VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland, ingediend door Ierland)

5.11.2014 - (COM(2014)0616 – C8‑0173/2014 – 2014/2098(BUD))

Begrotingscommissie
Rapporteur: Ivan Štefanec

Procedure : 2014/2098(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0024/2014
Ingediende teksten :
A8-0024/2014
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland, ingediend door Ierland)

(COM(2014)0616 – C8‑0173/2014 – 2014/2098(BUD))

Het Europees Parlement,

–       gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2014)0616 – C8‑0173/2014),

–       gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1] (EFG-verordening),

–       gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[2], en met name artikel 12 hiervan,

–       gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3], en met name punt 13 hiervan,

–       gezien de trialoogprocedure als bedoeld in punt 13 van het IIA van 2 december 2013,

–       gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

–       gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,

–       gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0024/2014),

A.     overwegende dat de Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die gebukt gaan onder de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, en te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

B.     overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd tijdens het overleg van 17 juli 2008, en met inachtneming van het IIA van 2 december 2013 met betrekking tot het nemen van besluiten om gebruik te maken van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG);

C.     overwegende dat de vaststelling van de EFG-verordening vorm geeft aan de overeenkomst tussen het Parlement en de Raad om het criterium "crisisafwijking" opnieuw in te voeren, de financiële bijdrage van de Unie te verhogen tot 60 % van de totale geschatte kosten van de voorgestelde maatregelen, de efficiëntie voor de behandeling van EFG-aanvragen in de Commissie en door het Parlement en de Raad te verhogen door de termijn voor beoordeling en goedkeuring te verkorten, de subsidiabele maatregelen en begunstigden uit te breiden door zelfstandigen en jongeren toe te voegen en stimuleringsmaatregelen voor de oprichting van een eigen bedrijf te financieren;

D.     overwegende dat Ierland aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland voor een financiële bijdrage uit het EFG heeft ingediend naar aanleiding van 171 gedwongen ontslagen bij Andersen Ireland Limited, dat actief is in de NACE Rev. 2-afdeling 32 ("Bewerken van edelstenen en vervaardiging van sieraden en dergelijke artikelen"), tijdens de referentieperiode van 21 oktober 2013 tot 21 februari 2014;

E.     overwegende dat de aanvraag voldoet aan de criteria voor subsidiabiliteit van de EFG-verordening,

1.      neemt er nota van dat de Ierse autoriteiten de aanvraag hebben ingediend op grond van het criterium voor steunverlening van artikel 4, lid 2, van de EFG-verordening, in afwijking van de criteria van artikel 4, lid 1, onder a), dat vereist dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen of zelfstandigen hun werkzaamheden hebben beëindigd;

2.      is het met de Commissie eens dat de door de Ierse autoriteiten aangehaalde uitzonderlijke omstandigheden, nl. dat de gedwongen ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de lokale en regionale economie, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de EFG-Verordening een afwijking van de in drempel van 500 gedwongen ontslagen rechtvaardigen en dat Ierland dus in aanmerking komt voor een financiële bijdrage uit hoofde van die verordening;

3.      merkt op dat de Ierse autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage van het EFG op 16 mei 2014 indienden en dat de Commissie op 3 oktober 2014 haar beoordeling ter beschikking stelde; is ingenomen met het feit dat de beoordeling in minder dan vijf maanden is afgerond;

4.      is van mening dat de 171 ontslagen bij Anderson Ireland Limited verband houden met grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen als gevolg van de globalisering, die ertoe leidden dat er in de EU binnen vier jaar (2008-2012) viermaal zo veel sieraden werden ingevoerd als voorheen, waarvan 95% uit Azië;

5.      neemt ter kennis dat dit de eerste EFG-aanvraag is voor werknemers die ontslagen zijn in de sector bewerking van edelstenen en vervaardiging van sieraden en dergelijke artikelen, een sector die ook te lijden heeft onder de toenemende onlineverkoop en daardoor nog verder achteruit zou kunnen gaan;

6.      merkt op dat deze ontslagen de werkloosheid in de regio nog verder zullen doen stijgen, aangezien Andersen Ireland een belangrijke werkgever was in dit overwegend rurale gebied waar het werkloosheidscijfer (39,3%) al tweemaal zo hoog is als het nationale gemiddelde (19%);

7.      wijst erop dat de Ierse autoriteiten besloten hebben om behalve aan de ontslagen werknemers ook door het EGF gecofinanierde individuele diensten aan te bieden aan 138 jongeren onder de 25 jaar die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's), waardoor het aantal begunstigden die naar verwachting zullen deelnemen aan de maatregelen op 276 uitkomt; uit zijn bezorgdheid over de onduidelijke wijze waarop zal worden vastgesteld welke NEET's daarvoor in aanmerking komen; dringt er bij de Ierse autoriteiten op aan de sociale criteria in acht te nemen en te waarborgen dat bij de selectie van de begunstigden van toelagen en stimulerende maatregelen de beginselen van non-discriminatie en gelijke kansen ten volle worden geëerbiedigd;

8.      herinnert eraan dat de voorgestelde maatregelen van dien aard moeten zijn dat rekening wordt gehouden met het feit dat ontslagen werknemers en NEET's verschillende behoeften hebben;

9.      wenst dat er bij de tussentijdse herziening een aparte lijst wordt gepresenteerd van financiële maatregelen ten behoeve van de beoogde NEET's;

10.    wijst erop dat de opleiding die voor NEET's beschikbaar is inclusief moet zijn en alle geledingen van de maatschappij moet bestrijken, met inbegrip van kansarme groeperingen;

11.    is verheugd dat de Ierse autoriteiten, om de werknemers snel bijstand te verlenen, hebben beslist om met de uitvoering van de individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers te beginnen op 21 oktober 2013, lang vóór het definitieve besluit over de toekenning van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket;

12.    merkt op dat met het te financieren gecoördineerde pakket individuele dienstverlening getracht wordt een zo groot mogelijk scala aan banenkansen te creëren in een gebied met weinig groeisectoren of productie-eenheden, en dat de ontslagen werknemers veel bijscholing nodig zullen hebben;

13.    neemt er nota van dat het gecoördineerde pakket individuele dienstverlening is opgesteld in overleg met degenen voor wie de maatregelen bestemd zijn en hun vertegenwoordigers, alsook met de sociale partners, en is ingenomen met het voornemen een adviesforum in te stellen dat het werk van de EFG-coördinatie-eenheid aanvult, teneinde de ontslagen werknemers de kans te bieden inspraak te houden in de wijze waarop het EFG-programma wordt uitgevoerd;

14.    is ingenomen met het feit dat er dichtbij de getroffen locatie een EFG-coördinatie-eenheid is geïnstalleerd die als uniek aanlooppunt voor werknemers en NEET's zal dienen;

15.    is ingenomen met het feit dat er zowel voor de betrokken ontslagen werknemers als voor de NEET's een open dag is gehouden om te tonen welke soorten steunmaatregelen in het kader van het programma beschikbaar zijn en om de beoogde EGF-begunstigden de gelegenheid te geven om de diverse opties te bespreken met de dienstenaanbieders;

16.    merkt op dat de individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers moet worden verstrekt, bestaat uit de volgende acties, die samen een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening vormen: loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie, opleidingsbeurzen van het EFG, programma's voor opleiding en secundair onderwijs, programma's hoger onderwijs, opleidingen door vaardigheidsnetwerken, ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf of het zich vestigen als zelfstandige, en inkomenssteun, met inbegrip van bijdragen in de kosten van opleidingen;

17.    is ingenomen met het idee om als onderdeel van de voorgestelde acties steun te verlenen voor vaardigheidsnetwerken, waarbij de opleiding gericht is op het vinden van een nieuwe baan bij bedrijven die in dezelfde industriesector of hetzelfde geografische gebied actief zijn;

18.    wijst erop dat de maatregelen op het gebied van inkomenssteun strikt beperkt zijn tot een maximum van 35% van het totale pakket van individuele dienstverlening;

19.    wijst op het gebrek aan duidelijkheid rond de ramingen van de bedragen die voor steun voor het oprichten van een bedrijf of het zich vestigen als zelfstandige moeten worden toegewezen; is van mening dat het werkelijke aantal begunstigden kan afwijken van die ramingen en dat dit tot een andere verdeling van de geraamde totale kosten zal kunnen leiden; wijst op de belangrijke rol van de plaatselijke ondernemingsraden bij de verlening van "zachte" en "harde" diensten, en in het bijzonder bij de beoordeling van de haalbaarheid van bedrijfsplannen en de toekenning van steun, die maximaal 15 000 EUR mag bedragen;

20.    herinnert eraan dat in artikel 7 van de EFG-verordening is bepaald dat bij het samenstellen van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vaardigheden die daarvoor vereist zullen zijn, en dat het gecoördineerde pakket gericht dient te zijn op de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie;

21.    is ingenomen met het feit dat bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie zullen worden gerespecteerd;

22.    hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

23.    verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

24.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

  • [1]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
  • [2]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
  • [3]  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland, ingediend door Ierland)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1], en met name artikel 15, lid 4,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[2], en met name artikel 12 hiervan,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3], en met name punt 13 hiervan,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)      Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009[4] behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)      Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering mag het jaarlijkse maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden, zoals vastgelegd in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013.

(3)      Ierland heeft op 16 mei 2014 een aanvraag ingediend voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in verband met gedwongen ontslagen en heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens verstrekt. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)      Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 heeft Ierland besloten om door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening ook te verlenen aan NEET's.

(5)      Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 1 501 200 EUR te leveren voor de door Ierland ingediende aanvraag,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 wordt een bedrag van 1 501 200 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                      Voor de Raad

De voorzitter                                              De voorzitter

  • [1]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
  • [2]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
  • [3]  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
  • [4]  PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26.

TOELICHTING

I. Achtergrond

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden.

Overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[1] en artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1309/2013[2] mag het jaarlijkse maximumbedrag ten behoeve van het fonds niet meer dan 150 miljoen EUR bedragen (prijzen 2011). De benodigde bedragen worden als voorziening opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie.

Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3] verloopt de procedure om het fonds te activeren als volgt: na een positieve beoordeling van een aanvraag legt de Commissie een voorstel tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds aan de begrotingsautoriteit voor, samen met een bijbehorend overschrijvingsverzoek. Indien er geen eensgezindheid bestaat, wordt een trialoogprocedure ingeleid.

II. De aanvraag voor Andersen Ireland Limited en het voorstel van de Commissie

Op 3 oktober 2014 keurde de Commissie een voorstel goed voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van EFG-middelen ten behoeve van Ierland, ter ondersteuning van werknemers die als gevolg van de globalisering ontslagen zijn bij Andersen Ireland Limited, een bedrijf dat actief is in de NACE Rev. 2-afdeling 32 ("Bewerken van edelstenen en vervaardiging van sieraden en dergelijke artikelen"). In aanvulling daarop zullen de Ierse autoriteiten door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening verstrekken aan maximaal 138 jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's) en die op de datum van de indiening van de aanvraag jonger waren dan 25 jaar, aangezien alle ontslagen zich voordoen in de NUTS II-regio Southern and Eastern (IE02) die voor het Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief in aanmerking komt.

De aanvraag voor de beschikbaarstelling van een totaal bedrag van 1 501 200 EUR uit het EFG voor Ierland is de veertiende aanvraag die in het kader van de begroting 2014 wordt behandeld. Het gaat om in totaal 276 begunstigden. De aanvraag werd op 16 mei 2014 bij de Commissie ingediend en tot en met 11 juli 2014 werd er aanvullende informatie verstrekt. De Commissie heeft overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat de aanvraag aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG voldoet.

De Ierse autoriteiten voeren aan dat de invoer van buiten de EU de laatste vijf jaar of zelfs reeds langer zowel wat het volume als wat de waarde betreft de EU-markt voor sieraden (d.i. modesieraden) is gaan domineren. Uit door Ierland aangehaalde cijfers van Eurostat blijkt dat de verkoop in de EU door producenten uit de EU en producenten van buiten de EU in 2008 uitging van de bijna identieke positie van een verkoopvolume van het product van 56 000 ton. Voor beide daalde het verkoopvolume, mogelijk in de nasleep van de wereldwijde financiële en economische crisis van 2008/2009. Terwijl het verkoopvolume van de producenten in de EU op de markt van de EU in 2012 daalde tot 10 600 ton in 2012, daalde de verkoop van het ingevoerde product uit niet-EU-landen weliswaar ook, maar veel minder sterk, en wel tot 45 700 ton.

Waar er in 2008 pariteit was, was het volume van de invoer vier jaar later vier keer groter dan het verkoopvolume van de producenten in de Unie. Van dit volume producten dat niet in de EU werd geproduceerd, werd 95 % hoofdzakelijk uit Aziatische landen zoals China, India, Thailand en de Filipijnen ingevoerd. Dat zijn precies de landen waar verschillende in de EU gevestigde ondernemingen, waaronder de marktleiders Folli Follie en Swarovski, ondertussen hun productiefaciliteiten naartoe hadden verhuisd.

Volgens de Ierse autoriteiten hebben de ontslagen ernstige gevolgen voor de lokale en regionale economie, aangezien Anderson Ireland een belangrijke werkgever was in dit overwegend rurale gebied, waar 39,3 % van de beroepsbevolking werkloos is, meer dan dubbel zoveel als gemiddeld in Ierland (19 %).

De individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers moet worden verstrekt, bestaat uit de volgende acties, die samen een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening vormen: loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie, opleidingsbeurzen van het EFG, programma's voor opleiding en secundair onderwijs, programma's hoger onderwijs, opleidingen door vaardigheidsnetwerken, ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf of het zich vestigen als zelfstandige, inkomenssteun, met inbegrip van bijdragen in de kosten van opleidingen.

Volgens de Commissie zijn de beschreven maatregelen actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze acties komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op een passieve sociale bescherming.

De Ierse autoriteiten hebben op de volgende punten de nodige garanties geboden:

•       bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

•       aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

•      de onderneming waar de gedwongen ontslagen zijn gevallen heeft aan haar wettelijke verplichtingen ten aanzien van de gedwongen ontslagen voldaan en heeft dienovereenkomstig voorzieningen getroffen voor haar werknemers;

· de voorgestelde acties zullen steun verlenen aan individuele werknemers en zullen niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

· de financiële bijdrage van het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun;

· de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen.

Ierland heeft de Commissie laten weten dat de nationale pre- of cofinanciering verzorgd zal worden door Irish Exchequer, dat de diensten vooruitbetaalt en dat ook het programma zal cofinancieren als de EFG-bijdrage wordt goedgekeurd. De uitgaven zullen worden geboekt ten laste van het National Training Fund en relevante uitgavenposten van het Ministerie van Onderwijs en Beroepsopleiding en andere betrokken ministeries. De financiële bijdrage zal worden beheerd door het daartoe bevoegde personeel van het Ministerie van Onderwijs en Beroepsopleiding, dat als EFG-beheersautoriteit is aangewezen. De beheersautoriteit onderzoekt en betaalt EFG-vorderingen die door bemiddelende instanties worden ingediend namens organen die overheidsuitgaven doen.

III. Procedure

Om middelen uit het fonds te kunnen inzetten, heeft de Commissie aan de begrotingsautoriteit een overschrijvingsverzoek doen toekomen voor een totaalbedrag van 1 501 200 EUR uit de EFG-reserve (40 02 43) naar de EFG-begrotingslijn (04 04 01).

Dit is het veertiende voorstel tot overschrijving voor de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds dat tot dusver in 2014 naar de begrotingsautoriteit is toegezonden.

Indien er geen eensgezindheid bestaat, wordt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van de EFG de trialoogprocedure ingeleid.

Conform een interne afspraak moet de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken bij dit proces worden betrokken, zodat zij op constructieve wijze kan bijdragen aan de beoordeling van de aanvragen voor steun uit het EFG.

  • [1]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
  • [2]  PB L 347 van 30.12.13, blz. 855.
  • [3]  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

De heer Jean Arthuis

Voorzitter van de Begrotingscommissie

ASP 09G205

Betreft: Advies inzake de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) in dossier EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland (COM(2014)616 definitief)

Geachte voorzitter,

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) en haar werkgroep EFG hebben de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in dossier EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland onderzocht en het volgende advies goedgekeurd.

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de werkgroep EFG zijn voorstander van de beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds voor het verlangde doel. De commissie formuleert in dit verband een aantal opmerkingen, zonder evenwel de betaling op de helling te willen zetten.

Het advies van de commissie is gebaseerd op de volgende overwegingen:

A)  De aanvraag is gebaseerd op artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 (EFG-verordening) en heeft betrekking op 171 werknemers van Andersen Ireland Limited, een bedrijf dat actief is in de NACE Rev. 2-afdeling 30 ("Bewerken van edelstenen en vervaardiging van sieraden en dergelijke artikelen") in de regio's Southern en Eastern in Ierland, die werkloos zijn geworden of hun werkzaamheden hebben beëindigd binnen de referentieperiode die liep tussen 21 oktober 2013 en 21 februari 2014. De aanvraag heeft voorts betrekking op 138 jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's); hun aantal is gelijk is aan dat van het geschatte aantal deelnemende ontslagen werknemers.

B)  De Ierse autoriteiten voeren aan dat de ontslagen verband houden met grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen als gevolg van de globalisering, die ertoe leidden dat er in de EU binnen vier jaar (2008-2012) viermaal zo veel sieraden werden ingevoerd als voorheen, waarvan 95% uit Azië.

C)  26,09% van de werknemers voor wie deze maatregelen bestemd zijn, zijn mannen en 73,09% vrouwen, en hun inkomen was vaak de enige of belangrijkste inkomstenbron voor hele gezinnen in dit gebied, dat al zoveel economische problemen kent. De meeste werknemers (89,86%) zijn tussen 30 en 54 jaar oud. De werknemers hadden gemiddeld minstens 15 opeenvolgende jaren bij het bedrijf gewerkt. Sommigen hadden er meer dan 30 jaar gewerkt.

D)  Volgens een raming van de autoriteiten zullen naar verwachting 138 van de ontslagen werknemers deelnemen aan de maatregelen.

Daarom verzoekt de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie over de Ierse aanvraag op te nemen:

1.  is het met de Commissie eens dat de door de Ierse autoriteiten aangehaalde uitzonderlijke omstandigheden, nl. dat de gedwongen ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de lokale en regionale economie, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de EFG-Verordening een afwijking van de in drempel van 500 gedwongen ontslagen rechtvaardigen en dat Ierland dus in aanmerking komt voor een financiële bijdrage uit hoofde van die verordening;

2.  wijst erop dat de Ierse autoriteiten besloten hebben om behalve aan de ontslagen werknemers ook door het EGF gecofinanierde individuele diensten aan te bieden aan 138 jongeren onder de 25 jaar die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's), waardoor het aantal begunstigden die naar verwachting zullen deelnemen aan de maatregelen op 276 uitkomt; uit zijn bezorgdheid over de onduidelijke wijze waarop zal worden vastgesteld welke NEET's daarvoor in aanmerking komen; dringt er bij de Ierse autoriteiten op aan de sociale criteria in acht te nemen en te waarborgen dat bij de selectie van de begunstigden van toelagen en stimulerende maatregelen de beginselen van non-discriminatie en gelijke kansen ten volle worden geëerbiedigd;

3.  herinnert eraan dat de voorgestelde maatregelen van dien aard moeten zijn dat rekening wordt gehouden met het feit dat ontslagen werknemers en NEET's verschillende behoeften hebben; is derhalve ingenomen met de aanpak van de autoriteiten, die bestaat in het aanbieden van hoge mate gepersonaliseerde acties; wijst erop dat deze werknemers hoofdzakelijk een baan zullen moeten zoeken in andere bedrijfstakken en dat daarom een aanzienlijke mate van bijscholing nodig zal zijn;

4.  wenst dat er bij de tussentijdse herziening een aparte lijst wordt gepresenteerd van financiële maatregelen ten behoeve van de beoogde NEET's;

5.  wijst erop dat de opleiding die voor NEET's beschikbaar is inclusief moet zijn en alle geledingen van de maatschappij moet bestrijken, met inbegrip van kansarme groeperingen;

6.  neemt ter kennis dat dit de eerste EFG-aanvraag is voor werknemers die ontslagen zijn in de sector bewerking van edelstenen en vervaardiging van sieraden en dergelijke artikelen, een sector die ook te lijden heeft onder de toenemende onlineverkoop en daardoor nog verder achteruit zou kunnen gaan;

7.  is ingenomen met het feit dat er zowel voor de betrokken ontslagen werknemers als voor de NEET's een open dag is gehouden om te tonen welke soorten steunmaatregelen in het kader van het programma beschikbaar zijn en om de beoogde EGF-begunstigden de gelegenheid te geven om de diverse opties te bespreken met de dienstenaanbieders;

8.  is ingenomen met het idee om als onderdeel van de voorgestelde acties steun te verlenen voor vaardigheidsnetwerken, waarbij de opleiding gericht is op de het vinden van een nieuwe baan bij bedrijven die in dezelfde industriesector of hetzelfde geografische gebied actief zijn;

9.  wijst erop dat de maatregelen op het gebied van inkomenssteun strikt beperkt zijn tot een maximum van 35% van het totale pakket van individuele dienstverlening;

10.  mist duidelijkheid rond de ramingen van de bedragen die voor steun voor het oprichten van een bedrijf of het zich vestigen als zelfstandige moeten worden toegewezen; is van mening dat het werkelijke aantal begunstigden kan afwijken van die ramingen en dat dit tot een andere verdeling van de geraamde totale kosten zal kunnen leiden; wijst op de belangrijke rol van de plaatselijke ondernemingsraden bij de verlening van "zachte" en "harde" diensten, en in het bijzonder bij de beoordeling van de haalbaarheid van bedrijfsplannen en de toekenning van steun, die maximaal 15 000 EUR mag bedragen;

11.  herinnert eraan dat in artikel 7 van de EFG-verordening is bepaald dat bij het samenstellen van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vaardigheden die daarvoor vereist zullen zijn, en dat het gecoördineerde pakket gericht dient te zijn op de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie.

Hoogachtend,

Marita ULVSKOG,

Waarnemend voorzitter, eerste ondervoorzitter

BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE REGIONALE ONTWIKKELING

De heer Jean ARTHUIS

Voorzitter

Begrotingscommissie

Europees Parlement

ASP 09 G 205

1047 Brussel

Geachte heer Arthuis,

Betreft:     Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

Vier afzonderlijke Commissievoorstellen voor een besluit om middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) beschikbaar te stellen werden voor advies doorverwezen naar de Commissie regionale ontwikkeling. Ik heb begrepen dat het de bedoeling is dat er op 13 oktober en 3 november verslagen over deze voorstellen worden aangenomen in de Begrotingscommissie.

De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer.

-          COM(2014)0553 behelst een voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG ter hoogte van 911 934 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen om 939 werknemers die zijn ontslagen na de sluiting van de productie-eenheid voor staalplakken van Carsid SA, in Marcinelle (Charleroi) te België, te helpen bij hun terugkeer naar de arbeidsmarkt.

-          COM(2014)0560 behelst een voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG ter hoogte van 12 704 605 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen om 6 120 werknemers die zijn ontslagen bij de fabrikant van auto's, aanhangwagens en opleggers Peugeot Citroën Automobiles (PSA) in de regio's Ile de France en Bretagne in Frankrijk, te helpen bij hun terugkeer naar de arbeidsmarkt.

-          COM(2014)0616 behelst een voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG ter hoogte van 1 501 200 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen om 171 werknemers die zijn ontslagen bij Andersen Ireland Limited, actief in de sector bewerking van edelstenen en vervaardiging van sieraden en dergelijke artikelen in de regio's Southern en Eastern in Ierland, te helpen bij hun terugkeer naar de arbeidsmarkt.

-          COM(2014)0620 behelst een voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG ter hoogte van 7 290 900 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen om 761 werknemers die zijn ontslagen bij Sprider Stores S.A., actief in de detailhandel in de regio's Centraal-Macedonië en Attica in Griekenland, te helpen bij hun terugkeer naar de arbeidsmarkt.

De commissiecoördinatoren hebben deze voorstellen besproken, en mij verzocht u te schrijven dat de Commissie regionale ontwikkeling geen bezwaar heeft tegen de beschikbaarstelling van de voornoemde bedragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, zoals door de Commissie voorgesteld.

Hoogachtend,

Iskra MIHAYLOVA

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

4.11.2014

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

25

3

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nedzhmi Ali, Jean Arthuis, Richard Ashworth, Jean-Paul Denanot, Gérard Deprez, José Manuel Fernandes, Esteban González Pons, Ingeborg Gräßle, Iris Hoffmann, Bernd Kölmel, Zbigniew Kuźmiuk, Vladimír Maňka, Siegfried Mureşan, Liadh Ní Riada, Paul Rübig, Petri Sarvamaa, Patricija Šulin, Eleftherios Synadinos, Paul Tang, Indrek Tarand, Marco Valli, Daniele Viotti, Marco Zanni

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Pablo Echenique, Ernest Maragall, Ivan Štefanec, Nils Torvalds, Tomáš Zdechovský