VERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen voor het begrotingsjaar 2013

30.3.2015 - (2014/2121(DEC))

Commissie begrotingscontrole
Rapporteur: Ryszard Czarnecki

Procedure : 2014/2121(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0096/2015
Ingediende teksten :
A8-0096/2015
Aangenomen teksten :

1. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen voor het begrotingsjaar 2013

(2014/2121(DEC))

Het Europees Parlement,

–       gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen voor het begrotingsjaar 2013,

–       gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen voor het begrotingsjaar 2013, tezamen met de antwoorden van de Autoriteit[1],

–       gezien de verklaring van de Rekenkamer[2] voor het begrotingsjaar 2013 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–       gezien de aanbeveling van de Raad van 17 februari 2015 betreffende de aan de Autoriteit te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2013 (05304/2015 – C8-0054/2015),

–       gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–       gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[3],

–       gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[4], en met name artikel 208,

–       gezien Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie[5], en met name artikel 64,

–       gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[6],

–       gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad[7], en met name artikel 108,

–       gezien artikel 94 en bijlage V van zijn Reglement,

–       gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken (A8-0096/2015),

1.      verleent de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2013;

2.      formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3.      verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

2. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over de afsluiting van de rekeningen van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen voor het begrotingsjaar 2013

(2014/2121(DEC))

Het Europees Parlement,

–       gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen voor het begrotingsjaar 2013,

–       gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen voor het begrotingsjaar 2013, tezamen met de antwoorden van de Autoriteit[8],

–       gezien de verklaring van de Rekenkamer[9] voor het begrotingsjaar 2013 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–       gezien de aanbeveling van de Raad van 17 februari 2015 betreffende de aan de Autoriteit te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2013 (05304/2015 – C8-0054/2015),

–       gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–       gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[10],

–       gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[11], en met name artikel 208,

–       gezien Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie[12], en met name artikel 64,

–       gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[13],

–       gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad[14], en met name artikel 108,

–       gezien artikel 94 en bijlage V van zijn Reglement,

–       gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken (A8-0096/2015),

1.      stelt vast dat de definitieve jaarrekening van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen overeenkomt met de weergave in de bijlage bij het verslag van de Rekenkamer;

2.      hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen voor het begrotingsjaar 2013;

3.      verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

3. ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen voor het begrotingsjaar 2013

(2014/2121(DEC))

Het Europees Parlement,

–       gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen voor het begrotingsjaar 2013,

–       gezien artikel 94 en bijlage V van zijn Reglement,

–       gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken (A8-0096/2015),

A.     overwegende dat volgens de financiële staten de definitieve begroting van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (hierna: "de Autoriteit") voor het begrotingsjaar 2013 18 767 470 EUR bedroeg, hetgeen een toename van 19,88 % betekent ten opzichte van 2012, een toename die voortvloeit uit het feit dat de Autoriteit recent werd opgericht;

B.     overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen voor het begrotingsjaar 2013 verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekeningen van de Autoriteit betrouwbaar zijn en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

Follow-up van de kwijting voor 2012

1.      maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat met betrekking tot drie in het verslag voor 2011 geformuleerde opmerkingen die in het verslag van de Rekenkamer voor 2012 als "loopt nog" werden aangemerkt, corrigerende maatregelen zijn getroffen en dat deze nu in het verslag van de Rekenkamer als "afgerond" zijn aangemerkt; stelt bovendien vast dat met betrekking tot de drie opmerkingen in het verslag van de Rekenkamer voor 2012 corrigerende maatregelen zijn getroffen en één opmerking nu als "afgerond" is aangemerkt, één als "niet van toepassing" en één als "nog af te handelen";

2.      verneemt van de Autoriteit dat:

-     ze haar ondersteunende capaciteiten op het vlak van aanbestedingen op bedrijfsniveau heeft verbeterd door middel van een duidelijke definitie van de rollen en verantwoordelijkheden van zowel aanbestedingsambtenaren als operationeel personeel alsook gevarieerde opleidingen over aanbestedingen voor alle relevante personeelscategorieën;

-     ze regels inzake belangenconflicten heeft vastgesteld die werden getoetst aan de richtsnoeren van de Commissie betreffende de preventie van en de omgang met belangenconflicten in de gedecentraliseerde agentschappen van de EU;

-    ze haar website heeft vernieuwd teneinde de transparantie en toegankelijkheid van de verstrekte informatie te verbeteren;

-     de cv's van de leden van de raad van bestuur en de belangenverklaringen van de voorzitter en de uitvoerend directeur gepubliceerd zijn;

vraagt de Autoriteit eveneens de belangenverklaringen van de leden van de raad van bestuur en de raad van toezichthouders te publiceren;

Financieel en begrotingsbeheer

3.      stelt met bezorgdheid vast dat het niveau van de overgedragen vastgelegde kredieten hoog (28 %) was, in het bijzonder voor titel II (30 %) en titel III (85 %), hetgeen een stijging betekent ten opzichte van de voorgaande jaren;

Vastleggingen en overdrachten

4.      begrijpt dat de overdrachten het gevolg zijn van de meerjarige IT-strategie met implementatieplan en van specifieke contracten voor in 2014 te verlenen diensten; erkent bovendien dat de betreffende vastleggingen wettig en regelmatig zijn en gezien het lage niveau van annuleringen van overdrachten uit 2012 deugdelijk geraamd zijn;

5.      is het volledig eens met de vaststelling van de Rekenkamer dat de mate waarin kredieten voor 2013 werden gebruikt voor activiteiten in 2014 in strijd is met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit; verzoekt de Autoriteit de kwijtingsautoriteit mee te delen welke verdere maatregelen zullen worden genomen om het aantal overdrachten te verminderen;

Aanbestedings- en aanwervingsprocedures

6.      stelt vast dat de Rekenkamer in haar verslag geen opmerkingen heeft gemaakt over de aanwervingsprocedures van de Autoriteit;

Internebeheersingsmaatregelen

7.      maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat de raad van bestuur in de loop van 2013 de 16 internecontrolenormen van de Autoriteit heeft vastgesteld; stelt vast dat de tenuitvoerlegging ervan op grond van een met de dienst Interne audit van de Commissie (IAS) overeengekomen actieplan gaande is;

8.      betreurt het dat er voor juridische verbintenissen van de Autoriteit niet altijd toestemming verleend werd door functionarissen die daartoe naar behoren waren gemachtigd en er niet altijd een naar behoren geautoriseerde begrotingsvastlegging aan vooraf is gegaan; herinnert de Autoriteit eraan dat de in de Financiële Regels opgenomen financiële procedures moeten worden nageleefd; verneemt dat corrigerende maatregelen werden getroffen om deze tekortkomingen aan te pakken en vraagt de Autoriteit de kwijtingsautoriteit in detail te informeren over de resultaten van de maatregelen wat het beheer van de financiële procedures betreft;

Interne controle

9.      verneemt van de Autoriteit dat de IAS in 2013 een beperkte evaluatie van de uitvoering van de internecontrolenormen heeft verricht ten gevolge van het strategische controleplan en de vorige risicobeoordeling van de IAS;

10.    neemt kennis van het feit dat de Autoriteit naar aanleiding van deze evaluatie een actieplan heeft voorbereid om de twintig aanbevelingen van de IAS (waarvan er drie als "zeer belangrijk" zijn aangemerkt) aan te pakken; merkt op dat de IAS meent dat het actieplan de vastgestelde risico's op toereikende wijze aanpakt en deze zal beperken indien het zoals gepland ten uitvoer gelegd wordt;

11.    verneemt van de Autoriteit dat de IAS de tenuitvoerlegging van haar vroegere aanbevelingen is nagegaan en heeft geconcludeerd dat op 31 december 2013 geen enkele kritische noch zeer belangrijke aanbeveling openstaand was;

Overige opmerkingen

12.    herinnert eraan dat het Parlement bij de totstandbrenging van een nieuw en omvattend Europees systeem voor financieel toezicht (European System of Financial Supervision, ESFS) in de nasleep van de financiële crisis, en bij de oprichting van de Autoriteit als onderdeel van dit systeem in 2011, een belangrijke stuwende kracht is geweest;

13.    neemt kennis van de opmerking van de Commissie in haar onlangs verschenen verslag over de activiteiten van de Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA's) en het Europees Systeem voor financieel toezicht dat de ETA's, ondanks de moeilijke omstandigheden waarin ze moeten opereren, in korte tijd goed functionerende organisaties hebben opgericht die over de hele linie goed hebben gepresteerd in hun brede scala aan taken, terwijl ze steeds meer aanvragen krijgen waarvoor ze echter beperkte personele middelen hebben;

14.    onderstreept dat de rol van de Autoriteit bij de bevordering van een gemeenschappelijke toezichtsregeling voor de gehele interne markt essentieel is voor een beter geïntegreerde, efficiëntere en veiligere verzekerings- en pensioensector in de EU, en daarmee een bijdrage levert aan economisch herstel en nieuwe banen en groei in Europa, en aan het voorkomen van crisis in de toekomst in de financiële sector;

15.    stelt vast dat het ESFS nog in een opbouwfase verkeert en benadrukt dat voor de reeds aan de Autoriteit toevertrouwde taken en voor de taken die haar in op handen zijnde wetgeving zullen worden opgedragen, voldoende personeel en een toereikend budget nodig zijn om de voorwaarden te creëren voor een kwalitatief hoogwaardig toezicht; onderstreept dat altijd zorgvuldig gekeken moet worden naar de combinatie van bijkomende taken en bijkomende middelen; benadrukt echter dat eventuele uitbreiding van de middelen waar mogelijk moet worden voorafgegaan en/of aangevuld door een adequate rationalisering; onderstreept de coördinerende rol van de Autoriteit en de noodzaak van een nauwere samenwerking met de nationale toezichthoudende autoriteiten voor het uitvoeren van haar mandaat;

16.    benadrukt dat de Autoriteit zich, gezien de beperkte middelen, moet houden aan de haar door de medewetgevers van de Unie toegekende taken; onderstreept dat de Autoriteit deze taken volledig moet uitvoeren, maar dat zij niet moet proberen haar mandaat daarbuiten uit te breiden, en dat haar onafhankelijkheid gewaarborgd moet zijn; onderstreept dat de Autoriteit moet bekijken of zij richtsnoeren en aanbevelingen moet formuleren;

17.    benadrukt dat de Autoriteit volledig gebruik moet maken van haar bevoegdheden op het gebied van de consumentenbescherming uit hoofde van haar bestaande mandaat; onderstreept dat een nauwere coördinatie van de Autoriteit met de andere ETA's via het Gemengd Comité een goede zaak zou zijn;

18.    concludeert dat de gemengde financieringsregeling van de Autoriteit inflexibel en omslachtig is, en een potentiële bedreiging vormt voor haar onafhankelijkheid; vraagt dan ook aan de Commissie, als dit gestaafd wordt door de beoordeling van de Commissie, dat zij vóór 2017 een financieringsmechanisme voor de Autoriteit voorstelt dat uitsluitend gebaseerd is op de invoering van bijdragen van de marktdeelnemers, of dat gebaseerd is op een combinatie van bijdragen van de marktdeelnemers met basisfinanciering uit een afzonderlijke begrotingslijn in de algemene EU-begroting;

o

o       o

19.    verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van … 2015[15] over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de agentschappen.

26.2.2015

ADVIES van de Commissie economische en monetaire zaken

aan de Commissie begrotingscontrole

inzake het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen voor het begrotingsjaar 2013

(2014/2121(DEC))

Rapporteur voor advies: Markus Ferber

SUGGESTIES

De Commissie economische en monetaire zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie begrotingscontrole onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  herinnert eraan dat het Europees Parlement een belangrijke drijvende kracht is geweest bij de inspanningen om in de nasleep van de financiële crisis een nieuw en alomvattend Europees systeem voor financieel toezicht (ESFS) op te zetten, en in het oprichten - als onderdeel hiervan - van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) in 2011;

2.  neemt kennis van de opmerking van de Commissie in haar onlangs verschenen verslag over de activiteiten van de Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA's) en het Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFS) dat de ETA's, ondanks de moeilijke omstandigheden waarin ze moeten opereren, in korte tijd goed functionerende organisaties hebben opgericht die over de hele linie goed hebben gepresteerd in hun brede scala aan taken, terwijl ze steeds meer aanvragen krijgen waarvoor ze echter beperkte personele middelen hebben;

3.  onderstreept dat de rol van de EIOPA bij de bevordering van een gemeenschappelijke toezichtsregeling voor de gehele interne markt essentieel is voor een beter geïntegreerde, efficiëntere en veiligere verzekerings- en pensioensector in de EU, en daarmee een bijdrage levert aan economisch herstel en nieuwe banen en groei in Europa, en aan het voorkomen van crisis in de toekomst in de financiële sector;

4.  onderkent dat naar het oordeel van de Rekenkamer de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de EIOPA betreffende het op 31 december 2013 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig zijn;

5.  stelt vast dat het ESFS nog in een opbouwfase verkeert en benadrukt dat voor de reeds aan de EIOPA toevertrouwde taken en voor de taken die haar in op handen zijnde wetgeving zullen worden opgedragen, voldoende personeel en een toereikend budget nodig zijn om de voorwaarden te creëren voor een kwalitatief hoogwaardig toezicht; onderstreept dat altijd zorgvuldig gekeken moet worden naar de combinatie van bijkomende taken en bijkomende middelen; benadrukt echter dat eventuele uitbreiding van de middelen waar mogelijk moet worden voorafgegaan en/of aangevuld door een adequate rationalisering; onderstreept de coördinerende rol van de EIOPA en de noodzaak van een nauwere samenwerking met de nationale toezichthoudende autoriteiten voor het uitvoeren van zijn mandaat;

6.  benadrukt dat de EIOPA zich, gezien de beperkte middelen, moet houden aan de haar door de medewetgevers van de Unie toegekende taken; onderstreept dat de EIOPA deze taken volledig moet uitvoeren, maar dat zij niet moet proberen haar mandaat daarbuiten feitelijk uit te breiden, en dat haar onafhankelijkheid gewaarborgd moet zijn; onderstreept dat de EIOPA moet bekijken of er door haar richtsnoeren en aanbevelingen moeten worden geformuleerd;

7.  onderstreept dat de EIOPA volledig gebruik moet maken van haar bevoegdheden op het gebied van de consumentenbescherming uit hoofde van haar bestaande mandaat; onderstreept dat een intensievere samenwerking van de EIOPA met de andere ETA's via het Gemengd Comité een goede zaak zou zijn;

8.  concludeert dat de gemengde financieringsregeling van de EIOPA inflexibel en omslachtig is, en een potentiële bedreiging vormt voor haar onafhankelijkheid; dringt er derhalve bij de Commissie op aan, als dit gestaafd wordt door de beoordeling van de Commissie, vóór 2017 een financieringsmechanisme voor te stellen dat:

-    uitsluitend gebaseerd is op de invoering van bijdragen van de marktdeelnemers, of

-    bijdragen van de marktdeelnemers combineert met basisfinanciering uit een afzonderlijke begrotingslijn in de algemene begroting van de Unie;

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

24.2.2015

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

48

11

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Burkhard Balz, Hugues Bayet, Pervenche Berès, Esther de Lange, Fabio De Masi, Anneliese Dodds, Markus Ferber, Jonás Fernández, Elisa Ferreira, Sven Giegold, Neena Gill, Sylvie Goulard, Roberto Gualtieri, Brian Hayes, Gunnar Hökmark, Cătălin Sorin Ivan, Petr Ježek, Othmar Karas, Georgios Kyrtsos, Alain Lamassoure, Philippe Lamberts, Werner Langen, Sander Loones, Bernd Lucke, Olle Ludvigsson, Ivana Maletić, Fulvio Martusciello, Marisa Matias, Costas Mavrides, Luděk Niedermayer, Patrick O’Flynn, Stanisław Ożóg, Dimitrios Papadimoulis, Dariusz Rosati, Alfred Sant, Molly Scott Cato, Peter Simon, Renato Soru, Theodor Dumitru Stolojan, Paul Tang, Sampo Terho, Ramon Tremosa i Balcells, Ernest Urtasun, Marco Valli, Tom Vandenkendelaere, Cora van Nieuwenhuizen, Miguel Viegas, Steven Woolfe, Pablo Zalba Bidegain, Marco Zanni, Sotirios Zarianopoulos

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Richard Corbett, Ashley Fox, Eva Kaili, Syed Kamall, Barbara Kappel, Thomas Mann, Siegfried Mureșan

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Gesine Meissner

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

23.3.2015

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

22

5

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Inés Ayala Sender, Ryszard Czarnecki, Dennis de Jong, Tamás Deutsch, Martina Dlabajová, Ingeborg Gräßle, Bernd Kölmel, Bogusław Liberadzki, Verónica Lope Fontagné, Monica Macovei, Georgi Pirinski, Petri Sarvamaa, Claudia Schmidt, Bart Staes, Michael Theurer, Marco Valli, Derek Vaughan, Anders Primdahl Vistisen, Joachim Zeller

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Caterina Chinnici, Iris Hoffmann, Monika Hohlmeier, Benedek Jávor, Andrey Novakov, Julia Pitera, Miroslav Poche

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Laura Ferrara

  • [1]  PB C 442 van 10.12.2014, blz. 174.
  • [2]  PB C 442 van 10.12.2014, blz. 174.
  • [3]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [4]  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
  • [5]  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48.
  • [6]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [7]  PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.
  • [8]  PB C 442 van 10.12.2014, blz. 174.
  • [9]  PB C 442 van 10.12.2014, blz. 174.
  • [10]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [11]  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
  • [12]  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48.
  • [13]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [14]  PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.
  • [15]  Aangenomen teksten van die datum, P7_TA-PROV(2015)0000.