INTERIMVERSLAG over het onderzoek naar emissiemetingen in de automobielsector

20.7.2016 - (2016/2090(INI))

Enquêtecommissie emissiemetingen in de automobielsector
Rapporteurs: Pablo Zalba Bidegain, Gerben-Jan Gerbrandy

Procedure : 2016/2090(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0246/2016
Ingediende teksten :
A8-0246/2016
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het onderzoek naar emissiemetingen in de automobielsector

(2016/2090(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien artikel 226 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),

–  gezien Besluit 95/167/EG, Euratom, EGKS van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 19 april 1995 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het enquêterecht van het Europees Parlement[1],

–  gezien zijn besluit van 17 december 2015 over de instelling, de bevoegdheden, het aantal leden en de duur van het mandaat van de enquêtecommissie naar emissiemetingen in de automobielsector[2],

–  gezien artikel 198 van zijn Reglement,

–  gezien het interimverslag van de enquêtecommissie naar emissiemetingen in de automobielsector (A8-0246/2016),

A.  overwegende dat artikel 226 van het VWEU een juridische basis verschaft voor de instelling door het Europees Parlement van een tijdelijke enquêtecommissie voor het onderzoeken van vermeende inbreuken of gevallen van wanbeheer bij de toepassing van het recht van de Unie, onverminderd de jurisdictie van nationale of Unierechtbanken, en overwegende dat dit een belangrijk element vormt van de toezichthoudende bevoegdheden van het Parlement;

B.  overwegende dat het Parlement op basis van een voorstel van de Conferentie van voorzitters op 17 december 2015 heeft besloten een enquêtecommissie in te stellen voor het onderzoeken van vermeende tekortkomingen bij de toepassing van het recht van de Unie met betrekking tot emissiemetingen in de automobielsector, en dat deze commissie aanbevelingen zou doen die zij in dit verband noodzakelijk acht;

C.  overwegende dat de enquêtecommissie haar activiteiten uitvoert aan de hand van een werkprogramma, dat de volgende elementen bevat:

–  een programma van hoorzittingen waarvoor getuigen en deskundigen worden uitgenodigd met het oog op het verzamelen van relevante mondelinge getuigenissen;

–  verzoeken om schriftelijke getuigenissen van getuigen en deskundigen die voor hoorzittingen worden uitgenodigd;

–  het opvragen van documenten met het oog op het verzamelen van relevante schriftelijke getuigenissen van de Commissie, autoriteiten van de lidstaten en andere betrokken partijen;

–  twee werkbezoeken om ter plaatse informatie te verzamelen;

–  aan derden uitbestede briefings en studies gefinancierd uit de expertisebegroting van de commissie;

–  een formeel, schriftelijk advies van de juridische dienst van het Parlement inzake het uitnodigen als getuigen van gasten die mogelijk rechtsonderhorigen zijn;

D.  overwegende dat de enquêtecommissie meerdere vragenlijsten naar de lidstaten, Unie-instellingen en andere organen heeft gestuurd en een openbare oproep tot het indienen van bewijsmateriaal op zijn website heeft geplaatst;

E.  overwegende dat de resultaten van het lopende onderzoek een toegevoegde waarde kunnen hebben voor het kader voor typegoedkeuring van de Unie;

F.  overwegende dat het Parlement de enquêtecommissie in zijn besluit van 17 december 2015 verzocht binnen zes maanden na aanvang van haar werkzaamheden een interimverslag te presenteren;

G.  overwegende dat het niet verenigbaar zou zijn met de aard van een enquêtecommissie slotconclusies uit haar onderzoek naar voren te brengen voordat zij meent volledig aan haar mandaat te hebben voldaan; overwegende dat het daarom voor de commissie prematuur is om in dit interimverslag uitspraken te doen over de verschillende aspecten van haar mandaat;

H.  overwegende dat de mondelinge en schriftelijke getuigenissen die zijn ingediend en door de commissie zijn geanalyseerd, bevestigen dat het noodzakelijk is alle punten die in haar mandaat zijn opgenomen verder te onderzoeken;

1.  moedigt de enquêtecommissie aan haar werk voort te zetten en het haar door het Parlement in zijn besluit van 17 december 2015 verleende mandaat volledig ten uitvoer te leggen en steunt alle acties en initiatieven die de commissie in staat stellen haar mandaat te vervullen;

2.  verzoekt de Conferentie van voorzitters en het bureau alle nodige maatregelen te ondersteunen om de enquêtecommissie in staat te stellen aan haar mandaat te voldoen, met name wat betreft de goedkeuring van hoorzittingen en buitengewone bijeenkomsten, de vergoeding van de onkosten van deskundigen en getuigen, werkbezoeken en andere technische middelen die naar behoren zijn gemotiveerd;

3.  verzoekt de Commissie de enquêtecommissie bij te staan in haar werkzaamheden door onmiddellijke ondersteuning en volledige transparantie te garanderen, met volledige eerbiediging van het beginsel van loyale samenwerking, en alle mogelijke technische en politieke steun te bieden, met name door de gevraagde documentatie sneller te overhandigen; verwacht volledige samenwerking van de desbetreffende huidige commissarissen en directoraten-generaal, alsook van de personen die in het verleden verantwoordelijk waren; verzoekt de lidstaten de enquêtecommissie, met volledige eerbiediging van het beginsel van loyale samenwerking, de nodige technische en politieke ondersteuning te bieden, met name door de Commissie in staat te stellen de opgevraagde documenten sneller te overhandigen indien hiervoor toestemming van de lidstaten nodig is, door de interne procedures voor het geven van een dergelijke toestemming te versnellen;

4.  eist dat de regeringen, parlementen en bevoegde autoriteiten van de lidstaten de enquêtecommissie ondersteunen in haar taken met volledige eerbiediging van het beginsel van loyale samenwerking, zoals vastgesteld in het Unierecht;

5.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, alsmede de regeringen en de parlementen van de lidstaten.

  • [1]  PB L 113 van 19.5.1995, blz. 2.
  • [2]  PB L 10 van 15.1.2016, blz. 13.

TOELICHTING

Het doel van deze toelichting op het ontwerp-interimverslag van de EMIS-commissie is om een beknopt overzicht te verschaffen van de activiteiten van de EMIS-commissie sinds zij op 2 maart 2016 werd ingesteld en ook om een vooruitblik te geven van het komende werkprogramma voor de eerste helft van het mandaat van EMIS[1].

Het mandaat van de EMIS-commissie

Op 17 december 2015 besloot het Europees Parlement een enquêtecommissie van 45 leden in te stellen voor het onderzoeken van vermeende inbreuken of het vermeend wanbeheer bij de toepassing van het Unierecht op het gebied van emissiemetingen in de automobielsector, zonder hierbij afbreuk te doen aan de jurisdictie van nationale of Unierechtbanken.

De reikwijdte van het onderzoek wordt beperkt door het mandaat, door artikel 226 van het VWEU en door het besluit van het Parlement, de Raad en de Commissie over de uitoefening van het enquêterecht door het Europees Parlement.

In overeenstemming met het mandaat, moet het onderzoek van de commissie zich richten op de naleving door de Commissie en de autoriteiten van de lidstaten van de verplichtingen die worden opgelegd door Verordening (EG) nr. 715/2007, waarbij speciale aandacht dient te worden besteed aan artikel 5, leden 2 en 3, artikel 13, leden 1 en 2 en artikel 14, lid 3.

Daarnaast wordt de EMIS-commissie opgeroepen informatie te verzamelen en analyseren om na te gaan of de Commissie en de lidstaten kennis hebben van het gebruik van manipulatiemechanismen, en ook informatie te verzamelen en analyseren over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2007/46/EG door de lidstaten.

Ten slotte moet de Commissie aanbevelingen doen die ze in dit opzicht noodzakelijk acht.

Samenstelling van het comité

De eerste oprichtingsbijeenkomst van de EMIS-commissie vond plaats op 2 maart 2016. Tijdens deze bijeenkomst koos de EMIS-commissie haar bureau bij acclamatie:

  Voorzitter: mevrouw Kathleen Van Brempt (S&D),

  1e vicevoorzitter: de heer Ivo Belet (EVP),

  2e vicevoorzitter: de heer Mark Demesmaeker (ECR),

  3e vicevoorzitter: mevrouw Kateřina Konečná (GUE/NGL),

  4e vicevoorzitter: mevrouw Karima Delli (Groenen/EVA).

Tijdens hun bijeenkomst van 10 maart 2016, wezen de coördinatoren van de EMIS-commissie de rapporteurs aan:

  de heer Pablo Zalba Bidegain (EVP),

  de heer Gerben-Jan Gerbrandy (ALDE).

De volgende schaduwrapporteurs werden door de fracties aangewezen:

  mevrouw Christine Revault d’Allonnes Bonnefoy (S&D),

  de heer Hans-Olaf Henkel (ECR),

  de heer Neoklis Sylikiotis (GUE/NGL),

  mevrouw Eleonora Evi (EFDD),

  de heer Marcus Pretzell (ENF).

Agenda

In het mandaat van de EMIS-commissie wordt vastgesteld dat de enquêtecommissie uiterlijk 6 maanden na aanvang van haar werkzaamheden een interimverslag moet indienen en uiterlijk na 12 maanden een eindverslag.

Aangezien de EMIS-commissie op 2 maart 2016 werd ingesteld, moet het interimverslag uiterlijk op 2 september 2016 aan de voltallige vergadering worden voorgelegd en het eindverslag uiterlijk op 2 maart 2017.

Op basis van dit tijdschema, hebben de EMIS-coördinatoren op 10 maart 2016 de agenda met EMIS-bijeenkomsten voor 2016 goedgekeurd, waarbij is getracht zo veel mogelijk rekening te houden met de bijeenkomsten van bestaande commissies, om overlapping te voorkomen. Voor 2017 zullen de datums worden vastgesteld zodra de EP-kalender voor volgend jaar beschikbaar is.

De coördinatoren bereikten ook een akkoord over mogelijke extra bijeenkomsten in Brussel (met name voor hoorzittingen) en/of Straatsburg (met name voor gedachtewisselingen tussen de EMIS-leden onderling), wanneer hier behoefte aan is.

Wat betreft het interimverslag, kwamen de coördinatoren het volgende indicatieve tijdschema overeen:

Ontwerp-interimverslag beschikbaar in het Engels

2 juni 2016

Behandeling ontwerp van interimverslag

21 juni 2016

Termijn voor de indiening van amendementen

22 juni 2016, 12:00 uur

Stemming in EMIS over interimverslag

13-14 juli 2016

Discussie/stemming tijdens zitting

september 2016

Werkwijze van de EMIS-commissie

Op basis van de voorstellen van de coördinatoren, wisselden de EMIS-leden op 7 april van gedachten over de werkmethoden van de commissie en het indicatieve werkprogramma voor de eerste helft van het mandaat, evenals over de mogelijke actielijnen om de doelstellingen te bereiken die worden omschreven in het mandaat van de Commissie.

De discussie richtte zich met name op de organisatie van de zittingen om getuigen en deskundigen te horen. Deze zittingen zullen de kernactiviteit vormen van de enquêtecommissie[2]. Er werd een akkoord bereikt over een ad-hocprocedure voor de hoorzittingen.

Over het algemeen opent de getuige of deskundige, na een inleiding van de voorzitter, de hoorzitting met een korte mondelinge verklaring, die wordt gevolgd door vragen van EMIS-leden volgens het "pingpong"-beginsel (elke vraag wordt onmiddellijk beantwoord).

Om overzicht te houden over de getuigenis van de deskundige of getuige en er zeker van te zijn dat alle relevante informatie in het eindverslag wordt opgenomen, wordt er na de hoorzitting een volledig verslag in het Engels beschikbaar gesteld aan de EMIS-leden en gepubliceerd op de EMIS-website.

Voor elke hoorzitting ontvangen gasten een vragenlijst die is samengesteld op basis van de voorstellen die zijn ontvangen van de fracties. Hun schriftelijke antwoorden worden vóór de hoorzitting verwacht, ter aanvulling op de informatie die tijdens de zitting wordt verschaft.

Bijeenkomsten EMIS-commissie

1. Gedachtewisseling met ambtenaren van de Commissie

De EMIS-commissie startte haar werkzaamheden op 7 april 2016 door van gedachten te wisselen met de volgende vertegenwoordigers van de Europese Commissie:

  de heer Antti Peltomäki (adjunct-directeur-generaal van DG GROW),

  de heer Daniel Calleja Crespo (directeur-generaal van DG ENV),

  de heer Artur Runge-Metzger (directeur van directoraat C – Klimaatstrategie, Governance en Emissies van sectoren buiten de emissiehandel, DG CLIMA).

Het doel van deze gedachtewisselingen was om de belangrijkste elementen te bespreken die verband houden met emissiemetingen in de automobielsector, inclusief een tijdlijn van gebeurtenissen, om de basis te leggen voor de toekomstige werkzaamheden van de Commissie.

2. Hoorzittingen met relevante getuigen en deskundigen

De volgende gasten werden uitgenodigd om mondelinge informatie aan de commissie te verstrekken:

19 april 2016

  mevrouw Delilah Al-Khudhairy (directeur) en de heer Alois Krasenbrink (hoofd van de eenheid Duurzaam vervoer, Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, Europese Commissie),

  de heer Vicente Franco (senior-onderzoeker, International Council on Clean Transportation - ICCT).

28 april 2016

  de heer Dirk Bosteels (uitvoerend directeur, Association for Emissions Control by Catalyst -AECC),

  de heer Udo Lambrecht (Hoofd Vervoer en Milieu, Institute for Energy and Environmental Research - IFEU).

24 mei 2016

  de heer Richard Smokers (hoofdadviseur) en de heer Rob Cuelenaere (senior-consultant Duurzame Transport en Logistiek, Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek – TNO,

  de heer Paul McAleavey (hoofd van het programma Lucht en Klimaatverandering) en de heer Martin Adams (hoofd van de groep "Luchtvervuiling, Transport en Geluid", Europees Milieuagentschap - EEA).

16 juni 2016

  mevrouw Dorothee Saar (hoofd van het team Vervoer en Luchtkwaliteit, Deutsche Umwelthilfe),

  de heer Pascoe Sabido en de heer Olivier Hoedeman (Corporate Europe Observatory - CEO),

  de heer Kai Borgeest (Professor aan de Hogeschool van Aschaffenburg),

  de heer Daniel Lange (CEO, Faster IT, ICT-ingenieur uit de automobielindustrie).

20 juni 2016

  de heer Nick Molden (CEO, Emissions Analytics),

  de heer Christoph Gauss (hoofd Voertuigtesten en Emissielab, Allgemeiner Deutscher Automobil-Club - ADAC).

21 juni 2016

  de heer Reinhard Schulte-Braucks (voormalig hoofd van de eenheid Automobiel, DG GROW - tot december 2007),

  de heer Philippe Jean (voormalig hoofd van de eenheid Automobiel, DG GROW - van januari 2008 tot mei 2015),

  mevrouw Joanna Szychowska (hoofd van de eenheid Automobiel, DG GROW - sinds juni 2015),

  de heer Gwenole Cozigou (directeur Industriebeleid en Economische analyse, DG GROW - sinds juni 2015).

De lijst met gasten die voor het zomerreces moeten worden uitgenodigd voor de hoorzittingen bevindt zich op het moment van schrijven nog in de planningsfase, maar zal met name gericht zijn op de getuigenissen van vertegenwoordigers van leveranciers van de automobielindustrie, de automobielindustrie en de voormalige en huidige Europese commissarissen verantwoordelijk voor industrie, ondernemerschap en milieu.

Er is ook een formeel, schriftelijk advies van de juridische dienst van het EP aangevraagd inzake het uitnodigen als getuigen van gasten die mogelijk rechtsonderhorigen zijn.

Onderzoeksmissies

De EMIS-coördinatoren kwamen overeen het aantal missies van de Commissie in het algemeen tot een noodzakelijk minimum te beperken.

Tot nu toe zijn de volgende twee missies gepland:

  Instituut voor Energie en Vervoer van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO-IEV) en hun Laboratorium voor voertuigemissies (VELA) in Ispra, Italië (week 29). Het doel van deze missie is om de installaties van het GCO-IEV en VELA te bezoeken, de ambtenaren en onderzoekers te ontmoeten die voor beide organen werken en demonstraties bij te wonen van de testen die worden uitgevoerd met draagbare systemen voor het meten van emissies.

  Bijeenkomsten met de Luxemburgse typegoedkeuringsinstanties, gecombineerd met een bezoek aan een faciliteit voor het testen van voertuigen in Lambsheim, Duitsland (week 38). Het doel van deze missie is om de volledige keten van de typegoedkeuring van voertuigen te doorlopen, en onder meer een praktische demonstratie bij te wonen van de controles die worden uitgevoerd.

Onderzoeken, briefings en nota´s

In eerste instantie heeft de Commissie om een grondige analyse verzocht van de juridische plichten omtrent emissiemetingen in de Europese automobielsector. Deze analyse zal naar verwachting in juni 2016 gereed zijn. De coördinatoren hebben daarnaast om de volgende documenten verzocht:

  van de beleidsafdeling, een vergelijkend onderzoek naar de verschillen tussen emissiewetgeving in de EU en de VS;

  van de juridische dienst van het EP, een nota over de interpretatie van de term wanbeheer;

  van DG EPRS, een briefing over de momenteel bekende en lopende rechtszaken die verband houden met de rol van EMIS.

Verzoeken om documenten, vragenlijsten en oproep tot het indienen van bewijsmateriaal

Er wordt gebruikgemaakt van drie mogelijke manieren om schriftelijke informatie in te winnen voor het onderzoek, met name verzoeken om documenten, vragenlijsten en een oproep tot het indienen van bewijsmateriaal:[3]

  De EMIS-coördinatoren hebben op 7 april 2016 een lijst goedgekeurd met documenten die aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek zullen worden gevraagd. Op deze lijst staan alle documenten die verband houden met de werkzaamheden en het onderzoek vanaf 2005 van het Instituut voor Energie en Vervoer van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek naar de meting van de emissies van voertuigen, met name degene die ingaan op de kwestie van afwijkende metingen van NOx-emissies en de kwestie van manipulatieapparatuur, waaronder:

•  achtergronddocumenten, gegevens over de emissies van voertuigen (waaronder merken en fabrikanten), officiële nota’s en informele nota´s, lijsten van bijeenkomsten, formele en informele notulen, presentaties;

•  alle communicatie inclusief brieven en e-mailcommunicatie over dit onderwerp binnen het GCO en tussen het GCO en DG GROW van de Commissie (voorheen DG Ondernemingen en industrie), DG ENV, de nationale autoriteiten van lidstaten en typegoedkeuringsinstanties; en alle deskundigen, fabrikanten en andere organisatie.

  Daarnaast hebben de EMIS-coördinatoren op 14 april 2016 een verzoek aan de Europese Commissie goedgekeurd om alle documentatie te overhandigen die verband houdt met de activiteiten van verschillende deskundigengroepen zoals het technisch comité motorvoertuigen (TCMV), de werkgroep inzake de emissies onder reële rijomstandigheden van lichte vrachtwagens (RDE-LDV), de Deskundigengroep typegoedkeuringsinstanties (TAAEG) en de CARS 21-groep op hoog niveau voor een concurrerende en duurzame Europese automobielindustrie, evenals alle formele en informele correspondentie tussen de Commissie en de Europese Federatie van Autoproducenten (ACEA);

  er werd een vragenlijst voor lidstaten opgesteld en in april 2016 naar de nationale autoriteiten verzonden via de permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten. De deadline om de vragenlijst te beantwoorden is 15 juni;

  er is op 2 mei 2016 een oproep met een eigen e-mailadres (emis-evidence@ep.europa.eu) gepubliceerd op de website van EMIS. Dit e-mailadres kan worden gebruikt om informatie die relevant wordt geacht voor de werkzaamheden van de commissie aan de commissie te doen toekomen.

Website en media

Sinds maart 2016 is er een speciale website van de EMIS-commissie (http://www.europarl.europa.eu/committees/ en/emis/home.html). Leden en het publiek kunnen hier alle relevante informatie vinden over de werkzaamheden van de commissie. Het doel van de website is om de werkzaamheden van de commissie zo zichtbaar mogelijk te maken voor het publiek, waarbij echter geen afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van vertrouwelijke gegevens wanneer deze bescherming noodzakelijk is.

Het secretariaat van EMIS houdt de website bij om te garanderen dat alle relevante documenten (mondeling en schriftelijk bewijsmateriaal, achtergronddocumenten, agenda´s enz.) worden geüpload. Het volledige verslag van elke hoorzitting in het Engels is ook beschikbaar op de website.

Naast de informatie die op de website wordt verschaft, wordt er voor elke bijeenkomst van de EMIS-commissie ook een nieuwsbrief gepubliceerd met informatie over eerdere en toekomstige bijeenkomsten en het laatste nieuws met betrekking tot het mandaat van de commissie.

Ten slotte is er op 27 april 2016 een gezamenlijke persconferentie georganiseerd door de voorzitter en rapporteurs van de EMIS-commissie, waar de geplande activiteiten van de commissie aan het publiek werden voorgesteld, waaronder het ontwerp-werkprogramma voor de periode tot de zomer en de oproep tot het indienen van bewijsmateriaal. (http://www.europarl.europa.eu/ep-live/en/other-events/video?event=20160427-1100-SPECIAL-UNKN).

Volgende stappen

Op het moment van schrijven, werd het programma voor de hoorzittingen van EMIS voor het tweede gedeelte van het mandaat afgerond. De hoorzittingen om bewijsmateriaal te verzamelen zullen ten minste tot het najaar van 2016 worden voortgezet. Hierna zal de aandacht verschuiven naar de presentatie van het eindverslag van de enquêtecommissie.

  • [1]  Dit document is een weergave van de stand van zaken van de procedures van EMIS in mei 2016.
  • [2]  Krachtens artikel 198, lid 7, van het Reglement van het Europees Parlement kan een enquêtecommissie een instelling of orgaan van de EU, de regering van een lidstaat of elke willekeurige andere persoon uitnodigen om voor haar te verschijnen.
  • [3]  Krachtens artikel 198, lid 7, mag de EMIS-commissie contact opnemen met instellingen of personen om documenten te verkrijgen om haar onderzoek uit te voeren.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMINGIN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

Datum goedkeuring

13.7.2016

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

41

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nikos Androulakis, José Blanco López, Seb Dance, Mark Demesmaeker, Bas Eickhout, Ismail Ertug, Eleonora Evi, Fredrick Federley, Ildikó Gáll-Pelcz, Gerben-Jan Gerbrandy, Jens Gieseke, Julie Girling, Françoise Grossetête, Rebecca Harms, Hans-Olaf Henkel, Jean-François Jalkh, Krišjānis Kariņš, Kateřina Konečná, Merja Kyllönen, Marian-Jean Marinescu, Marcus Pretzell, Franck Proust, Christine Revault D’Allonnes Bonnefoy, Dominique Riquet, Massimiliano Salini, Sven Schulze, Olga Sehnalová, Neoklis Sylikiotis, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Kathleen Van Brempt, Wim van de Camp, Pablo Zalba Bidegain, Carlos Zorrinho, Kosma Złotowski

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Lucy Anderson, Pilar Ayuso, Nicola Danti, Pavel Poc, Nils Torvalds, Claude Turmes, Martina Werner

HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

41

+

ALDE

Fredrick Federley, Gerben-Jan Gerbrandy, Dominique Riquet, Nils Torvalds

ECR

Mark Demesmaeker, Julie Girling, Hans-Olaf Henkel, Kosma Złotowski

EFDD

Eleonora Evi

ENF

Jean-François Jalkh, Marcus Pretzell

GUE/NGL

Kateřina Konečná, Merja Kyllönen, Neoklis Sylikiotis

PPE

Pilar Ayuso, Jens Gieseke, Françoise Grossetête, Ildikó Gáll-Pelcz, Krišjānis Kariņš, Marian-Jean Marinescu, Franck Proust, Massimiliano Salini, Sven Schulze, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Pablo Zalba Bidegain, Wim van de Camp

S&D

Lucy Anderson, Nikos Androulakis, José Blanco López, Seb Dance, Nicola Danti, Ismail Ertug, Pavel Poc, Christine Revault D'Allonnes Bonnefoy, Olga Sehnalová, Kathleen Van Brempt, Martina Werner, Carlos Zorrinho

Verts/ALE

Bas Eickhout, Rebecca Harms, Claude Turmes

0

-

 

 

0

0

 

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding