Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2005/2145(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0337/2007

Ingediende teksten :

A6-0337/2007

Debatten :

PV 10/10/2007 - 23
CRE 10/10/2007 - 23

Stemmingen :

PV 11/10/2007 - 8.3
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0432

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 10 oktober 2007 - Brussel Uitgave PB

23. Gevolgen van het akkoord tussen Gemeenschap-lidstaten/Philip Morris over de strijd tegen fraude en sigarettensmokkel en uitvoering van de aanbevelingen van de Enquêtecommissie inzake communautair douanevervoer van het Europees Parlement (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is het verslag (A6-0337/2007) van Bart Staes, namens de Commissie begrotingscontrole, over de gevolgen van het akkoord tussen de Gemeenschap, de lidstaten en Philip Morris betreffende het opvoeren van de strijd tegen fraude en sigarettensmokkel en over de vorderingen die zijn geboekt met betrekking tot de uitvoering van de aanbevelingen van de Tijdelijke Enquêtecommissie communautair douanevervoer van het Europees Parlement (2005/2145(INI))

 
  
MPphoto
 
 

  Bart Staes (Verts/ALE), rapporteur.(NL) Voorzitter, collega’s, commissaris, vaak is het zo dat de verslagen van de Commissie begrotingscontrole, dat is toch de antifraudecommissie van het Europees Parlement, minder goed nieuws brengen. Er is dan vaak sprake van zwakheden, onregelmatigheden, gesjoemel, soms zelfs van fraude en bedrog. Ik ben blij, collega’s, dat ik jullie vandaag een succesverhaal kan brengen, dat ik jullie een positief verhaal kan brengen, een verhaal dat aantoont hoe de samenwerking tussen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten ervoor kan zorgen dat problemen worden opgelost.

Wat is de context? Sigarettensmokkel werd begin jaren negentig ontdekt als een megafraude. Honderden miljoenen ecu - we spraken toen nog van ecu en niet van euro’s - verdwenen in de zakken van criminelen ten laste van de begrotingen van de Europese Unie en de lidstaten. Reeds in 1994 richtte het toenmalige UCLAF - dat is de voorganger van OLAF - een task force sigaretten op. In 1996 en 1997 onderzocht een onderzoekscommissie van het Europees Parlement - dat was trouwens de allereerste onderzoekscommissie die van start ging onder de bepalingen van het Verdrag van Maastricht - het geheel van transitfraude.

De onderzoekscommissie stelde vast dat het controlesysteem inzake transitoverkeer een archaïsch systeem was. Vrachtwagens in transit moesten bij het douanekantoor waar de goederen de Unie binnenkwamen, een papier laten afstempelen, dan door de Unie rijden en bij het douanekantoor waar de goederen de Unie verlieten dat document weer laten afstempelen. Dat document moest dan worden teruggestuurd naar het douanekantoor van invoer. Daar waren heel wat problemen mee. Die papieren kwamen veel te laat terug, soms drie, vier maanden. Er was het probleem van valse papieren. Er was ook het probleem van nagemaakte stempels. Een van de belangrijkste aanbevelingen van die onderzoekscommissie was dan ook dit hele archaïsche systeem dat gebaseerd was op papier en stempels, te vervangen door een gecomputeriseerd systeem.

Dit NCTS-systeem werd geleidelijk ingevoerd, is ondertussen operationeel in alle lidstaten en het helpt de douanediensten in real time te detecteren of goederen illegaal aan het douanetoezicht ontsnappen. Een enorme vooruitgang dus. Dit alles sluit natuurlijk niet uit dat er nog altijd valse verklaringen van aangifte kunnen worden gedaan en daarom vragen wij de Commissie ook hier een systeem op te zetten, zodat de valse aangifte van goederen voorkomen wordt. We vragen ook dat OLAF rechtstreeks toegang heeft tot dit gecomputeriseerd systeem.

Zoals gezegd, werkte die onderzoekscommissie vooral aan het probleem van sigaretten. Sigaretten werden dus in transit door het grondgebied vervoerd van de ene douanepost naar de andere, maar heel vaak gebeurde het dat die goederen, die sigaretten, op de zwarte markt terechtkwamen. Heel vaak gebeurde het ook dat die goederen weer de Unie werden binnengesmokkeld. Dat zorgde voor immense problemen, ook soms voor geweld. In Italië bijvoorbeeld zijn zelfs twee agenten van de Guardia di Finanza vermoord.

In het hele onderzoek bleek ook dat sommige tabaksfabrikanten onder één hoedje speelden met de smokkelaars en op basis van die aanwijzingen heeft de Commissie samen met een aantal lidstaten een proces aangespannen tegen Philip Morris voor de rechtbank van New York. Gaandeweg werd duidelijk dat Philip Morris het bijzonder moeilijk zou krijgen om dat proces te winnen en in 2004 werd met Philip Morris een deal gesloten. In ruil voor 1,25 miljard dollar, te spreiden over een periode van twaalf jaar, werd afgezien van de voorzetting van het proces voor de rechtbank van New York.

Maar het tweede deel van de overeenkomst met Philip Morris was eigenlijk misschien nog wel belangrijker. Het bevatte bepalingen over samenwerking tussen Philip Morris en de Europese Unie met betrekking tot het traceren en opsporen van sigaretten. Indien ladingen sigaretten werden aangetroffen door de douanediensten en de bepalingen van deze overeenkomst niet gevolgd werden, dan verbond Philip Morris zich ertoe onmiddellijk de ontlopen douanerechten te betalen. En dat kan gaan tot anderhalf miljoen euro per container sigaretten.

Ik herhaal, dit is een succesverhaal. Het toont aan hoe Parlement en Commissie samen kunnen werken. Toch ook enige punten van kritiek. Die 1,25 miljard dollar worden verdeeld tussen de Commissie en de lidstaten. Slechts 9,7 procent gaat naar de Commissie en het leeuwendeel gaat naar de lidstaten. Ik denk dat dat niet billijk is, te meer daar OLAF en de Commissie het leeuwendeel van het werk verzetten.

Een tweede punt van kritiek. In de geest van het akkoord was het zo dat dit geld gebruikt zou moeten worden voor fraudebestrijding. De Commissie heeft haar werk gedaan. Ze heeft een deel van dat geld gespendeerd aan het Herculus II-programma. De lidstaten echter laten dat gewoon in hun staatskas circuleren en eigenlijk zouden zij dat geld moeten gebruiken om hun opsporingsdiensten, bijvoorbeeld de douanediensten, beter te gaan uitrusten en deze vorm van fraude sterker te gaan bestrijden.

Nogmaals, Voorzitter, dit ís een succesverhaal dat misschien ook wel gebruikt kan worden voor andere producten. Ik denk aan alcohol. Ik denk aan sommige landbouwproducten. En ik hoop dat ik met dit verslag een positieve noot heb gebracht in het belangrijke werk dat de Commissie, de heer Kallas en ons Parlement verrichten in de strijd tegen fraude.

 
  
MPphoto
 
 

  Siim Kallas, vicevoorzitter van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zou de heer Staes willen bedanken voor zijn initiatiefverslag, alsook het Europees Parlement voor zijn steun in deze kwesties en voor diens zoektocht naar een oplossing hierin.

In mijn bijdrage wil ik allereerst iets zeggen over het systeem van het communautair transito, een onderwerp dat onder de bevoegdheid valt van mijn collega Lázló Kovács. Het Europees Parlement geeft aan buitengewoon ingenomen te zijn met de succesvolle invoering van het nieuwe gecomputeriseerde transitosysteem. Het is inderdaad een enorme verandering ten opzichte van het archaïsche werken met papier. Tegen 1 juli 2009 zal het geüpgrade systeem volledig werkzaam zijn.

