Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0167/2007

Debatten :

PV 25/04/2007 - 17
CRE 25/04/2007 - 17

Stemmingen :

PV 26/04/2007 - 8.11
CRE 26/04/2007 - 8.11
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 25 april 2007 - Straatsburg Uitgave PB

17. Homofobie in Europa (debat)
PV
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over homofobie in Europa.

Ik moet u meedelen dat de Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten het verzoek heeft ingediend om geheel niet te beraadslagen wegens niet-ontvankelijkheid van het betrokken onderwerp. De heer Szymański zal dit verzoek toelichten en ik geef hem nu het woord.

 
  
MPphoto
 
 

  Konrad Szymański (UEN). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, ik verzoek om geheel niet te beraadslagen en het betrokken onderwerp met betrekking tot homofobie niet-ontvankelijk te verklaren, op grond van artikel 167 van ons Reglement. Dit Parlement is namelijk misleid ten aanzien van de reden van dit debat. De wet waarover het debat zou gaan, bestaat namelijk niet. Ze heeft ook nooit bestaan en zal ook nooit bestaan, zoals de Poolse premier heel duidelijk heeft verklaard.

Er is voorgesteld om een debat te houden over de uitspraken van bepaalde Poolse politici. De Poolse premier heeft deze echter gecorrigeerd door heel duidelijk te zeggen dat de Poolse regering nooit enig voorstel heeft gedaan voor een beleid dat homoseksuele kringen discrimineert. In mijn opvatting moet dit voldoende zijn om niet te beraadslagen over dit onderwerp, want er is geen reden voor dit debat.

 
  
MPphoto
 
 

  Manfred Weber, namens de PPE-DE-Fractie. - (DE) Mevrouw de Voorzitter, de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten heeft een zeer uitgesproken standpunt ten aanzien van antidiscriminatie. Mijn fractie staat volledig achter de beslissingen die dit Parlement heeft genomen en in verschillende resoluties en wetteksten tot uitdrukking heeft gebracht.

Toen er in de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken van het Europees Parlement een debat gaande was over de uitlatingen van de Poolse minister, hebben we de juridische dienst van het Parlement om advies gevraagd over de manier waarop we dit soort uitspraken moesten beoordelen, en of deze al dan niet in strijd waren met het Europese recht. Het antwoord van de juridische dienst luidde dat hierover helaas geen standpunt kon worden ingenomen, omdat het geen juridische aangelegenheid betrof, zoals de collega van de Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten duidelijk heeft gemaakt.

De Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten wil graag dat deze kwestie serieus genomen wordt. Daarom hebben wij ook erop aangedrongen dat we het Bureau voor de grondrechten, dat we onlangs in het leven geroepen hebben om dergelijke kwesties te behandelen, de opdracht geven om de verdere ontwikkelingen op dit gebied van nabij te volgen en om een oogje in het zeil te houden. Ik zou duidelijk willen maken dat de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten deze beslissingen onderschrijft. Wij zijn echter van mening dat er geen reden is om het Europees Parlement nogmaals met deze kwestie te belasten. Wij steunen derhalve het voorstel om dit punt van de agenda te schrappen.

 
  
MPphoto
 
 

  Kathalijne Maria Buitenweg, namens de Verts/ALE Fractie. - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik denk dat de PPE-DE-Fractie ook wel weet dat we het vandaag niet alleen maar hebben over één uitlating van één minister. Het is een veel breder debat. Ik denk dat het voor de meerderheid van dit Parlement duidelijk is dat dit verzoek alleen is gedaan omdat er hier mensen zijn die discriminatie van homoseksuelen niet willen bespreken. We zijn echter politici in een democratie, en als je je niet in een resolutie kunt vinden, dan stem je er simpelweg tegen.

Ik begrijp niet waarom dit niet-ontvankelijk zou zijn. Straks verklaren we een debat over de interne markt nog niet-ontvankelijk! Het onderwerp valt onder het mandaat van de Europese Unie. Gelijke rechten behoren tot de kern van de Europese Unie. Sinds het Verdrag van Amsterdam - ik weet niet of iedereen zich hiervan bewust is - bepaalt artikel 13 dat we een rol spelen in antidiscriminatiewetgeving. Het is niet de eerste keer dat we homofobie bespreken, en spijtig genoeg zal het ook de laatste keer niet zijn.

Mijn punt is dat het heel duidelijk is: het is wel ontvankelijk, want het valt onder ons mandaat. De enige reden waarom het niet-ontvankelijk zou zijn, is omdat u het niet wil bespreken. Laten we er vanmiddag over debatteren en er rekening mee houden bij de stemming, maar laten we het debat niet verdraaien.

(Applaus)

 
  
  

(Het Parlement verwerpt het verzoek)

 
  
MPphoto
 
 

  Günter Gloser, fungerend voorzitter van de Raad. - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, ‘Europa – samen slagen’, dat is de leus van het Duitse voorzitterschap van de Europese Unie. ‘Europa - samen slagen’. Wat betekent dat precies? Het betekent dat we in Europa steeds opnieuw de aandacht moeten vestigen op de positieve aspecten van diversiteit, respect, erkenning en tolerantie, omdat diversiteit, respect, erkenning en tolerantie de kernwaarden zijn die aan de basis liggen van ons gemeenschappelijke Europa.

Op het eerste gezicht lijkt het alsof homoseksualiteit vandaag de dag meer dan ooit aanvaard en getolereerd wordt. De activiteiten van verenigingen spelen hierin zonder enige twijfel een cruciale rol. De homo- en lesbiennegroeperingen zijn steeds beter georganiseerd en moedigen hun leden aan om openlijk voor hun seksuele geaardheid uit te komen. Na eeuwen van systematische discriminatie is dat een heuglijke ontwikkeling. Ik spreek hier namens Duitsland en net wij, Duitsers, dragen ten gevolge van onze geschiedenis een bijzondere verantwoordelijkheid, aangezien zestig jaar geleden ook homoseksuelen tot de slachtoffers van het nationaal-socialistische vernietigingsapparaat behoorden.

Bij nader inzien wordt echter snel duidelijk dat homofobie in vele delen van Europa nog steeds springlevend is. De recente voorvallen zijn daar schandelijke voorbeelden van. Homoseksuelen zijn nog steeds het slachtoffer van vooroordelen, van intolerantie en officieel goedgekeurde discriminatie. Haattirades en gewelddaden tegen seksuele minderheden zijn nog steeds schering en inslag, vaak zonder enige strafrechtelijke consequenties.

Met het oog hierop kan ik me volledig vinden in de woorden van Hans Winkler, die minder dan een jaar geleden als vertegenwoordiger van het Oostenrijkse EU-voorzitterschap in dit Parlement het volgende onderstreepte: “Zodra de veiligheid en de waardigheid van één enkele man of van één enkele vrouw in de Europese Unie wordt bedreigd, is de veiligheid en de waardigheid van ons allen in gevaar en staan ook de geloofwaardigheid van de Unie, haar beginselen en instellingen op het spel.” Dat is vandaag nog steeds het geval.

(Applaus)

De discriminatie van homoseksuelen is een probleem dat we met alle beschikbare middelen moeten bestrijden. De strijd tegen homofobie is een werk van lange adem. Er moeten onophoudelijk inspanningen geleverd worden om de muren van vooroordelen en intolerantie in de hoofden van de mensen stap voor stap te slechten. Tegelijkertijd moeten er nieuwe structuren in het leven geroepen worden, die gebaseerd zijn op aanvaarding, gelijke rechten en respect. Het spreekt vanzelf dat de mentaliteit van de mensen niet van de ene op de andere dag zal veranderen, maar officiële standpunten en wetten kunnen - en moeten - wel gewijzigd worden, zeker wanneer het om de bescherming van de fundamentele mensenrechten gaat. Op dat gebied is er in Europa al heel veel vooruitgang geboekt.

De Europese Unie is gebaseerd op de beginselen van vrijheid, democratie en eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. In het bijzonder artikel 13 van het EG-Verdrag, maar ook artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, verbieden uitdrukkelijk elke vorm van discriminatie op basis van seksuele geaardheid. Daarenboven hebben de EU-lidstaten zich er als leden van de Raad van Europa toe verbonden om het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens te respecteren.

Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam in 1997 heeft de Europese Unie de bevoegdheid om op te treden tegen discriminatie om een groot aantal redenen, waaronder discriminatie op basis van seksuele geaardheid. Sindsdien heeft de Europese Unie, dankzij de uitvaardiging van de richtlijnen inzake gelijkheid, een brede waaier van regelingen aangenomen die het mogelijk maken om in de hele Europese Unie in te grijpen in geval van discriminatie. Zo is onder meer discriminatie op basis van religieuze overtuiging, handicap of seksuele geaardheid op de werkvloer met een EU-richtlijn verboden.

Inderdaad hebben we reeds behoorlijk wat vooruitgang geboekt bij de aanpassing van de wetgevingssituatie met betrekking tot de bescherming tegen discriminatie en de bevordering van gelijke kansen op communautair niveau. Dit is echter geen reden om op onze lauweren te rusten, aangezien zelfs de meest verfijnde wetgeving geen zoden aan de dijk zet, zolang het aan politieke wil ontbreekt om ze consequent ten uitvoer te leggen en zolang ze niet door de hele bevolking ondersteund wordt.

(Applaus)

Hier is een belangrijke taak weggelegd voor de Europese Commissie. Het is aan de Commissie om te controleren of de richtlijnen, waaronder de richtlijnen die ik net heb vernoemd, tijdig en correct door de lidstaten worden omgezet. Het onlangs opgerichte Bureau voor de grondrechten zal op dit gebied in de toekomst voor extra ondersteuning zorgen, zodra het volledig slagvaardig is. Toch wil ik onderstrepen dat dit niet uitsluitend de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie is.

Ook wij, als politieke leiders op Europees, nationaal of regionaal niveau, kunnen en moeten het goede voorbeeld geven, door tolerantie, begrip, wederzijds respect en een vreedzaam samenleven te bevorderen. Daarbij moeten we ook aandachtig toezien op de toetsingsactiviteiten die de Europese Commissie in de huidige en mogelijke toekomstige kandidaat-lidstaten verricht. Zowel met het oog op mogelijke toetredingsonderhandelingen als in het kader van de Stabilisatie- en associatieovereenkomsten moet aan alle voorwaarden worden voldaan. Dat geldt ook en in het bijzonder voor de mensenrechten van seksuele minderheden.

Ten slotte is het onze taak om invloed uit te oefenen op de manier van denken, om de muren van vooroordelen en intolerantie in de hoofden van de mensen te slechten. Het doet me plezier dat, op gezamenlijk initiatief van de Commissie en het Duitse voorzitterschap, op 30 en 31 januari laatstleden in Berlijn de eerste Europese Gelijkheidstop heeft plaatsgevonden, die het begin heeft ingeluid van het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen. Dat jaar vormt een unieke gelegenheid om een solidaire maatschappij te promoten en om alle betrokkenen te mobiliseren voor de uitvoering van de nieuwe kaderstrategie van de Europese Unie voor non-discriminatie en gelijke kansen voor iedereen, zowel nu als na 2007.

Het programma is bedoeld om de publieke opinie bewuster te maken van het recht op gelijkheid en de strijd tegen discriminatie. Het wil tevens de boodschap uitdragen dat elk individu recht heeft op gelijke behandeling, ongeacht geslacht, ras, etnische afkomst, godsdienst of wereldbeschouwing, ongeacht een eventuele handicap, leeftijd of seksuele geaardheid. Laten we van deze gelegenheid gebruik maken om gezamenlijk de strijd aan te binden tegen intolerantie en discriminatie en om de positieve aspecten van diversiteit, respect, erkenning en tolerantie te promoten.

Alleen samen kunnen we ervoor zorgen dat de Europese Unie trots van zichzelf kan beweren dat ze ‘eenheid in verscheidenheid’ hoog in het vaandel heeft.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Vladimír Špidla, lid van de Commissie. - (CS) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, om te beginnen wil ik eraan herinneren dat de Commissie in haar verklaring over homofobie van 17 januari 2006 en de verklaring over de toename van racistisch en homofoob geweld in Europa van 14 juni 2006 alle uitingen van homofobie - die allen een inbreuk zijn op de menselijke waardigheid - streng heeft veroordeeld.

De Commissie wil hier opnieuw luid en duidelijk uitdrukking geven aan haar vastberadenheid om de grondrechten waarop de EU is gebaseerd te doen naleven. De Commissie gebruikt alle middelen en bevoegdheden die tot haar beschikking staan om te strijden tegen homofobie. Bestrijding van discriminatie op grond van de seksuele geaardheid is een absolute noodzaak. In artikel 21 van het Handvest van de grondrechten staat een regelrecht verbod hiertoe en tevens is het dankzij artikel 13 van het EG-verdrag mogelijk om tegen discriminatie op grond van geslacht de nodige maatregelen te treffen.

In 2000 heeft de Raad op basis van artikel 13 een richtlijn aangenomen waarmee het algemeen kader werd gecreëerd voor de strijd tegen discriminatie in verband met arbeid en beroep op welke grond dan ook, waaronder seksuele geaardheid. De Commissie ziet erop toe dat de richtlijn in de lidstaten correct wordt geïmplementeerd, eveneens in Polen. Ze zal niet aarzelen om de nodige stappen te ondernemen tegen elke lidstaat die de richtlijn niet goed ten uitvoer legt. De Commissie wil in verband hiermee erop wijzen dat zij in 2005 tevens een onderzoek is gestart naar de regelgeving in de lidstaten met betrekking tot het verbod op discriminatie van allerlei aard, waaronder op grond van seksuele geaardheid anders dan in verband met arbeid en beroep.

Uit dit onderzoek blijkt dat alle lidstaten waarop het betrekking had op een aantal gebieden verder, ja vaak zelfs vele malen verder gaan dan de regelgeving van de Gemeenschap. Desondanks bestaan er grote verschillen tussen de lidstaten wat betreft de mate van bescherming die wordt geboden. Verder heeft de Commissie aangekondigd in haar jaarlijkse beleidsstrategie voor 2008 nieuwe initiatieven voor te zullen leggen ter preventie van discriminatie buiten de arbeidsmarkt, waaronder discriminatie op grond van seksuele geaardheid.

In het kader hiervan is de Commissie in februari 2007 begonnen met een effectrapportage, waarmee moet worden vastgesteld of aanvullend optreden door de EU op andere gebieden dan verband houdend met arbeid en beroep gerechtvaardigd is. Op dit moment houdt de Commissie een omvangrijke raadpleging van het algemene publiek en de betrokken partijen, zoals NGO’s en de sociale partners. De resultaten van de effectrapportage worden voor het einde van 2007 verwacht. De Commissie is zich ervan bewust dat voor feitelijke bescherming van de personen in kwestie wettelijke bescherming op zich niet volstaat. Evenzo belangrijk is dat wordt gestreden tegen vooroordelen en stereotypen.

Het Europese jaar van gelijke kansen voor iedereen, nu in 2007, heeft de volgende doelstellingen: de burgers informeren over hun rechten, verscheidenheid neerzetten als een voordeel, gelijke kansen bewerkstelligen voor iedereen op economisch, sociaal, cultureel en politiek vlak. De Commissie is ingenomen met de nationale strategieën die door de lidstaten zijn opgesteld in samenhang met het Europese jaar. Alle landen, inclusief Polen, hebben alle mogelijke gronden van discriminatie onderdeel gemaakt van hun strategieën.

De Commissie heeft kennis genomen van de uitspraak van een lid van de Poolse regering met betrekking tot het voornemen een wetsvoorstel in te dienen met als doel het propageren van homoseksualiteit op scholen en alle andere instellingen voor jeugd en vrijetijdsbesteding, te verbieden. Volgens de informatie die de Commissie ter beschikking staat, is er vooralsnog geen sprake van een dergelijk wetsvoorstel en zijn de uitspraken van de Poolse regering hieromtrent niet bindend. Ingeval er daadwerkelijk een dergelijke wet mocht worden ingediend, dan zou deze strijdig kunnen zijn met de grondrechten zoals neergelegd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Ook zou een dergelijke wet strijdig kunnen zijn met het beginsel van non-discriminatie op het gebied van arbeid en beroep, oftewel strijdig met richtlijn 2078/EG.

De Commissie zal de verdere ontwikkelingen met aandacht blijven volgen en zal niet aarzelen in te grijpen ingeval van inbreuk op het Gemeenschapsrecht.

 
  
MPphoto
 
 

  Manfred Weber, namens de PPE-DE-Fractie. - (DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik wil - misschien iets rustiger dan zojuist - duidelijk maken dat wij als Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten vierkant achter de resoluties van het Europees Parlement en achter de richtlijnen staan die wij hier hebben aangenomen en die de Commissie heeft beschreven. Europa is een ruimte van recht en die moeten wij verdedigen.

Maar de aanleiding voor de discussie van vandaag, namelijk de uitspraak van een Poolse minister - die onaanvaardbaar is en die de Fractie van de Europese Volkspartij van de hand wijst - is geen reden voor een dergelijk debat. Zoals commissaris Špidla reeds heeft gezegd, hebben wij tijdens onze discussie over de discriminatie van homoseksuelen enkele weken geleden gezien dat enkele Europese politici helaas uitspraken doen die onaanvaardbaar zijn, en wij moeten die met politieke middelen bestrijden.

Ik wil erop wijzen dat het ons tot nadenken moet stemmen wanneer Poolse afgevaardigden uit alle fracties - ik denk met name aan de discussie bij de liberalen - zeggen dat datgene wat in Polen is gebeurd, onaanvaardbaar is, maar dat het debat in de eerste plaats in Polen zelf gevoerd moet worden en dat Polen zelf een oplossing moet zoeken voor die onaanvaardbare uitspraken. Naar verluidt, heeft Polen geen big brother nodig die zich bemoeit met zijn zaken, en zullen ze deze zaak zelf oplossen. Dat geeft ons tijd om na te denken. Wanneer wij deze zaak hier opblazen, bewijzen we degenen die discriminatie in Polen bestrijden zoals wij zouden willen, geen dienst.

Daarom verzoek u vriendelijk - en dit is een procedurele kwestie die wij aan de orde stellen - te aanvaarden dat het voor ons onjuist is vandaag te discussiëren over dit onderwerp, aangezien wij genoeg besluiten en richtlijnen hierover hebben. Nee tegen discriminatie, nee tegen homofobie in Europa! Daarom stellen wij voor ons Bureau te vragen de situatie te volgen en een oogje in het zeil te houden. De Fractie van de Europese Volkspartij zal morgen dienovereenkomstig handelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Martine Roure, namens de PSE-Fractie. - (FR) Mevrouw de Voorzitter, op 16 januari 2006 heb ik hier vanaf dezelfde plaats het woord gevoerd om de resolutie over homofobie te verdedigen. Dat was niet de eerste keer, en ik vrees dat dit ook niet de laatste keer zal zijn. Wij willen namelijk een eind maken aan de verschillende behandeling van homoseksuelen op het grondgebied van de Unie, en wij beseffen maar al te goed dat wij nog een lange weg te gaan hebben. Ik herinner u eraan dat ons slechts enkele dagen scheiden van de Werelddag tegen homofobie.

De vandaag aan ons voorgelegde tekst maakt gewag van gevallen van homofobie in verschillende landen van de Unie, maar ook van een verklaring van de Poolse vice-premier. Wij willen geen regering of lidstaat stigmatiseren, maar deze hekelschriften onthullen dat homofobie weer de kop op steekt in de Europese Unie. Deze verklaringen tonen namelijk aan dat er een onaanvaardbare gemoedsgesteldheid heerst, en ze komen uit de mond van niet zomaar iemand, maar van een regeringslid.

Daar moet een eind aan worden gemaakt. Wij moeten ons opnieuw tegen deze walgelijke uitlatingen verzetten, en ik wil dan ook hier en nu de nieuwe, weerzinwekkende en verwerpelijke publicatie van de heer Giertych, lid van ons Parlement, aan de kaak stellen. Hij heeft zijn tweede boekje uitgedeeld waarin hij suggereert dat homoseksuelen zieken zijn. Al degenen die zich terecht gekwetst voelen door deze daden en deze hatelijke uitlatingen, alle jongeren die ontdekken dat zij anders zijn en die soms zelfs tot het uiterste gaan en zichzelf ombrengen, moeten weten dat Europa niet zo is.

Wij mogen niet onze tijd verliezen met het aannemen van resoluties om discriminatie van homoseksuelen te bestrijden. In de toekomst moeten wij nagaan welke instrumenten nodig zijn om efficiënt op te kunnen treden. Eenieder in de Unie moet nu zijn of haar verantwoordelijkheid nemen.

(Applaus van links)

 
  
MPphoto
 
 

  Sophia in 't Veld, namens de ALDE-Fractie. - Voorzitter, ik wil even een misverstand uit de weg ruimen: deze resolutie gaat niet over Polen, maar over homofobie. Jammer genoeg heeft Polen niet het monopolie op homofobie, het komt helaas overal voor. Maar het is wél zo dat we al anderhalf jaar geleden hebben gesproken over de problemen in Polen en dat we het daar vandaag de dag nog steeds over hebben. Zoals Martine Roure terecht net zei, het is niet zomaar iemand die dit soort uitspraken heeft gedaan, het zijn opinieleiders, het zijn leden van de regering die bijdragen aan een klimaat waarin haat en geweld normaal worden.

Twee weken geleden is er in mijn eigen land - een land dat buitengewoon tolerant en liberaal is - een homoseksuele man op straat doodgeslagen, omdat iemand vond dat hij er te vrouwelijk uitzag. Doodgeslagen! Kunt u zich dat voorstellen? Zulke dingen gebeuren er in een klimaat dat wordt geschapen door mensen, die zich schuldig maken aan homofobe uitspraken. Dus je kunt niet zeggen: omdat er nog geen wetsvoorstel voorligt, is er niets aan de hand. Ik ben wat dat betreft ook buitengewoon tevreden dat mijnheer Weber, namens de EVP, evenals de ombudsman zo krachtig afstand hebben genomen van de uitspraken van de Poolse minister in kwestie.

Ik zou graag net zo'n krachtige uitspraak willen van de Raad en van de Commissie. De Commissie en vooral de Raad hebben gezegd, we hebben wetten en we hebben regels en verdragen; dat is allemaal prachtig, maar dat heeft tot nu toe die mensen er niet van weerhouden om dit soort homofobe uitspraken te doen. We willen graag wat meer actie. We willen graag dat de Raad bijvoorbeeld aangeeft wat hij gaat doen met die minister van Onderwijs. Gaat u tolereren dat die minister van Onderwijs aanzit bij de vergaderingen van de ministers van Onderwijs van Europa of bent u bereid om te overwegen deze minister te schorsen zolang hij geen afstand neemt van zijn uitspraken?

Voorzitter, het is voor de eerste keer dat we dit soort uitspraken doen over lidstaten, want er zijn er meerdere in de Europese Unie; we zijn er altijd als de kippen bij om naar andere landen met de vinger te wijzen, maar ik denk, dat, als wij als Europa serieus zijn, als we een gemeenschap van waarden zijn, we eerst in eigen huis orde op zaken moeten stellen. Ik hoop dat wij vandaag als Europees Parlement een heel helder signaal geven aan Europa en aan de wereld dat wij voor die waarden staan.

 
  
MPphoto
 
 

  Konrad Szymański, namens de UEN-Fractie. - (PL) Mevrouw de Voorzitter, agressief gedrag tegen homoseksuelen is een probleem in veel Europese samenlevingen, maar is zeker niet het grootste probleem. We hebben ook problemen met zulk gedrag door overheidsinstanties in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Italië, om enkele voorbeelden te noemen. Dat moge zo zijn, maar ik zou nooit op het idee komen om daar een debat in het Europees Parlement aan te wijden en advies uit te brengen. De regeringen van de lidstaten weten zelf het best hoe ze dit moeten aanpakken.

Het is jammer dat sommige collega’s hier denken dat dit niet geldt voor bijvoorbeeld Polen. Daar kan maar één reden voor zijn. Dit Parlement wordt bij de neus genomen door een groep extremistische afgevaardigden die onmiddellijk op hun achterpoten staan zodra ook iemand iets polemisch zegt en het woord homoseksualiteit valt (applaus). Ik wil erop wijzen dat homoseksuelen niet automatisch gevrijwaard zijn van kritiek. Dat is de basis van de democratie. Buigen voor homoseksuele censuur is een kenmerk van dit Parlement geworden. Ik denk niet dat onze autoriteit hier ook maar enigszins bij gebaat is.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Kathalijne Maria Buitenweg, namens de Verts/ALE-Fractie. - Voorzitter, allereerst misschien voor de laatste collega, misschien ter geruststelling, we hebben wel degelijk in het Parlement ook wel eens gesproken over hooliganism, maar er is hier wel wat anders aan de hand. Want in dát geval is het niet zo dat de regering ertoe oproept om allerlei geweld te plegen, terwijl ik in dit geval, zeker in het geval van Polen, toch wel begin te vinden dat de homofobie als het ware door de staat wordt georganiseerd. Als je kijkt wat voor uitspraken er soms werden gedaan door de leden van de Poolse regering: "homoseksualiteit zou demoraliserend zijn, pervers, een psychische afwijking, een bedreiging voor de samenleving".

Ik heb goed geluisterd naar wat commissaris Špidla zei; hij zei: "als er een wet wordt voorgesteld, dan ga ik reageren". Ik waardeer dat en ik zie ook wel dat commissaris Špidla ziet waarom zo'n wet een bedreiging zou zijn voor de Europese waarden en een inbreuk op de Europese wetten. Maar ook nù is er al iets aan de hand en dat mis ik nog een beetje in het betoog, want het is natuurlijk niet zo dat regeringen vrijblijvend allerlei voorstellen kunnen doen en die dan weer kunnen terugnemen en dat wij dan kunnen zeggen: nou, er is uiteindelijk toch niks aan de hand.

Want er wordt natuurlijk wel iets in gang gezet: homofobie wordt natuurlijk op die manier wel wat meer wijdverbreid in de samenleving en u bent ook verantwoordelijk voor de naleving van de antidiscriminatiewetgeving op de arbeidsmarkt. U denkt toch niet werkelijk dat er sprake kan zijn van gelijke kansen op een arbeidsmarkt, als de homofobie wijdverbreid is in de samenleving? Dus hoe gaat u daarmee om? Hoe gaat u om met regeringen die homofobie in feite stimuleren? Wat zijn de gevolgen daarvan voor de arbeidsmarkt? Dat hoor ik graag van u.

Tot slot aan de PPE: ik vind het jammer dat jullie de UEN hebben gesteund. U zegt, het is alleen om procedurele redenen. Het zou ontzettend goed zijn als we dan met een hele delegatie van het Parlement, inclusief van uw fractie, bij een aantal van de gay pride marches aanwezig zullen zijn in Warschau, in Riga en in een hoop andere landen. Ik zou het ontzettend waarderen als we hand-in-hand daar kunnen staan. Bij deze de uitnodiging! Misschien kunnen we het waar maken!

 
  
MPphoto
 
 

  Giusto Catania, namens de GUE/NGL-Fractie. - (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik geloof dat het heel hypocriet zou zijn geweest als het Europees Parlement dit onderwerp vandaag niet besproken zou hebben; als wij dus niet gesproken zouden hebben over het feit dat in de afgelopen jaren de publieke manifestaties en uitspraken tegen homo’s in Europa zijn toegenomen.

De uitspraken van de Poolse minister zijn ronduit gênant en volgen op het verbod van de Poolse regering om de Gay Pride te houden. Ondanks de verontwaardiging van de publieke opinie heeft de minister zijn ernstige uitspraken nooit ontkend.

Helaas is dit niet het enige voorval in Europa. In het beschaafde Europa nemen de uitingen van onverdraagzaamheid toe. Dikwijls lezen wij van gevallen van geweld tegen mannen en vrouwen vanwege hun seksuele geaardheid, of moeten wij machteloos toezien hoe er steeds vaker gepest wordt op scholen, waardoor jongeren zelfs tot zelfmoord gedreven kunnen worden, zoals onlangs in Italië is gebeurd.

Daarom mogen politici geen tekenen van onverdraagzaamheid geven, en mogen zij geen verklaringen afleggen, zoals de Poolse minister heeft gedaan, want dan loopt men het risico dat homofobe gedragingen gelegitimeerd worden.

Dit geldt voor de politiek, maar het geldt ook voor de leiders van de kerk, die steeds vaker de gelegenheid aangrijpen om hun afkeer van homoseksuelen te uiten, door deze mensen als zondaars aan te merken. Geen enkele discriminatie is aanvaardbaar, en des te meer is het onaanvaardbaar te discrimineren op grond van seksuele geaardheid.

Dit Parlement heeft destijds Rocco Buttiglione afgewezen vanwege zijn uitspraken. Ik geloof dat er behoefte is aan een sterke boodschap van de Commissie, zodat deze haar beloften nakomt en concrete maatregelen neemt tegen iedere vorm van discriminatie.

De Europese geschiedenis en cultuur hebben veel te danken aan de gevoeligheid van mannen en vrouwen die door autoritaire regimes zijn vervolgd en nog steeds door reactionaire en racistische culturen worden gecriminaliseerd in Europa. Wij hebben veel te danken aan Sappho, Pasolini, Oscar Wilde, Michel Foucault, André Gide. Ik vind het triest te moeten beseffen dat, als het aan deze obscurantistische culturen had gelegen, deze grote artiesten niet eens hun mond hadden kunnen opendoen.

Ik denk en hoop dat ook dit Parlement het ermee eens is dat een anti-homoseksuelencultuur niet aanvaard kan worden en met geweld moet worden bestreden.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin, namens de IND/DEM-Fractie. - (SV) Mevrouw de Voorzitter, dat homofobie in 2007 nog steeds een probleem is in Europa, is zeer betreurenswaardig en onrustbarend. En nog betreurenswaardiger is het dat er collega’s in dit Parlement zijn die ertoe bijdragen om de situatie voor homo-, bi- en transseksuelen te verergeren door hun duidelijk homofobe uitspraken. Die uitspraken worden hier in het Parlement gedaan, maar ook op grote schaal in hun land van herkomst. Als deze homofobe toon wordt opgezweept, brengt dat ook het gevaar met zich mee dat homo-, bi- en transseksuelen worden blootgesteld aan zowel fysiek als psychisch geweld, zoals vorig jaar is gebeurd bij diverse Gay Pride optochten in heel Europa.

Nog erger is het wanneer geloof en religie als excuus worden gebruikt om EU-burgers te discrimineren. U begrijpt ongetwijfeld wat ik bedoel. Het gaat hier om middeleeuwse waardeoordelen die niet thuishoren in onze moderne samenleving. Het Europa van 2007 zou ontwikkelder moeten zijn. Laten we de homofobie overal bestrijden waar die voorkomt, in de politiek, de media en in de kringen waarin wij allen dagelijks verkeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Philip Claeys, namens de ITS-Fractie. - Mevrouw de Voorzitter, in januari vorig jaar hebben wij al een debat gehouden over homofobie in Europa. Ik heb toen onder meer gezegd dat niemand in het Europees Parlement mag aanvaarden dat homoseksuelen omwille van hun geaardheid worden achtergesteld, aangevallen, geïntimideerd of wat dan ook. Ik heb toen tegelijkertijd ook gewaarschuwd tegen de geest van politieke correctheid die de vrije meningsuiting stilaan aan het versmachten is. Er begint zich inderdaad, naast homofobie en andere fobieën, ook een soort freedom of speech-fobie te ontwikkelen, een irrationele angst om mensen vrijuit hun mening te laten verkondigen. Wat mijn fractie niet bevalt in het debat van vandaag en in de resoluties die werden ingediend, is dat men één specifieke lidstaat viseert en dan nog op basis van informatie waarvan de juistheid wordt betwist. Dat is geen correcte manier van handelen. Men zou hier beter wat voorzichtiger te werk kunnen gaan om te vermijden dat de bevolking in die lidstaat zich nog meer afkeert van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Michael Cashman (PSE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik neem het woord uit verdriet, niet uit woede. Zelfs na de Tweede Wereldoorlog hebben we nog onze les niet geleerd. In de jaren dertig van de vorige eeuw keken we toe hoe joden, communisten, vakbondsleden en homoseksuelen werden afgevoerd naar de kampen. We stonden erbij en keken ernaar. We deden of zeiden niets.

Tegenwoordig weten we beter. Tegen de landen die onder overheersing en onderdrukking hebben geleefd, wil ik zeggen dat van alle landen juist zij de waarde van fundamentele mensenrechten, vrijheid van vereniging, vrijheid van meningsuiting en het recht op een persoonlijke levenssfeer zouden moeten kennen.

(Applaus)

U zou ons moeten onderrichten met betrekking tot fundamentele waarden. Daarom zullen we niet aarzelen om de mensenrechten en zij die daarvoor opkomen, te verdedigen, waar ter wereld zij zich ook bevinden.

Tegen allen die zich aangevallen voelen, waar ook ter wereld - en ik, als homoseksueel, had geboren kunnen worden in Polen, Letland of de Tsjechische Republiek, waar ik zou hebben moeten vrezen voor mijn baan en mijn leven - wil ik zeggen dat ze niet alleen staan. Wij staan achter ze, en we zullen winnen om de simpele reden dat goedheid en rechtvaardigheid uiteindelijk altijd zegevieren.

Als we verwijzen naar regerende politici en de uitspraken die werden gedaan, hebben we het niet over een eenmalige uitspraak, maar over een reeks uitspraken die in de loop der jaren bewust zijn gedaan. Haatdragende taal creëert een klimaat waarin bepaalde mensen om de een of andere reden minderwaardig zijn, waarin die personen een bedreiging vormen voor de samenleving. Er wordt een klimaat gecreëerd dat angst met zich meebrengt, en waarin bepaalde rechten worden bedreigd. Eens gezegd, blijft gezegd: de berokkende schade blijft doorwerken, en door hetgeen wat gezegd is, nemen misdadigers maar al te vaak het heft in eigen hand, wat tot geweld leidt.

Ik hoor dat de heer Weber zich uitspreekt tegen homofobie. Het is echter betreurenswaardig dat hij er zich ook tegen uitspreekt er hier vandaag iets tegen te doen in dit Parlement.

Ik wil besluiten met te zeggen dat we zullen slagen, maar dat betekent dat we onze verantwoordelijkheid moeten nemen om de mensenrechten te verdedigen en schendingen daarvan te beëindigen, waar ter wereld ze ook plaatsvinden.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Jan Jerzy Kułakowski (ALDE). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, ik wil iets zeggen namens de Poolse delegatie in het liberaal-democratische smaldeel van de fractie van de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa.

In de eerste plaats accepteren we geen enkele vorm van discriminatie en zijn we voor totale tolerantie in dit soort zaken.

In de tweede plaats willen we benadrukken dat er een groot verschil bestaat tussen het niet discrimineren van homoseksuelen en het stimuleren van homoseksualiteit als levenswijze. Tolerantie ja, non-discriminatie ja, maar stimulering nee, want dat is geen maatregel die de eerbiediging van de mensenrechten bevordert.

En tot slot is dit geen politieke kwestie, die ook niet als zodanig moet worden behandeld. Dit is een morele kwestie die ten diepste verbonden is met het pluralisme, dat kenmerkend moet zijn voor de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogdan Pęk (UEN). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, degenen die net zo graag wilden stemmen over de noodzaak van dit debat, hebben nu als eersten de zaal verlaten. Dat is de beste illustratie voor het feit dat hun intenties niet oprecht waren en dat hun argumenten kunstmatig zijn en bedoeld voor politieke doeleinden. Het is een poging om een regering aan te pakken die niet naar de zin is van een aantal politieke groeperingen: de liberalen, links, uiterst links, enzovoorts.

Dat kan ik nog begrijpen, maar in hemelsnaam, toen in het nog niet zo verre verleden in uw landen duizenden brandstapels brandden, verzamelden de vluchtelingen zich in Polen. De joden, die in heel Europa vervolgd werden, vluchtten naar Polen. Polen is een symbool van tolerantie. De poging die hier wordt gedaan om de wereld en Europa ervan te overtuigen dat Polen een broeinest van intolerantie jegens homoseksuelen is, is obsceen en politieke laster, een cynische manoeuvre om de publieke opinie om de tuin te leiden. Ik protesteer hiertegen, omdat het fundamenteel onjuist is.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE). - (ES) Ik denk dat de heer Cashman de gevoelens van de meerderheid van dit Parlement heel goed heeft verwoord, en daarom denk ik dat nogmaals herhaald moet worden dat we onze stem moeten verheffen tegen bepaalde denkwijzen.

Het probleem is hier niet de vrijheid van meningsuiting; het probleem is dat bepaalde tegen de seksuele vrijheid gerichte uitspraken afkomstig zijn van overheidsinstellingen, van staten en regeringen die deel uitmaken van de Europese Unie, die verdragen hebben ondertekend, zoals het Verdrag betreffende de Europese Unie, waarin in artikel 6 duidelijk het recht is neergelegd op het maken van een eigen keuze, ook op seksueel gebied.

Laten we propaganda niet verwarren met het recht van personen om vrij te kiezen wie of wat ze willen zijn, op elk moment, in elke omstandigheid en in elke lidstaat van de Europese Unie.

Ik denk dus dat deze uitspraken, zoals de heer Cashman dat ook heel goed heeft verwoord, geen geïsoleerde uitspraken zijn, maar deel uitmaken van een tendens, van een welbewuste strategie om de fundamentele waarden van de Europese Unie in twijfel te trekken. Ze kunnen niet ongestraft blijven.

Dit Parlement moest wel reageren - en ik denk dat het dat aan het doen is - hoewel ik vrees dat het helaas niet de eerste keer is. Maar we zullen hier altijd op blijven hameren, en hoewel het vervelend is om steeds maar te hameren op zaken die vanzelfsprekend zijn, moeten we dat toch doen, omdat - zoals de heer Cashman ook heeft gezegd - we gelijk hebben en ook gelijk gaan krijgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Witold Tomczak (IND/DEM). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, iedereen heeft het recht om te leven en verdient respect en hulp. Dat geldt ook voor misleide en beschadigde mensen die bezweken zijn voor homoseksuele neigingen. De oplossing is echter niet blinde acceptatie, en ook niet intolerantie, maar begrip en vriendelijkheid. De oplossing is om mensen die ziek zijn te helpen om beter te worden, en dat is wat er van ons wordt verwacht.

Het accepteren van homoseksualiteit als iets natuurlijks en normaals is het verheerlijken van pijn en lijden. Dat is verkeerde en gevaarlijke politieke correctheid. Homoseksuele praktijken gaan in tegen de wetten van de natuur, omdat ze het geschenk van het leven uitsluiten. Het stimuleren ervan is een aanval op het gezin en leidt tot abnormaliteiten.

Geachte Europeanen, in plaats van onterechte kritiek te uiten op Polen, zou u het voorbeeld van Polen moeten volgen waar het gaat om moraliteit, tolerantie en normaliteit. In dit land is het boek Coming out Straight. Understanding and Healing Homosexuality gepubliceerd. De auteur is Richard Cohen, die zichzelf van zijn homoseksualiteit heeft bevrijd en nu een gelukkig man en vader is. Laten we lering trekken uit zijn ervaring.

De zogenaamde verdedigers van de mensenrechten die vandaag zo’n drukte maken en het probleem uitvergroten vraag ik: waarom negeert u de morele decadentie van de media, de discriminatie van normale gezinnen, waarom sluit u uw ogen voor de massamoord op kinderen in de schoot van hun moeders?

 
  
MPphoto
 
 

  Józef Pinior (PSE). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, de Campagne tegen homofobie en Lambda Warschau hebben een rapport gepubliceerd over de situatie van biseksuelen en homoseksuelen in de Poolse samenleving in de jaren 2005 en 2006. In het rapport wordt een beeld van vervolging geschetst. Eén of de vijf homoseksuelen was geduwd of geslagen. De helft van de ondervraagden was beledigd, lastiggevallen of gechanteerd. De aanvallen op homoseksuelen zijn de afgelopen tijd toegenomen. Van de personen die fysiek geweld hadden ondervonden, had bijna 42 procent dat meer dan drie keer meegemaakt in de afgelopen vijf jaar.

Ik moet helaas bevestigen dat homoseksuelen vandaag de dag voor bescherming niet kunnen vertrouwen op de instanties van de Poolse staat, die door een conservatief-nationalistisch-populistische coalitie wordt geleid. Vertegenwoordigers van de regering geven vaak openlijk uiting aan een ideologie van haat, intolerantie en discriminatie van homoseksuelen. Daarom is de resolutie van vandaag zo belangrijk, zeg ik tegen mijn Poolse vrienden van rechts! Voor deze mensen is het Europees Parlement een voorvechter van rechtvaardigheid geworden, een baken in het duister waardoor ze kunnen blijven hopen dat hun fundamentele burgerrechten gerespecteerd zullen worden en ze een waardig leven kunnen leiden.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Iemand vraagt het woord voor een motie van orde.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Stubb (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, neen, dat kan ik niet omdat ik geen motie van orde heb. Ik wilde slechts zeggen dat hetgeen de heer Tomczak zegt, precies aantoont waarom we in dit Parlement een debat moeten voeren over homofobie. Dat waren de meest homofobische uitspraken die ik sinds zeer lange tijd heb gehoord in dit Parlement, en ze stemmen mij oprecht somber.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Günter Gloser, fungerend voorzitter van de Raad. - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, ik wil gebruik maken van dit debat om terug te komen op een toespraak die de voorzitter van de Raad hier in dit Parlement heeft gehouden over een Europa van waarden en tolerantie. Dit is een zeer belangrijk punt dat voor zeer veel gebieden geldt

Wij hebben vandaag uitvoerig gediscussieerd over verschillende andere onderwerpen, waarbij wij ons hebben beziggehouden met problemen buiten de Europese Unie. Wanneer wij dit doen - en wij doen dit terecht –, is het volkomen legitiem tevens te kijken naar datgene waaraan wij in ons eigen huis nog steeds niets hebben gedaan, namelijk de intolerantie ten opzichte van homoseksualiteit. Daarom wil ik u vragen - ook al hebben velen een andere mening over dit onderwerp - in ieder geval te tolereren dat we een debat voeren en in te zien dat het eveneens belangrijk is dat de Commissie beschikt over instrumenten op basis waarvan zij adequate stappen kan nemen ter bestrijding van deze discriminatie.

Namens het voorzitterschap kan ik slechts uitdrukkelijk herhalen dat wij verplicht zijn dit niet aan de Commissie of de parlementen alleen over te laten, maar dat wij ook actief moeten proberen onze samenleving bewust te maken van dit onderwerp, zodat er een eind komt aan deze discriminatie. Ik hoop dat het debat van vandaag in ieder geval een klein steentje hiertoe heeft bijgedragen.

 
  
MPphoto
 
 

  Vladimír Špidla, lid van de Commissie. - (CS) Dames en heren, mensenrechten zijn onvervreemdbaar en mijns inziens vormen zij de basiswaarde waarop het hele Europese bouwwerk gefundeerd is.

Gezien de zeer diepgaande en emotionele discussie, zou ik graag nog eens willen citeren wat de Poolse vice-minister nu precies gezegd heeft. Volgens de woorden van de Poolse vice-minister zal het wetsvoorstel voorzien in de vervolging van eenieder die homoseksualiteit en andere afwijkingen propageert. Mij dunkt dat dit detail er genoeg aanleiding toe geeft om aan te nemen dat indien een dergelijke wet wordt ingediend, een specifieke groep mensen zal worden gestigmatiseerd op grond van hun seksuele geaardheid. Om die reden zou iets dergelijks vanuit het oogpunt van het Europees recht onacceptabel zijn.

Dames en heren, de Commissie zal alle middelen waarover zij beschikt aanwenden om het recht van alle burgers in alle landen te beschermen, en ik denk dat hier zeer terecht werd gesteld dat homofobie niet iets is dat slechts in een bepaald land voorkomt, maar dat het een meer algemeen voorkomend fenomeen is. Maar het is natuurlijk wel zo dat we ons hier vandaag buigen over een uitspraak die gedaan is door een lid van de regering van een specifiek land.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Tot besluit van het debat zijn vier ontwerpresoluties(1) ingediend, overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement

Het debat is gesloten.

De stemming vindt donderdag om 12.00 uur plaats.

(De vergadering wordt om 17.50 uur onderbroken en om 18.00 uur hervat.)

 
  
  

VOORZITTER: DIANA WALLIS
Ondervoorzitter

 
  

(1) Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid