Vorige 
 Volgende 
Reglement van het Europees Parlement
Achtste zittingsperiode - september 2015
PDF 1286k
INHOUD
ZAAKREGISTER
BERICHT AAN DE LEZER

TITEL I  : LEDEN, ORGANEN VAN HET PARLEMENT EN FRACTIES
HOOFDSTUK 1  : LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Artikel 11  : Financiële belangen van de leden, gedragsregels, verplicht transparantieregister en toegang tot het Parlement

1.    Het Parlement stelt transparantieregels inzake de financiële belangen van zijn leden vast, in de vorm van een bij meerderheid van zijn leden overeenkomstig artikel 232 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgestelde gedragscode, die als bijlage bij dit Reglement is gevoegd (1).

Deze regels mogen op generlei wijze een belemmering noch beperking vormen voor de uitoefening van het mandaat en daarmee samenhangende politieke of andere activiteiten.

2.    Het gedrag van de leden wordt ingegeven door onderling respect, berust op de waarden en beginselen zoals vastgelegd in de basisteksten van de Europese Unie, doet geen afbreuk aan de waardigheid van het Parlement en mag het goede verloop van de werkzaamheden van het Parlement niet in gevaar brengen, noch de rust in de gebouwen van het Parlement verstoren. De leden nemen de voorschriften van het Parlement in acht met betrekking tot de behandeling van vertrouwelijke informatie.

Niet-naleving van deze grondbeginselen en voorschriften kan leiden tot het nemen van maatregelen overeenkomstig de artikelen 165, 166 en 167.

3.    De toepassing van dit artikel doet op generlei wijze afbreuk aan de levendigheid van de parlementaire debatten noch aan de vrijheid van spreken van de leden.

Zij is gebaseerd op de volledige inachtneming van de prerogatieven van de leden, zoals vastgelegd in het primaire recht en het Statuut van de leden.

Zij berust op het beginsel van transparantie en waarborgt dat elke bepaling ter zake ter kennis wordt gebracht van de leden, die persoonlijk van hun rechten en plichten in kennis worden gesteld.

4.    De quaestoren stellen aan het begin van elke zittingsperiode het maximum aantal door elk lid te accrediteren medewerkers (geaccrediteerde medewerkers) vast.

5.    De quaestoren zijn verantwoordelijk voor het verstrekken van toegangspasjes met een lange geldigheidsduur aan personen die niet tot de instellingen van de Unie behoren. Deze toegangspasjes zijn maximaal één jaar geldig en kunnen worden verlengd. De nadere voorschriften voor het gebruik van deze pasjes worden door het Bureau vastgesteld.

Deze toegangspasjes kunnen worden verstrekt aan:

-    personen die zijn ingeschreven in het transparantieregister (2), of die een organisatie vertegenwoordigen of werken voor een organisatie die in dit register is ingeschreven; inschrijving geeft echter geen automatisch recht op een pasje;

-    personen die frequent toegang tot de gebouwen van het Parlement wensen, maar die niet onder het toepassingsgebied van het akkoord over de invoering van een transparantieregister vallen (3)

-    plaatselijke medewerkers van de leden alsook personen die de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's assisteren.

6.    Degenen die zich inschrijven in het transparantieregister moeten in het kader van hun betrekkingen met het Parlement het volgende naleven:

-    de als bijlage bij het akkoord gevoegde gedragscode (4);

-    de in het akkoord vastgelegde procedures en andere verplichtingen; en

-    de bepalingen van dit artikel alsook de uitvoeringsbepalingen ervan.

7.    De quaestoren bepalen in welke mate de gedragscode van toepassing is op personen die wel over een toegangspasje met een lange geldigheidsduur beschikken, maar niet onder het toepassingsgebied van het akkoord vallen.

8.    Het toegangspasje wordt bij met redenen omkleed besluit van de quaestoren ingetrokken in de volgende gevallen:

-    bij schrapping uit het transparantieregister, behalve wanneer er zwaarwegende redenen zijn die intrekking ervan in de weg staan;

-    bij ernstige inbreuk op de in lid 6 genoemde verplichtingen.

9.    Het Bureau stelt, op voorstel van de secretaris-generaal, de nodige maatregelen vast voor de invoering van het transparantieregister, overeenkomstig de bepalingen van het akkoord over de invoering van dit register.

De bepalingen ter uitvoering van leden 5 tot en met 8 worden nader omschreven in een bijlage (5).

10.    De gedragsregels, rechten en voorrechten van de oud-leden worden vastgesteld bij besluit van het Bureau. Er wordt geen onderscheid gemaakt in de behandeling van oud-leden.

(1)Bijlage I.
(2)Bij het akkoord over de invoering van een gemeenschappelijk Transparantieregister van het Europees Parlement en de Europese Commissie ingesteld register voor organisaties en als zelfstandige werkzame personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid (zie bijlage IX, deel B).
(3)Zie bijlage IX, deel B.
(4)Zie bijlage 3 bij het akkoord in bijlage IX, deel B.
(5)Zie bijlage IX, deel A.
Juridische mededeling - Privacybeleid