Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/2124(REG)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0273/2009

Ingediende teksten :

A6-0273/2009

Debatten :

PV 05/05/2009 - 16
CRE 05/05/2009 - 16

Stemmingen :

PV 06/05/2009 - 4.13
CRE 06/05/2009 - 4.13
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0359

Aangenomen teksten
PDF 338kWORD 229k
Woensdag 6 mei 2009 - Straatsburg
Algemene herziening van het Reglement
P6_TA(2009)0359A6-0273/2009

Besluit van het Europees Parlement van 6 mei 2009 tot algemene herziening van het Reglement (2007/2124(REG))

Het Europees Parlement,

–   gelet op de artikelen 201 en 202 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken (A6-0273/2009),

1.   besluit onderstaande wijzigingen in zijn Reglement op te nemen;

2.   besluit de gedragscode voor onderhandelingen over medebeslissingsdossiers, op 18 september 2008 door de Conferentie van voorzitters goedgekeurd, als bijlage XVI sexies in zijn Reglement op te nemen;

3.   besluit dat de amendementen op de eerste dag van de zevende zittingsperiode in werking treden;

4.   verzoekt zijn Voorzitter dit besluit ter informatie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Bestaande tekst   Amendement
Amendement 1
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 9 – lid 1 – alinea 1
1.  Het Parlement kan transparantieregels inzake de financiële belangen van zijn leden vaststellen die als bijlage bij dit Reglement worden gevoegd.
1.  Het Parlement stelt transparantieregels inzake de financiële belangen van zijn leden vast, die als bijlage bij dit Reglement gevoegd zijn.
Amendement 2
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 10 bis (nieuw)
Artikel 10 bis
Waarnemers
1.  Wanneer er een verdrag betreffende de toetreding van een staat tot de Europese Unie is ondertekend, kan de Voorzitter met de instemming van de Conferentie van voorzitters het parlement van de toetredende staat uitnodigen uit zijn midden een aantal waarnemers aan te wijzen dat gelijk is aan het toekomstig aantal zetels van die staat in het Europees Parlement.
2.  Deze waarnemers nemen deel aan de werkzaamheden van het Parlement totdat het toetredingsverdrag in werking treedt, en hebben spreekrecht in commissies en fracties. Zij hebben geen stemrecht en zijn niet verkiesbaar voor functies in het Parlement. Hun deelname heeft geen rechtsgevolgen voor de werkzaamheden van het Parlement.
3.  Zij krijgen dezelfde behandeling als een lid van het Parlement wat betreft het gebruik van de faciliteiten van het Parlement en de vergoeding van de kosten die met hun functie van waarnemer verband houden.
Amendement 51
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11
Oudste lid in jaren
Voorlopig voorzitterschap
1.  In de vergadering, als bedoeld in artikel 127, lid 2, alsmede in elke andere vergadering die gewijd is aan de verkiezing van de Voorzitter en van het Bureau, neemt het oudste lid in jaren van de aanwezige leden het ambt van voorzitter waar, totdat de Voorzitter voor gekozen is verklaard.
1.  In de vergadering, als bedoeld in artikel 127, lid 2, alsmede in elke andere vergadering die gewijd is aan de verkiezing van de Voorzitter en van het Bureau, neemt de oud-voorzitter, of bij diens afwezigheid, een van de oud-ondervoorzitters in volgorde van rangorde, of bij hun afwezigheid, het langst zittende lid, het ambt van voorzitter waar, totdat de Voorzitter voor gekozen is verklaard.
2.  Alleen beraadslagingen die betrekking hebben op de verkiezing van de Voorzitter of het onderzoek van de geloofsbrieven kunnen plaatsvinden onder voorzitterschap van het oudste lid in jaren.
2.  Alleen beraadslagingen die betrekking hebben op de verkiezing van de Voorzitter of het onderzoek van de geloofsbrieven kunnen plaatsvinden onder voorzitterschap van het lid dat overeenkomstig lid 1 voorlopig het ambt van voorzitter uitoefent.
Het oudste lid in jaren oefent de bevoegdheden uit van de Voorzitter als bedoeld in artikel 3, lid 2, tweede alinea. Alle andere kwesties die in verband met het onderzoek van de geloofsbrieven worden opgeworpen onder voorzitterschap van het oudste lid in jaren, worden verwezen naar de commissie belast met het onderzoek van de geloofsbrieven.
Het lid dat overeenkomstig lid 1 voorlopig het ambt van voorzitter uitoefent, oefent de bevoegdheden uit van de Voorzitter als bedoeld in artikel 3, lid 2, tweede alinea. Alle andere kwesties die in verband met het onderzoek van de geloofsbrieven worden opgeworpen onder diens voorzitterschap, worden verwezen naar de commissie belast met het onderzoek van de geloofsbrieven.
Amendement 52
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 13
1.  Eerst wordt overgegaan tot de verkiezing van de Voorzitter. De voordrachten moeten, vóór iedere stemming, worden medegedeeld aan het oudste lid in jaren, dat daarvan kennis geeft aan het Parlement. Indien na drie stemmingen geen kandidaat de volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen heeft behaald, kunnen bij de vierde stemming alleen kandidaat zijn de twee leden die bij de derde stemming het grootste aantal stemmen hebben behaald. Bij staking van stemmen wordt de in jaren oudste kandidaat voor gekozen verklaard.
1.  Eerst wordt overgegaan tot de verkiezing van de Voorzitter. De voordrachten moeten, vóór iedere stemming, worden medegedeeld aan het lid dat overeenkomstig artikel 11 voorlopig het ambt van voorzitter uitoefent, dat daarvan kennis geeft aan het Parlement. Indien na drie stemrondes geen kandidaat de volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen heeft behaald, kunnen bij de vierde stemronde alleen kandidaat zijn de twee leden die bij de derde stemronde het grootste aantal stemmen hebben behaald. Bij staking van stemmen wordt de kandidaat met de hoogste leeftijd voor gekozen verklaard.
2.  Zodra de Voorzitter is gekozen, draagt het oudste lid in jaren het voorzitterschap over. Alleen de gekozen Voorzitter kan een openingstoespraak houden.
2.  Zodra de Voorzitter is gekozen, draagt het lid dat overeenkomstig artikel 11 voorlopig het ambt van voorzitter uitoefent, het voorzitterschap over. Alleen de gekozen Voorzitter kan een openingstoespraak houden.
Amendement 3
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 24 – lid 4 bis (nieuw)
4 bis.  De Conferentie van voorzitters is verantwoordelijk voor het organiseren van een gestructureerde dialoog met het Europees maatschappelijk middenveld over hoofdpunten van beleid. Deze dialoog kan de vorm aannemen van openbare debatten over onderwerpen van algemeen Europees belang, waaraan door geïnteresseerde burgers kan worden deelgenomen. Het Bureau wijst een ondervoorzitter aan die wordt belast met de organisatie van deze dialoog en daarover aan de Conferentie van voorzitters verslag uitbrengt.
Amendement 4
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 28 – lid 2
2.  Ieder lid kan vragen stellen over de werkzaamheden van het Bureau, de Conferentie van voorzitters en de quaestoren. Dergelijke vragen moeten schriftelijk worden ingediend bij de Voorzitter; zij worden, met de antwoorden, binnen een termijn van dertig dagen na de indiening ervan in het Bulletin van het Parlement gepubliceerd.
2.  Ieder lid kan vragen stellen over de werkzaamheden van het Bureau, de Conferentie van voorzitters en de quaestoren. Dergelijke vragen moeten schriftelijk worden ingediend bij de Voorzitter; zij worden aan de leden bekendgemaakt en met de antwoorden binnen een termijn van dertig dagen na de indiening op de website van het Parlement gepubliceerd.
Amendement 5
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 30 bis (nieuw)
Artikel 30 bis
Interfractiewerkgroepen
1.  Afzonderlijke leden kunnen interfractiewerkgroepen of andere niet-officiële groeperingen van leden vormen om informeel van gedachten te wisselen over specifieke onderwerpen over de scheidslijnen tussen fracties en commissies heen en om het contact tussen parlementsleden en maatschappij te bevorderen.
2.  Dergelijke groeperingen mogen geen activiteiten ontplooien die tot verwarring kunnen leiden voor wat betreft de officiële activiteiten van het Parlement en zijn organen. Mits voldaan is aan de voorwaarden van de door het Bureau vastgestelde regeling inzake de oprichting van die groeperingen, kunnen de fracties de activiteiten ervan faciliteren door verlening van logistieke steun. Dergelijke groeperingen doen opgave van eventuele steun van buiten overeenkomstig het bepaalde in bijlage I.
Amendement 6
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 36 – lid 1
1.  Elk voorstel van de Commissie of elk ander document van wetgevende aard wordt door de bevoegde commissie, onverminderd het bepaalde in artikel 40, getoetst op verenigbaarheid met de financiële vooruitzichten.
1.  Elk voorstel van de Commissie of elk ander document van wetgevende aard wordt door de bevoegde commissie, onverminderd het bepaalde in artikel 40, getoetst op verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader.
(Horizontaal amendement: de woorden "financiële vooruitzichten" worden overal in het Reglement vervangen door "meerjarig financieel kader".
Amendement 7
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 39 – lid 1
1.  Overeenkomstig artikel 192, tweede alinea van het EG-Verdrag kan het Parlement door het aannemen van een resolutie op basis van een initiatiefverslag van de bevoegde commissie de Commissie verzoeken het Parlement passende voorstellen ter vaststelling van nieuwe of tot wijziging van bestaande besluiten voor te leggen. De resolutie wordt aangenomen met de meerderheid van de leden van het Parlement. Tegelijkertijd kan het Parlement een termijn vaststellen voor de indiening van het voorstel.
1.  Overeenkomstig artikel 192, tweede alinea van het EG-Verdrag kan het Parlement door het aannemen van een resolutie op basis van een initiatiefverslag van de bevoegde commissie de Commissie verzoeken het Parlement passende voorstellen tot vaststelling van nieuwe of tot wijziging van bestaande besluiten voor te leggen. De resolutie wordt bij de eindstemming aangenomen bij meerderheid van de leden van het Parlement. Tegelijkertijd kan het Parlement een termijn vaststellen voor de indiening van het voorstel.
Amendement 8
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 45 – lid 2
2.  Het Parlement behandelt in initiatiefverslagen neergelegde ontwerpresoluties volgens de korte-presentatieprocedure als uiteengezet in artikel 131 bis. Amendementen op deze ontwerpresoluties zijn niet ontvankelijk voor behandeling ter plenaire vergadering, tenzij zij door de rapporteur worden ingediend om rekening te houden met nieuwe informatie. Overeenkomstig artikel 151, lid 4 kunnen evenwel alternatieve ontwerpresoluties worden ingediend. Dit lid is niet van toepassing, wanneer het onderwerp van het verslag in het kader van een debat van prioritair belang ter plenaire vergadering wordt behandeld, wanneer het verslag overeenkomstig het initiatiefrecht uit hoofde van artikel 38 bis of 39 wordt opgesteld, of wanneer het verslag kan worden aangemerkt als een beleidsverslag overeenkomstig de door de Conferentie van voorzitters vastgestelde criteria.
2.  Het Parlement behandelt in initiatiefverslagen neergelegde ontwerpresoluties volgens de kortepresentatieprocedure als uiteengezet in artikel 131 bis. Amendementen op deze ontwerpresoluties zijn slechts ontvankelijk voor behandeling ter plenaire vergadering indien zij worden ingediend door de rapporteur om rekening te houden met nieuwe informatie, of door ten minste een tiende van de leden van het Parlement. Fracties kunnen overeenkomstig artikel 151, lid 4, alternatieve ontwerpresoluties indienen. Dit lid is niet van toepassing, wanneer het onderwerp van het verslag in het kader van een debat van prioritair belang ter plenaire vergadering wordt behandeld, wanneer het verslag overeenkomstig het initiatiefrecht uit hoofde van artikel 38 bis of 39 wordt opgesteld, of wanneer het verslag kan worden aangemerkt als een beleidsverslag overeenkomstig de door de Conferentie van voorzitters vastgestelde criteria.
Amendement 9
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 47 – streepje 3
– de voorzitters, de rapporteur en de rapporteurs voor advies trachten het onderling eens te worden over onderdelen van de tekst die onder hun exclusieve of gezamenlijke bevoegdheid vallen en onderling de precieze voorwaarden van hun samenwerking overeen te komen;
– de voorzitters, de rapporteur en de rapporteurs voor advies gaan gezamenlijk na welke onderdelen van de tekst onder hun exclusieve of gezamenlijke bevoegdheid vallen en bereiken overeenstemming over de precieze voorwaarden van hun samenwerking. Ingeval er geen overeenstemming over de afbakening van de bevoegdheden wordt bereikt, wordt de zaak op verzoek van een van de betrokken commissies aan de Conferentie van voorzitters voorgelegd, die een uitspraak over de afbakening van de bevoegdheden kan doen of kan besluiten dat de procedure met gezamenlijke commissievergaderingen van artikel 47 bis moet worden toegepast; de tweede en derde zin van artikel 179, lid 2, zijn van overeenkomstige toepassing.
Amendement 10
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 47 – streepje 4
– de ten principale bevoegde commissie neemt de amendementen van een medeverantwoordelijke commissie zonder stemming over voorzover deze betrekking hebben op vraagstukken die naar de mening van de voorzitter van de ten principale bevoegde commissie op grond van bijlage VI en na raadpleging van de voorzitter van de medeverantwoordelijke commissie onder de exclusieve bevoegdheid van de medeverantwoordelijke commissie vallen, en voorzover deze niet in strijd zijn met andere delen van het verslag. Indien er op basis van het derde streepje een akkoord wordt bereikt, houden de voorzitters van de ten principale bevoegde commissies hiermee rekening;
– de ten principale bevoegde commissie neemt de amendementen van een medeverantwoordelijke commissie zonder stemming over voorzover deze betrekking hebben op vraagstukken die onder de exclusieve bevoegdheid van de medeverantwoordelijke commissie vallen. Indien amendementen die betrekking hebben op vraagstukken die onder de gezamenlijke bevoegdheid van de ten principale bevoegde commissie en de medeverantwoordelijke commissie vallen, door eerstgenoemde commissie worden verworpen, kan laatstgenoemde commissie die amendementen ter plenaire vergadering indienen;
Amendement 11
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 47 bis (nieuw)
Artikel 47 bis
Procedure met gezamenlijke commissievergaderingen
Indien voldaan is aan de in artikel 46, lid 1, en artikel 47 vermelde voorwaarden, kan de Conferentie van voorzitters, indien zij het vraagstuk bijzonder belangrijk acht, besluiten dat de procedure met gezamenlijke commissievergaderingen en gezamenlijke stemming van toepassing is. In dat geval stellen de respectieve rapporteurs een enkel ontwerpverslag op. De betrokken commissies behandelen dit en stemmen erover op gezamenlijke vergaderingen onder het gezamenlijk voorzitterschap van de betrokken voorzitters. De betrokken commissies kunnen intercommissiewerkgroepen instellen om de gezamenlijke vergaderingen en stemmingen voor te bereiden.
Amendement 12
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 51 – lid 2 – alinea 2
De raadplegingsprocedure is beëindigd als de ontwerpwetgevingsresolutie wordt aangenomen. Indien het Parlement de ontwerpwetgevingsresolutie niet aanneemt, wordt het voorstel naar de bevoegde commissie terugverwezen.
Met de aanneming van de ontwerpwetgevingsresolutie is de eerste lezing beëindigd. Neemt het Parlement de ontwerpwetgevingsresolutie niet aan, dan wordt het ontwerp naar de bevoegde commissie terugverwezen.
Amendement 13
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 51 – lid 3
3.  De tekst van het voorstel in de door het Parlement goedgekeurde versie en de desbetreffende resolutie worden door de Voorzitter als advies van het Parlement aan de Raad en de Commissie toegezonden.
3.  De tekst van het ontwerp in de door het Parlement goedgekeurde versie en de desbetreffende resolutie worden door de Voorzitter als standpunt van het Parlement aan de Raad en de Commissie toegezonden.
(Horizontaal amendement: in alle bepalingen betreffende de medebeslissingsprocedure worden de woorden "advies van het Parlement" overal in het Reglement vervangen door "standpunt van het Parlement".)
Amendement 14
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 52 – lid 1
1.  Indien een voorstel van de Commissie niet de meerderheid van de uitgebrachte stemmen verkrijgt, verzoekt de Voorzitter de Commissie, alvorens het Parlement over de ontwerpwetgevingsresolutie stemt, haar voorstel in te trekken.
1.  Wordt voor een voorstel van de Commissie niet de meerderheid van de uitgebrachte stemmen verkregen of wordt een door de bevoegde commissie of ten minste veertig leden ingediend voorstel tot verwerping aangenomen, dan verzoekt de Voorzitter de Commissie, alvorens het Parlement over de ontwerpwetgevingsresolutie stemt, haar voorstel in te trekken.
Amendement 15
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 52 – lid 2
2.  Doet de Commissie dat, dan stelt de Voorzitter vast dat voortzetting van de raadplegingsprocedure met betrekking tot dit voorstel overbodig is geworden en stelt hij de Raad hiervan in kennis.
2.  Indien de Commissie haar voorstel intrekt, dan verklaart de Voorzitter de procedure voor beëindigd en stelt hij de Raad hiervan in kennis.
Amendement 16
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 52 – lid 3
3.  Indien de Commissie haar voorstel niet intrekt, verwijst het Parlement de zaak terug naar de bevoegde commissie zonder over de ontwerpwetgevingsresolutie te stemmen.
3.  Indien de Commissie haar voorstel niet intrekt, verwijst het Parlement de zaak terug naar de bevoegde commissie zonder over de ontwerpwetgevingsresolutie te stemmen, tenzij het Parlement op voorstel van de voorzitter of rapporteur van de bevoegde commissie, een fractie of ten minste veertig leden wel tot stemming overgaat.
In dat geval brengt deze commissie binnen een door het Parlement vastgestelde termijn van ten hoogste twee maanden mondeling of schriftelijk opnieuw aan het Parlement verslag uit.
In geval van terugverwijzing brengt deze commissie binnen een door het Parlement vastgestelde termijn van ten hoogste twee maanden mondeling of schriftelijk opnieuw aan het Parlement verslag uit.
Amendement 59
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 65 bis (nieuw) (in te voegen in hoofdstuk 6: Beëindiging van de wetgevingsprocedure)
Artikel 65 bis
Interinstitutionele onderhandelingen bij wetgevingsprocedures
1.  Onderhandelingen met andere instellingen om in de loop van een wetgevingsprocedure tot overeenstemming te komen worden gevoerd met inachtneming van de gedragscode voor onderhandelingen over medebeslissingsdossiers (bijlage XVI sexies).
2.  Alvores dergelijke onderhandelingen te beginnen, dient de bevoegde commissie in beginsel met de meerderheid van haar leden in beginsel een besluit te nemen en een mandaat, richtsnoeren of prioriteiten vast te stellen.
3.  Wordt in het kader van de onderhandelingen, na goedkeuring van het verslag door de de commissie, een compromis met de Raad bereikt, dan wordt de commissie in elk geval vóór de stemming ter plenaire vergadering opnieuw geraadpleegd.
Amendement 18
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 66
1.  Indien de Raad overeenkomstig artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag het Parlement ervan in kennis stelt dat hij de amendementen van het Parlement heeft goedgekeurd, zonder het Commissievoorstel anderszins te wijzigen, of indien geen van beide instellingen het voorstel van de Commissie heeft gewijzigd, deelt de Voorzitter ter plenaire vergadering mede dat het voorstel definitief is vastgesteld.
Indien de Raad overeenkomstig artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag het Parlement ervan in kennis stelt dat hij het standpunt van het Parlement heeft goedgekeurd, deelt de Voorzitter, nadat overeenkomstig artikel 172 bis de laatste hand is gelegd aan de definitieve tekst, ter plenaire vergadering mede dat het voorgestelde besluit zoals geformuleerd in het standpunt van het Parlement is aangenomen.
2.  Alvorens deze mededeling te doen, vergewist de Voorzitter zich ervan dat de eventueel door de Raad in het voorstel aangebrachte technische aanpassingen niet van invloed zijn op de inhoud van het voorstel. In geval van twijfel raadpleegt hij de bevoegde commissie. Indien er wijzigingen zijn aangebracht die geacht worden van inhoudelijke aard te zijn, deelt de Voorzitter de Raad mede dat het Parlement zal overgaan tot een tweede lezing, zodra aan de in artikel 57 bedoelde voorwaarden is voldaan.
3.  Na de mededeling als bedoeld in lid 1 ondertekenen de Voorzitter en de voorzitter van de Raad beiden het voorgestelde besluit en dragen overeenkomstig artikel 68 zorg voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Amendement 19
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 68 – opschrift
Ondertekening van aangenomen besluiten
Vereisten voor de formulering van wetgevingsbesluiten
Amendement 20
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 68 – lid 1
1.  De tekst van de gezamenlijk door het Parlement en de Raad aangenomen besluiten worden door de Voorzitter en de secretaris-generaal ondertekend, nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd.
Schrappen
Amendement 21
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 68 – lid 7
7.  Bovenbedoelde besluiten worden door de secretarissen-generaal van het Parlement en de Raad gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Schrappen
Amendement 22
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 68 bis (nieuw) (in te voegen in hoofdstuk 6: Beëindiging van de wetgevingsprocedure)
Artikel 68 bis
Ondertekening van aangenomen besluiten
De volgens de procedure van artikel 251 van het EG-Verdrag aangenomen besluiten worden door de Voorzitter en de secretaris-generaal ondertekend en worden door de secretarissen-generaal van het Parlement en de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd, nadat de overeenkomstig artikel 172 bis de laatste hand is gelegd aan de aangenomen tekst en is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn afgesloten.
Amendement 68
Reglement van het Europees Parlement
Article 80 bis – lid 3 – alinea 3
Amendementen op ongewijzigd gebleven onderdelen kunnen evenwel in uitzonderlijke en individuele gevallen door de voorzitter van die commissie worden toegestaan, als deze van oordeel is dat daarvoor dwingende redenen bestaan in verband met de interne coherentie van de tekst of de samenhang met andere ontvankelijke amendementen. Deze redenen dienen in een schriftelijke motivering bij de amendementen te worden vermeld.
Wanneer de ter zake bevoegde commissie evenwel voornemens is, overeenkomstig punt 8 van het Interinstitutioneel Akkoord, ook amendementen op de gecodificeerde delen van het voorstel van de Commissie in te dienen, stelt zij de Raad en de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Alvorens tot stemming wordt overgegaan maakt laatstegenoemde overeenkomstig artikel 50 haar standpunt inzake de amendementen kenbaar en geeft zij aan of zij voornemens is het herschikkingsvoorstel in te trekken.
Amendement 23
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 83 – lid 1
1.  Wanneer het voornemen bestaat onderhandelingen aan te knopen over de sluiting, hernieuwing of wijziging van een internationale overeenkomst, met inbegrip van overeenkomsten op specifieke gebieden zoals monetaire zaken of handel, draagt de bevoegde commissie er zorg voor dat de Commissie het Parlement volledig inlicht over haar aanbevelingen voor een onderhandelingsmandaat, zo nodig op basis van vertrouwelijkheid.
1.  Wanneer het voornemen bestaat onderhandelingen te openen over de sluiting, hernieuwing of wijziging van een internationale overeenkomst, met inbegrip van overeenkomsten op specifieke gebieden zoals monetaire zaken of handel, kan de bevoegde commissie besluiten een verslag op te stellen of de procedure anderszins te volgen en de Conferentie van voorzitters daarvan in kennis te stellen. Eventueel kunnen andere commissies overeenkomstig artikel 46, lid 1, om advies worden gevraagd. Voor zover relevant zijn de artikelen 179, lid 2, en 47 en 47 bis van overeenkomstige toepassing.
De voorzitters en rapporteurs van de bevoegde commissie c.q. de medeverantwoordelijke commissies nemen gezamenlijk de nodige stappen om ervoor te zorgen dat de Commissie het Parlement volledig inlicht over de aanbevelingen voor een onderhandelingsmandaat, zo nodig op basis van vertrouwelijkheid, en dat zij het Parlement de in de leden 3 en 4 bedoelde informatie verstrekt.
Amendement 24
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 83 – lid 6 bis (nieuw)
6 bis.  Alvorens over te gaan tot de stemming ter verlening van goedkeuring, kan de bevoegde commissie, een fractie of ten minste een tiende van de leden het Parlement voorstellen het advies van het Hof van Justitie over de verenigbaarheid van de internationale overeenkomst met de Verdragen in te winnen. Indien het Parlement een dergelijk voorstel aanneemt, wordt de stemming ter verlening van goedkeuring uitgesteld, totdat het Hof advies heeft uitgebracht.
Amendement 25
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 97 – lid 3
3.  Het Parlement zet een register op van de documenten van het Parlement. Wetgevings- en andere documenten zoals vermeld in een bijlage1 bij dit Reglement worden rechtstreeks toegankelijk gemaakt via het register van het Parlement overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1049/2001. Referenties naar andere documenten van het Parlement worden voorzover mogelijk in het register opgenomen.
3.  Het Parlement zet een register op van de documenten van het Parlement. Wetgevingsdocumenten en bepaalde andere categorieën documenten worden rechtstreeks toegankelijk gemaakt via het register van het Parlement overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1049/2001. Verwijzingen naar andere documenten van het Parlement worden voorzover mogelijk in het register opgenomen.
De categorieën documenten die rechtstreeks voor het publiek toegankelijk zijn, worden opgenomen in een lijst die door het Parlement wordt aangenomen en als bijlage1 bij het Reglement wordt gevoegd. Deze lijst beperkt niet het recht van toegang tot documenten die niet onder de opgesomde categorieën vallen.
De categorieën documenten die rechtstreeks voor het publiek toegankelijk zijn, worden opgenomen in een lijst die door het Bureau wordt aangenomen en op de website van het Parlement wordt gepubliceerd. Deze lijst houdt geen inperking in op het recht van toegang tot documenten die niet onder de opgesomde categorieën vallen; die documenten worden op schriftelijk verzoek beschikbaar gesteld.
Documenten van het Parlement die niet rechtstreeks via het register toegankelijk zijn, worden op schriftelijk verzoek beschikbaar gesteld.
Het Bureau kan ten aanzien van de toegang regels vaststellen, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1049/2001, die in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.
Het Bureau kan ten aanzien van de toegang regels vaststellen, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1049/2001, die in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.
(Bijlage XV geschrapt.)
Amendement 26
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 103 – lid 1
1.  De leden van de Commissie, de Raad en de Europese Raad kunnen de Voorzitter te allen tijde verzoeken hun het woord te verlenen voor een verklaring. De Voorzitter besluit wanneer deze verklaring kan worden afgelegd en of een dergelijke verklaring wordt gevolgd door een uitvoerig debat, dan wel of de leden gedurende dertig minuten beknopte en nauwkeurig geformuleerde vragen kunnen stellen.
1.  De leden van de Commissie, de Raad en de Europese Raad kunnen de Voorzitter van het Parlement te allen tijde verzoeken hun het woord te verlenen voor een verklaring. De voorzitter van de Europese Raad legt na elke bijeenkomst van de Europese Raad een verklaring af. De Voorzitter van het Parlement besluit wanneer deze verklaring kan worden afgelegd en of een dergelijke verklaring wordt gevolgd door een uitvoerig debat, dan wel of de leden gedurende dertig minuten beknopte en nauwkeurig geformuleerde vragen mogen stellen.
Amendement 60
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 116 – lid 1
1.  Maximaal vijf leden kunnen een schriftelijke verklaring indienen van ten hoogste 200 woorden over een onderwerp dat valt binnen het kader van de werkzaamheden van de Europese Unie. De schriftelijke verklaringen worden in de officiële talen gedrukt en rondgedeeld. Zij worden met de namen van de ondertekenaars opgenomen in een register. Dit register is openbaar en ligt tijdens de vergaderperioden ter inzage bij de ingang van de vergaderzaal en tussen de vergaderperioden op een passende, door het College van quaestoren nader te bepalen plaats.
1.  Maximaal vijf leden kunnen een schriftelijke verklaring van ten hoogste 200 woorden indienen over een onderwerp dat onder de bevoegdheden van de Europese Unie valt en geen betrekking heeft op aangelegenheden die onder een lopende wetgevingsprocedure vallen. De Voorzitter verleent hiertoe van geval tot geval toestemming. De schriftelijke verklaringen worden in de officiële talen gedrukt en rondgedeeld. Zij worden met de namen van de ondertekenaars opgenomen in een register. Dit register is openbaar en ligt tijdens de vergaderperioden ter inzage bij de ingang van de vergaderzaal en tussen de vergaderperioden op een geschikte, door het College van quaestoren nader te bepalen plaats.
Amendement 27
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 116 – lid 3
3.  Wanneer een verklaring door de meerderheid van de leden van het Parlement is ondertekend, stelt de Voorzitter het Parlement hiervan in kennis en worden de namen van de ondertekenaars in de notulen vermeld.
3.  Is een verklaring door de meerderheid van de leden van het Parlement ondertekend, dan stelt de Voorzitter het Parlement hiervan in kennis en worden de namen van de ondertekenaars in de notulen vermeld en wordt de verklaring als aangenomen tekst gepubliceerd.
Amendement 28
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 116 – lid 4
4.   In dat geval wordt deze verklaring aan het einde van de vergaderperiode aan de in de verklaring aangegeven instellingen toegezonden met vermelding van de namen van de ondertekenaars. De verklaring wordt opgenomen in de notulen van de vergadering waarin kennis is gegeven van de verklaring. Met deze publicatie wordt de procedure afgesloten.
4.  De procedure wordt afgesloten met de toezending aan het einde van de vergaderperiode van de verklaring aan de adressaten met vermelding van de namen van de ondertekenaars.
Amendement 29
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 131 bis
Op verzoek van de rapporteur of op voorstel van de Conferentie van voorzitters, kan het Parlement ook besluiten dat een punt, waarvoor geen echt debat nodig is, ter plenaire vergadering middels een korte presentatie door de rapporteur wordt behandeld. In dat geval krijgt de Commissie de gelegenheid het woord te voeren en hebben de leden het recht om via de indiening van een extra schriftelijke verklaring overeenkomstig artikel 142, lid 7, te reageren.
Het Parlement kan ook, op verzoek van de rapporteur of op voorstel van de Conferentie van voorzitters, besluiten een punt waarvoor geen uitvoerig debat nodig is, middels een korte presentatie door de rapporteur ter plenaire vergadering te behandelen. In dat geval krijgt de Commissie de gelegenheid te reageren, waarna een debat van ten hoogste tien minuten volgt waarin de Voorzitter de leden volgens de "catch the eye"-procedure elk voor hooguit één minuut het woord kan verlenen.
Amendementen 30 en 66
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 142
Verdeling van de spreektijd
Verdeling van de spreektijd en sprekerslijst
1.  De Conferentie van voorzitters kan met het oog op het verloop van een beraadslaging voorstellen de spreektijd te verdelen. Het Parlement beslist zonder debat over dit voorstel.
1.  De Conferentie van voorzitters kan met het oog op het verloop van een debat voorstellen de spreektijd te verdelen. Het Parlement beslist zonder debat over dit voorstel.
1 bis.  Leden mogen alleen het woord voeren wanneer de Voorzitter hun het woord geeft. De sprekers voeren het woord vanaf hun plaats en richten zich tot de Voorzitter. Dwalen sprekers van het onderwerp af, dan roept de Voorzitter hen tot de orde.
1 ter.  De Voorzitter kan voor het eerste gedeelte van een debat een sprekerslijst opstellen met een of meer ronden van sprekers van elke fractie die het woord wensen te voeren, in volgorde van fractiegrootte, alsook een niet-ingeschreven lid.
2.  De spreektijd wordt op grond van de volgende criteria verdeeld:
2.  De spreektijd voor dit gedeelte van het debat wordt op grond van de volgende criteria verdeeld:
(a) een eerste gedeelte van de spreektijd wordt gelijkelijk over alle fracties verdeeld;
(a) een eerste gedeelte van de spreektijd wordt gelijkelijk over alle fracties verdeeld;
(b) een tweede gedeelte van de spreektijd wordt over de fracties verdeeld naar verhouding van hun ledental;
(b) een tweede gedeelte van de spreektijd wordt over de fracties naar verhouding van hun ledental verdeeld;
(c) de niet-ingeschrevenen krijgen collectief een spreektijd toegewezen, gebaseerd op de overeenkomstig het bepaalde in onder a) en b) aan elk der fracties toebedeelde gedeelten.
