VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 726/2004 wat betreft de zetel van het Europees Geneesmiddelenbureau

12.3.2018 - (COM(2017)0735 – C8-0421/2017 – 2017/0328(COD)) - ***I

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Giovanni La Via


Procedure : 2017/0328(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0063/2018
Ingediende teksten :
A8-0063/2018
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 726/2004 wat betreft de zetel van het Europees Geneesmiddelenbureau

(COM(2017)0735 – C8-0421/2017 – 2017/0328(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0735),

–  gezien artikel 294, lid 2, en de artikelen 114 en 168, lid 4, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0421/2017),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en het advies van de Commissie constitutionele zaken (A8-0063/2018),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  bekritiseert de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie van 19 juli 2012 over de gedecentraliseerde agentschappen en de gemeenschappelijke aanpak in de bijlage daarbij, en dringt aan op nauwe betrokkenheid van het Europees Parlement bij het besluitvormingsproces over de vestigingsplaats of de hervestiging van bureaus en agentschappen, gelet op zijn prerogatieven als medewetgever in de gewone wetgevingsprocedure;

3.  hecht zijn goedkeuring aan zijn verklaring in de bijlage bij deze resolutie;

4.  betreurt dat het Europees Parlement, dat uiteindelijk de burgers van de Unie vertegenwoordigt, niet volledig betrokken is geweest bij de procedure voor de vaststelling van de nieuwe zetel van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA), en dat deze procedure plaatsvond door middel van een loting, terwijl het hier ging om een uitermate belangrijk besluit; besluiten inzake de vaststelling van de zetel van organen en agentschappen moeten - op grond van het recht - genomen worden via de gewone wetgevingsprocedure, waarbij de prerogatieven van het Europees Parlement geëerbiedigd worden en het Europees Parlement en de Raad als gelijkwaardige medewetgevers optreden;

5.  betreurt het besluit van de Raad dat leidt tot een nog grotere geografische onbalans, aangezien slechts negen van de 37 gedecentraliseerde agentschappen van de EU een zetel hebben in een nieuwe lidstaat, hetgeen niet in overeenstemming is met de conclusies 5381/04 en 11018/1/08 van de Europese Raad, waarin prioriteit wordt gegeven aan nieuwe lidstaten;

6.  verzoekt de begrotingsautoriteiten en de Commissie om te waarborgen dat de kosten die gepaard gaan met de overplaatsing van de zetel van het EMA volledig gedekt zullen worden door het huidige gastland; wijst erop dat een deel van de kosten van de hervestiging uit de begroting van de Unie moet worden voorgefinancierd, in afwachting van de financiële afwikkeling met het huidige gastland;

7.  verzoekt de begrotingsautoriteiten en de Commissie om te waarborgen dat de kosten die gepaard gaan met de overplaatsing van de zetel van het EMA volledig gedekt zullen worden door het huidige gastland;

8.  verzoekt de begrotingsautoriteiten en de Commissie om te waarborgen dat de extra kosten ten gevolge van de verhuizing van het EMA in twee etappes, namelijk eerst naar een tijdelijke locatie en vervolgens naar het Vivaldigebouw, volledig voor rekening zullen komen van de Nederlandse regering en dus niet zullen drukken op de algemene begroting van de Unie;

9.  verzoekt de begrotingsautoriteiten en de Commissie om ervoor te zorgen dat deze verhuizing in twee etappes geen gevaar oplevert als het gaat om de normale operationele behoeften van het EMA en dat de continuïteit van de werkzaamheden en de goede werking van het EMA, zonder onderbrekingen, ook na maart 2019 gewaarborgd worden;

10.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

11.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een verordening

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2)  Gezien artikel 50, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie moet het Europees Geneesmiddelenbureau zijn nieuwe zetel innemen vanaf de datum waarop de Verdragen niet meer op het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn of, als dat eerder is, vanaf 30 maart 2019.

(2)  Gezien artikel 50, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) moet het Europees Geneesmiddelenbureau zijn nieuwe zetel innemen vanaf 30 maart 2019.

Motivering

The date of 30 March 2019 is the date when the UK is expected to become a third country. Although the Commission’s proposal reflects the legal possibility that the UK could leave the Union before the end of the 2 years period foreseen in Art 50, the Agency requires legal certainty as regards the official date of its departure from the UK for several practical reasons related to the planning of its relocation process. To avoid that the Agency would have to suddenly move earlier than currently planned, e.g. due to a collapse in the EU-UK negotiations, the Agency would not be in a position to complete all necessary relocation activities on time.

Amendement    2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  Om ervoor te zorgen dat het Europees Geneesmiddelenbureau op zijn nieuwe locatie naar behoren functioneert, moet een zetelovereenkomst worden gesloten voordat het Europees Geneesmiddelenbureau zijn nieuwe zetel inneemt.

(3)  Om ervoor te zorgen dat het Europees Geneesmiddelenbureau op zijn nieuwe locatie naar behoren functioneert, moet zo spoedig mogelijk een zetelovereenkomst worden gesloten. De zetelovereenkomst moet de meest passende voorwaarden omvatten voor een succesvolle verhuizing van het Europees Geneesmiddelenbureau en zijn personeel naar Amsterdam.

Motivering

Een precieze tijdlijn in de wetgeving voor de ondertekening van de zetelovereenkomst is vereist om vertragingen in de onderhandelingen over de zetelovereenkomst te voorkomen en om ervoor te zorgen dat de voorbereidende activiteiten in verband met de verhuizing op uiterlijk 30 maart 2019 goed verlopen. Met een zetelovereenkomst die een gedetailleerd kader biedt voor de vestiging van het Bureau in het nieuwe gastland, wordt de onzekerheid beperkt en wordt meer duidelijkheid gecreëerd voor personeelsleden, hetgeen de continuïteit van de werkzaamheden in alle fasen van de verhuizing ten goede komt.

Amendement    3

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis)  Om volledige continuïteit van de werkzaamheden van het Bureau te waarborgen dient de tijdelijke locatie in Amsterdam beschikbaar te zijn per 1 januari 2019 en moet de permanente zetel van het Bureau uiterlijk op 15 november 2019 klaar zijn.

Amendement    4

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter)  Het is verheugend dat de nieuwe locatie van het Bureau de voorkeur heeft van de huidige medewerkers en dat de Nederlandse autoriteiten zich inspannen om ervoor te zorgen dat de verhuizing in twee fasen de operationele capaciteit en de continuïteit niet in gevaar brengt en dat de goede werking van het EMA, zonder onderbrekingen, gewaarborgd blijft. De verhuizing van het Bureau naar Amsterdam in twee fasen leidt er echter toe dat het Bureau bepaalde activiteiten tijdelijk, als het in de tijdelijke locatie gevestigd is, een lagere prioriteit moet geven, zoals de werkzaamheden op het gebied van pediatrische geneesmiddelen en volksgezondheidskwesties, waaronder werkzaamheden op het gebied van antimicrobiële resistentie en pandemische griep. De vertragingen die de Nederlandse regering al heeft gemeld en die ertoe leiden dat het permanente gebouw, waarvan de bouw nog moet starten, later zal worden opgeleverd, geven aanleiding tot bezorgdheid over nog meer vertragingen. De periode waarin het Bureau in het tijdelijke gebouw gehuisvest wordt, moet beperkt blijven tot tien en een halve maand, zodat het Bureau met ingang van 16 november 2019 weer met volledige capaciteit kan functioneren en verder verlies van expertise voorkomen wordt.

Amendement    5

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In Verordening (EG) nr. 726/2004 wordt het volgende artikel 71 bis ingevoegd:

In Verordening (EG) nr. 726/2004 worden de volgende artikelen 71 bis en 71 ter ingevoegd:

Amendement    6

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1

Verordening (EG) nr. 726/2004

Artikel 71 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 71 bis

Artikel 71 bis

Het bureau heeft zijn zetel in Amsterdam, Nederland.

Het bureau heeft zijn zetel in Amsterdam, Nederland.

 

De Commissie en de bevoegde Nederlandse autoriteiten nemen alle maatregelen die nodig zijn om te waarborgen dat het Bureau uiterlijk op 1 januari 2019 naar zijn tijdelijke locatie en uiterlijk op 16 november 2019 naar zijn permanente locatie kan verhuizen.

 

De Commissie en de bevoegde Nederlandse autoriteiten dienen drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening en vervolgens om de drie maanden, totdat het Bureau naar zijn permanente zetel is verhuisd, een schriftelijk verslag in bij het Europees Parlement en de Raad over de voortgang van de verbouwing van het tijdelijke gebouw en over de bouw van het permanente gebouw.

Amendement    7

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – inleidende formule

Verordening (EG) nr. 726/2004

Artikel 71 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 71 ter

 

Een zetelovereenkomst, goed te keuren door het Europees Parlement en de Raad, die het mogelijk maakt voor het Bureau om zijn werkzaamheden te beginnen in het gebouw, moet binnen drie maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden gesloten.

Motivering

Een precieze tijdlijn in de wetgeving voor de ondertekening van de zetelovereenkomst is vereist om vertragingen in de onderhandelingen over de zetelovereenkomst te voorkomen en om ervoor te zorgen dat de voorbereidende activiteiten in verband met de verhuizing op uiterlijk 30 maart 2019 goed verlopen. Met een zetelovereenkomst die een gedetailleerd kader biedt voor de vestiging van het Bureau in het nieuwe gastland, wordt de onzekerheid beperkt en wordt meer duidelijkheid gecreëerd voor personeelsleden, hetgeen de continuïteit van de werkzaamheden in alle fasen van de verhuizing ten goede komt.

Amendement    8

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze verordening is van toepassing vanaf de datum waarop de Verdragen niet meer op het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn of, als dat eerder is, vanaf 30 maart 2019.

Deze verordening is van toepassing vanaf 30 maart 2019.

Motivering

The date of 30 March 2019 is the date when the UK is expected to become a third country. Although the Commission’s proposal reflects the legal possibility that the UK could leave the Union before the end of the 2 years period foreseen in Art 50, the Agency requires legal certainty as regards the official date of its departure from the UK for several practical reasons related to the planning of its relocation process. To avoid that the Agency would have to suddenly move earlier than currently planned, e.g. due to a collapse in the EU-UK negotiations, the Agency would not be in a position to complete all necessary relocation activities on time.

VERKLARING VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Het Europees Parlement betreurt dat zijn rol als medewetgever niet naar behoren in aanmerking is genomen, doordat het Parlement niet betrokken is geweest bij de procedure voor de vaststelling van de nieuwe zetel van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA).

Het Europees Parlement herinnert aan zijn prerogatieven als medewetgever en dringt erop aan dat met betrekking tot de vestigingsplaats van organen en agentschappen de gewone wetgevingsprocedure volledig in acht wordt genomen.

Als enige rechtstreeks verkozen instelling van de Unie en als vertegenwoordiger van de burgers van de Unie zet het Europees Parlement zich als geen ander in voor de eerbiediging van de beginselen van de democratie in de Unie.

Het Europees Parlement is het niet eens met de procedure die gevolgd is bij de vaststelling van de nieuwe zetel van het EMA, omdat zijn prerogatieven daarbij de facto zijn veronachtzaamd, aangezien het Parlement niet betrokken is geweest bij dit proces en nu wordt geacht eenvoudigweg de gekozen vestigingsplaats te bekrachtigen via de gewone wetgevingsprocedure.

Het Europees Parlement herinnert eraan dat de gemeenschappelijke aanpak die als bijlage bij de in 2012 ondertekende gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over de gedecentraliseerde agentschappen is gevoegd, juridisch niet-bindend is, zoals in de verklaring zelf is vastgelegd, en is overeengekomen onverminderd de wetgevende bevoegdheden van de instellingen.

Het Parlement dringt er daarom op aan dat de procedure voor de vaststelling van de vestigingsplaats van agentschappen wordt herzien en dat deze procedure in de toekomst niet meer in deze vorm wordt toegepast.

Tot slot herinnert het Europees Parlement eraan dat de drie instellingen zich er in het Interinstitutioneel Akkoord "Beter wetgeven" van 13 april 2016[1] toe hebben verbonden loyaal en transparant samen te werken, daarbij herinnerend aan de gelijkheid van beide medewetgevers, zoals neergelegd in de Verdragen.

  • [1]  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

TOELICHTING

Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) is een belangrijk gedecentraliseerd agentschap van de EU dat verantwoordelijk is voor de wetenschappelijke beoordeling van, het toezicht op en de bewaking van geneesmiddelen in de EU.

De gezondheids- en veiligheidsbehoeftes van de EU zijn continu aan verandering onderhevig, wat leidt tot een toenemende vraag naar informatie en een op risico's en feiten gebaseerd perspectief.

De opdracht van het EMA om wetenschappelijke uitmuntendheid bij de beoordeling van en het toezicht op geneesmiddelen te bevorderen in het belang van de gezondheid van mens en dier in de EU is en blijft dan ook van groot belang.

Het agentschap, dat momenteel in Londen is gevestigd, moet worden hervestigd als gevolg van de terugtrekking van het VK uit de EU. Op 22 juni 2017 keurden de leiders van de EU-27 in de marge van de Europese Raad een specifieke procedure goed voor de hervestiging van dit agentschap en van de EBA. In de marge van de vergadering van de Raad Algemene Zaken op 20 november 2017 wezen de ministers van de EU‑27 Amsterdam, Nederland als nieuwe locatie aan.

Op 29 november 2017 heeft de Europese Commissie volgens de gewone wetgevingsprocedure een wetswijziging voor de hervestiging van het EMA voorgesteld en de medewetgevers (het Europees Parlement en de Raad) verzocht prioriteit te verlenen aan de behandeling van het wetgevingsvoorstel, dat strikt beperkt is tot het bevestigen van de nieuwe zetel van het agentschap in de oprichtingsverordening.

Nederland heeft in zijn aanbod een gebouw aangewezen, het Vivaldi-gebouw (31 855 m2), waarvan naar verwachting zowel het congrescentrum als enkele werkplekken tegen 1 april 2019 opgeleverd zullen worden. De overige kantoorverdiepingen zullen in de daaropvolgende zes maanden beschikbaar komen. Er zijn ook enkele gebouwen aangewezen die vanaf 1 januari 2019 als tijdelijke back-up gebruikt kunnen worden totdat al het personeel van het EMA naar het Vivaldi-gebouw verhuisd is.

De rapporteur betreurt dat het Europees Parlement, dat uiteindelijk de burgers van de EU vertegenwoordigt, niet volledig betrokken is geweest bij de procedure voor de vaststelling van de nieuwe zetel van het EMA, en dat deze procedure plaatsvond door middel van een loting, terwijl het hier ging om een uitermate belangrijk besluit.

De rapporteur is daarom van plan een voorstel in te dienen om een verklaring op te stellen en als bijlage te voegen bij het verslag waarover gestemd moet worden in de Commissie ENVI en de plenaire zitting, teneinde de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie over gedecentraliseerde agentschappen en de als bijlage bij dat document gevoegde Gemeenschappelijke Aanpak, die in 2012 is ondertekend, te wijzigen. Deze twee documenten zijn, zoals in de toelichting zelf wordt vermeld, wettelijk niet-bindend en overeengekomen zonder afbreuk te doen aan de wetgevende macht van de instellingen.

De rapporteur is van plan de prerogatieven van het Europees Parlement te verdedigen en is van oordeel dat besluiten inzake de vaststelling van de zetel van organen en agentschappen van de EU wettelijk genomen moeten worden via de gewone wetgevingsprocedure, waarbij de prerogatieven van het Europees Parlement geëerbiedigd worden en het Europees Parlement en de Raad als gelijkwaardige medewetgevers optreden.

ADVIES VAN DE COMMISSIE CONSTITUTIONELE ZAKEN (27.2.2018)

aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 726/2004 wat betreft de zetel van het Europees Geneesmiddelenbureau
(COM(2017)0735 – C8‑0421/2017 – 2017/0328(COD))

Rapporteur voor advies: Mercedes Bresso

AMENDEMENTEN

De Commissie constitutionele zaken verzoekt de bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement  1

Ontwerpwetgevingsresolutie

Paragraaf 1 bis (nieuw)

Ontwerpwetgevingsresolutie

Amendement

 

1 bis.   vraagt dat de gemeenschappelijke aanpak die als bijlage bij de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie van 19 juli 2012 over de gedecentraliseerde agentschappen is gevoegd, onverwijld wordt herzien teneinde het Europees Parlement nauw te betrekken bij het besluitvormingsproces over de vestigingsplaats van agentschappen, gelet op zijn prerogatieven als medewetgever in de gewone wetgevingsprocedure;

Amendement    2

Ontwerpwetgevingsresolutie

Paragraaf 1 ter (nieuw)

Ontwerpwetgevingsresolutie

Amendement

 

1 ter.   hecht zijn goedkeuring aan zijn verklaring die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd;

Ter informatie wordt hieronder de tekst van de verklaring toegevoegd:

Het Europees Parlement betreurt het dat zijn rol als medewetgever niet naar behoren in aanmerking is genomen, doordat het Parlement niet betrokken is geweest bij de procedure voor de vaststelling van de nieuwe zetel van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA).

Het Europees Parlement herinnert aan zijn prerogatieven als medewetgever en dringt erop aan dat de gewone wetgevingsprocedure volledig in acht wordt genomen met betrekking tot de vestigingsplaats van organen en agentschappen.

Als enige rechtstreeks gekozen instelling van de Unie en als vertegenwoordiger van de burgers van de Unie staat het Europees Parlement als eerste garant voor de eerbiediging van het democratische beginsel in de Unie.

Het Europees Parlement laakt de procedure voor de selectie van de nieuwe vestigingsplaats van de zetel, die het Europees Parlement de facto zijn prerogatieven heeft ontnomen aangezien het niet effectief bij het proces betrokken is geweest, maar nu wordt geacht de keuze van de nieuwe vestigingsplaats van de zetel te bekrachtigen volgens de gewone wetgevingsprocedure.

Het Europees Parlement herinnert eraan dat de gemeenschappelijke aanpak die als bijlage bij de in 2012 ondertekende gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over de gedecentraliseerde agentschappen is gevoegd, juridisch niet-bindend is, zoals in de verklaring zelf wordt erkend, en is overeengekomen zonder afbreuk te doen aan de wetgevende bevoegdheden van de instellingen.

Het Europees Parlement juicht het toe dat de selectieprocedure voor de nieuwe zetel van het agentschap is gebaseerd op selectiecriteria die in de gemeenschappelijke aanpak worden genoemd, maar betreurt dat de procedure uiteindelijk met een loting is geëindigd. Het Parlement dringt er daarom op aan dat de procedure voor de selectie van de nieuwe vestigingsplaats van de agentschappen in de toekomst wordt hervormd en in de toekomst in deze vorm niet meer wordt gebruikt.

Tot slot herinnert het Europees Parlement eraan dat de drie instellingen zich er in het interinstitutioneel akkoord "Beter wetgeven" van 13 april 20161 toe hebben verbonden loyaal en transparant samen te werken, daarbij herinnerend aan de gelijkheid van beide medewetgevers, zoals neergelegd in de Verdragen."

______________________

PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

Amendement    3

Voorstel voor een verordening

Visum 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Gezien op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 13, lid 2,

Motivering

Verwijzing naar de verplichting tot loyale samenwerking tussen de EU-instellingen.

Amendement    4

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis)   Artikel 13, lid 2, van het Verdrag betreffende Europese Unie bepaalt dat de instellingen van de Unie bij hun onderlinge betrekkingen loyaal samenwerken en dat iedere instelling handelt binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar in de Verdragen zijn toegedeeld en volgens de daarin bepaalde procedures, voorwaarden en doelstellingen. Het Europees Parlement moet volledig op de hoogte worden gehouden over en betrokken worden bij alle fasen van de gewone wetgevingsprocedure.

PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Plaats van vestiging van het Europees Geneesmiddelenbureau

Document‑ en procedurenummers

COM(2017)0735 – C8-0421/2017 – 2017/0328(COD)

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

ENVI

11.12.2017

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

AFCO

11.12.2017

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Mercedes Bresso

26.2.2018

Behandeling in de commissie

26.2.2018

 

 

 

Datum goedkeuring

26.2.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

18

3

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Mercedes Bresso, Richard Corbett, Pascal Durand, Danuta Maria Hübner, Diane James, Ramón Jáuregui Atondo, Morten Messerschmidt, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Pedro Silva Pereira, Barbara Spinelli, Kazimierz Michał Ujazdowski

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Max Andersson, Enrique Guerrero Salom, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Jérôme Lavrilleux, Mairead McGuinness, Cristian Dan Preda, Jasenko Selimovic

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Eleonora Evi, Seán Kelly, Jeroen Lenaers, Ramón Luis Valcárcel Siso

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

18

+

ALDE

Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Jasenko Selimovic

EFDD

Eleonora Evi

GUE/NGL

Barbara Spinelli

PPE

Danuta Maria Hübner, Seán Kelly, Jérôme Lavrilleux, Jeroen Lenaers, Mairead McGuinness, Cristian Dan Preda, Ramón Luis Valcárcel Siso

S&D

Mercedes Bresso, Richard Corbett, Enrique Guerrero Salom, Ramón Jáuregui Atondo, Sylvia-Yvonne Kaufmann

VERTS/ALE

Max Andersson, Pascal Durand

3

-

ECR

Morten Messerschmidt, Kazimierz Michał Ujazdowski

NI

Diane James

1

0

S&D

Pedro Silva Pereira

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE ()

Titel

Plaats van vestiging van het Europees Geneesmiddelenbureau

Document- en procedurenummers

COM(2017)0735 – C8-0421/2017 – 2017/0328(COD)

Datum indiening bij EP

29.11.2017

 

 

 

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

ENVI

11.12.2017

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

BUDG

11.12.2017

CONT

11.12.2017

ITRE

11.12.2017

AGRI

11.12.2017

 

AFCO

11.12.2017

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

BUDG

11.12.2017

ITRE

23.1.2018

AGRI

13.12.2017

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Giovanni La Via

10.1.2018

 

 

 

Behandeling in de commissie

25.1.2018

 

 

 

Datum goedkeuring

12.3.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

52

6

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Margrete Auken, Pilar Ayuso, Ivo Belet, Biljana Borzan, Paul Brannen, Soledad Cabezón Ruiz, Nessa Childers, Birgit Collin-Langen, Miriam Dalli, Seb Dance, Angélique Delahaye, Bas Eickhout, José Inácio Faria, Karl-Heinz Florenz, Francesc Gambús, Elisabetta Gardini, Gerben-Jan Gerbrandy, Arne Gericke, Jens Gieseke, Julie Girling, Françoise Grossetête, Andrzej Grzyb, György Hölvényi, Anneli Jäätteenmäki, Karin Kadenbach, Kateřina Konečná, Giovanni La Via, Peter Liese, Jiří Maštálka, Susanne Melior, Miroslav Mikolášik, Rory Palmer, Piernicola Pedicini, Bolesław G. Piecha, Pavel Poc, Frédérique Ries, Daciana Octavia Sârbu, Annie Schreijer-Pierik, Davor Škrlec, Estefanía Torres Martínez, Nils Torvalds, Adina-Ioana Vălean, Jadwiga Wiśniewska, Damiano Zoffoli

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Renata Briano, Nicola Caputo, Jørn Dohrmann, Eleonora Evi, Christofer Fjellner, Jan Huitema, Merja Kyllönen, Norbert Lins, Gesine Meissner, Alojz Peterle, Christel Schaldemose, Carlos Zorrinho

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Angelo Ciocca, Emilian Pavel, Massimiliano Salini

Datum indiening

12.3.2018

HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE

52

+

ALDE

Gerben-Jan Gerbrandy, Jan Huitema, Anneli Jäätteenmäki, Gesine Meissner, Frédérique Ries, Nils Torvalds

ECR

Arne Gericke, Bolesław G. Piecha, Jadwiga Wiśniewska

EFDD

Eleonora Evi, Piernicola Pedicini

GUE/NGL

Kateřina Konečná, Merja Kyllönen, Jiří Maštálka, Estefanía Torres Martínez

PPE

Pilar Ayuso, Ivo Belet, Birgit Collin-Langen, Angélique Delahaye, José Inácio Faria, Christofer Fjellner, Karl-Heinz Florenz, Francesc Gambús, Jens Gieseke, Julie Girling, Françoise Grossetête, Andrzej Grzyb, György Hölvényi, Giovanni La Via, Peter Liese, Norbert Lins, Miroslav Mikolášik, Alojz Peterle, Annie Schreijer-Pierik, Adina-Ioana Vălean

S&D

Biljana Borzan, Paul Brannen, Soledad Cabezón Ruiz, Nessa Childers, Miriam Dalli, Seb Dance, Karin Kadenbach, Susanne Melior, Rory Palmer, Emilian Pavel, Pavel Poc, Christel Schaldemose, Daciana Octavia Sârbu, Carlos Zorrinho

VERTS/ALE

Margrete Auken, Bas Eickhout, Davor Škrlec

6

-

ECR

Jørn Dohrmann

PPE

Elisabetta Gardini, Massimiliano Salini

S&D

Renata Briano, Nicola Caputo, Damiano Zoffoli

1

0

ENF

Angelo Ciocca

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

Laatst bijgewerkt op: 14 maart 2018
Juridische mededeling - Privacybeleid