VERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding voor het begrotingsjaar 2013

30.3.2015 - (2014/2109(DEC))

Commissie begrotingscontrole
Rapporteur: Ryszard Czarnecki

Procedure : 2014/2109(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0069/2015
Ingediende teksten :
A8-0069/2015
Aangenomen teksten :

1. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding voor het begrotingsjaar 2013

(2014/2109(DEC))

Het Europees Parlement,

–       gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding voor het begrotingsjaar 2013,

–       gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding voor het begrotingsjaar 2013, tezamen met de antwoorden van het Centrum[1],

–       gezien de verklaring van de Rekenkamer[2] voor het begrotingsjaar 2013 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–       gezien de aanbeveling van de Raad van 17 februari 2015 betreffende de aan het Centrum te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2013 (05304/2015 – C8-0054/2015),

–       gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–       gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[3],

–       gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[4], en met name artikel 208,

–       gezien Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en ­bestrijding[5], en met name artikel 23,

–       gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[6],

–       gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad[7], en met name artikel 108,

–       gezien artikel 94 en bijlage V van zijn Reglement,

–       gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A8-0069/2015),

1.      verleent de directeur van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2013;

2.      formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3.      verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

2. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over de afsluiting van de rekeningen van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding voor het begrotingsjaar 2013

(2014/2109(DEC))

Het Europees Parlement,

–       gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding voor het begrotingsjaar 2013,

–       gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding voor het begrotingsjaar 2013, tezamen met de antwoorden van het Centrum[8],

–       gezien de verklaring van de Rekenkamer[9] voor het begrotingsjaar 2013 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–       gezien de aanbeveling van de Raad van 17 februari 2015 betreffende de aan het Centrum te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2013 (05304/2015 – C8-0054/2015),

–       gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–       gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[10],

–       gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[11], en met name artikel 208,

–       gezien Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en ­bestrijding[12], en met name artikel 23,

–       gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[13],

–       gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad[14], en met name artikel 108,

–       gezien artikel 94 en bijlage V van zijn Reglement,

–       gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A8-0069/2015),

1.      stelt vast dat de definitieve jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding overeenkomt met de weergave in de bijlage bij het verslag van de Rekenkamer;

2.      hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding voor het begrotingsjaar 2013;

3.      verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

3. ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding voor het begrotingsjaar 2013

(2014/2109(DEC))

Het Europees Parlement,

–       gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding voor het begrotingsjaar 2013,

–       gezien artikel 94 en bijlage V van zijn Reglement,

–       gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A8-0069/2015),

A.     overwegende dat volgens de financiële staten de definitieve begroting van het Europees Centrum voor ziektepreventie en ­bestrijding (hierna "het Centrum") voor het begrotingsjaar 2013 58 315 000 EUR bedroeg, een stijging van 0,2 % ten opzichte van 2012;

B.     overwegende dat de totale bijdrage van de Unie aan de begroting van het Centrum voor 2013 56 727 000 EUR bedroeg, hetzelfde bedrag als in 2012; benadrukt dat dit bedrag 0,039 % van de totale begroting van de Unie vormt;

C.     overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en ­bestrijding voor het begrotingsjaar 2013 ("het verslag van de Rekenkamer") verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben gekregen dat de jaarrekening van het Centrum betrouwbaar is en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn,

Follow-up van de kwijting voor 2012

1.      maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat de Rekenkamer met betrekking tot de drie in het kwijtingsverslag 2012 geformuleerde opmerkingen er twee als "niet van toepassing" heeft aangemerkt en een als "nog in uitvoering"; stelt vast dat het in het laatste geval gaat om verificaties vooraf die niet worden geschraagd door voldoende documentatie over de subsidiabiliteit en de juistheid van de kosten die worden geclaimd; stelt met bezorgdheid vast dat het Centrum een strategie van verificaties achteraf met een vertraging van tien maanden heeft vastgesteld; verwacht van het Centrum dat het de kwijtingsautoriteit op de hoogte stelt zodra deze kwestie is opgelost;