(c) de niet-ingeschrevenen krijgen collectief een spreektijd toegewezen, gebaseerd op de overeenkomstig het bepaalde onder a) en b) aan elk der fracties toegewezen gedeelten.
3.  Indien voor verschillende agendapunten een collectieve spreektijd wordt toegewezen, delen de fracties aan de Voorzitter mede, welk gedeelte van hun respectieve spreektijd voor elk van deze agendapunten zal worden gebruikt. De Voorzitter ziet erop toe dat deze spreektijd niet wordt overschreden.
3.  Wordt voor verschillende agendapunten een collectieve spreektijd toegewezen, dan delen de fracties de Voorzitter mede, hoe hun respectieve spreektijd over elk van deze agendapunten wordt verdeeld. De Voorzitter ziet erop toe dat deze spreektijd wordt aangehouden.
3 bis.  De resterende tijd voor het debat wordt niet op voorhand toegewezen. De Voorzitter geeft leden die het woord wensen te voeren in de regel niet meer dan één minuut het woord. De Voorzitter ziet er, voor zover mogelijk, op toe dat sprekers met verschillende politieke opvattingen en uit verschillende lidstaten aan het woord komen.
3 ter.  Bij voorrang kan het woord worden verleend aan de voorzitter of de rapporteur van de bevoegde commissie en aan de fractievoorzitters die namens hun fractie het woord wensen te voeren, of aan hun plaatsvervangers.
3 quater.  De Voorzitter kan leden die door opsteken van een blauwe kaart te kennen geven dat zij het lid dat het woord voert een vraag van ten hoogste een halve minuut willen stellen, het woord geven, indien de spreker ermee instemt en de Voorzitter ervan overtuigd is dat het debat daardoor niet wordt verstoord.
4.  De spreektijd is beperkt tot één minuut voor opmerkingen over de notulen, voorstellen van orde en wijzigingen van de definitieve ontwerpagenda of van de agenda.
4.  Voor opmerkingen over de notulen van de vergadering, voorstellen van orde en wijzigingen van de definitieve ontwerpagenda of van de agenda is de spreektijd beperkt tot één minuut.
4 bis.  Onverminderd zijn andere disciplinaire bevoegdheden kan de Voorzitter redevoeringen van leden die niet van tevoren het woord hebben gekregen of die na afloop van de toegewezen spreektijd blijven doorspreken, uit het volledig verslag van de vergaderingen laten schrappen.
5.  De Commissie en de Raad worden tijdens het debat over een verslag in de regel onmiddellijk gehoord na de inleiding door de rapporteur. Aan de Commissie, de Raad en de rapporteur kan opnieuw het woord worden verleend, met name om te reageren op opmerkingen van de leden.
5.  In een debat over een verslag krijgen de Commissie en de Raad in de regel onmiddellijk na de inleiding door de rapporteur het woord. De Commissie, de Raad en de rapporteur kunnen opnieuw het woord krijgen, met name om op de opmerkingen van de leden in te gaan.
6.  Onverminderd het bepaalde in artikel 197 van het EG-Verdrag tracht de Voorzitter met de Commissie en de Raad overeenstemming te bereiken over een adequate verdeling van de spreektijd voor deze instellingen.
6.  Onverminderd het bepaalde in artikel 197 van het EG-Verdrag tracht de Voorzitter met de Commissie en de Raad overeenstemming te bereiken over een passende verdeling van de spreektijd voor deze instellingen.
7.  Leden die tijdens een debat niet het woord hebben gevoerd, kunnen hoogstens één maal per vergaderperiode een schriftelijke verklaring indienen van niet meer dan 200 woorden, die bij het volledig verslag van de vergadering wordt gevoegd.
7.  Leden die in een debat niet het woord hebben gevoerd, mogen ten hoogste éénmaal per vergaderperiode een schriftelijke verklaring van maximaal 200 woorden indienen, die bij het volledig verslag van de vergadering wordt gevoegd.
(De artikelen 141 en 143 komen te vervallen.)
Amendement 32
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 150 – lid 6 – alinea 2 bis (nieuw)
Wanneer er minder dan honderd leden aanwezig zijn, mag het Parlement een dergelijk besluit niet nemen als ten minste een tiende van de aanwezige leden daartegen bezwaar maakt.
Amendement 33
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 156
Indien op een verslag meer dan 50 amendementen ter behandeling ter plenaire vergadering zijn ingediend, kan de Voorzitter, in overleg met de voorzitter van de bevoegde commissie, deze commissie verzoeken een vergadering bijeen te roepen om deze amendementen te behandelen. Amendementen die in dit stadium door minder dan een tiende van de commissieleden worden gesteund, worden niet ter plenaire vergadering in stemming gebracht.
Zijn op een verslag meer dan vijftig amendementen en verzoeken om stemming in onderdelen of aparte stemming voor behandeling ter plenaire ingediend, dan kan de Voorzitter, in overleg met de voorzitter van de bevoegde commissie, deze commissie verzoeken een vergadering bijeen te roepen om deze amendementen of verzoeken te behandelen. Amendementen of verzoeken om stemming in onderdelen of aparte stemming die in dit stadium door ten minste een tiende van de commissieleden worden gesteund, worden niet ter plenaire vergadering in stemming gebracht.
Amendement 34
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 157 – lid 1
1.  Wanneer de in stemming te brengen tekst verschillende bepalingen bevat, betrekking heeft op verschillende onderwerpen of te splitsen is in verschillende delen die elk een logische betekenis en regelende waarde hebben, kan door een fractie of ten minste veertig leden verzocht worden om stemming in onderdelen.
1.  Wanneer de in stemming te brengen tekst verschillende bepalingen bevat, betrekking heeft op verschillende onderwerpen of op te splitsen is in verschillende delen met een eigen betekenis en/of regelende waarde, kan door een fractie of ten minste veertig leden om stemming in onderdelen worden verzocht.
Amendement 35
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 159 bis (nieuw)
Artikel 159 bis
Eindstemming
Bij stemming over een ontwerp van wetgevingshandeling, wordt bij een enkele stemming dan wel bij de eindstemming hoofdelijk gestemd met gebruikmaking van de elektronische steminstallatie.
Amendement 36
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 160 – lid 1
1.  Benevens in de in de artikelen 99, lid 4 en 100, lid 5 bedoelde gevallen heeft hoofdelijke stemming plaats wanneer een fractie of ten minste veertig leden uiterlijk de avond vóór de stemming hierom schriftelijk verzoeken, tenzij de Voorzitter een andere termijn vaststelt.
1.  Behalve in de in de artikelen 99, lid 4, 100, lid 5 en 159 bis bedoelde gevallen wordt hoofdelijk gestemd, wanneer een fractie of ten minste veertig leden uiterlijk de avond vóór de stemming schriftelijk hierom verzoeken, tenzij de Voorzitter een andere termijn heeft vastgesteld.
Amendement 37
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 160 – lid 2 – alinea 1
2.  Hoofdelijke stemming vindt plaats in alfabetische volgorde, te beginnen bij de naam van een door het lot aan te wijzen lid. De Voorzitter wordt als laatste opgeroepen.
2.  Hoofdelijke stemming vindt plaats met gebruikmaking van de elektronische steminstallatie. Indien de elektronische steminstallatie om technische redenen niet kan worden gebruikt, vindt de hoofdelijke stemming plaats in alfabetische volgorde, te beginnen bij de naam van een door het lot aan te wijzen lid. De Voorzitter wordt als laatste opgeroepen om te stemmen.
Amendement 38
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 162 – lid 4 – alinea 1
4.  Bij geheime stemmingen wordt de telling van de stemmen verricht door twee tot zes bij loting onder de leden aangewezen stemopnemers.
4.  Bij geheime stemmingen worden de stemmen geteld door twee tot acht bij loting onder de leden aangewezen stemopnemers, tenzij elektronisch wordt gestemd.
Amendement 39
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 172
1.  De notulen van elke vergadering, bevattende de besluiten van het Parlement en de namen der sprekers, worden ten minste een half uur voor het begin van de volgende vergadering des namiddags rondgedeeld.
1.  De notulen van elke vergadering, waarin verslag wordt gedaan van het verloop van de vergadering, de besluiten van het Parlement en de namen der sprekers, worden ten minste een half uur voor de hervatting van de volgende vergadering na de middagonderbreking rondgedeeld.
Als besluiten bedoeld in dit lid gelden in het kader van de wetgevingsprocedures ook alle door het Parlement aangenomen amendementen, zelfs wanneer het betreffende voorstel van de Commissie overeenkomstig artikel 52, lid 1, respectievelijk het gemeenschappelijk standpunt van de Raad overeenkomstig artikel 61, lid 3 uiteindelijk is verworpen.
Als besluiten bedoeld in dit artikel gelden in het kader van de wetgevingsprocedures ook alle door het Parlement aangenomen amendementen, zelfs wanneer het desbetreffende Commissievoorstel overeenkomstig artikel 52, lid 1, respectievelijk het standpunt van de Raad overeenkomstig artikel 61, lid 3 uiteindelijk is verworpen.
De door het Parlement aangenomen teksten worden afzonderlijk rondgedeeld. Wanneer de door het Parlement aangenomen teksten met wetgevend karakter amendementen bevatten, worden zij in geconsolideerde versie gepubliceerd.
2.  Aan het begin van de vergadering des namiddags legt de Voorzitter de notulen van de vorige vergadering aan het Parlement ter goedkeuring voor.
2.  Bij de hervatting van de vergadering na de middagonderbreking legt de Voorzitter de notulen van de vorige vergadering aan het Parlement ter goedkeuring voor.
3.  Indien tegen de notulen bezwaren worden ingebracht, beslist het Parlement zo nodig of de verzochte wijzigingen in overweging zullen worden genomen. Geen der leden mag langer dan één minuut over de notulen het woord voeren.
3.  Wordt tegen de notulen bezwaar gemaakt, dan beslist het Parlement zo nodig over de vraag of de gewenste wijzigingen in overweging worden genomen. Leden mogen hierover hooguit één minuut het woord voeren.
4.  De notulen worden door de Voorzitter en de secretaris-generaal ondertekend en in het archief van het Parlement bewaard. Zij worden binnen een maand in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd.
4.  De notulen worden door de Voorzitter en de secretaris-generaal ondertekend en in het archief van het Parlement bewaard. Zij worden in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd.
Amendement 40
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 172 bis (nieuw)
Artikel 172 bis
Aangenomen teksten
1.  De door het Parlement aangenomen teksten wordt onmiddellijk na de stemming gepubliceerd. Ze worden tezamen met de notulen van de desbetreffende vergadering aan het Parlement voorgelegd en worden in het archief van het Parlement bewaard.
2.  Onder verantwoordelijkheid van de Voorzitter wordt in juridisch-taalkundig opzicht de laatste hand gelegd aan de door het Parlement aangenomen teksten Wordt een tekst op basis van een akkoord tussen het Parlement en de Raad aangenomen, dan leggen de beide instellingen, in nauwe samenwerking en in onderling overleg, de laatste hand aan die tekst.
3.  De procedure van artikel 204 bis is van toepassing wanneer, ter waarborging van de samenhang en de kwaliteit van de tekst overeenkomstig de wensen van het Parlement, aanpassingen vereist zijn die verder gaan dan correcties van typefouten en correcties met het oog op de concordantie van alle taalversies, taalkundige juistheid en terminologische consistentie.
4.  De volgens de procedure van artikel 251 van het EG-Verdrag aangenomen tekstenhebben de vorm van een geconsolideerde. Wanneer de stemming in het Parlement niet op basis van een akkoord met de Raad heeft plaatsgevonden, dan worden in de geconsolideerde tekst alle aangenomen amendementen duidelijk aangegeven.
5.  Nadat de laatste hand is gelegd aan de aangenomen standpunten, worden deze door de Voorzitter en de secretaris-generaal ondertekend en in het Publicatieblad bekendgemaakt.
Amendement 41
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 175 – opschrift
Instelling van tijdelijke commissies
Instelling van bijzondere commissies
Het Parlement kan, op voorstel van de Conferentie van voorzitters, te allen tijde tijdelijke commissies instellen, waarvan de bevoegdheden, de samenstelling en de ambtstermijn terzelfder tijd als het besluit tot instelling ervan worden vastgesteld; de ambtstermijn is maximaal twaalf maanden, tenzij het Parlement deze termijn bij het verstrijken ervan verlengt.
Het Parlement kan, op voorstel van de Conferentie van voorzitters, te allen tijde bijzondere commissies instellen, waarvan de bevoegdheden, de samenstelling en de ambtstermijn tegelijk met het besluit tot instelling worden vastgesteld; de ambtstermijn is maximaal twaalf maanden, tenzij het Parlement deze termijn bij het verstrijken ervan verlengt.
Aangezien de taken, de samenstelling en het mandaat van de tijdelijke commissies tegelijkertijd met het besluit tot de instelling ervan worden vastgesteld, betekent dat dat het Parlement later niet kan besluiten hun taken te veranderen, ongeacht de vraag of deze worden beperkt of uitgebreid.
Daar de bevoegdheden, de samenstelling en de ambtstermijn van de bijzondere commissies tegelijk met het besluit tot instelling worden vastgesteld, betekent dat dat het Parlement later niet kan besluiten tot wijziging, inperking of uitbreiding van die bevoegdheden.
Amendement 42
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 177 – lid 1 – interpretatie (nieuw)
Voor de getalsverhouding tussen de fracties mag niet van het dichtstbijzijnde in aanmerking komende gehele getal worden afgeweken. Indien een fractie afziet van lidmaatschap van een bepaalde commissie, blijven de betrokken zetels vacant en wordt het ledental van de commissie dienovereenkomstig verlaagd. Ruilen van commissielidmaatschappen tussen fracties is niet toegestaan.
Amendement 43
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 179 – lid 2
2.  Ingeval een vaste commissie zich onbevoegd verklaart een vraagstuk te behandelen, of in geval van een competentieconflict tussen twee of meer vaste commissies, wordt de competentiekwestie binnen vier werkweken na de kennisgeving van de verwijzing ter plenaire vergadering bij de Conferentie van voorzitters aanhangig gemaakt. De Conferentie van commissievoorzitters wordt hiervan in kennis gesteld. Zij kan de Conferentie van voorzitters een aanbeveling doen. De Conferentie van voorzitters neemt binnen zes werkweken na de aanhangigmaking een besluit. Zo niet, dan wordt de competentiekwestie ter fine van een besluit op de agenda van de eerstvolgende vergaderperiode geplaatst.
2.  Ingeval een vaste commissie zich onbevoegd verklaart een vraagstuk te behandelen, of in geval van een competentieconflict tussen twee of meer vaste commissies, wordt de competentiekwestie binnen vier werkweken na de kennisgeving van de verwijzing ter plenaire vergadering aan de Conferentie van voorzitters voorgelegd. De Conferentie van voorzitters neemt binnen zes werkweken een besluit aan de hand van een aanbeveling van de Conferentie van commissievoorzitters, dan wel, bij ontstentenis van een aanbeveling van de voorzitter ervan. Indien de Conferentie van voorzitters binnen deze termijn geen besluit heeft genomen, wordt de aanbeveling geacht te zijn goedgekeurd.
Amendement 44
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 179 – lid 2 – interpretatie (nieuw)
Commissievoorzitters kunnen in onderlinge overeenstemming een onderwerp naar een bepaalde commissie verwijzen, eventueel onder voorbehoud van toestemming voor een procedure met medeverantwoordelijke commissies overeenkomstig artikel 47.
Amendement 45
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 182 bis (nieuw)
Artikel 182 bis
Commissiecoördinatoren en schaduwrapporteurs
1.  De fracties kunnen een van hun leden als coördinator aanwijzen.
2.  De coördinatoren worden zo nodig door de voorzitter van de commissie bijeengeroepen ter voorbereiding van door de commissie te nemen besluiten, met name inzake de te volgen procedure en de benoeming van rapporteurs. De commissie kan de bevoegdheid tot het nemen van bepaalde besluiten, uitgezonderd besluiten tot goedkeuring van verslagen, adviezen en amendementen, aan de coördinatoren delegeren. De ondervoorzitters kunnen worden uitgenodigd om als raadgevers aan het coördinatorenberaad deel te nemen. De coördinatoren trachten tot overeenstemming te komen. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt, kunnen zij slechts een besluit nemen met een meerderheid die, gezien de ledentallen van de fracties, duidelijk een ruime meerderheid van de commissie vertegenwoordigt.
3.  De fracties kunnen voor elk verslag een schaduwrapporteur aanwijzen om de voortgang bij de opstelling van het verslag te volgen en namens de fractie tot compromissen te komen. Hun namen worden aan de voorzitter medegedeeld. De commissie kan op voorstel van de coördinatoren besluiten de schaduwrapporteurs bij het overleg te betrekken om in medebeslissingsprocedures tot overeenstemming met de Raad te komen.
Amendement 46
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 184
De notulen van iedere commissievergadering worden rondgedeeld aan alle commissieleden; zij worden de commissie tijdens haar eerstvolgende vergadering ter goedkeuring voorgelegd.
De notulen van iedere commissievergadering worden aan alle commissieleden rondgedeeld en ter goedkeuring aan de commissie voorgelegd.
Amendement 47
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 186
Het bepaalde in de artikelen 11, 12, 13, 16, 17, 140, 141, 143, lid 1, 146, 148, 150 tot en met 153, 155, 157, lid 1, 158, 159, 161, 162, 164 tot en met 167, 170 en 171 is mutatis mutandis van toepassing op de commissievergaderingen.
Het bepaalde in de artikelen 11, 12, 13, 16, 17, 34 tot en met 41, 140, 141, 143, lid 1, 146, 148, 150 tot en met 153, 155, 157, lid 1, 158, 159, 161, 162, 164 tot en met 167, 170 en 171 is mutatis mutandis van toepassing op de commissievergaderingen.
Amendement 48
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 188 – lid 6 bis (nieuw)
6 bis.  De voorzitter van een delegatie krijgt de gelegenheid in een commissie het woord te voeren wanneer er een onderwerp aan de orde is dat onder de bevoegdheid van de delegatie valt. Hetzelfde geldt bij vergaderingen van delegaties voor de voorzitter of rapporteur van die commissie.
Amendement 49
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 192 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.  Indien het verslag met name betrekking heeft op de toepassing of interpretatie van het recht van de Europese Unie of op voorstellen tot wijziging van bestaande wetgeving, wordt de ter zake bevoegde commmissie overeenkomstig artikel 46, lid 1, en artikel 47, eerste en tweede streepje, als medeverantwoordelijke commissie aangewezen. De bevoegde commissie aanvaardt zonder te stemmen suggesties van de ter zake bevoegde commissie voor onderdelen van de ontwerpresolutie die betrekking hebben op de toepassing of interpretatie van het recht van de Europese Unie of op wijzigingen in bestaande wetgeving. Wanneer de bevoegde commissie dergelijke suggesties niet aanvaardt, kan de medeverantwoordelijke commissie ze rechtstreeks ter plenaire vergadering indienen.
Amendement 50
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 204 – letter c bis (nieuw)
(c bis) door de bevoegde organen van het Parlement goedgekeurde richtsnoeren en gedragscodes (bijlagen XVI bis, XVI ter en XVI sexies).
Juridische mededeling - Privacybeleid