Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/2030(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0189/2011

Ingediende teksten :

A7-0189/2011

Debatten :

Stemmingen :

PV 08/06/2011 - 6.2
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0255

Aangenomen teksten
PDF 171kWORD 83k
Woensdag 8 juni 2011 - Straatsburg
De 66ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties
P7_TA(2011)0255A7-0189/2011

Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad van 8 juni 2011 betreffende de 66ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (2011/2030(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), en met name artikel 34 daarvan,

–  gezien de ontwerpaanbeveling aan de Raad, ingediend door Alexander Graf Lambsdorff namens de ALDE-Fractie, over de prioriteiten van de Europese Unie voor de 66ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (B7-0072/2011),

–  gezien zijn aanbeveling aan de Raad van 25 maart 2010 over de 65ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties(1),

–  gezien de prioriteiten van de EU voor de 65ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, door de Raad vastgesteld op 25 mei 2010(2),

–  gezien de 65ste Algemene Vergadering van de VN (AVVN), met name de daarbij aangenomen resoluties inzake „International cooperation on humanitarian assistance in the field of natural disasters, from relief to development”(3), „Situation of human rights in the Islamic Republic of Iran”(4), „Situation of human rights in the Democratic People's Republic of Korea”(5), „Promotion of a democratic and equitable international order”(6), „Promotion of peace as a vital requirement for the full enjoyment of all human rights by all”(7), „Enhancement of international cooperation in the field of human rights”(8), „Operational activities for development of the United Nations system”(9), „Role of the United Nations in promoting development in the context of globalisation and interdependence”(10), „Towards a New International Economic Order”(11), „Cooperation between the United Nations, national parliaments and the Inter-Parliamentary Union”(12), „The United Nations in global governance”(13), „Towards a nuclear-weapon-free world: accelerating the implementation of nuclear disarmament commitments”(14), „Review of the United Nations peacebuilding architecture”(15), en „Keeping the promise: united to achieve the Millennium Development Goals”(16),

–  gezien de ontwerpresolutie van 14 september 2010(17) en de resolutie van 3 mei 2011(18) van de AVVN over de deelname van de Europese Unie aan de werkzaamheden van de Verenigde Naties,

–  gezien de Toetsingsconferentie 2010 van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV), en de evaluaties van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, de Commissie voor vredesopbouw (PBC) en de Raad voor de mensenrechten (HRC),

–  gezien het rapport van de rapporteurs voor de VN over de herziening van de Vredesopbouwcommissie met de titel „Review of the United Nations peacebuilding architecture”(19),

–  gezien de nieuwe Genderentiteit van de VN (UN Entity for Gender Equality and Women's Empowerment - UN Women),

–  gezien de resolutie van de Raad voor de mensenrechten van de Verenigde Naties (UNHRC) over de bevordering van de mensenrechten en fundamentele vrijheden door een beter begrip van de traditionele waarden van de mensheid, die op 24 maart 2011 werd aangenomen, en het afwijzende standpunt van de EU over deze resolutie,

–  gezien de voorlopige lijst van punten voor de voorlopige agenda van de 66e gewone zitting van de AVVN(20),

–  gezien zijn resolutie van 10 maart 2011 over de prioriteiten van de 16de zitting van de UNHRC en de herziening in 2011(21),

–  gezien zijn resolutie van 15 december 2010 over de toekomst van het strategisch partnerschap Afrika-EU na de derde topontmoeting Afrika-EU(22),

–  gezien zijn resolutie van 25 november 2010 over de klimaatveranderingsconferentie in Cancún (COP16)(23),

–  gezien zijn resolutie van 25 november 2010 over het tienjarig bestaan van resolutie 1325 (2000) van de VN-Veiligheidsraad over vrouwen, vrede en veiligheid(24),

–  gezien zijn resolutie van 23 november 2010 over civiele en militaire samenwerking en ontwikkeling van civiele en militaire capaciteit(25),

–  gezien zijn resolutie van 9 juni 2005 over de hervorming van de Verenigde Naties(26);

–  gezien artikel 121, lid 3, en artikel 97 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A7-0189/2011),

A.  overwegende dat zich momenteel een belangrijke transformatie van de internationale orde voltrekt, die de Europese Unie uitdaagt zich actiever op te stellen in haar betrekkingen met bestaande en opkomende wereldmachten en met bilaterale en multilaterale partners, teneinde aan te sturen op effectieve oplossingen voor problemen die zowel Europese burgers als de wereld in zijn geheel treffen,

B.  overwegende dat de EU een proactieve rol zou moeten spelen in de totstandbrenging van een VN die doeltreffend kan bijdragen aan mondiale oplossingen, vrede, veiligheid, democratie en een internationale orde die gebaseerd is op de beginselen van de rechtsstaat; overwegende dat de EU er overeenkomstig artikel 21 VEU formeel toe gehouden is zich in te zetten voor een werkzaam multilateralisme met een sterke VN als kern, dat essentieel is in de aanpak van mondiale uitdagingen, zoals klimaatverandering en aantasting van het milieu, de universaliteit en ondeelbaarheid van de mensenrechten, armoedebestrijding en ontwikkeling voor iedereen, de consequenties van demografische veranderingen en migratie, en de internationale georganiseerde misdaad,

C.  overwegende dat de EU zich in deze snel veranderende wereld voor tal van uitdagingen gesteld ziet die om een gecoördineerde internationale respons vragen. overwegende dat de EU hiervoor kan terugvallen op een werkzaam multilateralisme, universele waarden voor de mensenrechten, een open wereldeconomie gebaseerd op internationaal overeengekomen transparante en rechtvaardige regels en haar unieke keuze aan instrumenten,

D.  overwegende dat het Verdrag van Lissabon nieuwe permanente structuren in het leven heeft geroepen voor de externe vertegenwoordiging van de EU, waarbij de nieuwe vertegenwoordigers van de EU taken op zich nemen die voorheen door het roulerend voorzitterschap van de EU werden uitgevoerd,

E.  overwegende dat artikel 34 VEU bepaalt dat de EU-lidstaten hun optreden in internationale organisaties en op internationale conferenties moeten coördineren en dat de lidstaten die tevens lid zijn van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VNVR) de overige lidstaten en de hoge vertegenwoordiger volledig op de hoogte moeten houden en de standpunten en belangen van de Unie moeten verdedigen; overwegende dat de lidstaten die momenteel lid zijn van de VNVR (Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Portugal en Duitsland) niet in staat zijn gebleken om in onderling overleg tot een gezamenlijk standpunt te komen omtrent militair ingrijpen in Libië, in het bijzonder bij de stemming over Resolutie 1973 van de VNVR,

F.  overwegende dat artikel 47 VEU de Unie rechtspersoonlijkheid verleent, hetgeen internationaalrechtelijke rechten en plichten met zich brengt; overwegende dat de EU de doelstellingen en beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties onderschrijft, respectievelijk eerbiedigt; overwegende dat het Verdrag van Lissabon als geheel de Unie in staat stelt om een internationale rol op zich te nemen die aansluit bij haar prominente economische positie en haar ambities, en om haar taak te vervullen als wereldspeler, zoals omschreven in de Europese Veiligheidsstrategie van 2003, die in staat is mede de verantwoordelijkheid te dragen voor de wereldwijde veiligheid en op een eensgezindere wijze het voortouw te nemen in het formuleren van multilateraal overeen te komen antwoorden op gemeenschappelijke uitdagingen; overwegende dat de Unie haar strategische belangen en doelstellingen duidelijk moet vastleggen om effectief te kunnen optreden,

G.  overwegende dat wereldwijde partnerschappen het mogelijk maken dat gezamenlijk vastgestelde doelen worden bereikt; overwegende dat de EU de grootste donor is op het gebied van ontwikkelingshulp en tevens een belangrijke partner van de VN is bij alle inspanningen die deze organisatie in het kader van haar drie pijlers verricht, onder meer tijdens of na crisissituaties, en dat de lidstaten voor meer dan 38% bijdragen aan de gewone begroting van de VN; overwegende dat een solide en stabiel partnerschap tussen de EU en de VN voor de activiteiten van de Verenigde Naties, alsmede voor de rol van de EU als wereldspeler, van fundamenteel belang is,

H.  overwegende dat de oprichting van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) in aanzienlijke mate zou moeten bijdragen aan de voortzetting van de uitvoering van de resoluties 1325 en 1820 van de VNVR en de vervolgresoluties daarop, zowel vanwege de interne structuur als door het extern optreden en beleid van deze dienst,

I.  overwegende dat de AVVN op 1 maart 2011 op aanbeveling van de UNHRC gestemd heeft voor schorsing van Libië als lid van de UNHRC,

J.  overwegende dat de vastberadener inspanningen ter bestrijding van het terrorisme in de wereld maken dat er meer aandacht moet worden besteed aan veiligheidskwesties, waarbij evenwel de mensenrechten en de fundamentele vrijheden moeten worden geëerbiedigd,

1.  beveelt de Raad aan om:

o
o   o

  

De rol van de Europese Unie binnen de Verenigde Naties

   (a) effectief multilateralisme te bevorderen als doorslaggevende strategische prioriteit voor de Unie en te zorgen voor meer samenhang en een grotere zichtbaarheid van de EU als wereldspeler binnen de VN, onder andere door het intern overleg binnen de EU over VN-kwesties beter te coördineren en zich meer te richten op breder overleg over een uiteenlopend aantal onderwerpen; de vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger (VV/HV) te machtigen tot het opstellen van richtsnoeren voor regelmatig overleg tussen de ambassadeurs van de lidstaten en de EU-ambassadeurs, en met name voor overleg tussen diegenen die op multilateraal niveau werkzaam zijn op plaatsen als Genève en New York, zodat de EU haar agenda met succes kan uitvoeren en aan de verwachtingen van de VN-leden ten aanzien van haar vermogen om op te treden kan voldoen; te zorgen voor meer samenhang, niet alleen binnen het VN-systeem, maar ook tussen de standpunten van de EU-lidstaten en kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten, teneinde maximaal gebruik te maken van de mogelijkheden die het Verdrag van Lissabon biedt om de invloed van de EU te versterken door op gecoördineerde en strategische wijze gebruik te maken van de diverse en verschillende contactpunten (van de EU en de lidstaten); ervoor te zorgen dat de EU tijdig kan onderhandelen met andere regionale groepen; ervoor te zorgen dat de EU-vertegenwoordigers met een passend mandaat zijn toegerust om effectief namens de lidstaten te kunnen onderhandelen,
   (b) ten volle gebruik te maken van de bepalingen in resolutie 65/276 van de AVVN over de deelname van de EU aan de werkzaamheden van de Verenigde Naties, waarin de nodige maatregelen getroffen worden om ervoor te zorgen dat de EU doeltreffend kan deelnemen aan de werkzaamheden van de AVVN; zijn toezegging de VN in het buitenlands beleid van de EU centraal te stellen nogmaals te bevestigen en zijn standpunt te herhalen dat daadwerkelijke deelname aan de werkzaamheden van de VN niet alleen een strategische prioriteit van de EU is, maar ook strookt met de doelstellingen van de VN, en in die zin met de belangen van alle VN-leden; de coördinatie tussen de EU-lidstaten in de VNVR te verbeteren en lidstaten die tevens lid zijn van de VNVR aan te sporen om, als de Unie een gemeenschappelijk standpunt heeft bepaald, het verzoek te doen dat de VV/HV wordt uitgenodigd om het standpunt van de Unie in de VNVR uiteen te zetten, een en ander in overeenstemming met artikel 34, lid 2, VEU,
   (c) te streven naar betere prioritisering en betere kanalen voor informatieoverdracht tussen Brussel en de EU-delegatie in New York, inclusief nauwere samenwerking met het Politiek en Veiligheidscomité en een duidelijker en beter gestructureerd mechanisme voor de ondersteuning door de EU-instellingen in Brussel,
   (d) aansluiting te zoeken bij de strategische partners binnen het VN-bestel; voorts de strategische partnerschappen van een multilaterale dimensie te voorzien door mondiale vraagstukken op te nemen op de agenda's van bilaterale en multilaterale topconferenties van de EU,
  

De EU en mondiale governance

   (e) mondiale governance te bevorderen en te zoeken naar duurzame oplossingen voor het vraagstuk omtrent de verhouding tussen de verschillende G-formaties en het VN-systeem, zodat de G-formaties op basis daarvan met thematische debatten en met de economische dimensie kunnen worden belast, mits de VN als organisatie haar centrale rol blijft spelen en fungeert als legitieme organisatie ingeval van mondiale governance; de G-8 en de G-20 daarbij te beschouwen als belangrijke fora voor het vinden van mondiale oplossingen, waaraan de EU actief moet bijdragen door middel van gecoördineerde standpunten; het initiatief van de voorzitter van de AVVN om voor en na topbijeenkomsten van de G-20 het voorzitterschap van de G-20 uit te nodigen voor een bijeenkomst met de Algemene Vergadering te ondersteunen,
   (f) bij te dragen aan de invulling van de nieuwe enkele genderarchitectuur ter vervanging van de vier bestaande genderentiteiten van de VN in het kader van de lopende maatregelen van de VN om de samenhang van het bestel te verbeteren; het orgaan VN-vrouwen ten volle te ondersteunen en te pleiten voor een passend budget voor dit orgaan, zodat het - in nauwe samenwerking met andere actoren binnen het VN-systeem - zijn taken kan vervullen, zoals het bevorderen van gendergelijkheid, het beschermen van vrouwen en het versterken van de rol van de vrouw, onder meer in conflictsituaties en na crisissituaties, en nauwe contacten met dit orgaan te onderhouden; te zorgen voor gendermainstreaming in alle crisisparaatheidsmaatregelen in het kader van het stabiliteitsinstrument (IfS),
   (g) bij te dragen aan verbetering van de efficiëntie en transparantie van de VN en aan versterking van het beheer over de financiële middelen van de VN,
   (h) de eerste onderhandelingstekst ooit over de hervorming van de VNVR te benutten als aanknopingspunt om uitvoerig aandacht te besteden aan convergentieaspecten en om daadwerkelijk vooruitgang te boeken ten aanzien van de afbakening van de bevoegdheden van de VNVR ten opzichte van andere organen van de VN en de toevoeging van leden, om op die wijze de representativiteit en legitimiteit en de herziening van de werkwijzen van de VNVR te verbeteren; te benadrukken dat een algehele hervorming van de VNVR nodig is om diens legitimering, regionale vertegenwoordiging en effectiviteit te versterken; een hervormingsproces te bevorderen dat door lidstaten van de EU onherroepelijk op gang kan worden gebracht als zij, in lijn met de doelen van het Verdrag van Lissabon in verband met versteviging van het buitenlands beleid van de EU en haar rol op het gebied van wereldvrede, veiligheid en regelgeving, voor de EU een permanente zetel opeisen in een uitgebreide en hervormde VN-Veiligheidsraad; met spoed het initiatief te nemen om de lidstaten zover te krijgen dat zij met het oog hierop een gezamenlijk standpunt formuleren; in afwachting van dat gemeenschappelijk standpunt in te stemmen met de onmiddellijke invoering van een roulatiesysteem in de VNVR, om er op die manier voor te zorgen dat de EU verzekerd is van een permanente zetel in de VNVR,
   (i) de rol van het Internationale Strafhof (ICC) en de internationale strafrechtspraak te versterken, verantwoordingsplicht te bevorderen, een einde te maken aan straffeloosheid en door te gaan met het bevorderen van het belangrijke werk van het ICC, de enige permanente en onafhankelijke rechterlijke instantie met rechtsmacht voor de ernstigste misdaden van internationaal belang, waaronder genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden; een sterke en nauwe relatie aan te moedigen tussen het ICC en de VN, overeenkomstig artikel 2 van het Statuut van Rome, en de ratificatie van het Statuut van Rome door alle VN-lidstaten aan te moedigen,
  

Vrijheid, veiligheid en recht

  

Crisispreventie en -beheer, bemiddeling, vredeshandhaving en vredesopbouw

   (j) de structuren voor crisispreventie en de effectiviteit daarvan binnen het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) te versterken, teneinde deze organisatie te maken tot mondiaal leider in crisispreventie en herstel; de EU-structuren voor conflictpreventie te versterken en de samenwerking op dit gebied met de VN, de OVSE, de Afrikaanse Unie (AU) en andere internationale en regionale organisaties, en met maatschappelijke organisaties, economische actoren, particuliere bedrijven, personen en deskundigenorganisaties te verbeteren,
   (k) te streven naar consensus over het beginsel „responsibility to protect” (RtoP) en zich in te zetten voor de ontwikkeling van een meer operationele benadering van dit beginsel; het belang van RtoP in het kader van conflictpreventie bij het tot stand brengen van vreedzame bemiddeling bij conflicten te benadrukken en de toepassing van RtoP te bevorderen door onder meer de mechanismen voor toepassing ervan verder te verfijnen en de rol van regionale organisaties, zoals de AU en de Arabische Liga, te versterken door de mechanismen voor vroegtijdige waarschuwing binnen de VN te verbeteren de rol van de betrokken VN-organen beter te definiëren; kennis te nemen van Resolutie 1970(2011) van de VNVR van 26 februari 2011 waarin alle permanente leden van de VNVR er voor het eerst mee hebben ingestemd het ICC te verzoeken om een onderzoek te openen tegen een zittende regering op grond van verdenking van misdaden tegen de menselijkheid, een en ander overeenkomstig het beginsel RtoP in samenhang met een actuele crisis; eveneens kennis te nemen van Resolutie 1973(2011) van de VNVR van 17 maart 2011 waarin uiting wordt gegeven aan de vastberadenheid van de internationale gemeenschap om zorg te dragen voor de bescherming van de burgerbevolking en door burgers bewoonde gebieden, als eerste praktische invulling van het beginsel RtoP krachtens een duidelijk VN-mandaat, en wel in verband met een actuele crisis,
   (l) het werk van de bemiddelingsorganen van de VN, zoals de Eenheid bemiddelingsondersteuning (MSU) van de Afdeling politieke aangelegenheden (DPA) te erkennen en te pleiten voor meer personeel voor deze organen; zijn steun te betuigen aan het partnerschap van de EU met de MSU en te waarborgen dat de EDEO op dit punt een belangrijke rol krijgt,
   (m) te zorgen voor veiligheid en stabilisatie in crisisgebieden door middel van conflictpreventie, bemiddeling, dialoog, plaatselijke capaciteitsopbouw en strategieën voor herstel, wederopbouw en vredesopbouw na afloop van conflicten waarbij gestreefd wordt naar duurzame oplossingen door een soepele overgang van inspanningen gericht op de korte en middellange termijn naar ontwikkelingsstrategieën voor de lange termijn; ervoor te zorgen dat de planning en uitvoering van vredesopbouw en ontwikkelingsbeleid plaatsvindt binnen het kader van één omvattende VN-strategie die rekening houdt met de behoeften op het gebied van vredesopbouw en de toekomstige overgang naar een langetermijnstrategie in de beginfase van zowel de planning als de uitvoering, en waarop de EU haar eigen maatregelen kan baseren; te waarborgen dat, gezien het feit dat stabilisatie in landen waar een conflict heerst niet alleen door middel van troepen kan worden bereikt, maar dat daarvoor ingewikkelder maatregelen nodig zijn, alsmede een geïntegreerde aanpak, de nodige capaciteit wordt opgebouwd aan de hand van een dergelijke strategie, teneinde de dieperliggende oorzaken van het conflict op passende wijze aan te pakken, aangezien de helft van de landen waar vredeshandhavingsoperaties zijn ingezet binnen tien jaar na het vertrek van de vredestroepen te maken krijgt met een heropleving van het conflict,
   (n) vast te houden aan de noodzaak om de lessen uit de recente ontwikkelingen in Japan ter harte te nemen en met voorstellen te komen; de veiligheidsnormen voor bestaande kerncentrales aan te scherpen, met name in aardbevingsgebieden; aan te dringen op betere samenwerking in geval van soortgelijke rampen met menselijke of natuurlijke oorzaak, teneinde de consequenties van vrijkomende radioactiviteit voor mens en milieu tot een minimum te beperken,
   (o) een duidelijk omschreven strategische visie op de crisispreventie en -beheersingsinstrumenten van de EU te ontwikkelen en de mogelijkheden na te gaan voor concreet projectbeheer door de nieuw opgerichte EDEO, waarbij moet worden onderkend dat crisispreventie en -beheersing belangrijk zijn in het externe optreden van de EU,
   (p) zich te richten op verzekering van nationale zeggenschap over vredesopbouwstrategieën, vanaf het eerste ontwerp tot uitvoering in het veld, en puttend uit de beste praktijken en de succesverhalen; een ontwikkelingsagenda uit te brengen op grond waarvan staatsopbouw wordt gesteund door goed doortimmerde vredesopbouw- en ontwikkelingsinspanningen waarbij sterke economische aspecten centraal staan,
   (q) meer nadruk te leggen op de taak van consolidering van de vrede in postconflictueuze situaties door strategische adviezen te geven en deskundigheid en financiering uit de gehele wereld te mobiliseren om herstelprojecten te steunen; middelen en nieuwe financieringsbronnen aan te boren en het eerste herstel te financieren als eerste stap naar post-conflictueuze wederopbouw,
   (r) de inzet van vrouwelijke civiele deskundigen te helpen vergroten en nationale actieplannen te steunen in de geest van Resolutie 1325 van de VNVR en het actieplan van de secretaris-generaal van de VN dat moet zorgen voor deelname van vrouwen aan vredesopbouw,
  

Samenwerking in partnerschappen voor mondiaal crisisbeheer

   (s) het als een strategische prioriteit van de EU te beschouwen partnerschappen op het gebied van internationaal crisisbeheer te versterken en de dialoog met andere grote actoren op het gebied van crisisbeheer – zoals de VN, de NAVO en de AU, maar ook derde landen als de VS, Turkije, Noorwegen en Canada – te intensiveren; acties te synchroniseren, informatie uit te wisselen en middelen te delen met betrekking tot vredeshandhaving en vredesopbouw, met inbegrip van samenwerking ten behoeve van crisisbeheer en met name maritieme veiligheid en terrorismebestrijding in het kader van het internationaal recht; de coördinatie met de internationale financiële instellingen (IFI's) en bilaterale donoren in dit kader te verbeteren,
   (t) de noodzaak te onderstrepen van nauwe samenwerking tussen EU en VN op gebied van civiele en militaire crisisbeheersing, met name bij humanitaire hulpoperaties en daarbij in gedachten te houden dat the VNVR de primaire verantwoordelijkheid heeft voor handhaving van internationale vrede en veiligheid; meer te doen om ervoor te zorgen dat de EU-lidstaten adequate bijdragen leveren voor VN-missies en dat dit op gecoördineerde wijze geschiedt; verder te zoeken naar manieren waarop de EU als geheel beter kan bijdragen aan door de VN geleide inzetten, bijvoorbeeld met overbruggings- of verkenningsoperaties van de EU in een eerste snelle reactie, of met het aanbod van een EU-onderdeel in een groter VN-verband,
   (u) een breder strategisch kader tot stand te brengen voor een partnerschap voor crisisbeheer tussen de EU en regionale en subregionale organisaties, zoals de AU, de Arabische Liga of de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS) en de VN, en in het bijzonder de driehoeksverhouding tussen de AU-Raad voor vrede en veiligheid, de VNVR en het Politiek en Veiligheidscomité van de EU te versterken, en daarmee een bijdrage te leveren aan de samenhang tussen en de wederzijdse versterking van de inspanningen ter ondersteuning van de AU; de voorspelbaarheid, duurzaamheid en flexibiliteit van de financiering van vredesoperaties onder mandaat van de VN en uitgevoerd door de AU te verbeteren; oplossingen te zoeken die bijdragen aan een nauwere samenwerking tussen de EU en de AU op hun respectieve operationele gebieden, en die tevens de capaciteit voor vroegtijdige waarschuwing en conflictpreventie verbeteren en bijdragen aan de uitwisseling van goede praktijken en kennis op het gebied van crisisbeheersing,
   (v) de vooruitgang te helpen vasthouden die is geboekt bij de uitvoering van een Afrikaanse vredes- en veiligheidsarchitectuur om de uitdagingen op het gebied van vrede en veiligheid op het Afrikaanse continent aan te pakken; het belang te benadrukken van een voorspelbare en duurzame financiering van Afrikaanse vredesondersteunende missies, de noodzaak van het bewerkstellingen van lokale veerkracht en de vastberadenheid om de burgers te beschermen in gewapende conflicten,
   (w) zich, gezien de regionale dimensie van conflicten op het Afrikaanse continent, te blijven beijveren voor versterking van de relaties met subregionale organisaties waaronder ECOWAS, de Zuid-Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap (SADEC) en de Intergouvernementele Autoriteit voor Ontwikkeling (IGAD), en deze organisaties en de landen in de regio bij de crisisbeheersing te betrekken,
  

De architectuur van de vredesopbouw - evaluatie van de Commissie voor vredesopbouw (PBC)

   (x) er een bijdrage aan te leveren dat de VN-architectuur van de vredesopbouw gaat voldoen aan de verwachtingen die bestonden ten tijde van de totstandbrenging daarvan door een vervolg te geven aan de aanbevelingen naar aanleiding van de evaluatie van de PBC, mede met het oog op een verdere verbetering van de effectiviteit van de PBC; de totstandkoming van een degelijke algemene architectuur van de vredesopbouw op basis van een partnerschap tussen ontwikkelings- en ontwikkelde landen te steunen, en daarbij met name aandacht te besteden aan de verbetering van de prestaties ter plaatse, intensivering van de betrekkingen met de IFI's - met het oog op het scheppen van werkgelegenheid en het aanpakken van economische problemen - en het bevorderen van een organischer verhouding tussen vredeshandhaving en vredesopbouw; te zorgen voor meer gestructureerde betrekkingen tussen de PBC, het beherend directoraat voor mondiale en multilaterale aangelegenheden van de EDEO, met name het directoraat voor conflictpreventie en veiligheidsbeleid, en de AVVN, de VNVR en de Economische en Sociale Raad om een grotere synergie tot stand te brengen tussen vredeshandhaving en vredesopbouw en ontwikkelingsactiviteiten ter plaatse; naar manieren te zoeken om de raadgevende functie die de PBC heeft ten opzichte van de VNVR, aan wie zij ook verantwoording moet afleggen, te versterken, om de samenwerking tussen de PBC en het Bureau voor ondersteuning van vredesopbouw (PBSO) te bevorderen en om de banden met regionale organisaties en IFI's sterker te maken; daarnaast het huidige partnerschap tussen de PBC en het partnerschap voor vredesopbouw van de EU te verbeteren via een van onderen naar boven gerichte aanpak van conflictoplossing waarbij de activiteiten van niet-staat actoren in de vredesopbouw worden betrokken,
   (y) zich te beijveren voor ontsluiting van het potentieel van de PBC door middel van een sterkere verbinding met het veld, ter maximering van de waarde van de verschillende ingangspunten van de PBC en de VN-teams ter plaatse die de strategische aansturing en politieke invloed kunnen benutten, vooral waar het op institutieopbouw aankomt,
  

Nucleaire ontwapening en non-proliferatie, hervorming van de IAEA, toetsing NPV, bestrijding van terrorisme en georganiseerde misdaad

   (z) de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) naar aanleiding van de kernramp in Japan grondig te hervormen door een einde te maken aan diens tweeledige functie van enerzijds toezicht houden op het gebruik van kernenergie en anderzijds het bevorderen van het gebruik van kernenergie, en de taken van de IAEA te beperken tot toezicht op de nucleaire industrie en op naleving van het non-proliferatieverdrag (NPT); er daarnaast voor te zorgen dat veiligheidsnormen voortaan door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vastgesteld en gecontroleerd worden, en waarbij lidstaten wettelijk verplicht zullen zijn zich aan die normen te houden en de WHO voor deze extra taken zal worden toegerust met het nodige personeel,
   (aa) de uitvoering van de aanbevelingen van de NPV-toetsingsconferentie van 2010 te bevorderen, en in het bijzonder om als doelstelling voor de langere termijn, te streven naar een veiliger wereld voor eenieder, vrede en veiligheid te bereiken in een wereld zonder kernwapens, te werken aan een grotere transparantie om het wederzijds vertrouwen te versterken, sneller daadwerkelijke vooruitgang te boeken op het gebied van nucleaire ontwapening, doeltreffende maatregelen te treffen voor nucleaire ontwapening die in overeenstemming zijn met de fundamentele beginselen van transparantie, controleerbaarheid en onomkeerbaarheid, kernwapenstaten aan te moedigen regelmatig verslag uit te brengen over de nakoming van hun verplichtingen, en de uitvoering van de aanbevelingen te evalueren,
   (ab) samen met de externe partners van de EU, en met name met de VS, te werken aan de verdere ontwikkeling van samenwerkingskanalen en -mechanismen ter bestrijding van terrorisme, in het bijzonder met het oog op de tenuitvoerlegging van de wereldwijde strategie van de VN inzake terrorismebestrijding, door middel van deelname aan de Rome/Lyon-groep van de G-8 en de actiegroep terrorismebestrijding, door versterking van de op dit gebied relevante mondiale overeenkomsten en door opvoering van de inspanningen om een alomvattende overeenkomst inzake internationaal terrorisme tot stand te brengen; op een nog doeltreffender en gestructureerdere manier met deze partijen samen te werken, zowel op strategisch als op uitvoerend niveau; een leiderschapsrol te vervullen en een voorbeeldfunctie te vervullen door de eerbiediging van de grondrechten en de rechtsstaat als kern van de terrorismebestrijding door de EU te consolideren,
  

Ontwikkeling

   (ac) te blijven volhouden dat de inspanningen van de verschillende VN-organen op elkaar moeten worden afgestemd om de efficiëntie en effectiviteit van maatregelen op het gebied van ontwikkeling en sociale kwesties overal ter wereld beter te kunnen bevorderen; de tijdens de topconferentie over de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling gedane toezegging de middelen bijeen te brengen om tegen 2015 aan de doelstellingen te kunnen voldoen (met name door de verplichting inzake officiële ontwikkelingssteun na te komen) gestand te doen; krachtig te pleiten voor meer financiële investeringen om aan de millenniumdoelstellingen te kunnen voldoen, alsmede innovatieve programma's en beleidsmaatregelen die gericht zijn op algemene ontwikkeling en economische en sociale hervorming, en waarvan is aangetoond dat ze succesvol zijn, uit te breiden en te vermeerderen,
   (ad) de inspanningen gericht op het bereiken van de millenniumdoelstellingen voornamelijk te concentreren op de regio's en landen die het verst achterlopen, in het bijzonder de landen in het deel van Afrika ten zuiden van de Sahara en de minst ontwikkelde landen, alsmede kwetsbare landen en landen waar conflicten heersen,
  

Minst ontwikkelde landen (MOL)

   (ae) de doeltreffendheid te waarborgen van toezicht- en controlemechanismen gekoppeld aan de uitvoering van het UNLDC-actieprogramma,
   (af) te waarborgen dat de minst ontwikkelde landen en hun partners in hun actieplannen op alomvattende en coherente wijze blijven streven naar duurzame ontwikkeling op lange termijn,
  

Strijd tegen ongelijkheid

   (ag) ervoor te zorgen dat landen met een gemiddeld inkomen, maar waar sprake is van een grote inkomensongelijkheid, bijstand en financiële middelen blijven ontvangen om de armoede te bestrijden en de sociale cohesie te verbeteren, aangezien de meeste armen leven in landen met een gemiddeld inkomen,
   (ah) zich in te zetten voor vermindering van de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen, en voor versterking van de positie van vrouwen op het gebied van ontwikkeling, aangezien onevenredig veel vrouwen in armoede leven,
  

Doeltreffendheid van ontwikkelingshulp

   (ai) te onderzoeken hoe de agenda voor doeltreffendheid van hulp kan worden omgevormd tot een agenda voor doeltreffendheid van ontwikkeling en in deze context concrete strategieën uit te stippelen voor kwetsbare staten en post-conflictsituaties,
   (aj) ervoor te zorgen dat alle doelstellingen van de Agenda van Accra worden gerealiseerd en dat de parlementen, maatschappelijke organisaties en lokale overheden daar daadwerkelijk bij worden betrokken,
   (ak) te waarborgen dat sociale, politieke, economische en milieuproblemen op samenhangende wijze worden aangepakt,
  

Recht op ontwikkeling (RTD)

   (al) steun te geven aan de VN-verklaring van 1986 over het recht op ontwikkeling, waarin wordt bepaald dat staten de plicht hebben samen te werken om ontwikkeling te verzekeren en hinderpalen voor ontwikkeling uit de weg te ruimen, hun rechten uit te oefenen en verplichtingen na te komen op een manier die de totstandkoming van een nieuwe internationale economische orde, gebaseerd op soevereine gelijkheid, onderlinge afhankelijkheid en wederzijds belang, bevordert,
   (am) het recht op ontwikkeling hoog op de agenda te houden, gezien het feit dat het dit jaar precies 25 jaar geleden is dat de VN-Verklaring over het recht op ontwikkeling werd aangenomen,
   (an) aan te bevelen de bevindingen van de task force op hoog niveau te consolideren om een doeltreffende verwezenlijking van het recht op ontwikkeling te verzekeren,
   (ao) passende maatregelen te nemen om het recht op ontwikkeling integraal onderdeel te maken van het ontwikkelingsbeleid, de universele periodieke doorlichting (UPR) en de activiteiten van VN-verdragsorganen en -mechanismen inzake de mensenrechten,
  

Internationale humanitaire hulp

   (ap) een internationale agenda op te stellen voor humanitaire hulp, in het licht van de grote uitdagingen, toenemende behoeften en complexe context op humanitair gebied,
   (aq) de financiering van de humanitaire hulp op wereldniveau te versterken en de werking en doeltreffendheid van het systeem voor humanitaire hulp te verbeteren,
   (ar) gezamenlijke internationale initiatieven te ontplooien om de interactie tussen humanitaire hulp en ontwikkeling en het verband tussen noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling te versterken,
  

Mensenrechten

  

Institutionele aangelegenheden

   (as) er zorg voor te dragen dat de EDEO, goed toegerust met personeel en middelen, wordt geïntegreerd in en gecoördineerd met andere internationale organen, regionale organisaties en hun werkzaamheden ter bevordering van de mensenrechten; te waarborgen dat aanbevelingen, aangenomen resoluties en prioriteiten die door het VN-systeem en andere internationale instellingen naar voren worden gebracht, aan bod komen in het beleid en de instrumenten van de EU, met name op het gebied van mensenrechten,
   (at) actief te blijven deelnemen aan de evaluatie van de UNHRC in New York en de follow-up daarvan, en de naleving van diens mandaat kracht bij te zetten; te werken aan de verbetering van het vermogen van de UNHRC om iets te doen aan situaties waarin de mensenrechten ernstig worden geschonden, zoals onlangs in Libië en Ivoorkust, en van het vermogen om bestaande internationale normen en standaarden ten uitvoer te leggen; zijn bijval te betuigen met het besluit van de AVVN van 1 maart 2011 om Libië als lid van de UNHRC te schorsen; zich vastbesloten te blijven inspannen en gebruik te maken van „bijzondere procedures” om de UNHRC om te vormen van een zuiver reactief orgaan tot een mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing en preventie dat in staat is om de dieperliggende oorzaken van mensenrechtenschendingen tot prioriteit te maken en aan te pakken om nieuwe of verdere escalatie van mensenrechtenschendingen te voorkomen, onder meer door de capaciteitsopbouw van nationale mensenrechteninstellingen te ondersteunen,
   (au) na te gaan hoe de verkiezingsprocedure van de UNHRC verbeterd kan worden om de samenstelling van de UNHRC te verbeteren; zich te beraden op vaststelling van duidelijke criteria voor lidmaatschap van de UNHRC om te voorkomen dat landen waar mensenrechtenschendingen aan de orde van de dag zijn, lid worden van de UNHRC; in het kader van de evaluatie de onafhankelijkheid van het Bureau van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten (OHCHR) te handhaven en zich te verzetten tegen eventuele pogingen om de positie van het OHCHR in dier voege te wijzigen dat dit een negatief effect zou hebben op de financiering en bijgevolg ook de onafhankelijkheid ervan,
   (av) een productief samenwerkingsverband tot stand te brengen tussen de UNHRC en de Derde Commissie, alsmede tussen de UNHRC en de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten (UNHCHR), en iets te doen aan de toenemende signalen van onenigheid tussen de lidstaten over hun stemgedrag in de UNHRC,
   (aw) overeenstemming te bereiken over een gemeenschappelijk standpunt aan de vooravond van de Durban Review Conference („Durban 3”), die in september 2011 zal worden gehouden, om te laten zien dat de lidstaten in mondiale fora „één stem” willen en kunnen laten horen, om de invloed van de EU binnen het VN-systeem te laten gelden, en om zich nogmaals vastbesloten te tonen tot bestrijding van racisme, xenofobie en onverdraagzaamheid op een evenwichtige en niet-discriminerende manier,
  

Mensenrechtenkwesties

   (ax) door te gaan met zijn inspanningen in de Derde Commissie van de AVVN ter zake van een groot aantal resoluties, en in het bijzonder de resolutie waarin wordt opgeroepen tot een moratorium op de voltrekking van de doodstraf, waaraan meer landen hun steun gaven, en de resoluties over de rechten van het kind, nationale en talige minderheden, vrije meningsuiting en vrijheid voor de media, religieuze onverdraagzaamheid, over de afschaffing van marteling, en van landenspecifieke resoluties over Birma/Myanmar, Noord-Korea en Iran; alles in het werk te stellen om marteling uit te bannen; in het bijzonder de aanvaarding aan te moedigen van het facultatieve protocol bij het VN-Verdrag tegen foltering,
   (ay) de internationale bemoeienissen voort te zetten die erop gericht zijn te bereiken dat alle mensenrechten als universeel, ondeelbaar, onderling afhankelijk en verbonden worden beschouwd; zich in dit verband in te spannen om het onmogelijk te maken zijn toevlucht te nemen tot het ongedefinieerde begrip „traditionele waarden van de mensheid”, omdat dit begrip zich ertoe leent de normen van het internationale mensenrechtenrecht te ondergraven en kan leiden tot onaanvaardbare pogingen om mensenrechtenschendingen te rechtvaardigen op grond van traditionele waarden, normen of gebruiken,
   (az) de financiering, door middel van specifieke vastleggingen op de begroting, en de capaciteiten, controleerbaarheid en efficiëntie van VN-vrouwen te ondersteunen, zodat dat orgaan relevante activiteiten op efficiëntere wijze kan coördineren; het genderperspectief in al het VN-beleid te integreren en institutionele samenhang/synergie tot stand te brengen; door middel van onder meer een betere strategische planning zijn inspanningen te concentreren op de uitvoering van Resolutie 1325 van de VNVR, en met name vrouwen bij vredesonderhandelingen te betrekken, zodat zij als bemiddelaar kunnen fungeren, alsmede de vaardigheden van vrouwen te vergroten en hen in staat te stellen besluitvormers te worden en vrouwen en ontwikkeling meer in het algemeen aan elkaar te koppelen,
   (ba) een strategie te bepalen ten aanzien van landen die weigeren volledig met de VN-instanties mee te werken en de onafhankelijke deskundigen en bijzondere rapporteurs van de VN toe te laten, teneinde deze landen over te halen hen volledige toegang te verlenen tot hun grondgebied en hen niet langer te hinderen in hun werk; te werken aan het behoud van de onafhankelijkheid van de bijzondere procedures,
  (bb) de hoogste politieke en diplomatieke prioriteit te verlenen en daarmee de grootst mogelijke steun te geven, via de verschillende bilaterale en multilaterale fora waarin de EU als partner actief is, aan alle initiatieven die zijn gericht op:

Klimaatverandering
   uitvaardiging van een wereldwijd moratorium op vrouwelijke genitale verminking,
   decriminalisering van homoseksualiteit overal ter wereld,
   (bc) het voortouw te nemen op het gebied van mondiaal klimaatbeleid en internationale samenwerking inzake klimaatverandering; zich te richten op een krachtig politiek engagement jegens derde landen en nadere invulling te geven aan de dialoog met andere belangrijke partijen, zoals de Verenigde Staten, Rusland, de opkomende mogendheden (China, Brazilië, India) en ontwikkelingslanden, aangezien klimaatverandering binnen de internationale betrekkingen een zeer belangrijke plaats is gaan innemen en een serieuze bedreiging vormt voor de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen; bij te dragen aan een omvattende, transparante en billijke institutionele architectuur die als kenmerk heeft dat de ontwikkelde landen en de ontwikkelingslanden in relevante bestuursorganen gelijkelijk vertegenwoordigd zijn; een sterke basis te leggen voor de eerstvolgende onderhandelingen die eind 2011 in Zuid-Afrika zullen worden gevoerd (CoP17), voortbouwend op de goede voortgang die in de CoP16 in Cancún is bereikt, en de lessen geleerd van de onbevredigende afloop van de CoP15 in Kopenhagen ter harte nemend,
   (bd) strategischer samen te werken en meer rekening te houden met de behoeften van derde landen, en daarbij de capaciteit van de EDEO om beleid inzake klimaatdiplomatie op te bouwen, verder te ontwikkelen; steun te geven aan een actieve deelname van de Commissie aan het huidige debat over hiaten in de bescherming en de reactie daarop (Protection gaps and Responses) dat de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen heeft opgestart in het kader van de dialoog over beschermingsproblemen van 2010 van de Hoge Commissaris, dat gericht is op de verbetering van het bestaande internationale beschermingskader voor gedwongen ontheemde en staatloze mensen; actief deel te nemen aan het debat over de term „klimaatvluchteling”, als aanduiding voor mensen die zich tengevolge van de klimaatverandering genoodzaakt zien hun woonplaats te ontvluchten en hun toevlucht te zoeken in het buitenland, en te zoeken naar een mogelijke juridische definitie voor dit begrip, dat in het internationale recht en in juridisch bindende internationale overeenkomsten nog niet erkend wordt,
  

Slotaanbevelingen

   (be) een debat op gang te brengen over de rol van nationale en regionale parlementen binnen de VN, een onderwerp dat naar verwachting op de agenda van de 66e zitting van de AVVN zal staan, en ook over de instelling van een parlementaire vergadering van de Verenigde Naties (VNPV); voorts de dialoog tussen regeringen en parlementen over mondiale kwesties aan te moedigen,
   (bf) te pleiten voor oprichting van een VNPV binnen het VN-bestel, om het democratische karakter, de democratische verantwoordingsplicht en de transparantie van mondiale governance te vergroten, en de burgers meer te laten deelnemen aan de VN-activiteiten, en daarbij te erkennen dat een VNPV een aanvulling zou betekenen op de bestaande organen, inclusief de Interparlementaire Unie;

2.  verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad en - ter informatie - aan de Commissie.

(1) PB C 4 E van 7.1.2011, blz. 49.
(2) Raad van de Europese Unie 10170/2010.
(3) Resolutie 65/264 Algemene Vergadering VN.
(4) Resolutie 65/226 Algemene Vergadering VN.
(5) Resolutie 65/225 Algemene Vergadering VN.
(6) Resolutie 65/223 Algemene Vergadering VN.
(7) Resolutie 65/222 Algemene Vergadering VN.
(8) Resolutie 65/218 Algemene Vergadering VN.
(9) Resolutie 65/177 Algemene Vergadering VN.
(10) Resolutie 65/168 Algemene Vergadering VN.
(11) Resolutie 65/167 Algemene Vergadering VN.
(12) Resolutie 65/123 Algemene Vergadering VN.
(13) Resolutie 65/94 Algemene Vergadering VN.
(14) Resolutie 65/59 Algemene Vergadering VN.
(15) Resolutie 65/7 Algemene Vergadering VN.
(16) Resolutie 65/1 Algemene Vergadering VN.
(17) Ontwerpresolutie A/RES/64/L.67 Algemene Vergadering VN.
(18) Resolutie 65/276 Algemene Vergadering VN.
(19) Resolutie 64/868 - S/2010/393 Algemene Vergadering VN, bijlage.
(20) AVVN-document A/66/50.
(21) Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0097.
(22) Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0482.
(23) Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0442.
(24) Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0439.
(25) Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0419.
(26) PB C 124 E van 25.5.2006, blz.549.

Juridische mededeling - Privacybeleid