2.      verneemt van het Centrum dat:

a.      de herziene versie van zijn omvattende onafhankelijkheidsbeleid, die de raad van bestuur van het Centrum in 2014 zou goedkeuren, is gesplitst in een deel dat voor externe deskundigen geldt, en een deel dat voor personeelsleden geldt; neemt er kennis van dat deze beleidsdocumenten in 2015 door de raad van bestuur van het Centrum zullen kunnen worden goedgekeurd; verzoekt het Centrum de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de goedkeuring van genoemde documenten;

b.      de cv's en de belangenverklaringen van de leden van de raad van bestuur, het adviesforum en het hogere management openbaar gemaakt zijn op de website van het Centrum;

c.      op de website van het Centrum informatie wordt verstrekt over de impact van zijn activiteiten op de burgers van de Unie; daar worden verschillende soorten documenten gepubliceerd, waaronder persberichten, nieuwsbrieven, resultaten van wetenschappelijk onderzoek en specifieke rapporten;

Opmerkingen over de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen

3.      stelt na lezing van het verslag van de Rekenkamer bezorgd vast dat het Centrum het beheer van zijn aanbestedingsprocedures weliswaar heeft verbeterd, maar dat er voor één in 2013 gestarte procedure tegenstrijdige informatie stond in de aankondiging van de opdracht enerzijds en het bestek anderzijds, wat het concurrentieproces en de uitkomst van de procedure kan hebben beïnvloed; neemt er kennis van dat het Centrum na de controle van de Rekenkamer onmiddellijk corrigerende maatregelen heeft genomen en het kadercontract heeft geannuleerd;

Financieel en begrotingsbeheer

4.      merkt op dat de inspanningen op het gebied van begrotingstoezicht gedurende het begrotingsjaar 2013 hebben geresulteerd in een vrij laag percentage voor de begrotingsuitvoering (92,96 %) en dat het uitvoeringspercentage voor de betalingskredieten 74,14 % bedroeg; stelt bezorgd vast dat annulering van kredieten in alle begrotingstitels voorkwam, en wijst erop dat het uitvoeringspercentage voor de betalingskredieten met 2,12 % daalde ten opzichte van het voorgaande jaar;

5.      neemt kennis van de verklaring van het Centrum dat het in de begroting 2013 middelen had gereserveerd om de salarissen van het personeel met terugwerkende kracht te kunnen aanpassen; neemt er nota van dat het Hof van Justitie van de Europese Unie pas in het laatste kwartaal uitspraak heeft gedaan, waardoor het Centrum deze middelen niet meer voor andere doeleinden kon aanwenden;

6.     merkt op dat het Centrum in 2013 een positief begrotingsresultaat had, dat na optelling bij het negatieve resultaat van de voorgaande jaren, resulteerde in een globaal positief resultaat; merkt op dat hierdoor in 2014 aan de Commissie 2 012 975 EUR moet worden terugbetaald ten aanzien van de begroting 2013;

Vastleggingen en overdrachten

7.      stelt met bezorgdheid vast dat het niveau van de naar 2014 overgedragen vastgelegde kredieten relatief hoog was, namelijk 1 714 484 EUR (26 %) voor titel II (administratieve uitgaven) en 7 907 139 EUR (44 %) voor titel III (beleidsuitgaven); stelt ten aanzien van titel II vast dat deze overdrachten voornamelijk verband hielden met de aanschaf van IT-hardware en -software en met de lopende externe evaluatie van het Centrum; neemt er ten aanzien van titel III nota van dat de overdrachten hoofdzakelijk meerjarige projecten en IT-posten betroffen waarvoor activiteiten werden uitgevoerd en betalingen werden verricht overeenkomstig de operationele behoeften;

8.      stelt met bezorgdheid vast dat de Rekenkamer tekortkomingen heeft geconstateerd met betrekking tot de planning en uitvoering van de begroting voor operationele vergaderingen, voornamelijk door overschatting van het aantal deelnemers en de hotel- en vliegkosten; vindt het verontrustend dat voor de desbetreffende begrotingslijn 29 % van de kredieten voor 2013 en 59 % van de overdrachten uit 2012 is geannuleerd, en dat daarnaast 38 % van de in 2013 vastgelegde kredieten voor operationele vergaderingen naar 2014 is overgedragen; dringt er bij het Centrum op aan zich aan het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit te houden en zijn financieel beheer op dit punt te verbeteren;

Aanbestedings- en aanwervingsprocedures

9.      merkt op dat er voor het jaar 2013 geen steekproefsgewijs gecontroleerde verrichtingen noch andere auditresultaten zijn geweest die voor de Rekenkamer aanleiding waren om in haar verslag aanmerkingen te maken op de aanbestedingsprocedures van het Centrum;

10.    neemt er nota van dat het Centrum gestart is met het verbeteren van zijn aanbestedingsprocedures middels de oprichting van een "afdeling aanbestedingen" en een "afdeling juridische diensten", en middels een herstructurering van de aanbestedings- en financieringsactiviteiten;

11.    merkt op dat de Rekenkamer in haar verslag geen opmerkingen heeft gemaakt over de aanwervingsprocedures van het Centrum;

12.    merkt op dat eind 2013, 190 van de 198 posten waarin het organigram voorziet, bezet waren; erkent dat de bezettingsgraad is verbeterd ten opzichte van 2012;

Interne controles

13.    neemt kennis van de verklaring van het Centrum dat het plan voor het achteraf verifiëren van subsidies in 2012 vertraging heeft opgelopen en met het overeenkomstige plan voor 2013 is samengevoegd; stelt vast dat het voor 2013 opgestelde plan voor verificatie ex post van subsidies wordt uitgevoerd met ondersteuning van een externe auditonderneming, die is aangetrokken via het kadercontract van de Commissie voor technische hulpverlening op het gebied van audits en controles; dringt er bij het Centrum op aan de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de resultaten van de audits die in het kader van het plan voor 2013 worden geselecteerd en uitgevoerd;

Intern auditonderzoek

14.    stelt vast dat de dienst Interne Audit van de Commissie (DIA) in 2013 een volledige risicobeoordeling heeft uitgevoerd die is uitgemond in zijn strategisch controleplan voor het Centrum, met daarin voorstellen voor controles in de periode 2014-2016; neemt er nota van dat de DIA geen verdere auditopdrachten heeft uitgevoerd;

15.    merkt op dat de DIA door middel van onderzoek van de stukken is nagegaan welk gevolg gegeven is aan zijn eerdere aanbevelingen; verneemt van het Centrum dat er per 31 december 2013 geen zeer belangrijke of essentiële aanbevelingen meer openstonden;

o

o   o

16.    verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van … 2015[15] over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de agentschappen.

3.2.2015

ADVIES van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

aan de Commissie begrotingscontrole

inzake het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) voor het begrotingsjaar 2013

(2014/2109(DEC))

Rapporteur voor advies: Giovanni La Via

SUGGESTIES

De Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid verzoekt de ten principale bevoegde Commissie begrotingscontrole onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  merkt op dat in 2013 een bedrag van 58 315 356 EUR uit de algemene begroting van de Unie beschikbaar is gesteld aan het Europees Centrum voor ziektepreventie en bestrijding ("het Centrum"); benadrukt dat dit bedrag overeenkomt met 0,039 % van de totale EU-begroting;

2.  verzoekt het Centrum opnieuw in zijn interne en externe communicatie duidelijk te maken dat het middelen uit de begroting van de Unie (subsidie van de Unie) ontvangt in plaats van een subsidie van de Commissie of een subsidie van de Gemeenschap;

3.  merkt op dat het Centrum in 2013 een positief begrotingsresultaat had, dat na optelling bij het negatieve resultaat van de voorgaande jaren, resulteerde in een globaal positief resultaat; merkt op dat hierdoor in 2014 aan de Commissie 2 012 975 EUR moet worden terugbetaald ten aanzien van de begroting 2013;

4.  merkt op dat, hoewel het zich bewust is van de meerjarenactiviteiten van het Centrum die tot overdrachten hebben geleid, de overdracht van vastleggingskredieten in 2013 vrij hoog was (9 621 623 EUR); verzoekt het Centrum te proberen het jaarperiodiciteitsbeginsel van de begroting in acht te nemen;

5.  is ingenomen met de inspanningen van het Centrum om de corrigerende maatregelen die het heeft genomen naar aanleiding van de eerdere opmerkingen van de Rekenkamer af te ronden, met name de invoering van een strategie voor een verificatie achteraf, alsook met zijn toezegging om nauwer toe te zien op de uitgaven voor vergaderingen en zo onnodige overdrachten of annuleringen te voorkomen;

6.  merkt op dat eind 2013, 190 van de 198 posten waarin het organigram voorziet, bezet waren; erkent dat de bezettingsgraad is verbeterd ten opzichte van 2012;

7.  is verheugd over het feit dat de Rekenkamer van mening is dat de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Centrum voor het begrotingsjaar 2013 op alle materiële punten wettig en regelmatig zijn;

8.  beveelt op grond van de beschikbare feiten aan om de directeur van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding kwijting te verlenen voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2013.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

29.1.2015

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

55

8

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Marco Affronte, Margrete Auken, Pilar Ayuso, Zoltán Balczó, Catherine Bearder, Ivo Belet, Simona Bonafè, Biljana Borzan, Nessa Childers, Alberto Cirio, Birgit Collin-Langen, Mireille D’Ornano, Miriam Dalli, Seb Dance, Angélique Delahaye, Jørn Dohrmann, Stefan Eck, Bas Eickhout, José Inácio Faria, Francesc Gambús, Elisabetta Gardini, Enrico Gasbarra, Jens Gieseke, Julie Girling, Sylvie Goddyn, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Andrzej Grzyb, Jytte Guteland, Anneli Jäätteenmäki, Benedek Jávor, Josu Juaristi Abaunz, Karin Kadenbach, Kateřina Konečná, Giovanni La Via, Peter Liese, Norbert Lins, Valentinas Mazuronis, Susanne Melior, Massimo Paolucci, Gilles Pargneaux, Piernicola Pedicini, Bolesław G. Piecha, Pavel Poc, Marcus Pretzell, Frédérique Ries, Davor Škrlec, Renate Sommer, Tibor Szanyi, Nils Torvalds, Glenis Willmott, Jadwiga Wiśniewska

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Nicola Caputo, Mark Demesmaeker, Herbert Dorfmann, Jan Huitema, Peter Jahr, Merja Kyllönen, Nuno Melo, Marijana Petir, Julia Reid, Bart Staes, Kay Swinburne

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Clara Eugenia Aguilera García, Damian Drăghici

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

23.3.2015

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

23

3

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Inés Ayala Sender, Ryszard Czarnecki, Dennis de Jong, Tamás Deutsch, Martina Dlabajová, Ingeborg Gräßle, Bernd Kölmel, Bogusław Liberadzki, Verónica Lope Fontagné, Monica Macovei, Georgi Pirinski, Petri Sarvamaa, Claudia Schmidt, Bart Staes, Michael Theurer, Marco Valli, Derek Vaughan, Anders Primdahl Vistisen, Joachim Zeller

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Caterina Chinnici, Iris Hoffmann, Monika Hohlmeier, Benedek Jávor, Andrey Novakov, Julia Pitera, Miroslav Poche

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Laura Ferrara

  • [1]  PB C 442 van 10.12.2014, blz. 123.
  • [2]  PB C 442 van 10.12.2014, blz. 123.
  • [3]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [4]  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
  • [5]  PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1.
  • [6]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [7]  PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.
  • [8]  PB C 442 van 10.12.2014, blz. 123.
  • [9]  PB C 442 van 10.12.2014, blz. 123.
  • [10]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [11]  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
  • [12]  PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1.
  • [13]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [14]  PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.
  • [15]  Aangenomen teksten van die datum, P8_TA-PROV(2015)0000.