Risicobeheer is een modern toezichthoudend middel. De Commissie werkt aan actieve tenuitvoerlegging van het risicobeheerssysteem van de douanediensten, om zo doelgerichte controles te kunnen uitvoeren. Op dit moment zijn we samen met de lidstaten bezig met het opstellen van criteria en prioriteiten en met het opzetten van het IT-platform. Het nieuwe systeem biedt ons tevens de mogelijkheid tot regelmatig toezicht op de doeltreffendheid van de uitgevoerde risicoanalyses. Met de geplande ontwikkeling van het transitoinformatiesysteem tegen fraude zijn we beter in staat de risico’s op transitofraude te analyseren en tegen te gaan. In eerste instantie is dat met betrekking tot gevoelige goederen en in latere instantie voor alle andere transitogoederen. Dit is voor de lidstaten de voorwaarde om de Commissie meer toegang te verlenen tot de gegevens betreffende goederenbewegingen van het NCTS-systeem. Echter, indien verdere financiering van het NCTS bevroren wordt, zoals in het verslag wordt voorgesteld, zal de noodzakelijke verdere ontwikkeling van doeltreffendere systemen voor toezicht op de doorvoer allesbehalve geholpen zijn.

Dan nog een paar opmerkingen over BTW-fraude. Het Britse Hogerhuis heeft in zijn verslag gewezen op de vele factoren die aan de grondslag liggen van de ploffraude. We hebben echter geen enkele aanwijzing gevonden voor de bewering dat zwakke plekken in het transitosysteem geleid zouden hebben tot carrouselfraude. Ik wil er graag op wijzen dat, ook al was transito bij de traditionele eigen-middeleninspecties tussen 2001 en 2006 - toen alles in beweging was - inderdaad niet bepaald een prioriteit, er niet helemaal géén aandacht voor was. Dankzij vele inspecties is de betaling van eigen middelen en rente gevorderd. Hieruit blijkt dat we doeltreffend gebruik maken van de inspectiemiddelen die de Commissie tot haar beschikking heeft. Zo wordt vermeden dat moet worden teruggevallen op ex ante audits.

Nu een woordje over de anti-fraudeovereenkomst met Philip Morris International, een kwestie die tot mijn portefeuille behoort. Graag wil ik het Parlement bedanken voor zijn niet aflatende steun. De Commissie heeft er telkens weer op gewezen dat zij hoopt dat deze overeenkomst als model dienen kan voor soortgelijke overeenkomsten met andere bedrijven. Dan wat betreft de geldelijke middelen die uit deze overeenkomst voortkomen, kan ik u zeggen dat het nieuwe Hercules-programma in Griekenland financiering heeft gekregen voor de strijd tegen sigarettensmokkel en -namaak, hetgeen nieuwe doelstellingen zijn. We bekijken nu of het programma ook kan worden ingezet ter financiering van de inrichting van een laboratorium waar de authenticiteit van sigaretten kan worden geverifieerd.

Maar ik moet u zeggen - en de heer Staes weet dit maar al te goed - dat de verdeling van het geld een ware nachtmerrie was, en dat het dat de komende financiële periodes ook blijven zal. Uiteraard ben ik zeer ingenomen met de steun voor en de voortdurende belangstelling van het Parlement in de aanwending van deze gelden, want ook mij is er alles aan gelegen dat dit geld wordt ingezet in de strijd tegen sigarettensmokkel en andere vormen van fraude.

Wat betreft de verslaglegging over inbeslagnames kan ik u vertellen dat de meeste lidstaten de Commissie elk kwartaal een overzicht sturen. Alleen geven niet alle lidstaten aan welke merken zij in beslag hebben genomen, hetgeen betekent dat er geen compleet overzicht bestaat. Bovendien maken de lidstaten bij de meldingen van in beslag genomen sigaretten niet altijd een onderscheid tussen echte en nagemaakte sigaretten. Dat is gedeeltelijk vanwege het feit dat dit niet nodig is voor de vervolging van de daders of voor de inning van accijnzen en belastingen, en gedeeltelijk vanwege het feit dat het soms extreem moeilijk is nagemaakte sigaretten van echte te onderscheiden. Wij zullen de lidstaten blijven vragen om meer gedetailleerde gegevens.

Dan nog tot slot: de Commissie is bereid om zoals ook voorgesteld door het Parlement een OLAF-verslag op te stellen over dit onderwerp. Ik denk echter dat het nuttiger zou zijn om tot het jaar 2010 te wachten met een allesomvattend overzicht. Dit gezien het feit dat er vele grote veranderingen op stapel staan op douanegebied, en omdat een verslag in 2008 niet meer dan een interim verslag zijn zou met niet meer dan een momentopname daarin.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Pierre Audy, namens de PPE-DE Fractie. (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, allereerst wil ik de rapporteur, Bart Staes, feliciteren dat hij het gered heeft om een uitstekend verslag over het moeilijke onderwerp van de zwakke plekken in het douanevervoer van onze Gemeenschap tot stand te brengen. Ik ben ook de Europese Rekenkamer zeer dankbaar dat zij in haar verslag van december 2006 de omvang van het probleem zeer duidelijk heeft belicht.

Ik ben er in dit opzicht teleurgesteld over dat we de repercussies van de Philip Morris agreement, dat om eraan te herinneren een overeenkomst was om een rechtszaak te laten vallen en geen partnerschapsovereenkomst, verwarren met de ernstige problemen van het communautaire douanevervoer. Dat is de reden voor het door mij namens de PPE-Fractie ingediende amendement dat erop gericht is de verwarring te verhinderen.

Wat de industrie betreft, stel ik voor dat de Europese Unie en de gehele tabaksindustrie gezamenlijk een programma financieren om de sigarettensmokkel en de nagemaakte sigaretten te bestrijden.

Ik wil mijn opmerkingen echter richten op de zwakke plekken in het douanevervoer van onze gemeenschap. De Europese Commissie vertelt ons dat zij het douanevervoer versterkt heeft door de invoering van een modern, robuust computersysteem. Hierbij vergeet zij dat alhoewel een computersysteem noodzakelijk is, dat het nooit voldoende is, en dat het in werkelijkheid het systeem zelf is dat zwakke plekken heeft. Het heeft zwakke plekken omdat het onder de bevoegdheid van de lidstaten worden uitgevoerd, wat betekent – waarop onze rapporteur en de Europese Rekenkamer volledig terecht hebben gewezen– dat de lidstaten de nieuwe regels voor het communautaire douanevervoer met ernstige zwakheden toepassen.

In 1997 heeft het Parlement een onderzoekscommissie opgezet die duidelijk verklaarde dat de EU een kader moest opzetten dat de douanediensten in staat stelt om als één dienst te functioneren. Hiervan zijn we nog ver verwijderd.

In 2005 heeft ons medelid Herbert Bösch in zijn uitstekende verslag de omvang van de problemen belicht. Waar het om gaat, dames en heren, is dat dit verslag ons uitnodigt om veel ruimer over de kwaliteit van ons douanestelsel na te denken, over de financiële circuits, en in het algemeen over de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie.

Hierbij, commissaris, heeft u de volledige ondersteuning van de leden van het Europees Parlement.

 
  
MPphoto
 
 

  Herbert Bösch, namens de PSE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, we juichen dit verslag, dat uitstekend is, uitdrukkelijk toe. Het begrip “initiatiefverslag” is niet geheel correct. Waarmee we hier bezig zijn is te volharden bij het onderwerp van de eerste onderzoekscommissie van het Parlement – en we zullen hiermee doorgaan. Ik wil niet klagen, maar het is een schande dat we dit op zo’n laat tijdstip moeten doen. Ik kijk met interesse naar de namen van de Fracties die op de sprekerslijst vandaag over dit onderwerp om het woord hebben gevraagd. Het schijnt dat het altijd een beetje gemakkelijker is om te klagen over de schandalen in de EU dan om te werken aan specifieke, positieve oplossingen. Het is soms een lange weg – we praten over sigaretten – maar het is een goede weg. We boeken vooruitgang, en het verslag van Staes laat dit zeer duidelijk zien.

Natuurlijk hebben we op dit gebied nog met de onvolkomenheid van de Europese integratie te doen. Verscheidene Ministers van financiën kunnen het niet laten om domweg de belasting op tabak nog een beetje te verhogen, wanneer de schatkist er leeg begint uit te zien, waarbij ze bij dit proces ten onrechte lof krijgen van de een of andere gezondspoliticus. Ik zeg “ten onrechte” omdat sigarettenconsumenten eenvoudig overgaan op gesmokkelde sigaretten of in toenemende mate op nagemaakte sigaretten. De winsten uit dit soort fraude gaan direct naar de georganiseerde misdaad.

En juist omdat we hier vanavond samen de vooruitgang kunnen vieren, is het des te belangrijker ons aan een voorval te herinneren dat geen heldendaad van de kant van Europa is, en vooral niet van de Commissie. In de jaren tussen 1992 en 2001 zijn er aantoonbaar ongeveer 10 000 vrachtwagenladingen sigaretten via Montenegro naar de EU gesmokkeld, vooral in de richting van Italië. Dit is waarschijnlijk de grootste fraude ten opzichte van de begroting van de EU die ooit heeft plaatsgevonden. Het Openbaar Ministerie in het Duitse Augsburg heeft in verband hiermee 60 rogatoire commissies ingediend. Er waren in Zwitserland bekentenissen, veroordelingen enzovoorts. Alleen heeft de Europese Unie nog geen eisen tot teruggave van de eigen middelen tegen de Republiek Montenegro ingediend. Commissaris, ik zou graag voor onze belastingbetalers kunnen treden en kunnen zeggen: “We hebben ook naar deze zaak gekeken”.

Er zijn de onbeduidende douaniers uit Duitsland, Oostenrijk en Centraal Europa die op dit gebied geweldig werk hebben afgeleverd, maar die zich in dit opzicht een beetje verlaten voelen door de Europese Commissie. We moeten ons met deze gigantische zaak – ze is nog niet verjaard – bezighouden. Dat zou mijn wens zijn in het kader van deze over het algemeen zeer heuglijke aanleiding voor het debat van vandaag.

 
  
MPphoto
 
 

  Ingeborg Gräßle (PPE-DE). (DE) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, het Huis houdt zich veel liever met de uitgaven bezig dan met de inkomsten – en dus is het een grote verdienste van de heer Staes dat we ons vandaag weer eens kunnen bezighouden met de bagatel van de inkomsten. Het gaat hier toch om 17 miljard euro BTW en eigen middelen en 14 miljard euro aan accijnzen, dat zijn bijna 30 procent. Ik geloof dat het goed is dat we vandaag hierover debatteren.

Het is klaarblijkelijk zo dat er alleen maar winnaars zijn, en hiervoor verdient ook de commissaris onze felicitaties. We zijn erover verheugd dat het ons gelukt is, ook in samenwerking met de lidstaten, om hier oplossingen te vinden. Het is dringend nodig om OLAF, het Europees Bureau voor Fraudebestrijding, in de toekomst te versterken zodat het binnen de EU zijn rol nog beter en efficiënter kan spelen. De complimenten zijn verdiend voor hetgeen OLAF ons tot nu toe heeft laten zien, en voor wat nu voor ons hebben liggen. We zijn allemaal zeer trots op deze successen, omdat het juist deze experts waren, die ze mogelijk hebben gemaakt. Dat we werkelijk vooruitgang geboekt hebben bij het dossier van de nagemaakte tabaksproducten, dat de lidstaten zich er ook bij aangesloten hebben, is juist bij dit thema niet vanzelfsprekend.

We zouden graag dit scenario herhaald zien in het geval van andere dossiers betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Unie, bijvoorbeeld de strijd tegen de BTW-fraude. Dan zouden we werkelijke winnaars zien: de Europese belastingbetalers die ons hierheen hebben gestuurd en bepaalde verwachtingen hebben.

Ik geloof dat het verder gaan met de strijd tegen de sigarettensmokkel een belangrijke opgave is, dat er een dringende behoefte bestaat aan een opsporingsbeambte van OLAF in Peking, en dat we wereldwijd sterker present moeten zijn tegen de fraude. De vraag aan de Commissie zou nu zijn hoe men de druk op andere sigarettenfabrikanten kan verhogen om ze tot het onderschrijven van de overeenkomst tussen Philip Morris en de Gemeenschap en de lidstaten te bewegen. Naar mijn mening moeten we er hard over nadenken hoe we hiervoor een follow-up bereiken en hoe we verder kunnen gaan met het werk aan deze zaak, omdat nalatigheid in dit opzicht ten koste van onze eigen geloofwaardigheid zou gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Casaca (PSE).(PT) Onze rapporteur, en in dit geval ook de Europese Commissie, verdienen onze felicitaties. Dit was in mijn herinnering het grootste succes dat de Europese Unie tot op heden tegen de smokkel en de belastingfraude heeft behaald.

De al door onze rapporteur aangekondigde boodschap die nu door alle sprekers wordt ondersteund, is dat we deze strijd naar andere gebieden moeten overdragen. Het is in wezen een zaak van ervoor te zorgen dat het vervoer van elk soort goederen door middel van het gehele douanestelsel moet worden beheerd om doeltreffend de financiële belangen van de Europese Unie en van alle lidstaten te beschermen, en in dit opzicht is er naar mijn mening nog veel te doen. Ik zou daarom graag de Europese Commissie willen verzoeken om de zaak volhardender te vervolgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Monica Maria Iacob-Ridzi (PPE-DE). – (RO) De overeenkomst tussen de Europese Commissie en het bedrijf Philip Morris is een zeer goed voorbeeld van een financieel instrument van de Gemeenschap dat tegelijkertijd op verschillende doeleinden is gericht.

Allereerst is de vrije toegang van de producerende industrie tot de markt niet beperkt, terwijl de belastingontduiking van degenen die nagemaakte producten importeren wordt bestreden met een programma ten hoogte van 1,25 miljard dollar, volledig gefinancierd door het Amerikaanse bedrijf.

Desondanks zou een veel groter aantal van lidstaten moeten deelnemen aan de afgesloten overeenkomst.

De overeenkomst werd in 2004 afgesloten, en in de tussentijd zijn Roemenië en Bulgarije, beiden gelegen aan de buitengrens van de Europese Unie, lidstaten geworden.

Na het verschijnen op de markt van producten die niet in alle lidstaten van de Unie zijn toegelaten, heeft de Europese begroting te maken met wezenlijke accijnsverliezen, en de nationale begrotingen met onbetaalde winstbelasting.

Het is juist dat degenen die de nagemaakte goederen in de Gemeenschap invoeren de Europese havens kiezen die niet over moderne technologieën beschikken, zoals het scannen en registreren van de goederenpalletten.

Aangezien het bij deze situatie om de inkomsten uit invoerrechten van de Europese Unie gaat, zie ik het als normaal aan dat de modernisering van de havenfaciliteiten met de financiële ondersteuning van de Gemeenschap moet worden uitgevoerd.

Vanwege de nagemaakte producten die tegen lage prijzen op de markt worden aangeboden, zijn veel meer jongeren begonnen met roken, wat natuurlijk op den duur de socialezekerheids- en gezondheidsstelsels van de lidstaten aanzienlijke hoeveelheden geld zal kosten.

De berichten van de Wereldgezondheidsorganisatie tonen aan dat de nagemaakte sigaretten in de meeste gevallen 75 procent meer teer, 28 procent meer nicotine en 63 procent meer koolmonoxide bevatten.

Aangezien we de rampzalige effecten van het roken in het algemeen onderzoeken, onafhankelijk ervan of ze uit legitieme of illegale bron afkomstig zijn, moeten we ook over een ander onderwerp nadenken: terwijl de Europese Unie een beleid voert dat de bestrijding van het roken bevordert, geeft het aan de andere kant wezenlijke subsidies aan de tabaksaanbouw, wat naar mijn mening in tegenspraak staat met het Europees gezondheidsbeleid.

 
  
MPphoto
 
 

  Szabolcs Fazakas (PSE). – (HU) Hartelijk dank dat u mij het woord geeft, mijnheer de Voorzitter. Hooggeachte commissaris Kallas, dames en heren, de heer Staes heeft gelijk, en ik zou hem graag met zijn werk en met zijn verslag van heden willen complimenteren, dat zowel solide was, maar waarbij hij ook bereid was om offers te brengen.

De Europese Unie en zijn instellingen – waaronder de Commissie, de Rekenkamer, OLAF, het Europees Parlement en niet in de laatste plaats de Commissie begrotingscontrole – beschouwen de met Philip Morris in 2004 besloten overeenkomst en de erop volgende werking en follow-up ervan als een echt succesverhaal, en dit terecht.

In de strijd tegen het smokkelen en de fraude hebben we het gered om een behoorlijk resultaat te bereiken, niet alleen voor de handelaren en consumenten die aan het eind van het proces staan, maar ook voor een grote internationale producent aan het begin van het proces. Deze overeenkomst dient niet alleen als compensatie voor de verliezen in het verleden, maar betaalt ook voor hun toekomstige verhindering.

We waren in staat om Philip Morris aan het verstand te brengen dat het ook een belang heeft in de voorbereiding van een gezamenlijke strategie tegen het smokkelen en de fraude en om voor de financiële instrumenten te zorgen die haar tot bloeien zullen brengen. Het is vooral prettig, en voor ons nieuw toegetreden landen erg belangrijk, dat de samenwerking niet alleen de tien lidstaten van de overeenkomst betreft, maar ook de nieuwe landen die bijzonder gevaar van smokkel en fraude lopen, en zo ook voor de financiële en technische voorwaarden zorgt in de strijd tegen het smokkelen en de fraude, wanneer ook met verschillende mate aan succes. Dank u wel.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Liberadzki (PSE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, ik keur het verslag van de heer Staes goed en neem het aan. Het zal ertoe leiden dat smokkelwaar zo veel mogelijk zal worden beperkt. Dat is het sterke punt van dit verslag. Ten tweede geeft het belangrijke adviezen over hoe men met uiterste doeltreffendheid accijnzen heft.

Als iemand die uit een land met een erg lange oostelijke grens komt, dat wil zeggen Polen, zou ik echter de aandacht op de buitengrenzen willen vestigen. Herbert Bösch heeft volledig gelijk wanneer hij over de inzet van ervaren douaniers spreekt. Deze mensen zullen in wezen veel doorslaggevender zijn dan uitrusting en systemen, en dus commissaris, zou ik u zeer willen verzoeken dat u een behoorlijk grondige kijk in de voorstellen en aanbevelingen doet en ze ter harte neemt. Efficiëntie en effectiviteit bij de bestrijding van de smokkelwaar zullen de doorslaggevende factor zijn wat de reputatie van onze gemeenschap aangaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Siim Kallas, vicevoorzitter van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, dank u wel voor uw onaflatende steun voor deze kwesties. Ik moet zeggen dat het grootste probleem ligt in het feit dat alle bevoegdheden op het gebied van de invoerrechten en BTW in handen zijn van de lidstaten.

Ik begrijp niet zo goed waarom sommige lidstaten er zo voor terugdeinzen om meer mogelijkheden te bieden om gebruik te maken van de faciliteiten die reeds binnen de Europese instellingen bestaan. Zo heeft bijvoorbeeld OLAF in een aantal zaken alsook in de operatie Philip Morris en de Diabolo- campagne tegen namaak, uitermate sterk opgetreden. Dat is alleen mogelijk als er op Europees niveau wordt samengewerkt en alleen met de nodige steun van specifieke diensten van de Commissie aan deze operaties.

Desalniettemin is het juridisch gezien volledig een zaak van de lidstaten, net zoals het aanscherpen van het douanetoezicht voor het binnenhalen van de noodzakelijke middelen. De Commissie doet alles wat in haar macht ligt om deze samenwerking mogelijk te maken. Zonder samenwerking tussen de lidstaten is een doeltreffende en effectieve strijd tegen sigarettensmokkel, en met name tegen BTW-fraude, eenvoudigweg onmogelijk.

Naar mijn mening is hier sprake van een gemeenschappelijk belang. We moeten dan ook telkens weer op deze kwestie blijven hameren, om zo te zorgen voor nauwere samenwerking. Dan nog iets - misschien heb ik dat via de vertolking niet helemaal goed meegekregen. De overeenkomst met Philip Morris werd afgesloten tussen tien lidstaten en de Europese Commissie aan de ene kant en Philip Morris aan de andere kant. Dat was behoorlijk uniek. De Commissie, de juridische dienst van de Commissie en OLAF hebben deze overeenkomst voor elkaar weten te boksen en met mevrouw Gräßle aan het roer wordt deze verder toegepast. Dus ik denk dat we er over enige tijd wel iets meer over kunnen zeggen.

Maar waar het hier in de kern toch echt om gaat is dat sommige lidstaten er niet bepaald om staan te springen het voorstel tot wederzijdse administratieve bijstand dat op tafel ligt, goed te keuren, terwijl dit juist als een platform dienen kan. Wij bieden hier een platform aan voor samenwerking. Maar er zijn nog een paar lidstaten, een aantal grotere lidstaten (ik heb persoonlijk geprobeerd een aantal ministers van de grootste lidstaten ertoe aan te zetten meer open te staan voor dit voorstel). Maar op een of andere manier heerst er veel achterdocht. Maar ik weet juist als voormalig minister van Financiën dat alleen door middel van samenwerking tussen de lidstaten daadkrachtig tegen BTW-fraude en douanefraude opgetreden kan worden.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Het debat is gesloten.

De stemming vindt op donderdag, 11 oktober 2007, plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Francesco Musotto (PPE-DE), schriftelijk. (IT) Als rapporteur inzake de bestrijding van fraude in de EU juich ik de belangrijke overeenkomst met Philip Morris over de bestrijding van de sigarettensmokkel bij de douane toe. Douanefraude is een van de hoofdoorzaken voor schade aan de financiële belangen van de Gemeenschap, en de met sigaretten in verband staande fraude is een van de meest kwetsbare sectoren.

De recente operaties van OLAF – zoals de operatie Diabolo (135 miljoen in beslag genomen sigaretten, een geschat verlies van 220 miljoen euro) – hebben aangetoond dat de douanefraude kan en moet worden bestreden. Het is belangrijk om het operationele vermogen van de Europese autoriteiten te versterken. De overeenkomst met Philip Morris kan hierbij als voorbeeld dienen. Niet alleen op het gebied van de tabak, maar ook op andere gebieden van de bestrijding van namaak. De opbrengst uit de door Philip Morris verschuldigde compensatie, een bedrag van ongeveer 1 miljard euro, dient te worden gebruikt om de strijd tegen de namaak op te voeren in de EU.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid