die zogenaamde betalingsinitiatiediensten verlenen aan consumenten en handelaren, vaak zonder dat zij zelf in het bezit komen van de over te dragen geldmiddelen. Deze diensten vergemakkelijken de e-commercebetalingen doordat zij een softwareverbinding tot stand brengen tussen de website van de handelaar en het onlinebankplatform van de consument om internetbetalingen te initiëren op basis van overmakingen of automatische afschrijvingen. Derde betalingsdienstaanbieders bieden een goedkoop alternatief voor kaartbetalingen zowel voor handelaren als voor consumenten en bieden consumenten een mogelijkheid om ook zonder kredietkaart online te winkelen. Aangezien derde betalingsdienstaanbieders momenteel echter niet aan Richtlijn 2007/64/EG zijn onderworpen, kunnen zij buiten het toezicht van een bevoegde autoriteit vallen en hoeven zij de richtlijnvoorschriften niet te volgen. Dit werpt een reeks juridische vragen op, onder meer op het gebied van consumentenbescherming, veiligheid en aansprakelijkheid, mededinging en gegevensbescherming. De nieuwe voorschriften moeten hierop derhalve een antwoord bieden.

(18) Sinds de vaststelling van Richtlijn 2007/64/EG zijn er nieuwe soorten betalingsdiensten ontstaan, met name op het gebied van internetbetalingen. Zo zijn er in het bijzonder derde betalingsdienstaanbieders op de markt gekomen, die zogenaamde betalingsinitiatiediensten verlenen aan consumenten en handelaren, vaak zonder dat zij zelf in het bezit komen van de over te dragen geldmiddelen. Deze diensten vergemakkelijken de e-commercebetalingen doordat zij een softwareverbinding tot stand brengen tussen de website van de handelaar en het onlinebankplatform van de consument om internetbetalingen te initiëren op basis van overmakingen of automatische afschrijvingen. Derde betalingsdienstaanbieders bieden een goedkoop alternatief voor kaartbetalingen zowel voor handelaren als voor consumenten en bieden consumenten een mogelijkheid om ook zonder betaalkaart online te winkelen. Derde betalingsdienstaanbieders hebben ook een veelbelovend potentieel waar het gaat om het vergemakkelijken van grensoverschrijdende e-commerce in de interne markt. Bovendien werpen derde betalingsaanbieders ernstige beveiligingsproblemen op wat betreft de bescherming van de integriteit van de betalings- en persoonsgegevens die hen door betalers worden verschaft. Aangezien derde betalingsdienstaanbieders momenteel echter niet aan Richtlijn 2007/64/EG zijn onderworpen, kunnen zij buiten het toezicht van een bevoegde autoriteit vallen en hoeven zij de richtlijnvoorschriften niet te volgen. Dit werpt een reeks juridische vragen op, onder meer op het gebied van consumentenbescherming, veiligheid en aansprakelijkheid, mededinging en gegevensbescherming. De nieuwe voorschriften moeten daarom voor al deze problemen een adequate oplossing bieden en waarborgen dat in de Unie opererende derde betalingsdienstaanbieders in het bezit zijn van een vergunning of registratie en onder toezicht staan van de betalingsinstellingen.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 19

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19) Een geldtransfer is een eenvoudige betalingsdienst, doorgaans op basis van contanten welke door een betaler worden verstrekt aan een betalingsdienstaanbieder die het overeenkomstige bedrag, bijvoorbeeld via een communicatienetwerk, overmaakt aan een begunstigde of aan een andere, voor rekening van de begunstigde handelende betalingsdienstaanbieder. In sommige lidstaten bieden supermarkten en andere handelaren en winkeliers het publiek een vergelijkbare dienst aan die cliënten in staat stelt hun rekeningen van nutsbedrijven en andere terugkerende huishoudelijke rekeningen te voldoen. Deze diensten voor het betalen van rekeningen moeten worden behandeld als geldtransferdiensten, tenzij de bevoegde autoriteiten oordelen dat de activiteit onder een andere betalingsdienst valt.

(19) Een geldtransfer is een eenvoudige betalingsdienst, doorgaans op basis van contanten welke door een betaler worden verstrekt aan een betalingsdienstaanbieder die het overeenkomstige bedrag, bijvoorbeeld via een communicatienetwerk, overmaakt aan een begunstigde of aan een andere, voor rekening van de begunstigde handelende betalingsdienstaanbieder. In sommige lidstaten bieden geldautomaten, supermarkten, handelaren en andere winkeliers het publiek een vergelijkbare dienst aan die cliënten in staat stelt hun rekeningen van nutsbedrijven en andere terugkerende huishoudelijke rekeningen te voldoen. Deze diensten voor het betalen van rekeningen moeten worden behandeld als geldtransferdiensten, tenzij de bevoegde autoriteiten oordelen dat de activiteit onder een andere betalingsdienst valt.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 19 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(19 bis) Om de interne markt voor betalingen te voltooien en ervoor te zorgen dat zij bevorderlijk is voor een bloeiende elektronische handel en economische groei, is het van belang potentiële nieuwkomers en bestaande betalingsdienstaanbieders het gebruik van alternatieven voor kaartbetalingen toe te staan teneinde hun dienstvoorzieningen voor consumenten en winkeliers te ontwikkelen en te verbeteren. Binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn moet de EBA, in nauwe samenwerking met de ECB, een zorgvuldige beoordeling verrichten van de haalbaarheid en wenselijkheid van de invoering van een verplichting om het gebruik van IBAN, zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 15, van Verordening (EU) nr. 260/2012, dan wel een andere vergelijkbare identificator, in een elektronisch leesbaar formaat op debetkaarten en, indien passend, op andere betalingsinstrumenten verplicht te stellen. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voorschriften inzake fraudepreventie en gegevensbescherming.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 27

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(27) Betalingsdienstaanbieders die een of meer onder deze richtlijn vallende betalingsdiensten aanbieden, moeten altijd betaalrekeningen aanhouden die uitsluitend voor betalingstransacties worden gebruikt. Betalingsinstellingen kunnen pas betalingsdiensten aanbieden als zij ook toegang hebben tot betaalrekeningen. De lidstaten moeten er zorg voor dragen dat die toegang wordt verleend op een wijze die in verhouding staat tot het legitieme doel dat met die toegang wordt beoogd.

(27) Betalingsdienstaanbieders die een of meer onder deze richtlijn vallende betalingsdiensten aanbieden, moeten altijd betaalrekeningen aanhouden die uitsluitend voor betalingstransacties worden gebruikt. Betalingsinstellingen kunnen pas betalingsdiensten aanbieden als zij ook toegang hebben tot betaalrekeningen. De lidstaten moeten er zorg voor dragen dat die toegang niet-discriminerend is en wordt verleend op een wijze die in verhouding staat tot het legitieme doel dat met die toegang wordt beoogd. Hoewel de toegang basaal kan zijn, moet deze altijd voldoende uitgebreid zijn zodat de betalingsinstelling haar diensten ongehinderd en op efficiënte wijze kan aanbieden. De vergoeding die in rekening wordt gebracht voor deze toegang mag niet onredelijk zijn of afwijken van wat gebruikelijk is in de sector.

Motivering

Betaalrekeningen vormen een belangrijk onderdeel van de basisinfrastructuur in de samenleving. Hoewel actoren die rekeningen aanbieden dat uiteraard op commerciële basis moeten kunnen doen, moeten er bepaalde restricties gelden voor de manier waarop zij opereren. Het is onaanvaardbaar als ze hun poortwachterspositie gebruiken om andere actoren te blokkeren door ze de toegang de ontzeggen of buitensporige tarieven in rekening te brengen. Aangezien zich een aantal van zulke incidenten heeft voorgedaan, moet verduidelijkt worden dat alle betalingsdienstaanbieders op niet-discriminerende wijze toegang moeten krijgen tot rekeningen.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 29

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(29) Algemeen genomen heeft de samenwerking tussen de bevoegde nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de vergunningverlening aan betalingsinstellingen, de uitoefening van controles en het nemen van een beslissing over de intrekking van een vergunning, naar behoren gefunctioneerd. Deze samenwerking moet evenwel worden versterkt, zowel wat de uitwisseling van informatie betreft als ten aanzien van een coherente toepassing en uitlegging van de richtlijn in gevallen waarin de vergunninghoudende betalingsinstelling ook in een andere lidstaat dan haar lidstaat van herkomst betalingsdiensten wil aanbieden in uitoefening van het recht tot vestiging of het recht tot het vrij verrichten van diensten (het verlenen van een Europees paspoort). De Europese Bankautoriteit (EBA) dient te worden verzocht om een reeks richtsnoeren voor de samenwerking en gegevensuitwisseling op te stellen.

(29) Algemeen genomen heeft de samenwerking tussen de bevoegde nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de vergunningverlening aan betalingsinstellingen, de uitoefening van controles en het nemen van een beslissing over de intrekking van een vergunning, naar behoren gefunctioneerd. Deze samenwerking moet evenwel worden versterkt, zowel wat de uitwisseling van informatie betreft als ten aanzien van een coherente toepassing en uitlegging van de richtlijn in gevallen waarin de vergunninghoudende betalingsinstelling ook in een andere lidstaat dan haar lidstaat van herkomst betalingsdiensten wil aanbieden in uitoefening van het recht tot vestiging of het recht tot het vrij verrichten van diensten (het verlenen van een Europees paspoort). De EBA dient een reeks richtsnoeren voor de samenwerking en gegevensuitwisseling op te stellen, na raadpleging van een adviespanel dat overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1093/2010 is opgezet met het oog op de uitvoering van deze richtlijn en dat onder andere belanghebbenden buiten de banksector vertegenwoordigt.

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 30

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(30) Om de transparantie te vergroten met betrekking tot de betalingsinstellingen die een vergunning hebben gekregen van of in een register zijn ingeschreven bij bevoegde autoriteiten, daaronder begrepen hun agenten en bijkantoren, moet bij de EBA een webportaal worden opgezet dat dienst doet als Europees elektronisch toegangspunt en alle nationale registers verbindt. Deze maatregelen moeten bijdragen aan een sterkere samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten.

(30) Om de transparantie te vergroten met betrekking tot de betalingsinstellingen die een vergunning hebben gekregen van of in een register zijn ingeschreven bij bevoegde autoriteiten, daaronder begrepen hun agenten en bijkantoren, moet bij de EBA een webportaal worden opgezet dat dienst doet als Europees elektronisch toegangspunt en alle nationale registers verbindt. Deze maatregelen moeten gericht zijn op een sterkere samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten, en volledig bijdragen tot een betalingsklimaat waarin concurrentie, innovatie en veiligheid worden bevorderd ten gunste van alle belanghebbenden en met name de consument.

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 32

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(32) In deze richtlijn worden de minimale bevoegdheden vastgesteld die de bevoegde autoriteiten moeten hebben bij het toezicht op de naleving ervan door betalingsinstellingen, maar deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van grondrechten, met inbegrip van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Bij de uitoefening van de bevoegdheden die verregaand kunnen ingrijpen in het recht op de eerbiediging van het privéleven, het familie- en gezinsleven, de woning en de communicatie, dienen de lidstaten te voorzien in adequate en doeltreffende bescherming tegen misbruik of willekeur, bijvoorbeeld indien passend door middel van voorafgaande toestemming van de gerechtelijke autoriteit van de lidstaat in kwestie.

(32) In deze richtlijn worden de minimale bevoegdheden vastgesteld die de bevoegde autoriteiten moeten hebben bij het toezicht op de naleving ervan door betalingsinstellingen, maar deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van grondrechten, met inbegrip van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Onverminderd de controle door een onafhankelijke autoriteit (de nationale gegevensbeschermingsautoriteit) overeenkomstig artikel 8, lid 3, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dienen de lidstaten bij de uitoefening van de bevoegdheden die verregaand kunnen ingrijpen in het recht op de eerbiediging van het privéleven, het familie- en gezinsleven, de woning en de communicatie, te voorzien in adequate en doeltreffende bescherming tegen misbruik of willekeur, bijvoorbeeld indien passend door middel van voorafgaande toestemming van de gerechtelijke autoriteit van de lidstaat in kwestie.

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 34

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(34) Voor een betalingsdienstaanbieder is het van essentieel belang dat hij toegang heeft tot de diensten van de technische infrastructuren van betalingssystemen. Voor dergelijke toegang dienen echter de nodige eisen te gelden teneinde de integriteit en stabiliteit van deze systemen te verzekeren. Elke betalingsdienstaanbieder die om deelname in een betalingssysteem verzoekt, dient aan de deelnemers van het betalingssysteem het bewijs te leveren dat zijn interne regelingen voldoende bestand zijn tegen alle soorten risico's. Tot die betalingssystemen behoren doorgaans de vierpartijenbetaalkaartsystemen alsmede de grote systemen voor de verwerking van overmakingen en automatische afschrijvingen. Om te garanderen dat de verschillende categorieën vergunninghoudende betalingsdienstaanbieders in de gehele Unie een gelijke behandeling genieten volgens de voorwaarden waaronder zij hun vergunning hebben verkregen, dienen de regels betreffende de toegang tot het aanbieden van betalingsdiensten en de toegang tot betalingssystemen te worden verduidelijkt.

(34) Voor een betalingsdienstaanbieder is het van essentieel belang dat hij toegang heeft tot de diensten van de technische infrastructuren van betalingssystemen. Voor dergelijke toegang dienen echter de nodige eisen te gelden teneinde de integriteit en stabiliteit van deze systemen te verzekeren. Elke betalingsdienstaanbieder die om deelname in een betalingssysteem verzoekt, dient het risico te dragen van het door hem gekozen systeem en aan de deelnemers van het betalingssysteem het bewijs te leveren dat zijn interne regelingen voldoende bestand zijn tegen alle soorten risico's en frauduleus misbruik door een derde partij vanwege de keuze van besturingssystemen. Tot die betalingssystemen behoren doorgaans de vierpartijenbetaalkaartsystemen alsmede de grote systemen voor de verwerking van overmakingen en automatische afschrijvingen. Om te garanderen dat de verschillende categorieën vergunninghoudende betalingsdienstaanbieders in de gehele Unie een gelijke behandeling genieten volgens de voorwaarden waaronder zij hun vergunning hebben verkregen, dienen de regels betreffende de toegang tot het aanbieden van betalingsdiensten en de toegang tot betalingssystemen te worden verduidelijkt.

Amendement  24

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 41

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(41) In deze richtlijn dient te worden gespecificeerd welke de plichten van betalingsdienstaanbieders zijn wanneer zij informatie verstrekken aan betalingsdienstgebruikers, die allen dezelfde, kwalitatief hoogwaardige en duidelijke informatie over betalingsdiensten dienen te ontvangen om met kennis van zaken een vrije keuze te kunnen maken overal in de Unie. Ter wille van de transparantie dienen bij deze richtlijn geharmoniseerde vereisten te worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat aan betalingsdienstgebruikers noodzakelijke en toereikende informatie over zowel het betalingsdienstencontract als de betalingstransacties wordt verstrekt. Teneinde een goede werking van de interne markt voor betalingsdiensten te bevorderen, zouden de lidstaten alleen de informatievoorschriften waarin deze richtlijn voorziet, mogen vaststellen.

(41) In deze richtlijn dient te worden gespecificeerd welke de plichten van betalingsdienstaanbieders zijn wanneer zij informatie verstrekken aan betalingsdienstgebruikers, die allen dezelfde, kwalitatief hoogwaardige en duidelijke informatie over betalingsdiensten dienen te ontvangen om met kennis van zaken (met name van de tariefstructuren) een vrije keuze te kunnen maken overal in de Unie. Ter wille van de transparantie dienen bij deze richtlijn geharmoniseerde vereisten te worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat aan betalingsdienstgebruikers noodzakelijke, toereikende en begrijpelijke informatie over zowel het betalingsdienstencontract als de betalingstransacties wordt verstrekt. Teneinde een goede werking van de interne markt voor betalingsdiensten te bevorderen, zouden de lidstaten alleen de informatievoorschriften waarin deze richtlijn, alsmede Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001 voorzien, mogen vaststellen.

Amendement  25

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 43

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(43) De benodigde informatie dient in verhouding te staan tot de gebruikersbehoeften en moet in een standaardformaat worden meegedeeld. De informatievereisten voor een eenmalige betalingstransactie dienen echter te verschillen van die voor een raamcontract dat op een reeks betalingstransacties betrekking heeft.

(43) De benodigde informatie dient in verhouding te staan tot de gebruikersbehoeften en moet in een gestandaardiseerd en duidelijk formaat worden meegedeeld, ter vergroting van de efficiëntie. De informatievereisten voor een eenmalige betalingstransactie dienen echter te verschillen van die voor een raamcontract dat op een reeks betalingstransacties betrekking heeft.

Amendement  26

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 46

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(46) Deze richtlijn bevestigt het recht van de consument de toepasselijke informatie kosteloos te ontvangen voordat hij door een betalingsdienstencontract gebonden wordt. Gedurende de contractuele relatie dient de consument te allen tijde voorafgaande informatie, alsmede het raamcontract, kosteloos op papier te kunnen verlangen. Aldus kan de consument de diensten en de voorwaarden van betalingsdienstaanbieders vergelijken en bij een eventueel geschil zijn contractuele rechten en plichten naslaan. Deze voorschriften dienen in overeenstemming te zijn met de in Richtlijn 2002/65/EG vastgestelde regels. Het feit dat deze richtlijn uitdrukkelijke bepalingen over kosteloze informatie bevat, zou er niet toe mogen leiden dat kosten kunnen worden aangerekend voor informatie die op grond van andere toepasselijke richtlijnen aan consumenten wordt verstrekt.

(46) Deze richtlijn bevestigt het recht van de consument de toepasselijke informatie kosteloos te ontvangen voordat hij door een betalingsdienstencontract gebonden wordt. Gedurende de contractuele relatie dient de consument te allen tijde voorafgaande informatie, alsmede het raamcontract, kosteloos op papier te kunnen verlangen. Aldus kan de consument de diensten en de voorwaarden van betalingsdienstaanbieders vergelijken en bij een eventueel geschil zijn contractuele rechten en plichten naslaan, zodat een hoog niveau van consumentenbescherming wordt gehandhaafd. Deze voorschriften dienen in overeenstemming te zijn met de in Richtlijn 2002/65/EG vastgestelde regels. Het feit dat deze richtlijn uitdrukkelijke bepalingen over kosteloze informatie bevat, zou er niet toe mogen leiden dat kosten kunnen worden aangerekend voor informatie die op grond van andere toepasselijke richtlijnen aan consumenten wordt verstrekt.

Amendement  27

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 49

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(49) Ter facilitering van cliëntenmobiliteit moet het voor consumenten mogelijk zijn een raamcontract na een jaar kosteloos te beëindigen. Voor consumenten zou geen opzegtermijn van meer dan een maand en voor betalingsdienstaanbieders geen opzegtermijn van minder dan twee maanden mogen worden overeengekomen. Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de verplichting van de betalingsdienstaanbieder om in uitzonderlijke omstandigheden uit hoofde van andere Unie- of nationale wetgeving ter zake - zoals wetgeving inzake het witwassen van geld en terrorismefinanciering, elke maatregel gericht op het bevriezen van middelen of een specifieke maatregel in verband met preventie van of onderzoek naar strafbare feiten -, het betalingsdienstencontract te beëindigen.

(49) Ter facilitering van cliëntenmobiliteit moet het voor consumenten mogelijk zijn een raamcontract kosteloos te beëindigen. Voor consumenten zou geen opzegtermijn van meer dan een maand en voor betalingsdienstaanbieders geen opzegtermijn van minder dan drie maanden mogen worden overeengekomen. Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de verplichting van de betalingsdienstaanbieder om in uitzonderlijke omstandigheden uit hoofde van andere Unie- of nationale wetgeving ter zake - zoals wetgeving inzake het witwassen van geld en terrorismefinanciering, elke maatregel gericht op het bevriezen van middelen of een specifieke maatregel in verband met preventie van of onderzoek naar strafbare feiten -, het betalingsdienstencontract te beëindigen.

Amendement  28

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 51

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(51) Het is nodig om de criteria vast te stellen op basis waarvan derde betalingsdienstaanbieders toegang mogen hebben tot en gebruik mogen maken van de informatie over de beschikbaarheid van geldmiddelen op de rekening van een betalingsdienstgebruiker bij een andere betalingsdienstaanbieder. Er moet met name zowel door de derde betalingsdienstaanbieder als door de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder worden voldaan aan de noodzakelijke gegevensbeschermings- en beveiligingsvereisten die zijn vastgesteld of waarnaar wordt verwezen in deze richtlijn of die zijn opgenomen in de EBA-richtsnoeren. Betalers moeten de derde betalingsdienstaanbieder uitdrukkelijke toestemming voor toegang tot hun betaalrekening verlenen en naar behoren worden geïnformeerd over de omvang van deze toegang. Om ook andere betalingsdienstaanbieders die geen deposito's in ontvangst mogen nemen, de mogelijkheid te bieden activiteiten te ontplooien, moeten kredietinstellingen hen de informatie over de beschikbaarheid van geldmiddelen verstrekken als de betaler ermee heeft ingestemd dat deze informatie wordt meegedeeld aan de betalingsdienstaanbieder die het betaalinstrument heeft uitgegeven.

(51) Het is nodig om de criteria vast te stellen op basis waarvan derde betalingsdienstaanbieders toegang mogen hebben tot en gebruik mogen maken van de informatie over de beschikbaarheid van geldmiddelen op de rekening van een betalingsdienstgebruiker bij een andere betalingsdienstaanbieder. Er moet met name zowel door de derde betalingsdienstaanbieder als door de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder worden voldaan aan de noodzakelijke gegevensbeschermings- en beveiligingsvereisten die zijn vastgesteld of waarnaar wordt verwezen in deze richtlijn of die zijn opgenomen in de technische uitvoeringsnormen van de EBA. De EBA moet deze technische uitvoeringsnormen ontwikkelen na raadpleging van het in overweging 29 bedoelde adviespanel. Betalers moeten duidelijk worden geïnformeerd wanneer zij gebruik maken van de diensten van een derde betalingsdienstaanbieder en moeten uitdrukkelijke toestemming voor toegang tot hun betaalrekening verlenen en naar behoren worden geïnformeerd over de omvang van deze toegang. Naast de derde betalingsdienstaanbieders zijn er andere derde uitgevers van betaalinstrumenten op de markt die geen deposito's in ontvangst mogen nemen, maar die in tegenstelling tot de derde betalingsdienstaanbieders hun bedrijfsmodel baseren op de uitgifte van op kaarten gebaseerde betaalinstrumenten. Om ook die derde uitgevers van betaalinstrumenten de mogelijkheid te bieden activiteiten te ontplooien, moeten rekeninghoudende betalingsdienstaanbieders hen de informatie over de beschikbaarheid van geldmiddelen verstrekken als de betaler ermee heeft ingestemd dat deze informatie aan hen wordt meegedeeld. Om vrije toegang tot de markt voor innovatieve betalingsdienstaanbieders te waarborgen, mag geen contract of overeenkomst tussen een rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder en een derde betalingsdienstaanbieder verplicht worden gesteld.

Amendement  29

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 51 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(51 bis) Om innovatie te faciliteren en een gelijk speelveld te handhaven, dienen derde betalingsdienstaanbieders niet te worden verplicht contractuele relaties aan te gaan met rekeninghoudende betalingsdienstaanbieders met het oog op de initiatie van betalingen of voor de verlening van rekeninginformatiediensten. Derde betalingsdienstaanbieders dienen alleen te voldoen aan het algemene wetgevings- en toezichtskader.

Amendement  30

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 54

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(54) In geval van niet-toegestane betalingstransacties moet de betaler het bedrag van de desbetreffende transactie onmiddellijk worden terugbetaald. Om te vermijden dat de betaler enig nadeel ondervindt, mag de valutadatum van de creditering niet later zijn dan de datum waarop het desbetreffende bedrag werd afgeschreven. Om de betalingsdienstgebruiker ertoe aan te sporen de aanbieder onverwijld van een eventuele diefstal of een eventueel verlies van een betaalinstrument in kennis te stellen en aldus het risico van niet-toegestane betalingstransacties te verminderen, dient de gebruiker slechts voor een zeer beperkt bedrag aansprakelijk te zijn, tenzij de betalingsdienstgebruiker frauduleus of ernstig nalatig heeft gehandeld. In dit verband lijkt een bedrag van 50 EUR passend om een geharmoniseerd en hoog niveau van gebruikersbescherming binnen de Unie te waarborgen. Zodra gebruikers een betalingsdienstaanbieder ervan in kennis hebben gesteld dat hun betaalinstrument gecompromitteerd kan zijn, mag van de gebruikers bovendien niet worden verlangd dat zij verdere verliezen dekken die uit een niet-toegestaan gebruik van dat instrument voortvloeien. Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de verantwoordelijkheid van betalingsdienstaanbieders voor de technische beveiliging van hun eigen producten.

(54) In geval van niet-toegestane betalingstransacties moet de betaler het bedrag van de desbetreffende transactie binnen een werkdag worden terugbetaald. Om te vermijden dat de betaler enig nadeel ondervindt, mag de valutadatum van de creditering niet later zijn dan de datum waarop het desbetreffende bedrag werd afgeschreven. Indien dit technisch niet meer mogelijk is, moet de betaler ook schadeloos worden gesteld voor het geleden renteverlies. Om de betalingsdienstgebruiker ertoe aan te sporen de aanbieder onverwijld van een eventuele diefstal of een eventueel verlies van een betaalinstrument in kennis te stellen en aldus het risico van niet-toegestane betalingstransacties te verminderen, dient de gebruiker slechts voor een zeer beperkt bedrag aansprakelijk te zijn, tenzij de betalingsdienstgebruiker frauduleus of ernstig nalatig heeft gehandeld. In dit verband lijkt een bedrag van 50 EUR passend om een geharmoniseerd en hoog niveau van gebruikersbescherming binnen de Unie te waarborgen. Zodra gebruikers een betalingsdienstaanbieder ervan in kennis hebben gesteld dat hun betaalinstrument gecompromitteerd kan zijn, mag van de gebruikers bovendien niet worden verlangd dat zij verdere verliezen dekken die uit een niet-toegestaan gebruik van dat instrument voortvloeien. Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de verantwoordelijkheid van betalingsdienstaanbieders voor de technische beveiliging van hun eigen producten.

Amendement  31

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 57

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(57) Er moeten in deze richtlijn voorschriften inzake terugbetaling worden vastgesteld waardoor de consument wordt beschermd indien de uitgevoerde betalingstransactie het redelijkerwijs te verwachten bedrag overschrijdt. Om te vermijden dat de betaler financieel nadeel ondervindt, moet worden gegarandeerd dat de valutadatum van een creditering niet later is dan de datum waarop het desbetreffende bedrag werd afgeschreven. In het geval van automatische afschrijvingen dienen betalingsdienstaanbieders nog gunstiger voorwaarden te kunnen vaststellen voor hun cliënten, die een onvoorwaardelijk recht op terugbetaling van elke betwiste betalingstransactie zouden moeten hebben. Dit onvoorwaardelijke recht op terugbetaling dat het hoogste niveau van consumentenbescherming garandeert, is evenwel niet gerechtvaardigd in gevallen waarin de handelaar het contract al heeft nagekomen en het overeenkomstige goed of de overeenkomstige dienst al werd verbruikt. Ingeval de gebruiker de terugbetaling eist van een betalingstransactie, moeten de terugbetalingsrechten de aansprakelijkheid van de betaler jegens de begunstigde die voortvloeit uit de onderliggende betrekking, bijvoorbeeld voor de bestelde, verbruikte of rechtmatig aangerekende goederen of diensten, alsook de gebruikersrechten met betrekking tot de herroeping van een betalingsopdracht onverlet laten.

(57) Er moeten in deze richtlijn voorschriften inzake terugbetaling worden vastgesteld waardoor de consument wordt beschermd indien de uitgevoerde betalingstransactie het redelijkerwijs te verwachten bedrag overschrijdt. Om te vermijden dat de betaler financieel nadeel ondervindt, moet worden gegarandeerd dat de valutadatum van een creditering niet later is dan de datum waarop het desbetreffende bedrag werd afgeschreven. Indien dit technisch niet meer mogelijk is, moet de betaler ook schadeloos worden gesteld voor het geleden renteverlies. In het geval van automatische afschrijvingen dienen betalingsdienstaanbieders nog gunstiger voorwaarden te kunnen vaststellen voor hun cliënten, die een onvoorwaardelijk recht op terugbetaling van elke betwiste betalingstransactie zouden moeten hebben. Ingeval de gebruiker de terugbetaling eist van een betalingstransactie, moeten de terugbetalingsrechten de aansprakelijkheid van de betaler jegens de begunstigde die voortvloeit uit de onderliggende betrekking, bijvoorbeeld voor de bestelde, verbruikte of rechtmatig aangerekende goederen of diensten, alsook de gebruikersrechten met betrekking tot de herroeping van een betalingsopdracht onverlet laten.

Amendement  32

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 63

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(63) Uiteenlopende nationale praktijken in verband met het aanrekenen van kosten voor het gebruik van een bepaald betaalinstrument (hierna "toeslagen" genoemd) hebben geleid tot een zeer heterogene betaalmarkt in de Unie en zijn een bron van verwarring voor de consument, met name in het kader van e-commerce en grensoverschrijdende situaties. Handelaren die gevestigd zijn in lidstaten waar toeslagen mogen worden geheven, bieden producten en diensten aan in lidstaten waar dit verboden is en rekenen daarbij de consument nog altijd een toeslag aan. Het feit dat Verordening (EU) nr. xxx/yyyy voorziet in regels voor multilaterale interbancaire vergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingen, is bovendien een sterk argument dat pleit voor de herziening van de praktijken met toeslagen. Aangezien interbancaire vergoedingen het belangrijkste element zijn dat de meeste kaartbetalingen duur maakt en het aanrekenen van toeslagen in de praktijk beperkt is tot op kaarten gebaseerde betalingen, dienen de regels voor interbancaire vergoedingen vergezeld te gaan van een herziening van de regels voor het aanrekenen van toeslagen. Om de kosten transparanter te maken en het gebruik van de efficiëntste betaalinstrumenten te stimuleren, mogen de lidstaten en betalingsdienstaanbieders niet beletten dat de begunstigde een vergoeding van de betaler verlangt voor het gebruik van een specifiek betaalinstrument, met passende inachtneming van de bepalingen van Richtlijn 2011/83/EU. Het recht van de begunstigde om een toeslag te verlangen, mag evenwel alleen gelden voor betaalinstrumenten waarvoor de interbancaire vergoedingen niet gereglementeerd zijn. Een en ander moet een sturende werking hebben in de richting van de goedkoopste betaalmiddelen.

(63) Uiteenlopende nationale praktijken in verband met het aanrekenen van kosten voor het gebruik van een bepaald betaalinstrument (hierna "toeslagen" genoemd) hebben geleid tot een zeer heterogene betaalmarkt in de Unie en zijn een bron van verwarring voor de consument, met name in het kader van e-commerce en grensoverschrijdende situaties. Handelaren die gevestigd zijn in lidstaten waar toeslagen mogen worden geheven, bieden producten en diensten aan in lidstaten waar dit verboden is en rekenen daarbij de consument nog altijd een toeslag aan. Er zijn ook veel voorbeelden van handelaren die de consument veel hogere toeslagen hebben aangerekend dan de kosten die de handelaar heeft gemaakt voor het gebruik van een specifiek betaalinstrument. Het feit dat Verordening (EU) nr. xxx/yyyy voorziet in regels voor multilaterale interbancaire vergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingen, is bovendien een sterk argument dat pleit voor de herziening van de praktijken met toeslagen. Aangezien interbancaire vergoedingen het belangrijkste element zijn dat de meeste kaartbetalingen duur maakt en het aanrekenen van toeslagen in de praktijk beperkt is tot op kaarten gebaseerde betalingen, dienen de regels voor interbancaire vergoedingen vergezeld te gaan van een herziening van de regels voor het aanrekenen van toeslagen. Om het functioneren van de betalingsmarkt van de Unie te verbeteren, de verwarring voor de consument te beperken en een einde te maken aan de praktijk van te hoge toeslagen, moeten de lidstaten toeslagen verbieden door op consistente wijze te voorkomen dat begunstigden een vergoeding verlangen van de betaler voor het gebruik van een specifiek betaalinstrument.

Amendement  33

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 66

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(66) Het is van essentieel belang dat de betalingsdienstgebruiker de werkelijke kosten en lasten van betalingsdiensten kent, zodat hij een passende keuze kan maken. Het hanteren van niet-transparante prijszettingsmethoden mag dan ook niet worden toegestaan, aangezien algemeen wordt erkend dat dergelijke methoden het voor gebruikers bijzonder moeilijk maken om de werkelijke prijs van de betalingsdienst te bepalen. Met name het gebruik van valutering in het nadeel van de gebruiker mag niet worden toegestaan.

(66) Om het vertrouwen van consumenten in een geharmoniseerde betalingsmarkt te versterken, is het van essentieel belang dat de betalingsdienstgebruiker de werkelijke kosten en lasten van betalingsdiensten kent, zodat hij een passende keuze kan maken. Het hanteren van niet-transparante prijszettingsmethoden mag dan ook niet worden toegestaan, aangezien algemeen wordt erkend dat dergelijke methoden het voor gebruikers bijzonder moeilijk maken om de werkelijke prijs van de betalingsdienst te bepalen. Met name het gebruik van valutering in het nadeel van de gebruiker mag niet worden toegestaan.

Amendement  34

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 68

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(68) De betalingsdienstaanbieder van de betaler dient aansprakelijk te zijn voor de correcte uitvoering van de betaling, met inbegrip van met name het volledige bedrag van de betalingstransactie en de uitvoeringstermijn, alsmede de volledige verantwoordelijkheid voor enigerlei nalatigheid van andere partijen in de betalingsketen tot en met de rekening van de begunstigde. Uit hoofde van deze aansprakelijkheid dient de betalingsdienstaanbieder van de betaler, wanneer de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde niet of te laat voor het volledige bedrag wordt gecrediteerd, de betalingstransactie te corrigeren of de betaler onverwijld het toepasselijke bedrag van de transactie terug te betalen, onverminderd andere mogelijke vorderingen conform het nationale recht. Gezien de aansprakelijkheid van de betalingsdienstaanbieder mogen aan de betaler of de begunstigde geen kosten in verband met de onjuiste betaling worden opgelegd. In geval van niet-uitvoering, onjuiste uitvoering of te late uitvoering van betalingstransacties dienen de lidstaten erop toe te zien dat de valutadatum van de door de betalingsdienstaanbieder verrichte correctiebetaling altijd dezelfde is als de valutadatum bij correcte uitvoering.

(68) De betalingsdienstaanbieder van de betaler, te weten de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder of, indien van toepassing, de derde betalingsdienstaanbieder, dient aansprakelijk te zijn voor de correcte uitvoering van de betaling, met inbegrip van met name het volledige bedrag van de betalingstransactie en de uitvoeringstermijn, alsmede de volledige verantwoordelijkheid voor enigerlei nalatigheid van andere partijen in de betalingsketen tot en met de rekening van de begunstigde. Uit hoofde van deze aansprakelijkheid dient de betalingsdienstaanbieder van de betaler, wanneer de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde niet of te laat voor het volledige bedrag wordt gecrediteerd, de betalingstransactie te corrigeren of de betaler onverwijld op dezelfde dag als waarop de betalingsaanbieder de fout heeft ontdekt het toepasselijke bedrag van de transactie terug te betalen, onverminderd andere mogelijke vorderingen conform het nationale recht. Gezien de aansprakelijkheid van de betalingsdienstaanbieder mogen aan de betaler of de begunstigde geen kosten in verband met de onjuiste betaling worden opgelegd. In geval van niet-uitvoering, onjuiste uitvoering of te late uitvoering van betalingstransacties dienen de lidstaten erop toe te zien dat de valutadatum van de door de betalingsdienstaanbieder verrichte correctiebetaling altijd dezelfde is als de valutadatum bij correcte uitvoering. Tegenstanders van onvoorwaardelijke terugbetaling benadrukken een risico op misbruik door consumenten. Er zijn geen aanwijzingen dat er in landen waar consumenten recht hebben op onvoorwaardelijke terugbetaling, misbruik wordt gemaakt van dit recht. Als er misbruik wordt gemaakt van dit recht, wordt dat gestraft met een nieuwe betalingsvordering door de begunstigde, extra kosten voor de partij die verantwoordelijk is voor die R-transactie, de consument die op een zwarte lijst geplaatst wordt of geen gebruik meer mag maken van de dienst door opzegging van het onderliggende contract, en met het feit dat een herroeping van een betaling de consument niet zou ontheffen van de plicht om voor de geconsumeerde goederen te betalen.

Amendement  35

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 71

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(71) Teneinde overal in de Unie effectieve fraudepreventie te bevorderen en betalingsfraude tegen te gaan, dient te worden voorzien in een efficiënte gegevensuitwisseling tussen betalingsdienstaanbieders, die ertoe moeten worden gemachtigd om persoonsgegevens over bij betalingsfraude betrokken personen te verzamelen, te verwerken en uit te wisselen. Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad28, de nationale voorschriften tot omzetting van Richtlijn 95/46/EG, en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad29 zijn van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze richtlijn.

(71) Het aanbieden van betalingsdiensten kan de verwerking van persoonsgegevens omvatten. Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad28, de nationale voorschriften tot omzetting van Richtlijn 95/46/EG, en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad29 zijn van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze richtlijn.

__________________

__________________

28 Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

28 Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

 

29 Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

 

29 Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

Amendement  36

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 72 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(72 bis) De verplichting om veiligheidsincidenten te melden laat andere verplichtingen voor het melden van incidenten krachtens andere wetgevingshandelingen onverlet, met name de voorschriften inzake schendingen op het vlak van persoonsgegevens die zijn vastgesteld in Richtlijn 2002/58/EG, Verordening (EU) nr. [verordening algemene gegevensbescherming] en de geplande voorschriften voor het melden van veiligheidsincidenten krachtens Richtlijn .../.../EU [richtlijn betreffende netwerk- en informatieveiligheid].

Motivering

Amendement op basis van een voorstel van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

Amendement  37

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 74

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(74) Onverminderd het recht van cliënten om een gerechtelijke procedure in te stellen, dienen de lidstaten zorg te dragen voor een laagdrempelige en kostenbewuste buitengerechtelijke beslechting van de tussen betalingsdienstaanbieders en consumenten rijzende geschillen die uit de in deze richtlijn neergelegde rechten en plichten voortvloeien. In Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad31 wordt bepaald dat een bij overeenkomst gemaakte rechtskeuze de bescherming die consumenten genieten op grond van de dwingende bepalingen van het recht van het land waar zij hun gewone verblijfplaats hebben, niet mag aantasten. Met het oog op de totstandbrenging van een efficiënte en doeltreffende procedure voor geschillenbeslechting dienen de lidstaten erop toe te zien dat de betalingsdienstaanbieders een doeltreffende klachtenprocedure voor consumenten instellen, die hun cliënten kunnen volgen voordat het geschil in een buitengerechtelijke procedure wordt behandeld of aan de rechter wordt voorgelegd. De klachtenprocedure dient te voorzien in korte en duidelijk bepaalde termijnen waarbinnen de betalingsdienstaanbieder op een klacht moet reageren.

(74) Onverminderd het recht van cliënten om een gerechtelijke procedure in te stellen, dienen de lidstaten er zorg voor te dragen dat laagdrempelige, onafhankelijke, onpartijdige, transparante en doeltreffende buitengerechtelijke procedures worden ingesteld en gehandhaafd voor de beslechting van de tussen betalingsdienstaanbieders en betalingsdienstgebruikers rijzende geschillen die uit de in deze richtlijn neergelegde rechten en plichten voortvloeien. In Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad31 wordt bepaald dat een bij overeenkomst gemaakte rechtskeuze de bescherming die consumenten genieten op grond van de dwingende bepalingen van het recht van het land waar zij hun gewone verblijfplaats hebben, niet mag aantasten. Met het oog op de totstandbrenging van een efficiënte en doeltreffende procedure voor geschillenbeslechting dienen de lidstaten erop toe te zien dat de betalingsdienstaanbieders een doeltreffende klachtenprocedure instellen, die hun betalingsdienstgebruikers kunnen volgen voordat het geschil in een buitengerechtelijke procedure wordt behandeld of aan de rechter wordt voorgelegd. De klachtenprocedure dient te voorzien in korte en duidelijk bepaalde termijnen waarbinnen de betalingsdienstaanbieder op een klacht moet reageren.

__________________

__________________

31Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) (PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6).

31Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) (PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6).

Motivering

De voorschriften voor buitengerechtelijke procedures dienen strikt te zijn. Buitengerechtelijke en klachtenprocedures moeten niet noodzakelijkerwijs alleen beschikbaar zijn voor consumenten, maar kunnen ook beschikbaar worden gesteld voor andere betalingsdienstgebruikers.

Amendement  38

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 74 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(74 bis) In het licht van de toezegging van de ECB om de ERPB voor te zitten, en van de toezegging van de Commissie om actief aan de ERPB deel te nemen, dient de Commissie erop toe te zien dat het beheer van de SEPA na de inwerkingtreding van deze richtlijn onmiddellijk wordt verbeterd. Zij moet ervoor zorgen dat waar mogelijk de Uniemethode wordt toegepast en dat tegelijkertijd de betrokkenheid van de belanghebbenden aan zowel de vraag- als de aanbodzijde wordt bevorderd door middel van actieve betrokkenheid, overleg en volledige transparantie. Met name betalingsdienstaanbieders en -gebruikers moeten daarbij op voet van gelijkheid vertegenwoordigd zijn, terwijl tevens de actieve betrokkenheid van de belanghebbenden moet worden gewaarborgd, moet worden bijgedragen aan de adequate bekendmaking van het SEPA-proces aan de eindgebruikers en toezicht moet worden gehouden op de implementatie van het SEPA-proces.

Amendement  39

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 80

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(80) Met het oog op een consequente toepassing van deze richtlijn dient de Commissie gebruik te kunnen maken van de deskundigheid en de steun van de EBA, die tot taak moet hebben richtsnoeren op te stellen en technische reguleringsnormen te formuleren inzake de beveiligingsaspecten van betalingsdiensten en de samenwerking tussen de lidstaten in het kader van de dienstverlening door en de vestiging van vergunninghoudende betalingsinstellingen in andere lidstaten. De Commissie dient de bevoegdheid te worden gegeven om die technische reguleringsnormen vast te stellen. Deze specifieke taken zijn volledig in overeenstemming met de rol en de verantwoordelijkheden van de EBA zoals vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1093/2010, waarbij de EBA is opgericht.

(80) Met het oog op een consequente toepassing van deze richtlijn dient de Commissie gebruik te kunnen maken van de deskundigheid en de steun van de EBA, die tot taak moet hebben technische uitvoeringsnormen te formuleren inzake de beveiligingsaspecten van betalingsdiensten en de samenwerking tussen de lidstaten in het kader van de dienstverlening door en de vestiging van vergunninghoudende betalingsinstellingen in andere lidstaten. Als die technische uitvoeringsnormen de veiligheidsaspecten van betalingen betreffen, houdt de EBA ook rekening met de aanbevelingen die zijn aangenomen door het Europees Forum voor de veiligheid van retailbetalingen (SecurePay Forum) over de veiligheid van internetbetalingen en diensten met toegang tot betaalrekeningen. Bij de naleving van deze voorschriften moet de EBA het in overweging 29 bedoelde adviespanel raadplegen. De Commissie dient de bevoegdheid te worden gegeven om die technische uitvoeringsnormen vast te stellen. Deze specifieke taken zijn volledig in overeenstemming met de rol en de verantwoordelijkheden van de EBA zoals vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1093/2010, waarbij de EBA is opgericht.

Motivering

Er moeten gelijke voorwaarden worden geschapen voor beveiligings- en controlemaatregelen.

Amendement  40

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 80 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(80 bis) Om betalingsdiensten soepel te laten functioneren en om het potentieel van het SEPA-project in ruimere zin volledig te kunnen verwezenlijken, is het van essentieel belang dat alle belanghebbenden, en met name de gebruikers van de SEPA – inclusief de consumenten – er nauw bij worden betrokken en een volwaardige rol kunnen vervullen. De oprichting van het SEPA-governanceorgaan is weliswaar een stap voorwaarts naar het beheer van SEPA en andere betalingsdiensten, maar vanwege de betere vertegenwoordiging van belanghebbenden helt de besluitvorming over betalingsdiensten nog steeds over naar de aanbodzijde, en dan vooral naar de Europese banken via de Europese Betalingsraad (EPC). Daarom is het cruciaal dat de Commissie bij haar evaluatie onder meer stilstaat bij de samenstelling van de EPC, de interactie tussen de EPC en een overkoepelende beheersstructuur – zoals de EPO-Raad – alsook bij de rol van deze overkoepelende structuur. Mocht uit de evaluatie van de Commissie naar voren komen dat er daadwerkelijk behoefte is aan verdere initiatieven ter verbetering van het beheer van de SEPA, dan moet de Commissie zo nodig een wetgevingsvoorstel indienen.

Motivering

Toen er in 2012 een akkoord werd bereikt over de SEPA-verordening, zegde de Europese Commissie toe de structuren van de Europese Betalingsraad (EPC) te analyseren en mogelijk voorstellen in te dienen voor de hervorming van deze verordening om deze instelling aan te pakken, die zich teveel plooit naar de belangen van de banksector. Tot nu toe hebben de ideeën van de Commissie voor een dergelijke hervorming nog niet tot een concreet voorstel geleid. Daarom moet er worden verwezen naar de toezegging van de Commissie om toekomstige hervormingsinspanningen te bevorderen.

Amendement  41

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 83 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(83 bis) De beginselen van wederzijdse erkenning en toezicht door de lidstaat van herkomst vereisen dat de bevoegde autoriteiten van elke lidstaat een vergunning intrekken of weigeren indien uit bepaalde gegevens en omstandigheden, zoals de inhoud van het programma van werkzaamheden, de geografische spreiding of de daadwerkelijk uitgeoefende werkzaamheden, op ondubbelzinnige wijze blijkt dat een betalingsinstelling het rechtsstelsel van een lidstaat heeft gekozen om zich te onttrekken aan de strengere voorschriften van een andere lidstaat waar zij het grootste deel van haar werkzaamheden uitoefent of voornemens is uit te oefenen. Een betalingsinstelling moet een vergunning krijgen in de lidstaat waar zij haar statutaire zetel heeft, of als er geen statutaire zetel overeenkomstig de nationale wetgeving is, haar hoofdkantoor. De lidstaten moeten tevens voorschrijven dat het hoofdkantoor van een betalingsinstelling zich altijd in de lidstaat van herkomst bevindt en daar feitelijk ook haar activiteiten ontplooit.

Motivering

Dit amendement is in overeenstemming met en gebaseerd op de huidige tekst van overweging 31 van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten. Het doel is om arbitrage binnen de Unie te voorkomen.

Amendement  42

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Commissie evalueert de toepassing van dit lid. Uiterlijk op ...* dient zij op basis van die evaluatie, indien passend, een wetgevingsvoorstel in om de toepassing van de andere bepalingen van titel IV dan artikel 78 uit te breiden tot betalingstransacties waarbij slechts één van de betalingsdienstaanbieders in de Unie gevestigd is met betrekking tot de gedeelten van de betalingstransactie die in de Unie worden uitgevoerd, indien dat technisch mogelijk is.

 

________________

 

* PB datum invoegen: twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

Motivering

Het zou zeer redelijk zijn om het grootste gedeelte van titel IV te laten gelden voor transacties die uit één schakel bestaan. Aangezien het echter niet duidelijk is wat wel en niet technisch mogelijk is in dit opzicht, is het zinvol om een dergelijke uitbreiding te baseren op een gedetailleerde evaluatie.

Amendement  43

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) betalingstransacties die bestaan in het niet-beroepsmatig ophalen en afleveren van contanten in het kader van een activiteit zonder winstoogmerk of voor liefdadigheidsdoeleinden;

d) betalingstransacties die bestaan in het zonder winstoogmerk ophalen en verwerken van donaties in het kader van door een erkende organisatie verricht liefdadigheidswerk;

Amendement  44

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – letter j

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

j) door technische dienstverleners verrichte diensten die de aanbieding van betalingsdiensten ondersteunen zonder dat de betrokken dienstverleners op enig moment in het bezit komen van de over te maken geldmiddelen, met inbegrip van verwerking en opslag van gegevens, diensten ter bescherming van het vertrouwen en het privéleven, authenticatie van gegevens en entiteiten, aanbieding van informatietechnologie (IT)- en communicatienetwerken, alsook aanbieding en onderhoud van automaten en instrumenten voor betalingsdiensten, met uitzondering van betalingsinitiatiediensten en rekeninginformatiediensten;

j) door technische dienstverleners verrichte diensten die de aanbieding van betalingsdiensten ondersteunen zonder dat de betrokken dienstverleners op enig moment in het bezit komen van de over te maken geldmiddelen, met inbegrip van verwerking en opslag van gegevens, diensten ter bescherming van het vertrouwen en het privéleven, authenticatie van gegevens en entiteiten, aanbieding van informatietechnologie (IT)- en communicatienetwerken en veilige kanalen, alsook aanbieding en onderhoud van automaten en instrumenten voor betalingsdiensten, met uitzondering van betalingsinitiatiediensten en rekeninginformatiediensten;

Amendement  45

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – letter k

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

k) diensten gebaseerd op specifieke instrumenten die zijn ontwikkeld om aan welbepaalde behoeften te voldoen en beperkte gebruiksmogelijkheden hebben, ofwel omdat zij door de houder van het specifieke instrument alleen kunnen worden gebruikt om in de bedrijfsgebouwen van de uitgever ervan of binnen een beperkt netwerk van dienstverleners uit hoofde van een directe handelsovereenkomst met een professionele uitgever goederen of diensten te kopen, ofwel omdat zij alleen kunnen worden gebruikt om een beperkt assortiment goederen of diensten aan te schaffen;

k) diensten gebaseerd op specifieke instrumenten die zijn ontwikkeld om aan welbepaalde behoeften te voldoen en beperkte gebruiksmogelijkheden hebben, ofwel omdat zij door de houder van het specifieke instrument kunnen worden gebruikt om van slechts één uitgever of binnen een beperkt netwerk van dienstverleners uit hoofde van een directe handelsovereenkomst met een uitgever goederen of diensten te kopen, ofwel omdat zij alleen kunnen worden gebruikt om een klein assortiment goederen of diensten aan te schaffen;

Amendement  46

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – letter k bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

k bis) instrumenten die slechts geldig zijn in één enkele lidstaat en worden gereguleerd door een specifieke sociale of fiscale regeling, en op verzoek van een onderneming of overheidsinstantie worden verstrekt, die een particulier persoon het recht verlenen om goederen of diensten te ontvangen van leveranciers die een handelsovereenkomst met de uitgever hebben gesloten en die niet te gelde kunnen worden gemaakt;

Amendement  47

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – letter l

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

l) betalingstransacties die worden uitgevoerd door een aanbieder van elektronischecommunicatienetwerken of diensten, waarbij de transactie voor een abonnee van het netwerk of de dienst wordt verricht met het oog op de aankoop van digitale inhoud als nevendienst bij elektronischecommunicatiediensten, ongeacht het voor de aankoop of consumptie van de inhoud gebruikte apparaat, mits de waarde van afzonderlijke betalingstransacties niet meer is dan 50 EUR en de gecumuleerde waarde van de betalingstransacties in geen enkele facturatiemaand meer is dan 200 EUR;

l) betalingstransacties die worden uitgevoerd door een aanbieder van elektronischecommunicatienetwerken of diensten in zijn hoedanigheid als tussenpersoon en betalingstransacties die als nevendienst worden verricht bij de kernactiviteit van de aanbieder, waarbij de transactie voor een abonnee van het netwerk of de dienst wordt verricht met het oog op de aankoop van digitale inhoud of diensten, ongeacht het voor de aankoop of consumptie van de digitale inhoud of de dienst gebruikte apparaat, mits de waarde van afzonderlijke betalingstransacties niet meer is dan 20 EUR en de gecumuleerde waarde van de betalingstransacties in geen enkele kalendermaand meer is dan 100 EUR;

Amendement  48

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

12. "betalingsdienstgebruiker": een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de hoedanigheid van betaler, begunstigde of beide van een betalingsdienst gebruikmaakt;

12. "betalingsdienstgebruiker": een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de hoedanigheid van betaler, begunstigde of beide van een betalingsdienst gebruikmaakt, met uitzondering van derde betalingsdienstaanbieders die specifiek optreden namens een gebruiker;

Amendement              49

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

18. "betalingsopdracht": een door een betaler of begunstigde aan zijn betalingsdienstaanbieder gegeven instructie om een betalingstransactie uit te voeren;

18. "betalingsopdracht": een door een betaler of begunstigde aan zijn betalingsdienstaanbieder rechtstreekse of via een derde betalingsdienstaanbieder gegeven instructie om een betalingstransactie uit te voeren;

Amendement  50

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

21. "authenticatie": een procedure die de betalingsdienstaanbieder in staat stelt de identiteit van een gebruiker van een specifiek betaalinstrument te verifiëren, onder meer door het gebruik van persoonlijke veiligheidskenmerken of het controleren van persoonlijke identiteitsdocumenten;

21. "authenticatie": procedures die de betalingsdienstaanbieder in staat stellen de validiteit van het gebruik van een specifiek betaalinstrument te verifiëren, onder meer door het gebruik van de gepersonaliseerde beveiligingsgegevens van de gebruiker of het controleren van persoonlijke identiteitsdocumenten, of om een derde betalingsdienstaanbieder als tussenpersoon vast te stellen;

Amendement  51

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 22

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

22. "versterkte cliëntauthenticatie": een procedure voor het valideren van de identificatie van een natuurlijke persoon of rechtspersoon met gebruikmaking van twee of meer factoren die kunnen worden aangemerkt als kennis, bezit en inherente eigenschap en die onderling onafhankelijk zijn, in die zin dat compromittering van één ervan geen afbreuk doet aan de betrouwbaarheid van de andere en de procedure zodanig is opgezet dat de vertrouwelijkheid van de authenticatiegegevens wordt beschermd;

22. "versterkte cliëntauthenticatie": een procedure om de validiteit van een betaalinstrument te verifiëren met gebruikmaking van twee of meer factoren die kunnen worden aangemerkt als kennis (iets wat alleen de gebruiker weet), bezit (iets wat alleen de gebruiker bezit) en inherente eigenschap (iets wat de gebruiker is) en die onderling onafhankelijk zijn, in die zin dat compromittering van één ervan geen afbreuk doet aan de betrouwbaarheid van de andere en de procedure zodanig is opgezet dat de vertrouwelijkheid van de authenticatiegegevens wordt beschermd;

Amendement  52

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 26

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

26. "betaalinstrument": gepersonaliseerd(e) instrument(en) en/of geheel van procedures, overeengekomen door de betalingsdienstgebruiker en de betalingsdienstaanbieder, waarvan gebruik wordt gemaakt voor het initiëren van een betalingsopdracht;

26. "betaalinstrument": gepersonaliseerd(e) instrument(en) en/of geheel van procedures, overeengekomen tussen de betalingsdienstgebruiker en de betalingsdienstaanbieder, waarvan de betalingsdienstgebruiker gebruikmaakt om de betalingsdienstaanbieder in staat te stellen een betalingsopdracht te initiëren;

Amendement  53

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 32

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

32. "betalingsinitiatiedienst": een door een derde betalingsdienstaanbieder aangeboden betalingsdienst die toegang biedt tot een betaalrekening, waarbij de betaler actief betrokken kan zijn bij de initiatie van de betaling of de software van de derde betalingsdienstaanbieder, of waarbij de betaler of de begunstigde betaalinstrumenten kunnen gebruiken om de gegevens van de betaler door te geven aan de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder;

32. "betalingsinitiatiedienst": een betalingsdienst die toegang biedt tot een betaalrekening, waarbij een betalingstransactie op verzoek van de betaler door een derde betalingsdienstaanbieder wordt geïnitieerd van een betaalrekening die de betaler aanhoudt bij een rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder;

Amendement  54

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 33

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

33. "rekeninginformatiedienst": een betalingsdienst waarbij aan een betalingsdienstgebruiker geconsolideerde en gebruikersvriendelijke informatie wordt verstrekt over een of meer betaalrekeningen die de betalingsdienstgebruiker aanhoudt bij een of meer rekeninghoudende betalingsdienstaanbieders;

33. "rekeninginformatiedienst": een door een derde betalingsdienstaanbieder op verzoek van de betalingsdienstgebruiker aangeboden dienst om geconsolideerde informatie te verstrekken over een of meer betaalrekeningen die de betalingsdienstgebruiker aanhoudt bij een of meer betalingsdienstaanbieders;

Amendement  55

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 38 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

38 bis. "gepersonaliseerde beveiligingsgegevens": informatie voor de bekrachtiging van de identiteit van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon;

Amendement  56

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 38 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

38 ter. "derde betalingsdienstaanbieder": een niet-rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder die de in bijlage I, punt 3 of 5, bedoelde bedrijfsactiviteiten uitoefent;

Amendement  57

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 38 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

38 quater. "overmaking": een binnenlandse of grensoverschrijdende betalingsdienst voor het crediteren van de betaalrekening van een begunstigde middels een betalingstransactie of een reeks betalingstransacties vanaf een betaalrekening van een betaler door de betalingsdienstaanbieder die de betaalrekening van de betaler aanhoudt, op basis van een door de betaler gegeven instructie;

Amendement  58

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 38 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

38 quinquies. "gevoelige betalingsgegevens": gegevens die kunnen worden gebruikt voor het plegen van fraude, met uitsluiting van de naam van de rekeninghouder en het rekeningnummer, maar met inbegrip van gegevens op grond waarvan een betalingsopdracht kan worden geïnitieerd, ter authenticatie gebruikte gegevens, gegevens die worden gebruikt voor het bestellen van aan cliënten toe te sturen betaalinstrumenten of authenticatiemiddelen, en gegevens, parameters en software die, indien gewijzigd, het voor de legitieme partij onmogelijk kunnen maken om betalingstransacties te verifiëren, ​​elektronische autorisaties te effectueren of rekeningen te controleren;

Amendement  59

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 38 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

38 sexies. "aanvaarding van betalingstransacties": een betalingsdienst die rechtstreeks of indirect wordt verstrekt door een betalingsdienstaanbieder die er zich jegens een begunstigde toe verbindt de door een betaalinstrument van een betaler geïnitieerde betalingstransacties van de begunstigde in ontvangst te nemen en te verwerken, hetgeen resulteert in de overdracht van geldmiddelen aan de begunstigde; de dienst kan de verstrekking van authenticatie, autorisatie en andere diensten met betrekking tot het beheer van geldstromen aan de begunstigde omvatten, ongeacht of de betalingsdienstaanbieder de gelden voor rekening van de begunstigde aanhoudt of niet;

Amendement  60

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – alinea1 – letter g

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

g) een beschrijving van de procedures voor het monitoren, traceren en beperken van de toegang tot gevoelige betalingsgegevens en van kritieke logische en fysieke middelen;

g) een beschrijving van de procedures voor het monitoren, traceren en beperken van de toegang tot gevoelige betalingsgegevens;

Motivering

De verwijzing naar kritieke logische en fysieke middelen kan worden geschrapt, aangezien die ook is verwijderd uit de NIB-richtlijn.

Amendement  61

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – alinea1 – letter k

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

k) een beschrijving van de internecontrolemechanismen die de aanvrager heeft opgezet om de in Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad36 en Verordening (EG) nr. 1781/2006 van het Europees Parlement en de Raad37 neergelegde verplichtingen in verband met het witwassen van geld en terrorismefinanciering na te komen;

k) voor betaalinstellingen die vallen onder de in Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad36 en Verordening (EG) nr. 1781/2006 van het Europees Parlement en de Raad37 neergelegde verplichtingen in verband met het witwassen van geld en terrorismefinanciering: een beschrijving van de internecontrolemechanismen die de aanvrager heeft opgezet om die verplichtingen na te komen;

__________________

__________________

36Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15).

36Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15).

37Verordening (EG) nr. 1781/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler (PB L 345 van 8.12.2006, blz. 1).

37Verordening (EG) nr. 1781/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler (PB L 345 van 8.12.2006, blz. 1).

Amendement  62

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 3 bis – alinea 1 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Na raadpleging van het overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 opgerichte adviespanel dat alle belanghebbenden, ook die buiten de banksector, vertegenwoordigt, ontwikkelt de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen met vermelding van de gegevens die in de aanvraag tot verlening van een vergunning voor betaalinstellingen moeten worden verstrekt aan de bevoegde autoriteiten, waaronder de vereisten als bedoeld in de eerste alinea, onder a), b), c), e) , g), h), i) en j).

Amendement  63

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 3 bis – alinea 2 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De EBA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op ... aan de Commissie voor.

Amendement  64

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 3 bis – alinea 3 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Commissie stelt de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van reguleringsnormen vast overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

Amendement  65

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten of de bevoegde autoriteiten verlangen dat een betalingsinstelling die een betalingsdienst aanbiedt, voor zover zij tegelijkertijd andere in artikel 17, lid 1, onder c), bedoelde werkzaamheden verricht, de middelen die zij van de betalingsdienstgebruikers of via een andere betalingsdienstaanbieder heeft ontvangen voor de uitvoering van betalingstransacties, op een van de volgende wijzen veiligstelt:

De lidstaten of de bevoegde autoriteiten verlangen dat een betalingsinstelling die een in bijlage I genoemde betalingsdienst aanbiedt, of een in artikel 17, lid 1, onder c), bedoelde bedrijfsactiviteit ontplooit, de middelen die zij van de betalingsdienstgebruikers of via een andere betalingsdienstaanbieder heeft ontvangen voor de uitvoering van betalingstransacties, op een van de volgende wijzen veiligstelt:

Amendement  66

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) de middelen worden op geen enkel tijdstip vermengd met de geldmiddelen van een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon dan de betalingsdienstgebruikers namens wie de geldmiddelen worden aangehouden; wanneer zij aan het einde van de werkdag volgende op de dag waarop de middelen zijn ontvangen, nog door de betalingsinstelling worden aangehouden en nog niet aan de begunstigde of aan een andere betalingsdienstaanbieder zijn overgemaakt, worden zij op een afzonderlijke rekening gestort bij een kredietinstelling of belegd in veilige, liquide activa met een lage risicograad als omschreven door de lidstaat van herkomst; zij worden overeenkomstig het nationale recht in het belang van de betalingsdienstgebruikers gevrijwaard tegen vorderingen van andere schuldeisers van de betalingsinstelling, in het bijzonder in het geval van insolventie;

a) de middelen worden op geen enkel tijdstip vermengd met de geldmiddelen van een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon dan de betalingsdienstgebruikers namens wie de geldmiddelen worden aangehouden; wanneer zij aan het einde van de werkdag volgende op de dag waarop de middelen zijn ontvangen, nog door de betalingsinstelling worden aangehouden en nog niet aan de begunstigde of aan een andere betalingsdienstaanbieder zijn overgemaakt, worden zij daarna op een afzonderlijke rekening gestort bij een kredietinstelling of belegd in veilige, liquide activa met een lage risicograad als omschreven door de lidstaat van herkomst; zij worden overeenkomstig het nationale recht in het belang van de betalingsdienstgebruikers gevrijwaard tegen vorderingen van andere schuldeisers van de betalingsinstelling, in het bijzonder in het geval van insolventie;

Motivering

Verduidelijking van de volgorde van handelen.

Amendement  67

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 - lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Een betalingsinstelling die overeenkomstig de nationale wetgeving van haar lidstaat van herkomst een statutaire zetel heeft, moet haar hoofdkantoor hebben in dezelfde lidstaat als die waar zij haar statutaire zetel heeft.

3. Een betalingsinstelling die overeenkomstig de nationale wetgeving van haar lidstaat van herkomst een statutaire zetel heeft, moet haar hoofdkantoor hebben in dezelfde lidstaat als die waar zij haar statutaire zetel heeft en waar zij daadwerkelijk haar bedrijfsactiviteiten ontplooit.

Motivering

Gelieerd aan overweging 13 van de huidige richtlijn markten voor financiële instrumenten.

Amendement  68

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 12 – lid 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De bevoegde autoriteiten kunnen een vergunning die aan een betalingsinstelling is verleend alleen dan intrekken wanneer:

1. De bevoegde autoriteiten kunnen een vergunning die aan een betalingsinstelling is verleend slechts in een van de volgende gevallen intrekken:

Amendement  69

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 12 – lid 1 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) de instelling door de voortzetting van haar betalingsdienstenbedrijf een bedreiging voor de stabiliteit van of het vertrouwen in het betalingssysteem zou vormen;

d) de instelling door de voortzetting van haar betalingsdienstenbedrijf een bedreiging voor de stabiliteit van of het vertrouwen in het betalingssysteem zou vormen; of

Amendement  70

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 13 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

In het register wordt ook vermeld wanneer een vergunning door de bevoegde autoriteiten is ingetrokken en waarom.

Amendement  71

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 14 – lid 4 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De EBA stelt een ontwerp op voor technische reguleringsnormen waarbij op het niveau van de Unie technische vereisten worden vastgesteld voor de toegang tot de informatie die is opgenomen in de in artikel 13 bedoelde openbare registers. De EBA legt dit ontwerp voor technische reguleringsnormen uiterlijk op … [uiterlijk twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] voor aan de Commissie.

Na raadpleging van het in artikel 5, lid 3 bis, bedoelde adviespanel stelt de EBA een ontwerp op voor technische reguleringsnormen waarbij op het niveau van de Unie technische vereisten worden vastgesteld voor de toegang tot de informatie die is opgenomen in de in artikel 13 bedoelde openbare registers.

 

De EBA legt dit ontwerp voor technische reguleringsnormen uiterlijk op … [uiterlijk twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] voor aan de Commissie.

Amendement  72

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Wanneer betalingsinstellingen een of meer betalingsdiensten aanbieden, mogen zij alleen betaalrekeningen aanhouden die uitsluitend voor betalingstransacties wordt gebruikt. De lidstaten zorgen ervoor dat op evenredige basis toegang tot die betaalrekeningen wordt verleend.

2. Wanneer betalingsinstellingen een of meer betalingsdiensten aanbieden, mogen zij betaalrekeningen aanhouden die uitsluitend voor betalingstransacties worden gebruikt. De lidstaten zorgen ervoor dat betalingsinstellingen op objectieve, niet-discriminerende en evenredige basis toegang krijgen hebben tot de betalings- en depositodiensten van kredietinstellingen. Deze toegang is uitgebreid genoeg om betalingsinstellingen in staat te stellen betalingsdiensten ongehinderd en efficiënt te verrichten.

Amendement  73

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 21 - lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De lidstaten zorgen ervoor dat wanneer op hun grondgebied meer dan één autoriteit bevoegd is voor de onder deze titel vallende aangelegenheden, deze autoriteiten nauw samenwerken, zodat zij hun respectieve taken effectief kunnen uitvoeren. Hetzelfde geldt wanneer de voor de onder deze titel vallende aangelegenheden bevoegde autoriteiten niet de bevoegde autoriteiten zijn die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op kredietinstellingen.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer de autoriteit die voor de onder deze titel vallende aangelegenheden bevoegd is niet de voor het toezicht op kredietinstellingen bevoegde autoriteit is, deze autoriteiten nauw samenwerken, zodat zij hun respectieve taken effectief kunnen uitvoeren.

Amendement  74

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 22 – lid 1 – alinea 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) van de betalingsinstelling te verlangen dat zij alle informatie verstrekt die nodig is om toezicht te houden op de naleving;

a) van de betalingsinstelling te verlangen dat zij alle informatie verstrekt die nodig is om toezicht te houden op de naleving door middel van een formeel besluit waarin de rechtsgrond, het doel van de aanvraag, de gevraagde informatie en de termijn waarbinnen de informatie moet worden verstrekt, worden gespecificeerd.

Amendement  75

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 22 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Elk verzoek om informatie of documenten door bevoegde instanties of de lidstaten wordt gedaan op basis van een besluit met vermelding van de rechtsgrond, het doel van het verzoek, een gedetailleerde beschrijving van de gevraagde informatie of documenten, de termijn waarbinnen deze moeten worden verstrekt en de termijn gedurende welke de informatie of de documenten zullen worden bewaard.

Motivering

Dit voorstel is gebaseerd op het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

Amendement  76

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 25 - lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De bevoegde autoriteiten van de verschillende lidstaten werken onderling samen en in voorkomend geval met de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de lidstaten, de EBA en andere relevante bevoegde autoriteiten die zijn aangewezen krachtens Uniewetgeving of nationale wetgeving die op betalingsdienstaanbieders van toepassing is.

1. De bevoegde autoriteiten van de verschillende lidstaten werken onderling samen en in voorkomend geval met de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de lidstaten, de EBA en andere relevante bevoegde autoriteiten die zijn aangewezen krachtens Uniewetgeving of nationale wetgeving die op betalingsdienstaanbieders van toepassing is. Indien deze autoriteiten persoonsgegevens verwerken, moeten ze specificeren voor welk concreet doel dat gebeurt en tevens de juiste rechtsgrond in de Uniewetgeving vermelden.

Motivering

Gebaseerd op een advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

Amendement  77

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 25 – lid 2 – letter d bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis) Europol, in zijn hoedanigheid van wetshandhavingsinstantie van de Unie die verantwoordelijk is voor het begeleiden en coördineren van het gemeenschappelijk door de bevoegde politie-instanties van de lidstaten te voeren beleid ter bestrijding van georganiseerde misdaad, andere ernstige misdrijven en terrorisme, met inbegrip van namaak van de euro, valsemunterij en vervalsing van andere betaalmiddelen.

Amendement  78

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 25 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De EBA is bevoegd om bindende bemiddelingsprocedures in gang te zetten en te bevorderen om geschillen tussen bevoegde autoriteiten, die voortkomen uit informatie-uitwisseling te beslechten.

Motivering

Het amendement is gebaseerd op een bijdrage van de Europese Bankautoriteit (EBA).

Amendement  79

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 26 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De lidstaten leggen EU-betalingsinstellingen die betaaldiensten in een lidstaat van ontvangst willen aanbieden, geen extra voorschriften op die niet van toepassing zijn op betalingsinstellingen waarvoor de lidstaat van ontvangst een vergunning heeft verleend.

Motivering

Het doel is om gelijke concurrentievoorwaarden te scheppen in heel Europa.

Amendement  80

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 26 - lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De bevoegde autoriteiten verstrekken elkaar alle essentiële en/of relevante informatie, in het bijzonder wanneer er sprake is van inbreuken of vermoedelijke inbreuken door een agent of een bijkantoor of een entiteit waaraan taken zijn uitbesteed. Daartoe verstrekken zij desgevraagd alle relevante informatie en verstrekken zij op eigen initiatief alle essentiële informatie.

3. De bevoegde autoriteiten verstrekken elkaar alle essentiële en/of relevante informatie, in het bijzonder wanneer er sprake is van inbreuken of vermoedelijke inbreuken door een agent of een bijkantoor of een entiteit waaraan taken zijn uitbesteed. Daartoe verstrekken zij desgevraagd alle relevante informatie en verstrekken zij op eigen initiatief alle essentiële informatie. Als persoonsgegevens bewaard worden, slaan bevoegde autoriteiten deze niet op voor een periode langer dan tien jaar. In ieder geval moet de opslag van persoonsgegevens voldoen aan Richtlijn 95/46/EG.

Motivering

Gebaseerd op het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

Amendement  81

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 26 - lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De EBA vaardigt overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren uit over de factoren die in aanmerking moeten worden genomen bij de beslissing of de activiteit die een aangemelde betalingsinstelling in de andere lidstaat wenst aan te bieden, valt onder de uitoefening van het recht tot vestiging of het recht tot het vrij verrichten van diensten. Die richtsnoeren worden uiterlijk op [datum invoegen] [uiterlijk twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] vastgesteld.

5. De EBA vaardigt overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren uit over de factoren die in aanmerking moeten worden genomen bij de beslissing of de activiteit die een aangemelde betalingsinstelling in de andere lidstaat wenst aan te bieden, valt onder de uitoefening van het recht tot vestiging of het recht tot het vrij verrichten van diensten. Die richtsnoeren worden uiterlijk op [datum invoegen] [uiterlijk twaalf maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] vastgesteld.

Amendement  82

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 27 – lid 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) het gemiddelde van het totale bedrag aan betalingstransacties die de betrokken persoon de voorafgaande twaalf maanden heeft verricht, met inbegrip van die van agenten waarvoor hij volledig aansprakelijk is, niet hoger is dan 1 miljoen EUR per maand. Dit vereiste wordt beoordeeld op basis van het in het bedrijfsplan begrote totaalbedrag aan betalingstransacties, tenzij de bevoegde autoriteiten een aanpassing van dat plan verlangen;

a) het gemiddelde van het totale bedrag aan betalingstransacties die de betrokken persoon de voorafgaande twaalf maanden heeft verricht of geïnitieerd, met inbegrip van die van agenten waarvoor hij volledig aansprakelijk is, niet hoger is dan 1 miljoen EUR per maand. Dit vereiste wordt beoordeeld op basis van het in het bedrijfsplan begrote totaalbedrag aan betalingstransacties, tenzij de bevoegde autoriteiten een aanpassing van dat plan verlangen;

Amendement  83

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 31 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De lidstaten zien erop toe dat particulieren de juiste informatie ontvangen over de verwerking van persoonsgegevens in overeenstemming met de nationale bepalingen waarmee de artikelen 10 en 11 van Richtlijn 95/46/EG en artikel 11 van Verordening EG nr. 45/2001 worden omgezet.

Amendement  84

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 33 - lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Kosten die de betalingsdienstaanbieder krachtens lid 2 mag aanrekenen, zijn passend en in overeenstemming met de kosten die de betalingsdienstaanbieder feitelijk heeft gemaakt.

3. Kosten die de betalingsdienstaanbieder krachtens lid 2 mag aanrekenen, zijn schappelijk en in overeenstemming met de kosten die de betalingsdienstaanbieder feitelijk heeft gemaakt.

Amendement  85

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 33 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De lidstaten zien erop toe dat consumenten die overstappen op een andere betaalrekening, op verzoek en tegen een schappelijk tarief informatie kunnen ontvangen van de overbrengende betalingsdienstaanbieder over transacties die zijn uitgevoerd op de vorige betaalrekening en die zijn vastgelegd op een duurzame gegevensoverdrager.

Motivering

Bij een overstap van een betaalrekening naar een andere betalingsdienstaanbieder, kunnen de rekeningoverzichten van de vorige betalingsdienstaanbieder om diverse redenen nodig zijn, bijv. bij de aanvraag van een lening, het huren van een woning of voor het verstrekken van ondersteunende informatie bij een controle van de loonbelasting. Gezien de ontwikkeling van online betaalrekeningen hebben consumenten misschien alleen toegang tot elektronische bankoverzichten en hebben ze niet altijd de mogelijkheid om transacties van jaren terug te downloaden.

Amendement  86

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 34

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten kunnen bepalen dat de bewijslast ten bewijze van de naleving van de informatievereisten uit hoofde van deze titel op de betalingsdienstaanbieder rust.

De lidstaten bepalen dat de bewijslast ten bewijze van de naleving van de informatievereisten uit hoofde van deze titel bij de betalingsdienstaanbieder rust.

Motivering

De redelijke benadering in dit geval is om duidelijk te maken dat de bewijslast consistent bij de betalingsdienstaanbieder ligt. Een betalingsdienstaanbieder kan gemakkelijk en snel verslag doen over wat hij wel en niet heeft gedaan op het vlak van informatieverstrekking, terwijl het voor betalingsdienstgebruikers vaak moeilijk of onmogelijk te bewijzen is dat ze de informatie waar ze recht op hadden, niet hebben ontvangen. Vooral als de gebruiker een consument is, is het onrealistisch om de last bij de gebruiker te leggen.

Amendement  87

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 37 - lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten schrijven voor dat de betalingsdienstaanbieder, voordat de betalingsdienstgebruiker door een contract of een aanbod betreffende een eenmalige betalingstransactie gebonden is, hem op gemakkelijk toegankelijke wijze de in artikel 38 bedoelde informatie en voorwaarden ter beschikking stelt. Op verzoek van de betalingsdienstgebruiker verstrekt de betalingsdienstaanbieder hem de informatie en voorwaarden op papier of op een andere duurzame drager. De informatie en voorwaarden worden in gemakkelijk te begrijpen bewoordingen en in duidelijke en bevattelijke vorm verstrekt in een officiële taal van de lidstaat waar de betalingsdienst wordt aangeboden of in een andere taal die door de partijen is overeengekomen.

1. De lidstaten schrijven voor dat de betalingsdienstaanbieder, voordat de betalingsdienstgebruiker door een contract of een aanbod betreffende een eenmalige betalingstransactie gebonden is, hem met betrekking tot zijn eigen diensten op gemakkelijk toegankelijke wijze de in artikel 38 bedoelde informatie en voorwaarden ter beschikking stelt. Op verzoek van de betalingsdienstgebruiker verstrekt de betalingsdienstaanbieder hem de informatie en voorwaarden op papier of op een andere duurzame drager. De informatie en voorwaarden worden in gemakkelijk te begrijpen bewoordingen en in duidelijke en bevattelijke vorm verstrekt in een officiële taal van de lidstaat waar de betalingsdienst wordt aangeboden of in een andere taal die door de partijen is overeengekomen.

 

Amendement  88

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 37 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De lidstaten schrijven voor dat, wanneer een betalingsopdracht door een derde betalingsdienstaanbieder wordt geïnitieerd, de betalingsdienstaanbieder de betalingsdienstgebruiker in kennis stelt van de in artikel 38 bedoelde informatie en voorwaarden. De informatie en de voorwaarden worden verstrekt in een duidelijke en bevattelijke vorm en in een officiële taal van de lidstaat waar de betalingsdienst wordt aangeboden, dan wel in een andere, door de partijen overeen te komen taal.

Amendement  89

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 38 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten zorgen ervoor dat, in het geval van betalingsinitiatiediensten, de derde betalingsdienstaanbieder de betaler informatie over de aangeboden dienst en de contactgegevens van de derde betalingsdienstaanbieder verstrekt.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat, in het geval van betalingsinitiatiediensten, de derde betalingsdienstaanbieder de betaler de volgende duidelijke en uitvoerige informatie verstrekt alvorens tot initiatie over te gaan:

 

a) de contactgegevens en het registratienummer van de derde betalingsdienstaanbieder en de naam van de verantwoordelijke toezichthoudende instantie;

 

b) indien van toepassing, de maximumtermijn voor de betalingsinitiatieprocedure;

 

c) alle mogelijke kostenvergoedingen die door de betalingsdienstgebruiker aan de derde betalingsdienstaanbieder verschuldigd zijn en, voor zover van toepassing, de uitsplitsing van de bedragen van eventuele kosten;

 

d) indien van toepassing, de bij de betalingstransactie toe te passen feitelijke of referentiewisselkoers.

Amendement  90

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 39 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer een derde betalingsdienstaanbieder op verzoek van de betaler een betalingsopdracht initieert, worden aan de betaler en, indien van toepassing, de begunstigde, de volgende gegevens verstrekt of ter beschikking gesteld:

Wanneer een derde betalingsdienstaanbieder op verzoek van de betaler een betalingsopdracht initieert, worden aan de betaler en, indien van toepassing, de begunstigde, de volgende gegevens op duidelijke en ondubbelzinnige wijze verstrekt:

Amendement  91

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 39 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) een bevestiging dat de betalingsopdracht met succes is geïnitieerd bij de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder van de betaler;

a) een bevestiging dat de betalingstransactie met succes is geïnitieerd bij de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder van de betaler;

Amendement  92

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 39 – alinea 1 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) in voorkomend geval het bedrag van de voor de betalingstransactie verschuldigde kosten en, voor zover van toepassing, de uitsplitsing daarvan.

d) in voorkomend geval het bedrag van de voor de betalingstransactie verschuldigde kosten die moeten worden betaald aan de derde betalingsdienstaanbieder, waarbij deze kostenposten afzonderlijk moeten worden weergegeven. Een derde betalingsdienstaanbieder is alleen in staat om een gedetailleerd overzicht te geven van zijn eigen kosten;

Amendement  93

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 39 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Dit artikel doet geen afbreuk aan de voor de derde betalingsdienstaanbieder en de begunstigde geldende verplichtingen inzake gegevensbescherming.

Amendement  94

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 41 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Onmiddellijk na de ontvangst van de betalingsopdracht wordt de volgende informatie door de betalingsdienstaanbieder van de betaler op dezelfde wijze als in artikel 37, lid 1, is bepaald, aan de betaler verstrekt of ter beschikking gesteld:

Onmiddellijk na de ontvangst van de betalingsopdracht wordt door de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder op dezelfde wijze als in artikel 37, lid 1, is bepaald, aan de betaler de volgende informatie met betrekking tot de door hem aangeboden diensten verstrekt of ter beschikking gesteld:

Amendement  95

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 42 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Onmiddellijk na de uitvoering van de betalingstransactie wordt de volgende informatie door de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde op dezelfde wijze als in artikel 37, lid 1, is bepaald, aan de begunstigde verstrekt of ter beschikking gesteld:

Onmiddellijk na de uitvoering van de betalingstransactie wordt door de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde de volgende informatie over zijn eigen diensten – als hij zelf over die informatie beschikt – op dezelfde wijze als in artikel 37, lid 1, is bepaald, aan de begunstigde verstrekt of ter beschikking gesteld:

Amendement  96

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 44 - lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten schrijven voor dat de betalingsdienstaanbieder, ruimschoots voordat de betalingsdienstgebruiker door een raamcontract of aanbod gebonden is, hem op papier of op een andere duurzame drager de in artikel 45 bedoelde informatie en voorwaarden verstrekt. De informatie en voorwaarden worden in gemakkelijk te begrijpen bewoordingen en in duidelijke en bevattelijke vorm verstrekt in een officiële taal van de lidstaat waar de betalingsdienst wordt aangeboden of in een andere taal die door de partijen is overeengekomen.

1. De lidstaten schrijven voor dat de betalingsdienstaanbieder, ruimschoots voordat de betalingsdienstgebruiker door een raamcontract of aanbod gebonden is, hem op papier of op een andere duurzame drager de in artikel 45 bedoelde informatie en voorwaarden ter beschikking stelt dan wel, op verzoek van de betalingsdienstgebruiker, verstrekt. De informatie en voorwaarden worden in gemakkelijk te begrijpen bewoordingen en in duidelijke en bevattelijke vorm verstrekt in een officiële taal van de lidstaat waar de betalingsdienst wordt aangeboden of in een andere taal die door de partijen is overeengekomen.

Amendement  97

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 45 – punt 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

а) een beschrijving van de voornaamste kenmerken van de aan te bieden betalingsdienst;

а) een duidelijke beschrijving van de voornaamste kenmerken van de aan te bieden betalingsdienst;

Amendement  98

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 45 – punt 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) de vorm waarin en de procedure volgens welke de instemming met het initiëren of uitvoeren van een betalingstransactie wordt verstrekt, respectievelijk wordt ingetrokken, overeenkomstig de artikelen 57 en 71;

c) de vorm waarin en de procedure volgens welke de instemming met het initiëren van een betalingsopdracht of het uitvoeren van een betalingstransactie wordt verstrekt, respectievelijk wordt ingetrokken, overeenkomstig de artikelen 57 en 71;

Amendement  99

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 45 – punt 6 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) indien overeengekomen, de informatie dat de betalingsdienstgebruiker geacht wordt overeenkomstig artikel 47 wijzigingen in de voorwaarden te hebben aanvaard tenzij hij de betalingsdienstaanbieder vóór de voorgestelde datum van inwerkingtreding van die wijzigingen ervan in kennis heeft gesteld dat hij de wijzigingen niet aanvaardt;

a) indien aldus is overeengekomen – behalve als de wijziging in de zin van artikel 47, lid 2, duidelijk en ondubbelzinnig gunstiger uitvalt voor de betalingsdienstgebruikers – de informatie dat de betalingsdienstgebruiker geacht wordt overeenkomstig artikel 47 wijzigingen in de voorwaarden te hebben aanvaard tenzij hij de betalingsdienstaanbieder vóór de voorgestelde datum van inwerkingtreding van die wijzigingen ervan kennis heeft gegeven dat hij de wijzigingen niet aanvaardt, waarbij een dergelijke kennisgeving geen gevolg heeft als de wijziging duidelijk en ondubbelzinnig gunstiger uitvalt voor de betalingsdienstgebruikers;

Amendement  100

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 47 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Elke wijziging in het raamcontract en in de in artikel 45 vermelde informatie en voorwaarden wordt uiterlijk twee maanden vóór de datum van de beoogde inwerkingtreding ervan door de betalingsdienstaanbieder voorgesteld op dezelfde wijze als in artikel 44, lid 1, is bepaald.

Elke wijziging in het raamcontract die niet duidelijk en ondubbelzinnig gunstiger uitvalt voor de betalingsdienstgebruikers, en in de in artikel 45 vermelde informatie en voorwaarden wordt uiterlijk twee maanden vóór de datum van de beoogde inwerkingtreding ervan door de betalingsdienstaanbieder voorgesteld op dezelfde wijze als in artikel 44, lid 1, is bepaald.

Amendement  101

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 47 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Wijzigingen in de rentevoet of de wisselkoers kunnen met onmiddellijke ingang zonder kennisgeving worden toegepast, mits het recht daartoe in het raamcontract is overeengekomen en de wijzigingen gebaseerd zijn op de overeenkomstig artikel 45, lid 3, onder b) en c), overeengekomen referentierentevoet of -wisselkoers. De betalingsdienstgebruiker wordt zo spoedig mogelijk van elke wijziging in de rentevoet in kennis gesteld op dezelfde wijze als in artikel 44, lid 1, is bepaald, tenzij door de partijen is overeengekomen dat de informatie met een specifieke frequentie of op een specifieke wijze moet worden verstrekt of ter beschikking moet worden gesteld. Wijzigingen in de rentevoet of de wisselkoers die ten gunste van de betalingsdienstgebruiker uitvallen, kunnen echter zonder kennisgeving worden toegepast.

2. Wijzigingen in de rentevoet of de wisselkoers kunnen met onmiddellijke ingang zonder kennisgeving worden toegepast, mits het recht daartoe in het raamcontract is overeengekomen en de wijzigingen in de rentevoet of de wisselkoers gebaseerd zijn op de overeenkomstig artikel 45, lid 3, onder b) en c), overeengekomen referentierentevoet of -wisselkoers. De betalingsdienstgebruiker wordt zo spoedig mogelijk van elke wijziging in de rentevoet in kennis gesteld op dezelfde wijze als in artikel 44, lid 1, is bepaald, tenzij door de partijen is overeengekomen dat de informatie met een specifieke frequentie of op een specifieke wijze moet worden verstrekt of ter beschikking moet worden gesteld. Wijzigingen in de rentevoet of de wisselkoers die ten gunste van de betalingsdienstgebruikers uitvallen, en wijzigingen in het raamcontract die duidelijk en ondubbelzinnig gunstiger uitvallen voor betalingsdienstgebruikers, kunnen echter zonder kennisgeving worden toegepast.

Amendement  102

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 48 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Een raamcontract dat voor een termijn van meer dan twaalf maanden of voor onbepaalde duur is gesloten, kan door de betalingsdienstgebruiker na het verstrijken van die termijn van twaalf maanden kosteloos worden beëindigd. In alle andere gevallen zijn de voor beëindiging aan te rekenen kosten passend en in overeenstemming met de feitelijke kosten.

2. Een raamcontract kan door de betalingsdienstgebruiker kosteloos worden beëindigd.

Motivering

Kosten voor het opheffen van een rekening vormen een barrière voor het overstappen op een andere rekening. Betalingsdienstaanbieders mogen consumenten geen kosten in rekening brengen voor de beëindiging van een raamcontract. In sommige lidstaten kunnen betalingsdienstaanbieders consumenten geen kosten in rekening brengen voor de overstapdienst. Voor overstapdiensten in het VK en Oostenrijk worden momenteel geen kosten in rekening gebracht bij consumenten die gebruikmaken van deze dienst, en in het VK hoeven consumenten niets te betalen als ze hun rekening gedurende de eerste 12 maanden opheffen. In Italië betalen de consumenten niets voor het opheffen van hun rekening.

Amendement  103

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 50 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Een raamcontract kan de voorwaarde omvatten dat de in lid 1 bedoelde informatie op gezette tijden en ten minste eenmaal per maand moet worden verstrekt of ter beschikking moet worden gesteld op de overeengekomen wijze die de betaler de mogelijkheid biedt informatie ongewijzigd op te slaan en te reproduceren.

2. Een raamcontract omvat de voorwaarde dat de in lid 1 bedoelde informatie op gezette tijden en ten minste eenmaal per maand kosteloos moet worden verstrekt of ter beschikking moet worden gesteld op de overeengekomen wijze die de betaler de mogelijkheid biedt informatie ongewijzigd op te slaan en te reproduceren.

Amendement  104

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 50 - lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De lidstaten mogen echter verlangen dat de betalingsdienstaanbieder eenmaal per maand kosteloos op papier informatie verstrekt.

3. De lidstaten mogen echter verlangen dat de betalingsdienstaanbieder eenmaal per maand kosteloos op papier of op een andere duurzame drager informatie verstrekt.

Amendement  105

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 51 – lid 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) de referentie aan de hand waarvan de begunstigde kan uitmaken om welke betalingstransactie en, in voorkomend geval, om welke betaler het gaat, en alle bij de betalingstransactie gevoegde informatie;

a) de referentie aan de hand waarvan de begunstigde kan uitmaken om welke betalingstransactie en om welke betaler het gaat, en alle bij de betalingstransactie gevoegde informatie;

Amendement  106

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 51 - lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De lidstaten mogen echter verlangen dat de betalingsdienstaanbieder eenmaal per maand kosteloos op papier informatie verstrekt.

3. De lidstaten mogen echter verlangen dat de betalingsdienstaanbieder eenmaal per maand kosteloos op papier of op een andere duurzame drager informatie verstrekt.

Amendement  107

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 52 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer vóór het initiëren van de betalingstransactie een valutawisseldienst wordt aangeboden en wanneer die valutawisseldienst op het verkooppunt of door de begunstigde wordt aangeboden, stelt de partij die de valutawisseldienst aan de betaler aanbiedt, de betaler in kennis van alle aan te rekenen kosten, alsook van de wisselkoers die bij de omrekening van de betalingstransactie zal worden gehanteerd.

Wanneer vóór het initiëren van de betalingstransactie een valutawisseldienst wordt aangeboden en wanneer die valutawisseldienst door een geldautomaat, op het verkooppunt of door de begunstigde wordt aangeboden, stelt de partij die de valutawisseldienst aan de betaler aanbiedt, de betaler in kennis van alle aan te rekenen kosten, alsook van de wisselkoers die bij de omrekening van de betalingstransactie zal worden gehanteerd.

Amendement  108

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 53 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Wanneer een betalingsdienstaanbieder of een derde een vergoeding verlangt voor het gebruik van een bepaald betaalinstrument, licht hij de betalingsdienstgebruiker daarover in voordat de betalingstransactie wordt geïnitieerd.

Schrappen

Amendement  109

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 53 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Als een betalingsdienstaanbieder het recht heeft om kosten van derden door te berekenen aan de betaler, is de betaler niet verplicht deze te betalen, tenzij het volledige bedrag voorafgaand aan de betalingstransactie bekend was gemaakt.

Amendement  110

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 55 - lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De betalingsdienstaanbieder mag de betalingsdienstgebruiker geen kosten aanrekenen voor het vervullen van zijn informatieverplichtingen of de toepassing van corrigerende of preventieve maatregelen uit hoofde van deze titel, tenzij in artikel 70, lid 1, artikel 71, lid 5, of artikel 79, lid 2, anders is bepaald. De aan te rekenen kosten worden overeengekomen tussen de betalingsdienstgebruiker en de betalingsdienstaanbieder; zij zijn passend en in overeenstemming met de kosten die de betalingsdienstaanbieder feitelijk gemaakt heeft.

1. De betalingsdienstaanbieder mag de betalingsdienstgebruiker geen kosten aanrekenen voor het vervullen van zijn informatieverplichtingen of de toepassing van corrigerende of preventieve maatregelen uit hoofde van deze titel, tenzij in artikel 70, lid 1, artikel 71, lid 5, of artikel 79, lid 2, anders is bepaald. De aan te rekenen kosten worden overeengekomen tussen de betalingsdienstgebruiker en de betalingsdienstaanbieder; zij zijn passend en in overeenstemming met de kosten die de betalingsdienstaanbieder feitelijk gemaakt heeft. Op verzoek geeft de betalingsdienstaanbieder inzage in de feitelijke kosten van de betalingstransactie.

Amendement  111

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 55 - lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De betalingsdienstaanbieder belet niet dat de begunstigde aan de betaler een vergoeding vraagt, een korting aanbiedt of de betaler anderszins stimuleert een bepaald betaalinstrument te gebruiken. De eventueel in rekening gebrachte kosten mogen echter niet uitstijgen boven de kosten die de begunstigde zelf voor het gebruik van het specifieke betaalinstrument maakt.

3. De betalingsdienstaanbieder belet niet dat de begunstigde aan de betaler een vergoeding vraagt, een korting aanbiedt of de betaler anderszins stimuleert een bepaald betaalinstrument te gebruiken. De eventueel in rekening gebrachte kosten stijgen echter niet uit boven de kosten die de begunstigde zelf voor het gebruik van het specifieke betaalinstrument maakt.

Amendement  112

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 55 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. In afwijking van lid 4 kunnen de lidstaten bepalen dat de begunstigde geen enkele vergoeding vraagt voor het gebruik van om het even welk betaalinstrument.

Amendement  113

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 57 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De instemming met de uitvoering van een betalingstransactie of een reeks betalingstransacties wordt verleend in de tussen de betaler en de betalingsdienstaanbieder overeengekomen vorm. De instemming kan ook rechtstreeks of onrechtstreeks via de begunstigde worden verleend. De instemming met de uitvoering van een betalingstransactie wordt voorts geacht te worden verleend wanneer de betaler een derde betalingsdienstaanbieder toestaat om de betalingstransactie bij de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder te initiëren.

De instemming met de uitvoering van een betalingstransactie of een reeks betalingstransacties (inclusief automatische debiteringen) wordt verleend in de tussen de betaler en de betalingsdienstaanbieder overeengekomen vorm. De instemming kan ook rechtstreeks of onrechtstreeks via de begunstigde worden verleend. De instemming met de uitvoering van een betalingstransactie wordt voorts geacht te worden verleend wanneer de betaler een derde betalingsdienstaanbieder toestaat om een betalingstransactie te initiëren bij een rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder die een aan de betaler toebehorende rekening beheert.

Amendement  114

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 58 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Toegang van een derde betalingsdienstaanbieder tot betaalrekeninginformatie en gebruik van deze informatie door de derde betalingsdienstaanbieder

Toegang tot en gebruik van betaalrekeninginformatie door derde betalingsdienstaanbieders en derde uitgevers van betaalinstrumenten.

Amendement  115

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 58 - lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat een betaler het recht heeft om via een derde betalingsdienstaanbieder betalingsdiensten af te nemen op basis van de in bijlage I, punt 7, bedoelde toegang tot betaalrekeningen.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat een betaler, voor zover hij beschikt over een betaalrekening die via een onlinebankingplatform toegankelijk is, het recht heeft om via een vergunninghoudende derde betalingsdienstaanbieder betalingsdiensten af te nemen op basis van de in bijlage I, punt 7, bedoelde toegang tot betaalrekeningen. De lidstaten zorgen ervoor dat een betaler het recht heeft om via een vergunninghoudende derde uitgever van betaalinstrumenten betaalinstrumenten af te nemen waarmee betalingstransacties kunnen worden verricht.

Amendement  116

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 58 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder mag de derde betalingsdienstaanbieder of de derde uitgever van betaalinstrumenten de toegang overeenkomstig dit artikel niet ontzeggen wanneer deze gemachtigd is om voor rekening van de betaler een specifieke betaling uit te voeren, voor zover de betaler daartoe overeenkomstig artikel 57 uitdrukkelijk toestemming heeft verleend.

Amendement  117

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 58 – lid 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. Begunstigden die betalers de mogelijkheid bieden om gebruik te maken van derde betalingsdienstaanbieders of derde uitgevers van betaalinstrumenten, moeten de betalers ondubbelzinnige informatie verstrekken omtrent de bewuste derde betalingsdienstaanbieder(s), met inbegrip van hun registratienummer en de naam van hun verantwoordelijke toezichthouder.

Amendement  118

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 58 – lid 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een derde betalingsdienstaanbieder aan wie de betaler in het kader van lid 1 heeft toegestaan betalingsdiensten aan te bieden, is verplicht om:

(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)

Amendement  119

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 58 – lid 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) ervoor te zorgen dat de gepersonaliseerde beveiligingskenmerken van de betalingsdienstgebruiker niet voor andere partijen toegankelijk zijn;

a) ervoor te zorgen dat de gepersonaliseerde authenticatiegegevens van de betalingsdienstgebruiker niet voor andere partijen toegankelijk zijn;

Amendement  120

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 58 – lid 2 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) zich op ondubbelzinnige wijze bij de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder(s) van de rekeninghouder te authenticeren;

b) zich telkens wanneer er een betaling wordt geïnitieerd of rekeninggegevens worden opgevraagd op ondubbelzinnige wijze bij de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder(s) van de rekeninghouder te authenticeren.

Amendement  121

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 58 – lid 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) geen gevoelige betalingsgegevens of gepersonaliseerde beveiligingsgegevens van de betalingsdienstgebruiker op te slaan.

c) geen gepersonaliseerde beveiligingsgegevens van de betalingsdienstgebruiker op te slaan.

Amendement  122

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 58 – lid 2 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) gegevens niet te gebruiken voor andere doeleinden dan die waarom de betaler uitdrukkelijk heeft verzocht.

Amendement  123

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 58 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. Indien de betaler een derde uitgever van betaalinstrumenten die aan de betaler een betaalinstrument heeft verstrekt, toestemming heeft verleend om informatie over de beschikbaarheid van voldoende financiële middelen voor een bepaalde betalingstransactie op een bepaalde betaalrekening van de betaler in te winnen, dan verstrekt de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder van die betaalrekening dergelijke informatie aan de derde uitgever van betaalinstrumenten zodra de betalingsopdracht van de betaler is ontvangen. De informatie over de beschikbaarheid van voldoende financiële middelen moet overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG bestaan ​​uit een antwoord in de vorm van een eenvoudig 'ja' of 'nee', en niet uit een rekeningsaldoafschrift.

Amendement  124

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 58 - lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder behandelt betalingsopdrachten die via de diensten van een derde betalingsdienstaanbieder worden gegeven, qua termijn en prioriteit niet anders dan betalingsopdrachten die de betaler zelf rechtstreeks geeft, tenzij er objectieve redenen zijn om deze ongelijk te behandelen.

4. De rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder behandelt betalingsopdrachten die via de diensten van een derde betalingsdienstaanbieder of door een derde uitgever van betaalinstrumenten worden gegeven, met name qua termijn en prioriteit of kosten niet anders dan betalingsopdrachten die de betaler zelf rechtstreeks geeft, tenzij er objectieve redenen zijn om deze ongelijk te behandelen.

Amendement  125

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 58 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. Derde betalingsdienstaanbieders zijn met het oog op de initiatie van betalingen of voor de verlening van rekeninginformatiediensten niet verplicht met rekeninghoudende betalingsdienstaanbieders contractuele relaties aan te gaan.

Motivering

Indien de relaties tussen derde betalingsdienstaanbieders en rekeninghoudende betalingsdienstaanbieders contractueel zouden moeten worden geregeld, zouden veel derde betalingsdienstaanbieders naar alle waarschijnlijkheid in hun bedrijvigheid worden gehinderd of niet meer kunnen functioneren. De innoverende en concurrentieversterkende impulsen die derde betalingsdienstaanbieders inmiddels aan de markt hebben gegeven, zouden daardoor waarschijnlijk worden tenietgedaan. Daarom zou het vanuit maatschappelijk oogpunt veel rationeler zijn het zo in te richten dat de relaties tussen derde betalingsdienstaanbieders en rekeninghoudende betalingsdienstaanbieders uitsluitend worden geregeld middels een algemeen wetgevings- en toezichtskader.

Amendement  126

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 58 – lid 4 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 ter. Als de gemeenschappelijke en beveiligde open communicatienormen eenmaal overeenkomstig artikel 94 bis zijn vastgesteld en door de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder van de cliënt op derde betalingsdienstaanbieders worden toegepast, zorgen de lidstaten ervoor dat de betalingsdienstgebruiker de veiligste en meest geavanceerde technologische oplossing kan gebruiken bij het initiëren van elektronische betalingstransacties via derde betalingsdienstaanbieders.

Motivering

Het besluit om derde betalingsdienstaanbieders onder de toepassing van de herziene betalingsdienstenrichtlijn te brengen is ook van essentieel belang om een gelijk speelveld op de markt voor betalingsdiensten te waarborgen. Er hebben zich tot nu toe nog geen ernstige veiligheidsincidenten met derde betalingsdienstaanbieders voorgedaan, maar het betreft hier nog steeds een relatief kleine nichemarkt, die potentieel fraudeurs zou kunnen aantrekken van zodra er grotere betalingstransactievolumes worden bereikt. Het voorstel is gebaseerd op een voorstel van het BEUC.

Amendement  127

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 59

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 59

Schrappen

Toegang van een derde uitgever van betaalinstrumenten tot betaalrekeninginformatie en gebruik van deze informatie door de derde uitgever van betaalinstrumenten

 

1. De lidstaten zorgen ervoor dat een betaler het recht heeft om via een derde uitgever van betaalinstrumenten betaalkaartdiensten af te nemen.

 

2. Indien de betaler een derde uitgever van betaalinstrumenten die aan de betaler een betaalinstrument heeft verstrekt, toestemming heeft verleend om informatie over de beschikbaarheid van voldoende financiële middelen voor een bepaalde betalingstransactie op een bepaalde betaalrekening van de betaler in te winnen, dan verstrekt de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder van die betaalrekening dergelijke informatie aan de derde uitgever van betaalinstrumenten zodra de betalingsopdracht van de betaler is ontvangen.

 

3. De rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder behandelt betalingsopdrachten die via de diensten van een derde uitgever van betaalinstrumenten worden gegeven, qua termijn en prioriteit niet anders dan betalingsopdrachten die de betaler persoonlijk rechtstreeks geeft, tenzij er objectieve redenen zijn om deze ongelijk te behandelen.

 

Amendement  128

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 61 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Voor de toepassing van lid 1, onder a), neemt de betalingsdienstgebruiker, zodra hij een betaalinstrument ontvangt, in het bijzonder alle redelijke maatregelen om de veiligheid van de gepersonaliseerde veiligheidskenmerken ervan te waarborgen. De zorgvuldigheidsplichten van de betalingsdienstgebruikers vormen geen beletsel voor het gebruik van de in het kader van deze richtlijn toegestane betaalinstrumenten en betalingsdiensten.

2. Voor de toepassing van lid 1, onder a), neemt de betalingsdienstgebruiker, zodra hij een betaalinstrument ontvangt, in het bijzonder alle redelijke maatregelen om de veiligheid van de bijbehorende gepersonaliseerde authenticatiegegevens te waarborgen. De zorgvuldigheidsplichten van de betalingsdienstgebruikers vormen geen beletsel voor het gebruik van de in het kader van deze richtlijn toegestane betaalinstrumenten en betalingsdiensten.

Amendement  129

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 62 – lid 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) ervoor te zorgen dat de gepersonaliseerde veiligheidskenmerken van een betaalinstrument niet toegankelijk zijn voor andere partijen dan de betalingsdienstgebruiker die gerechtigd is het betaalinstrument te gebruiken, onverminderd de verplichtingen van de betalingsdienstgebruiker overeenkomstig artikel 61;

a) ervoor te zorgen dat de gepersonaliseerde beveiligingsgegevens van een betaalinstrument absoluut betrouwbaar zijn en niet toegankelijk voor andere partijen dan de betalingsdienstgebruiker die gerechtigd is het betaalinstrument te gebruiken, onverminderd de verplichtingen van de betalingsdienstgebruiker overeenkomstig artikel 61;

Amendement  130

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 62 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De betalingsdienstaanbieder draagt het risico van het zenden van een betaalinstrument aan de betaler of het zenden van gepersonaliseerde veiligheidskenmerken ervan.

2. De betalingsdienstaanbieder draagt het risico van het zenden van een betaalinstrument aan de betaler of het zenden van bijbehorende gepersonaliseerde beveiligingsgegevens.

Amendement  131

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 63 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Als bij de transactie een derde betalingsdienstaanbieder betrokken is, verkrijgt de betalingsdienstgebruiker tevens rectificatie van de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder krachtens lid 1, zulks onverminderd artikel 65, lid 2, en artikel 80, lid 1.

2. Wanneer de betalingsdienstgebruiker heeft besloten gebruik te maken van een derde betalingsdienstaanbieder, stelt hij deze daarvan in kennis en brengt hij tevens de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder op de hoogte. De betalingsdienstgebruiker verkrijgt rectificatie van de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder krachtens lid 1 van dit artikel, zulks onverminderd artikel 80, lid 1.

Amendement  132

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 63 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De betalingsdienstgebruiker meldt aan zijn rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder elk incident waarvan hij weet heeft dat voor de betalingsdienstgebruiker ongunstige gevolgen heeft in verband met het gebruik van een derde betalingsdienstaanbieder of een derde uitgever van betaalinstrumenten. De rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder stelt de nationale bevoegde autoriteiten op de hoogte van eventuele incidenten die zich voordoen. De nationale bevoegde autoriteiten volgen in dat geval de door de EBA vastgestelde procedures, in nauwe samenwerking met de ECB, zoals bepaald in artikel 85.

Amendement  133

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 64 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten schrijven voor dat, wanneer een betalingsdienstgebruiker ontkent dat hij een uitgevoerde betalingstransactie heeft toegestaan of aanvoert dat de betalingstransactie onjuist is uitgevoerd, de betalingsdienstaanbieder en in passende gevallen de derde betalingsdienstaanbieder indien deze erbij betrokken is, gehouden zijn het bewijs te leveren dat de betalingstransactie is geauthenticeerd, juist is geregistreerd, is geboekt en niet door een technische storing of enig ander falen is beïnvloed.

De lidstaten schrijven voor dat, wanneer een betalingsdienstgebruiker ontkent dat hij een uitgevoerde betalingstransactie heeft toegestaan of aanvoert dat de betalingstransactie onjuist is uitgevoerd, de betalingsdienstaanbieder en de derde betalingsdienstaanbieder indien deze erbij betrokken is, gehouden zijn het bewijs te leveren dat de betalingstransactie is geauthenticeerd, juist is geregistreerd, is geboekt en niet door een technische storing of enig ander falen is beïnvloed.

Motivering

Indien deze erbij betrokken is, dient de derde betalingsdienstaanbieder altijd te bewijzen dat "de betalingstransactie is geauthenticeerd, juist is geregistreerd, is geboekt en niet door een technische storing of enig ander falen is beïnvloed". Opneming van de formule "in passende gevallen" zou kunnen leiden tot situaties waarin de verantwoordelijkheid van de derde betalingsdienstaanbieder niet meer duidelijk is.

Amendement  134

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 64 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Indien de betalingstransactie via een derde betalingsdienstaanbieder is geïnitieerd, dient deze te bewijzen dat de betalingstransactie niet door een technische storing of enig ander falen in verband met zijn betalingsdienst is beïnvloed.

Indien de betalingsdienstgebruiker de betalingstransactie initieert via een derde betalingsdienstaanbieder, dient deze te bewijzen dat de betalingstransactie is geauthenticeerd, correct is geregistreerd en niet door een technische storing of enig ander falen in verband met zijn betalingsdienst is beïnvloed.

Amendement  135

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 64 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Wanneer een betalingsdienstgebruiker ontkent dat hij een uitgevoerde betalingstransactie heeft toegestaan, vormt het feit dat het gebruik van een betaalinstrument door de betalingsdienstaanbieder en, in voorkomend geval, de derde betalingsdienstaanbieder is geregistreerd op zichzelf niet noodzakelijkerwijze afdoende bewijs dat de betalingstransactie door de betaler is toegestaan of dat de betaler frauduleus heeft gehandeld of opzettelijk of met grove nalatigheid een of meer van de verplichtingen uit hoofde van artikel 61 niet is nagekomen.

2. Wanneer een betalingsdienstgebruiker ontkent dat hij een uitgevoerde betalingstransactie heeft toegestaan, vormt het feit dat het gebruik van een betaalinstrument door de betalingsdienstaanbieder en, in voorkomend geval, de derde betalingsdienstaanbieder is geregistreerd op zichzelf niet noodzakelijkerwijze afdoende bewijs dat de betalingstransactie door de betaler is toegestaan of dat de betaler frauduleus heeft gehandeld of opzettelijk of met grove nalatigheid een of meer van de verplichtingen uit hoofde van artikel 61 niet is nagekomen. In dergelijke gevallen kunnen loutere veronderstellingen zonder ondersteunend bewijs dat verder gaat dan het geregistreerde gebruik van het betaalinstrument niet als adequaat bewijs tegen de betalingsgebruiker worden aangemerkt. De betalingsdienstaanbieder – en in voorkomend geval de derde betalingsdienstaanbieder – dient te bewijzen dat er van de zijde van de betaler sprake is van fraude of grove nalatigheid.

Amendement  136

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 65 - lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat, onverminderd artikel 63, de betalingsdienstaanbieder van de betaler, in geval van een niet-toegestane betalingstransactie, de betaler onmiddellijk het bedrag van de niet-toegestane betalingstransactie terugbetaalt en, in voorkomend geval, de betaalrekening die met dat bedrag was gedebiteerd, herstelt in de toestand zoals die geweest zou zijn mocht de niet-toegestane betalingstransactie niet hebben plaatsgevonden. In dit verband wordt er ook voor gezorgd dat de valutadatum van de creditering van de betaalrekening van de betaler uiterlijk de datum is waarop het bedrag was gedebiteerd.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat, onverminderd artikel 63, de betalingsdienstaanbieder van de betaler, in geval van een niet-toegestane betalingstransactie, de betaler binnen 24 uur nadat hij de transactie heeft opgemerkt of daarvan in kennis is gesteld, het bedrag van de niet-toegestane betalingstransactie terugbetaalt en, in voorkomend geval, de betaalrekening die met dat bedrag was gedebiteerd, herstelt in de toestand zoals die geweest zou zijn mocht de niet-toegestane betalingstransactie niet hebben plaatsgevonden. In dit verband wordt er ook voor gezorgd dat de valutadatum van de creditering van de betaalrekening van de betaler uiterlijk de datum is waarop het bedrag was gedebiteerd.

Amendement  137

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 65 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Bij betrokkenheid van een derde betalingsdienstaanbieder betaalt de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder het bedrag van de niet-toegestane betalingstransactie terug en herstelt deze, in voorkomend geval, de betaalrekening die met dat bedrag was gedebiteerd, in de toestand zoals die geweest zou zijn mocht de niet-toegestane betalingstransactie niet hebben plaatsgevonden. In een dergelijke situatie kan een financiële compensatie van de derde betalingsdienstaanbieder aan de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder van toepassing zijn.

2. Bij betrokkenheid van een derde betalingsdienstaanbieder betaalt de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder het bedrag van de niet-toegestane betalingstransactie terug en herstelt deze, in voorkomend geval, de betaalrekening die met dat bedrag was gedebiteerd, in de toestand zoals die geweest zou zijn mocht de niet-toegestane betalingstransactie niet hebben plaatsgevonden. Indien de derde betalingsdienstaanbieder niet kan aantonen dat hij niet aansprakelijk is voor de niet-toegestane betalingstransactie, betaalt hij de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder binnen een werkdag een redelijke compensatie voor de uit de terugbetaling aan de betaler voortvloeiende kosten, inclusief het bedrag van de niet-toegestane betalingstransactie.

Amendement  138

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 66 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In afwijking van artikel 65 kan de betaler worden verplicht om tot een bedrag van 50 EUR het verlies in verband met een niet-toegestane betalingstransactie te dragen dat uit het gebruik van een verloren of gestolen betaalinstrument of uit het onrechtmatig gebruik van een betaalinstrument voortvloeit.

In afwijking van artikel 65 kan de betaler worden verplicht om tot een bedrag van 50 EUR of de tegenwaarde daarvan in een andere nationale munt het verlies in verband met een niet-toegestane betalingstransactie te dragen dat uit het gebruik van een verloren of gestolen betaalinstrument of uit het onrechtmatig gebruik van een betaalinstrument voortvloeit. Deze bepaling is niet van toepassing indien het verlies, de diefstal of het onrechtmatig gebruik van een betaalinstrument voor de betaler niet vast te stellen was voordat er een betaling mee was gedaan.

Amendement  139

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 66 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De EBA stelt, in nauwe samenwerking met de ECB en na raadpleging van het in artikel 5, lid 3 bis, bedoelde adviespanel, conform artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 ten behoeve van betalingsdienstaanbieders richtsnoeren vast inzake de interpretatie en praktische toepassing van het begrip "grove nalatigheid" in deze context. Deze richtsnoeren worden uiterlijk op [datum invoegen – 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] verstrekt en regelmatig bijgewerkt voor zover van toepassing.

Motivering

Momenteel wordt het begrip "grove nalatigheid" in de respectieve lidstaten op een zeer inconsistente manier geïnterpreteerd en gebruikt. Deze situatie heeft een bijzonder negatief effect op grensoverschrijdende activiteiten en is onaanvaardbaar in de interne markt. De ontwikkeling van richtsnoeren door de EBA zou een geschikte manier zijn om de consistentie te verbeteren.

Amendement  140

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 66 – lid 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 ter. In gevallen waarin de betaler niet frauduleus of opzettelijk zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 61 heeft verzaakt, kunnen de lidstaten de in lid 1 bedoelde aansprakelijkheid beperken, met name rekening houdend met de aard van de gepersonaliseerde veiligheidskenmerken van het betaalinstrument en met de omstandigheden waarin het is verloren, gestolen of onrechtmatig gebruikt.

Amendement  141

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 66 – lid 2 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 quater. De betaler hoeft niet de financiële consequenties te dragen die het gevolg zijn van het verlies, de diefstal of het onrechtmatig gebruikt van een betaalinstrument indien de niet-toegestane betaling die daarvan het gevolg is mogelijk is gemaakt door toepassing van een methode of een inbreuk op de beveiliging die al bekend en gedocumenteerd was en indien de betalingsdienstaanbieder heeft nagelaten strengere beveiligingssystemen in te voeren om dergelijke misbruiken in de toekomst effectief te verhinderen, tenzij de betaler zelf frauduleus heeft gehandeld.

Amendement  142

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 67 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Op verzoek van de betalingsdienstaanbieder toont de betaler aan dat aan deze voorwaarden is voldaan.

Op verzoek van de betalingsdienstaanbieder verstrekt de betaler feitelijke elementen omtrent die voorwaarden.

Motivering

De Commissie heeft om onduidelijke redenen voorgesteld de balans sterk in het voordeel van de begunstigde te doen overhellen. Het lijkt niet redelijk de bewijslast volledig bij de betaler te leggen, zeker niet als de betaler een consument is. Het zou een evenwichtigere oplossing zijn om de formulering van de bestaande RBD aan te houden.

Amendement  143

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 67 – lid 1 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De terugbetaling bestaat in het volledige bedrag van de uitgevoerde betalingstransactie. Dit houdt ook in dat de valutadatum van de creditering van de betaalrekening van de betaler uiterlijk de datum is waarop het bedrag was gedebiteerd.

Schrappen

Amendement  144

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 67 – lid 1 – alinea 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij automatische debiteringen heeft de betaler een onvoorwaardelijk recht op terugbetaling binnen de in artikel 68 vastgestelde termijnen, tenzij de begunstigde al aan de contractuele verplichtingen heeft voldaan en de betaler de diensten al heeft ontvangen of de goederen al heeft ge- of verbruikt. Op verzoek van de betalingsdienstaanbieder toont de begunstigde aan dat aan de in de derde alinea genoemde voorwaarden is voldaan.

De lidstaten zorgen ervoor dat de betaler, naast het in lid 1 bedoelde recht, bij directe debiteringen een onvoorwaardelijk recht op terugbetaling binnen de in artikel 68 vastgestelde termijnen heeft.

Motivering

De ervaring heeft uitgewezen dat een onvoorwaardelijk recht op terugbetaling bij automatische debiteringen in de praktijk goed functioneert. Dergelijke systemen zijn efficiënt en er is geen bewijs dat het recht wordt misbruikt. Het zou dan ook zinvol zijn dit systeem in de interne markt tot een norm te verheffen. Bovendien zou het zeer onverstandig zijn om betalingsdienstaanbieders te verplichten na te gaan of al dan niet aan de onderliggende contractuele verplichtingen is voldaan. Dat is niet hun taak.

Amendement  145

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 67 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De terugbetaling bestaat in het volledige bedrag van de uitgevoerde betalingstransactie. De valutadatum van de creditering van de betaalrekening van de betaler is uiterlijk de datum waarop het bedrag was gedebiteerd. De uitvoering van een terugbetaling op zich laat de onderliggende juridische rechten van de begunstigde onverlet.

Amendement  146

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 67 – lid 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter. De lidstaten kunnen hun betalingsdienstaanbieders in het kader van hun automatische debiteringsregelingen toestaan ​​gunstigere terugbetalingsrechten toe te kennen, mits deze voor de betaler gunstiger uitvallen.

Motivering

Om de lidstaten in staat te stellen een ​​hoger niveau van consumentenbescherming te bieden dan in deze richtlijn wordt voorgesteld.

Amendement  147

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 67 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 67 bis

 

Betalingstransacties waarbij het ​​transactiebedrag niet vooraf bekend is

 

1. Voor betalingstransacties waarbij het ​​transactiebedrag op het moment van de aankoop niet bekend is, stellen de lidstaten het maximumbedrag aan geldmiddelen vast dat op de betaalrekening van de betaler kan worden geblokkeerd, alsook de maximumtermijnen waarbinnen de middelen door de begunstigde kunnen worden geblokkeerd.

 

2. De begunstigde is verplicht de betaler vóór de transactie op de hoogte te stellen indien er op de betaalrekening van de betaler meer geldmiddelen dan het aankoopbedrag zullen worden geblokkeerd.

 

3. Indien er op de betaalrekening van de betaler meer middelen zijn geblokkeerd dan het bedrag van de aankoop, wordt deze informatie door de betaaldienstaanbieder op het rekeningafschrift aan de betaler verstrekt.

Amendement  148

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 68 - lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de betaler gedurende een periode van acht weken na de datum waarop de geldmiddelen zijn gedebiteerd, om de in artikel 67 bedoelde terugbetaling van een toegestane, door of via een begunstigde geïnitieerde betalingstransactie kan verzoeken.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de betaler gedurende een periode van ten minste acht weken na de datum waarop de geldmiddelen zijn gedebiteerd, om de in artikel 67 bedoelde terugbetaling van een toegestane, door of via een begunstigde geïnitieerde betalingstransactie kan verzoeken.

Motivering

Om ervoor te zorgen dat sommige lidstaten het recht op terugbetaling van automatische debiteringen langer kunnen laten gelden dan de termijn van 8 weken die in de tweede RBD is vastgesteld.

Amendement  149

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 69 - lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat het tijdstip van ontvangst het tijdstip is waarop de betalingsdienstaanbieder van de betaler een betalingsopdracht ontvangt die rechtstreeks door de betaler of namens hem door een derde betalingsdienstaanbieder dan wel onrechtstreeks door of via een begunstigde is geïnitieerd. Indien het tijdstip van ontvangst voor de betalingsdienstaanbieder niet op een werkdag valt, wordt de ontvangen betalingsopdracht geacht op de eerstvolgende werkdag te zijn ontvangen. De betalingsdienstaanbieder kan een uiterste tijdstip aan het einde van een werkdag vaststellen, na welk tijdstip een ontvangen betalingsopdracht geacht wordt op de eerstvolgende werkdag te zijn ontvangen.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat het tijdstip van ontvangst het tijdstip is waarop de betalingsdienstaanbieder van de betaler een betalingsopdracht ontvangt die rechtstreeks door de betaler of namens hem door een derde betalingsdienstaanbieder dan wel onrechtstreeks door of via een begunstigde is geïnitieerd. Het tijdstip van ontvangst mag niet later zijn dan het tijdstip van debitering van de rekening van de betaler. Indien het tijdstip van ontvangst voor de betalingsdienstaanbieder niet op een werkdag valt, wordt de ontvangen betalingsopdracht geacht op de eerstvolgende werkdag te zijn ontvangen. De betalingsdienstaanbieder kan een uiterste tijdstip aan het einde van een werkdag vaststellen, na welk tijdstip een ontvangen betalingsopdracht geacht wordt op de eerstvolgende werkdag te zijn ontvangen.

Motivering

Het tijdstip van ontvangst in de zin van artikel 74 mag niet later zijn dan het tijdstip van debitering van de rekening van de betaler. Deze bepaling is noodzakelijk om te voorkomen dat grote kaartuitgevers hun sterke marktpositie misbruiken om met begunstigden "af te spreken" dat zij het geld voor langere periodes kunnen aanhouden. Dergelijke misbruiken verhogen de kosten voor het accepteren van kaartbetalingen, die uiteindelijk door de consument moeten worden gedragen. Gebaseerd op een voorstel van het BEUC.

Amendement  150

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 70 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de betalingsdienstaanbieder weigert een betalingsopdracht uit te voeren, wordt de betalingsdienstgebruiker in kennis gesteld van deze weigering en, indien mogelijk, van de redenen daarvoor en van de procedure voor de correctie van eventuele feitelijke onjuistheden die tot de weigering hebben geleid, tenzij andere toepasselijke uniale of nationale wetgeving dit verbiedt.

Wanneer de betalingsdienstaanbieder of, indien van toepassing, de derde betalingsdienstaanbieder weigert een betalingsopdracht uit te voeren of een betalingstransactie te initiëren, wordt de betalingsdienstgebruiker in kennis gesteld van deze weigering en, indien mogelijk, van de redenen daarvoor en van de procedure voor de correctie van eventuele feitelijke onjuistheden die tot de weigering hebben geleid, tenzij andere toepasselijke uniale of nationale wetgeving dit verbiedt.

Amendement  151

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 70 – lid 1 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In het raamcontract kan de voorwaarde worden gesteld dat de betalingsdienstaanbieder voor die kennisgeving kosten mag aanrekenen indien de weigering objectief gerechtvaardigd is.

De betalingsdienstaanbieder rekent de betalingsdienstgebruiker geen kosten aan voor die kennisgeving.

Motivering

Kennisgevingen van weigering moeten worden beschouwd als elementaire standaardinformatieverstrekking aan de gebruiker en moeten daarom gratis worden verstrekt.

Amendement  152

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 73 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Deze afdeling is van toepassing op andere betalingstransacties, tenzij tussen de betalingsdienstgebruiker en de betalingsdienstaanbieder anders overeengekomen is, met uitzondering van artikel 78, ten aanzien waarvan de partijen niet over enige vrijheid beschikken. Indien de betalingsdienstgebruiker en de betalingsdienstaanbieder evenwel een periode overeenkomen die langer is dan in artikel 74 is bepaald, mag die periode voor intra-uniale betalingstransacties niet langer zijn dan vier werkdagen na het tijdstip van ontvangst overeenkomstig artikel 69.

2. Deze afdeling is van toepassing op andere betalingstransacties, tenzij tussen de betalingsdienstgebruiker en de betalingsdienstaanbieder anders overeengekomen is, met uitzondering van artikel 78, ten aanzien waarvan de partijen niet over enige vrijheid beschikken. Indien de betalingsdienstgebruiker en de betalingsdienstaanbieder evenwel een periode overeenkomen die langer is dan in artikel 74 is bepaald, mag die periode voor intra-uniale betalingstransacties niet langer zijn dan vier werkdagen of zo lang als volgens andere wettelijke verplichtingen uit hoofde van het nationale en uniale recht is toegestaan na het tijdstip van ontvangst overeenkomstig artikel 69.

Motivering

Een verplichte termijn is onnodig en mogelijkerwijs te restrictief of niet compatibel met andere fraudepreventiemaatregelen.

Amendement  153

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 74 - lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten schrijven voor dat de betalingsdienstaanbieder van de betaler ervoor moet zorgen dat de rekening van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde uiterlijk aan het einde van de eerstvolgende werkdag na het tijdstip van ontvangst overeenkomstig artikel 69 voor het bedrag van de betalingstransactie wordt gecrediteerd. Deze termijnen kunnen voor betalingstransacties die op papier worden geïnitieerd, met nogmaals een werkdag worden verlengd.

1. De lidstaten schrijven voor dat de betalingsdienstaanbieder van de betaler ervoor moet zorgen dat de rekening van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde uiterlijk aan het einde van de eerstvolgende werkdag na het tijdstip van ontvangst overeenkomstig artikel 69 voor het bedrag van de betalingstransactie wordt gecrediteerd. Die termijn kan voor betalingstransacties die op papier worden geïnitieerd, met nogmaals een werkdag worden verlengd.

Amendement  154

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 79 – lid 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis. De lidstaten zien erop toe dat wanneer een poging om de middelen overeenkomstig lid 3 terug te verkrijgen mislukt, de betalingsdienstaanbieder van de verkeerd geadresseerde begunstigde wordt verplicht de betaler van alle nodige informatie te voorzien om zich in verbinding te kunnen stellen met de ontvanger van de gelden en om zo nodig een rechtsvordering in te stellen om deze terug te krijgen.

Amendement  155

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 80 – lid 1 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de betalingsdienstaanbieder van de betaler of een derde betalingsdienstaanbieder aansprakelijk is uit hoofde van de eerste of de tweede alinea, betaalt de relevante betalingsdienstaanbieder de betaler onverwijld het bedrag van de niet-uitgevoerde of gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie terug en herstelt deze, in voorkomend geval, de betaalrekening die met dat bedrag was gedebiteerd, in de toestand zoals die geweest zou zijn mocht de gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie niet hebben plaatsgevonden. De valutadatum van de creditering van de betaalrekening van de betaler is uiterlijk de datum waarop het bedrag was gedebiteerd.

Wanneer de betalingsdienstaanbieder van de betaler of een derde betalingsdienstaanbieder aansprakelijk is uit hoofde van de eerste of de tweede alinea, betaalt de relevante betalingsdienstaanbieder de betaler onverwijld het bedrag van de niet-uitgevoerde of gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie terug en herstelt deze, in voorkomend geval, de betaalrekening die met dat bedrag was gedebiteerd, in de toestand zoals die geweest zou zijn mocht de gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie niet hebben plaatsgevonden. De valutadatum van de creditering van de betaalrekening van de betaler is uiterlijk de datum waarop het bedrag was gedebiteerd. Indien dit technisch niet meer mogelijk is, wordt de betaler ook schadeloos gesteld voor het geleden renteverlies.

Amendement  156

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 80 – lid 1 – alinea 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer een betalingstransactie niet of gebrekkig is uitgevoerd en de betalingsopdracht door de betaler was geïnitieerd, tracht de betalingsdienstaanbieder, ongeacht de aansprakelijkheid uit hoofde van dit lid, desgevraagd onmiddellijk de betalingstransactie te traceren en brengt hij de betaler op de hoogte van de resultaten daarvan. De betaler worden daarvoor geen kosten aangerekend.

Wanneer een betalingstransactie niet of gebrekkig is uitgevoerd en de betalingsopdracht door de betaler was geïnitieerd, tracht de betalingsdienstaanbieder van de betaler, ongeacht de aansprakelijkheid uit hoofde van dit lid, desgevraagd onmiddellijk de betalingstransactie te traceren en brengt hij de betaler op de hoogte van de resultaten daarvan. De betaler worden daarvoor geen kosten aangerekend.

Amendement  157

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 80 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer een betalingsopdracht door of via de begunstigde wordt geïnitieerd, is de betalingsdienstaanbieder, onverminderd artikel 63, artikel 79, leden 2 en 3, en artikel 83, jegens de begunstigde aansprakelijk voor een juiste verzending van de betalingsopdracht aan de betalingsdienstaanbieder van de betaler, overeenkomstig artikel 74, lid 3. Wanneer de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde aansprakelijk is uit hoofde van deze alinea, geeft hij de betrokken betalingsopdracht onmiddellijk door aan de betalingsdienstaanbieder van de betaler. Ingeval een betalingsopdracht niet tijdig wordt gegeven, wordt het bedrag niet later op de betaalrekening van de begunstigde gevaluteerd dan op de datum waarop het bij een correcte uitvoering had moeten worden gevaluteerd.

Wanneer een betalingsopdracht door of via de begunstigde wordt geïnitieerd, is de betalingsdienstaanbieder, onverminderd artikel 63, artikel 79, leden 2 en 3, en artikel 83, jegens de begunstigde aansprakelijk voor een juiste verzending van de betalingsopdracht aan de betalingsdienstaanbieder van de betaler, overeenkomstig artikel 74, lid 3. Wanneer de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde aansprakelijk is uit hoofde van deze alinea, geeft hij de betrokken betalingsopdracht onmiddellijk door aan de betalingsdienstaanbieder van de betaler. Ingeval een betalingsopdracht niet tijdig wordt gegeven, wordt het bedrag niet later op de betaalrekening van de begunstigde gevaluteerd dan op de datum waarop het bij een correcte uitvoering had moeten worden gevaluteerd. Indien dit technisch niet meer mogelijk is, wordt de betaler ook schadeloos gesteld voor het geleden renteverlies.

 

Amendement  158

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 80 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voorts is de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde, onverminderd artikel 63, artikel 79, leden 2 en 3, en artikel 83, jegens de begunstigde aansprakelijk voor het behandelen van de geldtransactie overeenkomstig zijn verplichtingen krachtens artikel 78. Wanneer de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde aansprakelijk is uit hoofde van de eerste alinea, zorgt deze ervoor dat het bedrag van de betalingstransactie onmiddellijk ter beschikking van de begunstigde wordt gesteld zodra de rekening van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde met het overeenkomstige bedrag is gecrediteerd. Het bedrag wordt niet later op de rekening van de begunstigde gevaluteerd dan op de datum waarop het bij een correcte uitvoering had moeten worden gevaluteerd.

Voorts is de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde, onverminderd artikel 63, artikel 79, leden 2 en 3, en artikel 83, jegens de begunstigde aansprakelijk voor het behandelen van de geldtransactie overeenkomstig zijn verplichtingen krachtens artikel 78. Wanneer de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde aansprakelijk is uit hoofde van de eerste alinea, zorgt deze ervoor dat het bedrag van de betalingstransactie onmiddellijk ter beschikking van de begunstigde wordt gesteld zodra de rekening van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde met het overeenkomstige bedrag is gecrediteerd. Het bedrag wordt niet later op de rekening van de begunstigde gevaluteerd dan op de datum waarop het bij een correcte uitvoering had moeten worden gevaluteerd. Indien dit technisch niet meer mogelijk is, wordt de betaler ook schadeloos gesteld voor het geleden renteverlies.

Amendement  159

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 80 – lid 2 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij een niet-uitgevoerde of gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie waarvoor de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde niet aansprakelijk is uit hoofde van de eerste en de tweede alinea, is de betalingsdienstaanbieder van de betaler aansprakelijk jegens de betaler. Wanneer de betalingsdienstaanbieder van de betaler aansprakelijk is uit hoofde van de eerste alinea, betaalt hij, in voorkomend geval, de betaler onverwijld het bedrag van de niet-uitgevoerde of gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie terug en herstelt hij de betaalrekening die met dat bedrag was gedebiteerd, in de toestand zoals die geweest zou zijn mocht de gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie niet hebben plaatsgevonden, zulks telkens onverwijld. De valutadatum van de creditering van de betaalrekening van de betaler is uiterlijk de datum waarop het bedrag was gedebiteerd.

Bij een niet-uitgevoerde of gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie waarvoor de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde niet aansprakelijk is uit hoofde van de eerste en de tweede alinea, is de betalingsdienstaanbieder van de betaler aansprakelijk jegens de betaler. Wanneer de betalingsdienstaanbieder van de betaler aansprakelijk is uit hoofde van de eerste alinea, betaalt hij, in voorkomend geval, de betaler onverwijld het bedrag van de niet-uitgevoerde of gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie terug en herstelt hij de betaalrekening die met dat bedrag was gedebiteerd, in de toestand zoals die geweest zou zijn mocht de gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie niet hebben plaatsgevonden, zulks telkens onverwijld. De valutadatum van de creditering van de betaalrekening van de betaler is uiterlijk de datum waarop het bedrag was gedebiteerd. Indien dit technisch niet meer mogelijk is, wordt de betaler ook schadeloos gesteld voor het geleden renteverlies.

Amendement  160

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 80 – lid 2 – alinea 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij een niet tijdig uitgevoerde betalingstransactie kan de betaler bepalen dat het bedrag niet later op de betaalrekening van de begunstigde wordt gevaluteerd dan op de datum waarop het bij een correcte uitvoering had moeten worden gevaluteerd.

Bij een niet tijdig uitgevoerde betalingstransactie kan de betaler bepalen dat het bedrag niet later op de betaalrekening van de begunstigde wordt gevaluteerd dan op de datum waarop het bij een correcte uitvoering had moeten worden gevaluteerd. Indien dit technisch niet meer mogelijk is, wordt de betaler ook schadeloos gesteld voor het geleden renteverlies.

Amendement  161

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 82 - lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Wanneer de aansprakelijkheid van een betalingsdienstaanbieder uit hoofde van artikel 80 kan worden toegerekend aan een andere betalingsdienstaanbieder of een intermediair, vergoedt die betalingsdienstaanbieder of die intermediair eerstgenoemde betalingsdienstaanbieder voor alle verliezen die zijn geleden en/of de bedragen die zijn betaald uit hoofde van artikel 80. Daartoe behoort een compensatie wanneer een van de betalingsdienstaanbieders geen versterkte cliëntauthenticatie toepast.

1. Wanneer de aansprakelijkheid van een betalingsdienstaanbieder uit hoofde van de artikelen 65 en 80 kan worden toegerekend aan een andere betalingsdienstaanbieder of een intermediair, vergoedt die betalingsdienstaanbieder of die intermediair eerstgenoemde betalingsdienstaanbieder voor alle verliezen die zijn geleden en/of de bedragen die zijn betaald uit hoofde van de artikelen 65 en 80. Daartoe behoort een compensatie wanneer een van de betalingsdienstaanbieders geen versterkte cliëntauthenticatie toepast.

Amendement  162

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 82 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De EBA is bevoegd om bindende bemiddelingsprocedures op gang te brengen en te ondersteunen ter beslechting van geschillen tussen bevoegde autoriteiten uit hoofde van de uitoefening van de hen krachtens dit artikel toegekende rechten.

Motivering

Het amendement is gebaseerd op een bijdrage van de Europese Bankautoriteit (EBA).

Amendement  163

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 84 - alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De verwerking van persoonsgegevens voor de toepassing van deze richtlijn geschiedt overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG, de nationale regelgeving tot omzetting van Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001.

1. De lidstaten staan toe dat betalingssystemen en betalingsdienstaanbieders persoonsgegevens verwerken wanneer zulks noodzakelijk is voor de voorkoming van, het onderzoek naar en de opsporing van betalingsfraude. De verwerking van deze persoonsgegevens geschiedt overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG, de nationale regelgeving tot omzetting van Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001.

Motivering

Ontheffing van de regels voor het gebruik van persoonsgegevens door betalingsdienstaanbieders verschaft hen rechtszekerheid bij het verwerken van die gegevens voor de genoemde doeleinden.

Amendement  164

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 84 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Bij de verwerking van persoonsgegevens voor de toepassing van deze richtlijn dienen de beginselen van noodzaak, evenredigheid en doelbegrenzing en een niet-buitensporige gegevensbewaarperiode in acht te worden genomen;

Amendement  165

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 84 – lid 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. In het bijzonder mag iedere dienstaanbieder, agent of gebruiker die persoonsgegevens verwerkt slechts toegang tot persoonsgegevens verkrijgen, deze verwerken en bewaren voor zover zulks noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn betalingsdiensten.

Amendement  166

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 84 – lid 1 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 quater. De concepten "privacy by design/privacy by default" moeten zijn ingebed in alle gegevensverwerkende systemen die in het kader van deze richtlijn worden ontwikkeld en gebruikt;

Amendement  167

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 84 – lid 1 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 quinquies. In de in artikel 5, onder j), bedoelde documenten moeten onder andere ook de maatregelen worden gedefinieerd die beogen de beginselen van veiligheid en vertrouwelijkheid te doen naleven en de concepten "privacy by design" en "privacy by default" gestalte te geven.

Amendement  168

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 84 – lid 1 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 sexies. De voor de toepassing van deze richtlijn te ontwikkelen normen en interoperabiliteitswaarborgen moeten berusten op een privacy-effectbeoordeling, aan de hand waarvan moet kunnen worden bepaald welke risico's zijn verbonden aan elk van de beschikbare technische opties en welke hulpmiddelen kunnen worden ingeschakeld om gegevensbeschermingsrisico's tot een minimum te beperken.

Amendement  169

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 85 - lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De betalingsdienstaanbieders zijn onderworpen aan Richtlijn [NIB-richtlijn] [Publicatiebureau: nummer invoegen na goedkeuring richtlijn], en met name aan de in de artikelen 14 en 15 van die richtlijn vervatte eisen op het gebied van het risicobeheer en de melding van incidenten.

1. De betalingsdienstaanbieders treffen een regeling die voorziet in passende mitigatiemaatregelen en controlemechanismen ter beheersing van de operationele risico's – met inbegrip van beveiligingsrisico's – welke zijn verbonden aan de door hen verstrekte betalingsdiensten. In het kader van die regeling zorgen de betalingsdienstaanbieders voor de vaststelling en handhaving van doelmatige procedures voor het beheren van incidenten, inclusief het detecteren en classificeren van grote incidenten.

Amendement  170

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 85 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De in het kader van artikel 6, lid 1, van Richtlijn [NIB-richtlijn] [Publicatiebureau: nummer invoegen na goedkeuring richtlijn] aangewezen autoriteit stelt de bevoegde autoriteit in de lidstaat van herkomst en de EBA onverwijld in kennis van de meldingen van NIB-incidenten die van betalingsdienstaanbieders worden ontvangen.

2. De betalingsdienstaanbieders stellen de bevoegde autoriteit in de lidstaat van herkomst van de betalingsdienstaanbieder onverwijld in kennis van ieder ernstig operationeel incident, met inbegrip van beveiligingsincidenten.

Amendement  171

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 85 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Na ontvangst van een incidentmelding verstrekt de bevoegde autoriteit in de lidstaat van herkomst onverwijld de relevante incidentgegevens aan de EBA.

Motivering

Ter wille van de consistentie en om te voorzien in de mogelijkheid dat er geen relevante informatie mee te delen valt.

Amendement  172

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 85 - lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Na ontvangst van de melding en voor zover relevant stelt de EBA de bevoegde autoriteiten in de andere lidstaten ervan in kennis.

3. Na ontvangst van de melding evalueert de EBA, in samenwerking met de bevoegde autoriteit in de lidstaat van herkomst, de relevantie van het incident en stelt zij op basis van deze evaluatie de bevoegde autoriteiten in de andere lidstaten daarvan in kennis.

Amendement  173

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 85 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De nationale bevoegde autoriteit treedt zo nodig preventief op om de directe veiligheid van het financiële systeem te beschermen.

Amendement  174

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 85 - lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Naast het bepaalde in artikel 14, lid 4, van Richtlijn [NIB-richtlijn] [Publicatiebureau: nummer invoegen na goedkeuring richtlijn] stelt zij, wanneer het beveiligingsincident gevolgen voor de financiële belangen van de betalingsdienstgebruikers van de betalingsdienstaanbieder kan hebben, zijn betalingsdienstgebruikers onverwijld van het incident in kennis en informeert zij hen over de mitigerende maatregelen die zij van hun kant kunnen nemen om de schadelijke effecten van het incident te beperken.

4. Wanneer het beveiligingsincident gevolgen voor de financiële belangen van de betalingsdienstgebruikers van de betalingsdienstaanbieder kan hebben, stelt hij zijn betalingsdienstgebruikers onverwijld van het incident in kennis en informeert hij hen over alle beschikbare mitigerende maatregelen die hij van zijn kant kan nemen om de schadelijke effecten van het incident te beperken.

Amendement  175

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 85 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de ECB en na raadpleging van het in artikel 5, lid 3 bis, bedoelde adviespanel, richtsnoeren tot vaststelling van de regeling voor de melding van de in de bovenstaande leden bedoelde grote incidenten. In de richtsnoeren worden de aard en de wijze van behandeling van te verstrekken gegevens gespecificeerd, alsmede de criteria ter bepaling van de relevantie van incidenten en standaard kennisgevingsmodellen ten einde een ​​consistente en efficiënte meldingsprocedure te waarborgen.

Amendement  176

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 85 – lid 4 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 ter. De lidstaten zien erop toe dat de betalingsdienstaanbieders de bevoegde nationale autoriteiten en de ECB geregeld fraudegegevens verstrekken met betrekking tot de verschillende betaalmiddelen.

Amendement  177

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 86 - lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de betalingsdienstaanbieders aan de in het kader van artikel 6, lid 1, van Richtlijn [NIB-richtlijn] [Publicatiebureau: nummer invoegen na goedkeuring richtlijn] aangewezen autoriteit jaarlijks bijgewerkte informatie verstrekken over de beoordeling van de operationele en beveiligingsrisico's die aan de door hen aangeboden betalingsdiensten verbonden zijn, en over de toereikendheid van de mitigerende maatregelen en controlemechanismen die in reactie op deze risico's zijn door- en ingevoerd. De in het kader van artikel 6, lid 1, van Richtlijn [NIB-richtlijn] [Publicatiebureau: nummer invoegen na goedkeuring richtlijn] aangewezen autoriteit zendt aan de bevoegde autoriteit in de lidstaat van herkomst onverwijld een kopie van deze informatie toe.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de betalingsdienstaanbieders aan de bevoegde autoriteit jaarlijks bijgewerkte en uitvoerige informatie verstrekken over de beoordeling van de operationele en beveiligingsrisico's die aan de door hen aangeboden betalingsdiensten verbonden zijn, en over de toereikendheid van de mitigerende maatregelen en controlemechanismen die in reactie op deze risico's zijn door- en ingevoerd.

Amendement  178

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 86 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Onverminderd de artikelen 14 en 15 van Richtlijn [NIB-richtlijn] [Publicatiebureau: nummer invoegen na goedkeuring richtlijn], stelt de EBA in nauwe samenwerking met de ECB richtsnoeren op over de vaststelling, invoering en monitoring van de beveiligingsmaatregelen, waaronder de certificeringsprocedures voor zover zulks relevant is. Zij houdt daarbij onder meer rekening met de normen en/of specificaties die de Commissie in het kader van artikel 16, lid 2, van Richtlijn [NIB-richtlijn] [Publicatiebureau: nummer invoegen na goedkeuring richtlijn] bekend heeft gemaakt.

2. De EBA stelt in nauwe samenwerking met de ECB technische uitvoeringsnormen op voor de vaststelling, invoering en monitoring van de beveiligingsmaatregelen, waaronder de certificeringsprocedures voor zover zulks relevant is. Zij houdt daarbij onder meer rekening met de normen en/of specificaties die de Commissie bekend heeft gemaakt, alsook met de ECB/Eurosysteemaanbevelingen voor de beveiliging van internetbetalingen in het kader van het "SecurePay"-forum.

 

De EBA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op ...* aan de Commissie voor.

 

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

Motivering

Om overlapping in de regelgeving te voorkomen wordt verwezen naar het "SecurePay"-forum. De ECB-aanbevelingen treden in februari 2015 in werking.

Amendement  179

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 86 - lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De EBA onderwerpt de richtsnoeren in nauwe samenwerking met de ECB regelmatig, doch ten minste om de twee jaar, aan een evaluatie.

3. De EBA onderwerpt de in lid 2 bedoelde technische uitvoeringsnormen in nauwe samenwerking met de ECB regelmatig, doch ten minste om de twee jaar, aan een evaluatie.

Amendement  180

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 86 - lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Onverminderd de artikelen 14 en 15 van Richtlijn [NIB-richtlijn] [Publicatiebureau: nummer invoegen na goedkeuring richtlijn], stelt de EBA richtsnoeren op die voor de betalingsdienstaanbieders als leidraad kunnen dienen bij de kwalificering van grote incidenten en van de omstandigheden waaronder een betalingsinstelling een beveiligingsincident moet melden. Deze richtsnoeren worden uiterlijk op (datum invoegen: twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn) verstrekt.

4. De EBA coördineert de informatie-uitwisseling op het gebied van aan betalingsdiensten verbonden operationele en beveiligingsrisico's met de bevoegde autoriteiten van de ECB.

Amendement  181

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 87 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Wanneer een betalingsdienstaanbieder de in bijlage I, punt 7, genoemde diensten aanbiedt, authenticeert deze zich bij de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder van de rekeninghouder.

2. Wanneer een betalingsdienstaanbieder de in bijlage I, punt 7, genoemde diensten aanbiedt, authenticeert deze zich overeenkomstig de krachtens artikel 94 bis vastgestelde gemeenschappelijke en beveiligde open communicatienormen bij de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieder van de rekeninghouder.

Amendement  182

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 87 - lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De EBA verstrekt de in artikel 1, lid 1, van deze richtlijn genoemde betalingsdienstaanbieders overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren over een geavanceerde versterkte cliëntauthenticatie en over vrijstellingen voor de toepassing van een versterkte cliëntauthenticatie. Deze richtsnoeren worden uiterlijk op (datum invoegen: twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn) verstrekt en regelmatig bijgewerkt voor zover van toepassing.

3. De EBA verstrekt, in nauwe samenwerking met de ECB en na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en het in artikel 5, lid 3 bis, bedoelde adviespanel, de in artikel 1, lid 1, van deze richtlijn genoemde betalingsdienstaanbieders overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren over de wijze waarop derde betalingsdienstaanbieders zich bij rekeninghoudende betalingsdienstaanbieders moeten authenticeren, over geavanceerde versterkte cliëntauthenticaties en over vrijstellingen voor de toepassing van een versterkte cliëntauthenticatie. Deze richtsnoeren treden in werking vóór de uiterste datum van omzetting van deze richtlijn en worden regelmatig bijgewerkt voor zover van toepassing.

 

Amendement  183

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 88 - lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat procedures voorhanden zijn die betalingsdienstgebruikers en andere belanghebbenden, met inbegrip van consumentenverenigingen, de mogelijkheid bieden bij de bevoegde autoriteiten klachten in te dienen met betrekking tot beweerde inbreuken van betalingsdienstaanbieders op deze richtlijn.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat procedures voorhanden zijn die betalingsdienstgebruikers en andere belanghebbenden, met inbegrip van consumentenverenigingen, de mogelijkheid bieden bij de bevoegde autoriteiten of bij organen voor alternatieve geschilbeslechting (ADR) klachten in te dienen met betrekking tot beweerde inbreuken van betalingsdienstaanbieders op deze richtlijn.

Motivering

Om recht te doen aan het feit dat niet alle bevoegde instanties klachten behandelen.

Amendement  184

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 89 - lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten wijzen bevoegde autoriteiten aan die een doeltreffende naleving van deze richtlijn waarborgen en monitoren. Die bevoegde autoriteiten nemen alle noodzakelijke maatregelen om een dergelijke naleving te waarborgen. Zij zijn onafhankelijk van de betalingsdienstaanbieders. Zij zijn bevoegde autoriteiten in de zin van artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1039/2010.

1. De lidstaten wijzen bevoegde autoriteiten aan die een doeltreffende naleving van deze richtlijn waarborgen en monitoren. Die bevoegde autoriteiten nemen alle noodzakelijke maatregelen om een dergelijke naleving te waarborgen. Zij zijn onafhankelijk van de betalingsdienstaanbieders. Zij zijn bevoegde autoriteiten als omschreven in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

Amendement  185

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 89 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De in lid 1 bedoelde autoriteiten beschikken over alle bevoegdheden die noodzakelijk zijn voor het verrichten van hun taken. De lidstaten zorgen ervoor dat wanneer meer dan een autoriteit bevoegd is om een doeltreffende naleving van deze richtlijn te waarborgen en te monitoren, deze autoriteiten nauw samenwerken zodat zij hun respectieve taken effectief kunnen uitvoeren.

2. De in lid 1 bedoelde autoriteiten beschikken over alle bevoegdheden en middelen die noodzakelijk zijn voor het verrichten van hun taken.

Amendement  186

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 89 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. De EBA verstrekt, na raadpleging van de ECB, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren aan de bevoegde autoriteiten inzake de klachtenprocedures die moeten worden gevolgd om de naleving te waarborgen van de relevante bepalingen van deze richtlijn, zoals uiteengezet in lid 1 van dit artikel. Deze richtsnoeren worden uiterlijk op ...* [datum invoegen: twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] vastgesteld en, waar nodig, regelmatig bijgewerkt.

Amendement  187

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 90 - lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de betalingsdienstaanbieders adequate en effectieve consumentenklachtenprocedures opzetten voor de afhandeling van klachten van betalingsdienstgebruikers met betrekking tot de uit deze verordening voortvloeiende rechten en plichten.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de betalingsdienstaanbieders adequate en effectieve consumentenklachtenprocedures opzetten en toepassen voor de afhandeling van klachten van betalingsdienstgebruikers met betrekking tot de uit deze verordening voortvloeiende rechten en plichten, en controleren hun feitelijke acties op dit vlak.

Amendement  188

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 90 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten schrijven voor dat betalingsdienstaanbieders elke mogelijke inspanning leveren om binnen een passende termijn, doch uiterlijk binnen 15 werkdagen, schriftelijk op de klachten van de betalingsdienstgebruiker te reageren en op alle naar voren gebrachte punten in te gaan. In uitzonderlijke situaties, waarin het om redenen die de betalingsdienstaanbieder niet verwijtbaar zijn, niet mogelijk is om binnen 15 werkdagen antwoord te geven, moet de betalingsdienstaanbieder een bericht sturen waarin om een verlenging van de antwoordtermijn wordt verzocht, de redenen van de vertraging in de beantwoording van de klacht duidelijk worden vermeld en de termijn wordt genoemd waarbinnen de consument de definitieve reactie zal ontvangen. Die termijn mag in geen geval meer dan 30 werkdagen bedragen.

2. De lidstaten schrijven voor dat betalingsdienstaanbieders elke mogelijke inspanning leveren om binnen een passende termijn, doch uiterlijk binnen 15 werkdagen, schriftelijk op de klachten van de betalingsdienstgebruiker te reageren en op alle naar voren gebrachte punten in te gaan. In uitzonderlijke situaties, waarin het om redenen die de betalingsdienstaanbieder niet verwijtbaar zijn, niet mogelijk is om binnen 15 werkdagen antwoord te geven, moet de betalingsdienstaanbieder een bericht sturen waarin om een verlenging van de antwoordtermijn wordt verzocht, de redenen van de vertraging in de beantwoording van de klacht duidelijk worden vermeld en de termijn wordt genoemd waarbinnen de consument de definitieve reactie zal ontvangen. Die termijn mag in geen geval meer dan 15 werkdagen bedragen. Indien in een lidstaat omstandiger, door de bevoegde nationale autoriteit af te wikkelen klachtenprocedures gelden, kunnen de regels van de bewuste lidstaat worden toegepast.

Motivering

De procedure voor het beantwoorden van klachten mag niet teveel tijd in beslag nemen. Zelfs in uitzonderlijke gevallen zouden 15 + 15 werkdagen voldoende moeten zijn.

Amendement  189

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 90 - lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De in lid 2 bedoelde informatie moet op eenvoudige, rechtstreekse en duidelijk zichtbare wijze en te allen tijde toegankelijk zijn op de website van de betalingsdienstaanbieder, voor zover deze over een website beschikt, in de algemene voorwaarden van het tussen betalingsdienstaanbieder en de betalingsdienstgebruiker gesloten contract en op facturen en kwitanties met betrekking tot die contracten. Daarbij wordt aangegeven hoe verdere informatie over de betrokken buitengerechtelijke beroepsentiteit en over de voorwaarden voor de inschakeling ervan kan worden verkregen.

4. De in lid 3 bedoelde informatie moet op duidelijke, begrijpelijke en eenvoudige wijze toegankelijk zijn op de website van de ondernemer, voor zover hij over een website beschikt, en indien van toepassing in de algemene voorwaarden van tussen de ondernemer en een consument gesloten verkoop- of dienstverleningsovereenkomsten.

Motivering

De onderhavige bepaling valt in zoverre buiten het bestek van de richtlijn betreffende de alternatieve regeling voor de oplossing van geschillen dat er ook facturen en kwitanties bij worden betrokken. Toevoeging van de bijkomende eis dat ook informatie over alle kwitanties en facturen moet worden verstrekt kan belastend zijn voor kleine bedrijven en onpraktisch voor bedrijven die andere ADR-regelingen gebruiken, al naargelang het aanbod aan goederen en diensten dat zij verkopen.

Amendement  190

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 91 - lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat adequate en effectieve buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures voor de beslechting van geschillen tussen betalingsdienstgebruikers en betalingsdienstaanbieders met betrekking tot de uit deze richtlijn voortvloeiende rechten en plichten overeenkomstig de relevante nationale en uniale wetgeving worden opgezet, waarbij in passende gevallen van bestaande organen gebruik wordt gemaakt. De lidstaten zorgen ervoor dat dergelijke procedures op betalingsdienstaanbieders van toepassing zijn en ook op de werkzaamheden van benoemde vertegenwoordigers betrekking hebben.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat er adequate, onafhankelijke, onpartijdige, transparante en effectieve buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures voor de beslechting van geschillen tussen betalingsdienstgebruikers en betalingsdienstaanbieders met betrekking tot de uit deze richtlijn voortvloeiende rechten en plichten overeenkomstig de relevante nationale en uniale wetgeving worden opgezet, waarbij in passende gevallen van bestaande bevoegde organen gebruik wordt gemaakt. De lidstaten zorgen ervoor dat dergelijke procedures van toepassing zijn op en toegankelijk zijn voor zowel de gebruikers als de betalingsdienstaanbieders en ook op de werkzaamheden van benoemde vertegenwoordigers betrekking hebben.

Amendement  191

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 91 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De lidstaten zien erop toe dat betalingsdienstaanbieders zijn aangesloten bij een of meer ADR-organen.

Motivering

Ter wille van de consistentie met Richtlijn 2013/11/EU betreffende de alternatieve beslechting van consumentengeschillen (Richtlijn ADR consumenten).

Amendement  192

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 91 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 1 bedoelde organen samenwerken bij de afhandeling van grensoverschrijdende geschillen met betrekking tot de uit deze richtlijn voortvloeiende rechten en plichten.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 1 bedoelde organen samenwerken bij de afhandeling van grensoverschrijdende geschillen met betrekking tot de uit deze richtlijn voortvloeiende rechten en plichten. De lidstaten zien erop toe dat die organen over voldoende capaciteit beschikken om op een adequate en efficiënte manier aan dergelijke grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden mee te werken.

Motivering

Het komt vaak voor dat dergelijke buitengerechtelijke organen in nationaal verband heel goed functioneren , maar bij grensoverschrijdende zaken teleurstellende resultaten laten zien. Om de interne markt soepel te laten functioneren, moeten de grensoverschrijdende capaciteiten worden versterkt.

Amendement  193

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 92 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De EBA vaardigt richtsnoeren uit over de in lid 2 bedoelde sancties en zorgt ervoor dat deze doeltreffend, evenredig en ontradend zijn.

Amendement  194

Voorstel voor een richtlijn

Titel V

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

GEDELEGEERDE HANDELINGEN

GEDELEGEERDE HANDELINGEN EN TECHNISCHE NORMEN

Amendement  195

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 93 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 93 bis

 

Technische normen

 

De EBA ontwikkelt technische reguleringsnormen tot vaststelling van de voorwaarden voor de toepassing van de eigenvermogensvereisten als bedoeld in de artikelen 7 en 8 en de beschermingsvereisten als omschreven in artikel 9.

Motivering

Het amendement is gebaseerd op een bijdrage van de Europese Bankautoriteit (EBA).

Amendement  196

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 94 - lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Een overeenkomstig artikel 93 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. De termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

5. Een overeenkomstig artikel 93 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. De termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Amendement  197

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 94 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 94 bis

 

Gemeenschappelijke en beveiligde open communicatienormen

 

1. De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de ECB en na raadpleging van het in artikel 5, lid 3 bis, bedoelde adviespanel, technische reguleringsnormen in de vorm van gemeenschappelijke en beveiligde open communicatienormen om te bepalen hoe rekeninghoudende betalingsdienstaanbieders en derde betalingsdienstaanbieders of derde uitgevers van betaalinstrumenten met elkaar moeten communiceren.

 

De EBA legt deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk ...* [12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] voor aan de Commissie.

 

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

 

2. De in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke en beveiligde open communicatienormen omvatten technische en functionele specificaties voor het doorsturen van informatie en zich vooral gericht op het optimaliseren van de veiligheid en de efficiëntie van de communicatie.

 

3. De gemeenschappelijke en beveiligde open communicatienormen bepalen met name, op grond van de bepalingen van de artikelen 58 en 87, hoe derde betalingsdienstaanbieders zich bij rekeninghoudende betalingsdienstaanbieders moeten authenticeren en hoe rekeninghoudende betalingsdienstaanbieders derde betalingsdienstaanbieders op de hoogte moeten brengen en informatie moeten verstrekken.

 

4. De EBA zorgt er in nauwe samenwerking met de ECB voor dat de gemeenschappelijke en beveiligde open communicatienormen worden ontwikkeld na passende raadpleging van alle belanghebbenden op de markt voor betalingsdiensten, met inbegrip van belanghebbenden buiten de banksector.

 

5. De lidstaten zorgen ervoor dat de gemeenschappelijke en beveiligde open communicatienormen worden gebruikt door de rekeninghoudende betalingsdienstaanbieders, de derde betalingsdienstaanbieders en de derde uitgevers van betaalinstrumenten.

 

6. De gemeenschappelijke en beveiligde open communicatienormen worden regelmatig getoetst aan innovaties en technische ontwikkelingen.

 

7. Dit artikel laat de toepassing van andere in deze richtlijn neergelegde verplichtingen onverlet.

Amendement  198

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 94 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 94 ter

 

1. De EBA stelt op haar website een lijst beschikbaar van alle vergunninghoudende betalingsdienstaanbieders in de Unie.

 

2. Deze lijst vermeldt ook alle vergunninghoudende betalingsdienstaanbieders wier registratie is ingetrokken, alsmede de redenen daarvoor.

 

3. Alle betalingsdienstaanbieders zetten op hun website een rechtstreekse link naar de website van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, die een lijst van alle vergunninghoudende betalingsdienstaanbieders bijhoudt.

Amendement  199

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 94 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 94 quater

 

Verplichting om de consumenten over hun rechten te informeren

 

1. Uiterlijk ... * [twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn], ​​brengt de Commissie een gebruikersvriendelijke elektronische brochure uit waarin op duidelijke en bevattelijke wijze de rechten van de consument uit hoofde van deze richtlijn en van aanverwante Uniewetgeving worden vermeld, nadat zij over de ontwerpbrochure een openbare raadpleging heeft georganiseerd.

 

2. De in lid 1 bedoelde brochure wordt voor alle consumenten in de Unie en voor andere belangstellende partijen beschikbaar gesteld op de websites van de Commissie, de EBA en de nationale bankentoezichthouders, en is gemakkelijk te downloaden en naar andere websites over te brengen. De Commissie stelt de lidstaten, de betalingsdienstaanbieders en de consumentenverenigingen van de publicatie van de brochure op de hoogte.

 

3. Alle betalingsdienstaanbieders zien erop toe dat de brochure aan alle consumenten, inclusief niet-cliënten, in haar oorspronkelijke formaat op hun websites in elektronische vorm en bij hun filialen, hun agenten en de entiteiten waaraan zij hun activiteiten uitbesteden in papiervorm beschikbaar wordt gesteld.

 

Bij deze filialen, agenten en entiteiten wordt de volgende, goed leesbare mededeling met de volgende tekst op een voor de consumenten duidelijk leesbare manier geafficheerd: "Vraag bij de balie schriftelijke informatie over uw rechten als betalingsdienstengebruiker".

 

Op hun websites moet de volgende duidelijk zichtbare mededeling te lezen zijn: "Klik hier voor informatie over uw rechten als betalingsdienstengebruiker". De betalingsdienstaanbieders dragen er bovendien zorg voor dat deze informatie voor hun cliënten te allen tijde gemakkelijk toegankelijk is via hun onlinerekening, voor zover die beschikbaar is.

 

4. De brochure wordt met name elektronisch of in papiervorm verstrekt wanneer de cliënt enigerlei overeenkomst aangaat; wanneer het op de datum van publicatie van de brochure bestaande cliënten betreft , worden deze daarvan binnen een jaar nadat de Commissie de brochure heeft gepubliceerd in kennis gesteld.

 

5. Alle betalingsdienstaanbieders zetten op hun website een rechtstreekse link naar de website van de bevoegde autoriteit die een lijst van alle gecertificeerde betalingsdienstaanbieders bijhoudt.

 

6. Betalingsdienstaanbieders mogen hun cliënten geen kosten in rekening brengen voor het verstrekken van informatie uit hoofde van dit artikel.

 

7. Ten behoeve van blinden en slechtzienden wordt het bepaalde in dit artikel met behulp van passende alternatieve middelen toegepast.

Amendement  200

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 95 - lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Wanneer een lidstaat gebruikmaakt van de in lid 1 bedoelde mogelijkheden, stelt hij de Commissie daarvan in kennis, alsook van eventuele latere wijzigingen. De Commissie stelt deze informatie beschikbaar voor het publiek via een website of op een andere gemakkelijk toegankelijke wijze.

2. Wanneer een lidstaat gebruikmaakt van de in lid 1 bedoelde mogelijkheden, stelt hij de Commissie daarvan in kennis, alsook van eventuele latere wijzigingen. De Commissie stelt deze informatie beschikbaar voor het publiek via een website of op een andere gemakkelijk toegankelijke wijze en stelt tegelijkertijd het Europees Parlement hiervan in kennis.

Amendement  201

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 96 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Uiterlijk ...* dient de Commissie een verslag in, zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel, over het effect van de opneming van driepartijensystemen in het toepassingsgebied van de bepalingen de toegang tot betalingssystemen, met name rekening houdend met de mate van concurrentie en het marktaandeel van de kaartsystemen.

 

____________

 

* PB datum invoegen: 2 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

  • [1]  Nog niet in het Publicatieblad verschenen.
  • [2]  Nog niet in het Publicatieblad verschenen.

ADVIES van de Commissie juridische zaken (18.12.2013)

aan de Commissie economische en monetaire zaken

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2013/36/EU en 2009/110/EG en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG
(COM(2013)0547 – C7‑0230/2013 – 2013/0264(COD))

Rapporteur voor advies: Dimitar Stoyanov

BEKNOPTE MOTIVERING

Dit voorstel voor een richtlijn heeft tot doel een verdere ontwikkeling van de markt voor elektronische betalingen in de Unie te bevorderen, aangezien de digitale economie bezig is de traditionele handel te verdringen en de betalingsgewoonten van consumenten veranderen. Het is gebaseerd op artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Uit de informatie die beschikbaar is dankzij de talloze reacties van belanghebbende partijen blijkt dat aanpassingen van het bestaande regelgevend kader noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat dit beter toegesneden is op de behoeften van een efficiënte Europese betaalmarkt en bijdraagt aan een betalingsomgeving die concurrentie in de hand werkt, innovatie bevordert en veiligheid garandeert.

Gezien de behoefte aan rechtszekerheid en een gelijk speelveld, zal het bestaande kader voor betalingsdiensten worden geactualiseerd en aangevuld met bepalingen om de transparantie te verbeteren, innovatie te bevorderen en de veiligheid in de betaaldiensten voor particulieren te garanderen en tegelijk de samenhang tussen de nationale regels te vergroten.

De effectbeoordeling van de Commissie, waarin zij de mogelijke gevolgen van het ontbreken van een geïntegreerde Europese markt voor betalingen heeft geanalyseerd, laat problemen zien die gevolgen hebben voor de consumenten, winkeliers, aanbieders van nieuwe betaaldiensten en de markt voor betaaldiensten als geheel.

Opties om verbetering te brengen in deze situatie zijn: bevordering van een eerlijke concurrentie tussen de bestaande aanbieders en nieuwe aanbieders van betaalkaarten, betaling via internet en via de mobiele telefoon; vergroting van de efficiëntie, transparantie en keuze van betaaloplossingen voor gebruikers van betaaldiensten; en waarborging van een hoog beschermingsniveau voor deze gebruikers.

In de voorgestelde nieuwe richtlijn wordt de bestaande richtlijn op verschillende punten aangepast en krijgen de lidstaten een aantal nieuwe verplichtingen – bij de omzetting van deze verplichtingen in nationaal recht krijgen zij een redelijke speelruimte.

De toepasselijke principes, regels, procedures en normen moeten in alle lidstaten consistent zijn om redenen van rechtszekerheid en gelijkheid tussen alle marktdeelnemers.

De doelstellingen van het voorstel stroken volledig met het Uniebeleid inzake de totstandbrenging van een interne markt voor efficiënte betaaldiensten, bescherming van persoonsgegevens, administratieve sancties en de bestrijding van het witwassen van geld en financiering van terrorisme.

AMENDEMENTEN

De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 25

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

25. "agent": een natuurlijke persoon of rechtspersoon die bij de uitvoering van betalingsdiensten voor rekening van een betalingsinstelling optreedt;

25. "agent": een natuurlijke persoon of rechtspersoon die bij de uitvoering van betalingsdiensten namens en voor rekening van een betalingsinstelling optreedt;

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – punt 28

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

28. "duurzame drager": elk hulpmiddel dat het de betalingsdienstgebruiker mogelijk maakt de aan die betalingsdienstgebruiker persoonlijk gerichte informatie op zodanige wijze op te slaan dat deze gedurende een voor het doel van de informatie toereikende tijd kan worden geraadpleegd en waarmee de opgeslagen informatie ongewijzigd kan worden gereproduceerd;

28. "duurzame drager": elk hulpmiddel dat het de betalingsdienstgebruiker mogelijk maakt de aan hem persoonlijk gerichte informatie op zodanige wijze op te slaan dat deze gemakkelijk toegankelijk is voor de gebruiker van de betalingsdiensten en gedurende een voor het doel van de informatie toereikende periode kan worden geraadpleegd en ongewijzigd kan worden gereproduceerd;

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(а) een programma van werkzaamheden, waarin met name de aard van de voorgenomen betalingsdiensten wordt vermeld;

(а) een programma van werkzaamheden, waarin alle soorten voorgenomen betalingsdiensten worden vermeld;

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – alinea 1 – letter f

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(f) een beschrijving van de procedures voor het monitoren, afhandelen en opvolgen van veiligheidsincidenten en veiligheidsgerelateerde klachten van klanten, met inbegrip van een mechanisme voor het melden van incidenten dat rekening houdt met de in artikel 86 vastgelegde meldingsplicht voor betalingsinstellingen;

(f) een beschrijving van de procedures voor het monitoren, afhandelen, opvolgen en oplossen van veiligheidsincidenten en veiligheidsgerelateerde klachten van klanten, met inbegrip van een mechanisme voor het melden van incidenten dat rekening houdt met de in artikel 86 vastgelegde meldingsplicht voor betalingsinstellingen;

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – alinea 1 – letter i

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(i) een beschrijving van de beginselen en definities die zijn toegepast voor het verzamelen van statistische gegevens over prestaties, transacties en fraude;

(i) een beschrijving van de beginselen en definities die zijn toegepast voor het verzamelen van statistische gegevens over prestaties, transacties en fraude, in overeenstemming met het geldende nationaal recht en recht van de Unie;

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – letter b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(b bis) Wanneer de geldmiddelen van betalingsdienstgebruikers moeten worden gebruikt voor een betalingsopdracht met een termijn of een doorlopende betaalopdracht en, vóór afloop van de termijn of voltooiing van de doorlopende betaalopdracht, gerechtelijke procedures zijn geopend tegen de gebruiker van de geldmiddelen die als gevolg hiervan worden bevroren, mogen de geldmiddelen in het bezit van de betalingsinstelling niet worden geblokkeerd indien de betalingsopdracht met een termijn of de doorlopende betaalopdracht werd geplaatst voordat de rechterlijke beslissing om deze geldmiddelen te bevriezen werd genomen.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 33 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. Lidstaten zorgen ervoor dat de consumenten die gebruikmaken van overstapdiensten op verzoek informatie ontvangen over vorige voltooide transacties van overbrengende betalingsdienstaanbieders tegen een redelijke prijs en op een duurzaam medium.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 34

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten kunnen bepalen dat de bewijslast ten bewijze van de naleving van de informatievereisten uit hoofde van deze titel op de betalingsdienstaanbieder rust.

De bewijslast ten bewijze van de naleving van de informatievereisten uit hoofde van deze titel rust op de betalingsdienstaanbieder.

Motivering

De bewijslast in gevallen van niet-naleving van de vereisten voor het verstrekken van informatie over betalingsdiensten moet worden gedragen door de betalingsdienstaanbieder. De lidstaten mogen de mogelijkheid niet hebben om andere opties vast te stellen.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 45 – punt 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(а) een beschrijving van de voornaamste kenmerken van de aan te bieden betalingsdienst;

(а) een duidelijke beschrijving van de voornaamste kenmerken van de aan te bieden betalingsdienst;

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 62 – punt 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(а) ervoor te zorgen dat de gepersonaliseerde veiligheidskenmerken van een betaalinstrument niet toegankelijk zijn voor andere partijen dan de betalingsdienstgebruiker die gerechtigd is het betaalinstrument te gebruiken, onverminderd de verplichtingen van de betalingsdienstgebruiker overeenkomstig artikel 61;

(а) ervoor te zorgen dat de gepersonaliseerde veiligheidskenmerken van een betaalinstrument absoluut betrouwbaar zijn en niet toegankelijk voor andere partijen dan de betalingsdienstgebruiker die gerechtigd is het betaalinstrument te gebruiken, onverminderd de verplichtingen van de betalingsdienstgebruiker overeenkomstig artikel 61;

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 66 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In afwijking van artikel 65 kan de betaler worden verplicht om tot een bedrag van 50 EUR het verlies in verband met een niet-toegestane betalingstransactie te dragen dat uit het gebruik van een verloren of gestolen betaalinstrument of uit het onrechtmatig gebruik van een betaalinstrument voortvloeit.

In afwijking van artikel 65 kan de betaler worden verplicht om tot een bedrag van 50 EUR of gelijkwaardig het verlies in verband met een niet-toegestane betalingstransactie te dragen dat uit het gebruik van een verloren of gestolen betaalinstrument of uit het onrechtmatig gebruik van een betaalinstrument voortvloeit.

Motivering

Het vermelde bedrag wordt alleen in euro vermeld. Andere lidstaten met een andere munt moeten in beschouwing worden genomen en bijgevolg moet een gelijkwaardig bedrag in de munt van de betreffende lidstaat worden aanvaard, aangezien de wisselkoersen dagelijks veranderen.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 66 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 66 bis

 

Betalingstransacties waarvan het bedrag niet op voorhand bekend is

 

1. In het geval van betalingstransacties waarvan het bedrag op het moment van de aankoop niet bekend is, moeten de lidstaten een redelijk maximumbedrag vaststellen voor de gelden die kunnen worden geblokkeerd op de betaalrekening van de betaler, en een maximumtermijn voor het blokkeren van deze gelden door de begunstigde.

 

2. De begunstigde is verplicht de betaler op de hoogte te brengen vóór de betalingstransactie indien meer gelden dan het aankoopbedrag op de betaalrekening van de betaler zullen worden geblokkeerd.

 

3. Indien meer gelden dan het aankoopbedrag op de betaalrekening van de betaler zijn geblokkeerd, moet de betalingsdienstaanbieder de betaler hiervan op de hoogte brengen via zijn rekeninguittreksels.

Motivering

De uiteindelijke prijs van de verleende dienst is vaak niet bekend op het moment van de transactie en bepaalde handelaren zoals autoverhuurbedrijven, hotels enz. blokkeren voor langere termijnen bedragen die hoger zijn dan de bedragen die de krediet- of debetkaartmaatschappij van de betaler vereist. Dergelijke praktijken verzekeren dat de handelaar wordt betaald, maar de consument wordt niet geïnformeerd door de handelaar of de betalingsdienstaanbieder voordat de betalingstransactie wordt uitgevoerd.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 89 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. In geval van inbreuk of vermoedelijke inbreuk op de uit hoofde van titel III en titel IV vastgestelde bepalingen van nationaal recht fungeren de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de betalingsdienstgebruiker als de in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteit; in het geval van agenten en bijkantoren die betalingsdiensten aanbieden in het kader van de vrijheid van vestiging, zijn dit evenwel de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst.

3. In geval van inbreuk of vermoedelijke inbreuk op de uit hoofde van titel III en titel IV vastgestelde bepalingen van nationaal recht fungeren de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de betalingsdienstgebruiker als de in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteit.

Motivering

De huidige activiteiten van de betalingsdienstaanbieders moeten worden gecontroleerd door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst omdat zij in de beste positie zijn dit te doen. De autoriteiten van de lidstaat van ontvangst moeten rechtstreeks kunnen optreden wanneer de betalingsdienstaanbieder niet aan zijn plichten voldoet en zijn taken niet vervult.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 90 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de betalingsdienstaanbieders adequate en effectieve consumentenklachtenprocedures opzetten voor de afhandeling van klachten van betalingsdienstgebruikers met betrekking tot de uit deze verordening voortvloeiende rechten en plichten.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de betalingsdienstaanbieders adequate en effectieve consumentenklachtenprocedures opzetten en toepassen voor de afhandeling van klachten van betalingsdienstgebruikers met betrekking tot de uit deze verordening voortvloeiende rechten en plichten, en controleren hun feitelijke acties op dit vlak.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 90 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De in lid 2 bedoelde informatie moet op eenvoudige, rechtstreekse en duidelijk zichtbare wijze en te allen tijde toegankelijk zijn op de website van de betalingsdienstaanbieder, voor zover deze over een website beschikt, in de algemene voorwaarden van het tussen betalingsdienstaanbieder en de betalingsdienstgebruiker gesloten contract en op facturen en kwitanties met betrekking tot die contracten. Daarbij wordt aangegeven hoe verdere informatie over de betrokken buitengerechtelijke beroepsentiteit en over de voorwaarden voor de inschakeling ervan kan worden verkregen.

4. De in lid 1 bedoelde informatie moet op duidelijke, begrijpelijke en eenvoudige wijze toegankelijk zijn op de website van de ondernemer, voor zover deze over een website beschikt, en indien van toepassing in de algemene voorwaarden van tussen de ondernemer en een consument gesloten verkoop- of dienstverleningsovereenkomsten.

Motivering

De voorgestelde formulering gaat verder dan de formulering van de richtlijn alternatieve geschillenbeslechting (ADR) door de toevoeging van vereisten voor de verstrekking van informatie over alle kwitanties en facturen, hetgeen een rompslomp kan betekenen voor kmo's. Het is hier beter om de formulering van artikel 13, lid 2, van de ADR-richtlijn te gebruiken.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 91 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat adequate en effectieve buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures voor de beslechting van geschillen tussen betalingsdienstgebruikers en betalingsdienstaanbieders met betrekking tot de uit deze richtlijn voortvloeiende rechten en plichten overeenkomstig de relevante nationale en uniale wetgeving worden opgezet, waarbij in passende gevallen van bestaande organen gebruik wordt gemaakt. De lidstaten zorgen ervoor dat dergelijke procedures op betalingsdienstaanbieders van toepassing zijn en ook op de werkzaamheden van benoemde vertegenwoordigers betrekking hebben.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat adequate en effectieve buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures voor de beslechting van geschillen tussen betalingsdienstgebruikers en betalingsdienstaanbieders met betrekking tot de uit deze richtlijn voortvloeiende rechten en plichten overeenkomstig de relevante nationale en uniale wetgeving worden opgezet, waarbij in passende gevallen van bestaande bevoegde organen gebruik wordt gemaakt. De lidstaten zorgen ervoor dat dergelijke procedures van toepassing zijn op en toegankelijk zijn voor zowel de gebruikers als de betalingsdienstaanbieders en ook op de werkzaamheden van benoemde vertegenwoordigers betrekking hebben.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 92 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De EBA vaardigt richtsnoeren uit over de sancties krachtens lid 2 en zorgt ervoor dat ze doeltreffend, evenredig en ontmoedigend zijn.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 94 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Een overeenkomstig artikel 93 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. De termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

5. Een overeenkomstig artikel 93 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. De termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Motivering

De bezwaartermijn moet verlengd worden om het Parlement en de Raad de mogelijkheid te bieden de gedelegeerde handeling grondig te bestuderen en na te gaan of zij in de gegeven versie kan worden goedgekeurd.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 95 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Wanneer een lidstaat gebruikmaakt van de in lid 1 bedoelde mogelijkheden, stelt hij de Commissie daarvan in kennis, alsook van eventuele latere wijzigingen. De Commissie stelt deze informatie beschikbaar voor het publiek via een website of op een andere gemakkelijk toegankelijke wijze.

2. Wanneer een lidstaat gebruikmaakt van de in lid 1 bedoelde mogelijkheden, stelt hij de Commissie daarvan in kennis, alsook van eventuele latere wijzigingen. De Commissie stelt deze informatie beschikbaar voor het publiek via een website of op een andere gemakkelijk toegankelijke wijze en stelt het Europees Parlement tijdig hiervan in kennis.

PROCEDURE

Titel

Betalingsdiensten in de interne markt

Document- en procedurenummers

COM(2013)0547 – C7-0230/2013 – 2013/0264(COD)

Commissie ten principale

Datum bekendmaking

ECON

8.10.2013

 

 

 

Advies uitgebracht door

Datum bekendmaking

JURI

8.10.2013

Rapporteur voor advies

Datum benoeming

Dimitar Stoyanov

14.10.2013

Behandeling in de commissie

26.11.2013

 

 

 

Datum goedkeuring

17.12.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

23

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Raffaele Baldassarre, Sebastian Valentin Bodu, Françoise Castex, Christian Engström, Marielle Gallo, Giuseppe Gargani, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Klaus-Heiner Lehne, Antonio López-Istúriz White, Antonio Masip Hidalgo, Alajos Mészáros, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner, Dimitar Stoyanov, Rebecca Taylor, Alexandra Thein, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Eva Lichtenberger, József Szájer, Axel Voss

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Silvia Costa, Jürgen Klute, Kay Swinburne

PROCEDURE

Titel

Betalingsdiensten in de interne markt

Document- en procedurenummers

COM(2013)0547 – C7-0230/2013 – 2013/0264(COD)

Datum indiening bij EP

24.7.2013

 

 

 

Commissie ten principale

Datum bekendmaking

ECON

8.10.2013

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

Datum bekendmaking

ITRE

8.10.2013

IMCO

8.10.2013

JURI

8.10.2013

 

Geen advies

Datum besluit

ITRE

25.9.2013

IMCO

25.9.2013

 

 

Rapporteur(s)

Datum benoeming

Diogo Feio

10.9.2013

 

 

 

Behandeling in de commissie

5.11.2013

17.12.2013

12.2.2014

 

Datum goedkeuring

20.2.2014

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

36

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Marino Baldini, Jean-Paul Besset, Sharon Bowles, George Sabin Cutaş, Rachida Dati, Leonardo Domenici, Diogo Feio, Ildikó Gáll-Pelcz, Jean-Paul Gauzès, Sven Giegold, Sylvie Goulard, Liem Hoang Ngoc, Syed Kamall, Jürgen Klute, Hans-Peter Martin, Alfredo Pallone, Antolín Sánchez Presedo, Olle Schmidt, Peter Simon, Theodor Dumitru Stolojan, Kay Swinburne, Sampo Terho, Corien Wortmann-Kool, Pablo Zalba Bidegain

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Fabrizio Bertot, Herbert Dorfmann, Bas Eickhout, Sari Essayah, Ashley Fox, Sophia in 't Veld, Olle Ludvigsson, Thomas Mann, Catherine Stihler, Nils Torvalds, Emilie Turunen

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Marta Andreasen

Datum indiening

12.3.2014