Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/2225(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0092/2009

Ingediende teksten :

A6-0092/2009

Debatten :

PV 23/03/2009 - 25
CRE 23/03/2009 - 25

Stemmingen :

PV 24/03/2009 - 4.17
CRE 24/03/2009 - 4.17
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0162

Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 23 maart 2009 - Straatsburg Uitgave PB

25. Meertaligheid: een troef voor Europa en een gemeenschappelijk engagement (korte presentatie)
Video van de redevoeringen
PV
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A6-0092/2009) van Vasco Graça Moura, namens de Commissie cultuur en onderwijs, over meertaligheid: een troef voor Europa en een gemeenschappelijk engagement [2008/2225(INI)].

 
  
MPphoto
 

  Vasco Graça Moura, rapporteur. (PT) De mededeling van de Commissie “Meertaligheid: een troef voor Europa en een gemeenschappelijk engagement” is gebaseerd op een lange reeks documenten van het Parlement, de Commissie, de Raad, het Comité van de Regio’s en het Economische en Sociaal Comité, waarin meertaligheid vanuit verschillende invalshoeken wordt benaderd.

In mijn verslag herhaal ik de standpunten die het Europees Parlement eerder heeft ingenomen en onderschrijf ik in het algemeen het standpunt van de Commissie dat culturele en taalkundige verscheidenheid een enorm concurrentievoordeel vormt en programma’s voor taalonderwijs en uitwisseling op cultureel gebied en in het onderwijs in en buiten de Unie steun dienen te ontvangen.

Ik onderschrijf voorts het belang van taal als factor voor sociale insluiting en ik bevestig de belangrijke rol van de dialoog met andere regio’s van de wereld, waarbij rekening gehouden dient te worden met bestaande banden op het vlak van talen, geschiedenis en cultuur tussen de lidstaten van de Unie en derde landen. Ik wijs op de noodzaak zowel literaire als technische vertalingen te steunen. Ook behandel ik meertaligheid in de audiovisuele sector, de noodzaak taaldocenten te steunen en de uitbreiding van indicatoren voor taalvaardigheid tot alle officiële talen van de Europese Unie, zonder de mogelijkheid uit te sluiten er andere gesproken en bestudeerde talen in Europa bij te betrekken, waaronder Oudgrieks en Latijn.

Wat betreft taalonderwijs zowel op school als aan volwassenen, stel ik onder meer dat het leren van de moedertaal een eerste vereiste is voor het verdere leerproces. Het is belangrijk dat ouders en leerkrachten de officiële taal kunnen kiezen waarin kinderen onderwezen moeten worden in landen waar er meer dan één officiële taal bestaat of waar een officiële taal en regionale talen naast elkaar bestaan. Voorts stel ik dat geen enkel kind de mogelijkheid ontnomen mag worden onderwijs te krijgen in de officiële taal van het land.

Ik wijs erop dat nergens in mijn verslag het belang van regionale of minderheidstalen betwist wordt. Ik erken die talen en respecteer ze. In geen enkele paragraaf van mijn verslag beoog ik die talen te benadelen en er staat geen woord in mijn verslag dat niet verenigbaar is met die talen. Er is echter een alternatief voorstel ingediend door socialistische, liberale en groene collega’s, waarin de drie punten die ik hierboven heb genoemd gewoonweg geschrapt zijn.

Indien het Europees Parlement zwicht door in te stemmen met het alternatieve voorstel dreigen principes die verband houden met de grondrechten en vrijheden van personen, die al sinds lange tijd in de Europese Unie verankerd, aanvaard en praktijk zijn, te verdwijnen onder druk van Galicische, Catalaanse en Baskische nationalisten.

Die intenties zijn ook heel duidelijk zichtbaar. In de Spaanse krant El País van vandaag staat op pagina 37 dat nog geen drie maanden geleden het Spaanse Hooggerechtshof uitgesproken heeft dat in het voorinschrijfformulier er een veld moet zijn met de vraag aan ouders welke taal ze als eerste onderwijstaal voor hun kind wensen. De Catalaanse Generalitat (regionale regering) heeft zich daar niet aan gehouden.

Volgens mij had het alternatieve voorstel niet ontvankelijk moeten worden verklaard. In tegenstelling tot mijn verslag loopt dit voorstel uit op een onaanvaardbare bescherming van extreme vormen van nationalisme en botst het eveneens op niet acceptabele wijze met fundamentele rechten en vrijheden en zelfs met het subsidiariteitsprincipe. Bovendien druist dit voorstel in tegen principes in teksten die het Europees Parlement en de Raad eerder hebben aangenomen en die nooit ter discussie zijn gesteld.

Ik vraag dan ook om de grootst mogelijke aandacht van dit Parlement. Het alternatieve voorstel dient verworpen te worden en mijn verslag aangenomen. De Commissie cultuur en onderwijs heeft op 17 februari mijn verslag met 20 stemmen vóór, 3 tegen en 8 onthoudingen goedgekeurd.

Mijnheer de Voorzitter, de Europese Unie dient een ruimte te zijn waarin democratie en pluralisme worden geëerbiedigd en geen ruimte van uitsluiting of onredelijke beknotting van fundamentele rechten en vrijheden.

 
  
MPphoto
 

  Louis Michel, lid van de Commissie. (FR) Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, allereerst wil ik de heer Graça Moura danken voor zijn initiatiefverslag over meertaligheid.

Dit verslag steunt de benadering van de Commissie en legt het accent op de kwaliteit van taalonderwijs en -onderwijzers, op een geïntegreerde aanpak teneinde alle lagen van de maatschappij te bereiken, op taaldiversiteit, waarmee het begrip van de rol van de media en literaire vertaling kan worden vereenvoudigd, alsmede op de taalkundige en culturele banden met derde landen.

Ik ben het met de rapporteur eens dat de taalkundige en culturele diversiteit het dagelijks leven van de burgers in de Europese Unie in belangrijke mate beïnvloedt als gevolg van de reikwijdte van de media, de groeiende mobiliteit en migratie, en de voortschrijdende mondialisering.

Het principe moedertaal+2 en het leren van vreemde talen op jonge leeftijd blijven voor ons de uitgangspunten in ons meertaligheidsbeleid. Onze benadering bouwt voort op wat we hierin hebben bereikt. In deze benadering hechten wij extra belang aan levenslang leren en beogen wij de meest kwetsbare groepen van onze samenleving te laten deelnemen. Ik bedoel met name personen die zijn gestopt met hun studie, immigranten en personen die slechts een taal beheersen of niet goed zijn in taal.

Bovendien willen wij ons extra inzetten voor leerlingen, volwassenen en ouderen die niet meer naar school gaan en dreigen niet met de ontwikkeling mee te kunnen gaan.

Ik verheug mij over uw steun voor onze aanpak. Om deze groepen te bereiken is het van essentieel belang de mensen te motiveren en geschikte onderwijsmethodes toe te passen. Nieuwe technieken, zoals internet en interactieve audiovisuele media, bieden talloze mogelijkheden om deze groepen te bereiken en onderwijsmethodes te ontwikkelen en af te stemmen op hun behoeften en specifieke capaciteiten. Op Europees niveau ondersteunt ons onderwijsprogramma “Een Leven Lang Leren” alle talen: de officiële talen van de Europese Unie, de regionale en minderheidstalen en de andere talen die in de wereld worden gesproken. Dit weerspiegelt de nieuwe werkelijkheid binnen de Europese Unie en de taalkundige behoeften van onze burgers.

In het licht van de groeiende mobiliteit en migratie is het essentieel de landstaal of landstalen te beheersen om volledig in de samenleving te kunnen integreren. Ik wil er echter in dit verband wel op wijzen dat de lidstaten de belangrijkste besluitnemers zijn als het gaat om het beleid inzake talen, inclusief regionale en minderheidstalen, waarvan het kader is vastgelegd in het Europees handvest voor regionale en minderheidstalen van de Raad van Europa.

Ik ben ingenomen met de algemene steun van het Parlement voor onze benadering ten aanzien van meertaligheid.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – De presentatie is afgehandeld.

De stemming vindt dinsdag 24 maart 2009 plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Corina Creţu (PSE), schriftelijk. – (RO) De taalkundige en culturele diversiteit van de zevenentwintig lidstaten van de EU bevordert het wederzijds begrip en de samenwerking, de grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit en de assimilatie van de Europese waarden. Het is belangrijk te zorgen voor continue verbetering van het EU-beleid dat gericht is op het bevorderen van onderwijs in de moedertaal en op het waarborgen van een volledig wederzijdse verstaanbaarheid in lidstaten waar meer talen worden gesproken. Wij hebben behoefte aan samenwerking tussen de nationale autoriteiten en de Europese Commissie met het oog op de invoering van zo efficiënt mogelijke praktijken voor de bewerkstelliging van integratie via de aanvaarding van taalkundige verschillen.

Roemenië is een van de lidstaten van de EU die bescherming en ondersteuning aan minderheden biedt op een niveau dat boven het Europees gemiddelde ligt. Zo wordt bijvoorbeeld het onderwijs aan minderheden in hun eigen taal gestimuleerd. De Babeş-Bolyai-universiteit in Cluj-Napoca is een uitstekend voorbeeld van de wijze waarop de meertaligheid wordt bevorderd.

Helaas zijn er demonstraties georganiseerd, zelfs hier in het Europees Parlement, en initiatieven in gang gezet om de Babeş-Bolyai-universiteit te ontmantelen vanwege onterechte beschuldigingen van discriminatie op basis van etnische afscheiding. Dat is de reden dat ik de aandacht wil vestigen op het gevaar van een achteruitgang in de toon van het debat over etnische kwesties. Het respect voor de rechten van minderheden en het bevorderen van meertaligheid mogen niet misbruikt worden door er rookgordijnen van te maken om daarachter acties te verstoppen die gericht zijn tegen de Europese geest en de harmonie tussen etnische groeperingen verstoren. Meertaligheid dient een gemeenschappelijke noemer te zijn, geen factor om verdeeldheid in de Europese Unie te creëren.

 
  
MPphoto
 
 

  Gabriela Creţu (PSE), schriftelijk. – (RO) Er zijn praktische argumenten om meertaligheid te ondersteunen: meertaligheid verlaagt het risico op werkloosheid, vergroot de kans op het vinden van een baan, levert een bijdrage aan het verbeteren van de kwaliteit van de geleverde diensten en van de arbeidsproductiviteit en bevordert de mobiliteit. Die praktische argumenten kennen wij allemaal en vanuit dit standpunt bekeken bestaat de neiging tot eensgezindheid.

In dat verband wik ik graag het belang van een ander argument benadrukken voor het behoud van de meertaligheid en aanverwante maatregelen.

Meertaligheid levert een bijdrage aan de bekrachtiging van de waarden en attitudes die essentieel zijn voor het Europese sociale model: wederzijds begrip, vertrouwen en solidariteit. Die meertaligheid kan een bijdrage leveren aan het verwezenlijken van eenheid in een wereld van verscheidenheid.

In dat opzicht vinden wij het noodzakelijk dat de taalkundige diversiteit in Europa behouden blijft. Een van de manieren waarop deze doelstelling verwezenlijkt kan worden, is om als tweede vreemde taal een andere taal dan een internationale taal te leren. Zo kan bijvoorbeeld de taal van een buurland geleerd worden, de taal van een etnische minderheid in het eigen land of de taal van een van de opkomende economieën waarmee steeds intensievere betrekkingen worden onderhouden.

Ik ben ervan overtuigd dat de positieve effecten van een dergelijk beleid later in het dagelijks leven aantoonbaar zullen zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Silvana Koch-Mehrin (ALDE), schriftelijk. – (DE) Taalkundige verscheidenheid is belangrijk. Die verscheidenheid is in de Europese Unie een alledaagse realiteit en deze wordt steeds belangrijker in de betrekkingen tussen de lidstaten, in het naast elkaar leven in onze multiculturele samenlevingen en in de gemeenschappelijke beleidsmaatregelen van de Europese Unie. De bevoegdheid voor de besluitvorming over het talenbeleid ligt echter in eerste instantie bij de lidstaten. Het bepalen van de vereisten en aanbevelingen voor het talenbeleid valt niet onder de bevoegdheden van het Europees Parlement. Uit het feit dat de EU over een commissaris voor meertaligheid beschikt, blijkt duidelijk dat een hervorming van de Commissie onvermijdelijk is. Het aantal commissarissen dient dan uiteindelijk wel kleiner te zijn dan het aantal lidstaten.

 
  
MPphoto
 
 

  Iosif Matula (PPE-DE), schriftelijk. – (RO) Ik wil mijn collega, de heer Graça Moura, feliciteren met de wijze waarop hij erin is geslaagd om algemene, regionale en zelfs lokale belangen in dit verslag te combineren.

Ik heb zelf voorgesteld dat burgers van een etnische groep die een minderheidstaal spreken, zich de taal van het land waarin zij wonen goed eigen moeten maken. Dat biedt ongetwijfeld voordelen bij het vinden van een baan en bij de sociale integratie. Helaas is het betreffende amendement in de bevoegde parlementaire commissie niet goedgekeurd, maar ik blijf van mening dat dit een zeer nuttige optie is.

Aan de andere kant heb ik voorgesteld dat functionarissen die in hun werk vaak in contact komen met burgers van andere lidstaten, gestimuleerd zouden moeten worden om een tweede Europese taal te leren. Volgens mij brengt dat voordelen met zich mee gezien de arbeidsmigratie in geheel Europa. Ook worden mensen zo gestimuleerd om in hun vakantie andere landen te bezoeken.

Dit is de enige manier waarop wij communicatie en intercultureel begrip kunnen bevorderen, en dat zijn toch fundamentele waarden van de Europese Unie.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid