Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/2132(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0387/2011

Ingediende teksten :

A7-0387/2011

Debatten :

Stemmingen :

PV 01/12/2011 - 6.27
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0545

Aangenomen teksten
PDF 153kWORD 67k
Donderdag 1 december 2011 - Brussel
Onderhandelingen over de associatieovereenkomst EU-Oekraïne
P7_TA(2011)0545A7-0387/2011

Resolutie van het Europees Parlement van 1 december 2011 met aanbevelingen van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de EDEO inzake de onderhandelingen over de associatieovereenkomst EU-Oekraïne (2011/2132(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne, die op 1 maart 1998 in werking is getreden en door de associatieovereenkomst moet worden vervangen(1),

–  gezien Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI)(2) en het nationaal indicatief programma 2011-2013 voor Oekraïne,

–  gezien de lopende onderhandelingen tussen de EU en Oekraïne over de associatieovereenkomst, met inbegrip van de onderhandelingen over een diepe en brede vrijhandelsruimte,

–  gezien de conclusies van de Raad van 22 januari 2007 over Oekraïne, waarin de onderhandelingsrichtsnoeren worden goedgekeurd,

–  gezien het feit dat Oekraïne sinds maart 2008 lid is van de Wereldhandelsorganisatie (WTO),

–  gezien de verklaring van zijn Voorzitter over het vonnis tegen de voormalige Oekraïense premier Joelia Timosjenko van 11 oktober 2011,

–  gezien de gezamenlijke verklaring van de topontmoeting van het Oostelijk Partnerschap op 7 mei 2009 in Praag,

–  gezien de resultaten van de onlangs gehouden topbijeenkomsten EU-Oekraïne, waaronder de erkenning door de top EU-Oekraïne in 2008 in Parijs van Oekraïne als Europees land, dat een gemeenschappelijke geschiedenis en gemeenschappelijke waarden deelt met de landen van de EU, alsmede de conclusies van de top EU-Oekraïne op 4 december 2009 in Kiev,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Oekraïne, met name de resoluties van 25 februari 2010(3), 25 november 2010(4), 9 juni 2011(5) en 27 Oktober 2011(6),

–  gezien de conclusies van de Raad van ministers van Buitenlandse Zaken over het Oostelijk Partnerschap van 25 oktober 2010,

–  gezien het Actieprogramma voor visumliberalisering EU-Oekraïne dat op 22 november 2010 werd goedgekeurd,

–  gezien de toetreding van Oekraïne tot het Energiegemeenschapsverdrag op 1 februari 2011,

–  gezien de Associatieagenda EU-Oekraïne, die het Actieprogramma verving en die werd gesteund door de Samenwerkingsraad EU-Oekraïne in juni 2009, alsmede de lijst van prioriteiten van de Associatieagenda EU-Oekraïne voor 2011 en 2012,

–  gezien de gezamenlijke mededeling met de titel „Inspelen op de veranderingen in onze buurlanden” van 25 mei 2011 (COM(2011)0303) en de conclusies van de Raad over het Europese nabuurschapsbeleid, die op 20 juni 2011 door Raad van ministers van Buitenlandse Zaken zijn goedgekeurd,

–  gezien het voortgangsverslag van de Commissie over Oekraïne, dat is aangenomen op 25 mei 2011 (SEC(2011)0646),

–  gezien de EU-strategie voor het Donaugebied,

–  gezien artikel 90, lid 5, en artikel 48 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie internationale handel (A7-0387/2011),

A.  overwegende dat de toekomstige associatieovereenkomst met Oekraïne een nieuwe generatie associatieovereenkomsten uit hoofde van artikel 217 VWEU inluidt en dat hiermee een ongekende mate aan integratie tussen de EU en een derde land gemoeid is; overwegende dat Oekraïne zich met deze overeenkomst verbindt tot het uitvoeren van een groot gedeelte van het acquis communautaire; overwegende dat de onderhandelingen met Oekraïne tot de verst gevorderde in het Oostelijke Nabuurschap behoren en derhalve als voorbeeld dienen voor het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) als zodanig;

B.  overwegende dat Oekraïne voor de EU een buurland van strategisch belang is; overwegende dat Oekraïne dankzij zijn omvang, hulpbronnen, bevolking en ligging een bijzondere positie in Europa inneemt waardoor het land een belangrijke regionale speler is die een aanzienlijke invloed uitoefent op de veiligheid, de stabiliteit en het welzijn van het gehele continent, en dat het daarom zijn respectieve deel van zijn politieke verantwoordelijkheid zou moeten dragen;

C.  overwegende dat Oekraïne een Europees land is en krachtens artikel 49 van het VWEU het EU-lidmaatschap mag aanvragen, net als elk ander Europees land op voorwaarde dat het de beginselen van de democratie, de eerbied voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, rechten van minderheden en de rechtsstaat onderschrijft; overwegende dat de sluiting van een associatieovereenkomst EU-Oekraïne, met inbegrip van een diepgaande en uitgebreide vrijhandelsruimte, een belangrijk element van het Europees perspectief voor Oekraïne zal zijn;

D.  overwegende dat de EU een sterk pleitbezorger is van een stabiel en democratisch Oekraïne, dat de beginselen van de sociale markteconomie, de rechtsstaat (met inbegrip van een onafhankelijke justitie), de mensenrechten en de bescherming van minderheden eerbiedigt en borg staat voor de grondrechten; overwegende dat de inspanningen van Oekraïne in zijn streven naar binnenlandse politieke stabiliteit, naar een omgeving die wordt gekenmerkt door een krachtig politiek pluralisme, democratische vrijheden en naar intensivering van interne hervormingen, de verdere ontwikkeling van het Europees perspectief voor Oekraïne bespoedigen en vergemakkelijken;

E.  overwegende dat de veroordeling op 11 oktober 2011 van de oud-premier van Oekraïne, Joelia Timosjenko, tot zeven jaar gevangenisstraf en de rechtszaken tegen andere ministers aanleiding tot ernstige bezorgdheid in de EU hebben gegeven en algemeen gezien worden als wraakacties of als een onderdeel van pogingen om oppositieleden te veroordelen en in de gevangenis te zetten om hen te verhinderen zich kandidaat te stellen bij en campagne te voeren voor de parlementsverkiezingen van volgend jaar en de presidentsverkiezing in 2015; overwegende dat de wet die selectief tegen Timosjenko wordt gebruikt dateert uit de Sovjettijd en voorziet in strafrechtelijke vervolging voor politieke besluiten; overwegende dat de artikelen 364 en 365 van die wet, die momenteel een herziening ondergaan door de Verkhovna Rada – het Oekraïense Parlement –, niet in overeenstemming zijn met de Europese en de VN-normen;

F.  overwegende dat er recentelijk aanleiding tot zorg is geweest over de mediavrijheid, de vrijheid voor het maatschappelijk middenveld, het houden van verkiezingen en de rechtsstaat in Oekraïne;

G.  overwegende dat de Oekraïense politieke en staatsleiding herhaaldelijk haar betrokkenheid bij de Europese integratie heeft bekrachtigd, alsmede haar streven op de lange termijn om Oekraïne in staat te stellen lid van de Europese Unie te worden, en dat de associatieovereenkomst een essentieel instrument is om dit doel te verwezenlijken; overwegende dat deze doelstelling nog steeds door alle spelers op het Oekraïense politieke toneel wordt ondersteund, alsook door het maatschappelijk middenveld en het publiek; overwegende dat de intensivering van de samenwerking tussen Oekraïne en de leden van het Europees Parlement, en tussen Oekraïne en de parlementen van de EU-lidstaten een prijzenswaardig voorbeeld is van de samenwerking tussen verschillende politieke krachten om het Europees perspectief voor Oekraïne verder te verbeteren, en moet worden voortgezet;

H.  overwegende dat de EU mensenrechten en democratie tot een centraal aspect van haar Europees nabuurschapsbeleid heeft gemaakt;

I.  overwegende dat Oekraïne actief heeft deelgenomen aan de oprichting en het werk van de parlementaire vergadering Euronest, die de parlementaire dimensie van het Oostelijk Partnerschap en een platform voor samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen van de oostelijke buurlanden van de EU vormt;

J.  overwegende dat de het Europese perspectief voor Oekraïne gebaseerd moet zijn op een beleid van systematische en onomkeerbare hervormingen op een aantal belangrijke institutionele, politieke, economische en sociale gebieden; overwegende dat er reeds ingrijpende hervormingen zijn doorgevoerd of nog worden doorgevoerd, terwijl met andere nog een begin moet worden gemaakt; overwegende dat het kader waarin de associatieovereenkomst voorziet Oekraïne een moderniseringsinstrument van cruciaal belang zou verschaffen en een routekaart naar de aansturing van binnenlandse hervormingen, evenals een instrument voor nationale verzoening, hetgeen het land zou helpen de recente negatieve ontwikkelingen achter zich te laten, de huidige kloven in de Oekraïense samenleving te overbruggen en het te verenigen in zijn doel met betrekking tot het Europees perspectief, gebaseerd op de waarden van democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en een goed bestuur;

K.  overwegende dat Oekraïne geprezen moet worden vanwege zijn gezonde economische prestaties, waaronder ook het terugdringen van zijn begrotingstekort, beperking van de uitgaven en pensioenhervormingen, die hebben bijgedragen aan een gunstigere buitenlandse kredietbeoordeling en meer directe buitenlandse investeringen;

L.  overwegende dat de associatieovereenkomst een positieve uitwerking op het ondernemingsklimaat in Oekraïne zal hebben, aangezien deze overeenkomst de ondernemingen uit de EU en Oekraïne gemeenschappelijke regels en normen biedt waardoor de voorspelbaarheid en financiële zekerheid van investeringen in Oekraïne wordt vergroot; overwegende dat de associatieovereenkomst uitgaat van de naleving van internationale belastingnormen; overwegende dat deze positieve uitwerking nog verder zal worden vergroot door de volledige en doeltreffende tenuitvoerlegging van wetgeving ter bestrijding van de corruptie;

M.  overwegende dat de Russische Federatie buitensporige druk op Oekraïne uitoefent om geen diepgaande en uitgebreide vrijhandelsruimte met de EU tot stand te brengen, maar in plaats daarvan toe te treden tot een douane-unie met Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan; overwegende dat dit een precedent is in de geschiedenis van de betrekkingen van de EU met externe partners en overwegende dat deze landen die geen lid van de WTO zijn nog steeds een belangrijke exportmarkt voor Oekraïense producten vormen; overwegende dat de diepgaande en uitgebreide vrijhandelsruimte een instrument voor modernisering vormt en de invoering ervan aan Oekraïne financiële voordelen biedt die met de tijd tastbaarder zullen worden;

N.  overwegende dat Oekraïne onlangs 20 jaar onafhankelijkheid heeft gevierd; overwegende dat er een nieuwe generatie goed opgeleide Oekraïners bestaat, die de Sovjettijd niet heeft meegemaakt, sterke pro-Europese aspiraties heeft en voor de modernisering van het land zal zorgen;

O.  overwegende dat de huidige politieke situatie in Oekraïne, vooral op het gebied van de burgerlijke vrijheden en de rechtsstaat, afwijkt van de geest van de associatieovereenkomst EU-Oekraïne waarover onderhandeld wordt;

1.  beveelt in het kader van de lopende onderhandelingen over de associatieovereenkomst, de Raad, de Commissie en de EDEO aan:

o
o   o

   a) zich op het standpunt te stellen dat het van grote betekenis en in het belang van beide partijen is dat de betrekkingen tussen de EU en Oekraïne worden aangehaald en dat Oekraïne een Europees perspectief wordt geboden; de aspiraties van Oekraïne overeenkomstig artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie te erkennen, mits aan alle criteria wordt voldaan, met inbegrip van eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat,
   b) de nodige vooruitgang te boeken om tot een snelle sluiting van een associatieovereenkomst EU-Oekraïne te komen, bij voorkeur en wanneer dat mogelijk is aan het einde van 2011; er overeenkomstig de verlangens die het Parlement tot uiting bracht in zijn resolutie van 27 oktober 2011eveneens voor te zorgen dat dit belangrijke initiatief binnen het Oostelijk Partnerschap hand in hand gaat met de verbintenissen van Oekraïne tot uitvoering van de noodzakelijke hervormingen en de versterking van de democratische waarden, de mensenrechten en de rechtsstaat,
   c) de onlangs uitgestelde ontmoeting met president Janoekovitsj te laten plaatsvinden vóór de top EU-Oekraïne in december 2011, omdat deze een belangrijke gelegenheid vormt om de ernstige bezorgdheid die aan het adres van de Oekraïense regering is geuit aan de orde te stellen en weer een constructieve dialoog te starten die zou kunnen leiden tot de parafering van de associatieovereenkomst, op voorwaarde dat er aanzienlijke vorderingen zijn geboekt bij het opheffen van de resterende technische en wezenlijke politieke belemmeringen,
   d) te streven naar de ondertekening van de overeenkomst door de Raad tijdens de eerste helft van 2012 en alle bij het ratificatieproces behorende documenten uiterlijk eind 2012 aan het Europees Parlement en de nationale parlementen ter beschikking te stellen indien is voldaan aan het verzoek om eerbiediging van de rechtsstaat en aan de andere verlangens in de resolutie van het Europees Parlement van 27 oktober 2011,
   e) gedurende de voorbereidingsperiode en het tenuitvoerleggingsproces van de overeenkomst aan Oekraïne voldoende financiële, technische en juridische bijstand te bieden en zijn administratieve capaciteit te schragen door alle vormen van beschikbare steun op dit gebied te verhogen; te dien einde een beter gebruik te maken van het alomvattend programma voor institutionele opbouw en te overwegen een adviesgroep op hoog niveau van de EU voor Oekraïne in het leven te roepen om het land bij te staan bij zijn inspanningen om zich aan te passen aan de wetgeving van de EU; er daarbij op te letten dat de voorwaarde voor bijstand moet zijn de evaluatie van de hervormingen voor versterking van de bestuurlijke capaciteit van Oekraïne, zoals gepubliceerd in de jaarlijkse verslagen die door onafhankelijke deskundigen uit Oekraïne en de EU worden opgesteld,
   f) een uitwisselingsprogramma voor ambtenaren, waaronder ook rechterlijke ambtenaren, op te zetten om de tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst te vergemakkelijken, met name de diepgaande en uitgebreide vrijhandelsruimte,
   g) de Oekraïense autoriteiten te helpen bij de voorlichting van het Oekraïense volk over de voordelen van de associatieovereenkomst om het draagvlak voor de hervormingen te verbreden; de inhoud van de overeenkomst zo spoedig mogelijk openbaar te maken,
   h) in Oekraïne zo spoedig mogelijk een voorlichtingsbureau van de EU op te zetten dat zich zowel inzet voor de bewustmaking van de Oekraïense bevolking van de werking van de EU en haar beleidsterreinen en waarden als voor de bevordering van een grotere participatie in EU-programma's,
   Institutionele aspecten/politieke dialoog
   i) duidelijke waarborgen uit te werken alsmede een mechanisme voor eventuele tijdelijke opschorting van de gehele associatieovereenkomst, voor het geval dat er belangrijke en fundamentele beginselen van de overeenkomst worden genegeerd of opzettelijk geschonden,
   j) er bij de president en de regering van Oekraïne op aan te dringen de politieke, wettelijke en bestuurlijke realiteit in het land op één lijn te brengen met hetgeen in de Associatieagenda was overeengekomen en goed bestuur en eerbiediging van de rechtsstaat als fundamentele beginselen in de betrekkingen tussen de EU en Oekraïne te bevorderen ; ervoor te zorgen dat Joelia Timosjenko en andere oppositieleiders nu en bij de komende verkiezingen in Oekraïne hun recht op volledige deelname aan het politieke proces moeten kunnen uitoefenen,
   k) het bestaande samenwerkingskader tussen de EU en Oekraïne inzake de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden uit te bouwen,
   l) Oekraïne bij te staan bij de uitvoering van een omvattende hervorming van de rechtspraak om een onafhankelijke, eerlijke en onpartijdige rechtsprocedure te waarborgen overeenkomstig de Europese normen om een selectief gebruik van de justitie te voorkomen en een onafhankelijke, eerlijke, onpartijdige en doorzichtige juridische te garanderen die ervoor zorgt dat de rechtsgang niet voor politieke doeleinden kan worden gebruikt en dat deze zich strikt volgens de regels van de rechtsstaat voltrekt; hiervoor een gezamenlijk mechanisme in te voeren in het kader waarvan samenwerking plaatsvindt tussen deskundigen uit Oekraïne en de EU, met deelname van vertegenwoordigers van de Commissie van Venetië; verdere opleidings- en uitwisselingsprogramma's op het gebied van justitie en binnenlandse zaken en in de veiligheidssector uit te voeren, met het oog op de tenuitvoerlegging van Europese beproefde methoden op het gebied van de rechtsstaat,
   m) de autoriteiten van Oekraïne bij te staan bij de hervorming van de grondwet en de verkiezingswet volgens de richtsnoeren die zijn voorgesteld door de Commissie van Venetië en de OVSE/ODIHR; ervoor te zorgen dat deze aanbevelingen snel en in hun geheel worden goedgekeurd en uitgevoerd en dat zowel de oppositiepartijen als het maatschappelijk middenveld daarbij worden betrokken teneinde de tekortkomingen te vermijden die zich bij vorige verkiezingscampagnes hebben voorgedaan; in dit verband met nadruk de aandacht te vragen voor het belang van vrije media en een vrije samenleving en ervoor te zorgen dat de Oekraïense autoriteiten afzien van pogingen om direct of indirect invloed uit te oefenen op de inhoud van de berichtgeving in de nationale media,
  n) in de associatieovereenkomst te voorzien in een omvattend mechanisme voor het Parlement en de EDEO, dat moet zorgen voor een omvattende en regelmatige informatieverstrekking over de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de overeenkomst, en in het bijzonder van de doelstellingen hiervan; dit mechanisme moet de volgende elementen bevatten,
   informatie over EU-acties en standpunten, met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de overeenkomst;
   voortgangsverslagen van de EDEO waarin de resultaten van de acties van de EU en Oekraïne worden getoetst, met speciale nadruk op de situatie van de mensenrechten, democratie en de rechtsstaat in het land,
   o) het belang te benadrukken van de tenuitvoerlegging van alle uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de aandacht van de Oekraïense autoriteiten te vestigen op het grote aantal zaken dat bij dit Hof is aangespannen tegen Oekraïne,
   p) de noodzakelijke hervormingen te ondersteunen en te garanderen dat de Oekraïnse autoriteiten een hoge prioriteit geven aan de ontwikkeling van een corruptiebestrijdingsbeleid, met inbegrip van passende wetgeving inzake belangenverstrengeling,
   q) ervoor te zorgen dat de Oekraïense autoriteiten de archieven van de vroegere communistische geheime diensten open stellen voor het publiek, hetgeen noodzakelijk is voor een geslaagde nationale verzoening, in het bijzonder met betrekking tot de gruwelijkheden die in de 20ste eeuw hebben plaatsgevonden,
   r) te onderstrepen hoe belangrijk het is dat Oekraïne als onderdeel van het proces van constitutionele hervorming overgaat tot de ratificering van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof,
   s) de nodige maatregelen te treffen om te zorgen voor een intensieve dialoog tussen de EU en de diverse Oekraïense politieke partijen, en in Oekraïne de dialoog tussen de partijen en met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld alsmede de sociale partners en nationale minderheden te stimuleren,
   t) erop toe te zien dat the tussentijdse overeenkomst bepalingen bevat voor samenwerking tussen de maatschappelijke organisaties in de verdragsluitende landen, zodat deze in staat worden gesteld van hun rechten gebruik te maken en tot invloedrijke actoren kunnen worden binnen de werkingssfeer van de associatieovereenkomst,
   u) in de overeenkomst voorwaardelijkheidsclausules op te nemen inzake bescherming en bevordering van de mensenrechten volgens de hoogste internationale en Europese normen, met volledige benutting van de OVSE-structuur, en de Oekraïense autoriteiten aan te moedigen de rechten van minderheden te eerbiedigen, overeenkomstig de kaderovereenkomst inzake nationale minderheden van de Raad van Europa en het Handvest van de grondrechten van de EU,
   Economische en sectorale samenwerking
   v) in het kader van de overeenkomst de samenwerking tussen Oekraïne en de EU op energiegebied te versterken; te streven naar de sluiting van verdere overeenkomsten tussen de EU en Oekraïne om de energievoorziening aan beide zijden veilig te stellen, met inbegrip van een betrouwbaar en gediversifieerd systeem voor de doorvoer van olie en gas en een gemeenschappelijk reactiemechanisme bij verstoringen of onderbrekingen van de olie- en gasleveranties vanuit de Russische Federatie,
   w) de nodige technische hulp te bieden in de energiesector om Oekraïne te helpen zijn electriciteitsnet en energie-efficiëntie aanzienlijk te verbeteren en te moderniseren en erop toe te zien dat de Oekraïense autoriteiten zich volledig houden aan de in het energie-efficiëntieprogramma vastgestelde doelstellingen voor de periode 2010-15 en doorgaan met de uitvoering van innovatieve en milieubewuste oplossingen voor hun toenemende energiebehoeften; de Oekraïense autoriteiten tevens steun te bieden teneinde hen bij te staan bij de onderhandelingen over de voorwaarden voor gasleveranties uit Rusland, om te waarborgen dat de gastransacties van Oekraïne met Rusland conform de Europese handelsnormen en prijzen worden gesloten,
   x) nota te nemen van het feit dat, hoewel liberalisering van de diensten en investeringen in de energiesector gunstig zou zijn voor de EU, er ook gevaren kleven aan het maken van afspraken over bepaalde energiediensten omdat machtige energieleveranciers die Oekraïense bedrijven controleren de vrijhandelsovereenkomst kunnen gebruiken om transmissienetten in de EU te domineren,
   y) aan te dringen op actie om de continuïteit van de energievoorziening van de EU en Oekraïne te verbeteren door de invoering van bilaterale regelingen om in een vroeg stadium te waarschuwen en onderbrekingen van de levering van energie en energiegrondstoffen te vermijden,
   z) acceptatie van geografische indicatoren en Europese octrooien te verzekeren,
   aa) te benadrukken dat het voor de EU belangrijk is dat Oekraïne ervoor zorgt dat giftig afval en kernafval zorgvuldig op zijn grondgebied worden verwerkt, onder meer ter bescherming van de voedselveiligheid,
   ab) de samenwerking te intensiveren op het vlak van uitwisselingsprogramma's voor jongeren en studenten, alsmede de ontwikkeling van studiebeursprogramma's die de Oekraïners in staat stellen kennis te maken met de Europese Unie en haar lidstaten en vice versa,
   ac) ervoor te zorgen dat in de associatieovereenkomst de hoogste milieunormen tot uitdrukking worden gebracht, naar het voorbeeld van onder meer de Strategie voor de Donauregio; het belang van regionale samenwerking in het Zwarte Zeegebied verder te overwegen naast dat van de actieve deelname van de Oekraïne aan het EU-beleid voor deze ruimte, waaronder als onderdeel van een toekomstige EU-strategie voor de Zwarte Zee,
   ad) specifieke instrumenten (zoals een platform voor het maatschappelijk middenveld) te ontwikkelen om het Oekraïens maatschappelijk midden te helpen, gezien de cruciale betekenis daarvan voor het democratiseringsproces, door bijvoorbeeld bewustmaking en vergroting van de sociale en politieke betrokkenheid,
   ae) ervoor te zorgen dat in het kader van de samenwerking op het gebied van de hervorming van de gezondheidszorg rekening wordt gehouden met de behoeften van patiënten met ongeneeslijke ziekten, onder andere door middel van technische ondersteuning bij de hervorming van het desbetreffende gezondheids- en geneesmiddelenbeleid overeenkomstig de internationale normen en beste praktijken,
   Handelsvraagstukken
   af) de aanzienlijke inspanningen te erkennen die de Oekraïense regering heeft geleverd om de belemmeringen in het algemeen te verminderen, om de geografische benamingen aan te passen en op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen, mededinging en technische belemmeringen voor het handelsverkeer, alsmede de zeer beperkte vooruitgang bij de onderhandelingen over de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst met betrekking tot de belemmeringen op gebieden als investeringen, diensten, landbouw, energie en exportbelemmeringen,
   ag) verzoekt Oekraïne geen uitvoerheffingen of andere uitvoerbeperkingen op te leggen die tot meer prijsvolatiliteit op de Europese markten zouden leiden,
   ah) ervoor te zorgen dat het opengestelde tariefcontingent voor suiker niet leidt tot ongewenste driehoekshandel en fraude,
   ai) te benadrukken dat de overeenkomst een hoofdstuk moet bevatten over dierenwelzijn, waarbij ervoor gezorgd moet worden dat landbouwers in de EU en Oekraïense landbouwers onder dezelfde voorwaarden met elkaar concurreren,
   aj) eraan te herinneren dat duurzame ontwikkeling een van de prioritaire gebieden is in het nationaal indicatief programma 2011-2013; beveelt derhalve aan een hoofdstuk Duurzame ontwikkeling op te nemen, als onderdeel van het vrijhandelsgebied,
   ak) te benadrukken dat het hoofdstuk Duurzame ontwikkeling een bepaling moet bevatten waarin tot uitdrukking wordt gebracht dat Oekraïne zich ertoe verplicht de OESO-richtsnoeren inzake multinationale ondernemingen en de tripartiete verklaring van de IAO inzake multinationale ondernemingen en sociaal beleid na te leven,
   al) zich samen met Oekraïne op de uitvoering ervan voor te bereiden, zodat de toezeggingen die niet aan voorwaarden zijn gebonden en die geen onmiddellijk voordeel opleveren, met name op het gebied van dierenwelzijn, tot reële resultaten leiden en een substantiële impact hebben op lange termijn; erop aan te dringen dat de vrijhandelsovereenkomst uiteindelijk moet leiden tot volledige ontmanteling van de tarifaire belemmeringen in iedere sector van de industrie zonder „negatieve lijsten” of invoerquota en dringt er derhalve op aan dat uitvoerheffingen alsmede invoer- en uitvoerbeperkingen op effectieve wijze worden afgeschaft; Oekraïne middelen te geven om zich aan de situatie na de liberalisering aan te passen, overeenkomstig het nationale indicatieve programma voor 2011-2013 in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid, en ook technische hulp te verlenen voor douanekwesties en de aanpassing van de geografische benamingen,
   am) verder op politieke en economische hervormingen in Oekraïne aan te dringen met het oog op een modernisering van de infrastructuur van het land, met name op het gebied van energie en transport; het bedrijfsleven hulp te bieden, het meest dringend via gemakkelijkere toegang tot krediet en grond en eenvoudigere en snellere processen voor belastinginning en douane, en met name merkbare verbetering te brengen in de teruggave van de omzetbelasting voor exporteurs, in de douaneafwikkeling alsmede in de vergunningsprocedures voor invoer (met name met het oog op belastingheffing, documentatieverplichtingen en productproeven voor certificering); een einde te maken aan bureaucratie en corruptie; de rechtsstaat en democratische praktijken te handhaven; aandacht te geven aan lagere transactiekosten en veilige procedures, met name voor mkb-bedrijven, wat van cruciaal belang is voor het aanknopen van handelsbetrekkingen; en verbetering van de wetgeving op het gebied van de bescherming van materiële bezittingen, alsmede intellectuele eigendom en invoering van effectievere regelingen voor bedrijven om hun rechten en claims bij rechtbanken af te dwingen,
   an) aan te dringen op een fundamentele verbetering van het investeringsklimaat in Oekraïne voor buitenlandse investeerders, en met name op een snelle regeling van de ontstane nationale begrotingsschuld in verband met bedrijven vanwege de ontijdige teruggave van te veel betaalde BTW-afdracht, en te voorkomen dat dergelijke situaties zich in de toekomst opnieuw voordoen; de effectiviteit van douaneprocedures te verhogen (met name het kortwieken van de huidige praktijk om een ongerechtvaardigde stijging van de douanewaarde van in Oekraïne ingevoerde goederen toe te passen),
   ao) ondernemerschap en ontwikkeling van mkb-bedrijven door macro-economische samenwerking te bevorderen,
   ap) te benadrukken dat Oekraïne de bescherming van de arbeidsnormen niet mag versoepelen om buitenlandse investeringen aan te trekken,
   aq) overeenkomstig de bepalingen van artikel 218, lid 5, van het Verdrag aan te dringen op een besluit betreffende de voorlopige toepassing van de bepalingen van de vrijhandelsovereenkomst, die een fundamenteel deel uitmaakt van de associatieovereenkomst, alvorens deze in werking treedt,
   Justitie, vrijheid en veiligheid
   ar) actief toe te werken naar de invoering van een visumvrije regeling tussen Oekraïne en de EU in plaats van handhaving van een langetermijnperspectief, mits Oekraïne voldoet aan de noodzakelijke technische criteria die zijn uiteengezet in het actieprogramma inzake visumliberalisering; zich voorlopig tot doel te stellen de bestaande legesrechten voor visa af te schaffen; en tijdens het Europese voetbalkampioenschap passende maatregelen in te voeren om deze speciale gelegenheid als testperiode voor een visumvrije regeling te gebruiken,
   as) Oekraïne aan te sporen een constructieve rol op zich te nemen in de 5+2 besprekingen om te helpen een duurzame oplossing voor het Transnistrisch conflict te vinden,
   at) het potentieel van Oekraïne als belangrijke partner in het beheer van de migratiestromen en grenzen te versterken en verdere gezamenlijke stappen te overwegen in de bestrijding van de georganiseerde misdaad,
   au) met klem te verlangen dat in de associatieovereenkomst bepalingen worden opgenomen die fraude en smokkel in accijnsplichtige producten moeten tegengaan, conform de Interne veiligheidsstrategie van de EU, en rekening houdend met het anti-sluikhandelprotocol van de kaderovereenkomst inzake de bestrijding van het tabaksgebruik van de Wereldgezondheidsorganisatie,
   av) de samenwerking bij het geïntegreerde grensbeheer te versterken met gebruikmaking van de strengste Europese normen, en de capaciteit uit te bouwen voor een betere bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, illegale migratie, mensensmokkel en sluikhandel,
   aw) de convergentie inzake regionale en internationale kwesties, conflictpreventie en crisisbeheersing te ondersteunen en de coördinatie bij het tegengaan van veiligheidsbedreigingen te versterken;

2.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie met aanbevelingen van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de EDEO en, ter informatie, aan de Oekraïense autoriteiten.

(1) PB L 49 van 19.2.1998, blz. 3.
(2) PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1.
(3) PB C 348 E van 21.12.2010, blz. 1.
(4) Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0444.
(5) Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0272.
(6) Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0472.

Juridische mededeling - Privacybeleid