Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/2685(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0330/2011

Debatten :

PV 12/05/2011 - 16.2
PV 12/05/2011 - 17.2
CRE 12/05/2011 - 16.2

Stemmingen :

PV 12/05/2011 - 17.2

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0243

Aangenomen teksten
PDF 121kWORD 45k
Donderdag 12 mei 2011 - Straatsburg
Azerbeidzjan
P7_TA(2011)0243RC-B7-0330/2011

Resolutie van het Europees Parlement van 12 mei 2011 over Azerbeidzjan

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Azerbeidzjan, met name die van 17 december 2009(1),

–  gezien zijn resoluties van 20 mei 2010 inzake de noodzaak van een EU-strategie voor de zuidelijke Kaukasus(2), van 7 april 2011 over de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid – de oostelijke dimensie(3) en van 20 januari 2011 over een EU-strategie voor het Zwarte-Zeegebied(4),

–  gezien de verklaring van de woordvoerder van de commissaris voor Uitbreiding en nabuurschapsbeleid van 18 april 2011 en de verklaring van het kantoor van de EU-delegatie in Bakoe van 10 maart 2011,

–  gezien de conclusies van de ministers van Buitenlandse Zaken over het oostelijk partnerschap op hun vergadering van 13 december 2010,

–  gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EG en Azerbeidzjan, die op 1 juli 1999 in werking is getreden,

–  gezien de verklaringen van de OVSE-vertegenwoordiger voor vrijheid van de media van 10 maart 2011 en van 28 maart 2011 over de aanval op journalisten,

–  gezien het verslag van de verkiezingswaarnemingsmissie van het ODIHR over de parlementsverkiezingen van 7 november 2010,

–  gezien artikel 122, lid 5, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat Azerbeidzjan actief deelneemt aan het Europees nabuurschapsbeleid en het Oostelijk Partnerschap, een oprichtend lid van Euronest is en dus de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat moet eerbiedigen, die tot de kernwaarden van deze initiatieven behoren,

B.  overwegende dat op 15 juli 2010 onderhandelingen zijn opgestart over de associatieovereenkomst EU-Azerbeidzjan op basis van gezamenlijke verbintenissen op het vlak van een aantal gedeelde waarden, die een brede waaier aan gebieden bestrijken, met inbegrip van politieke dialoog, recht, vrijheid en veiligheid, alsook handel en samenwerking op het vlak van op sectoren gerichte beleidsplannen,

C.  overwegende dat, hoewel de parlementsverkiezingen van 7 november 2010 in de Republiek Azerbeidzjan volgens de gezamenlijke verklaring van de verkiezingswaarnemingsmissie die is samengesteld uit de Parlementaire Assemblee van de OVSE, de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa en het Europees Parlement in een vredevolle sfeer verliepen en alle oppositiepartijen aan het politieke proces hebben deelgenomen, het algemene verloop van deze verkiezingen niet volstond om een betekenisvolle vooruitgang te betekenen voor de democratische ontwikkeling van het land,

D.  overwegende dat de vrijheid van meningsuiting en vergadering in ernstige mate wordt beperkt in Azerbeidzjan naar aanleiding van de vredevolle protesten tegen de regering op 11 maart en 2 april 2011; overwegende dat dit gepaard gaat met arrestaties, pesterijen en intimidatie van activisten uit het maatschappelijk middenveld, mediaprofessionals en politici van de oppositie,

E.  overwegende dat de gevallen van de activisten Jabbar Savalan en Bakhtiyar Hajiev bijzonder zorgwekkend zijn; overwegende dat de heer Savalan, een lid van de jongerenafdeling van de Azerbeidzjaanse Volksfrontpartij, en de heer Hajiyev, een activist en een voormalig parlementskandidaat, naar verluid werden geviseerd omdat ze een beroep hadden gedaan op Facebook om op te roepen tot betogingen tegen de regering; overwegende dat de heer Savalan werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van tweeënhalf jaar voor vermeend drugsbezit; overwegende dat de heer Hajiev op 4 maart werd gearresteerd nadat hij via Facebook had opgeroepen om te betogen tegen de regering, en nu aankijkt tegen een gevangenisstraf van twee jaar omdat hij de militaire dienst zou hebben ontlopen; overwegende dat er ernstige twijfels bestaan over de vraag of de processen van de heer Savalan en de heer Hajiyev eerlijk zijn verlopen,

F.  overwegende dat Azerbeidzjaanse rechtbanken medio maart ten minste 30 personen die hebben deelgenomen aan de vredevolle protesten hebben veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf tot acht dagen in het kader van nachtelijke processen die niet toegankelijk waren voor het publiek; overwegende dat de meeste beklaagden geen toegang hadden tot de verdediging van hun keuze; overwegende dat de politie weigerde de gedetineerden hun advocaten te laten contacteren en overwegende dat de advocaten van sommige van de beklaagden niet wisten wanneer of waar de processen zouden plaatsvinden,

G.  overwegende dat op 2 april 2011 ongeveer 200 activisten werden gearresteerd, waaronder de leider van de jeugdbeweging van de Musavat-Partij, Tural Abbasli,

H.  overwegende dat het Human Rights House Azerbeidzjan, dat lid is van het International Human Rights House Network, en dat in mei 2007 in Azerbeidzjan werd geregistreerd, gesloten werd door de autoriteiten naar aanleiding van een op 10 maart 2011 uitgevaardigd bevel van het Ministerie van Justitie; overwegende dat het Ministerie de sluiting heeft gerechtvaardigd door te verwijzen naar een overtreding van de Azerbeidzjaanse wet inzake niet-gouvernementele organisaties door de organisatie in kwestie,

I.  overwegende dat het Europees Hof voor de rechten van de mens de Republiek Azerbeidzjan heeft opgedragen de opgesloten journalist Eynulla Fatullayev vrij te laten uit de gevangenis en hem een morele schadevergoeding van 25 000 EUR te betalen,

J.  overwegende dat Azerbeidzjan lid is van de Raad van Europa en partij bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM), alsook bij een aantal andere internationale mensenrechtenverdragen, zoals het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten,

1.  is ten zeerste bezorgd over het meer en meer voorkomen van incidenten die gepaard gaan met lastigvallen van en aanvallen en geweld tegen journalisten en activisten afkomstig uit het maatschappelijk middenveld en actief op sociale netwerken in Azerbeidzjan;

2.  betreurt ten zeerste de intimidatie, arrestatie, vervolging en veroordeling van onafhankelijke journalisten en politieke activisten op grond van verschillende strafrechtelijke aanklachten;

3.  betreurt de arrestatie van ongeveer 200 personen voorafgaand aan en tijdens de protesten tegen de regering op 2 april 2011 in Bakoe; roept de autoriteiten van Azerbeidzjan op vredevolle protesten toe te laten en de vrijheid van vergadering te eerbiedigen, aangezien dit hoekstenen van een open en democratische samenleving zijn; betreurt het fysieke geweld dat wordt gebruikt tegen betogers;

4.  roept de autoriteiten van Azerbeidzjan op alle oppositieleden, jonge activisten en bloggers die nog steeds worden vastgehouden na de vreedzame demonstraties van 11 maart en 2 en 17 april 2011 vrij te laten, en eveneens te zorgen voor de vrijlating van de heer Savalan en de heer Hajiyev en de aanklachten tegen hen te laten vallen; roept de regering van Azerbeidzjan op de internationale verdragen die het land heeft geratificeerd na te leven door de vrijheid van meningsuiting te eerbiedigen;

5.  dringt er bij de autoriteiten op aan ervoor te zorgen dat alle noodzakelijke voorwaarden zijn vervuld om toe te laten dat de media, met inbegrip van de oppositiemedia, kunnen functioneren, zodat journalisten op een vrije manier hun werk kunnen doen en verslag kunnen uitbrengen zonder enige vorm van druk, en bijzondere aandacht te besteden aan de veiligheid van journalisten; herinnert in deze context aan de belofte die President Ilham Aliyev in 2005 heeft uitgesproken, namelijk dat de rechten van elke journalist door de staat worden beschermd en behoed;

6.  uit zijn bezorgdheid over bedreigingen in de gevangenis tegen krantenredacteur Eynulla Fatullayev, de achteruitgang van zijn gezondheidstoestand en de ontzegging van toegang tot medische zorgverlening, en verzoekt om zijn onmiddellijke vrijlating;

7.  is bezorgd over de achteruitgang van de mensenrechtensituatie in de Republiek Azerbeidzjan; roept de autoriteiten van Azerbeidzjan op de fundamentele vrijheden die zijn verankerd in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en andere internationale verdragen waarbij de Republiek Azerbeidzjan partij is te vrijwaren en de toezeggingen in het kader van de OVSE en de Raad van Europa te eerbiedigen;

8.  betreurt de recente schriftelijke waarschuwingen met betrekking tot de „beëindiging van activiteiten” die het Azerbeidzjaanse Ministerie van Justitie heeft gezonden naar het Nationaal Democratisch Instituut en het Human Rights House Network en dringt er in dit opzicht bij de Azerbeidzjaanse autoriteiten op aan deze laatste organisatie toe te laten haar activiteiten in het land voort te zetten zonder verdere belemmeringen;

9.  roept de Azerbeidzjaanse autoriteiten op een dialoog te onderhouden met leden van organisaties van het maatschappelijk middenveld en al het mogelijke te doen om individuen toe te laten zich op een vrije manier in te zetten voor vredevolle, democratische activiteiten en activisten toe te laten zich vrijelijk te organiseren zonder inmenging van de regering;

10.  moedigt de Azerbeidzjaanse autoriteiten aan toe te laten dat vredevolle betogingen worden gehouden op relevante locaties en dringt erop aan zich te onthouden van intimidatie van organisatoren door hen vast te houden en strafrechtelijke en andere aanklachten tegen hen aan te spannen; betreurt dat enkele jonge activisten werden uitgesloten van de Universiteit van Bakoe nadat ze examens hadden gemist terwijl ze door de politie werden vastgehouden naar aanleiding van hun politieke activiteiten;

11.  is verheugd over de recente vrijlating van de twee bloggers Adnan Hajizade en Emin Abdullayev (Milli);

12.  is van mening dat toegang tot informatie- en communicatietechnologieën, met inbegrip van vrije en ongecensureerde toegang tot internet, van essentieel belang is voor de ontwikkeling van de democratie en de rechtsstaat en een middel is om uitwisselingen en communicatie tussen Azerbeidzjanen en de EU te bevorderen;

13.  verzoekt de Azerbeidzjaanse autoriteiten de tekortkomingen die werden geïdentificeerd in het definitief verslag van de OVSE/het ODIHR over de parlementsverkiezingen aan te pakken en verwacht verdere samenwerking met de Commissie van Venetië om ervoor te zorgen dat de verkiezingswetgeving van Azerbeidzjan volledig in overeenstemming is met de internationale normen en standaarden;

14.  verzoekt om nieuwe inspanningen van Azerbeidzjan om het ENP-actieplan in het laatste loopjaar ervan volledig uit te voeren en verzoekt de Commissie Azerbeidzjan hierbij te helpen;

15.  is ingenomen met de instelling van nieuwe subcommissies van de samenwerkingscommissie EU/Azerbeidzjan, waardoor het institutioneel kader zal worden versterkt waarbinnen kan worden gesproken over recht, vrijheid en veiligheid, over eerbiediging van de mensenrechten en de democratie;

16.  is verheugd over de bijdrage van Azerbeidzjan aan het oostelijk partnerschap en de deelname van de delegatie van de Milli Majlis aan de openingszitting van de Parlementaire Vergadering Euronest;

17.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van de Commissie, de Raad, de Commissie, de president, de regering en het parlement van Azerbeidzjan en de OVSE/het ODIHR.

(1) PB C 286 E van 22.10.2010, blz. 27.
(2) Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0193.
(3) Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0153.
(4) Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0025.

Juridische mededeling - Privacybeleid