Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2603(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0191/2010

Debatten :

PV 11/03/2010 - 12.3
CRE 11/03/2010 - 12.3

Stemmingen :

PV 11/03/2010 - 13.3

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0068

Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 11 maart 2010 - Straatsburg Uitgave PB

12.3. Wettigverklaring van de doodstraf in Zuid-Korea
Video van de redevoeringen
PV
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het debat over vijf(1) ontwerpresoluties over de wettigverklaring van de doodstraf in Zuid-Korea.

 
  
MPphoto
 

  Renate Weber, auteur. (EN) Mijnheer de Voorzitter, nadat in Zuid-Korea dertien jaar lang geen terechtstellingen hebben plaatsgevonden, is het diep treurig dat het Grondwettelijk Hof van Korea zich een aantal weken geleden vóór de doodstraf heeft uitgesproken. In het besluit wordt verklaard dat de doodstraf een wettelijke straf is die misdadigers kan afschrikken in het publieke belang. Dat is een veelgehoord argument en nauwelijks een antwoord op de gevoelige situaties die op een zeker moment in een bepaald land heersen.

Het betekent in feite dat de doodstraf wordt gezien als een preventief machtsmiddel in de hoop dat een crimineel, als deze weet dat de doodstraf kan volgen, zich twee keer zal bedenken voordat hij of zij een misdaad pleegt. We weten allen dat vele onderzoeken dit idee hebben weerlegd.

Nog belangrijker is het gegeven dat een executie onomkeerbaar is; er is geen weg terug. Het Romeins recht ten tijde van Justinianus stelde dat het beter was dat een schuldige ongestraft bleef dan dat een onschuldige van zijn leven zou worden beroofd. Dat was vijftien eeuwen geleden. Aangezien het Grondwettelijk Hof van Zuid-Korea zelf heeft erkend dat er met betrekking tot de doodstraf fouten kunnen worden gemaakt en er sprake kan zijn van verkeerd gebruik, kunnen onze zorgen die wij hier vandaag hebben geuit de democratische instellingen van de Republiek Korea mogelijk sterken in het idee dat dit strafmiddel voorgoed moet worden afgeschaft.

Aangezien de Republiek Korea in 1990 is toegetreden tot het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en de meeste belangrijke verdragen inzake de mensenrechten heeft ondertekend, zou het voor de internationale reputatie van dit land zeer schadelijk zijn om terug te gaan naar het verleden.

 
  
MPphoto
 

  David Martin, auteur. (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Europese Unie in het algemeen, en dit Parlement in het bijzonder, heeft zich altijd tegen de doodstraf gekeerd, een eerbiedwaardige traditie waar zij zeer trots op is. Wij kunnen derhalve niets anders dan betreuren dat het Grondwettelijk Hof van de Republiek Korea heeft besloten dat de doodstraf niet in strijd is met de grondwet van dat land.

Ik geloof echter dat we deze zaak in verhouding moeten blijven zien. De rechters hebben het besluit genomen met een kleine meerderheid van vijf tegen vier stemmen. De laatste keer dat ze hierover stemden was dat met zeven tegen twee stemmen. Ze hebben niet aangespoord tot het gebruik van de doodstraf of hier hun goedkeuring aan verleend, maar ze hebben verzocht om een politieke beslissing zodat het Koreaanse parlement een besluit kan nemen over de toekomstige afschaffing van de doodstraf in dit land.

We moeten er tevens op wijzen dat Zuid-Korea in wezen een land is dat tegen de doodstraf is. Sinds februari 1998 hebben er geen terechtstellingen meer plaatsgevonden, en in 2007 heeft Amnesty International Zuid-Korea aangewezen als een land dat de doodstraf vrijwel heeft afgeschaft.

De ernst van deze zaak komt echter opnieuw aan het licht nu we weten dat de leider van de Grand National Party in Korea onlangs heeft gezegd dat dit feitelijke moratorium op de doodstraf moet worden beëindigd en dat een aantal gevangenen spoedig moet worden terechtgesteld. Ik hoop dat Korea dit betreurenswaardige en opportunistische standpunt zal negeren, en dat Zuid-Korea zijn wet zal wijzigen zodat het zal veranderen van een land met een feitelijk moratorium in een land met een juridisch moratorium.

 
  
MPphoto
 

  Martin Kastler, auteur.(DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, het valt te betreuren dat er nog een aantal staten op de wereld is dat deze onmenselijke vorm van bestraffing van zware criminelen ten uitvoer brengt of toestaat. In mijn ogen heeft geen enkel mens het recht over leven of dood van een ander mens te beschikken, om het even of dat aan het begin of aan het eind van het leven is, en al helemaal niet als het om de vergelding van een strafbaar feit gaat. De barbaarse straf van terechtstelling heeft in de wereld van nu niets meer te zoeken.

De onvergetelijke, grote paus Johannes Paulus II wees erop dat uiteindelijk de mogelijkheid om onrecht weer goed te maken en de kans op verzoening moeten blijven bestaan. Bij een onherroepelijke daad als de doodstraf is dat niet mogelijk. Daarom roepen wij als fracties gezamenlijk onze Zuid-Koreaanse collega's op om deze zaak in het parlement aan de orde te stellen en samen met ons Europeanen voor afschaffing van de doodstraf te strijden, als teken van menselijkheid. Ik roep alle collega's op om deze gezamenlijke ontwerpresolutie eensgezind te ondersteunen.

 
  
MPphoto
 

  Marie-Christine Vergiat, auteur. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, tijdens het vierde wereldcongres tegen de doodstraf, dat eind februari plaatsvond in Genève, toonde de anti-doodstrafbeweging zich verheugd over het toenemende aantal landen dat de doodstraf heeft afgeschaft of opgeschort. Zuid-Korea leek zich hiertoe te hebben verbonden, aangezien daar sinds december 1997 geen terechtstellingen meer zijn uitgevoerd.

Het recente besluit van het Constitutioneel Hof van de Republiek Korea baart ons zorgen, en we kunnen het slechts betreuren. Wij wensen dan ook dat de Commissie en de Raad afschaffing van de doodstraf – een schending van het recht op leven en een staatsmisdrijf – hoog op de agenda plaatst in de betrekkingen van de Europese Unie met derde landen.

Wij zouden graag zien dat ze de Koreaanse regering en de president van de Republiek, zelf ter dood veroordeeld in 1981, oproepen zich eenduidig vast te leggen op afschaffing van de doodstraf, overeenkomstig het VN-besluit een moratorium af te kondigen, hun bezorgdheid kenbaar te maken over de situatie van de 59 personen die in Zuid-Korea ter dood zijn veroordeeld, waaronder een aantal politieke gevangenen, en dat ze verzoeken hun doodstraf om te zetten.

 
  
MPphoto
 

  Barbara Lochbihler, auteur.(DE) Mijnheer de Voorzitter, het ijveren voor afschaffing van de doodstraf is een zeer succesvol onderdeel van de Europese buitenlandse politiek. Dat blijkt tijdens toetredingsonderhandelingen, in bilaterale gesprekken en ook bij de Verenigde Naties, waar steeds meer leden van de statengemeenschap ertoe besluiten een moratorium in te stellen of de doodstraf helemaal af te schaffen. De Republiek Korea behoorde tot voor kort tot de landen die deze mensonterende straf niet meer ten uitvoer gebracht hebben.

De resolutie van vandaag geeft uiting aan onze bezorgdheid dat het Zuid-Koreaanse Constitutionele Hof met zijn recente uitspraak dat terechtstellingen verenigbaar zijn met de grondwet de weg geopend heeft voor een hernieuwde tenuitvoerlegging van de doodstraf. Daarom doen we een beroep op de regering van Zuid-Korea om eerst alles op alles te zetten om een juridisch bindend moratorium tot stand te brengen dat terechtstellingen verbiedt – er zitten immers nog meer dan 55 mensen in de dodencel. In een tweede stap zou het Zuid-Koreaanse parlement dan een wet ter afschaffing van de doodstraf aan moeten nemen.

Het is een zeer positief teken dat ook in Zuid-Korea een maatschappelijke beweging ontstaan is die zich ervoor inzet om de doodstraf uiteindelijk per wet af te schaffen. Laten wij die beweging ondersteunen!

 
  
MPphoto
 

  Jarosław Leszek Wałęsa, namens de PPE-Fractie. (PL) Mijnheer de Voorzitter, in deze tijden waarin steeds meer landen afstappen van de uitvoering van de doodstraf dient de beslissing van het Constitutionele Hof van Zuid-Korea op zijn minst met verwondering te worden ontvangen.

De doodstraf is een overduidelijke schending van de mensenrechten, aangezien het mensenleven immers een waarde is die door de wet dient te worden beschermd; een rechtssysteem dat de doodstraf toelaat, treft zijn eigen grondbeginselen en is een zuivere vorm van hypocrisie. Er bestaan veel argumenten tegen deze vorm van rechtspraak. Voor mij is het belangrijkste argument dat de doodstraf onomkeerbaar is. Ze is hoe dan ook een definitieve straf. Men ontneemt de veroordeelde het meest waardevolle dat hij ooit zal bezitten. Bovendien blijven de uitvoerders van deze daad altijd met de morele verantwoordelijkheid zitten, want er bestaat altijd een risico dat men een onschuldig persoon executeert.

De uitspraak van het Constitutionele Hof is een des te grotere teleurstelling omdat we weten dat er in Korea al jaren geen executies meer worden uitgevoerd. Ik hoop dat deze beslissing geen invloed zal hebben op het aantal uitgesproken vonnissen. Meer nog, ik verzoek dat er een einde wordt gemaakt aan de terdoodveroordelingen in dat land.

 
  
MPphoto
 

  Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, namens de S&D-Fractie. (PL) Zuid-Korea is een van de belangrijkste handelspartners van de Europese Unie. Het is ook een land waarmee de Europese Commissie onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst heeft afgesloten die beide partijen zeer ruime toegang tot elkaars markten geeft. Gezien deze sterke economische banden verbaast het me dat de Unie en Korea zulke uiteenlopende standpunten hebben over de eerbiediging van de rechten van de mens.

Alle lidstaten van de Unie hebben protocol nr. 13 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ondertekend dat de uitvoering van de doodstraf verbiedt. Meer nog, in de internationale arena verkondigt de Unie dat ze zichzelf als doel stelt te streven naar de wereldwijde afschaffing van de doodstraf. Overeenkomstig deze verklaring zou de Unie haar uitdrukkelijke steun moeten betuigen aan de groepering in de Republiek Korea die zich inzet voor de afschaffing van de doodstraf. We rekenen erop dat er eerst en vooral een moratorium wordt ingesteld met het oog op de afschaffing van de doodstraf en dat de Koreaanse overheid actief zal deelnemen aan de inspanningen die door de VN worden geleverd om de doodstraf af te schaffen.

In het kader van de nieuwe bevoegdheden op het vlak van handelsbeleid hebben we als Europees Parlement het recht en de plicht om in alle partnerlanden van de Europese Unie de afschaffing van de doodstraf te eisen.

 
  
MPphoto
 

  Zbigniew Ziobro, namens de ECR-Fractie. (PL) Mijnheer de Voorzitter, hadden in Europa ten tijde van het Tribunaal van Neurenberg dezelfde meningen geheerst als nu, dan was geen enkele van de nazimisdadigers die door dit Tribunaal werden veroordeeld en verantwoordelijk waren voor de wrede dood van miljoenen onschuldige mensen tot de doodstraf veroordeeld. Ik heb nog niemand in Europa het Tribunaal van Neurenberg horen bekritiseren omwille van zijn onrechtvaardige uitspraken.

Europa dwaalt steeds verder af van de essentie van een rechtvaardige straf die een antwoord is in evenredigheid met het kwaad dat door de dader is aangericht en de schuld die hij draagt. Wanneer we spreken over de moord op veel mensen, bijvoorbeeld in een terroristische aanslag of de genocide van miljoenen mensen, wat trouwens ook in Europa is gebeurd, rijst de vraag over een evenredige straf. Het is echter een feit dat in academische kringen in Europa en elders ook een discussie aan de gang is over de doeltreffendheid van de doodstraf op het vlak van de preventieve werking ervan en de bescherming van onschuldige wezens. Ik denk echter niet dat dit hier het belangrijkste argument is.

