HOOFDSTUK
3 : ALGEMENE REGELS VOOR HET VERLOOP VAN DE VERGADERINGEN
Artikel
164
: Persoonlijke feiten
1.
Leden die om het woord verzoeken voor een persoonlijk feit, wordt het woord verleend na afloop van het debat over het aan de orde zijnde agendapunt of op het moment van de goedkeuring van de notulen van de vergadering waarop het verzoek om het woord te mogen voeren betrekking heeft.
Zij mogen niet over het behandelde onderwerp spreken, doch beperken zich ertoe in het debat tegen hen gerichte uitlatingen of hun ten onrechte toegeschreven meningen te weerleggen, dan wel eigen uitspraken recht te zetten.
2.
Behoudens andersluidend besluit van het Parlement is de spreektijd voor een persoonlijk feit beperkt tot drie minuten.