AANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het tussen de Europese Unie en de Unie der Comoren overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de thans geldende partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen

19.3.2014 - (16130/2013 – C7‑0011/2014 – 2013/0388(NLE)) - ***

Commissie visserij
Rapporteur: Jarosław Leszek Wałęsa
PR_NLE-AP_art90

Procedure : 2013/0388(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0177/2014
Ingediende teksten :
A7-0177/2014
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het tussen de Europese Unie en de Unie der Comoren overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de thans geldende partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen

(16130/2013 – C7‑0011/2014 – 2013/0388(NLE))

(Goedkeuring)

Het Europees Parlement,

–       gezien het ontwerp van besluit van de Raad (16130/2013),

–       gezien het tussen de Europese Unie en de Unie der Comoren overeengekomen ontwerpprotocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de thans geldende partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen (16127/2013),

–       gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 43 en artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), en lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C7‑0011/2014),

–       gezien artikel 81, lid 1, eerste en derde alinea, artikel 81, lid 2, en artikel 90, lid 7, van zijn Reglement,

–       gezien de aanbeveling van de Commissie visserij en het advies van de Begrotingscommissie (A7-0177/2014),

1.      hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;

2.      verzoekt de Commissie het Parlement de notulen en de conclusies van de vergaderingen van de gemengde commissie die belast is met het toezicht op de uitvoering, interpretatie en toepassing van de overeenkomst, als bedoeld in artikel 9 van de overeenkomst, alsook de beoordeling van de resultaten van de uitvoering van het meerjarige sectorale programma als bedoeld in artikel 3 van het protocol te doen toekomen; verzoekt de Commissie om de deelneming van vertegenwoordigers van het Parlement als waarnemer op de bijeenkomsten van de gemengde commissie te vergemakkelijken; verzoekt de Commissie om in het laatste jaar van de looptijd van het protocol en voordat er onderhandelingen over de verlenging ervan worden geopend, het Parlement en de Raad een volledig verslag over de uitvoering ervan voor te leggen, zonder onnodige beperkingen op de toegang tot dit document;

3.      verzoekt de Raad en de Commissie om het Parlement binnen de grenzen van hun bevoegdheden onmiddellijk en volledig te informeren over alle fasen van de procedures betreffende het protocol en de verlenging ervan, overeenkomstig artikel 13, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 218, lid 10, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

4.      verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Unie der Comoren.

TOELICHTING

Achtergrond

In 2005 is er tussen de EU en de Unie der Comoren een partnerschapsovereenkomst inzake visserij met een looptijd van zeven jaar gesloten. De partnerschapsovereenkomst is op 1 januari 2012 stilzwijgend verlengd voor een nieuwe periode van zeven jaar, die op 31 december 2018 afloopt. Het bijbehorende protocol werd op 31 december 2010 van kracht en had een looptijd van drie jaar. De referentiehoeveelheid bedraagt 4 850 ton; volgens het protocol krijgen 45 vaartuigen voor visserij met de ringzegen en 25 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug toegang tot de Comorese wateren. De jaarlijkse financiële tegenprestatie bedroeg EUR 615 250, waarvan krap de helft voor steun voor het Comorese visserijbeleid bestemd is.

Sinds 2005 liggen de routes van de tonijnvaarders anders dan voorheen in verband met de Somalische piraten. Doordat de zeerovers gaandeweg de gehele noordelijke Indische oceaan tot aan de Seychellen zijn gaan bestrijken gedurende de zuidelijke zomermoesson (veroorzaakt door noordoostenwind), zijn de vissers overgestapt op nogal afwijkende routes. De moeilijkheden en grote risico's hebben er ook toe geleid dat verscheidene schepen niet meer in de Indische Oceaan opereren. De totale capaciteit van de Europese vloot is van 2005 tot 2009 met 25 % afgenomen. De afgelopen maanden is de veiligheid aan boord toegenomen en zijn er minder incidenten met piraten geweest, zodat de schepen verder naar het noorden zijn getrokken, tot aan de Somalische kust. De omstandigheden voor de visserij zijn echter nog niet zoals ze vóór 2005 waren.

De Comoren hebben wel een visserijbeleid maar weinig instrumenten om het in praktijk te brengen op het punt van het beheer van de ambachtelijke visvangst en ondersteuning van de visserijontwikkeling. Verscheidene ontwikkelingspartners, onder meer uit Qatar, investeren in de Comoren om visverwerkingsfabrieken op te zetten.

De Comorese visvangst is ambachtelijk van aard of bestemd voor eigen gebruik. De vangst komt grotendeels van sleeplijnen, vooral bij visaantrekkende structuren (FAD's). De totale vangst in de Comorese wateren bedraagt naar schatting 24 500 ton, waarvan 19 500 ton ambachtelijk wordt gevangen en 5 000 ton door buitenlandse industriële schepen. Van aquacultuur is nog geen sprake.

De benuttingsgraad van de vangstmogelijkheden (in termen van het aantal visvergunningen die krachtens het protocol zijn afgegeven) ten opzichte van het maximale aantal vergunningen in het kader van het protocol bedroeg tijdens de looptijd van het vorige protocol (2005-2011) 78 % voor ringzegenschepen en 0 % voor drijvendebeugschepen (slechts één afgegeven vergunning tijdens de gehele looptijd). Voor het huidige protocol is de benuttingsgraad respectievelijk 47 % en 0 %.

In 2011 betaalde de Unie EUR 615 250, waarvan EUR 315 250 als vergoeding voor de toegang en EUR 300 000 aan steun voor visserijontwikkeling en -beheer door de Comoren. De exploitanten droegen hieraan EUR 81 400 bij in de vorm van toegangsrechten en EUR 79 934 in de vorm van boetes voor overschrijding van de referentiehoeveelheid. De Comoren hebben in totaal EUR 776 000 ontvangen.

Evaluatie van het huidige protocol[1]

De partnerschapsovereenkomst levert direct 16 banen op (op de schepen en bij de administratie). Er zijn ook indirecte werkgelegenheidseffecten: 12 banen in de sector scheepsbenodigdheden en 71 bij de visverwerking. Dankzij de overeenkomst zijn er in totaal 100 banen gecreëerd, zij het geen enkele voor Comorezen.

De bruto meerwaarde bedroeg in 2011 (het enige referentiejaar) 2,5 miljoen euro. De bruto meerwaarde voor de Comoren ligt rond de EUR 215 000 per jaar. Die bestaat uit de te betalen rechten en de vergoedingen die verschuldigd zijn als er niet ten minste één Comorese zeeman op een in de Comorese wateren opererend schip te werk wordt gesteld. Een ander deel van de meerwaarde (EUR 225 000) komt ten goede aan de buurlanden (Seychellen en Mauritius), die havendiensten leveren aan de Europese schepen die hun vangsten aan land brengen en overslaan. De meerwaarde voor de EU houdt verband met werknemersafdrachten, belastingen (zoals btw) en operationele ontvangsten (waaronder belastingen en winsten), tezamen 2 miljoen euro per jaar.

Relevantie ‑ Als geheel genomen is het protocol relevant. Dankzij de visserijovereenkomst is er sprake van onafgebroken visserijactiviteit van EU-schepen, gericht op sterk migrerende soorten als tonijn en tonijnachtigen in de zuidwestelijke Indische Oceaan.

Coherentie ‑ de visserijovereenkomst en het protocol vertonen een over het geheel genomen bevredigende samenhang. Het protocol wordt als bevredigend beoordeeld door de EU (overeenkomst van Cotonou, betrekkingen met de ACS-landen, ontwikkelingsbeleid, gemeenschappelijk visserijbeleid, enz.) en door de Comoren (sectorbeleid en nationaal ontwikkelingsbeleid). De partnerschapsovereenkomst past daarnaast goed in het IOTC-beheer en het instandhoudingsbeleid.

Efficiëntie ‑ De efficiëntie is over het geheel genomen goed. Het protocol wordt goed nageleefd en het gebruik van de referentiehoeveelheid door de ringzegenschepen is bevredigend. De opnamecapaciteit voor de sectorale steun is goed: de middelen die voor de uitvoering van het visserijbeleid bestemd zijn worden elk jaar volledig besteed. Het schort evenwel aan de transparantie.

Effectiviteit ‑ Doordat de visserijovereenkomst voldoet aan de beginselen van verantwoorde visvangst draagt zij bij tot het streven van de EU, de IOTC en andere regionale organisaties naar duurzame visserij op tonijn en tonijnachtigen in de Indische Oceaan.

Duurzaamheid ‑ Aangezien het protocol nog loopt, kan de duurzaamheidsanalyse van de beoordelaars niet anders dan voorlopig zijn. Wel kan al worden gesteld dat het protocol weinig effect heeft op de levensvatbaarheid van de Europese visverwerkende industrie. Anderzijds is er sprake van een indirect effect van ontwikkelingsactiviteiten met financiële steun op basis van het protocol op de Comorese visserij.

Inhoud van het nieuwe protocol

Het voornaamste doel van het protocol bestaat erin vaartuigen van de Europese Unie in de visserijzone van de Unie der Comoren vangstmogelijkheden te bieden binnen de grenzen van het beschikbare overschot.

Duurzame visserij als doel: Het algemene doel is de samenwerking tussen de Europese Unie en de Comoren voort te zetten en daartoe, in het belang van beide partijen, een partnerschapskader in te stellen voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de visserijzone van de Unie der Comoren.

Financiële tegenprestatie: De totale jaarlijkse tegenprestatie is vastgesteld op EUR 600 000 voor de gehele referentieperiode. Dit bedrag berust op: een met een referentietonnage van 6 000 ton overeenstemmend jaarlijks bedrag van EUR 300 000 voor de toegang tot de visserijzone. Indien de jaarlijkse totale hoeveelheid door EU-vaartuigen in de visserijzone van de Unie der Comoren verrichte vangsten de referentiehoeveelheid overschrijdt, wordt de jaarlijkse financiële tegenprestatie verhoogd met een bedrag van EUR 50 per ton extra vangsten in dat jaar. De Europese Unie betaalt jaarlijks evenwel niet meer dan het dubbele van het bedrag. Indien de EU-vaartuigen meer vangen dan de met het dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald; steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid in de Unie der Comoren ten bedrage van EUR 300 000. Deze steun is in overeenstemming met de doelstellingen van het nationale visserijbeleid, en meer bepaald met de behoeften van de Unie der Comoren op het gebied van de bestrijding van illegale visserij.

Vangstmogelijkheden: voor 45 vaartuigen voor tonijnvisserij met de ringzegen en 25 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug. De gemengde commissie kan deze vangstmogelijkheden toetsen en ze in onderlinge overeenstemming aanpassen, mits ook dan aan de beginselen van duurzame visvangst voldaan is. In dat geval wordt de financiële tegenprestatie evenredig aangepast pro rata temporis. Zo nodig kan de gemengde commissie de bepalingen inzake de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij en de voorwaarden voor de toepassing van het onderhavige protocol en de bijlagen daarbij onderzoeken en in onderling overleg aanpassen.

De afname van het aantal vissersschepen in de Comorese wateren (25 % minder EU-schepen in de Indische Oceaan), met als gevolg een aanzienlijke daling van de vangsten) is voornamelijk toe te schrijven aan de toegenomen aanwezigheid van Somalische zeerovers. Door de aanvallen van Somalische piraten zijn de Europese schepen gedwongen in risicogebieden twee aan twee afwisselend te opereren.

Daarnaast moeten de Europese vissersschepen, willen ze rijkere visgronden bereiken en potentiële aanvallen van Somalische piraten ontlopen, rekening houden met het feit dat de vangsten in de Indische Oceaan niet gelijkmatig verdeeld zijn maar in het seizoen variëren met de verdeling en migratie van de primaire prooien (tonijn).

Duur van de overeenkomst: Het protocol is van toepassing vanaf 1 januari 2014 en geldt voor een periode van drie jaar. Voorts kent het protocol specifieke bepalingen voor schorsing en beëindiging.

Standpunt van de rapporteur

Gelet op het bovenstaande heeft de rapporteur geen overwegende bezwaren tegen het voorstel en stelt hij voor dat dit visserijprotocol tussen de Europese Unie en de Unie der Comoren, waar beide partijen en de vissers ter plaatse baat bij hebben, wordt goedgekeurd. De overeenkomst levert banen en welvaart op en dat verdient steun.

Het Europees Parlement houdt echter de vinger aan de pols wat betreft het sectorale beleid en de sectorale steun zoals vastgesteld in het protocol. Het is zaak dat de nationale instanties optimaler georganiseerd worden om de sectorale steun zo efficiënt mogelijk te kunnen verstrekken. Betere verslaglegging over de besteding van deze middelen is eveneens noodzakelijk. De sectorale steun is bedoeld voor de handhaving van het centre de surveillance des pêches des Comores (CNSP - visserijinspectie) en het registre national des navires (scheepsregister) en voor de opstelling en uitvoering van een nationaal actieplan om illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij (IUU) in de Comorese wateren en door schepen onder Comorese vlag tegen te gaan. Voorts wordt aanbevolen een regionale visserijinspectie (onder beheer van de IOTC en de IOC) op te zetten.

Toezicht, controle en bewaking moet op zee gestalte krijgen door elektronische visserijlogboeken die aan de vigerende Europese regelgeving voldoen. Ook wenst het Parlement geïnformeerd te worden over vergaderingen en andere evenementen die betrekking hebben op de tenuitvoerlegging van de overeenkomst, en wil het een tabel zien met een uitsplitsing van de sectorale steun, zodat het de activiteiten kan volgen.

  • [1]  Rapport final – Contrat cadre MARE/2011/01 – Évaluation rétrospective du protocole de l’accord de partenariat dans le secteur de la pêche entre l’Union européenne et l’Union des Comores (Janvier 2013, IOC123R02H).

ADVIES van de Begrotingscommissie (4.3.2014)

aan de Commissie visserij

inzake het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het tussen de Europese Unie en de Unie der Comoren overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de thans geldende partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen
(16130/2013 – C7‑0011/2014 – 2013/0388(NLE))

Rapporteur voor advies: François Alfonsi

BEKNOPTE MOTIVERING

Op basis van het mandaat van de Raad heeft de Europese Commissie met de Unie der Comoren onderhandeld met het oog op de verlenging van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie der Comoren. Ter afronding van deze onderhandelingen hebben de onderhandelaars op 5 juli 2013 een ontwerp van het nieuwe protocol geparafeerd. Het nieuwe protocol heeft een looptijd van drie jaar met ingang van de in artikel 13 vastgestelde datum van voorlopige toepassing, die is vastgesteld op 1 januari 2014.

Het voornaamste doel van het protocol bestaat erin vaartuigen van de Europese Unie in de visserijzone van de Unie der Comoren vangstmogelijkheden te bieden, binnen de grenzen van het beschikbare overschot. De Commissie heeft zich bij de onderhandelingen onder meer gebaseerd op de resultaten van een door externe deskundigen uitgevoerde ex-postevaluatie.

Het algemene doel bestaat erin om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en de Unie der Comoren te verstevigen met het oog op de instelling van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de visserijzone van de Unie der Comoren.

Het nieuwe protocol voorziet voor de gehele periode in een totale financiële tegenprestatie van 1 800 000 EUR. De jaarlijkse financiële tegenprestatie van 600 000 euro is gebaseerd op: a) een met een referentietonnage van 6 000 ton overeenstemmend bedrag van 300 000 EUR voor de toegang tot de visserijzone van de Unie der Comoren, en b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid in de Unie der Comoren ten bedrage van 300 000 EUR. Deze steun is in overeenstemming met de doelstellingen van het nationale visserijbeleid, en meer bepaald met de behoeften van de Unie der Comoren op het gebied van de bestrijding van illegale visserij.

Soort uitgave

2014

2015

2016

TOTAAL

Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen

600 000€

600 000€

600 000€

1 800 000€

Totaal

600 000€

600 000€

600 000€

1 800 000€

Er dient rekening mee te worden gehouden dat er ook particuliere overeenkomsten bestaan tussen de Comoren en EU-ondernemingen, waarbij mag worden gevist met vaartuigen die onder niet-EU-vlaggen varen. Hoewel dit niet uitdrukkelijk in strijd is met de exclusiviteitsclausule, doet het toch vragen rijzen over oneerlijke concurrentie en de kosteneffectiviteit van EU-middelen.

******

De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie visserij het Parlement voor te stellen zijn goedkeuring te geven.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

4.3.2014

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

36

1

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Marta Andreasen, James Elles, Göran Färm, José Manuel Fernandes, Věra Flasarová, Eider Gardiazábal Rubial, Salvador Garriga Polledo, Ivars Godmanis, Ingeborg Gräßle, Lucas Hartong, Jutta Haug, Monika Hohlmeier, Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, Anne E. Jensen, Ivailo Kalfin, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, George Lyon, Claudio Morganti, Jan Mulder, Nadezhda Neynsky, Andrej Plenković, Dominique Riquet, Alda Sousa, Helga Trüpel, Angelika Werthmann

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

François Alfonsi, Frédéric Daerden, Edit Herczog, Paul Rübig, Peter Šťastný, Georgios Stavrakakis, Nils Torvalds, Catherine Trautmann

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Inés Ayala Sender, Antonio Cancian, María Auxiliadora Correa Zamora

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

18.3.2014

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

15

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Antonello Antinoro, Alain Cadec, Chris Davies, Pat the Cope Gallagher, Isabella Lövin, Gabriel Mato Adrover, Maria do Céu Patrão Neves, Crescenzio Rivellini, Ulrike Rodust, Raül Romeva i Rueda, Struan Stevenson, Isabelle Thomas, Nils Torvalds, Jarosław Leszek Wałęsa

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Jean-Paul Besset, Jens Nilsson, Mario Pirillo