Vandaag is Europa afgestapt van de uitvoering van de doodstraf. Dit is een democratische keuze waarvan we willen dat die gerespecteerd wordt. Maar we horen ook de keuze van anderen te respecteren, en daarom ben ik voorstander van een discussie over dit onderwerp, waaronder ook een discussie met mensen uit Zuid-Korea. Het is een democratische staat, een democratisch land.

 
  
MPphoto
 

  Marek Henryk Migalski (ECR). - (PL) Ik vind niet dat we onze mening moeten geven over deze zaak of dat we ons ermee moeten bemoeien en dit om ten minste twee redenen. Ten eerste is Zuid-Korea een democratisch land en is de uitspraak van het Constitutioneel Hof een uitspraak van een rechtsgeldig orgaan van dat land. Bijgevolg bestaat er geen gevaar dat deze straf zal worden uitgesproken in politieke of onbelangrijke kwesties. Ze zal worden uitgesproken tegen misdadigers en moordenaars. Ten tweede is het zo dat de doodstraf een afschrikkende werking heeft. Daar zijn natuurlijk geen empirische bewijzen voor, maar als we ervan uitgaan dat de volgende sluitrede correct is, namelijk dat een zwaardere straf meer afschrikt, dan betekent dat dat de zwaarste straf het meest afschrikt, en dat betekent dat de doodstraf het meest van al afschrikt. Om die reden redden we door de doodstraf toe te passen het leven van onschuldige mensen. Daarom horen de Europese Unie en het Europees Parlement zich niet in te laten met deze zaak die verband houdt met de Zuid-Koreaanse overheid.

 
  
MPphoto
 

  Bogusław Sonik (PPE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de beslissing van het Constitutioneel Hof van Zuid-Korea dat de doodstraf grondwettelijk is, dient met droefheid te worden onthaald. Dit is een stap achteruit ten opzichte van de ingeslagen weg in dit land, waar de doodstraf al decennialang niet meer is uitgevoerd. De laatste executie vond dertien jaar geleden plaats. Momenteel wachten maar liefst 57 veroordeelden in de dodencellen op hun terechtstelling. We moeten de beslissing van het Zuid-Koreaanse Hof kritisch benaderen. Als economische leider van de regio dient dit land vooral een voorbeeldrol te vervullen op het vlak van de naleving van het recht op leven van ieder individu. De doodstraf is onverenigbaar met een modern strafrechtsysteem en leidt – in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht – niet tot een daling van de misdaadcijfers.

 
  
MPphoto
 

  Jaroslav Paška (EFD). – (SK) De doodstraf is een kwestie die zal blijven bestaan zo lang wrede moordenaars, die zich ervan bewust zijn dat zij mensen kunnen martelen, mishandelen en vermoorden, verborgen blijven in de maatschappij omdat een zwakke en machteloze samenleving geen raad weet met hun brute gedrag.

Elk van de slachtoffers van deze wrede misdadigers had hetzelfde recht om te leven als elk van ons, totdat zij in aanraking kwamen met een meedogenloze crimineel die hen zonder recht op genade of verweer van het leven beroofde om te voldoen aan een of andere perverse behoefte. Het Constitutioneel Hof van Korea oordeelde dat de doodstraf niet in strijd is met de Koreaanse grondwet. De wettige status is daarop nader onderzocht. Het feit dat de politieke elite in Europa namens ons van dit pad is afgeweken, wil echter niet zeggen dat wij betere mensen zijn geworden of dat onze maatschappij humaner is geworden. Zeker niet. Net als in Korea is er in Europa geen einde gekomen aan de verschrikkelijke en wrede moorden op beschaafde mensen. Het enige verschil is dat moordenaars in Europa zich niet druk hoeven te maken over de doodstraf.

Dames en heren, ik respecteer ons model dat gebaseerd is op het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, maar ik ben van mening dat, voordat we het aan anderen buiten Europa opdringen, we er zeker van moeten zijn dat er werkelijk geen betere oplossing is voor beschaafde mensen en dat ...

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 

  Joanna Katarzyna Skrzydlewska (PPE). - (PL) Ik wil erop wijzen dat de beslissing van het Constitutioneel Hof in Zuid-Korea bedroevend en verontrustend is. Ondanks het feit dat de laatste executies in dit land plaats vonden in 1997, heeft het Hof op 25 februari besloten dat de doodstraf een strafvorm is die geen inbreuk vormt op het grondwettelijk recht op leven. Dit is al de tweede uitspraak van het Hof met dezelfde inhoud. De eerste uitspraak kwam er in 1996, toen het hof eveneens beweerde dat het maatschappelijk klimaat zich er niet toe leende om de doodstraf af te schaffen. Men kan hieruit afleiden dat dit nog altijd niet het geval is, en dat is jammer, want een land dat een leidende economische macht is, zou voor andere landen een voorbeeld moeten vormen door het recht op leven, dat een basisrecht is van de mens, te eerbiedigen.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Janez Potočnik, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, de strijd tegen de doodstraf vormt de kern van het mensenrechtenbeleid van de EU. De EU beschouwt de doodstraf als een wrede en onmenselijke straf die er niet toe leidt dat crimineel gedrag afneemt, terwijl de afschaffing van de doodstraf bijdraagt tot het vergroten van de menselijke waardigheid.

We hebben recentelijk een aantal positieve ontwikkelingen mogen verwelkomen in de strijd tegen de doodstraf. In januari van dit jaar heeft Mongolië een moratorium op de doodstraf afgekondigd. In 2009 hebben Burundi, Togo en de Amerikaanse staat New Mexico alle de doodstraf afgeschaft. In 2007 heeft de Algemene Vergadering van de VN voor het eerst een resolutie aangenomen waarin staten worden opgeroepen een moratorium op terechtstellingen in te stellen met het oog op de afschaffing van de doodstraf; in 2008 werd deze oproep in een vervolg op deze resolutie bevestigd.

In dit licht was de EU natuurlijk teleurgesteld over de uitspraak van het Constitutioneel Hof van de Republiek Korea van 25 februari waarin met een verdeling van vijf tegen vier stemmen werd besloten dat de doodstraf in overeenstemming was met de voorwaarden van de grondwet. We merken echter op dat deze zaak draaide rond de interpretatie van de Koreaanse grondwet; dit was niet een politiek besluit over de handhaving van de doodstraf. We willen met name ook wijzen op de verdere standpunten die door drie van de vijf rechters naar voren werden gebracht die van oordeel waren dat de doodstraf in overeenstemming is met de grondwet. Rechter Lee Kang-Kook en rechter Min Hyung-Ki maakten duidelijk dat het noodzakelijk was om het gebruik van de doodstraf te beperken en het aantal misdaden waarvoor de doodstraf werd toegekend te verminderen, terwijl rechter Song Doo-hwan aanvoerde dat iedere beslissing over de doodstraf onderwerp zou moeten zijn van een publiek debat en een vervolg zou moeten krijgen van de wetgevende macht.

Hoewel gerechtshoven de doodstraf blijven toekennen, heeft de Republiek Korea sinds 1997 een moratorium op terechtstellingen gehandhaafd. Er bestaan op dit moment geen aanwijzingen dat de uitspraak van het Constitutioneel Hof invloed zal hebben op dit moratorium. We juichen Korea’s vastberadenheid toe om het moratorium op de toepassing van terechtstellingen te handhaven.

Tegelijkertijd moet een moratorium niet worden gezien als een doel op zich, maar als een stap op weg naar volledige afschaffing, zoals in de resolutie van de Algemene Vergadering van de VN werd opgemerkt. De EU dringt er derhalve bij de Koreaanse Nationale Vergadering op aan zo spoedig mogelijk maatregelen te treffen om de doodstraf af te schaffen. De Republiek Korea heeft wat mensenrechtenkwesties betreft lange tijd als regionaal voorloper gefungeerd in Azië. De afschaffing van de doodstraf zou daarom enkel een bevestiging zijn van de inspanningen die de Republiek Korea levert ter bescherming en bevordering van de mensenrechten.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt na afloop van het debat plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Gerard Batten (EFD), schriftelijk. – (EN) Ik wil het Zuid-Koreaanse Constitutioneel Hof gelukwensen met de handhaving van de doodstraf. Het is voornemens de doodstraf in stand te houden voor de ergste criminelen. Bijvoorbeeld voor de heer Kang Ho-soon, die naar verluidt heeft bekend zeven vrouwen te hebben vermoord. Uit gegevens die de minister van Justitie onlangs heeft vrijgegeven blijkt dat meer dan zestig procent van de bevolking voorstander is van de doodstraf. Als in Groot-Brittannië een vergelijkbare vraag zou worden gesteld, zou het minstens hetzelfde resultaat opleveren. In de Britse gevangenissen hebben we een gemengd gezelschap van seriemoordenaars, verkrachters, pedofielen die kinderen hebben vermoord, necrofielen en kannibalen die levenslange gevangenisstraffen uitzitten. Het laatste voorbeeld hiervan is de afgelopen week tot 35 jaar gevangenisstraf veroordeelde perverseling Peter Chapman, die een onschuldig zeventienjarig slachtoffer, Ashleigh Hall, de dood inlokte. Dit is een ontoereikende straf. Hij en zijn soortgenoten zouden moeten worden terechtgesteld. Dit zou tevens elk jaar miljoenen ponden besparen die op dit moment worden verspild aan het levenslang vasthouden van dergelijke criminelen. Die zouden beter besteed kunnen worden aan de ouden en de zieken. Dus mijn complimenten, Zuid-Korea, en ga door met het terechtstellen van jullie ergste criminelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Monica Luisa Macovei (PPE), schriftelijk. – (EN) Ieder individu moet het recht hebben om te leven. Zo niet, dan behaalt de moordenaar ongewild een laatste en perverse morele overwinning door ook de staat tot moordenaar te maken, en op die manier de afschuw onder de bevolking over de bewuste uitroeiing van mensen te verminderen (Amnesty International, 1998). Moraliteit, ontmoediging en rechtvaardigheid vormen de kern in het debat over de doodstraf. De benadering van “criminaliteitsbeheersing” richt zich op de onderdrukking van crimineel gedrag, terwijl het model dat gestoeld is op “mensenrechten en eerlijke rechtspleging” individuele rechten benadrukt. De eerste benadering beschouwt de doodstraf als moreel aanvaardbaar aangezien de beklaagde een leven heeft genomen (vergelding), als een afschrikwekkend middel aangezien mogelijke daders uit vrees voor hun leven afzien van de daad, terwijl rechtvaardigheid onbelangrijk of niet bewezen is. Het andere model stelt dat de doodstraf immoreel is omdat de staat geen leven zou mogen nemen, dat het geen afschrikwekkend middel is, zoals de statistieken aantonen, en op onrechtvaardige wijze wordt toegepast, aangezien personen die ter dood veroordeeld zijn soms onschuldig zijn en hun processen soms onregelmatigheden vertonen. Ik geloof in het mensenrechtenmodel, zoals dat in de internationale gemeenschap tot uiting komt in harde en zachte wetgeving, en in het groeiend aantal landen dat de doodstraf afschaft. Ik verzoek de Republiek Korea dringend om duidelijk politiek stelling te nemen voor de afstraffing van de doodstraf, en tot die tijd onmiddellijk een moratorium op de toepassing van de doodstraf aan te nemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Cristian Dan Preda (PPE), schriftelijk. – (RO) De richtsnoeren van de EU inzake de doodstraf dateren van 1998. Dat is precies het jaar waarin het tijdperk van het officieuze moratorium op de doodstraf in Zuid-Korea begon. In dit tijdperk heeft het parlement van Zuid-Korea over drie voorstellen gedebatteerd om de doodstraf af te schaffen. Het Constitutionele Hof van het land heeft afgelopen maand opnieuw met een krappe meerderheid bevestigd dat de doodstraf grondwettelijk is.

Ik betreur dit besluit en ik hoop dat het Koreaanse parlement met een resolutie komt die de doodstraf verbiedt.

Als Zuid-Korea zich zou voegen bij het leger van landen dat de doodstraf heeft afgeschaft, dan zou dat een krachtig signaal afgeven aan het hele Aziatische continent.

 
  

(1)Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid