Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2005/0090(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0057/2006

Ingediende teksten :

A6-0057/2006

Debatten :

PV 14/03/2006 - 21
CRE 14/03/2006 - 21

Stemmingen :

PV 15/03/2006 - 4.5
CRE 15/03/2006 - 4.5
Stemverklaringen
PV 13/06/2006 - 7.9
CRE 13/06/2006 - 7.9
PV 06/07/2006 - 6.10
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2006)0085
P6_TA(2006)0312

Aangenomen teksten
PDF 594kWORD 341k
Woensdag 15 maart 2006 - Straatsburg
Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen *
P6_TA(2006)0085A6-0057/2006

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (COM(2005)0181 – C6-0234/2005 – 2005/0090(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Dit voorstel wordt als volgt gewijzigd(1):

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendementen van het Parlement
Amendement 1
OVERWEGING 1
(1)  Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad, hierna "Financieel Reglement" genoemd, legt de rechtsgrondslag voor de hervorming van het financiële beheer. De wezenlijke elementen ervan moeten dan ook worden gehandhaafd en versterkt. Voorts moeten de erin vastgestelde begrotingsbeginselen in alle wetgevingsbesluiten in acht worden genomen, met zo min mogelijk uitzonderingen.
(1)  Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad, hierna "Financieel Reglement" genoemd, legt de rechtsgrondslag voor de hervorming van het financiële beheer. De wezenlijke elementen ervan moeten dan ook worden gehandhaafd en versterkt. Voorts moeten de erin vastgestelde begrotingsbeginselen, die hun grondslag vinden in artikel 268 e.v. van het EG-Verdrag, in alle wetgevingsbesluiten in acht worden genomen, met zo min mogelijk uitzonderingen.
Amendement 2
OVERWEGING 2
(2)  Sommige wijzigingen zijn gezien de praktische ervaring gerechtvaardigd om de uitvoering van de begroting en de verwezenlijking van de onderliggende beleidsdoelstellingen te vergemakkelijken en om bepaalde vereisten inzake procedures en documenten aan te passen teneinde deze beter op de ermee gepaard gaande risico's en kosten af te stemmen.
(2)  Sommige wijzigingen zijn gezien de praktische ervaring gerechtvaardigd om de uitvoering van de begroting en de verwezenlijking van de onderliggende beleidsdoelstellingen te vergemakkelijken; ook moet het in artikel 5 van het EG-Verdrag neergelegde evenredigheidsbeginsel voor het bestuurlijk handelen uitdrukkelijk worden verankerd in de voorschriften, teneinde deze beter op de ermee gepaard gaande risico's en kosten af te stemmen.
Amendement 3
OVERWEGING 3
(3)  Alle wijzigingen moeten de verwezenlijking van de doelstellingen van de hervormingen van de Commissie, goed financieel beheer en de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen tegen fraude en andere onwettige activiteiten bevorderen, en aldus bijdragen tot het verkrijgen van een redelijke betrouwbaarheidsgarantie met betrekking tot de wettigheid en de regelmatigheid van de financiële verrichtingen.
(3)  Alle wijzigingen moeten de verwezenlijking van de doelstellingen van de hervormingen van de Commissie, goed financieel beheer en de doeltreffender bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen tegen fraude en andere onwettige activiteiten bevorderen, en aldus bijdragen tot het verkrijgen van een redelijke betrouwbaarheidsgarantie met betrekking tot de wettigheid en de regelmatigheid van de financiële verrichtingen.
Amendement 4
OVERWEGING 5 BIS (nieuw)
(5 bis) Krachtens punt 1 van het aan het EG-Verdrag gehechte Protocol betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel, in het aanhangsel van het Verdrag van Amsterdam van 2 oktober 1997, is iedere instelling gehouden bij de uitoefening van haar bevoegdheden het evenredigheidsbeginsel te eerbiedigen, op grond waarvan het handelen van de Gemeenschap niet verder mag gaan dan noodzakelijk is voor het bereiken van de doelstellingen van het verdrag.
Amendement 5
OVERWEGING 6
(6)  Op bepaalde punten is ten aanzien van de toepassing van de begrotingsbeginselen is meer efficiëntie en doorzichtigheid nodig om beter op de operationele behoeften in te spelen.
(6)  Ten aanzien van de toepassing van het Financieel Reglement is in de praktijk gebleken dat de financiële actoren bij de uitoefening van hun taken in individuele gevallen te weinig gebruik maken van hun discretionaire bevoegdheid; hiertoe behoort ook dat zij als uitvoerend orgaan van de Europese Gemeenschap zelfstandig en discretionair kunnen beslissen wanneer een maatregel evenredig is in de zin van artikel 5 van het EG-Verdrag en het aan het EG-Verdrag gehechte Protocol betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel, in het aanhangsel van het Verdrag van Amsterdam van 2 oktober 1997.
Amendement 6
OVERWEGING 12
(12)  Thans moet de Commissie van de begrotingsautoriteit voorafgaande toestemming krijgen om schenkingen of legaten te aanvaarden die lasten kunnen meebrengen. Om onnodige en omslachtige procedures te vermijden, dient toestemming alleen verplicht te worden gesteld in geval van aanzienlijke lasten.
(12)  Thans moet de Commissie van de begrotingsautoriteit voorafgaande toestemming krijgen om schenkingen of legaten te aanvaarden die lasten kunnen meebrengen. Om onnodige en omslachtige procedures te vermijden, dient toestemming verplicht te worden gesteld in geval van later optredende kosten.
Amendement 7
OVERWEGING 13
(13)  Wat het specialiteitsbeginsel betreft, dienen de regels inzake kredietoverschrijvingen op bepaalde punten te worden vereenvoudigd en verduidelijkt, omdat zij in de praktijk omslachtig of onduidelijk zijn gebleken. Het was de bedoeling dat artikel 22 van het Financieel Reglement alleen voor andere instellingen dan de Commissie zou gelden, omdat de Commissie haar eigen regeling heeft. Dit artikel moet derhalve worden gewijzigd.
Schrappen
Amendement 8
OVERWEGING 14
(14)  De Commissie en de andere instellingen melden hun overschrijvingsvoorstellen van tevoren bij de begrotingsautoriteit aan, die de normale procedure kan volgen wanneer zij bezwaar wil maken. In deze gevallen gelden in theorie de normale termijnen voor het besluit van de begrotingsautoriteit over de overschrijving. De tekst vermeldt echter niet wanneer de termijn wordt geacht in te gaan, en deze leemte moet worden opgevuld.
Schrappen
Amendement 9
OVERWEGING 16
(16)  Met het oog op de efficiëntie dient de Commissie zelfstandig te kunnen beslissen over overschrijvingen uit de reserve in gevallen waarin een basisbesluit in de zin van artikel 49 van het Financieel Reglement voor de betrokken actie bij de opstelling van de begroting ontbreekt, maar tijdens het begrotingsjaar wordt vastgesteld.
Schrappen
Amendement 10
OVERWEGING 17
(17)  De regels over administratieve overschrijvingen van de Commissie moeten worden aangepast aan de nieuwe activiteitsgestuurde begrotingsstructuur. De "aanmeldingsprocedure" moet alleen gelden voor overschrijvingen tussen artikelen, binnen het administratieve hoofdstuk van elke titel, boven de grens van 10 % van de kredieten van het begrotingsjaar. Anderzijds moet de Commissie zelfstandig kunnen beslissen over overschrijvingen tussen artikelen van verschillende titels die uitgaven van dezelfde aard financieren.
Schrappen
Amendement 11
OVERWEGING 22 BIS (nieuw)
(22 bis) De aansprakelijkheid van de ordonnateurs dient in het belang van een grotere rechtszekerheid duidelijker te worden geregeld.
Amendement 12
OVERWEGING 27
(27)  Voor vorderingen moet een verjaringstermijn worden ingevoerd. Anders dan voor vele lidstaten, geldt voor de Gemeenschap geen verjaringstermijn waarna financiële vorderingen komen te vervallen. Voor de Gemeenschap geldt evenmin een verjaringstermijn ten aanzien van de inning van haar vorderingen op derden. De invoering van een dergelijke verjaringstermijn in het nieuwe artikel 73ter strookt met het beginsel van goed financieel beheer.
(27)  Voor vorderingen moet een verjaringstermijn worden ingevoerd. Anders dan voor vele lidstaten, geldt voor de Gemeenschap geen verjaringstermijn waarna financiële vorderingen komen te vervallen. Voor de Gemeenschap geldt evenmin een verjaringstermijn ten aanzien van de inning van haar vorderingen op derden. De invoering van een dergelijke verjaringstermijn in het nieuwe artikel 73ter strookt met het beginsel van goed financieel beheer. Het is echter niet wenselijk dat opzettelijke veroorzakers van schade zich op gelijke voet als andere schuldenaren op de verjaring kunnen beroepen. Het begin van de verjaring moet derhalve worden uitgesteld tot het tijdstip waarop positieve kennis van alle vorderingen aantoonbaar aanwezig is.
Amendement 13
OVERWEGING 27 BIS (nieuw)
(27 bis) De gunningsprocedures moeten voor zo ver mogelijk en passend interinstitutioneel worden uitgevoerd, om ook voor kleinere entiteiten de administratieve last te verlichten.
Amendement 14
OVERWEGING 27 TER (nieuw)
(27 ter) Bij de gunning van opdrachten voor goederen of diensten moeten de procedures gefaseerd worden en beter op de behoeften van de inschrijvers worden afgestemd. Hierbij moet er vooral op worden gelet dat het evenredigheidsbeginsel ook van toepassing is op de administratieve last. Raamovereenkomsten moeten hun grondslag in het Financieel Reglement vinden. De concurrentie moet niet door onnodig langdurige contractuele verbintenissen in raamovereenkomsten worden gehinderd, en er moet worden voorkomen dat kleine en middelgrote ondernemingen reeds vanwege hun grootte de facto niet in aanmerking komen bij de gunning van opdrachten.
Amendement 15
OVERWEGING 29
(29)  Inzake de uitsluiting van inschrijvers legt het Financieel Reglement de communautaire instellingen strengere regels op dan die welke in Richtlijn 2004/18/EG zijn opgenomen. Het Financieel Reglement maakt geen onderscheid tussen de ernstigste en andere uitsluitingsgronden. Richtlijn 2004/18/EG maakt een dergelijk onderscheid echter wel, en de communautaire instellingen moeten deze mogelijkheid ook hebben. De artikelen 93 en 94 van het Financieel Reglement moeten voorzien in de verplichte uitsluiting in de ernstigste gevallen en de aanbestedende dienst moet de mogelijkheid worden gegeven op basis van een risicoanalyse andere uitsluitingsgevallen toe te voegen. Hetzelfde onderscheid moet in artikel 114 van het Financieel Reglement ten aanzien van subsidies worden gemaakt. De in artikel 96 van dat reglement opgenomen regels inzake sancties moeten dienovereenkomstig worden aangepast.
(29)  Inzake de uitsluiting van inschrijvers legt het Financieel Reglement de communautaire instellingen strengere regels op dan die welke in Richtlijn 2004/18/EG zijn opgenomen. Voor de uitsluiting van inschrijvers moet het evenredigheidsbeginsel gelden. Om onevenredige sancties te voorkomen, moet de duur van de uitsluiting tot ten hoogste tien jaar worden beperkt. Uitsluitingen voor langer dan vijf jaar moeten alleen plaatsvinden op basis van een definitief vonnis.
Amendement 16
OVERWEGING 30 BIS (nieuw)
(30 bis) Bewijsstukken moeten slechts worden verlangd voorzover dit noodzakelijk is. De administratieve last moet onder andere in overeenstemming zijn met de waarde van de opdracht.
Amendement 17
OVERWEGING 30 TER (nieuw)
(30 ter) Ter behoud van de reputatie van de instellingen op het punt van de zuiverheid en doorzichtigheid van het bestuur moeten ambtenaren van de Gemeenschappen hun superieuren informeren over hun deelname aan subsidieprocedures om belangenconflicten te voorkomen.
Amendement 18
OVERWEGING 32 BIS (nieuw)
(32 bis) Niet geselecteerde inschrijvers moeten over een effectieve rechtsbescherming beschikken, zoals ook op nationaal niveau verplicht is. Hiertoe moet gedacht worden aan onafhankelijke controlerende organen, die snel en zonder onevenredige belasting de gunningsprocedure kunnen controleren en een effectieve rechtsbescherming kunnen waarborgen.
Amendement 19
OVERWEGING 32 TER (nieuw)
(32 ter) De bescherming van de financiële belangen van de Unie mag niet te zwaar op de opdrachtnemers drukken. Daarom moet het verlangen van zekerheden van de opdrachtnemer worden beperkt tot die gevallen waar dit gegrond is en mag dit de doelstelling van zekerheid niet overschrijden.
Amendement 20
OVERWEGING 34
(34)  De regels inzake subsidies moeten worden vereenvoudigd. De vereisten inzake controles en garanties moeten beter in verhouding staan tot de financiële risico's. Enkele essentiële veranderingen moeten eerst in het Financieel Reglement worden aangebracht, zodat later nadere bepalingen kunnen worden opgenomen in de uitvoeringsvoorschriften. Het toepassingsgebied van subsidies moet in artikel 108 van het Financieel Reglement duidelijker worden afgebakend, met name wat de financiering met betrekking tot leningsactiviteiten en aandelenbezit betreft. Het evenredigheidsbeginsel moet eraan worden toegevoegd.
(34)  De regels inzake subsidies moeten worden vereenvoudigd. De vereisten die de bestuurlijke procedure aan de betrokkenen stelt, moeten te allen tijde evenredig zijn. Daarom moeten de kansloze aanvragen reeds in een zo vroeg mogelijk stadium van de procedure worden uitgesloten, zodat de gegadigden niet onnodig worden belast. Het toepassingsgebied van subsidies moet in artikel 108 van het Financieel Reglement duidelijker worden afgebakend, met name wat de financiering met betrekking tot leningsactiviteiten en aandelenbezit betreft. Bij subsidies voor kleine bedragen moet de mogelijkheid bestaan dat de subsidie wordt verleend op basis van een beschikking in plaats van een omvangrijke en ingewikkelde subsidieovereenkomst.
Amendement 21
OVERWEGING 36
(36)  De regel dat subsidies op basis van oproepen tot het indienen van voorstellen moeten worden toegekend, heeft zijn waarde bewezen. De ervaring heeft echter geleerd, dat er in sommige situaties, gezien de aard van de actie, geen keuze is bij de selectie van de begunstigden, en in artikel 110 van het Financieel Reglement moet uitdrukkelijk worden vermeld dat zich dergelijke uitzonderingsgevallen kunnen voordoen.
(36)  De regel dat subsidies op basis van oproepen tot het indienen van voorstellen moeten worden toegekend, heeft zijn waarde bewezen. Hierbij moet in het belang van de rechtszekerheid en een betrouwbare planning worden gewaarborgd dat de gegevens die aan het begin van de aanbestedingsprocedure aan de gegadigden worden medegedeeld niet in de loop van de procedure worden veranderd. De ervaring heeft echter geleerd, dat er in sommige situaties, gezien de aard van de actie, geen keuze is bij de selectie van de begunstigden, en in artikel 110 van het Financieel Reglement moet uitdrukkelijk worden vermeld dat zich dergelijke uitzonderingsgevallen kunnen voordoen.
Amendement 22
OVERWEGING 37
(37)  De regel dat een begunstigde voor een actie niet meer dan één subsidie kan krijgen, moet worden aangepast omdat sommige basisbesluiten combinatie van verschillende communautaire financieringsbronnen wel toestaan en dergelijke gevallen in de toekomst met het oog op de doeltreffendheid van de uitgaven vaker zouden kunnen voorkomen. Van deze gelegenheid moet echter gebruik worden gemaakt om in artikel 111 van het Financieel Reglement duidelijk te maken dat dezelfde kosten nooit tweemaal uit de communautaire begroting kunnen worden gefinancierd.
(37)  In artikel 111 van het Financieel Reglement dient duidelijk te worden gemaakt dat dezelfde kosten nooit tweemaal uit de communautaire begroting kunnen worden gefinancierd en dat 100% van de subsidiabele kosten niet mag worden overschreden.
Amendement 23
OVERWEGING 39
(39)  Met het oog op de duidelijkheid en doorzichtigheid dient het nieuwe artikel 113 bis van het Financieel Reglement het gebruik van forfaitaire betalingen toe te staan, naast de traditionele terugbetalingsmethode van werkelijk gemaakte kosten.
(39)  Met het oog op de duidelijkheid en doorzichtigheid dient het nieuwe artikel 113 bis van het Financieel Reglement het gebruik van forfaitaire betalingen toe te staan, naast de traditionele terugbetalingsmethode van werkelijk gemaakte kosten. De subsidiabele kosten moeten duidelijker worden gedefinieerd.
Amendement 24
OVERWEGING 40
(40)   In artikel 114 van het Financieel Reglement moeten bepaalde beperkingen inzake de toelaatbaarheid van begunstigden worden geschrapt, zodat subsidies aan natuurlijke personen en bepaalde entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid kunnen worden toegekend.
(40)   De bewijsplichten en sancties die op de begunstigden rusten, moeten steeds in verhouding staan tot het risico; bovendien moeten bepaalde beperkingen inzake de toelaatbaarheid van begunstigden worden geschrapt, zodat subsidies aan natuurlijke personen en bepaalde entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid kunnen worden toegekend.
Amendement 25
OVERWEGING 40 BIS (nieuw)
(40 bis) Voor een betere voorlichting aan de gegadigden moet een gemeenschappelijke dienst worden ingesteld die zich in het kader van de subsidieverlening bezighoudt met de standaardisatie van soortgelijke subsidieaanvragen, voorlichting aan de gegadigden en benchmarking.
Amendement 26
OVERWEGING 47
(47)  Kredieten die zijn vrijgemaakt als gevolg van gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van de projecten waarvoor zij bestemd waren, moeten kunnen worden wederopgevoerd. Dit dient echter slechts onder strikte voorwaarden mogelijk te zijn, en alleen op het gebied van onderzoek, daar onderzoeksprojecten een hoger financieel risico meebrengen dan projecten op andere beleidsterreinen.
(47)  Vanwege het bijzondere belang dat bevordering van het onderzoek heeft voor het concurrentievermogen van de Europese Unie moeten vastleggingskredieten die niet zijn gebruikt of die zijn vrijgemaakt als gevolg van gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van de projecten waarvoor zij bestemd waren, kunnen worden wederopgevoerd.
Amendement 27
ARTIKEL 1, PUNT 2
Artikel 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Iedere bepaling betreffende de uitvoering van de begroting aan de ontvangsten- of uitgavenzijde in een ander wetgevingsbesluit moet met name de in titel II vermelde begrotingsbeginselen eerbiedigen.
Iedere bepaling betreffende de uitvoering van de begroting aan de ontvangsten- of uitgavenzijde in een ander wetgevingsbesluit moet de in artikel 268 e.v. van het EG-Verdrag vermelde begrotingsbeginselen eerbiedigen.
Amendement 28
ARTIKEL 1, PUNT 2
Artikel 2, alinea 1 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Iedere maatregel die de instellingen nemen ter uitvoering van de begroting op grond van deze Verordening moet het evenredigheidsbeginsel van artikel 5 van het EG-Verdrag eerbiedigen.
Amendement 29
ARTIKEL 1, PUNT 2
Artikel 2, alinea 1 ter (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Wanneer de Commissie in een voorstel voor een ander instrument voornemens is van de bepalingen van het Financieel Reglement af te wijken, moet zij dit uitdrukkelijk en afzonderlijk mededelen aan de met de begroting belaste commissie van het Europees Parlement.
Amendement 136
ARTIKEL 1, PUNT 5 BIS (nieuw)
Artikel 9, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
5 bis. Artikel 9, lid 1, komt als volgt te luiden:
"1. Kredieten die aan het eind van het begrotingsjaar waarvoor ze waren uitgetrokken niet zijn gebruikt, komen in beginsel te vervallen.
Zij mogen evenwel worden overgedragen doch uitsluitend naar het volgende begrotingsjaar bij een uiterlijk op 15 februari door de betrokken instelling overeenkomstig de leden 2 en 3 genomen besluit, of worden van rechtswege overgedragen overeenkomstig lid 4.
Niet-gebruikte vastleggingskredieten en vastleggingskredieten die zijn vrijgegeven, omdat de projecten waarvoor zij waren uitgetrokken, niet of slechts ten dele zijn uitgevoerd, kunnen echter in voldoende gemotiveerde gevallen, op grond van een gemeenschappelijk besluit van de begrotingsautoriteit, een basisbesluit of een akkoord van de begrotingsautoriteit, tot een bedrag van maximaal [...] per jaar wederopgevoerd worden, indien het van essentieel belang is dat de oorspronkelijk geplande programma's worden uitgevoerd of dat er middelen beschikbaar zijn om nieuwe maatregelen te financieren."
Amendement 30
ARTIKEL 1, PUNT 6
Artikel 12, alinea 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
In naar behoren gemotiveerde, uitzonderingsgevallen mogen de kredieten voor hulp in crisissituaties en humanitaire hulp evenwel vanaf 15 december worden vastgelegd ten laste van de kredieten van het volgende begrotingsjaar. Deze vastleggingen mogen niet meer bedragen dan een vierde van de kredieten van het betrokken begrotingsonderdeel voor de laatste vastgestelde begroting.
In naar behoren gemotiveerde, uitzonderingsgevallen mogen de kredieten voor hulp in crisissituaties en humanitaire hulp evenwel vanaf 15 december worden vastgelegd ten laste van de kredieten van het volgende begrotingsjaar. Deze vastleggingen mogen niet meer bedragen dan een vierde van de kredieten van het betrokken begrotingsonderdeel voor de laatste vastgestelde begroting. De begrotingsautoriteit dient omtrent deze verplichtingen te worden ingelicht.
Amendement 31
ARTIKEL 1, PUNT 6 BIS (nieuw)
Artikel 14, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
6 bis. Artikel 14, lid 2 komt als volgt te luiden:
"2. Onverminderd artikel 46, lid 1, punt 4, mogen de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, alsmede de door de Gemeenschappen opgerichte organen bedoeld in artikel 185 geen leningen aangaan, met uitzondering van directe financieringen die noodzakelijk zijn voor de verkrijging van onroerende goederen ten behoeve van het gebruik door de instellingen, waarvoor de begrotingsautoriteit een positief advies heeft uitgebracht in de zin van artikel 179, lid 3."
Amendement 32
ARTIKEL 1, PUNT 7
Artikel 16, alinea 2, tweede volzin (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Valutaomrekeningen moeten zodanig plaatsvinden dat de medefinanciering van de Unie voor projectsubsidies daardoor niet wezenlijk wordt veranderd.
Amendement 33
ARTIKEL 1, PUNT 9
Artikel 19, lid 2, eerste volzin (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Voor het aanvaarden van schenkingen die aanzienlijke lasten kunnen meebrengen, is de goedkeuring vereist van het Europees Parlement en de Raad, die zich binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek van de Commissie uitspreken.
Voor het aanvaarden van schenkingen die later optredende kosten kunnen meebrengen, is de goedkeuring vereist van het Europees Parlement en de Raad, die zich binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek van de Commissie uitspreken.
Amendement 34
ARTIKEL 1, PUNT 10
Artikel 22, lid 1, letter b bis) (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
(b bis) van het ene artikel naar het andere zonder beperking.
Amendement 35
ARTIKEL 1, PUNT 10
Artikel 22, lid 2, alinea 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
(2)  Drie weken voordat zij de in lid 1 genoemde overschrijvingen verrichten, stellen de instellingen de begrotingsautoriteit en de Commissie in kennis van hun voornemens. Worden binnen deze termijn door een van de twee takken van de begrotingsautoriteit naar behoren gemotiveerde redenen aangevoerd, dan wordt de procedure van artikel 24 gevolgd.
(2)  Drie weken voordat zij de in lid 1 genoemde overschrijvingen verrichten, stellen de instellingen de begrotingsautoriteit in kennis van hun voornemens. Worden binnen deze termijn door een van de twee takken van de begrotingsautoriteit redenen aangevoerd, dan wordt de procedure van artikel 24 gevolgd.
Amendement 36
ARTIKEL 1, PUNT 10
Artikel 22, lid 2, alinea 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
De begrotingsautoriteit beslist over deze overschrijvingen binnen de in artikel 24 genoemde termijnen, die beginnen te lopen op de datum waarop zij door de instelling van de voorgenomen overschrijving in kennis is gesteld.
Schrappen
Amendement 37
ARTIKEL 1, PUNT 10
Artikel 22, lid 3 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
(3)  Iedere andere instelling dan de Commissie kan binnen haar eigen afdeling van de begroting overschrijvingen van de ene titel naar de andere boven de grens van 10 % van de kredieten van het begrotingsjaar op het begrotingsonderdeel waarvan kredieten worden overgeschreven, aan de begrotingsautoriteit voorstellen. De begrotingsautoriteit stelt de Commissie hiervan in kennis. Deze overschrijvingen geschieden volgens de procedure van artikel 24.
(3)  Iedere andere instelling dan de Commissie kan binnen haar eigen afdeling van de begroting overschrijvingen van de ene titel naar de andere boven de grens van 10 % van de kredieten van het begrotingsjaar op het begrotingsonderdeel waarvan kredieten worden overgeschreven, aan de begrotingsautoriteit voorstellen. Deze overschrijvingen geschieden volgens de procedure van artikel 24.
Amendement 38
ARTIKEL 1, PUNT 10
Artikel 22, lid 4 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
(4)  Iedere andere instelling dan de Commissie kan binnen haar eigen afdeling van de begroting overschrijvingen binnen hoofdstukken verrichten zonder de begrotingsautoriteit hiervan van tevoren in kennis te stellen.
Schrappen
Amendement 39
ARTIKEL 1, PUNT 11, LETTER a), PUNT i)
Artikel 23, lid 1, letter b) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
i) punt b) komt als volgt te luiden:
Schrappen
"b) wat de personeelsuitgaven en huishoudelijke uitgaven betreft, kredieten overschrijven van de ene titel naar de andere, maar alleen tussen artikelen die uitgaven van dezelfde aard financieren;"
Amendement 40
ARTIKEL 1, PUNT 11, LETTER a), PUNT ii)
Artikel 23, lid 1, letter d) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
ii) het volgende punt d) wordt toegevoegd:
Schrappen
"d) kredieten overschrijven van de in artikel 43 genoemde titel "voorzieningen" in de gevallen waarin een basisbesluit voor de betrokken actie bij de opstelling van de begroting ontbreekt maar tijdens het begrotingsjaar wordt vastgesteld."
Amendement 41
ARTIKEL 1, PUNT 11, LETTER a), PUNT iii)
Artikel 23, lid 1, alinea 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
(iii) de tweede alinea wordt geschrapt;
(iii) de tweede alinea komt als volgt te luiden:
"De Commissie brengt de begrotingsautoriteit op de hoogte drie weken voordat zij de onder b) en c), bedoelde overschrijvingen verricht. Worden binnen de termijn van drie weken door een van de twee takken van de begrotingsautoriteit naar behoren gemotiveerde redenen aangevoerd, dan wordt de procedure van artikel 24 gevolgd.
Drie maanden voor het einde van het begrotingsjaar brengt de Commissie aan de begrotingsautoriteit verslag uit van de uitvoering van de bestedingen als bedoeld onder b) en deelt zij mede of zij voornemens is overschrijvingen te doen met betrekking tot personeel, externe medewerkers en andere hulppersonen als bedoeld onder b). Indien de begrotingsautoriteit niet binnen zes weken na de bedoelde mededeling bezwaar maakt tegen de voorgenomen overschrijvingen, kan de Commissie deze ten uitvoer leggen en brengt zij de begrotingsautoriteit in de daaropvolgende maand op de hoogte van de overschrijvingen."
Amendement 42
ARTIKEL 1, PUNT 11, LETTER b)
Artikel 23, lid 1 bis (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
b)  Het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:
Schrappen
"1 bis. De Commissie brengt de begrotingsautoriteit op de hoogte drie weken voordat zij:
a) overschrijvingen verricht tussen artikelen binnen het hoofdstuk voor administratieve kredieten van eenzelfde titel die boven de grens liggen van 10% van de kredieten van het begrotingsjaar genoemd in het artikel waarvan kredieten worden overgeschreven, en;
b) de in lid 1, onder c), bedoelde overschrijvingen verricht.
Worden binnen de termijn van drie weken door een van de twee takken van de begrotingsautoriteit naar behoren gemotiveerde redenen aangevoerd, dan wordt de procedure van artikel 24 gevolgd. De begrotingsautoriteit beslist over deze overschrijvingen binnen de in artikel 24 genoemde termijnen, die beginnen te lopen op de datum waarop de begrotingsautoriteit door de Commissie van de voorgenomen overschrijving in kennis is gesteld."
Amendement 43
ARTIKEL 1, PUNT 11, LETTER c)
Artikel 23, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
c) in lid 2 wordt "lid 1, onder c)," vervangen door "de leden 1 en 1 bis".
Schrappen
Amendement 44
ARTIKEL 1, PUNT 12
Artikel 26, lid 2, alinea 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
12.  In artikel 26, lid 2, komt de eerste alinea als volgt te luiden:
Schrappen
"Overschrijvingen die het gebruik van de reserve voor spoedhulp mogelijk moeten maken, worden door de begrotingsautoriteit goedgekeurd op voorstel van de Commissie. Voor elke maatregel moet een afzonderlijk voorstel worden ingediend."
Amendement 45
ARTIKEL 1, PUNT 12 BIS (nieuw)
Artikel 27, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
12 bis. Artikel 27, lid 1 komt als volgt te luiden:
"1. De begrotingskredieten worden aangewend volgens het beginsel van goed financieel beheer, dat zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid inhoudt, en volgens het evenredigheidsbeginsel."
Amendement 46
ARTIKEL 1, PUNT 12 TER (nieuw)
Artikel 27, lid 2, alinea 3 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
12 ter. In artikel 27, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:
"Evenredigheid betekent een passende verhouding tussen de kosten, met inbegrip van de controlekosten, en de betrokken bedragen en risico's."
Amendement 47
ARTIKEL 1, PUNT 12 QUATER (nieuw)
Artikel 27, lid 4 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
12 quater. In artikel 27 wordt de volgende alinea toegevoegd:
"4 bis. Bij de tenuitvoerlegging van programma's en activiteiten worden de procedures op de inhoud afgestemd. De eisen van dit artikel worden in de uitvoeringsvoorschriften nader uitgewerkt."
Amendement 48
ARTIKEL 1, PUNT 12 QUINQUIES (nieuw)
Artikel 27, lid 4 ter (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
12 quinquies. In artikel 27 wordt het volgende lid ingevoegd:
"4 ter. De instellingen brengen systemen tot stand voor het meten en vergelijken van de efficiëntie en doeltreffendheid van aanbestedingsprocedures en de toekenningsprocedures voor subsidies."
Amendement 49
ARTIKEL 1, PUNT 12 SEXIES (nieuw)
Artikel 28, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
12 sexies. Artikel 28, lid 2 komt als volgt te luiden:
"(2) Tijdens de begrotingsprocedure verstrekken de organen en instellingen de benodigde gegevens voor een vergelijking tussen de ontwikkeling van de kredietbehoeften en de oorspronkelijke ramingen in de financiële memoranda. Deze gegevens omvatten inlichtingen over de gemaakte vorderingen en de stand van de werkzaamheden van de wetgevende autoriteit met betrekking tot de ingediende voorstellen. De kredietbehoeften worden eventueel herzien op basis van de stand van de beraadslagingen over het basisbesluit."
Amendement 50
ARTIKEL 1, PUNT 12 SEPTIES (nieuw)
Artikel 28, lid 3 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
12 septies. Artikel 28, lid 3 komt als volgt te luiden:
"(3) Om het gevaar van fraude en onregelmatigheden te voorkomen, nemen de organen en instellingen in het financieel memorandum informatie op betreffende bestaande of geplande preventie- en beschermingsmaatregelen."
Amendement 51
ARTIKEL 1, PUNT 13
Artikel 29, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
13.  In artikel 29 komt lid 2 als volgt te luiden:
13.  Artikel 29 komt als volgt te luiden:
"Artikel 29
(1)  Voor de opstelling en uitvoering van de begroting en de financiële verslaglegging geldt het doorzichtigheidsbeginsel.
"(2) De begroting en de gewijzigde begrotingen worden in hun definitief vastgestelde vorm op initiatief van de voorzitter van het Europees Parlement in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.
(2)  De begroting en de gewijzigde begrotingen worden in hun definitief vastgestelde vorm op initiatief van de voorzitter van het Europees Parlement in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.
Deze bekendmaking geschiedt binnen drie maanden na de datum van constatering van de definitieve vaststelling van de begroting. De geconsolideerde jaarrekeningen en de door de verschillende instellingen opgestelde verslagen over het begrotings- en financieel beheer worden in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt."
Deze bekendmaking geschiedt binnen twee maanden na de definitieve vaststelling van de begroting.
De mededelingen van de Commissie moeten ook gegevens bevatten over de uitvoering van de toelichtingen bij de begroting."
Amendement 52
ARTIKEL 1, PUNT 13 BIS (nieuw)
Hoofdstuk 9 en artikel 30 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
13 bis. In titel II van deel 1 worden het volgende hoofdstuk en het volgende artikel ingevoegd:
"Hoofdstuk 9
Beginsel van doeltreffende en efficiënte interne controle
Artikel 30 bis
1.  De uitvoering van de begroting wordt gewaarborgd door een doeltreffende en efficiënte interne controle, die in overeenstemming is met de betrokken beheerswijze.
2.  Ten behoeve van de uitvoering van de begroting wordt onder interne controle verstaan een proces dat betrekking heeft op alle niveaus van de bestuursketen en bedoeld is om een redelijke zekerheid te verschaffen over de mate waarin de volgende doelstellingen zijn gerealiseerd:
(a) doeltreffendheid en efficiëntie van de activiteiten,
(b) betrouwbaarheid van de financiële verslaglegging,
(c) de bescherming van vermogensbestanddelen en informatie en de voorkoming en opsporing van fraude en onregelmatigheden,
(d) een afdoende beheersing van de risico's in verband met de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen."
Amendement 53
ARTIKEL 1, PUNT 16, LETTER a)
Artikel 43, lid 1, alinea 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
a) in lid 1 wordt "artikel 24" vervangen door "artikel 23 en 24";
Schrappen
Amendement 54
ARTIKEL 1, PUNT 16, LETTER b)
Artikel 43, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
b) in lid 2 wordt "artikel 24" vervangen door "artikel 23 en 24".
Schrappen
Amendement 55
ARTIKEL 1, PUNT 19, LETTER a), PUNT ii)
Artikel 46, lid 1, punt 1, letter f) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
ii) punt f) wordt geschrapt.
Schrappen
Amendement 56
ARTIKEL 1, PUNT 19, LETTER b)
Artikel 46, lid 1, punt 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
b) punt 2 komt als volgt te luiden:
Schrappen
"2. in de afdeling van elke instelling worden de ontvangsten en uitgaven volgens dezelfde structuur als in punt 1 aangegeven.
Amendement 57
ARTIKEL 1, PUNT 19, LETTER c)
Artikel 46, lid 1, punt 3, letter c) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
c) in punt 3) komt punt c) als volgt te luiden:
Schrappen
"c) de onderverdeling van het wetenschappelijk en technisch personeel kan onder de bij elke begroting vastgestelde voorwaarden volgens groepen van rangen worden aangegeven. In de personeelsformatie wordt het aantal wetenschappelijk of technisch hooggekwalificeerde personeelsleden vermeld aan wie uit hoofde van de specifieke bepalingen van het Statuut bijzondere voordelen worden toegekend."
Amendement 58
ARTIKEL 1, PUNT 19, LETTER d)
Artikel 46, lid 1, punt 5 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
d) punt 5 komt als volgt te luiden:
Schrappen
"5. de begrotingsonderdelen betreffende ontvangsten en uitgaven die voor de inschakeling van het Garantiefonds voor externe maatregelen noodzakelijk zijn."
Amendement 59
ARTIKEL 1, PUNT 20 BIS (nieuw)
Artikel 48, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
20 bis. Artikel 48, lid 1 komt als volgt te luiden:
"(1) De instellingen voeren de begroting aan de ontvangsten- en uitgavenzijde uit overeenkomstig deze verordening, onder hun eigen verantwoordelijkheid en binnen de grens van de toegekende kredieten."
Amendement 60
ARTIKEL 1, PUNT 22, LETTER a)
Artikel 53, lid 3, alinea 2, inleiding (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Om bij gedeeld beheer ervoor te zorgen dat de middelen overeenkomstig de toepasselijke voorschriften en beginselen worden gebruikt, nemen de lidstaten alle nodige maatregelen om:
Om bij gedeeld beheer ervoor te zorgen dat de middelen overeenkomstig de toepasselijke voorschriften en beginselen worden gebruikt, nemen de lidstaten alle nodige wet- en regelgevende, administratieve en andere maatregelen die voor de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen nodig zijn, om:
Amendement 61
ARTIKEL 1, PUNT 22, LETTER a)
Artikel 53, lid 3, alinea 2, letter b) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
b) onregelmatigheden en fraude te voorkomen en aan te pakken;
b) onregelmatigheden, wanbeheer en fraude te voorkomen en aan te pakken;
Amendement 62
ARTIKEL 1, PUNT 23, LETTER b), PUNT –i) (nieuw)
Artikel 54, lid 2, inleiding (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
–i) de inleiding komt als volgt te luiden:
"(2) Wanneer de Commissie de begroting centraal en indirect uitvoert krachtens artikel 53, lid 2, dan wel uitvoert krachtens artikel 53, lid 4, kan zij overheidstaken, in het bijzonder taken inzake de begrotingsuitvoering, overdragen aan de volgende instellingen, met inachtneming van de beperkingen van het eerste lid:"
Amendement 63
ARTIKEL 1, PUNT 23, LETTER c) bis (nieuw)
Artikel 54, lid 3 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
c bis) het volgende lid wordt toegevoegd:
"3 bis. Voor de uitoefening van de krachtens artikel 50 door de Commissie aan hem verleende bevoegdheden kan het Europees Parlement, in overeenstemming met zijn Reglement, nadere regels vaststellen voor de delegatie van uitvoeringstaken voor vastomlijnde kredieten aan zijn parlementaire fracties.
Deze specifieke bepaling mag geen afbreuk doen aan artikel 56, tenzij dit volgens de specifieke eisen voor het functioneren van de politieke fracties noodzakelijk is."
Amendement 64
ARTIKEL 1, PUNT 24
Artikel 56, lid 1, inleiding (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
(1)  Wanneer de Commissie de begroting door middel van indirect gecentraliseerd beheer uitvoert, vergewist zij zich eerst van het bestaan, de relevantie en de goede werking bij de entiteiten waaraan zij de uitvoering toevertrouwt, overeenkomstig de regels van goed financieel beheer, van het volgende:
(1)  Wanneer de Commissie of het Europees Parlement de begroting door middel van indirect gecentraliseerd beheer uitvoert, vergewissen zij zich eerst van het bestaan, de relevantie en de goede werking bij de entiteiten waaraan zij de uitvoering toevertrouwen, overeenkomstig de regels van goed financieel beheer, van het volgende:
Amendement 65
ARTIKEL 1, PUNT 24
Artikel 56, lid 3 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
De Commissie zorgt voor toezicht op en evaluatie en controle van de uitvoering van de toevertrouwde taken. Zij houdt rekening met de gelijkwaardigheid van de controlesystemen wanneer zij dergelijke controles uitvoert aan de hand van haar eigen controlesystemen.
De Commissie of het Europees Parlement zorgen voor toezicht op en evaluatie en controle van de uitvoering van de toevertrouwde taken. Zij houden rekening met de gelijkwaardigheid van de controlesystemen wanneer zij dergelijke controles uitvoeren aan de hand van hun eigen controlesystemen.
Amendement 66
ARTIKEL 1, PUNT 27
Artikel 60, lid 7, eerste volzin (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
27.  In artikel 60, lid 7, komt de eerste volzin als volgt te luiden:
27.  In artikel 60 komt lid 7 als volgt te luiden:
"7. De gedelegeerde ordonnateur legt aan zijn instelling verantwoording over de uitoefening van zijn taken af in de vorm van een jaarlijks activiteitenverslag, dat vergezeld gaat van gegevens over de financiën en het beheer en een verklaring dat de in dit verslag opgenomen gegevens een getrouwe en eerlijk beeld geven."
"7. De gedelegeerde ordonnateur legt aan zijn instelling verantwoording over de uitoefening van zijn taken af in de vorm van een jaarlijks activiteitenverslag, dat vergezeld gaat van gegevens over de financiën en het beheer, met inbegrip van eventuele voorbehouden inzake het laatste, en een verklaring dat de in dit verslag opgenomen gegevens een getrouwe en eerlijk beeld geven.
In dit verslag geeft hij aan in hoeverre hij de gestelde doelen heeft verwezenlijkt, welke risico's gepaard gaan met deze maatregelen, hoe hij de beschikbaar gestelde middelen heeft aangewend en hoe het interne controlesysteem werkt. De intern controleur neemt kennis van het jaarlijkse activiteitenverslag en de genoemde overige gegevens. De Commissie doet aan de begrotingsautoriteit uiterlijk op 15 juni van ieder jaar een samenvatting toekomen van de jaarverslagen over de activiteiten van het voorafgaande jaar. Deze verslagen bevatten een overzicht van de genomen maatregelen ter beperking van het risico op fouten in de onderliggende processen alsmede een beoordeling van de effectiviteit van deze maatregelen."
Amendement 67
ARTIKEL 1, PUNT 28, LETTER -a) (nieuw)
Artikel 61, lid 1, letter e bis) (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
-a) in lid 1 wordt de volgende letter e bis) ingevoegd:
"e bis) de effectieve werking van deze systemen;"
Amendement 68
ARTIKEL 1, PUNT 28, LETTER a)
Artikel 61, lid 2 bis (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
2 bis. De rekenplichtige stelt aan de hand van de in lid 2 bedoelde gegevens de rekeningen op. De in artikel 129, leden 2 en 3, bedoelde definitieve rekeningen gaan vergezeld van een door de rekenplichtige afgegeven verklaring dat zij zijn opgesteld overeenkomstig titel VII en de in de bijlage bij de financiële staten beschreven boekhoudbeginselen, -regels en -methoden.
2 bis. Voordat de rekeningen door de instelling worden aangenomen, moet de rekenplichtige deze aftekenen als bewijs dat deze een getrouw beeld van de financiën van de instelling geven.
Hiertoe dient de rekenplichtige zich ervan te vergewissen dat de rekeningen zijn opgesteld in overeenstemming met de boekhoudregels, -methoden en -systemen die onder zijn verantwoordelijkheid voor de rekeningen van zijn instelling in dit Reglement zijn vastgelegd, en dat alle inkomsten en uitgaven in de rekeningen zijn geboekt.
Hij is bevoegd de ontvangen informatie te controleren en verder alle controles uit te voeren die hij noodzakelijk acht om de rekeningen te kunnen aftekenen.
Zo nodig maakt hij voorbehouden waarvan hij de aard en omvang duidelijk aangeeft.
De gedelegeerde ordonnateurs doen de rekenplichtige alle informatie toekomen die deze laatste voor de uitvoering van zijn taken nodig heeft. De ordonnateurs blijven geheel en al verantwoordelijk voor het correcte gebruik van de door hen beheerde middelen, alsook voor de wettigheid en regelmatigheid van de uitgaven onder hun gezag.
De rekenplichtigen van de andere instellingen en diensten moeten hun jaarrekening aftekenen en de verklaring aan de rekenplichtige van de Commissie opsturen.
Amendement 69
ARTIKEL 1, PUNT 32, LETTER a)
Artikel 66, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
a)  In lid 1 komt de eerste volzin als volgt te luiden:
a)  Lid 1 komt als volgt te luiden:
"De ordonnateur is geldelijk aansprakelijk onder de in het Statuut bepaalde voorwaarden, volgens welke een onder de desbetreffende voorwaarden vallend personeelslid kan worden verplicht de schade die de Gemeenschappen door grove schuld zijnerzijds in de uitoefening van zijn functie of ter gelegenheid daarvan hebben geleden, geheel of gedeeltelijk te vergoeden, met name indien hij de in te vorderen rechten vaststelt of inningsopdrachten afgeeft, een betalingsverplichting aangaat of een betalingsopdracht ondertekent in afwijking van de in dit Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften vastgestelde bepalingen."
"1. De ordonnateur is geldelijk aansprakelijk onder de in het Statuut bepaalde voorwaarden.
De verplichting tot schadevergoeding bestaat in het bijzonder wanneer
– de ordonnateur de in te vorderen rechten vaststelt of inningsopdrachten afgeeft, een betalingsverplichting aangaat of een betalingsopdracht ondertekent en hierbij met grove nalatigheid of met opzet in strijd handelt met de in dit Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften vastgestelde bepalingen;
de ordonnateur met grove nalatigheid of met opzet verzuimt een document af te geven ter vaststelling van een in te vorderen recht, de afgifte van een inningsopdracht nalaat of vertraagt of de afgifte van een betalingsopdracht, die kan leiden tot civiele aansprakelijkheid van de instelling jegens derden, met grove nalatigheid of met opzet vertraagt.
Bij het onderzoek naar de aanwezigheid en omvang van een toerekenbare schuld dient rekening te worden gehouden met alle omstandigheden en in het bijzonder met de middelen waarover de ordonnateur beschikt voor de vervulling van zijn taken.
De omvang van de aansprakelijkheid van de ordonnateur wordt gezien het evenredigheidsbeginsel hoofdzakelijk bepaald door de omvang van de schuld. Wanneer de ordonnateur nalatig heeft gehandeld, is zijn aansprakelijkheid beperkt tot ten hoogste 12 maal het maandsalaris. Wanneer de ordonnateur daarentegen opzettelijk of moedwillig heeft gehandeld, is hij aansprakelijk voor het volledige bedrag van de schade."
Amendement 70
ARTIKEL 1, PUNT 32, LETTER b) bis (nieuw)
Artikel 66, lid 4, alinea 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
b bis) De eerste alinea van lid 4 komt als volgt te luiden:
"4. Iedere instelling richt, alleen of in samenwerkingsverband, een functioneel onafhankelijke commissie van deskundigen op, die beslist over het bestaan van een financiële onregelmatigheid en de eventuele gevolgen daarvan. De instellingen mogen samen gemeenschappelijke commissies oprichten. De leden van deze commissies kunnen van elke instelling afkomstig zijn."
Amendement 71
ARTIKEL 1, PUNT 33 BIS (nieuw)
Artikel 72, lid 2 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
33 bis. In artikel 72 wordt het volgende lid 2 bis toegevoegd:
"2 bis. Onrechtmatig uitbetaalde bedragen moeten in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel weer in de communautaire begroting terugvloeien.
Als de terugvordering door de lidstaten of andere instanties wordt geregeld, mag een beroep op de communautaire begroting worden gedaan om de daarmee gepaard gaande kosten te vergoeden. Deze vergoedingen worden in de uitvoeringsvoorschriften geregeld."
Amendement 72
ARTIKEL 1, PUNT 35
Artikel 73 ter (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Onverminderd de bijzondere verordeningen en de toepassing van het besluit van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen, geldt voor vorderingen van de Gemeenschappen op derden en vorderingen van derden op de Gemeenschappen een verjaringstermijn van vijf jaar.
Onverminderd de bijzondere verordeningen en de toepassing van het besluit van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen, geldt voor vorderingen van de Gemeenschappen op derden en vorderingen van derden op de Gemeenschappen een verjaringstermijn van vijf jaar.
Voorzover de vordering op het opzettelijk toebrengen van schade berust, vangt de verjaring niet eerder aan dan het tijdstip waarop de gebeurtenis die tot de schade leidde en de aanwezigheid evenals de omvang van de aanspraak op schadevergoeding feitelijk en juridisch is vastgesteld. De verjaring wordt gestuit door het instellen van een vordering in rechte. Wanneer meerdere schuldenaren hoofdelijk aansprakelijk zijn, dan geldt de stuiting ten aanzien van een schuldenaar ook voor ieder van zijn medeschuldenaren.
De datum voor de berekening van de verjaringstermijn en de voorwaarden voor de schorsing ervan worden neergelegd in de uitvoeringsvoorschriften.
De datum voor de berekening van de verjaringstermijn en de voorwaarden voor de schorsing ervan worden bovendien neergelegd in de uitvoeringsvoorschriften.
Amendement 73
ARTIKEL 1, PUNT 35 BIS (nieuw)
Artikel 74, alinea 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
35 bis. De eerste alinea van artikel 74 komt als volgt te luiden:
"De ontvangsten uit boetes, overeenkomsten, dwangsommen en sancties, alsmede de rente hierover en teruggevorderde bedragen worden niet definitief als begrotingsontvangsten geboekt zolang de desbetreffende beschikkingen door het Hof van Justitie nietig kunnen worden verklaard."
Amendement 74
ARTIKEL 1, PUNT 37 BIS (nieuw)
Artikel 79, alinea 1 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
37 bis. In artikel 79 wordt de volgende alinea toegevoegd:
"Betalingsverzoeken mogen slechts in bepaalde, naar behoren gemotiveerde gevallen voorwaarde zijn voor betalingen door de Commissie."
Amendement 75
ARTIKEL 1, PUNT 37 TER (nieuw)
Artikel 80, lid 1 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
37 ter. In artikel 80 wordt het volgende lid ingevoegd:
"Wanneer periodieke betalingen worden gedaan met betrekking tot verleende diensten of geleverde goederen kan de ordonnateur, afhankelijk van een risicoanalyse, opdracht geven tot de uitvoering van automatische incasso's."
Amendement 76
ARTIKEL 1, PUNT 37 QUATER (nieuw)
Artikel 83, alinea 1 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
37 quater. In artikel 83 wordt de volgende alinea toegevoegd:
"De instellingen brengen aan de begrotingsautoriteit verslag uit over de inachtneming van de in de uitvoeringsvoorschriften vastgelegde termijnen en de opschorting van deze termijnen."
Amendement 77
ARTIKEL 1, PUNT 39, LETTER a) bis (nieuw)
Artikel 88, lid 1, alinea 1 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
a bis) In lid 1 wordt de volgende alinea 1 bis toegevoegd:
"Met de uitvoering van een overeenkomst mag pas na de ondertekening worden begonnen."
Amendement 78
ARTIKEL 1, PUNT 39 BIS (nieuw)
Artikel 89, leden 2 bis en 2 ter (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
39 bis. Aan artikel 89 worden de volgende leden toegevoegd:
"2 bis. Om te komen tot minimale marginale kosten en ter voorkoming van parallelle plaatsingsprocedures moet de aanbestedende dienst met geschikte middelen waarborgen dat de plaatsingsprocedures op interinstitutionele basis worden uitgevoerd.
2 ter. Er dient rekening te worden gehouden met de belangen van KMO's, hoofdzakelijk door opdrachten, waar mogelijk, in gespecialiseerde kavels of deelkavels op te splitsen. De opsplitsing mag niet leiden tot omzeiling van de drempelwaarden van de artikelen 105 en 167."
Amendement 79
ARTIKEL 1, PUNT 39 TER (nieuw)
Artikel 90, lid 1, alinea 1, tweede volzin (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
39 ter. In artikel 90, lid 1, wordt alinea 1 aangevuld met de volgende volzin:
"Dit geldt ook voor op grond van een raamovereenkomst gesloten overeenkomsten, voorzover een afzonderlijke overeenkomst of de totale omvang van de op grond van de raamovereenkomst gesloten overeenkomsten leidt tot overschrijding van de drempelwaarden als bedoeld in de artikelen 105 en 167."
Amendement 80
ARTIKEL 1, PUNT 41 BIS (nieuw)
Artikel 91 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
41 bis. Het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 91 bis
(1)  Wanneer de aanbestedende dienst vaststelt dat
a) de verwachte kosten van de administratieve last voor de uitvoering van een aantal gelijktijdige of opeenvolgende plaatsingsprocedures voor gelijksoortige opdrachten meer bedragen dan de verwachte besparingen die plaatsingsprocedures kunnen opleveren, zodat deze inefficiënt zijn of
b) het voorwerp van de opdracht dit noodzakelijk maakt en
c) de mededinging hierdoor niet onevenredig wordt beperkt,
dan kan hij besluiten een raamovereenkomst af te sluiten. De met redenen omklede beschikking tot afsluiting van een raamovereenkomst dient door de ordonnateur schriftelijk te worden vastgelegd.
(2)  De looptijd van een raamovereenkomst voor het verrichten van diensten mag niet langer zijn dan 24 maanden, waarbij een stilzwijgende verlenging met ten hoogste 24 maanden is toegestaan (basislooptijd). Voorzover het doel van de overeenkomst dit toestaat, dient in een gedeeltelijke beëindiging te worden voorzien.
(3)  Stilzwijgende verlenging van een overeenkomst mag slechts plaatsvinden wanneer ten tijde van de verlenging de voorwaarden van het eerste lid zijn vervuld. De ordonnateur dient te controleren dat de voorwaarden vervuld zijn en de uitkomst daarvan schriftelijk vast te leggen.
(4)  Wanneer ten tijde van de totstandkoming van de overeenkomst wordt ingeschat dat het voorwerp van de opdracht slechts kan worden gerealiseerd met een langere looptijd dan de basislooptijd, dan dient de ordonnateur ook de gronden voor deze overschrijding schriftelijk vast te leggen.
(5)  Wanneer de opdracht betrekking heeft op de levering van goederen, dan dient niettegenstaande de voorwaarden van het eerste lid bij de totstandkoming van de raamovereenkomst door middel van geschikte bepalingen te worden gewaarborgd dat de aanbestedende dienst gedurende de looptijd van de raamovereenkomst hiervan geen economisch nadeel ondervindt."
Amendement 81
ARTIKEL 1, PUNT 41 TER (nieuw)
Artikel 92 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
41 ter. Artikel 92 komt als volgt te luiden:
"Artikel 92
(1)  Het voorwerp van de opdracht wordt in de aanbestedingsstukken volledig, duidelijk en nauwkeurig aangegeven.
(2)  De selectiecriteria voor de beoordeling van de capaciteit van de gegadigde of inschrijver en de gunningscriteria voor de beoordeling van de inhoud van de inschrijvingen worden van tevoren vastgelegd en in de aanbestedingsstukken vermeld.
(3)  De uitsluitingsgronden (artikelen 93 en 94) worden van tevoren aan de gegadigden of inschrijvers medegedeeld.
(4)  Onder voorbehoud van artikel 93 bis dienen gegadigden of inschrijvers erop te worden gewezen dat zij verplicht zijn onmiddellijk mededeling te doen van de aanwezigheid van uitsluitingscriteria c.q. de afwezigheid daarvan te bevestigen. Er dient op de wettelijke gevolgen van artikel 96 te worden gewezen.
(5)  In geval van een raamovereenkomst dienen gegadigden en inschrijvers erop te worden gewezen dat ook andere instellingen recht hebben op leveringen tegen de in de raamovereenkomst vastgelegde voorwaarden."
Amendement 82
ARTIKEL 1, PUNT 42
Artikel 93, lid 1, letter a) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
a) zij zijn bij een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing veroordeeld wegens fraude, omkoping, deelname aan een criminele organisatie, het witwassen van geld of enige andere onwettige activiteit die de financiële belangen van de Gemeenschappen schaadt;
a) zij zijn in de vijf jaar voorafgaand aan de datum van de aanbestedingsprocedure veroordeeld wegens fraude, omkoping, deelname aan een criminele organisatie, het witwassen van geld of een vergelijkbaar strafbaar feit; de duur van de uitsluiting kan tot maximaal tien jaar worden verlengd, wanneer de gegadigde of inschrijver bij een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing veroordeeld is wegens een activiteit die de financiële belangen van de Gemeenschappen heeft geschaad;
Amendement 83
ARTIKEL 1, PUNT 42
Artikel 93, lid 3 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
(3)  De uitsluitingssituaties worden van tevoren vastgesteld en aan de gegadigden of inschrijvers medegedeeld.
Schrappen
Amendement 84
ARTIKEL 1, PUNT 42
Artikel 93, lid 4, alinea 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
(4)  De gegadigden of inschrijvers moeten bewijzen dat zij niet in een van de in lid 1 genoemde situaties verkeren en, zo nodig, dat zij niet in een van de in lid 2 genoemde situaties verkeren.
(4)  De gegadigden of inschrijvers moeten onder voorbehoud van artikel 93 bis bewijzen dat zij niet in een van de in lid 1 genoemde situaties verkeren en, zo nodig, dat zij niet in een van de in lid 2 genoemde situaties verkeren.
Amendement 85
ARTIKEL 1, PUNT 42
Artikel 93, lid 4, alinea 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Wanneer de gegadigden of de inschrijvers een juridische entiteit zijn, moeten, wanneer de aanbestedende dienst daarom verzoekt, inlichtingen worden verstrekt aangaande de eigendom van, het beheer of de zeggenschap over of de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de juridische entiteit.
Schrappen
Amendement 86
ARTIKEL 1, PUNT 42
Artikel 93 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Artikel 93 bis
(1)  Niettegenstaande de bepalingen van artikel 89 moet de bestuurlijke en administratieve last in iedere fase van de plaatsingsprocedure duidelijk afgebakend zijn en in verhouding staan tot de desbetreffende procedure. In het bijzonder
a) kunnen de ordonnateurs, uitgezonderd bij opdrachten van geringe waarde, waarbij het toegestaan is in de onderhandelingsprocedure met één enkele offerte te werken, na beoordeling van de risico's afzien van het verlangen van een of meerdere bewijsstukken;
b) kan de aanbestedende dienst bij andere plaatsingsprocedures op grond van artikel 91, lid 3 een bevestiging en/of nader bewijs verlangen voor het feit dat de gegadigde niet in een van de in artikelen 93 en 94 bedoelde situaties verkeert en dat hij ook aan de overige gunningscriteria voldoet;
c) kan de aanbestedende dienst in alle overige gevallen het bewijs verlangen dat hij noodzakelijk acht voor de uitvoering van de plaatsingsprocedure.
Wanneer de gegadigde of de inschrijver een rechtspersoon is, moeten, wanneer de aanbestedende dienst daarom verzoekt, inlichtingen worden verstrekt aangaande de eigendom van, het beheer of de zeggenschap over of de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon.
(2)  Niettegenstaande het bepaalde in de vierde alinea mogen termijnbetalingen niet enkel hierom achtergehouden worden dat geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om bewijs in te winnen.
Amendement 87
ARTIKEL 1, PUNT 42
Artikel 94, alinea 1 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Niettegenstaande alle overige bepalingen over belangenconflicten, in het bijzonder artikel 52, wordt vermoed dat een belangenconflict in de zin van letter a) aanwezig is, wanneer de gegadigde of de inschrijver in enig stadium van de subsidietoekenningsprocedure ambtenaar van de Gemeenschappen was, tenzij zijn superieur vooraf toestemming heeft gegeven voor zijn deelname aan de plaatsingsprocedure.
Amendement 88
ARTIKEL 1, PUNT 43
Artikel 95 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
43.  In artikel 95 wordt de volgende alinea toegevoegd:
43.  Artikel 95 komt als volgt te luiden:
"Met het oog op de kosteneffectiviteit kunnen twee of meer instellingen echter besluiten een gezamenlijke gegevensbank te gebruiken."
"Artikel 95
1.  Elke instelling voert nadere gegevens betreffende de gegadigden en de inschrijvers die zich in één van de in de artikelen 93 en 94 bedoelde situaties bevinden, in een centrale gegevensbank in. Deze wordt door de Commissie beheerd.
2.  De ordonnateurs van alle instellingen en diensten moeten deze gegevensbank vóór de gunning van een opdracht raadplegen. Ook alle relevante autoriteiten van de lidstaten hebben toegang tot deze gegevensbank. Derde landen en internationale organisaties krijgen toegang als dit een dwingend openbaar belang dient en voorzover de communautaire regels inzake de verwerking van persoonsgegevens in acht worden genomen.
3.  De lidstaten geven de gegevens van economische actoren aan de Commissie door als deze zich in een van de in artikel 93, lid 1, letter a) en lid 2, letters b) en c) bedoelde situaties bevinden en zij door hun optreden de financiële belangen van de Gemeenschappen hebben geschaad en de Gemeenschappen nog geen partij in een gerechtelijke procedure zijn geweest. Wanneer met het plaatsen van een opdracht financiële middelen van de EU gemoeid zijn, moeten de lidstaten de gegevensbanken van de Commissie raadplegen en in overeenstemming met de gevonden informatie handelen."
Amendement 89
ARTIKEL 1, PUNT 44
Artikel 96, lid 2 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
(2 bis) De uitsluiting van een inschrijver of gegadigde voor een duur van meer dan vijf jaar mag uitsluitend geschieden op basis van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of daarmee gelijkstaand document, waarbij de gegadigde of inschrijver veroordeeld is wegens een voor de uitsluiting relevant feit, waardoor schade aan de Gemeenschappen is berokkend.
Amendement 90
ARTIKEL 1, PUNT 44 BIS (nieuw)
Vóór Artikel 97: afdeling 3 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
44 bis. Voorafgaand aan artikel 97 wordt de volgende afdeling 3 bis ingevoegd:
"3 bis
Rechten van de betrokkenen in de procedures voor het plaatsen van opdrachten."
Amendement 91
ARTIKEL 1, PUNT 44 TER (nieuw)
Artikel 97, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
44 ter. In artikel 97 wordt het eerste lid geschrapt.
Amendement 92
ARTIKEL 1, PUNT 46, LETTER a) bis (nieuw)
Artikel 98, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
a bis) Lid 2 komt als volgt te luiden:
"(2) Alleen in naar behoren gemotiveerde gevallen kan de aanbestedende dienst in overeenstemming met de uitvoeringsvoorschriften van de inschrijvers verlangen dat zij vooraf een zekerheid stellen om te waarborgen dat zij hun offerte gestand doen."
Amendement 93
ARTIKEL 1, PUNT 46 BIS (nieuw)
Artikel 100, lid 2 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
46 bis. Aan artikel 100 wordt het volgende lid toegevoegd:
"(2 bis) De overeenkomst mag niet eerder worden ondertekend dan na afloop van 14 weekdagen na het tijdstip waarop de gegadigden of inschrijvers zijn geïnformeerd over de afwijzing (lid 2, alinea 1), tenzij hierdoor aanzienlijke schade zou ontstaan voor de Gemeenschappen. De termijn begint pas te lopen wanneer de gegadigden of inschrijvers schriftelijk zijn geïnformeerd over de openstaande rechtsmiddelen tegen de beschikking, met name ten aanzien van de gerechtelijke instantie, termijn en vorm. Een overeenkomst die voor het einde van de termijn is ondertekend, is nietig."
Amendement 94
ARTIKEL 1, PUNT 46 TER (nieuw)
Artikel 100 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
46 ter. Het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 100 bis
(1)  Voor wat betreft de procedures voor de plaatsing van overheidsopdrachten die binnen de reikwijdte van het Financieel Reglement vallen, neemt de Commissie de noodzakelijke maatregelen om te waarborgen dat de besluiten van de gunnende instanties effectief en vooral zo snel mogelijk, met name gezien artikel 100 ter, lid 7, kunnen worden gecontroleerd op inbreuken op het Gemeenschapsrecht ten aanzien van de plaatsing van overheidsopdrachten of op de overige bepalingen tot uitvoering van het bedoelde recht.
(2)  De Commissie waarborgt dat deze controleprocedure, op in de uitvoeringsvoorschriften vast te leggen voorwaarden, in ieder geval openstaat voor iedereen die een belang bij een bepaalde overheidsopdracht voor leveringen of werken heeft of heeft gehad, en die schade heeft ondervonden of dreigt te ondervinden door een beweerde inbreuk. De Commissie kan in het bijzonder verlangen dat degene die een controleprocedure wil instellen, vooraf mededeling doet aan de aanbestedende dienst van de beweerde inbreuk en de beoogde controle."
Amendement 95
ARTIKEL 1, PUNT 46 QUATER (nieuw)
Artikel 100 ter (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
46 quater. Het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 100 ter
(1)  De Commissie waarborgt dat voor de in artikel 100 bis genoemde controleprocedure de noodzakelijke bevoegdheden aanwezig zijn,
a) opdat zo snel mogelijk voorlopige maatregelen kunnen worden genomen, in de vorm van een tijdelijke beschikking, om de beweerde inbreuk weg te nemen of verdere benadeling van de betrokken belangen te voorkomen; hiertoe behoort onder meer het opschorten of doen opschorten van de procedure voor de gunning van een overheidsopdracht of van de uitvoeringsmaatregelen van enige andere beschikking van de aanbestedende dienst;
b) opdat onwettige beschikkingen kunnen worden ingetrokken of de intrekking daarvan kan worden gelast, met inbegrip van de schrapping van discriminerende technische, economische of financiële voorwaarden in de aanbestedingsstukken of in enig ander document met betrekking tot de betrokken plaatsingsprocedure;
c) opdat schadevergoeding kan worden toegekend aan degenen die door de inbreuk zijn benadeeld.
(2)  De in het eerste lid genoemde bevoegdheden kunnen afzonderlijk worden overgedragen aan verscheidene instellingen met bevoegdheden voor verschillende aspecten van de controleprocedure.
(3)  De controleprocedure als zodanig heeft geen automatische opschortende werking voor de desbetreffende plaatsingsprocedure.
(4)  De Commissie kan bepalen dat de bevoegde instantie voor de vraag of voorlopige maatregelen dienen te worden genomen, rekening kan houden met de te verwachten gevolgen voor alle eventueel benadeelde belangen alsmede het openbaar belang, en dat de bedoelde instantie kan besluiten dat dergelijke maatregelen niet worden genomen indien de nadelen daarvan zwaarder zouden kunnen wegen dan de voordelen. Het achterwege laten van voorlopige maatregelen heeft geen gevolgen voor de overige rechten van de gegadigde.
(5)  De Commissie kan bepalen dat in geval van onwettigheid van een beschikking de daaruit voortvloeiende aanspraak op schadevergoeding pas geldend kan worden gemaakt nadat de beschikking is vernietigd door een instelling die daartoe de benodigde bevoegdheden bezit.
(6)  De gevolgen van uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in het eerste lid op de na de gunning van de opdracht gesloten overeenkomst worden vastgelegd in de uitvoeringsvoorschriften.
Afgezien van het geval dat een beschikking tot toekenning van schadevergoeding moet worden ingetrokken, kan de Commissie voorts bepalen dat na de totstandkoming van de overeenkomst in aansluiting op de gunning van de opdracht de bevoegdheden van de controlerende instantie worden beperkt tot de toekenning van schadevergoeding aan een door een inbreuk benadeelde persoon.
(7)  De Commissie waarborgt dat de beschikkingen van de voor de controleprocedure bevoegde instellingen effectief ten uitvoer kunnen worden gelegd.
(8)  De instantie die voor de controleprocedure bevoegd is, niet zijnde een rechterlijke instantie, moet haar beschikking steeds schriftelijk motiveren. Ook dient in dit geval te worden gewaarborgd dat een beweerde onwettige maatregel van de ten principale bevoegde instantie, dan wel een beweerde inbreuk bij de uitoefening van de aan haar verleende bevoegdheden, voorwerp kan worden van een vordering of een controle bij een andere instantie, die onafhankelijk is van de aanbestedende diensten en de instantie ten principale, en die een rechterlijke instantie is in de zin van artikel 234 van het EG-Verdrag.
Voor de aanstelling en het einde van de ambtstermijn van de leden van deze onafhankelijke instantie gelden dezelfde voorwaarden als voor rechters ten aanzien van de voor hun aanstelling bevoegde instantie, de duur van hun ambtstermijn en hun ontslag. Ten minste de voorzitter van deze onafhankelijke instantie moet de juridische en beroepsmatige kwalificaties van een rechter bezitten. De onafhankelijke instantie spreekt recht in een procedure op tegenspraak; haar beschikkingen zijn verbindend op de door de Commissie te bepalen wijze."
Amendement 96
ARTIKEL 1, PUNT 46 QUINQUIES (nieuw)
Artikel 102 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
46 quinquies. Artikel 102 komt als volgt te luiden:
"Artikel 102
De aanbestedende dienst verlangt in bepaalde, naar behoren gemotiveerde gevallen van de opdrachtnemers een zekerheid, om
a) de behoorlijke uitvoering van de opdracht te waarborgen;
b) de aan voorfinancieringen en termijnbetalingen verbonden financiële risico's te beperken. In geval van termijnbetalingen mogen slechts zekerheden worden verlangd voorzover de betaling geen betrekking heeft op reeds gedane leveringen of diensten op grond van vooraf overeengekomen deelleveringen."
Amendement 97
ARTIKEL 1, PUNT 50, LETTER -a) (nieuw)
Artikel 108, lid 1, inleidende zin (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
-a)  In lid 1 komt de inleidende zin als volgt te luiden:
"(1) Subsidies zijn rechtstreekse financiële bijdragen ten laste van de begroting van de Europese Gemeenschappen, bij wijze van schenking verleend voor de financiering van:"
Amendement 98
ARTIKEL 1, PUNT 50, LETTER -a) bis (nieuw)
Artikel 108, lid 1, alinea 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
-a bis) Lid 1, tweede alinea, komt als volgt te luiden:
"Subsidies zijn voorwerp van een schriftelijke overeenkomst of een aan de gegadigde uit te reiken beschikking over de verlening. De beschikking over de verlening van een subsidie kan worden voorzien van voorwaarden, verplichtingen of termijnbeperkingen, mits deze ook in een subsidieovereenkomst hadden kunnen worden opgenomen."
Amendement 99
ARTIKEL 1, PUNT 50 BIS, LETTER a)
Artikel 108, lid 2, letters g bis) en g ter) (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
(g bis) uitgaven aan organisaties die voornamelijk bestaan uit ambtenaren en voormalige ambtenaren alsmede uit medewerkers en voormalige medewerkers van een instelling, die bedoeld zijn voor:
- het behartigen van de belangen van de instelling of het ondersteunen van haar werkzaamheden en/of
- het organiseren van culturele, sportieve, sociale en andere activiteiten ten behoeve van de instelling en/of haar ambtenaren en voormalige ambtenaren alsmede uit medewerkers en voormalige medewerkers; en
(g ter) uitgaven in het kader van samenwerking met derden in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling, waarvoor de aanbestedingsregels niet gelden.
Deze categorieën uitgaven gelden als administratieve uitgaven in de zin van artikel 49, en dienen in de begroting afzonderlijk te worden gespecificeerd.
Amendement 100
ARTIKEL 1, PUNT 52
Artikel 109, lid 1, alinea 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Subsidies mogen niet cumulatief zijn of met terugwerkende kracht worden toegekend en het moet gaan om medefinanciering.
Subsidies mogen niet cumulatief zijn of met terugwerkende kracht worden toegekend en het moet gaan om medefinanciering, niettegenstaande de regelingen voor de uitkering van de subsidie in de vorm van vaste bedragen dan wel op basis van forfaitaire financiering (artikel 113, lid 1, letters b) en c).
Amendement 101
ARTIKEL 1, PUNT 52
Artikel 109, lid 3, letter d) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
d) geringe subsidies in een van de in artikel 113 bis, lid 1, onder b) of c), genoemde vormen of een combinatie daarvan, overeenkomstig de uitvoeringsvoorschriften.
d) subsidies in een van de in artikel 113 bis, lid 1, onder b) of c), genoemde vormen of een combinatie daarvan, overeenkomstig de uitvoeringsvoorschriften.
Amendement 102
ARTIKEL 1, PUNT 52
Artikel 109, lid 3, letter d bis) (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
d bis) eigen middelen, met name in de vorm van bijdragen en lidmaatschapsgelden, die in overeenstemming met artikel 2, lid 1 en 2 van Verordening (EG) nr. 2004/20031 gedurende de jaarlijkse bedrijfsvoering van een politieke partij op Europees niveau zijn vergaard en die in overeenstemming met artikel 10, lid 2 van deze verordening de drempelwaarde overschrijden van de 25 % van de mogelijke kosten die de begunstigde voor zijn rekening neemt.
_________________
1 Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1.)
Amendement 103
ARTIKEL 1, PUNT 52 BIS (nieuw)
Artikel 109 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
52 bis. Het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 109 bis
Diensten die subsidies verlenen, moeten in onderlinge samenwerking een gezamenlijke dienst oprichten met als taak de voorlichting aan en advisering van gegadigden. Deze dienst moet in het bijzonder:
- gemeenschappelijke normen opstellen voor de aanvraagformulieren voor soortgelijke subsidies en letten op de omvang en leesbaarheid van de aanvraagformulieren,
- potentiële gegadigden voorlichten (in het bijzonder via seminars en het opstellen van handleidingen) en
- een gegevensbank onderhouden waarin de Commissie de gegadigden informeert."
Amendement 104
ARTIKEL 1, PUNT 52 TER (nieuw)
Artikel 110, lid 1, alinea 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
52 ter. In het eerste lid van artikel 110 wordt de eerste alinea vervangen door de volgende tekst:
"1. Jaarlijks wordt een subsidieprogramma vastgesteld dat aan het begin van het begrotingsjaar, en uiterlijk op 15 maart, bekend wordt gemaakt, behoudens voor de hulp in crisissituaties en de humanitaire hulp.
De subsidies voor huishoudelijke uitgaven als bedoeld in artikel 112 worden eveneens jaarlijks vastgesteld en kunnen reeds in het voorafgaande jaar worden gepubliceerd, onder voorbehoud van beschikbaarheid van de middelen in het daaropvolgende jaar."
Amendement 105
ARTIKEL 1, PUNT 53
Artikel 110, lid 1, alinea 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Dat werkprogramma wordt ten uitvoer gelegd door middel van publicatie van oproepen tot het indienen van voorstellen, behalve in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde spoedeisende gevallen of indien er gezien de kenmerken van de begunstigde of de actie geen andere keuze is voor een bepaalde actie.
Dat werkprogramma wordt ten uitvoer gelegd door middel van publicatie van oproepen tot het indienen van voorstellen, behalve in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde spoedeisende gevallen of indien er gezien de kenmerken van de begunstigde of de actie geen andere keuze is voor een bepaalde actie. De oproep tot het indienen van voorstellen kan reeds in het voorafgaande jaar gepubliceerd worden, onder voorbehoud van beschikbaarheid van de middelen in het daaropvolgende jaar. Onafhankelijk van de datum van publicatie en niettegenstaande het bepaalde in artikel 115 worden in de oproep alle bepalingen genoemd die van toepassing zijn op de subsidieverlening (met name de uitsluitingscriteria van de artikelen 93 en 94), waarbij verwijzingen naar rechtsnormen zijn toegestaan. De toepasselijke bepalingen zijn gedurende de gehele procedure verbindend in de ten tijde van de publicatie geldende versie.
Amendement 106
ARTIKEL 1, PUNT 53 BIS (nieuw)
Artikel 110, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
53 bis. In artikel 110 komt het tweede lid als volgt te luiden:
"2. Jaarlijks wordt een overzicht gepubliceerd, waar nodig langs elektronische weg, van alle in de loop van het begrotingsjaar toegekende subsidies, waarbij rekening wordt gehouden met de eisen inzake vertrouwelijkheid en veiligheid."
Amendement 107
ARTIKEL 1, PUNT 53 TER (nieuw)
Artikel 110, lid 2 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
53 ter. In artikel 110 wordt het volgende lid 2 bis toegevoegd:
"2 bis. Tegelijk met de publicatie als bedoeld in het tweede lid brengt de Commissie verslag uit aan het Europees Parlement over:
a) het aantal gegadigden in het voorbije jaar;
b) het aantal en het percentage succesvolle aanvragen voor iedere oproep tot het indienen van voorstellen en voor iedere subsidieverlenende dienst;
c) de gemiddelde duur van de procedure van de publicatie van de oproep tot het indienen van voorstellen tot de totstandkoming van de subsidieovereenkomst respectievelijk van een beschikking over de verlening van een subsidie, voor iedere oproep tot het indienen van voorstellen en voor iedere subsidieverlenende dienst;
d) de gemiddelde duur tot het eindverslag en de eindafrekening (artikel 119, lid 1)."
Amendement 108
ARTIKEL 1, PUNT 54
Artikel 111 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Voor eenzelfde actie kan slechts één subsidie ten laste van de begroting aan eenzelfde begunstigde worden toegekend, behalve wanneer het betrokken basisbesluit anders bepaalt.
(1)  Voor eenzelfde actie kan slechts één subsidie ten laste van de begroting aan eenzelfde begunstigde worden toegekend, behalve wanneer het betrokken basisbesluit anders bepaalt.
Per begrotingsjaar kan aan een begunstigde slechts één subsidie voor huishoudelijke uitgaven ten laste van de begroting worden toegekend.
(2)  Per begrotingsjaar kan aan een begunstigde slechts één subsidie voor huishoudelijke uitgaven ten laste van de begroting worden toegekend. De gegadigde dient de ordonnateur onmiddellijk op de hoogte te brengen van een eventuele dubbele aanvraag of dubbele financiering van het project.
Dezelfde kosten worden in geen geval tweemaal uit de begroting gefinancierd.
(3)  Dezelfde kosten worden in geen geval tweemaal uit de begroting gefinancierd. Het totale subsidiebedrag mag in geen geval meer zijn dan de subsidiabele kosten.
Amendement 109
ARTIKEL 1, PUNT 55 BIS (nieuw)
Artikel 113, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
55 bis. Artikel 113, tweede lid komt als volgt te luiden:
"2. Tenzij anders is bepaald in het basisbesluit ten gunste van organisaties die een doel van algemeen Europees belang nastreven, en niettegenstaande de bepalingen met betrekking tot de toekenning van subsidies in de vorm van vaste bedragen of als forfaitaire financiering (artikel 113 bis, eerste lid, onder b) en c)), hebben subsidies voor huishoudelijke uitgaven in geval van verlenging een degressief karakter, dat op proportionele en billijke wijze wordt toegepast."
Amendement 110
ARTIKEL 1, PUNT 56
Artikel 113 bis, lid 1, letter a (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
a) terugbetaling van een bepaald deel van de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten;
(a) terugbetaling van een maximumbedrag of een bepaald deel van de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten;
Amendement 111
ARTIKEL 1, PUNT 56
Artikel 113 bis, lid 1 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
(1 bis) In het bijzonder worden als subsidiabele kosten beschouwd:
a) de kosten van een bankgarantie of vergelijkbare zekerheid die krachtens artikel 118 door de begunstigde van de subsidie moet worden gesteld;
b) de bedragen aan omzetbelasting waarvoor de begunstigde van de subsidie geen recht heeft op aftrek van voorbelasting;
c) de kosten van een externe controle (artikelen 117 en 119);
d) de kosten van administratie, personeel en goederen;
e) afschrijvingen.
Amendement 112
ARTIKEL 1, PUNT 57
Artikel 114, lid 3, alinea 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
De aanvragers moeten bewijzen dat zij niet in een van de in de eerste alinea bedoelde situaties verkeren.
De aanvragers bewijzen in het licht van de in artikel 109 genoemde beginselen op verlangen van de ordonnateur dat zij niet in een van de in de eerste alinea bedoelde situaties verkeren.
Amendement 113
ARTIKEL 1, PUNT 57
Artikel 114, lid 4, alinea 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
Deze sancties kunnen ook worden opgelegd aan begunstigden die tijdens de uitvoering van de subsidieovereenkomst valse verklaringen hebben afgelegd bij het verstrekken van de door de aanbestedende dienst verlangde inlichtingen of die nalaten deze inlichtingen te verstrekken.
Deze sancties kunnen ook worden opgelegd aan begunstigden die tijdens de uitvoering van de subsidieovereenkomst met opzet of grove nalatigheid valse verklaringen hebben afgelegd bij het verstrekken van de door de aanbestedende dienst verlangde inlichtingen of die nalaten deze inlichtingen te verstrekken.
Amendement 114
ARTIKEL 1, PUNT 57
Artikel 114, lid 4 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
(4 bis) De ordonnateur dient aan te manen tot het verstrekken van verklaringen, het indienen van aanvragen of de correctie van onjuiste verklaringen of aanvragen, wanneer deze kennelijk alleen bij vergissing of uit onwetendheid achterwege gebleven dan wel onjuist verstrekt of ingediend zijn. Hij geeft informatie over de rechten en plichten van de betrokkenen in de procedure, voorzover dit noodzakelijk en gezien de beschikbare mogelijkheden haalbaar en toelaatbaar is.
De ordonnateur dient behoorlijk aantekening te houden van de contacten met de gegadigden.
Amendement 115
ARTIKEL 1, PUNT 57 BIS (nieuw)
Artikel 115, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
57 bis. Artikel 115, eerste lid komt als volgt te luiden:
1.  Rekening houdend met de beginselen als bedoeld in artikel 109, lid 1, en aan de hand van de selectiecriteria, die vooraf zijn bekendgemaakt in de oproep tot het indienen van voorstellen, wordt beoordeeld of de aanvrager de voorgestelde actie of het voorgestelde werkprogramma tot een goed einde kan brengen, onverminderd artikel 110, lid 1. De toekenningscriteria moeten overeenkomen met de bijzonderheden van het project, de kwaliteit en de tenuitvoerlegging."
Amendement 116
ARTIKEL 1, PUNT 57 TER (nieuw)
Artikel 115, leden 2 bis en 2 ter (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
57 ter. In artikel 115 worden de volgende leden 2 bis en 2 ter toegevoegd:
"2 bis. De toekenningsprocedure dient in beginsel in meerdere fasen te worden opgedeeld, waarbij de eerste fase van de procedure moet uitmonden in een eerste beoordeling van de ontvankelijke aanvragen. Wanneer een aanvraag reeds na deze fase van de procedure geen kans op succes heeft, dient dit overeenkomstig artikel 116, lid 3 aan de gegadigde te worden medegedeeld. Iedere volgende fase van de procedure dient zich duidelijk van de voorgaande fase te onderscheiden, met name ten aanzien van de omvang en inhoud van de door de gegadigde aan te dragen bewijzen. De van de gegadigde gevraagde bewijzen mogen in iedere procedure slechts eenmaal worden opgevraagd. Eenmaal ingewonnen gegevens dienen in een gegevensbank (artikel 109 bis) te worden opgeslagen. Er dient naar een vlotte afwikkeling van de procedure te worden gestreefd.
2 ter. Niettegenstaande de bepalingen van artikel 109, lid 1 dient de ordonnateur er tijdens de gehele procedure met name op te letten dat de lasten voor de gegadigde met betrekking tot publicatie, documentatie en overige bewijsverplichtingen ten aanzien van een subsidie niet buiten verhouding staan tot de waarde van de toe te kennen subsidie."
Amendement 117
ARTIKEL 1, PUNT 58
Artikel 116, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
1.  De voorstellen worden op basis van de vooraf bekendgemaakte selectie- en toekenningscriteria geëvalueerd om te bepalen welke voorstellen voor financiering in aanmerking komen.
1.  De voorstellen worden binnen twee maanden op basis van de vooraf bekendgemaakte selectie- en toekenningscriteria geëvalueerd om te bepalen welke voorstellen voor financiering in aanmerking komen.
Amendement 118
ARTIKEL 1, PUNT 58 BIS (nieuw)
Artikel 116, lid 3 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
58 bis. Artikel 116, lid 3 komt als volgt te luiden:
"3. De verantwoordelijke ordonnateur brengt de gegadigden schriftelijk op de hoogte van de beslissing over hun aanvraag en ondertekent de opdracht zodra de in artikel 100, lid 2, letter a) vermelde termijn is verstreken.
Als de subsidieaanvraag niet wordt ingewilligd, moet de instelling de redenen daarvan vermelden, onder specifieke verwijzing naar de bekendgemaakte selectie- en toekenningscriteria."
Amendement 119
ARTIKEL 1, PUNT 58 TER (nieuw)
Artikel 117 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
58 ter. Artikel 117 komt als volgt te luiden:
"Artikel 117
(1)  Het betalingstempo is afhankelijk van de financiële risico's, de duur en het vorderingsstadium van de actie of de door de begunstigde gemaakte kosten. De betalingen dienen binnen een passende termijn te worden gedaan.
Voorzover de vervaldatum contractueel of bij beschikking is vastgelegd, dienen de betalingen zonder verdere aanmaning uiterlijk op de vervaldatum te worden gedaan, onverminderd artikel 119, lid 2.
(2)  Bij de vaststelling van de financiële risico's kan de ordonnateur, rekening houdend met de beginselen van artikel 109, lid 1, van de begunstigde van de subsidie een verklaring van een onafhankelijke controleur verlangen. De uitvoeringsvoorschriften kunnen bepalen in welke gevallen een verklaring van een externe controleur moet worden geproduceerd dan wel van de verklaring kan worden afgezien."
Amendement 120
ARTIKEL 1, PUNT 58 QUATER (nieuw)
Artikel 118 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
58 quater. Artikel 118 komt als volgt te luiden:
"Artikel 118
De bevoegde ordonnateur kan van de begunstigde een voorafgaande zekerheidstelling verlangen om de aan de voorfinanciering verbonden financiële risico's te beperken, voorzover er geen andere even effectieve mogelijkheden openstaan ter vermindering van de risico's."
Amendement 121
ARTIKEL 1, PUNT 58 QUINQUIES (nieuw)
Artikel 119 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
58 quinquies. Artikel 119 komt als volgt te luiden:
"Artikel 119
(1)  Het bedrag van de subsidie wordt pas definitief vastgesteld nadat de instelling de eindverslagen en -rekeningen heeft aanvaard, onverminderd latere controles door de instelling. In dit geval vangt de verjaring (artikel 73 ter) jegens de instelling aan met de laatste betaling. De verjaring (artikel 73 ter) jegens de begunstigde vangt aan op het moment dat het bedrag van de subsidie afsluitend wordt.
(2)  Indien de begunstigde zijn wettelijke, contractuele of in de subsidieovereenkomst opgenomen verplichtingen niet nakomt, wordt de subsidie opgeschort en verlaagd of ingetrokken in de in de uitvoeringsvoorschriften bepaalde gevallen, nadat de begunstigde in de gelegenheid is gesteld zijn opmerkingen te formuleren.
Kortingen moeten in verhouding staan tot de gewraakte fout.
Voorzover de niet-nakoming niet te wijten is aan een gedraging van de begunstigde, mag opschorting, korting of schrapping slechts bij uitzondering plaatsvinden, vooral wanneer uitvoering of handhaving van de subsidie zou leiden tot een overschrijding van de totale subsidiabele kosten van het project of wanneer ten gevolge van de niet-nakoming het doel van de subsidie niet meer kan worden verwezenlijkt."
Amendement 122
ARTIKEL 1, PUNT 59
Artikel 120, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
(1)  Wanneer voor de uitvoering van de actie door de begunstigde overheidsopdrachten moeten worden geplaatst, gelden hiervoor de in de uitvoeringsvoorschriften beschreven procedures.
(1)  Wanneer voor de uitvoering van de actie door de begunstigde leveringsopdrachten moeten worden verstrekt, dan zijn hierop de bepalingen van titel V van dit deel van toepassing.
De uitvoeringsvoorschriften kunnen voorzien in een vereenvoudigde procedure, afhankelijk van het beloop van de opdracht.
Amendement 123
ARTIKEL 1, PUNT 61
Artikel 122 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
61.  In artikel 122 wordt "artikel 185" vervangen door "artikel 121".
61.  Artikel 122 komt als volgt te luiden:
"Artikel 122
De rekeningen van de instellingen en van de in artikel 121 bedoelde organen gaan vergezeld van een verslag over het budgettair en financieel beheer van het begrotingsjaar, onder meer met betrekking tot de stand van uitvoering van de kredieten en kredietoverschrijvingen tussen de verschillende begrotingshoofdstukken."
Amendement 124
ARTIKEL 1, PUNT 68 BIS (nieuw)
Artikel 139, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
68 bis. Artikel 139, lid 2 komt als volgt te luiden:
"2. De instellingen doen interne voorschriften die zij op financieel gebied vaststellen aan de Rekenkamer en de begrotingsautoriteit toekomen."
Amendement 125
ARTIKEL 1, PUNT 68 TER (nieuw)
Artikel 143, lid 3 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
68 ter. Artikel 143, lid 3 komt als volgt te luiden:
"3. Het jaarverslag bevat een beoordeling van de kwaliteit van het financiële beheer. Verder bevat het een beoordeling van de zuinigheid en regelmatigheid van het budgettair en financieel beheer."
Amendement 126
ARTIKEL 1, PUNT 75
Artikel 153, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
75.  In artikel 153 komt lid 1 als volgt te luiden:
Schrappen
"(1) Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 23 kredieten mag overschrijven, neemt zij daartoe uiterlijk op 31 januari van het volgende begrotingsjaar een besluit, waarvan zij de begrotingsautoriteit drie weken voordat zij de in artikel 23, lid 1, onder a), bedoelde overschrijvingen verricht, in kennis stelt."
Amendement 127
ARTIKEL 1, PUNT 82 BIS (nieuw)
Artikel 160 ter (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
82 bis. Na artikel 160 bis wordt het volgende artikel 160 ter ingevoegd:
"Artikel 160 ter
In afwijking van artikel 110 kan de oproep tot het indienen van voorstellen reeds in het voorafgaande jaar worden gepubliceerd, onder voorbehoud van beschikbaarheid van de middelen in het daaropvolgende jaar. Onafhankelijk van de datum van publicatie en niettegenstaande het bepaalde in artikel 115 worden in de oproep alle bepalingen genoemd die van toepassing zijn op de subsidieverlening (met name de uitsluitingscriteria van de artikelen 93 en 94), waarbij verwijzingen naar rechtsnormen zijn toegestaan. De toepasselijke bepalingen zijn gedurende de gehele procedure verbindend in de ten tijde van de publicatie geldende versie."
Amendement 128
ARTIKEL 1, PUNT 85 BIS (nieuw)
Artikel 168, lid 1, alinea 1 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
85 bis. In artikel 168, lid 1, wordt de volgende alinea ingevoegd:
"Ten aanzien van de buitenlandse hulp van de Gemeenschap gelden de regels voor de deelname aan aanbestedingsprocedures zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 2110/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 inzake de toegang tot buitenlandse hulp1 en Verordening (EG) nr. 2112/2005 van de Raad van 21 november 2005 inzake de toegang tot buitenlandse hulp van de Gemeenschap2.
__________
1 PB L 344, 27.12.2005, blz. 1.
2 PB L 344, 27.12.2005, blz. 23."
Amendement 129
ARTIKEL 1, PUNT 87
Artikel 169 bis, lid 1 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
In het bijzonder kunnen als subsidiabele kosten worden beschouwd:
a) de kosten van een bankgarantie of vergelijkbare zekerheid die krachtens artikel 118 door de begunstigde van de subsidie moet worden gesteld;
b) de bedragen aan omzetbelasting waarvoor de begunstigde van de subsidie geen recht heeft op aftrek van voorbelasting;
c) de kosten van een externe controle (artikelen 117 en 119)
d) de kosten van administratie, personeel en goederen;
e) afschrijvingen.
Amendement 130
ARTIKEL 1, PUNT 94 BIS (nieuw)
Artikel 179, lid 3, eerste alinea (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
94 bis. In artikel 179, lid 3, komt de eerste alinea als volgt te luiden:
"3. De instellingen stellen de twee takken van de begrotingsautoriteit zo spoedig mogelijk, en in ieder geval drie weken voorafgaand aan de datum waarop het besluit hierover door de begrotingsautoriteit moet worden genomen, in kennis van ieder onroerendgoedproject dat aanzienlijke financiële gevolgen voor de begrotingsuitgaven kan hebben."
Amendement 131
ARTIKEL 1, PUNT 94 TER (nieuw)
Artikel 183, zin 2 (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
94 ter. Aan artikel 183 wordt de volgende zin toegevoegd:
"Zij wint het advies in van de begrotingsautoriteit en houdt hiermee waar nodig terdege rekening."
Amendement 132
ARTIKEL 1, PUNT 94 QUATER (nieuw)
Artikel 185, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
94 quater. Artikel 185, lid 1 komt als volgt te luiden:
"1. De Commissie stelt een financiële kaderregeling vast voor de door de Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid. De financiële regelingen voor deze organen mogen slechts van de kaderregeling afwijken indien de specifieke vereisten van hun taakverrichting dit noodzakelijk maakt, en met voorafgaande instemming van de Commissie."
Amendement 133
ARTIKEL 1, PUNT 95
Artikel 185, lid 3 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
3.  Ieder in lid 1 bedoeld orgaan stelt een interne controlefunctie in, die moet worden uitgeoefend met inachtneming van de toepasselijke internationale normen. De interne controleur van de Commissie certificeert dat de uitoefening van de controlefunctie voldoet aan internationale auditnormen, en kan daartoe kwaliteitsaudits uitvoeren.
3.   De interne controleur van de Commissie voert de controle van de in lid 1 bedoelde organen uit. De in lid 1 bedoelde organen mogen een interne controlefunctie instellen. De interne controleur van de Commissie mag zijn taak aan hun interne controleurs overdragen, maar alleen in goed gedocumenteerde gevallen. Deze overdracht moet schriftelijk en met redenen omkleed worden vastgelegd. Verder moeten de namen van de verantwoordelijke controleurs worden vermeld (degene die de taak overdraagt en degene die de overgedragen taak zal uitvoeren). Zelfs wanneer de interne controleur van de Commissie deze taak heeft overgedragen, mag hij alsnog zelf een interne controle op de in lid 1 bedoelde organen uitvoeren en de overdracht weer ongedaan maken wanneer hem dat goeddunkt.
Wanneer de in lid 1 bedoelde organen een interne controlefunctie hebben ingesteld, moet deze in overeenstemming met de door de interne controleur van de Commissie vastgestelde richtsnoeren worden uitgevoerd. Deze richtsnoeren omvatten de verplichting om alle opgestelde verslagen aan de interne controleur van de Commissie te doen toekomen. De interne controleur van de Commissie verzekert dat de uitoefening van de controlefunctie voldoet aan internationale auditnormen, en kan daartoe kwaliteitsaudits uitvoeren."
Amendement 134
ARTIKEL 1, PUNT 95
Artikel 185, lid 4 (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002)
4.  De in artikel 121 bedoelde organen passen de in artikel 133 vermelde boekhoudregels toe om de consolidatie van hun rekeningen met die van de Commissie mogelijk te maken.
Schrappen

(1) Na aanneming van de amendementen werd de zaak overeenkomstig artikel 53, lid 2 van het Reglement naar de bevoegde commissie terugverwezen (A6-0057/2006).

Juridische mededeling - Privacybeleid