Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2898(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0608/2010

Debatten :

PV 10/11/2010 - 14
CRE 10/11/2010 - 14

Stemmingen :

PV 11/11/2010 - 8.6
CRE 11/11/2010 - 8.6
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0396

Aangenomen teksten
PDF 235kWORD 66k
Donderdag 11 november 2010 - Brussel
Komende EU-VS top en Transatlantische Economische Raad
P7_TA(2010)0396RC-B7-0608/2010

Resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2010 over de aanstaande topontmoeting EU-VS en de Trans-Atlantische Economische Raad

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn resolutie van 26 maart 2009 over de stand van de trans-Atlantische betrekkingen in de nasleep van de VS-verkiezingen(1),

–  onder verwijzing naar zijn resoluties over de Trans-Atlantische Economische Raad en zijn resolutie van 22 oktober 2009 over de aanstaande topontmoeting EU-VS en de vergadering van de Trans-Atlantische Economische Raad(2),

–  gezien de resultaten van de topontmoeting EU-VS van 3 november 2009 in Washington,

–  gezien het voortgangsverslag dat tijdens de vierde bijeenkomst van de Trans-Atlantische Economische Raad (TEC) op 27 oktober 2009 is aangenomen, de gezamenlijke verklaring die tijdens de bijeenkomst van de trans-Atlantische wetgeversdialoog (TLD) is aangenomen, en de bijeenkomsten van 4 t/m 9 december 2009 in New York en 4 t/m 6 juni 2010 in Madrid,

–  gezien de gezamenlijke verklaring EU-VS van 28 oktober 2009 over nauwere trans-Atlantische samenwerking op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid,

–  gezien de gezamenlijke verklaring EU-VS van 3 juni 2010 over terrorismebestrijding,

  gezien de conclusies van de G20-topbijeenkomsten van 26-27 juni 2010 in Toronto en 21-23 oktober 2010 in Seoul,

–  gezien de plenaire vergadering van de VN op hoog niveau over de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling op 20-22 september 2010 en de conclusies daarvan,

–  gelet op artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de trans-Atlantische relatie uniek en veelomvattend is en een wederzijdse verbintenis inhoudt om de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten te verdedigen, terrorisme te bestrijden en de verspreiding van massavernietigingswapens te voorkomen; overwegende dat de EU en de VS, gezien het feit dat zij gemeenschappelijke belangen en waarden hebben, naar elkaar moeten luisteren en dat het Europees Parlement bereid is naar de president en het Congres van de VS te luisteren,

B.  overwegende dat de EU en de VS wereldwijd samenwerken aan een gemeenschappelijke agenda op basis van een gemeenschappelijke geschiedenis en cultuur en gemeenschappelijke belangen en waarden, en dat de betrekkingen tussen de EU en de VS een centrale rol moeten spelen bij de aanpak van wereldwijde kwesties en nieuwe uitdagingen in het kader van het internationale recht en de bestaande multilaterale instellingen, in het bijzonder de VN, de OVSE en de NAVO,

C.  overwegende dat beide trans-Atlantische partners samen de helft van de wereldeconomie uitmaken en dat hun partnerschap van 4,28 biljoen dollar de grootste, meest geïntegreerde en langdurigste economische relatie ter wereld is en een drijvende kracht achter de wereldwijde economische welvaart; overwegende dat de kracht en de hechtheid van de trans-Atlantische relatie des te belangrijker is gezien de huidige wereldwijde financiële en economische crisis; overwegende dat in het trans-Atlantische partnerschap meer aandacht naar een gecoördineerd monetair beleid dient te gaan,

D.  overwegende dat beide partners zich ertoe hebben verbonden samen te werken om groei en werkgelegenheid in hun economieën te bevorderen, en dat het Europees Parlement blijft pleiten voor voltooiing van de trans-Atlantische markt in 2015 op basis van het beginsel van een sociale markteconomie, waarvan de totstandbrenging, naast de voltooiing van de interne markt van de EU, een centraal onderdeel zal vormen van de groei en het herstel van de wereldeconomie,

