VERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2013

30.3.2015 - (2014/2112(DEC))

Commissie begrotingscontrole
Rapporteur: Ryszard Czarnecki

Procedure : 2014/2112(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0086/2015
Ingediende teksten :
A8-0086/2015
Aangenomen teksten :

1. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2013

(2014/2112(DEC))

Het Europees Parlement,

–       gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2013,

–       gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2013, tezamen met de antwoorden van de Academie[1],

–       gezien de verklaring van de Rekenkamer[2] voor het begrotingsjaar 2013 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–       gezien de aanbeveling van de Raad van 17 februari 2015 betreffende de aan de Academie te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2013 (05304/2015 – C8-0054/2015),

–       gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–       gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[3],

–       gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[4], en met name artikel 208,

–       gezien Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA) en tot intrekking van Besluit 2000/820/JBZ[5], en met name artikel 16,

–       gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[6],

–       gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad[7], en met name artikel 108,

–       gezien artikel 94 en bijlage V van zijn Reglement,

–       gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A8-0086/2015),

1.      verleent de directeur van de Europese Politieacademie kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Academie voor het begrotingsjaar 2013;

2.      formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3.      verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van de Europese Politieacademie, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

2. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over de afsluiting van de rekeningen van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2013

(2014/2112(DEC))

Het Europees Parlement,

–       gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2013,

–       gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2013, tezamen met de antwoorden van de Academie[8],

–       gezien de verklaring van de Rekenkamer[9] voor het begrotingsjaar 2013 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–       gezien de aanbeveling van de Raad van 17 februari 2015 betreffende de aan de Academie te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2013 (05304/2015 – C8-0054/2015),

–       gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–       gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[10],

–       gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[11], en met name artikel 208,

–       gezien Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA) en tot intrekking van Besluit 2000/820/JBZ[12], en met name artikel 16,

–       gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[13],

–       gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad[14], en met name artikel 108,

–       gezien artikel 94 en bijlage V van zijn Reglement,

–       gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A8-0086/2015),

1.      stelt vast dat de definitieve jaarrekening van de Europese Politieacademie overeenkomt met de weergave in de bijlage bij het verslag van de Rekenkamer;

2.      hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2013;

3.      verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van de Europese Politieacademie, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

3. ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2013

(2014/2112(DEC))

Het Europees Parlement,

–       gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2013,

–       gezien artikel 94 en bijlage V van zijn Reglement,

–       gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A8-0086/2015),

A.     overwegende dat volgens de jaarrekening de begroting van de Europese Politieacademie (hierna "Academie") voor het begrotingsjaar 2013 8 450 640 EUR bedroeg; overwegende dat de begroting van de Academie volledig wordt gefinancierd met middelen van de begroting van de Unie;

B.     overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2013 (hierna "het verslag van de Rekenkamer") verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben gekregen dat de jaarrekening van de Academie betrouwbaar is en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

Follow-up van de kwijting voor 2012

1.      maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat naar aanleiding van drie in het verslag van de Rekenkamer van 2011 geformuleerde opmerkingen die in het verslag van 2012 als "onopgelost" aangemerkt waren, alsook van één opmerking die als "loopt nog" aangemerkt was, er voor één opmerking corrigerende maatregelen getroffen zijn en deze in het verslag van de Rekenkamer nu als "afgerond" aangemerkt is, dat twee opmerkingen als "loopt nog" aangemerkt zijn en één opmerking als "niet van toepassing"; merkt bovendien op dat er ten aanzien van de zes opmerkingen in het verslag van de Rekenkamer van 2012 in reactie op de opmerkingen van het voorgaande jaar voor één opmerking corrigerende maatregelen zijn getroffen en deze nu als "afgerond" aangemerkt is, dat er twee opmerkingen als "niet van toepassing" aangemerkt zijn, twee als "loopt nog" en één als "onopgelost";

2.      begrijpt van de Academie dat:

-     de informatie over de impact van haar activiteiten op de burgers van de Unie verstrekt wordt op de website van de Academie door middel van de jaarlijkse publicatie van strategische documenten, waaronder het jaarverslag, alsook via andere communicatiekanalen zoals video's en specifieke rubrieken op de website;

-     haar Raad van bestuur besloten heeft om vanaf april 2014 een deel van de boekhouddiensten uit te besteden aan de Commissie; neemt kennis van de inspanningen die de Academie heeft gedaan om haar administratieve uitgaven te verminderen;

Financieel en begrotingsbeheer

3.      merkt op dat inspanningen op het gebied van begrotingstoezicht gedurende het begrotingsjaar 2013 hebben geresulteerd in een uitvoeringspercentage van de begroting van 94,89 % en dat het uitvoeringspercentage van de betalingskredieten 92,46 % bedroeg; erkent de inspanningen van de Academie om het uitvoeringspercentage van de betalingskredieten, dat in 2012 76 % bedroeg, aanzienlijk te verhogen, namelijk met 21 %;

Vastleggingen en overdrachten

4.      stelt met bezorgdheid vast dat het niveau van naar 2014 overgedragen vastgelegde kredieten hoog was, namelijk 30,46 % voor titel II (administratieve uitgaven); stelt vast dat het niveau van voor titel III (beleidsuitgaven) overgedragen vastgelegde kredieten 17,91 % bedroeg; begrijpt uit het verslag van de Rekenkamer dat de overdrachten voor titel II voornamelijk het gevolg waren van gebeurtenissen buiten de controle van de Academie, zoals in 2014 verschuldigde betalingen voor conform de planning in 2013 bestelde en ontvangen diensten en goederen;

5.      erkent bovendien dat de overdrachten van de Academie gedaald zijn van 20 % voor de verrichtingen 2012-2013 naar 11 % voor de verrichtingen 2013-2014; neemt kennis van de maatregelen die de Academie heeft genomen, maar roept de Academie op het niveau van de overdrachten nog verder te verbeteren en zo het jaarperiodiciteitsbeginsel van de begroting beter in acht te nemen;

6.      stelt met bezorgdheid vast dat van de van 2012 overgedragen vastgelegde kredieten ten bedrage van 1 669 930 EUR, 18,19 % (303 740 EUR) werd geannuleerd in 2013; erkent dat de geannuleerde vastleggingen hoofdzakelijk het gevolg waren van het feit dat de in het kader van de subsidieovereenkomsten 2012 te vergoeden kosten lager waren dan geraamd; merkt op dat het aantal annuleringen aangeeft dat het nodig is dat aan het einde van het jaar van de begunstigden nauwkeuriger informatie wordt verkregen over de werkelijk gemaakte kosten; verzoekt de Academie de kwijtingsautoriteit mee te delen welke maatregelen zijn genomen om deze tekortkoming prioritair te verhelpen;

Overschrijvingen

7.      begrijpt van de Academie dat zij een nieuwe procedure voor overschrijvingen van de begroting heeft ingevoerd, waardoor de begrotingsstructuur is verbeterd en het toezicht op de uitvoering van de begroting is toegenomen;

8.      stelt vast dat de Academie in 2013 negen begrotingsoverschrijvingen ten belope van 500 000 EUR binnen hun respectieve titels heeft verricht; erkent dat alle overschrijvingen overeenkomstig de financiële regels en de uitvoeringsvoorschriften hebben plaatsgevonden; merkt bovendien op dat door de verbeteringen van de begrotingsprocedure het aantal overschrijvingen van de begroting een dalende trend vertoont;

Aanbestedings- en aanwervingsprocedures

9.      uit zijn bezorgdheid over de bevindingen in het verslag van de Rekenkamer dat de aanwervingsprocedures van de Academie nog steeds niet volledig transparant zijn, aangezien bepaalde procedurele elementen nog altijd onvolledig, onvoldoende duidelijk en incorrect zijn; neemt kennis van de acties van de Academie om het aanwervingsproces te herzien door de desbetreffende werkinstructies, modellen en checklists te herstructureren en te verbeteren; verzoekt de Academie de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de impact van de herziene procedure op de aanwervingen waarmee in 2014 is begonnen, en kijkt uit naar de bevindingen van de toekomstige controles van de Rekenkamer inzake de aanwervingsprocedures;

Voorkoming van en omgang met belangenconflicten en transparantie

10.    neemt kennis van het feit dat de Academie van plan is de bestaande regelingen te herzien om een specifiek beleid inzake belangenconflicten te ontwikkelen voor haar personeel en andere belanghebbenden die rechtstreeks met de Academie samenwerken maar niet tot haar personeelsbestand behoren; erkent dat de raad van bestuur van de Academie haar beleid inzake voorkoming van en omgang met belangenconflicten in november 2014 heeft vastgesteld;

11.    neemt kennis van de publicatie op de website van de Academie van de belangenverklaringen van de directeur, de adjunct-directeur en het hoofd bedrijfsdiensten; erkent dat de Academie na de vaststelling van het beleid inzake belangenconflicten in november 2014 de leden van de raad van bestuur heeft verzocht hun belangenverklaringen en curriculum vitae op de website van de Academie te publiceren;

12.    vraagt de Academie dringend om voor juni 2015 de belangenverklaringen bekend te maken van haar personeel, van de leden van haar raad van bestuur, van de leden van de werkgroep / het auditpanel, en van de gedetacheerde nationale deskundigen;

13.    betreurt dat de Academie geen antwoord wist te geven op de vraag naar eventuele initiatieven voor meer transparantie rond de contacten van de agentschappen met lobbyisten; vraagt de Academie dringend om die vraag voor eind mei 2015 alsnog te beantwoorden;

Interne controle

14.    neemt kennis van het feit dat de Dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie een audit heeft uitgevoerd om na te gaan of het internecontrolesysteem betreffende de subprocessen op het vlak van personele middelen van de Academie adequaat is opgezet en daadwerkelijk wordt toegepast; erkent dat de IAS heeft geconcludeerd dat het bestaande internecontrolesysteem redelijke zekerheid biedt om de bedrijfsdoelstellingen voor adequate procedures op het vlak van personele middelen te verwezenlijken;

15.    stelt vast dat de IAS aan de hand van stukken de uitvoering van zijn vroegere aanbevelingen is nagegaan en heeft geconcludeerd dat er aan het eind van het jaar geen kritieke of zeer belangrijke aanbevelingen meer openstonden;

16.    neemt kennis van de inspanningen die de Academie doet om aan de aanbevelingen van de Europese Rekenkamer en de IAS uitvoering te geven, met het oog op een prompte uitvoering van de actieplannen; constateert dat het uitvoeringspercentage voor de aanbevelingen per einde 2013 83 % bedroeg;

Overige opmerkingen

17.    is er verheugd over dat de Academie in oktober 2014 officieel haar nieuwe hoofdkantoor in Boedapest in gebruik heeft genomen; steunt de inspanningen die de Academie doet om de verhuizing naar de nieuwe vestigingsplaats volgens de beginselen van goed financieel beheer te laten plaatsvinden; erkent bovendien dat de raad van bestuur in verband hiermee voor het begrotingsjaar 2014 een begrotingswijziging heeft ingediend en goedgekeurd;

18.    onderkent dat de verhuizing van de Academie van Bramshill naar haar nieuwe vestiging in Boedapest een besparing oplevert van 200 000 EUR per jaar; is verheugd over deze besparing in de functioneringskosten van de Academie en over het feit dat het gebruik van de kantoren in de nieuwe vestigingsplaats gratis is en dat de infrastructuur voor een periode van ten minste tien jaar wordt aangeboden; verzoekt de Academie in haar volgende jaarverslag een overzicht op te nemen van de besparingen in de operationele kosten;

19.    constateert met verontrusting dat de discussie over de toekomst van de Academie nog steeds doorgaat, wat ten koste gaat van de planning en uitvoering van haar taken;

20.    constateert met verontrusting dat de Academie geen afdoende antwoord heeft gegeven op de vraag van de kwijtingsautoriteit naar kosten-efficiënte en milieuvriendelijke oplossingen voor de werkomgeving; vraagt de Academie dit alsnog te doen;

o

o       o

21.    verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van … 2015[15] over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de agentschappen.

6.2.2015

ADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

aan de Commissie begrotingscontrole

inzake het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2013

(2014/2112(DEC))

Rapporteur voor advies: Sylvie Guillaume

SUGGESTIES

De Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie begrotingscontrole onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.      is verheugd over de conclusies van de Rekenkamer dat de jaarrekening van de Europese Politieacademie (CEPOL) in alle belangrijke opzichten een getrouw beeld geeft van haar financiële situatie per 31 december 2013 en van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten begrotingsjaar, en dat de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van CEPOL betreffende het begrotingsjaar 2013 op alle materiële punten wettig en regelmatig zijn;

2. neemt kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer ten aanzien van noodzakelijke verbeteringen in het kader van de begrotingsplanning, alsook ten aanzien van maatregelen die CEPOL heeft genomen waarmee een vermindering van het volume van de overdrachten is gerealiseerd;

3. neemt kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer over noodzakelijke verbeteringen met betrekking tot de transparantie van de aanwervingsprocedures; benadrukt in dit verband de toelichtingen van CEPOL over recente wijzigingen dankzij welke de documentatie kon worden aangevuld over de procedures inzake personele middelen en een bijdrage is geleverd tot een grotere transparantie van het gehele proces;

4. is verheugd over de officiële heropening van CEPOL op 1 oktober 2014 in haar nieuwe vestigingsplaats, waarbij het verwijst naar de punten van zorg die de Rekenkamer had geuit in haar audit over 2012 met betrekking tot de onzekerheden over de zetel van CEPOL, de precaire situatie van haar personeel en de hieruit voortvloeiende problemen voor de budgettaire planning;

5.  is in algemene zin van mening dat CEPOL, gelet op het jaarbeginsel voor de begroting, meer aandacht moet besteden aan het beginsel van goed financieel beheer, d.w.z. aan de vraag of CEPOL de beschikbare kredieten voor de uitvoering van haar taken zuinig, doelmatig en doeltreffend besteedt.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

5.2.2015

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

45

4

3

Bij de eindstemming aanwezige leden

Martina Anderson, Heinz K. Becker, Bodil Ceballos, Caterina Chinnici, Ignazio Corrao, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Frank Engel, Cornelia Ernst, Laura Ferrara, Monika Flašíková Beňová, Lorenzo Fontana, Mariya Gabriel, Nathalie Griesbeck, Sylvie Guillaume, Monika Hohlmeier, Brice Hortefeux, Filiz Hyusmenova, Sophia in ‘t Veld, Eva Joly, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Timothy Kirkhope, Barbara Kudrycka, Kashetu Kyenge, Marju Lauristin, Juan Fernando López Aguilar, Vicky Maeijer, Louis Michel, Claude Moraes, József Nagy, Soraya Post, Judith Sargentini, Birgit Sippel, Csaba Sógor, Traian Ungureanu, Marie-Christine Vergiat, Harald Vilimsky, Kristina Winberg, Tomáš Zdechovský

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Hugues Bayet, Andrea Bocskor, Pál Csáky, Dennis de Jong, Petra Kammerevert, Ska Keller, Andrejs Mamikins, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Christine Revault D’Allonnes Bonnefoy, Jaromír Štětina, Axel Voss

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Eugen Freund, Elisabetta Gardini, Charles Tannock

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

23.3.2015

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

20

5

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Inés Ayala Sender, Ryszard Czarnecki, Dennis de Jong, Tamás Deutsch, Martina Dlabajová, Ingeborg Gräßle, Bernd Kölmel, Bogusław Liberadzki, Verónica Lope Fontagné, Monica Macovei, Georgi Pirinski, Petri Sarvamaa, Claudia Schmidt, Bart Staes, Michael Theurer, Marco Valli, Derek Vaughan, Anders Primdahl Vistisen, Joachim Zeller

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Caterina Chinnici, Iris Hoffmann, Monika Hohlmeier, Benedek Jávor, Andrey Novakov, Julia Pitera, Miroslav Poche

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Laura Ferrara

  • [1]  PB C 442 van 10.12.2014, blz. 51.
  • [2]  PB C 442 van 10.12.2014, blz. 51.
  • [3]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [4]  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
  • [5]  PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63.
  • [6]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [7]  PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.
  • [8]  PB C 442 van 10.12.2014, blz. 51.
  • [9]  PB C 442 van 10.12.2014, blz. 51.
  • [10]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [11]  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
  • [12]  PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63.
  • [13]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [14]  PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.
  • [15]  Aangenomen teksten van die datum, P8_TA-PROV(2015)0000.