Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0241/2006

Debatten :

PV 04/04/2006 - 4

Stemmingen :

PV 06/04/2006 - 6.7

Aangenomen teksten :

P6_TA(2006)0136

Aangenomen teksten
PDF 123kWORD 45k
Donderdag 6 april 2006 - Straatsburg
Situatie in de vluchtelingenkampen in Malta
P6_TA(2006)0136RC-B6-0241/2006

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in de vluchtelingenkampen in Malta

Het Europees Parlement,

–   gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens, en met name artikel 14,

–   gezien de Conventie van Genève van 1951 over de status van vluchtelingen, en met name artikel 31,

–   gezien het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden, en met name artikel 5,

–   gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie(1) en met name de artikelen 1 en 18,

–   gelet op Richtlijn 2003/9/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten(2) en Richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming(3),

–   gelet op Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003, tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend(4), gekend als "Dublin II",

–   gelet op artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 63 van het EG-Verdrag,

–   gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat uit de bezoeken van de delegaties van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken aan de detentiecentra, en meest recentelijk aan dat op Malta, gebleken is dat de asielzoekers worden vastgehouden onder omstandigheden, die verre ten achter blijven bij de internationaal erkende normen en dat er bijzondere redenen voor bezorgdheid bestaan vanwege de fysieke omstandigheden van de gedetineerden en het feit dat zij geen behoorlijke of helemaal geen toegang hebben tot fundamentele vormen van dienstverlening, zoals medische zorg, sociaal werk en rechtsbijstand,

B.   overwegende dat een delegatie van zijn Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken zich op 24 maart 2006 naar Malta heeft begeven voor een bezoek aan de administratieve detentiecentra, met name die van Ħal Safi, Ħal Far en Lyster Barracks en een ontmoeting met de autoriteiten van Malta en NGO's over het immigratievraagstuk,

C.   overwegende de ter plaatse door de delegatieleden geconstateerde feiten,

D.   overwegende dat asielzoekers in Malta worden vastgehouden in administratieve detentiecentra,

E.   overwegende dat het eiland Malta gelegen is aan de zuidelijke grenzen van de Europese Unie, een klein eiland is van 316 km2 met een bevolking van 400.000 personen, een bevolkingsdichtheid van meer dan 1.200 per km2 en dat het in verband daarmee over een zeer beperkte capaciteit beschikt om migranten en asielzoekers die geregeld in groten getale aan zijn kusten aan land gaan, op te vangen en onderdak te bieden,

F.   overwegende dat het jaarlijkse gemiddelde van personen die in Malta aankomen overeenkomt met 45% van het geboortecijfer op Malta en dat in verhouding tot de bevolking één asielzoeker in Malta gelijkstaat met 140 in Italië, 150 in Frankrijk en 205 in Duitsland; voorts overwegende dat in 2005 in Malta 1.800 personen zijn aangekomen, wat overeenkomt met 252.000 in Italië, 270.000 in Frankrijk en 369.000 in Duitsland,

G.   overwegende dat Malta 1% van zijn begroting uitgeeft om het hoofd te bieden aan de huidige situatie, die in de komende maanden en jaren ongetwijfeld nog zal verslechteren; en overwegende dat Malta een aanzienlijk deel van zijn leger en zijn politie - meer dan 10% van de manschappen - inzet voor humanitaire noodhulp en het beheer van de detentie- en opvangcentra,

H.   overwegende dat Malta niet de eindbestemming is van de mensen die op het eiland aankomen, maar dat die te kennen geven naar andere lidstaten te willen doorreizen,

I.   overwegende dat de autoriteiten op Malta niet over voldoende personeel beschikken om de asielverzoeken binnen een redelijke termijn te behandelen,

J.   overwegende dat een deel van de immigranten op Malta afkomstig is uit landen in oorlog, met name uit de Hoorn van Afrika en Darfur, en dat zij niet zonder meer naar hun land van herkomst kunnen worden teruggestuurd,

K.   overwegende dat het verblijf in "open centra" altijd nog de voorkeur verdient boven dat in feitelijke detentiecentra, zoals de in de steden Ceuta en Melilla opgedane ervaring aantoont,

L.   overwegende dat in de Maltese bestuurlijke praktijk de maximumduur van detentie achttien maanden is voor migranten en twaalf maanden voor asielzoekers die op een beslissing over hun asielverzoek wachten,

M.   overwegende dat de bevolking van Malta uitkijkt naar een uitdrukking van solidariteit en steun van de Europese Unie, die tot op heden zijn uitgebleven,

N.   overwegende dat de Europese Unie spoedig met alle tot haar beschikking staande middelen tussenbeide dient te komen om Malta te ondersteunen bij zijn inspanningen om de immigratiestromen in goede banen te leiden, zoals ook de autoriteiten op Malta wensen,

O.   overwegende dat de Europese Unie alle mogelijke inspanning moet leveren om Malta en de andere EU-grensstaten met soortgelijke problemen te helpen,

P.   overwegende dat de toetreding tot de Europese Unie voor Malta en andere kleine landen problemen met zich heeft meegebracht wat betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 343/2003,

1.   is ervan overtuigd dat Malta en de andere lidstaten hun uit het internationale recht voortvloeiende verplichtingen moeten nakomen met betrekking tot asielzoekers;

2.   erkent dat Malta de afgelopen jaren moeilijkheden ondervindt bij de noodopvang van migranten;

3.   geeft uiting aan zijn solidariteit met de bevolking van Malta, met de asielzoekers en de in detentie gehouden immigranten, met de autoriteiten van Malta en met de politie en de ordediensten die met een groot probleem kampen, gezien de omvang van Malta en van zijn bevolking en gezien het feit dat de eindbestemming van de migranten en asielzoekers niet het eiland Malta zelf is;

4.   is ingenomen met de inspanningen van de autoriteiten op Malta om helderheid te scheppen en hun bereidheid om de delegatie van zijn Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de pers vrije toegang tot de centra te verlenen;

5.   betreurt echter de onaanvaardbare leefomstandigheden van de migranten en asielzoekers in de administratieve detentiecentra op Malta;

6.   verzoekt de autoriteiten van Malta de detentietermijnen van de migranten aanzienlijk te verkorten;

7.   verlangt dat het Hoge Commissariaat van de VN voor de vluchtelingen en de NGO's onbeperkte toegang tot de gesloten detentiecentra krijgen; verzoekt de bevoegde NGO's permanent aanwezig te blijven in deze centra om ervoor te zorgen dat de bewoners toegang hebben tot medische en juridische bijstand;

8.   dringt erop aan dat de lidstaten toegang verlenen tot een asielprocedure en daarbij de bepalingen van Richtlijn 2005/85/EG van 1 december 2005 van de Raad betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus(5) op coherente en krachtige wijze toepassen, en dat de asielverzoeken snel en efficiënt behandeld worden;

9.   verzoekt de Maltese autoriteiten zich strikter te houden aan de bepalingen van Richtlijn 2003/9/EG, met name wat de levenscondities in de detentiecentra betreft;

10.   pleit voor een grotere rol van de Europese Unie bij dringende humanitaire nood, die het gevolg is van de toestroom van migranten en asielzoekers;

11.   verzoekt de Raad op de kortst mogelijke termijn een buitengewone zitting van de ministers van justitie en binnenlandse zaken op Malta bijeen te roepen met het oog op de noodzaak onmiddellijk spoedmaatregelen te nemen teneinde te anticiperen op de verwachte toeneming van het aantal illegale immigranten die in de zomermaanden zullen aankomen in Malta, terwijl tegelijkertijd moet worden gezocht naar een aanvaardbare oplossing voor de huidige problemen;

12.   is van mening dat de lidstaten een grotere solidariteit moeten tonen met de lidstaten die in sterkere mate geconfronteerd worden met de migratiestromen naar de EU en verzoekt de lidstaten de asielzoekers die afkomstig zijn van Malta en uit andere kleine landen op hun grondgebied op te nemen, met name door technische bijstand en de besteding van de middelen uit het ARGO-programma, het Europees vluchtelingenfonds, het Europees Fonds buitengrenzen, het Europees integratiefonds en het Terugkeerfonds 2007-2013;

13.   verzoekt de Raad en de lidstaten praktische bijstand te verlenen aan Malta:

   - door groepen deskundigen, met inbegrip van onafhankelijke deskundigen, naar het eiland te sturen om bijstand te verlenen bij de verlening van de status van asielzoeker, en
   - door groepen deskundigen, met inbegrip van onafhankelijke deskundigen, naar het eiland te sturen om raad te verstrekken in verband met de toepassing van Richtlijn 2003/9/EG;

14.   verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk de oprichting voor te stellen van een noodfonds ter leniging van de humanitaire problemen in de lidstaten en in het nieuwe fonds voor de periode 2007-2013 een noodinstrument op te nemen voor financiële steun in noodsituaties;

15.   dringt er bij de Commissie op aan zo spoedig mogelijk met een initiatief te komen voor een herziening van Verordening (EG) nr. 343/2003, die een totale wijziging inhoudt van het uitgangspunt, te weten dat het eerste land van aankomst verantwoordelijk is voor het in behandeling nemen van een asielverzoek, wat een ondragelijke last betekent voor landen in het zuiden en oosten van de Europese Unie, en aldus een instrument te creëren voor de eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten;

16.   wijst andermaal op de noodzaak van een communautair immigratie- en asielbeleid, dat uitgaat van de openstelling van legale immigratiekanalen en de vastlegging van gemeenschappelijke normen voor de bescherming van de grondrechten van immigranten en asielzoekers in de gehele Unie, zoals is vastgesteld door de Europese Raad van Tampere in 1999 en bevestigd door het Haags programma;

17.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en de parlementen van de lidstaten en aan het Hoge Commissariaat voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties.

(1) PB C 364 van 18.12.2000, blz. 1.
(2) PB L 31 van 6.2.2003, blz. 18.
(3) PB L 304 van 30.9.2004, blz. 12.
(4) PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1.
(5) PB L 326 van 13.12.2005, blz. 13.

Juridische mededeling - Privacybeleid