E.  overwegende dat de ontwikkelingslanden het minst hebben bijgedragen aan de gevolgen van de klimaatverandering door het optreden van de mens, maar dat zij daarvan wel de ernstigste gevolgen ondervinden; tevens overwegende dat de negatieve gevolgen van de klimaatverandering de internationale investeringen voor armoedebestrijding ondergraven en zo ook het bereiken van de millenniumdoelstellingen in gevaar brengen, eveneens wijzend op de noodzaak van verder overleg over het initiatief voor een trans-Atlantisch partnerschap voor ontwikkelingssamenwerking,

Topontmoeting EU-VS

1.  onderstreept dat het belangrijk is dat de EU en de Amerikaanse regering hun strategische dialoog, samenwerking en coördinatie uitbreiden om de wereldwijde uitdagingen en regionale conflicten het hoofd te bieden;

2.  vraagt beide partijen de eerbiediging van de democratie en de mensenrechten in de wereld als kernelement van hun beleid te bevorderen; beklemtoont de noodzaak van nauwe coördinatie bij preventieve diplomatie en crisisbeheersing; doet nogmaals een beroep op de Amerikaanse regering om toe te treden tot het statuut van Rome van het Internationaal Strafhof en dit te ratificeren; dringt andermaal aan op universele afschaffing van de doodstraf;

3.  acht het noodzakelijk dat beide partners tijdens de topontmoeting EU-VS de leiding nemen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de G20-toezeggingen;

4.  onderstreept dat het belangrijk is dat de EU en de VS samenwerken om het eens te worden over concrete resultaten die uiteindelijk moeten leiden tot een internationale overeenkomst in het kader van de VN-conferentie over klimaatverandering (COP 16) in Cancún op basis van wetenschappelijke bewijzen en met voldoende internationale steun om de beperking van de gevolgen van en de aanpassing aan de klimaatverandering in ontwikkelingslanden te financieren;

5.  is verheugd over de nieuwe benadering van de Amerikaanse regering met betrekking tot Israël en wenst dat het Europees-Amerikaanse partnerschap ten aanzien van het Israëlisch-Palestijnse conflict nieuw leven wordt ingeblazen; is verheugd over de aanvang van rechtstreekse onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit die op 2 september 2010 in Washington is aangekondigd; wijst erop dat er verdere onderhandelingen nodig zijn die binnen een overeengekomen tijdsbestek moeten leiden tot een tweestatenoplossing waarbij de staat Israël en een onafhankelijke, democratische, aaneengesloten en levensvatbare Palestijnse staat in vrede en veiligheid zij aan zij leven; onderstreept dat er een allesomvattende vrede, die van fundamenteel belang is voor de partijen in de regio en de EU, moet worden bereikt op basis van de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, de beginselen van Madrid, waaronder land voor vrede, de routekaart en de eerder door de partijen bereikte akkoorden, en benadrukt dat het Midden-Oostenkwartet actief bij het vredesproces betrokken moet zijn, waarbij het belang van het Arabische vredesinitiatief en verdere samenwerking met de Arabische partners wordt erkend; dringt er bij de Israëlische regering op aan het moratorium op de bouw van nederzettingen te verlengen; pleit voor een actievere Europese opstelling ten aanzien van Syrië en Libanon;

6.  onderstreept dat de onzekerheid over de aard van het Iraanse nucleaire programma het non-proliferatiestelsel en de stabiliteit in de regio en in de wereld in gevaar brengt; spreekt zijn teleurstelling uit over de aanhoudende weigering van Iran om volledig samen te werken met het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) door het werk van het IAEA te belemmeren, toegang tot essentiële nucleaire faciliteiten te weigeren en de aanwijzing van inspecteurs tegen te houden; dringt er bij de Iraanse leiding op aan ervoor te zorgen dat Iran zijn verplichtingen in het kader van het non-proliferatieverdrag nakomt; roept Teheran op het aanvullend protocol bij de veiligheidscontroleovereenkomst te ratificeren en uit te voeren, en vraagt de VS en de EU hun buitenlands beleid te coördineren om deze doelstelling te verwezenlijken;

7.  verzoekt om een betere samenwerking tussen de EU en de VS in Afghanistan en Pakistan om een bijdrage te leveren aan vrede en stabiliteit, democratie, mensenrechten en de ontwikkeling in de regio; onderstreept het belang van deelname van buurlanden en andere centrale actoren in de regio aan dit proces, dat in aanzienlijke mate kan bijdragen tot stabilisering van de regio;

8.  beseft weliswaar dat het uitlekken van geheime militaire documenten militair personeel in gevaar kan brengen, maar is uiterst bezorgd over de recente zware beschuldigingen dat in Irak foltering door de vingers is gezien; vraagt dat deze kwestie op de topontmoeting EU-VS aan de orde wordt gesteld met het oog op een onafhankelijk trans-Atlantisch onderzoek;

9.  vraagt de Democratische Volksrepubliek Korea met klem haar toezeggingen in het kader van de zespartijenbesprekingen na te komen en met name volledig en op controleerbare wijze af te zien van alle kernwapens en bestaande nucleaire programma's; dringt er bij de Democratische Volksrepubliek Korea op aan al haar verplichtingen op het gebied van non-proliferatie en ontwapening na te komen; staat volledig achter het zespartijenoverleg en blijft vastbesloten een bevredigende en omvattende oplossing van de betrokken kwesties te bereiken met diplomatieke middelen;

10.  verwelkomt de uitkomst van de top van april 2010 over nucleaire veiligheid, waar werd gewezen op het universele belang van het voorkomen van nucleair terrorisme en het zekerstellen van al het kwetsbare kernmateriaal in vier jaar en overeenstemming werd bereikt over een werkschema voor de verbetering en wereldwijde toepassing van bestaande overeenkomsten en programma's voor nucleaire veiligheid; steunt de initiatieven van afzonderlijke landen ter verbetering van de binnenlandse veiligheid en moedigt andere staten aan zich hierbij aan te sluiten;

11.  onderstreept het belang van de NAVO als hoeksteen van de trans-Atlantische veiligheid en dringt aan op strategische samenwerking tussen de VS en de EU-lidstaten om wereldwijde veiligheidsproblemen aan te pakken; neemt nota van het werk dat is gedaan om het eens te worden over een nieuw Strategisch Concept; is van mening dat relevante ontwikkelingen in deze bredere veiligheidsstructuur ook moeten worden behandeld in overleg met Rusland en de niet tot de EU behorende OVSE-landen; wijst op de betekenis van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid en de waarde van een sterkere Europees defensiecapaciteit voor een grotere trans-Atlantische veiligheid;

12.  stelt vast dat de EU en de VS steeds vaker met gemeenschappelijke uitdagingen worden geconfronteerd; vraagt de partners de aanzet te geven tot een overkoepelende gezamenlijke inspanning in het kader waarvan alle trans-Atlantische beleidsmaatregelen geëvalueerd en ontwikkeld worden teneinde tot één samenhangende en breed opgezette strategie te komen om deze kwesties effectief aan te pakken;

13.  onderstreept het belang van een eerlijk en democratisch referendum over de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan voor de stabiliteit van de regio; dringt er bij de EU en de VS op aan om nauw met de Soedanese autoriteiten samen te werken om te zorgen dat het referendum van januari 2011 over de toekomst van Soedan vreedzaam, eerlijk en transparant verloopt;

14.  is verheugd over de ondertekening van het nieuwe START-verdrag door de Amerikaanse president Barack Obama en de Russische president Dmitry Medvedev op 8 april 2010 in Praag, en ziet de spoedige ratificering ervan door beide partijen tegemoet;

15.  erkent dat de EU en de VS overlappende handels- en politieke belangen hebben in Latijns-Amerika, waar de EU strategische partnerschappen met Mexico en Brazilië en vrijhandelsovereenkomsten met Chili en Mexico heeft gesloten en over een vrijhandelsovereenkomst onderhandelt met Colombia;

Vergadering en versterking van de Trans-Atlantische Economische Raad (TEC)

16.  is ervan overtuigd dat de TEC het meest geschikte mechanisme is om de trans-Atlantische economische betrekkingen te beheren; dringt er bij de partners op aan alle mogelijkheden van de TEC te benutten om de bestaande belemmeringen voor economische integratie uit de weg te ruimen en tegen 2015 een trans-Atlantische markt tot stand te brengen op basis van het beginsel van een sociale markteconomie, hetgeen een positieve reactie op de huidige economische en sociale crisis zal vormen;

17.  dringt erop aan de TEC een meer strategische invulling te geven, zodat de wensen van alle partijen aan bod komen; herhaalt zijn verzoek om tijdige verzending van tijdschema's voor TEC-vergaderingen, agenda's, routekaarten en voortgangsverslagen, waarover de belanghebbenden lang genoeg vóór de vergaderingen moeten kunnen beschikken en die vervolgens met het oog op een grotere transparantie openbaar moeten worden gemaakt;

18.  verwelkomt het feit dat de TEC wordt geadviseerd door een reeks belanghebbende partijen, zoals vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, en verzoekt een vergelijkbare rol toe te kennen aan vertegenwoordigers van de vakbeweging aan weerszijden van de Atlantische Oceaan, zodat de sociale dimensie volledig bij de zaken wordt betrokken; dringt erop aan dat de voorzitters van de trans-Atlantische werknemersdialoog en de trans-Atlantische energiedialoog in de adviesgroep worden opgenomen;

19.  verzoekt de Commissie met het oog op de aanstaande TEC-bijeenkomst door te gaan met de officiële vaststelling van procedures voor de wederzijdse erkenning van conformiteitsverklaringen voor producten die aan verplichte tests door derden onderworpen zijn, en met name ICT- en elektrische apparatuur; vraagt de Commissie aan te dringen op de wederzijdse erkenning van wettelijke meeteenheden, en met name de aanvaarding in de VS van EU-producten waarop uitsluitend metrieke eenheden zijn vermeld, met de Amerikaanse autoriteiten over standaardisatie te spreken, rondetafelgesprekken over normen te organiseren waarbij op vernieuwende oplossingen wordt gefocust, en te zorgen voor internationale coördinatie; is van mening dat het partnerschap voor innovatieactie verder moet kijken dan de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten en een strategische dialoog moet voeren over het mededingingsbeleid, technologieoverdracht en convergentie van normen;

20.  acht het van het grootste belang in de TEC overleg te plegen over nieuwe voedingsproducten en het gebruik van nieuwe technologie bij de productie van voedsel; wijst met nadruk op de verontrusting over klonen in de veeteelt;

21.  vraagt dat er, wanneer wetgeving met trans-Atlantische gevolgen wordt overwogen, in de TEC wordt samengewerkt in alle aangelegenheden die van invloed zijn op het regelgevingsklimaat voor het bedrijfsleven en met name het MKB, en de aanpak wordt gevolgd van de Small Businees Act van de EU – „eerst klein denken”;

22.  is verheugd over de ondertekening in juni 2010 van de tweede fase van de luchtvaartovereenkomst tussen de EU en de VS („Open Skies”), een hoeksteen van een doeltreffende samenwerking, en over de sluiting van de meest recente overeenkomst van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) op 8 oktober 2010, die een belangrijke stap voorwaarts betekent voor de trans-Atlantische luchtvaartmarkt; verzoekt de Amerikaanse autoriteiten en de Commissie echter te streven naar een grotere vrijheid op het gebied van investeringen in en eigendom van luchtvaartmaatschappijen aan weerszijden van de Atlantische Oceaan;

23.  merkt op dat de EU en de VS als „s werelds grootste producenten, exporteurs en importeurs van landbouwproducten met vergelijkbare uitdagingen worden geconfronteerd en een belangrijke rol spelen bij het waarborgen van voedselzekerheid in de wereld; dringt aan op meer samenwerking tussen het Europees Parlement en het Amerikaanse Congres in het parallel verlopende proces van hervorming van het landbouwbeleid van beide landen;

24.  onderstreept dat het belangrijk is de TEC ook te gebruiken als kader voor macro-economische samenwerking tussen de partners, met verwijzing naar hun nooit eerder geziene samenwerking tijdens de crisis, en moedigt de bevoegde monetaire instellingen aan hun coördinatie te versterken, met name op het gebied van toezicht en preventie van systeemrisico's; erkent de belangrijke rol die de EU en de VS spelen in de mondiale financiële instellingen, waaronder het IMF, de Wereldbank en de Bank voor Internationale Betalingen;

De rol van de trans-Atlantische wetgeversdialoog (TLD) in de TEC

25.  vraagt de leiders van de EU en de VS en de covoorzitters van de TEC nogmaals rekening te houden met de essentiële rol van de wetgevende macht om de TEC tot een succes te maken; dringt erop aan dat zij de vertegenwoordigers van de TLD ten volle en rechtstreeks bij de TEC betrekken, aangezien de parlementsleden de verantwoordelijkheid voor vaststelling van en controle op tal van TEC-besluiten delen met de overeenkomstige uitvoerende instanties;

26.  acht het van essentieel belang dat vooraanstaande leden van het Congres en het Europees Parlement aan de TLD en het TEC-proces deelnemen om te voorkomen dat de wetgeving onbedoelde gevolgen heeft voor de trans-Atlantische handel en investeringen; hoopt dat de nieuwe overeenkomst de huidige TLD opwaardeert tot een trans-Atlantische interparlementaire assemblee, overeenkomstig de aanbevelingen die het Europees Parlement in bovengenoemde resolutie van 26 maart 2009 heeft geformuleerd;

Bilaterale en internationale handel

27.  is vastbesloten de wetgevende macht van de VS te blijven verzoeken de verplichte doorlichting van alle containers te heroverwegen, en vraagt de Commissie dit in het kader van de TEC eveneens te doen; is voornemens met de VS een samenwerking op basis van risicobeheer te ontwikkelen, met wederzijdse erkenning van programma's voor handelssamenwerking van de EU en de VS, overeenkomstig de SAFE-normen van de Werelddouaneorganisatie;

28.  wijst op de dringende noodzaak om de Doha-ontwikkelingsronde zo spoedig mogelijk af te ronden; pleit voor een gezamenlijke aanpak met opkomende economieën als die van China, India en Brazilië bij de ontwikkeling van multilaterale handelsregels en onderhandelingen;

29.  is ervan overtuigd dat de TEC een belangrijke rol kan spelen bij het stimuleren van een gezamenlijke aanpak van de EU en de VS in hun handelsbetrekkingen met derde landen, waarbij ook de markttoegang aan de orde moet komen;

Ontwikkelingssamenwerking

30.  herinnert eraan dat de internationale toezeggingen aangaande de millenniumdoelstellingen, waarvan er veel achterlopen op het schema, slechts kunnen worden ingelost als de industrielanden hun beloften nakomen en in 2015 0,7% van hun BBP aan officiële ontwikkelingshulp besteden; roept daarom de EU, de VS en de andere internationale donoren op om hun beloften na te komen en maatregelen te treffen om sneller voortgang te maken met de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen tegen 2015;

Economische en financiële crises

31.  herinnert eraan dat de Bazel-II-overeenkomst en de komende herziening daarvan als wereldwijde norm bedoeld zijn, en dringt er bij de VS op aan Bazel II snel ten uitvoer te leggen; vindt het daarom uitermate zorgwekkend dat de beperkingen die in reactie op de crisis in verschillende nationale wetgevingen zijn vastgelegd (met name de Amerikaanse Wall Street Reform and Consumer Protection Act, die de erkenning van externe ratings beperkt) zouden kunnen leiden tot een ernstige versnippering van de toepassing van deze internationale norm; merkt voorts op dat samenhangende wereldwijde boekhoudregels essentieel zijn voor een level playing field en vraagt de VS de International Financial Reporting Standards (IFRS) toe te passen;

32.  merkt op dat de crisis de ergste wereldwijde recessie sinds de Grote Depressie was en dat regeringen in de hele wereld, en met name in de EU en de VS, in reactie op de crisis op nooit eerder geziene wijze hebben samengewerkt om de financiële markten en instellingen te hervormen; verzoekt de deelnemers aan de Dialoog tussen de EU en de VS over regulering van de financiële markten (FMRD), die de coördinatie van de benaderingen van de regelgevers dient, hiaten vast te stellen en naar een betere convergentie toe te werken;

33.  is van mening dat de economische en financiële bestuursstructuren zoals die bij het begin van de crisis bestonden, zowel op mondiaal niveau als in de VS of de EU, het wereldwijde financiële systeem onvoldoende stabiliteit hebben verleend; meent dat de samenwerking op het vlak van het macro-economisch beleid en het toezicht op de belangrijkste economieën moet worden versterkt nu de economische en financiële markten steeds meer onderling afhankelijk worden; erkent voorts dat de EU de kwestie van haar vertegenwoordiging in het Internationaal Monetair Fonds moet aanpakken;

34.  vraagt de EU en de VS met China samen te werken aan de beslechting van het wereldwijde geschil over wisselkoersen, zonder protectionistische of retorsiemaatregelen te nemen; meent dat de EU-lidstaten andere marktpressies ondervinden dan de VS, met name met betrekking tot overheidsobligaties en het bestaan van een monetaire unie; roept de VS ertoe op om bij de tenuitvoerlegging van zijn intern monetair beleid het probleem van het globale evenwicht van de wisselkoersen niet te vergroten;

35.  stelt vast dat de Frank-Dodd Bill en het programma voor hervorming van de regelgeving in de EU in het verlengde liggen van initiatieven van de G20, en vindt het belangrijk dat deze samenwerking gedurende het hele regelgevingsproces wordt voortgezet; merkt op dat dit met name evident is in het geval van wetgeving betreffende markten voor OTC-derivaten; onderstreept dat veel van de onderlinge verschillen het gevolg zijn van verschillen in de aard van de wetgeving en de rol van de toezichthouders in de regelgeving;

Energie, milieu, vervoer, industrie, onderzoek en wetenschap

36.  is verheugd over de instelling van de Energieraad EU-VS, die een nieuw kader vormt voor het intensiveren van de trans-Atlantische dialoog over strategische energiekwesties zoals voorzieningszekerheid of beleid om op koolstofarme energiebronnen over te schakelen, terwijl de bestaande wetenschappelijke samenwerking op het gebied van energietechnologie wordt voortgezet; is verheugd over de parafering van een nieuwe Energy Star-overeenkomst tussen de EU en de VS over de coördinatie van programma's voor energie-efficiëntie-etikettering van kantoorapparatuur en samenwerking bij de ontwikkeling van energietechnologieën;

37.  moedigt de TEC aan samenwerking tot stand te brengen met het oog op een gemeenschappelijke externe energie- en grondstoffenstrategie die de diversificatie van bronnen, aanvoerroutes en infrastructuur steunt en een energie-efficiënte economie bevordert teneinde de continuïteit van de energievoorziening beter veilig te stellen en de onafhankelijkheid op energiegebied te vergroten; moedigt de TEC aan toe te werken naar convergerende duurzaamheidscriteria voor de mix van energiebronnen en meer te doen aan onderzoek en ontwikkeling, onder meer op het gebied van biobrandstoffen; meent dat een solide beleid inzake grondstoffen en zeldzame aardmetalen van wezenlijk belang is om voor dergelijke grondstoffen minder afhankelijk van het buitenland te zijn;

38.  onderstreept dat de klimaatverandering een wereldwijde uitdaging is waarvoor geen pasklare politieke en technologische oplossing bestaat, maar dat een combinatie van bestaande mogelijkheden en een drastische toename van de efficiëntie in alle sectoren van de economie en de samenleving in de ontwikkelde landen en de ontwikkelingslanden het probleem van hulpbronnen en distributie kunnen helpen oplossen en de weg naar een derde industriële revolutie kunnen effenen;

39.  verzoekt het voorzitterschap van de EU tijdens de komende top in Cancún te streven naar ambitieuze toezeggingen van de VS en samenwerking van de kant van de VS bij de bevordering van koppelingen tussen het emissiehandelssysteem van de EU en regionale of federale emissiehandelprogramma's in de VS; wijst er in dit verband op dat het belangrijk is in alle opkomende emissiehandelmarkten voor gemeenschappelijke normen en benchmarks te zorgen om te voorkomen dat de regelgeving deze opkomende markt onnodig belemmert;

40.  verzoekt de VS volledige en doelmatige tenuitvoerlegging mogelijk te maken van de eerste fase van de luchtvaartovereenkomst tussen de EU en de VS, alsook van de overeenkomst tussen de EU en de VS inzake de veiligheid van de luchtvaart; wijst de Commissie en de Amerikaanse autoriteiten er nogmaals op dat sommige lidstaten de overeenkomst over de eerste fase wellicht zullen opzeggen als er geen overeenkomst over de tweede fase wordt gesloten;

41.  vraagt de TEC samenwerking op onderzoeksgebied aan te moedigen om de mogelijkheden van de onlangs uitgebreide overeenkomst inzake wetenschap en technologie tussen de EU en de VS beter te benutten, met name door een gecoördineerde aanpak op gebieden die van gemeenschappelijk strategisch belang zijn en meer samenwerking op het gebied van energieonderzoek;

Intellectuele eigendom en consumentenbescherming

42.  onderstreept het belang van nauwe trans-Atlantische samenwerking bij de digitale agenda, zoals de digitale markt, internetvrijheid in de wereld, neutraliteit van het internet, het recht op privacy, gemeenschappelijke normen, transparantie en eerbiediging van de rechtsstaat met betrekking tot ACTA;

43.  acht het van essentieel belang dat de EU en de VS een gezamenlijke actiestrategie voor de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten ontwikkelen om de snel groeiende wereldwijde handel in nagemaakte en illegaal gekopieerde goederen te bestrijden; vraagt dat er een trans-Atlantische taskforce ter bestrijding van namaak wordt opgericht als hoogst noodzakelijk teken van politieke vastberadenheid om illegale activiteiten die het concurrentievermogen van innoverende en creatieve bedrijven aantasten, aan te pakken met eerbiediging van de burgerlijke vrijheden, de vrijheid van meningsuiting, de persoonlijke levenssfeer en een eerlijke rechtsgang;

Justitiële en politiële samenwerking, visa

44.  staat erop dat de EU als één blok over toelating tot het visumvrijstellingsprogramma van de VS onderhandelt opdat de vier lidstaten die nog niet onder dit programma vallen (Bulgarije, Cyprus, Polen en Roemenië) geen bilaterale overeenkomsten met de VS sluiten om de visumvrije status te verkrijgen; herhaalt dat de Commissie de VS er op politiek en technisch niveau op moet blijven wijzen hoe belangrijk de EU het vindt dat de vier resterende EU-lidstaten zo spoedig mogelijk tot het visumvrijstellingsprogramma worden toegelaten;

45.  onderstreept de geest van samenwerking tussen de EU en de VS bij de bestrijding van het wereldwijde terrorisme en vraagt de EU en de VS verder samen te werken om de nieuwe terrorismedreiging te beantwoorden; bevestigt nogmaals het terrorisme vastberaden te willen bestrijden en is er vast van overtuigd dat er voor gezorgd moet worden dat veiligheidsmaatregelen niet ten koste gaan van de bescherming van de burgerlijke vrijheden en grondrechten en dat het recht op privacy en gegevensbescherming optimaal wordt geëerbiedigd; bevestigt nogmaals dat noodzaak en evenredigheid grondbeginselen zijn zonder welke terrorismebestrijding nooit doeltreffend zal zijn;

46.  is verheugd dat uit de overeenkomst over de overdracht van bankgegevens tussen de EU en de VS blijkt dat de VS bereid is positief te reageren op de verzoeken inzake gegevensbescherming die het Europees Parlement in het SWIFT-verslag heeft geformuleerd;

47.  verzoekt de Raad snel in te stemmen met een ambitieus onderhandelingsmandaat voor een overeenkomst van de EU en de VS over gegevensbescherming; verzoekt de onderhandelaar van de Unie om de onderhandelingen vooruit te brengen zodat volledige bescherming van de grondrechten gewaarborgd is; steunt de aanpak van de Commissie, die wenst dat een dergelijke kaderovereenkomst van toepassing is op alle toekomstige en alle bestaande overeenkomsten van de EU of lidstaten met de VS over de overdracht en verwerking van persoonsgegevens in het kader van de justitiële en politiële samenwerking;

48.  vraagt zowel de VS als de EU de verzameling en verwerking van gegevens te beperken tot wat echt noodzakelijk is voor veiligheidsdoeleinden, teneinde de risico's voor de vrijheid en de burgerrechten zoveel mogelijk te beperken, en wenst dat verzoeken om overdracht van gegevens en andere afspraken inzake justitie en binnenlandse zaken worden behandeld in een multilateraal kader tussen de VS en de EU in plaats van bilateraal met afzonderlijke lidstaten;

49.  is zeer bezorgd over de zogenoemde Travel Promotion Act, die discriminerend is omdat hij alleen van toepassing is op reizigers die onder het visumvrijstellingsprogramma van de VS vallen, en over de gegevensbescherming omdat alleen kan worden betaald met een van de vier belangrijkste kredietkaarten, die allemaal door bedrijven in de VS worden beheerd; vraagt dat de kwestie van de vergoedingen in het kader van het elektronisch systeem van reisvergunningen (ESTA) aan de orde wordt gesteld tijdens de volgende bijeenkomst van de ministers van justitie en binnenlandse zaken van de EU en de VS in december;

50.  roept in het licht van de recente ontwikkelingen aan beide kanten van de Atlantische Oceaan, die harmonieuze, diverse samenlevingen voor uitdagingen stellen, op tot een open dialoog tussen onze regeringen en samenlevingen over hoe wij allen kunnen streven naar meer tolerantie en respect voor diversiteit in onze respectieve gemeenschappen in de context van universeel respect voor de fundamentele mensenrechten;

o
o   o

51.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, het Congres van de Verenigde Staten, de covoorzitters van de trans-Atlantische wetgeversdialoog en de covoorzitters en het secretariaat van de Trans-Atlantische Economische Raad.

(1) Aangenomen teksten, P6_TA(2009)0193.
(2) Aangenomen teksten, P7_TA(2009)0058.

Juridische mededeling - Privacybeleid