Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/2633(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0523/2008

Debatten :

PV 08/10/2008 - 25
CRE 08/10/2008 - 25

Stemmingen :

PV 09/10/2008 - 7.12
CRE 09/10/2008 - 7.12
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0474

Aangenomen teksten
PDF 136kWORD 42k
Donderdag 9 oktober 2008 - Brussel
Beheer van het Noordpoolgebied
P6_TA(2008)0474RC-B6-0523/2008

Resolutie van het Europees Parlement van 9 oktober 2008 over het beheer van het Noordpoolgebied

Het Europees Parlement,

–   gezien het het Internationale Pooljaar (maart 2007 − maart 2009),

–   gezien de achtste conferentie van parlementariërs van Arctische landen, die van 12 tot en met 14 augustus 2008 is gehouden in Fairbanks, Alaska,

–   gezien de mededeling van de Commissie over het beleid ten aanzien van het Noordpoolgebied, die in het najaar 2008 wordt verwacht,

–   onder verwijzing naar zijn voorgaande resoluties over de noordelijke dimensie van 16 januari 2003(1), 17 november 2003(2), 16 november 2005(3) en 16 november 2006(4),

–   gezien de conclusies in het verslag van 2005 over de bepaling van de gevolgen voor het klimaat in de poolstreken,

–   gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat de Commissie op 10 oktober 2007 een mededeling heeft gepubliceerd over een geïntegreerd maritiem beleid voor de Europese Unie (COM(2007)0575) (het zogeheten Blauwboek),

B.   overwegende dat op 14 maart 2008 een beleidsdocument over klimaatverandering en internationale veiligheid van de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie aan de Europese Raad is verschenen,

C.   overwegende dat de geopolitieke en strategische betekenis van het Noordpoolgebied toeneemt, zoals blijkt uit het symbolische planten van een Russische vlag op de bodem van de zee onder de Noordpool in augustus 2007,

D.   gezien het VN-Verdrag inzake het recht van de zee (UNCLOS), dat nog niet door de Amerikaanse Senaat is geratificeerd, en dat niet werd opgesteld met bijzondere aandacht voor de huidige omstandigheden van klimaatverandering en de uitzonderlijke gevolgen van het smeltende ijs in de zeeën van het Noordpoolgebied;

E.   overwegende dat in de schoot van de conferentie van parlementariërs van Arctische landen, onlangs gekozen vertegenwoordigers van het Europees Parlement, Canada, Denemarken, Groenland, IJsland, Finland, Noorwegen, Zweden, Rusland en de Verenigde Staten zijn bijeengekomen om te spreken over kwesties als de veiligheid op zee, gezondheidszorg, milieubescherming en duurzame ontwikkeling,

F.   overwegende dat in het Noordpoolgebied momenteel geen specifiek geformuleerde multilaterale normen en regelgevingen gelden, daar niet werd verwacht dat het zich ooit zou ontwikkelen tot een bevaarbare waterweg of een gebied dat commercieel zou worden geëxploiteerd,

G.   overwegende dat het zeeverkeer in de Arctische wateren de laatste jaren exponentieel is toegenomen door de toegenomen belangstelling voor olieboringen op zee en door het groeiende verkeer van cruiseschepen, om maar niet te spreken van de mogelijke opening van een Noordwestpassage,

H.   overwegende dat wellicht zo'n 20% van de nog onontdekte olie- en gasvoorraden in de wereld te vinden zijn in het Noordpoolgebied,

I.   overwegende dat in mei 2008 de verklaring van Ilulissat is aangenomen door de "A5-landen" (Denemarken, Canada, Noorwegen, Rusland en de VS),

J.   overwegende dat de Commissie ten volle deelgenomen heeft aan de conferentie die op 9 en 10 september 2008 is georganiseerd door de Noordse Raad van ministers in Ilulissat (Groenland) "Het Noordpoolgebied: Een zorg voor ons allen", en dat het Parlement kennis neemt van de conclusies van de voorzitter van die conferentie,

K.   overwegende dat de reeds aangehaalde conferentie over het Noordpoolgebied zich ook heeft beziggehouden met de klimaatverandering in het gebied, de gevolgen daarvan voor de inheemse bevolkingen en de mogelijke aanpassing daaraan,

L.   overwegende dat de globale opwarming in het Noordpoolgebied veel groter is dan in de rest van de wereld, namelijk circa 2°C over de laatste 100 jaar vergeleken met gemiddeld 0,6°C in de rest van de wereld,

M.   overwegende dat de veranderingen in het klimaat van het Noordpoolgebied al zo ingrijpend zijn dat bijvoorbeeld de Inuit niet langer op de traditionele manier kunnen jagen, daar het ijs te dun is om hun sleden te dragen, terwijl dieren als poolberen, walrussen en vossen het gevaar lopen dat een groot deel van hun habitat verdwijnt,

N.   overwegende dat de EU drie Arctische staten onder haar lidstaten telt en dat de EU nauwe banden heeft met twee andere Arctische buurlanden die deelnemen aan de interne markt via de EER-Overeenkomst, wat betekent dat meer dan de helft van het aantal lidstaten van de Arctische Raad EU-lidstaten of met de EU geassocieerde staten zijn,

1.   maakt zich grote zorgen over de gevolgen van de klimaatverandering voor het duurzame bestaan van de inheemse volkeren in het Noordpoolgebied, zowel wat betreft het milieu in het algemeen (wegsmelten van de ijskap en permafrost, stijgende zeespiegels, overstromingen) als ten aanzien van de natuurlijke habitat (het terugtrekken van het ijs heeft gevolgen voor de eetgewoonten van de ijsberen), en onderstreept dat alle volkeren en naties van het Noordpoolgebied ten volle betrokken moeten worden bij de internationale besluitvorming in dit verband en dat deze besluiten met hen rekening moeten houden;

2.   wijst erop dat de luchttemperatuur in het Noordpoolgebied in de 20ste eeuw met ongeveer 5°C is gestegen en dat deze stijging 10 maal sneller gaat dan de waargenomen stijging van de gemiddelde oppervlaktetemperatuur elders in de wereld; wijst erop dat voor het Noordpoolgebied de komende 100 jaar een extra opwarming van ca. 4 à 7°C wordt voorspeld, en is derhalve van mening dat de tijd van diagnose voorbij is en dat er thans iets moet worden gedaan;

3.   wijst erop dat in het Noordpoolgebied levende soorten en maatschappijen uiterst gespecialiseerde aanpassingen hebben ontwikkeld aan de barre omstandigheden in de Poolstreken, waardoor zij bijzonder kwetsbaar zijn voor ingrijpende veranderingen van deze omstandigheden; is uiterst verontrust over walrussen, ijsberen, zeehonden en andere in zee levende zoogdieren die van het zee-ijs afhankelijk zijn voor hun rust, voedsel, jacht en voortplanting, en die in bijzondere mate worden bedreigd door de klimaatverandering;

4.   begroet de slotverklaring van de achtste conferentie van parlementariërs van Arctische landen, die op 14 augustus 2008 is gehouden in Fairbanks;

5.   stelt met voldoening vast dat het hoge noorden een onderdeel vormt van het beleid inzake de "noordelijke dimensie" van de Europese Unie, maar is ervan overtuigd dat het bewustzijn van het belang van het Noordpoolgebied in wereldwijd verband verder verhoogd moet worden door een zelfstandig beleid van de EU ten aanzien van het Noordpoolgebied te presenteren;

6.   wijst in dit verband op het belang van het Noordpoolgebied voor het wereldklimaat en hoopt dat de huidige steun voor onderzoekactiviteiten in dit gebied ook na het Internationale Pooljaar voortgezet zal worden;

7.   ziet met grote belangstelling uit naar de komende mededeling van de Commissie over het beleid ten aanzien van het Noordpoolgebied en hoopt dat deze mededeling de grondslag zal leggen voor een zinvol Arctisch beleid van de EU; verzoekt de Commissie om in de mededeling ten minste de volgende onderwerpen te behandelen:

   a) de stand van zaken wat betreft de klimaatverandering in het gebied en de aanpassing daaraan,
   b) beleidsopties die oog hebben voor de inheemse bevolkingen en hun middelen van bestaan,
   c) de noodzaak om met onze Arctische buurlanden samen te werken bij grensoverschrijdende kwesties en in het bijzonder bij de maritieme veiligheid, en
   d) het zoeken naar mogelijkheden om in de toekomst een politieke of wettelijke structuur te creëren die kan zorgen voor de bescherming van het milieu en een duurzame en ordelijke ontwikkeling van het gebied of kan bemiddelen bij politieke onenigheid over hulpbronnen en bevaarbare waterwegen in het hoge noorden;

8.   verzoekt de Commissie om het energie- en veiligheidsbeleid in het Noordpoolgebied op haar agenda te zetten en in haar komende mededeling over het Noordpoolgebied een inventaris op te maken en te onderzoeken hoe de EU en de Arctische staten nauw kunnen samenwerken om te komen tot gemeenschappelijke ambitieuze doelstellingen ten aanzien van klimaatverandering , duurzame ontwikkeling, een grotere zekerheid van de energievoorziening en veiligheid op zee;

9.   vestigt de aandacht op het feit dat het Noordpoolgebied gezien zijn invloed op het wereldklimaat en zijn bijzondere natuurlijke milieu speciale aandacht verdient met het oog op de standpuntbepaling van de EU voor de COP 15-conferentie over klimaatverandering van de VN in Kopenhagen in 2009;

10.   is van mening dat het scheepsverkeer in het gebied (in verband met toerisme en offshoreboringen) geenszins voldoet aan de minimale internationale veiligheidsvoorschriften die in andere internationale wateren gelden voor de bescherming van het menselijk leven en van het milieu en verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk de noodzakelijke wijzigingen van de voorschriften van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) voor te stellen;

11.   wijst op de externe aspecten van het energiebeleid en de rol van het Noordpoolgebied bij de formulering van een energiebeleid voor Europa, zoals in maart 2007 voorgesteld door de Europese Raad;

12.   steunt het streven van de Arctische Raad om het Noordpoolgebied te behouden als een conflictvrije zone waar internationaal wordt samengewerkt bij het onderzoek, zodat de mogelijkheden van dit gebied als toekomstige energieleverancier ten volle ontwikkeld kunnen worden binnen een duurzaam milieukader;

13.   is nog steeds bijzonder verontrust over de aanhoudende wedloop naar grondstoffen in het Noordpoolgebied, waaruit gevaren voor de veiligheid van Europa en een algeheel gebrek aan internationale stabiliteit kunnen voortkomen;

14.   verzoekt de Commissie met klem om een proactieve rol in het Noordpoolgebied te spelen door als eerste stap ten minste een waarnemersstatus binnen de Arctische Raad in te nemen en is van mening dat de Commissie een speciaal bureau voor het Noordpoolgebied moet opzetten;

15.   stelt voor dat de Commissie voorbereid is op het op gang brengen van internationale onderhandelingen met het oog op de opstelling en goedkeuring van een Internationaal Verdrag voor de bescherming van het Noordpoolgebied naar analogie met het Zuidpool-Verdrag, als aangevuld door het Protocol van Madrid uit 1991, maar rekening houdend met het fundamentele verschil dat het Noordpoolgebied bevolkt is en dat de volkeren en naties van het Noordpoolgebied dus rechten en behoeften hebben, maar is van mening dat een dergelijk verdrag als uitgangspunt ten minste zou kunnen gelden voor het onbevolkte en niet opgeëiste gebied in het midden van de Noordelijke IJszee;

16.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten, Noorwegen, IJsland, Rusland, Canada en de Verenigde Staten alsmede aan de partners in de regionale samenwerking.

(1) PB C 38 E van 12.2.2004, blz. 283.
(2) PB C 87 E van 7.4.2004, blz. 411.
(3) PB C 280 E van 18.11.2006, blz. 73.
(4) PB C 314 E van 21.12.2006, blz. 258.

Juridische mededeling - Privacybeleid