Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2917(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

O-0143/2010 (B7-0553/2010)

Debatten :

PV 19/10/2010 - 17
CRE 19/10/2010 - 17

Stemmingen :

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 19 oktober 2010 - Straatsburg Uitgave PB

17. Databanken met gegevens over raciale en etnische afkomst in de EU (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het debat over:

– de mondelinge vraag (O-0143/2010) van Monika Flašíková Beňová, Claude Moraes, Kinga Göncz en Sylvie Guillaume, namens de S&D-Fractie, aan de Commissie: Databanken met gegevens over raciale en etnische afkomst in de EU (B7-0553/2010),

– de mondelinge vraag (O-0146/2010) van Hélène Flautre, Raül Romeva i Rueda en Judith Sargentini, namens de Verts/ALE-Fractie, aan de Commissie: Databanken met gegevens over raciale en etnische afkomst in de EU (B7-0554/2010),

– de mondelinge vraag (O-0154/2010) van Renate Weber, Nathalie Griesbeck, Sophia in ’t Veld, Sonia Alfano, Cecilia Wikström, Louis Michel, Sarah Ludford, Gianni Vattimo, Leonidas Donskis, Alexander Alvaro, Niccolò Rinaldi, Ramon Tremosa i Balcells, Metin Kazak en Marielle De Sarnez, namens de ALDE-Fractie, aan de Commissie: Databanken met gegevens over raciale en etnische afkomst in de EU (B7-0556/2010), en

– de mondelinge vraag (O-0155/2010) van Rui Tavares, Cornelia Ernst, Marie-Christine Vergiat, Cornelis de Jong, Nikolaos Chountis, Marisa Matias en Eva-Britt Svensson, namens de GUE/NGL-Fractie, aan de Commissie: Roma-databanken en discriminatie (B7-0557/2010).

 
  
MPphoto
 

  Monika Flašíková Beňová, auteur. (SK) Volgens recente berichten in de media beschikt de Franse gendarmerie over een MENS-databank die gericht is op de Roma en op reizigers.

Ngo's hebben een klacht ingediend tegen de totstandbrenging van een illegale en niet-aangegeven databank voor de opslag van "persoonsgegevens met betrekking tot raciale of etnische afkomst" en hebben aangekondigd verder beroep aan te tekenen bij de verantwoordelijke autoriteiten. De Franse autoriteiten ontkennen echter het bestaan van een dergelijke databank. De minister van Immigratie had bovendien eerder aangekondigd biometrische gegevens van uitgewezen Roma op te nemen in de OSCAR-databank evenals een nieuwe databank die momenteel wordt opgericht. Ondertussen zijn er eveneens berichten dat Nederland en andere EU-lidstaten gegevens over ras en etnische afkomst registreren. In deze context bespreekt de Raad, zij het in zeer dubbelzinnige bewoordingen en zonder het Europees Parlement op de hoogte te brengen van het initiatief, ontwerpconclusies om mobiele criminele groeperingen aan te pakken.

Ik zou u derhalve willen vragen, commissaris, wat de Commissie doet om, gelet op dit bewijs met betrekking tot het bestaan van de MENS-databank in Frankrijk, deze informatie te verifiëren. Welke maatregelen zal de Commissie nemen om de situatie te corrigeren, indien ze tot de bevinding komt dat de databank in strijd is met het beginsel van non-discriminatie? Is de Commissie van plan om, gelet op de recente ontwikkelingen in andere lidstaten met betrekking tot de totstandbrenging van databanken met gegevens over ras en etnische afkomst, een onderzoek op te starten tegen andere lidstaten in verband met een inbreuk op de wet? Is de Commissie voornemens om een onderzoek op te starten om verdere informatie te verzamelen over dergelijke databanken en om na te gaan of ze in overeenstemming zijn met het non-discriminatiebeginsel? Ten slotte wil ik de Commissie vragen wat welke maatregelen zij neemt om ervoor te zorgen dat de lidstaten geen beroep doen op etnische profilering in het kader van hun administratieve en wetshandhavingsprocedures?

 
  
MPphoto
 

  Hélène Flautre, auteur. − (FR) Goedenavond mevrouw de Voorzitter, commissaris, mevrouw Reding, u bent vandaag – terecht – opgetogen dat Frankrijk te elfder ure heeft gereageerd op de inbreukprocedure van de Europese Commissie en heeft gezorgd voor een wetgevingsprocedure ter vaststelling van procedurele rechten, zoals vereist, krachtens de richtlijn betreffende het vrije verkeer.

U acht deze beloften oprecht en bijgevolg is de inbreukprocedure bevroren – en dus niet geannuleerd. Wij hebben notitie genomen van uw opmerkingen, maar als leden van het Europees Parlement zouden wij ook controle willen uitoefenen op deze toezeggingen. Dat betekent: informatie over de gedane beloften en het door de Franse autoriteiten verstrekte tijdschema. Laten wij bovendien niet vergeten dat u Frankrijk ook vragen hebt gesteld over personen die naar de grens zijn begeleid en is verzocht het land te verlaten. Bedoeling van deze navraag is om bevestigd te krijgen dat de deze administratieve procedures niet discriminerend waren. Wat is er met deze navraag gebeurd? Hebt u een antwoord gekregen?

Net nadat de media het bestaan van de kwaadaardige en discriminerende circulaire van augustus had onthuld, werd er kort geleden informatie gepubliceerd over een document – een database – dat persoonlijke informatie bevat, waaronder details van etnische en raciale herkomst. Heeft deze nieuwe wending uw vertrouwen in de beloften van de Franse vertrouwen en de deugdelijkheid van de geleverde informatie geen knauw gegeven?

Mevrouw Reding, bent u het er niet mee eens dat de logische volgende stap is om ons op de hoogte te stellen van de huidige stand van zaken van het voortgaande onderzoek omtrent de documenten waar de Commissie om heeft verzocht, zowel over de beweerde discriminerende praktijken in Frankrijk, maar ook ten aanzien van de mogelijke inbreuk op normen aangaande gegevensbescherming zoals deze in het Gemeenschapsrecht zijn neergelegd?

Ik meen dat de Europese burgers van heden ten dage recht hebben een verantwoordelijke Commissie te eisen, die ruchtbaarheid kan geven aan haar successen, maar ook vastbeslotenheid aan de dag legt in haar procedure tegen de Franse autoriteiten. Dit is ten slotte wat u meer in het algemeen doet met betrekking tot alle EU-lidstaten die, zoals breed is erkend, tot slechte gewoonten zijn vervallen waar het om de Roma gaat.

Ik wil er ook op wijzen dat de CNIL zelf het bestaan heeft bevestigd van vier illegale bestanden met persoonsgegevens, waarin de subjecten worden beschreven als zigeuners of Roma.

 
  
MPphoto
 

  Sophia in 't Veld, auteur.(EN) Mevrouw de Voorzitter, wij weten dat de commissaris een uiterst vastberaden en moedig iemand is. Commissaris, u laat zich niet snel door iemand tegenhouden en u heeft doorgaans geen duwtje nodig. Als u iets wilt, gaat u recht op uw doel af. Ik zou willen dat u in dit specifieke geval even vastberaden zou zijn.

Deze week nog heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd inzake de doeltreffende toepassing van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Volgens de mededeling zal de Commissie er alles aan doen wat binnen haar mogelijkheden ligt om ervoor te zorgen dat de lidstaten de EU-wetgeving in volledige overeenstemming met de grondrechten toepassen en dat zij niet zal aarzelen om inbreukprocedures op te starten.

Ik vraag mij af waarom de Commissie in het geval van Frankrijk uitsluitend op de verklaringen van de regering vertrouwt, terwijl diverse verklaringen achteraf onbetrouwbaar zijn gebleken, zoals mevrouw Flautre zojuist heeft opgemerkt. Waarom begint de Commissie niet zelf een onderzoek? Daar hebben wij op aangedrongen. U weet dat de meerderheid hier in dit Huis u steunt. Wij weten dat er onder de lidstaten enorm veel weerstand tegen bestaat, maar u kunt rekenen op onze steun, mevrouw Reding.

Ik zou willen wijzen op de situatie in Frankrijk, de situatie in Italië - die zelfs nog ernstiger lijkt te zijn - en op de situatie in mijn eigen land. Ten eerste zou ik willen weten of het bestaan van deze databanken bevestigd kan worden. Is er bewijs dat ze al dan niet bestaan? Is er een lijst? In het geval van Nederland weet ik dat er een lijst is, omdat de gemeenten die een databank hebben opgericht hier behoorlijk trots op zijn; zij zijn in de veronderstelling dat ze uitstekend werk hebben verricht. Zij hebben dit wellicht ook met de beste bedoeling gedaan. Als blijkt dat de databanken bestaan, is dat volgens u dan legaal of niet? Als dit legaal is, dan hoeven wij hier niet over te debatteren. Als dit niet legaal is, moeten er inbreukprocedures worden ingeleid. Zo eenvoudig is het.

Op andere gebieden aarzelt de Commissie niet. U heeft de tegenstand bijvoorbeeld regelrecht aangepakt toen u de roamingtarieven voor mobiel bellen wilde reguleren. Als er kartels zijn, aarzelt de Commissie geen seconde. In dit geval moet de Commissie mijns inziens in actie komen. Mevrouw Reding, dit is het moment voor de EU om te bewijzen dat ze een waardengemeenschap is en dat zij optreedt indien grondrechten worden geschonden. De burgers houden ons in de gaten.

Net als mevrouw Flautre wil ik u verzoeken om de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken uit te komen leggen hoe de situatie eruit ziet en welke maatregelen de Commissie denkt te gaan nemen. Ook ik verwacht als lid van het Parlement en als Europees burger volledige toegang te krijgen tot alle correspondentie met Frankrijk en mogelijke andere lidstaten.

 
  
MPphoto
 

  Cornelia Ernst, auteur.(DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik wil de volgende eenvoudige vraag stellen: wat is de situatie ten aanzien van de bestrijding van discriminatie en de gelijke behandeling van Roma in Europa? Als we nu horen dat databanken met gegevens over de etnische afkomst van Roma - en dergelijke databanken als zodanig zijn volgens mij verboden - door de Franse gendarmerie, maar ook door andere landen tot op zekere hoogte worden opgericht voor preventieve doeleinden, dan is dat werkelijk de grens. Zowel in Frankrijk als in de gehele EU zijn databanken die hoofdzakelijk worden gebruikt om persoonsgegevens over ras of etnische afkomst van personen eenvoudigweg verboden vanwege het grote gevaar dat deze databanken worden misbruikt en vanwege het gevaar van discriminatie. Alleen onder zeer specifieke - doelgerichte - voorwaarden, waarbij ervoor wordt gezorgd dat discriminatie wordt voorkomen, is het überhaupt toegestaan om dergelijke gegevens te verzamelen. De Roma mogen niet gecriminaliseerd en dat is het cruciale punt waar het hier om gaat. Databanken met gegevens over etnische afkomst die erop gericht zijn om misdaden te voorkomen, zijn illegaal. Het mag niet zo zijn dat er speciaal van de Roma gegevens worden verzameld vanwege hun manier van leven en wij verwachten dat de Commissie, u dus, mevrouw Reding, elke vorm van het verzamelen van gegevens met betrekking tot raciale of etnische afkomst verwerpt en dat u alles in het werk stelt om ervoor te zorgen dat hier in de betreffende landen een einde aan wordt gemaakt.

Eerlijk gezegd vraag ik mijzelf steeds vaker af of er hier in het Parlement en binnen de EU meer wordt gedaan dan alleen praten, praten, praten. Wat hebben wij in de praktijk daadwerkelijk kunnen doen om de situatie van de Roma in Europa te verbeteren, behalve erover praten, praten, praten? Als we kijken naar de gegevens die zijn opgeslagen, dan zien we dat de Roma tot zondebok zijn gemaakt en dat er in vele EU-lidstaten met hen wordt gesold. Ze worden teruggestuurd naar Kosovo en daarmee handelt Frankrijk al maandenlang in strijd met de EU-verdragen. Het non-discriminatiebeginsel wordt geschonden - en de Commissie doet alsof ze tevreden is - en ik kijk hier toch anders tegenaan dan de vorige spreker - met de belofte van de Franse regering dat zij begin 2011 de wettelijke basis zal vaststellen voor de tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake de vrijheid van verkeer. Uit fatsoen moeten we echter duidelijk maken dat Frankrijk een einde moet maken aan het terugsturen van Roma en het is eveneens belangrijk dat de Roma die ten onrechte zijn teruggestuurd naar Frankrijk kunnen terugkeren.

In verband met deze databanken wil ik u het volgende vragen: welke exacte informatie heeft u, welke maatregelen gaat u nemen als deze databanken daadwerkelijk als zodanig bestaan en bent u voornemens om in die gevallen inbreukprocedures in te leiden?

 
  
MPphoto
 

  Viviane Reding, vicevoorzitter van de Commissie.(EN) Mevrouw de Voorzitter, naar mijn idee is het niet verenigbaar met de mensenrechten dat wij hier nog zo laat ’s avonds over belangrijke onderwerpen discussiëren. Over dergelijke zaken zouden wij overdag moeten debatteren en niet midden in de nacht op een moment dat normale mensen zich thuis zouden moeten ontspannen en het eigenlijk tijd is om naar bed te gaan.

Dat gezegd hebbende, zijn wij in de afgelopen weken geconfronteerd met veel debatten, veel schandalen en veel acties. Naar mijn idee zou dit Parlement moeten kijken naar wat er in Frankrijk is gebeurd en naar de reactie van de Europese Commissie op hetgeen wat min of meer een historische gebeurtenis genoemd mag worden. Tot nu toe is er in de geschiedenis van onze Europese Unie immers nog nooit een rechtszaak in gang gezet vanwege rechten.

Wij hebben rechtszaken aangespannen vanwege de handel, de economie en de financiën, maar dit is de eerste keer dat de Commissie, op basis van het Verdrag van Lissabon en het Handvest van de grondrechten (dat in het Verdrag van Lissabon geïntegreerd is), gezegd heeft ‘genoeg is genoeg’.

Met instemming van alle 27 commissarissen heeft de Commissie op 29 september besloten om een inbreukprocedure tegen Frankrijk in gang te zetten vanwege het niet ten uitvoer leggen van de rechten van de mens, van de rechten van de individuele burger.

Ik hoef u verder niets te vertellen over alle druk die sindsdien is uitgeoefend, maar de Commissie heeft unaniem gezegd dat zij een rechtszaak aanhangig zal maken en Frankrijk een ultimatum zal stellen. Als Frankrijk uiterlijk 15 oktober niet op een positieve, acceptabele manier heeft gereageerd, zal die rechtszaak ook doorgezet worden. Dat is de gebruikelijke gang van zaken met betrekking tot alle lidstaten.

Wat is er daarna precies gebeurd? Wel, Frankrijk heeft inderdaad gereageerd. Dit was de allereerste keer dat dit zo gebeurd is. De wijze waarop deze kwestie is aangepakt, mag gerust uniek worden genoemd. Persoonlijk ben ik van mening dat dit de eerste keer is geweest dat er waarlijk sprake was van een Europa van de burgers.

Daar moeten de historici zich te zijner tijd maar eens over buigen. Wij zitten midden in de procedure, wij zitten midden in de strijd, dus wellicht bekijken wij deze zaak vanuit een ander perspectief.

Wat heeft Frankrijk objectief gezien nu precies gedaan? Frakrijk heeft precies gedaan wat de Commissie van dat land heeft gevraagd. Op grond van de richtlijn uit 2004 bestaan er materiële rechten, ook wel procedurele rechten genoemd, die bedoeld zijn om de burgers die in hechtenis worden genomen, te beschermen tegen onaanvaardbare acties van de autoriteiten. Die procedurele rechten zijn nog niet in het Franse recht omgezet. Derhalve hebben wij het volgende tegen Frankrijk gezegd: wij willen uiterlijk 15 oktober weten op welke wijze het Franse recht aangepast gaat worden om die procedurele rechten van 2004 om te zetten. Daarnaast willen wij een geloofwaardig tijdschema zien aan de hand waarvan die rechten in het Franse recht worden omgezet.

En we hebben hierop inderdaad een reactie ontvangen. Die reactie kwam weliswaar pas één uur voor het verstrijken van de deadline, maar zij is er. Sinds acht uur zaterdagochtend hebben mijn deskundigen de documenten bestudeerd. Ik ben vandaag tot de conclusie gekomen dat alle vragen die de Commissie op basis van het Gemeenschapsrecht heeft gesteld, door Frankrijk ook zijn beantwoord. Uiteraard zijn de voorgestelde maatregelen nog niet in het nationale Franse recht toegepast, omdat die eerst nog de goedkeuring behoeven van de Senaat voordat zij de facto in het Franse recht geïntegreerd en in praktijk gebracht kunnen worden.

Wij zijn tevreden over de reactie van de Franse autoriteiten. Wij kunnen deze zaak echter nog niet sluiten, omdat die beloften, die rechtsaspecten, de voorgestelde wetten, nog niet ten uitvoer zijn gelegd. Daarom hebben wij besloten om de zaak weliswaar te bevriezen, maar tevens open te houden. Wij laten deze zaak open tot het moment dat de Franse regering deze wetgeving de facto heeft toegepast in haar reguliere wet- en regelgeving.

Dat is een van de dingen die voor ons toch een soort overwinning betekent. Laat alles wat er gebeurd is eens de revue passeren. De Fransen zullen nu gaan zeggen dat er geen probleem meer is en dat er eigenlijk nooit een probleem is geweest. Wel, er was wel degelijk een probleem en de Fransen hebben aangegeven welke wetgeving zij gaan aanpassen. Laten wij afwachten of zij dat ook gaan doen. Ik denk van wel.

Er was ook nog een tweede vraag en wel over de wijze waarop personen tijdens de zomerperiode zijn behandeld en of zij als individuen, als Europese burgers, aanspraak konden maken op procedurele garanties of dat zij juist gediscrimineerd werden.

Waarom heb ik geen vergelijkbare inbreukprocedure in gang gezet als die vanwege het niet ten uitvoer leggen van het Gemeenschapsrecht? De reden hiervoor is simpel: als wij handelend willen optreden, kan dat alleen maar op basis van wettig bewijsmateriaal gebeuren. Wij kunnen geen maatregelen nemen omdat wij een bepaald gevoel hebben of omdat ons aangepraat wordt dat er iets mis is. Wij hebben daarvoor wettige bewijzen nodig en daarom hebben wij de Franse regering verzocht om ons de documenten over de betreffende persoenen te verstrekken.

Inmiddels beschikken wij over de dossiers over die personen; het gaat zelfs om verschillende stapels dossiers. Mijn deskundigen zijn nu bezig met de analyse ervan en zij hebben mij verteld dat er ongetwijfeld nog aanvullende vragen aan de Franse regering gesteld zullen gaan worden. Zij verwachten dat de analyse en het bestuderen van de antwoorden van de Franse regering over vier weken afgerond zullen zijn.

Vanaf vandaag gaat het dus om twee zaken. Volgens mij is dat een zeer belangrijke constatering. Ik wil de afgevaardigden in dit verband namelijk ook heel open en eerlijk vertellen dat de tenuitvoerlegging van de richtlijn van 2004 inzake het vrije verkeer, in het algemeen eigenlijk niet briljant is. Door het doortastende optreden van de Commissie, zien wij nu dat alle landen waar die tenuitvoerlegging ook niet perfect is – weliswaar niet zo slecht als in Frankrijk, maar niet perfect – nu plotseling zeggen dat zij die richtlijn nu eveneens volledig zullen gaan omzetten.

Er is dus iets veranderd. Ik denk dat heel Europa nu begrepen heeft dat wij geen grapjes meer maken en dat de rechten van het individu, van onze burgers, en de waarden van onze samenleving serieus genomen moeten worden.

Daarmee is genoeg gezegd over deze Franse kwestie. De Commissie heeft over die zaak een besluit genomen. Dat wil niet zegen dat de zaak ook is afgerond; de procedure loopt nog steeds.

Sta mij toe om dan nu in te gaan op de kwestie van de databank die naar verluidt door de Franse gendarmerie wordt bijgehouden en die mogelijk etnische elementen bevat. In de eerste plaats volgt de Commissie de ontwikkelingen in deze zaken op de voet. De Franse autoriteiten hebben ons nogmaals de verzekering gegeven dat alles weliswaar in orde is, maar dat er in dit geval wel een ander systeem van toepassing is. Frankrijk kent op dit punt namelijk een wet op de bescherming en de verwerking van gegevens. Die wet wordt in overeenstemming met onze regels toegepast door de CNIL, de Franse commissie voor gegevensbescherming. De CNIL heeft conform die regels een inspectie uitgevoerd en vorige week een voorlopig. openbaar verslag gepubliceerd. U heeft de resultaten van de CNIL gezien. Ik heb ze ook gelezen. De dingen die hierover in de media worden gezegd, zijn soms niet volledig, omdat de CNIL ook, met nadruk, heeft opgemerkt dat er wellicht helemaal geen sprake is van etnische elementen. Er zijn ongetwijfeld echter ook databanken waarvoor de autoriteiten geen toestemming hebben verleend.

Wat de EU-wetgeving betreft, dient uit de verstrekte informatie onmiskenbaar te blijken dat de Gegevensbeschermingsrichtlijn in de betreffende situatie in acht is genomen. Dit zou wellicht alleen het geval kunnen zijn voor doeleinden die verband houden met immigratie. Met betrekking tot die immigraties is er een reeks garanties en waarborgen van toepassing op wat wij de ‘gevoelige gegevens’ noemen. Gevoelige gegevens mogen slechts in uitzonderlijke gevallen worden verwerkt met het oog op het openbaar belang; zij zijn onderworpen aan adequate waarborgen die door het betreffende land toegepast dienen te worden.

Indien de gegevensverwerking niet onder de Gegevensbeschermingsrichtlijn valt, zou het Kaderbesluit van 2008 over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, van toepassing kunnen zijn.

Op dat punt hebben wij nog steeds een probleem, aangezien deze kaderrichtlijn pas op 27 november van dit jaar van kracht wordt. Op basis van deze richtlijn zijn de bevoegdheden van de Commissie dus behoorlijk beperkt.

Ik zal nu de zeer concrete vragen beantwoorden die in aanvulling op de vragen over de Franse kwestie zijn gesteld. Zijn er ook nog andere lidstaten waar gecontroleerd zou moeten worden of er mogelijk databanken worden bijgehouden met gegevens van een etnische of raciale oorsprong?

Op grond van de Gegevensbeschermingsrichtlijn is het verwerken van dergelijke, gevoelige gegevens bij wijze van uitzondering toegestaan. De nationale instanties voor gegevensbescherming dienen dan wel van die verwerking in kennis te worden gesteld. De CNIL is de Franse instantie voor gegevensbescherming. Daarnaast moeten die uitzonderingen vanwege een aanzienlijk openbaar belang eveneens bij de Commissie worden gemeld.

Wanneer een dergelijke kennisgeving wordt gedaan, kunnen de nationale autoriteit voor gegevensbescherming en de Commissie beoordelen of de maatregelen in overeenstemming zijn met de regels voor gegevensbescherming. In het onderhavige geval beschikken wij over de resultaten van de voorlopige analyse van de CNIL waaruit duidelijk blijkt dat er geen verzoek voor een dergelijke verwerking is ingediend. Dat betekent dat wij de Franse justitie in de gelegenheid moeten stellen om haar werk te doen. De betreffende autoriteiten zijn niet alleen bevoegd om dergelijk justitieel werk te doen, maar zij dragen daar ook de verantwoordelijkheid voor.

Hoe zit het dan in Nederland? Dat land beschikt over een aantal databanken waarbij in het verwerken van gevoelige gegevens is voorzien. In 2005 en 2006 heeft Nederland een aantal keren de verwerking van dergelijke gegevens bij de Commissie aangemeld. De meest controversiële databank in dat land hield verband met criminele activiteiten van Caribische afkomst. Inmiddels is die databank echter opgeheven.

Onlangs was een Nederlandse gemeente daarnaast van plan om een etnisch dossier samen te stellen, maar dat project is geannuleerd na een aanbeveling van de Nederlands autoriteit voor gegevensbescherming. Hieruit blijkt dat het systeem dat op grond van de richtlijn is gecreëerd, goed functioneert (in dat systeem wordt de betreffende verantwoordelijkheid neergelegd bij de nationale autoriteiten voor gegevensbescherming).

Ik wil het Parlement er overigens graag op opmerkzaam maken dat ik bezig ben met een herziening van de richtlijn gegevensbescherming. Dat gebeurt deels ook om binnen een Europees kader de onafhankelijkheid en de interventiemogelijkheden van de nationale autoriteiten voor gegevensbescherming te verbeteren.

Hier wil ik het voorlopig bij laten: ik moet mijn betoog afbreken, omdat er na middernacht geen tolkfaciliteiten meer zijn. Vandaar dat ik er nu mee stop.

 
  
MPphoto
 

  Véronique Mathieu, namens de PPE-Fractie. – (FR) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw Reding, dames en heren, ik was opgetogen om vandaag te horen dat het college van commissarissen niet van plan is de inbreukprocedure tegen Frankrijk in verband met Richtlijn 2004/38/EG voort te zetten. Enige tijd geleden heb ik u echter een vraag gesteld over deze zaak, tijdens een bijeenkomst van het Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken, en ik heb u al gezegd dat Frankrijk alle informatie in 2006 en 2007 heeft geleverd, samen met de concordantietabellen voor omzetting van Richtlijn 2004/38/EG.

Maar nu, in 2010, veinst u verbazing bij de ontdekking dat de procedurele rechten niet deugen. U hebt nooit antwoord gegeven op mijn vraag, mevrouw Reding, dus wil ik vandaag een antwoord.

Wat het Mens-bestand betreft, heb ik een ding te zeggen over het onderwerp. Ik denk dat de oppositie en anderen dit debat nu moe beginnen te worden. Het is heel gemakkelijk te bewijzen dat er geen grond is voor deze aantijgingen. U hebt de conclusies van het aan de premier voorgelegde CNIL-verslag. Ik neem aan dat u ook, net als ik, het verslag hebt ontvangen van de directeur-generaal van de nationale gendarmerie, mevrouw Reding. U hebt een aantal punten vermeld die u kennelijk onbevredigend acht.

U werpt zich op als verdediger van de mensenrechten, maar we moeten ons niet beperken tot het verdedigen van de rechten van minderheden. De rechten van alle mensen dienen te worden verdedigd, en we hebben allen recht op respect. Ook in Frankrijk zijn wij respectabel en ik kan ervoor instaan dat het Mens-bestand nooit heeft bestaan. Mevrouw Reding, de CNIL heeft onderzoek gedaan, gezocht naar diverse onaangename trefwoorden als zigeuners, Roma, en heeft geen enkele aanwijzing gevonden dat de Nationale Gendarmerie dergelijke bestanden bezit.

Het enige waarvoor de nationale Gendarmerie kan worden bekritiseerd is dat zij heeft nagelaten dit gegevensbestand te declareren, maar de bestanden bevatten geen genealogische informatie. De Nationale Gendarmerie heeft alleen een aantal bestanden die …

(Spreekster wordt door de Voorzitter verzocht af te ronden)

Sta mij toe mijn opmerkingen af te maken. Ik ben de enige spreker van de PPE-Fractie, dus ik wil graag de kans krijgen om namens mijn fractie te spreken.

Deze bestanden bevatten informatie over groepen personen zonder vaste verblijfplaats, zonder woning; ze bevatten geen gegevens over etniciteit. Dus al is er dan geen verklaring geweest van de CNIL, wil ik ten minste dat u erkent dat u ...

(Uitroep)

Toch is het waar en ik wil ik dat u dit erkent. Ik wil ook dat u, mevrouw Reding, uw verdenkingen ten aanzien van de Franse regering terzijde schuift. Uw houding begint iets ziekelijks te krijgen.

 
  
MPphoto
 

  Sylvie Guillaume, namens de S&D-Fractie.(FR) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, dames en heren, het opstellen van etnische profielen is geen nieuwe praktijk in de lidstaten, maar het lijkt in recente jaren te zijn toegenomen, ten behoeve van contraterroristische operaties, rechtshandhaving en zelfs de bestrijding van illegale immigratie. Recente onthullingen over het bestaan van een database over de Roma en reizigers in Frankrijk hebben aangetoond hoe belangrijk het is dat de Commissie haar onderzoek voortzet om aanvullende informatie te verkrijgen over het bestaan van deze gegevensbestanden maar ook om vast te stellen of de gegevensbestanden legaal zijn en verenigbaar met het beginsel van non-discriminatie.

Commissaris, ik deel niet helemaal uw geestdrift over het enige dagen geleden door Frankrijk geleverde antwoord, maar ik begrijp waarom u uzelf in deze termen hebt uitgedrukt.

U vertelt ons dat Frankrijk beweert plannen te hebben om de richtlijn betreffende het vrije verkeer om te zetten en dat het een tijdschema zal leveren. Wat de kwestie van deze veelbesproken richtlijn en zijn omzetting betreft, zijn er twee mogelijkheden. Frankrijk heeft hetzij een puur formele toezegging gedaan, wat zou betekenen dat de Commissie geen antwoord heeft gekregen en de voorbije geschiedenis is vergeten, of Frankrijk heeft een volledig antwoord gegeven, in welk geval wij graag de details zouden willen weten. U hebt een tijdschema vermeld, een tijdschema voor een omzetting die in uitvoering is. Frankrijk is op dit moment de richtlijn betreffende het vrije verkeer aan het omzetten als onderdeel van de vijfde herziening van zijn immigratiewetten in zeven jaar. Ik kan u verzekeren dat de herziening veel verder zal gaan dan Europese beginselen over het vrije verkeer. Ik meen daarom dat u zeer nauwkeurig op het proces moet toezien.

Ik sluit graag af met het uitspreken van de hoop dat de Commissie zich standvastig zal tonen en het beginsel van non-discriminatie zal handhaven. Ik hoop dat u zich niet laat verleiden tot amicale overeenkomsten of louter beloften, ook al zijn zij afkomstig van de Franse regering.

 
  
MPphoto
 

  Nathalie Griesbeck, namens de ALDE-Fractie.(FR) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, ik weet dat het heel laat is, maar het debat van deze avond kenmerkt zich door een tamelijk heftige botsing van meningen. Ondanks de zeer duidelijke uitleg die u zojuist hebt gegeven, is er vanochtend een nieuwe Franse informatiewebsite gevonden dat een Roma-databestand bevat, uiteraard illegaal, dat gedetailleerde en uitgebreide informatie bevat met inbegrip van voornamen, achternamen, bijnamen, familieverwantschappen, sociale contacten, registratienummers van auto’s en modellen, namen van partners. Eens te meer beweren de autoriteiten dat zij zich niets weten van het bestaan van dergelijke bestanden.

Ongeacht de vraag of de op deze site gevonden informatie waar blijkt te zijn, is er uiteindelijk nog steeds het sluimerende risico van discriminatie, vanwege het bestaan van dergelijke databases in Frankrijk en diverse andere Europese landen.

Dus, commissaris, gezien uw opmerkingen en uw reputatie van krachtdadigheid, wat bent u van plan te doen? Welk ander bewijs moeten wij nog leveren opdat u in actie komt, opdat u reageert, gezien deze niet-handhaving van het beginsel van non-discriminatie? Met andere woorden, en zonder controversieel te willen zijn, laat ons proberen de wet in Frankrijk te handhaven, in de lidstaten van de Unie, en onder degenen die deze halfslachtige Europese democratie vormen.

Wij hebben gehoord van de uitzettingen in Frankrijk deze zomer, de op 5 augustus uitgegeven circulaire – die gelukkig later werd ingetrokken – het Mens-bestand en meer. Wij hebben met grote belangstelling geluisterd naar de argumenten die u deze avond naar voren heeft gebracht. U hebt ons vandaag gezegd dat u blij bent met de Franse belofte, vorige week gedaan, om nationale wetgeving zodanig te wijzigen dat ze overeenkomt met de Europese richtlijn die dateert van 2004.

Net als mijn collega-parlementariërs, zou ik graag toegang willen krijgen tot deze documenten zodat wij uw zienswijze en uw toezegging dat u de rechtsstaat in ere zult herstellen kunnen delen. Uw opmerkingen van hedenmiddag klonken haast alsof u reeds hebt gecapituleerd.

Ter afsluiting van dit lange debat wil ik erop wijzen dat het een doel heeft gediend; het heeft de overweldigende noodzaak getoond om de kern van het probleem aan te pakken, door nationale inspanningen en Europees beleid aan te moedigen die deel uitmaken van de rechtstaat waarop de Europese democratie is gegrondvest.

 
  
MPphoto
 

  Raül Romeva i Rueda, namens de Verts/ALE-Fractie. – (ES) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, toen u uw beroemde zin zei: “genoeg is genoeg”, hebben velen in dit Huis maar vooral veel mensen op straat uw woorden toegejuicht.

Het schiep grote verwachtingen onder al degenen onder ons die nog steeds geloven in de Europese integratie. Eindelijk was er iemand in de Commissie die het tegen een sterke lidstaat durfde op te nemen over een kwestie aangaande de grondrechten, die altijd de belangrijkste kwestie wordt gevonden, wat wel blijkt uit onze woorden maar niet steeds uit onze daden.

Wij waren daar nogal verbaasd over, en het werd – om zo te zeggen – niet goed begrepen dat toen de betreffende rechtszaken werden aangespannen dit niet gedaan werd op grond van discriminatie maar alleen op grond van schending van het vrije verkeer van personen. Ik denk dat dit tot op zeker punt een tekortkoming was, maar hoe dan ook bleven we uw geëngageerdheid op dat moment toejuichen.

De beslissing van vandaag vinden wij dan ook lichtelijk verwarrend, wat niet alleen geldt voor ons maar voor al die mensen die hoopten op een moedige reactie uwerzijds op dit optreden. Daar was des te meer reden voor omdat we weten dat overduidelijk is gebleken dat uw vertrouwen in de Franse regering op zijn zachtst gezegd omstreden is.

In de tweede plaats hebben we hier nog meer reden voor omdat we weten dat er bij de herziening van de Richtlijn betreffende het vrije verkeer pogingen ondernomen zijn om bepaalde begrippen in te voeren en om het begrip “rondtrekkende groepen” opnieuw te definiëren, waardoor het tot op zekere hoogte mogelijk zou worden om deze groepen wederom in een crimineel daglicht te plaatsen.

Ik denk niet dat de frustratie die sommigen van ons vandaag voelen nog verder moet worden opgevoerd. Daarom verzoeken wij u ons de hoop te laten koesteren die u ons gegeven heeft met uw verklaring “genoeg is genoeg”, want hier zijn wij nog steeds van mening dat er een reëel probleem is en dat we, samen met andere regeringen, moeten protesteren bij de Franse regering.

 
  
MPphoto
 

  Rui Tavares, namens de GUE/NGL-Fractie. – (PT) Commissaris, dit debat gaat over grondrechten zoals non-discriminatie en het vrije verkeer. Het is echter ook een debat geworden over essentiële bepalingen die beslissend zijn voor ons werk in de Europese instellingen. Ze bepalen dat wij weten of een lidstaat te goeder trouw handelt, of hij betrouwbare informatie verstrekt aan de Europese instellingen, enzovoort. In dat verband is het bovendien een debat geworden over de vraag of wij, als Europese instellingen, in staat zijn om te garanderen dat deze beginselen en bepalingen worden nageleefd, of we ons hierover duidelijk kunnen uitspreken en of we ze op vastberaden wijze kunnen verdedigen als dat nodig is.

Ik denk dat we al duidelijke antwoorden hebben op de vraag over het te goeder trouw zijn. Er zijn lidstaten, Frankrijk in het bijzonder, die niet te goeder trouw gehandeld hebben. Ze blijven het bestaan van bepaalde documenten ontkennen, waarvan later afschriften worden vrijgegeven aan de openbaarheid. Dat is deze zomer gebeurd, en nu gebeurt het weer met gegevensbestanden. Hoe kan er gezegd worden dat er geen gegevensbestanden zijn als we op een Franse site op het internet een gegevensbestand hebben gepubliceerd dat Roms heet, met daarin de plaats van herkomst en allerlei andere informatie over de Roma, waaronder de Roma in de Europese Unie: uit Boekarest, Belgrado en Timişoara?

Het antwoord op de andere vraag is ook bijzonder belangrijk. U zei dat we een historisch moment beleefden, commissaris, en dat historici zullen erkennen dat de commissaris zich voor de eerste keer duidelijk heeft uitgesproken. Dat betwijfel ik echter ten zeerste, commissaris, en ik ben historicus. Ik heb hier allerlei twijfels over, en zelfs de verslaggevers betwijfelen dit. De dag nadat ze de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken hadden bezocht, schreven sommige kranten, zoals de Financial Times, dat de Commissie Frankrijk niet zal vervolgen. Andere kranten zeiden dat ze dat wel zou doen. Volgens het nieuws van vandaag is de zaak tegen Frankrijk opgeschort of zelfs ingetrokken.

Indien de Commissie zich niet duidelijk uitspreekt – en klaarblijkelijk komt haar boodschap niet goed – zou ik haar willen zeggen dat zij een sterke bondgenoot zal vinden in het Europees Parlement als zij ertoe besluit zich wel duidelijk uit te spreken. Indien de Commissie aarzelt, zal het Parlement niet nalaten deze kwestie te blijven aankaarten: het zal niet zo’n zaak zijn die van de zomer heeft plaatsgevonden en die nu alweer vergeven en vergeten is. Hij zal steeds weer onderwerp van debat zijn in dit Huis.

 
  
MPphoto
 

  Kinga Göncz (S&D).(HU) Het is duidelijk dat de crisis bij veel mensen in Europa het gevoel van veiligheid heeft ondermijnd. Hierdoor ontstaat een vruchtbare voedingsbodem niet alleen voor de ontwikkeling en verspreiding van extremisme, maar ook voor politieke uitlatingen waarin bepaalde etnische groepen een bedreiging voor de veiligheid worden genoemd en waarin minderheden en migranten in verband worden gebracht met misdaad. De Franse regering is begonnen zigeuners op etnische gronden te verdrijven uit Frankrijk, wat onaanvaardbaar is. We hebben goede redenen om te veronderstellen, zoals sommige mensen hier gezegd hebben, dat de Franse gendarmerie, net als de politie van andere Europese staten, nog steeds doorgaan met het verzamelen van etnische gegevens.

Als mocht blijken dat dit zo is, dan hopen wij dat de Commissie daadwerkelijk zal optreden als behoedster van de verdragen en van het Handvest van de grondrechten, en dat zij een procedure zal starten wegens het niet nakomen van verbintenissen. De politie speelt een belangrijke rol in de handhaving van de openbare orde, maar we kunnen niet toelaten dat etnische profiling deel gaat uitmaken van de standaardwerkzaamheden van de politie. Dat ondermijnt het vertrouwen van de minderheden in de democratische instellingen, en kan aanleiding zijn tot discriminatie. De meeste zigeunergroepen leven in grote armoede in Europa, en zij hebben niet alleen te lijden onder de armoede maar ook onder discriminatie. We mogen in de 2020-strategie dan wel ambitieuze plannen hebben om de armoede te bestrijden, maar wat we in werkelijkheid vaak zien, is dat de armen bestreden worden, en daaraan moeten wij definitief een einde maken.

 
  
MPphoto
 

  Catherine Grèze (Verts/ALE). (FR) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw Reding, u hebt ons vandaag met enige geestdrift gezegd, en ik citeer, dat de reactie van Frankrijk aantoont dat de EU een effectieve rechtsgemeenschap is, of, en ik citeer opnieuw, dat we nu moeten toewerken naar praktische actie en resultaten, gebaseerd op gedeelde Europese waarden. Ik heb een kopie van geconsolideerde verdragen en het Handvest van de grondrechten in mijn handen en ik hoop dat u mij vergeeft als ik uw enthousiasme niet helemaal deel.

Welk bewijs heeft de Commissie nodig om werk te maken van deze zaak? Welk bewijs is vereist om de discriminerende behandeling, de uitzettingen, die de Roma op dit moment ten deel vallen in Frankrijk en andere landen, aan de kaak te stellen?

Het is waar dat de Commissie een reeks maatregelen heeft getroffen om de integratie van de Roma te bevorderen, met name door gebruik van het Structuurfonds. Maar toch, door een beleid voort te zetten waarin de feiten worden ontkend, vraag ik me af of de Commissie zich niet in de voet heeft geschoten.

 
  
MPphoto
 

  Marie-Christine Vergiat (GUE/NGL). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw Reding, ik moet toegeven dat ik mij deze avond teleurgesteld voel. Velen van ons hebben notitie genomen van uw vorige verklaringen en hebben u zelfs gesteund. Er is ons nu te verstaan gegeven dat de inbreukprocedure met betrekking tot het vrije verkeer alleen is opgeschort. Maar het onderwerp van de discussie van vandaag is discriminatie. U wilt bewijs, mevrouw Reding, en u hebt de Franse regering, en enkel de Franse regering, gevraagd die te leveren. Telkens wanneer wij u vragen stellen, vertelt u ons dit en u hebt ons dit verteld.

Commissaris, ik moet met alle respect zeggen dat ik mij begin af te vragen of het u iets kan schelen wat wij hebben op te merken. Dit weekend was ik in Marseille, waar ik verenigingen sprak die met de Roma-gemeenschap werken. Ik ben vele jaren op dit terrein actief geweest en ik moet zeggen dat ik ontsteld was, commissaris, door wat ze mij vertelden over de situatie van de Roma in regio Marseille. Mevrouw Reding, de Roma in Frankrijk zijn bang, ze verschuilen zich. Ze durven hun geïmproviseerde kampementen niet te verlaten. Hun kinderen durven niet naar school. De verenigingen zijn niet in staat hen te lokaliseren en weten daardoor niet hoe het met hun welzijn en gezondheid is gesteld. Dat is wat de verenigingen ons zeggen, commissaris. Dat is de huidige situatie van de Roma in Frankrijk.

Het Mens-bestand. Als we het onderwerp van het Mens-bestand eens lieten vallen. De gendarmerie heeft aangekondigd dat het is verwijderd. Maar als u het verslag van de CNIL zorgvuldig leest, commissaris, zult u zien dat de door de CNIL uitgevoerde inspecties betrekking hadden op etnische afkomst. De CNIL is een instantie van naam. Vraag naar de bescheiden van de door de CNIL uitgevoerde inspecties en….

(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 

  Juan Fernando López Aguilar (S&D). - (ES) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, op 9 september heeft dit Parlement een resolutie aangenomen die een wenselijke en noodzakelijke discussie heeft losgemaakt. Het Parlement heeft zijn werk dus goed gedaan.

Er zijn mensen die denken dat we, gezien de kracht van uw vorige verklaring – die in lijn is met de wensen van dit Parlement – en gezien de verklaringen die u ons vanavond gegeven heeft, uiteindelijk alleen maar teleurgesteld kunnen zijn omdat er geen zaak wordt aangespannen tegen Frankrijk. Er moet op gewezen worden dat de discussie niet over Frankrijk ging en zeker niet tegen Frankrijk gericht was; het was een discussie ten behoeve van de grondbeginselen van de Europese integratie, zoals het vrije verkeer van personen, want Europa betekent niet alleen vrij verkeer van goederen en kapitaal maar bovenal vrij verkeer van Europeanen conform de wet en zonder discriminatie, en natuurlijk zonder discriminatie op etnische gronden.

Dit betekent dat er nog steeds een en ander moet worden onderzocht met betrekking tot etnische registraties die niet volledig zijn opgehelderd, wat nog steeds de taak is van de Commissie. Er zij echter op gewezen dat die taak nog niet voltooid is omdat hij ook inhoudt dat het Parlement moet waken tegen de verleiding van het populisme, dat veeleer op zoek is naar zondebokken voor de problemen van sociale uitsluiting dan dat het naar oplossingen of antwoorden zoekt.

Deze taak omvat niet alleen het aanpakken van het populisme en zijn verleidingen maar ook het werken aan de integratie van degenen die uitgesloten zijn, degenen die al sinds lange tijd naar de zelfkant van de samenleving verbannen zijn, en natuurlijk de Roma.

Het Parlement moet zijn steun geven aan een conferentie over de integratie van de Roma-gemeenschap. Het Parlement moet ook zeggen dat de job nog niet gedaan is; in feite is die pas net begonnen, en we hebben nog een lange weg te gaan. Dit betekent dat dit debat, zelfs als er uiteindelijk geen rechtszaak tegen Frankrijk wordt aangespannen, toch een doel heeft gediend, want het heeft aangetoond dat het wenselijk en noodzakelijk was.

 
  
MPphoto
 

  Ioan Enciu (S&D). – (RO) Zoals we allemaal weten, had 2010 het Europese Jaar moeten zijn van de bestrijding van armoede, sociale uitsluiting, discriminatie en xenofobie. Ik denk echter dat die strijd feitelijk verloren is, althans dit jaar.

De situatie van de grondrechten in de Europese Unie gaat er steeds meer op achteruit in plaats van vooruit. Tegen de achtergrond van een economische en financiële crisis voeren de regeringen van een paar lidstaten hun discriminerend optreden verder op: de deportaties en het opmaken van gegevensbestanden op basis van etnische criteria betreffende de Roma zijn acties die reeds zijn benadrukt. Zolang de Commissie niet in staat is om de naleving van de grondrechten in de Europese Unie te waarborgen, zal haar reputatie van hoedster van deze rechten hieronder te lijden hebben. Dat is een risico dat deze instelling zich niet kan permitteren.

Vicevoorzitter Reding, gaat de Commissie ook kijken en onderzoek doen naar andere gevallen van discriminatie die gemeld zijn in de lidstaten? Is de Commissie nog in staat om haar onderzoek af te ronden als zij de politieke druk in aanmerking neemt waaraan zij onderworpen is?

 
  
MPphoto
 

  Csaba Sógor (PPE).(HU) Etnische discriminatie is zonder meer verboden door de Europese Unie en het internationaal recht. Desondanks worden sommige lidstaten vaak verdacht van verkapte discriminatie van minderheden die op hun grondgebied leven. Ik wil het hier niet hebben over verkapte discriminatie maar ik zou uw aandacht willen vestigen op een bestaande wet die een etnische minderheid openlijk in een achterstandpositie plaatst. Terwijl de nieuwe Slowaakse regering een positieve wijziging heeft aangebracht in de wet op de bescherming van de nationale taal, bevat deze wet nog boetes. Daarom is hij perfect in staat om burgers met een andere moedertaal dan het Slowaaks te intimideren en hen een situatie van onzekerheid te houden. In haar standpunt over deze wet heeft de Europese Commissie voor democratie middels recht duidelijk verklaard dat de wet in tegenspraak is met het Europese Handvest voor regionale en minderheidstalen, en dat hij het gebruik van de minderheidstaal in ongerechtvaardigde mate beperkt. Ik zou de Commissie willen vragen, de commissaris en het Europees Parlement, om alle gebruiken op het grondgebied van de Europese Unie die zich lenen voor etnische of rassendiscriminatie aan een diepgaand onderzoek te onderwerpen en te veroordelen.

 
  
MPphoto
 

  Elena Băsescu (PPE).(EN) Een maand geleden heeft het Europees Parlement zijn bezorgdheid uitgesproken over de massale uitzetting van burgers met een etnische Roma achtergrond en verwierp het iedere correlatie tussen criminaliteit en immigratie. Roemenië voert sinds 2007 een strategie die gericht is op inclusie van de Roma, een idee dat ook benadrukt werd tijdens de vergadering van de Europese Raad in september.

Ik wil benadrukken dat er tot nu toe geen bevredigende oplossing is bereikt. Integendeel, mediaberichten over het bestaan van de “Mens-databank” in Frankrijk doen het debat over eerbiediging van het beginsel van non-discriminatie opnieuw opleven. Ik ben van mening dat de Commissie een onderzoek moet starten in de relevante lidstaten om te waarborgen dat bestuursrechtelijke procedures niet het gevolg zijn van profielen die zijn opgesteld volgens etnische criteria.

Tot slot verwelkom ik de afgelopen vrijdag door de Franse regering gedane belofte om Europese wetgeving inzake het vrije verkeer na te leven. Frankrijk en Roemenië moeten gezamenlijk optreden om de sociale inclusie van de Roma mogelijk te maken en de benodigde financiële middelen te verkrijgen.

 
  
MPphoto
 

  Ulrike Lunacek (Verts/ALE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, het debat van vandaag toont opnieuw het belang aan van het op 9 september door het Parlement genomen besluit, dat met andere woorden inhield dat Frankrijk, een lidstaat, naar onze mening in dit geval grondrechten schond door mensen te discrimineren op grond van etniciteit, en daarbij verzochten wij u op om op te treden. U hebt ons in alle duidelijkheid en met enthousiasme en vastberadenheid verteld over alles wat u tot nu toe hebt gedaan, waarvoor u ook krachtige steun van ons hebt gekregen. Naar onze mening hebt u nu echter een stap achteruit gezet, omdat de oproep om inbreukprocedures in te leiden wegens discriminatie op grond van etniciteit opnieuw onderbouwd is door de documenten die enkele sprekers reeds hebben genoemd en waarnaar vandaag in Franse kranten werd verwezen. Het is volstrekt duidelijk dat er sprake is geweest van discriminatie van de Roma op grond van etniciteit en daarbij werd niet alleen hun recht op vrij verkeer geschonden. Ik roep daarom nogmaals op tot optreden en het inleiden van procedures.

 
  
MPphoto
 

  Jaroslav Paška (EFD). (EN) Veiligheidsdiensten creëren databanken met gegevens over mensen die betrokken zijn bij illegale activiteiten; dit is als het ware een natuurlijk onderdeel van hun werkzaamheden op het gebied van preventie.

De databanken worden opgezet in overeenstemming met nationale wetgeving, de toegang tot de verzamelde gegevens is beperkt tot bevoegde personen en de ingewonnen informatie kan uitsluitend worden gebruikt met als doel om de samenleving te beschermen tegen criminele activiteiten. Ik ben er vast van overtuigd dat, zoals in andere landen, de veiligheidsdiensten in Frankrijk en Nederland alleen geïnteresseerd zijn in veiligheidsanalyses van de informatie die zij echt nodig hebben voor hun werk. Informatie over de etnische of raciale afkomst behoort daar normaal gesproken niet toe. Enige overijverigheid van de veiligheidsdiensten kan zonder twijfel onderzocht worden en kan, afhankelijk van de resultaten, zo stel ik me voor, met omzichtigheid behandeld worden om het acceptabel te maken voor de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 

  Csanád Szegedi (NI). (EN) Dames en heren, de Beweging voor een Beter Hongarije (Jobbik) stelde al in 2006 voor om het mogelijk te maken iemands etniciteit op te nemen in het strafregister, zodat, indien van toepassing, de aandacht kan worden gevestigd op criminele zigeuners. Wij staan nog steeds op dit standpunt. Destijds zeiden de links-liberale media dat Jobbik een extremistische partij was. Vier jaar later zien we dat in Frankrijk lijsten worden opgesteld in verband met de uitzetting van zigeuners. We zien dat zij in Nederland als een nationaal veiligheidsrisico worden beschouwd en ook hier is er sprake van het creëren van databanken. Ook zien we in Finland dat de etnische afkomst van zigeuners die criminaliteit plegen wordt geregistreerd in detentie-instellingen.

Tot slot wil ik een vraag stellen aan een van de rapporteurs, de Slowaakse dame die zo luid lachte over de Hongaarse slachtoffers. Ik vind het extreem hypocriet dat zij de registratie van gegevens over zigeuners veroordeelt, terwijl zij, als Slowaakse politica, een racistische taalwet steunt die mensen op grond van etniciteit straft wegens het spreken van hun moedertaal.

 
  
MPphoto
 

  Viviane Reding, vicevoorzitter van de Commissie.(EN) Mevrouw de Voorzitter, om het kort en bondig te zeggen: de zaak tegen Frankrijk is niet van de baan. De zaak is uitgesteld, omdat we moeten wachten tot wetgeving in de praktijk is omgezet en we geen oordeel kunnen uitspreken op grond van wetgevingsvoorstellen. De wetgevingsvoorstellen zijn acceptabel, maar ze moeten worden uitgevoerd, zodat we de zaak kunnen afsluiten. Dit betekent dat de zaak nog steeds lopende is.

Wat betreft de etnische databanken die de CNIL, de onafhankelijke Franse gegevensbeschermingsautoriteit, op het moment inspecteert in overeenstemming met het Franse recht en, in dit geval, de Europese richtlijnen, moeten we vertrouwen op de onafhankelijke nationale gegevensbeschermingsautoriteiten, omdat zij krachtens Europese wetgeving verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de analyse. Naar mijn oordeel heeft de Franse onafhankelijke gegevensbeschermingsautoriteit aangetoond hiertoe zeker in staat te zijn.

NL(FR) Dit alles gezegd hebbende vind ik het van groot belang dat we teruggaan naar de onderwerpen waar het in dit verband echt om draait.

Buiten die in Frankrijk zijn er 10 miljoen Roma in Europa, die de grootste minderheid in Europa vormen. Ik kom zelf uit een land met 500 000 inwoners. Er zijn 10 miljoen Roma, dus begrijpt u de schaal van deze kwestie. In de meeste lidstaten leven de Roma in extreme armoede. Ze hebben te maken met problemen op het gebied van huisvesting, onderwijs, gezondheid en werk en naar mijn mening is het werkelijke schandaal dat deze problemen nog steeds niet zijn opgelost. Ik hoop dus dat de huidige activiteiten worden voortgezet, die we naar mijn mening moeten verwelkomen omdat we deze soort van discriminatie niet zouden moeten tolereren.

De huidige activiteiten zullen in ieder geval dienen als een middel om de lidstaten bij de les te houden. Ik ben niet vergeten dat tijdens de ministeriële vergadering in Cordoba in april van dit jaar slechts drie van de 27 lidstaten op ministerieel niveau vertegenwoordigd waren. Over een jaar zullen we daarom een nieuwe ministeriële vergadering bijeenroepen na uitvoering van een gedetailleerd onderzoek, in samenwerking met de taskforce, naar de situatie van de Roma en de vraag of Europese middelen al dan niet worden gebruikt, teneinde vast te stellen wat er in werkelijkheid gebeurt. Zoals ik zei, zullen we over een jaar opnieuw een ministeriële vergadering bijeenroepen om precies na te gaan in hoeverre iedere lidstaat zich verbonden heeft aan nationale strategieën voor de Roma binnen het bredere Europese kader.

Ik hoop dat de huidige, nogal bedenkelijke situatie er in ieder geval voor zal zorgen dat de Roma niet langer op een zijspoor worden gezet, wanneer we beleidsmaatregelen opstellen voor de aanpak van extreme armoede.

Als we deze keer niet in onze doelstellingen slagen, nu we de kans daartoe hebben, zal de volgende generatie leden van het Europees Parlement precies dezelfde debatten voeren als wij in de afgelopen weken. Dat willen we voorkomen, dus laten we nu actie ondernemen.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

 
  
MPphoto
 
 

  Carlos Coelho (PPE), schriftelijk.(EN) Het creëren van etnische profielen is geen nieuwe praktijk in de lidstaten, maar vindt de afgelopen jaren steeds meer ingang, met name na de terroristische aanslagen in Madrid en Londen. Echter, de enige lidstaat die deze kwestie heeft behandeld en wetgeving dienaangaande heeft opgesteld is het Verenigd Koninkrijk. Het creëren van profielen in het kader van specifieke databanken kan legaal zijn en legitieme doeleinden hebben. Wanneer de criteria voor het verzamelen van gegevens echter uitsluitend gericht zijn op ras, etniciteit of godsdienst, moeten ze worden beschouwd als discriminatoir, en daarmee als illegaal. De autoriteiten zijn gerechtigd om identiteitscontroles en monitoring uit te voeren op hun grondgebied als een manier om de openbare orde en veiligheid te waarborgen en om criminaliteit te voorkomen en illegale immigratie te monitoren. Echter, de fysieke en etnische kenmerken van personen mogen niet worden gezien als een aanwijzing dat zij criminelen zijn of dat zij illegaal in het land verblijven. Iedere persoon moet individueel worden behandeld en er moet nog een andere reden zijn, naast iemands raciale of etnische afkomst, om de gegevens van die persoon in een databank op te nemen of om die persoon anders te behandelen dan de bevolking in het algemeen.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid