Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2981(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

O-0190/2010 (B7-0669/2010)

Debatten :

PV 18/01/2011 - 18
CRE 18/01/2011 - 18

Stemmingen :

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 18 januari 2011 - Straatsburg Uitgave PB

18. Schending van de vrijheid van meningsuiting en discriminatie op grond van seksuele geaardheid in Litouwen (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is het debat over:

– Mondelinge vraag (O-0190/2010) van Renate Weber, Sophia in ‘t Veld, Leonidas Donskis, Cecilia Wikström, Alexander Alvaro, Sonia Alfano, Gianni Vattimo, Sarah Ludford en Ramon Tremosa i Balcells, namens de ALDE-Fractie, aan de Commissie: Schending van de vrijheid van meningsuiting en discriminatie op grond van seksuele geaardheid in Litouwen (B7-0669/2010);

– Mondelinge vraag (O-0204/2010) van Ulrike Lunacek, namens de Verts/ALE-Fractie, aan de Commissie: Schending van de vrijheid van meningsuiting en discriminatie op grond van seksuele geaardheid in Litouwen (B7-0803/2010);

– Mondelinge vraag (O-0207/2010) van Cornelis de Jong, namens de GUE/NGL-Fractie, aan de Commissie: Schending van de vrijheid van meningsuiting en discriminatie op grond van seksuele geaardheid in Litouwen (B7-0804/2010); en

– Mondelinge vraag (O-0216/2010) van Michael Cashman, Monika Flašíková Beňová en Claude Moraes, namens de S&D-Fractie, aan de Commissie: Schending van de vrijheid van meningsuiting en discriminatie op grond van seksuele geaardheid in Litouwen (B7-0005/2011).

 
  
MPphoto
 

  Sophia in 't Veld, auteur. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, vandaag hebben we het, en niet voor het eerst, over de wetgeving die door het Litouwse parlement aangenomen zou kunnen worden en die mogelijk een zeer negatieve uitwerking zou kunnen hebben op de positie van lesbiennes, homo’s, bi- en transseksuelen (ofwel LGBT’s) in Litouwen. Ik vind het betreurenswaardig dat we dit onderwerp opnieuw bespreken, aangezien het Parlement hier al een resolutie over heeft aangenomen.

Ik denk dat de resolutie die we morgen ter stemming voorleggen, erg duidelijk is. We willen onze Litouwse collega’s oproepen hier verder over na te denken en ervoor te zorgen dat wat voor wetgeving er ook wordt aangenomen, deze niet discrimineert tegen LGBT’s.

Ik heb niet veel te zeggen over de resolutie, maar ik denk dat het in toenemende mate duidelijke wordt dat de Europese Unie zich moet uitrusten met sterkere juridische instrumenten om de grondrechten te handhaven. Onlangs hebben we gedebatteerd over de controversiële mediawet in Hongarije en nu worden we geconfronteerd met vergelijkbare zaken.

We hebben de beginselen – de gedeelde waarden van 500 miljoen burgers – vastgelegd in de Europese Verdragen, maar wanneer het erop aankomt ze in de praktijk te brengen, komen we in de problemen. Daarom zou u graag uw mening horen over ons voorstel voor een Europese routekaart voor LGBT-rechten, mevrouw de commissaris. De Europese Unie heeft in het verleden veel gedaan voor de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en er worden zelfs regelmatig routekaarten opgesteld voor de gelijkheid van mannen en vrouwen. We hebben allerlei strategieën om racisme en vreemdelingenhaat te bestrijden, om sociale uitsluiting te bestrijden en om de grondrechten te versterken, maar niet voor LGBT’s. Ik denk dat het uitermate urgent en hoognodig is dat er zo’n strategie komt: een strategie om vooroordelen, onwetendheid, discriminatie en haat te bestrijden en de rechten van LGBT’s te versterken.

Er zijn tal van voorbeelden van het probleem. Vandaag hebben we het over amendementen die aan het Litouwse parlement zijn voorgelegd, maar dat mag onze aandacht niet afleiden van het feit dat er in alle lidstaten sprake is van homofobie.

Ik zou graag nog een ander feit onder uw aandacht brengen, commissaris, en horen hoe u erover denkt. Het gaat over het Europese asielbeleid en het feit dat mensen die asiel aanvragen omdat ze vervolgd worden op grond van hun seksuele geaardheid, in een lidstaat die ik niet zal noemen, een zogenaamde fallometrische test moeten ondergaan, wat bijzonder vernederend is. Dat hoort niet thuis in de Europese Unie en ik zou graag horen wat de Commissie daaraan denkt te doen.

 
  
MPphoto
 

  Ulrike Lunacek, auteur. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, mijn collega mevrouw In ‘t Veld heeft al uitgelegd waar de resolutie over gaat en ernaar verwezen en ik ben het volkomen eens met de vraag die ze u stelde, mevrouw de commissaris: hoe zit het met een routekaart voor LGBT-rechten in deze gemeenschappelijke Europese Unie?

Maar ik wil voor een andere invalshoek kiezen om daarmee hopelijk diegenen in dit Parlement over de streep te trekken die nog niet hebben besloten voor deze resolutie te stemmen. Weet u wat? Afgelopen zomer waren vier leden van het Europees Parlement die vier fracties en daarmee de meerderheid van dit Parlement vertegenwoordigen – mevrouw In ‘t Veld, ikzelf, meneer Cashman en meneer Fjellner – in Vilnius in Litouwen op de eerste Baltic Pride die werd gehouden in Vilnius en waarmee lesbiennes, homo’s, bi- en transseksuelen in die stad steun en legitimiteit werd gegeven. Wij stonden daar onder de Europese vlag en vertelden iedereen dat “deze vlag ons lesbiennes, homo’s, bi- en transseksuelen beschermt en dat dat ook voor Litouwen geldt.”

Wat zou er nu gebeuren met ons en met de Litouwers die volgend jaar in Vilnius op zouden komen voor onze gelijke rechten, indien deze wet wordt aangenomen in de Seimas, het Litouwse parlement? We zouden allemaal een boete kunnen krijgen tot wel 2 900 euro voor het openlijk propageren van seksuele geaardheid – waarmee in dit geval homoseksualiteit bedoeld wordt, want ik vermoed dat het voor heteroseksualiteit niet geldt. Zou dit Parlement dat echt willen? Zou het Litouws parlement dat echt willen, het parlement van een land dat 20 jaar geleden voor zijn eigen vrijheid vocht, waarbij lesbiennes en homo’s mee voor die vrijheid hebben gevochten?

Daarom ben ik erg blij dat de Litouwse president, mevrouw Grybauskaitė, een voormalig commissaris, en de Litouwse regering al hebben gezegd dat wetsontwerp volgens de eigen grondwet indruist tegen de verplichtingen van Litouwen. Ik hoop dat het duidelijk moge zijn dat verschillende vormen van seksualiteit, van seksuele geaardheid, van levenswijzen deel uitmaken van alle culturen en van alle samenlevingen, en dat dat ook in Litouwen zo is. Het feit dat dergelijke feiten verborgen gehouden worden voor het grote publiek en voor jongeren is een voedingsbodem voor het aanwakkeren van haat, haatzaaiende uitspraken en haatmisdrijven. Ik denk dat dat iets is wat niemand in dit Parlement of het Litouwse parlement zou willen.

Daarom hoop ik dat we van dit Parlement en van de commissaris steun krijgen voor de resolutie. We hebben uw steun niet nodig, maar ik hoop wel dat we hem krijgen.

 
  
MPphoto
 

  Cornelis de Jong, auteur. − Mevrouw de Voorzitter, ik sluit me graag aan bij wat de vorige sprekers hebben gezegd, maar ik wil ook nog een ander aspect van de problematiek benadrukken: de bepaling van de voorgestelde wetswijziging kan niet alleen zeer ernstige gevolgen hebben voor de LGBT-gemeenschap in Litouwen, maar is wederom een voorbeeld van wetgeving die gebruikt kan worden tegen de erkenning van partnerschappen en huwelijken van paren van gelijk geslacht uit andere lidstaten. In dit huis hebben we daar ook al eerder over gesproken in september vorig jaar, en omdat er toen nog vragen bleven, hebben we samen met andere europarlementariërs een brief gestuurd om verduidelijking. Uw Eurocommissaris heeft een antwoord gestuurd, waarin u onder meer schrijft dat het verblijfsrecht van dergelijke paren door het Europees recht wordt erkend. Mijn vraag aan u is dan ook: Gaat u Litouwen daar nu aan houden, ook als een van de partners niet de nationaliteit heeft van de lidstaten? Graag een heel duidelijk antwoord hierop.

In het werkprogramma van de Commissie lees ik dat de Commissie in 2013 een wetgevingsvoorstel over de wederzijdse erkenning van de effecten van bepaalde akten van de burgerlijke stand gaat opstellen. Mijn vraag is: Is dat nu ook een voorstel voor wederzijdse erkenning van partnerschappen en huwelijken en, als dat zo is, dan ben ik daar op zich blij mee, maar waarom pas in 2013?

De Commissie heeft aangekondigd noodzakelijke actie te ondernemen, als de diensten de Litouwse wetgeving hebben geanalyseerd en mijn vraag is: Is die analyse inmiddels uitgevoerd en hebben de diensten in de analyse ook meegenomen wat de gevolgen zijn voor de erkenning van paren van gelijk geslacht uit andere lidstaten?

Welke stappen gaat de Commissie vervolgens ondernemen tegen Litouwen, maar bijvoorbeeld ook tegen Roemenië dat bij wetgeving erkenning expliciet uitsluit?

Ten slotte, beloofde u, mevrouw de commissaris, tijdens de debatten in september om snel met een reactie te zullen komen op het rapport van het mensenrechtenagentschap over homofobie. In uw brief verwijst u echter simpelweg naar het jaarverslag van de Commissie. Vindt u niet dat, in het licht van de gebeurtenissen in Litouwen, die zaak veel meer aandacht moet krijgen, en kunt u ons toezeggen dat u zo spoedig mogelijk met een apart verslag over homofobie in de Europese Unie zult komen?

 
  
MPphoto
 

  Monika Flašíková Beňová, auteur. − (SK) Mevrouw de Voorzitter, ik moet eerlijk zeggen dat ik niet begrijp wat er aan de hand is in Litouwen, of beter gezegd, dat we er bitter en teleurgesteld over zijn.

Net nu het lijkt dat we in de Europese Unie vooruitgang hebben bereikt, in elk geval in zoverre dat we weten wat fundamentele mensenrechten zijn, krijgen we uit één van de lidstaten het signaal dat dat eigenlijk helemaal niet het geval is.

Het idee dat bij wet moet worden verboden om andere dan heteroseksuele relaties te propageren komt op ons bijvoorbeeld ontzettend achterhaald over en is een volledige ontkenning van alles wat we de afgelopen jaren op het gebied van de mensenrechten in het Europees Parlement en in samenwerking met de Commissie hebben bereikt.

De bescherming van de geestelijke gezondheid van kinderen is slechts een belachelijk voorwendsel van onzekere politici. We willen en moeten kinderen beschermen. We moeten ze vooral beschermen tegen geweld en armoede en willen goede omstandigheden creëren voor hun onderwijs, veiligheid en persoonlijke ontwikkeling. We weten echter allemaal, of althans de meesten van ons, dat kinderen niet lijden onder uitingen van genegenheid en liefde of het propageren van andere dan heteroseksuele relaties.

Daarom ben ik er stellig van overtuigd dat het vandaag de dag niet meer op zijn plaats is om met de voorstanders van dergelijke gedachten in discussie te treden, commissaris, of ze steeds maar weer uit te leggen waarom ze er zo vreselijk naast zitten.

Ik vind dat we kordaat moeten optreden. We moeten onomwonden zeggen dat pogingen tot homofobe wetgeving eenduidig indruisen tegen de beginselen van de Europese Unie, duidelijk in tegenspraak zijn met de Verdragen, met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Ze zijn in strijd met de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vergadering en het verbod op discriminatie op grond van seksuele geaardheid.

Ik wil tevens vragen, commissaris: gaat de Commissie processen aanspannen tegen Litouwen vanwege deze schendingen indien een dergelijke wet wordt aangenomen?

 
  
MPphoto
 

  Viviane Reding, vicevoorzitter van de Commissie. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, om te beginnen wil ik benadrukken dat de Commissie homofobie onomwonden afwijst, omdat het een flagrante schending is van de menselijke waardigheid.

Daarom heb ik op 22 november 2010 Litouwen bezocht en met president Dalia Grybauskaitė en de minister van Justitie gesproken over het voorstel het Wetboek Bestuursrecht te wijzigen, waarmee “bevordering van homoseksuele betrekkingen of financiering van een dergelijke bevordering in de openbare ruimte” als nieuw strafbaar feit wordt ingevoerd dat met een boete kan worden bestraft, en over het daarmee verbonden voorstel het Wetboek van Strafrecht te wijzigen.

Volgens de meest recente informatie waarover ik beschik, is de goedkeuring van dit ontwerpamendement op het Wetboek Bestuursrecht door het Litouwse parlement uitgesteld en deze zal nu waarschijnlijk in het voorjaar van dit jaar plaatsvinden. Dat betekent dat het voorstel nog steeds besproken wordt.

De Commissie toetst momenteel of de voorstellen om het Litouws Wetboek Bestuursrecht en het Wetboek van Strafrecht en andere Litouwse wetgeving aan te passen, wel stroken met de desbetreffende EU-wetgeving.

In 2009 heeft de Commissie de Litouwse autoriteiten medegedeeld dat ze zich ernstig zorgen maakte over de verenigbaarheid van de Litouwse wet inzake de bescherming van minderjarigen tegen de schadelijke gevolgen van openbare informatie met de wetgeving en de grondrechten van de EU. Naar aanleiding van het optreden van de Commissie werd die wet in december 2009 aangepast.

Informatie waarin “minachting voor gezinswaarden tot uitdrukking komt en die andere opvattingen over het sluiten van een huwelijk of het stichten van een gezin zou bevorderen dan in de grondwet of het Burgerlijk Wetboek van de republiek Litouwen is vastgelegd” is volgens de wet schadelijk voor minderjarigen. De praktische toepassing van deze wet zou de vraag kunnen doen rijzen of hij strookt met de e-commercerichtlijn en de richtlijn audiovisuele mediadiensten en met het non-discriminatiebeginsel. De Commissie blijft deze kwestie bekijken.

Volgens de informatie waarover ik beschik, werd er op 18 oktober 2010 een amendement op de wet inzake informatievoorziening van kracht. Dat amendement bepaalt dat “advertenties en audiovisuele commerciële communicatie […] geen seksuele geaardheid mogen tonen of bevorderen.” Indien deze bepalingen in de wet blijven staan, zullen we dezelfde problemen krijgen omtrent de naleving van de richtlijn audiovisuele mediadiensten en een mogelijke schending van artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de EU.

In mei 2010 heeft de Commissie de Litouwse regering geschreven dat ze zich ernstig zorgen maakte over het op het laatste moment schrappen van de Baltische Gay Pride. U herinnert u dat waarschijnlijk. In die brief herinnerden we eraan dat de vrijheid van vreedzame vergadering, zoals voorzien in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en in artikel 12 van het Handvest, een van de beginselen is waarop de Unie is gebaseerd. Op die basis werd de Baltische Gay Pride gehouden op 8 mei 2010: dat was het evenement waar een eerdere spreker naar verwees.

Ten aanzien van een mogelijke Europese strategie ter bestrijding van homofobie wil de Commissie er op de eerste plaats voor zorgen dat de EU-wetgeving volledig strookt met het Handvest van de grondrechten van de EU, met inbegrip van artikel 21 waarin discriminatie op grond van seksuele geaardheid verboden wordt. Hoe we dit moeten bereiken, werd heel duidelijk uit de doeken gedaan in de op 19 oktober 2010 aangenomen Commissiemededeling over de strategie voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van het Handvest van de grondrechten. We zullen hierop terugkomen in het jaarverslag over de toepassing van het Handvest, dat tevens in zal gaan op de vooruitgang op het gebied van de toepassing van artikel 21. Dat zal in het voorjaar van dit jaar gebeuren.

Een fallometrische test als procedure in het kader van het asielbeleid valt volgens deze logica natuurlijk onder de EU-wetgeving en houdt rechtstreeks verband met artikel 21 van het Handvest, waarin discriminatie op grond van seksuele geaardheid verboden wordt. Dat betekent klip en klaar dat als er in EU-wetgeving of de toepassing ervan op nationaal niveau sprake is van discriminatie, de Unie het recht heeft in te grijpen. Het is glashelder dat de Unie hier mag ingrijpen.

Afsluitend wil ik herhalen dat Commissie er veel aan gelegen is om homofobie en discriminatie op grond van seksuele geaardheid te bestrijden. Daarbij zullen we ten volle gebruikmaken van de bevoegdheden die de Verdragen ons hebben toegedeeld.

Ten aanzien van de erkenning van de burgerlijke staat zijn we niet van plan wetgeving voor te stellen die zich zou mengen in het materieel gezinsrecht van de lidstaten of die zou tornen aan de nationale definities van een huwelijk. Dat valt onder de subsidiariteit. Ons groenboek over de erkenning van de burgerlijke staat is bedoeld voor grensoverschrijdende situaties, zoals de erkenning van geboorteaktes, en gaat niet over de erkenning van het homohuwelijk. We moeten de dingen niet door elkaar halen. Het is aan de lidstaten te definiëren wat een huwelijk is en het is aan de Europese Unie vrij verkeer en non-discriminatie mogelijk te maken. Dat zijn twee heel verschillende zaken. Dat is de stand van de Europese wetgeving en dat passen we ook daadwerkelijk toe.

 
  
MPphoto
 

  Simon Busuttil, namens de PPE-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de Europese Volkspartij (Christendemocraten) heeft zich ertoe verbonden de waarden en beginselen waarop de Unie is gegrondvest, in het bijzonder de eerbiediging van de mensenrechten, hoog te houden. Europa dient alle vormen van discriminatie te bestrijden en daaronder valt ook discriminatie op grond van seksuele geaardheid. Tegelijkertijd moeten we, zolang de mensenrechten en het non-discriminatiebeginsel worden geëerbiedigd, het recht van iedere democratie respecteren om te discussiëren over nationale wetten, deze te wijzigen en nieuwe wetten aan te nemen, zonder ons te mengen in de debatten van nationale parlementen, zonder het subsidiariteitsbeginsel te schenden en zonder overhaast actie te ondernemen of een lidstaat te veroordelen.

We vinden het geen prettig idee om een lidstaat te veroordelen, vooral niet omdat in dit specifieke geval de voorgestelde wijzigingen nog niet eens in stemming zijn gebracht in de plenaire vergadering van het Litouwse parlement en deze nog steeds door de Litouwse autoriteiten worden bekeken. Daarbij komt nog dat de voorgestelde wijzigingen door de Litouwse autoriteiten zelf al in strijd zijn geacht met de Europese wetgeving. Zij hebben verklaard dat zij actie zullen ondernemen om deze situatie recht te zetten en het non-discriminatiebeginsel op grond van seksuele geaardheid te eerbiedigen. Waarschijnlijk komt de voorgestelde wetgeving niet eens in de wetboeken van Litouwen terecht en daarom is het niet nodig deze lidstaat te veroordelen.

Tot besluit hoop ik desondanks dat mijn fractie morgen de gezamenlijke resolutie kan steunen, mits deze geen veroordeling uitspreekt over een individuele lidstaat en evenwichtiger wordt gemaakt.

 
  
MPphoto
 

  Sarah Ludford, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik hoop ten zeerste dat Litouwen zal leren van de ervaringen in het Verenigd Koninkrijk, dat zijn eigen ellende heeft gekend met een wet die het propageren van homoseksualiteit op scholen verbood. David Cameron, de toenmalige leider van de Conservatieven en nu minister-president, zei anderhalf jaar geleden dat zijn partij er verkeerd aan had gedaan door die wet uit 1988 te steunen, die vervolgens werd ingetrokken. David Cameron voorspelde zelf dat de eerste openlijk homoseksuele minister-president in het Verenigd Koninkrijk een Tory zou zijn. Dat moeten we nog afwachten, maar dat is wat hij heeft voorspeld.

In een periode van twintig jaar zijn de zienswijzen sterk veranderd. Deze ontwikkeling in zienswijze, waar mijn collega Charles Tannock veel meer van af weet, en deze positieverandering van centrumrechts klinkt door in een heel bescheiden en gematigde resolutie van de PPE-Fractie en ook in de inleidende opmerkingen van Simon Busuttil. Ik hoop dat de PPE-Fractie zich wellicht achter de hoofdresolutie zal kunnen scharen als morgen bij de stemming de meeste van hun amendementen worden aangenomen.


De situatie in het Verenigd Koninkrijk is zodanig veranderd dat de eigenaars van een klein pension vandaag werden gedwongen om compensatie te betalen aan een homoseksueel paar dat zij in strijd met de wet hadden geweigerd onderdak te verlenen. Zoals de rechter opmerkte, waren deze eigenaars geheel vrij om er persoonlijke opvattingen over homoseksualiteit op na te houden en die te bespreken, maar wat zij niet mochten, was discrimineren op grond van deze opvattingen. Wat onder de voorgestelde Litouwse wetten gaat vallen, is erover praten, discussiëren, debatteren en de vrijheid van vergadering.

Een verbod op het bevorderen of propageren van homoseksualiteit kan dusdanig afschrikwekkende gevolgen hebben, dat de vrijheid van meningsuiting en discussie wordt beperkt, zoals het Bureau voor de grondrechten heeft duidelijk gemaakt. Ik sluit mij aan bij de oproep van Sophie in ’t Veld om te komen tot een communautaire routekaart om homofobie en discriminatie te bestrijden en ik doe een oproep aan iedereen over het gehele politieke spectrum in dit Parlement om alle mensenrechten eensgezind te ondersteunen.

 
  
MPphoto
 

  Marije Cornelissen, namens de Verts/ALE-Fractie. – Voorzitter, dit is niet de eerste keer dat Litouwen de basiswaarden en het Verdrag van de EU schendt. Het parlement daar lijkt steeds schaamtelozer te worden in het inperken van de rechten van homo’s.

We moeten daar actie tegen ondernemen. De waarden en wetten van de EU zijn niet à la carte – deze wel, en deze liever niet. Wie EU-lid wil worden en wil zijn, moet zich aan alles houden. Dat geldt voor Litouwen, maar net zo goed voor Frankrijk en ook voor Nederland. Stel dat Nederland bijvoorbeeld in de toekomst zou willen gaan morrelen aan de rechten van migranten. We moeten actie ondernemen, want als dit zomaar kan, dan betekent dat dat eigenlijk niemand zich echt goed beschermd mag voelen in de Unie.

Ik ben blij dat de commissaris meteen is gestart met een juridische analyse en ik hoop op heel snelle vervolgstappen. Want het kan toch niet zo zijn dat mensen eerst slachtoffer moeten worden van deze wetten en dan bij de buren hun rechten als EU-burgers moeten gaan opeisen bij het Mensenrechtenhof.

 
  
MPphoto
 

  Charles Tannock, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de EU is gegrondvest op het principe dat al haar burgers dezelfde rechten en vrijheden genieten. Ieder land dat tot de EU wil toetreden, moet zich ertoe verbinden dit beginsel te eerbiedigen en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (het EVRM) onderschrijven, niet in de laatste plaats met betrekking tot seksuele geaardheid.

Toen Litouwen zeven jaar geleden toetrad tot de EU heeft het onze gemeenschappelijke waarden van tolerantie en gelijkheid onderschreven. Daarna is het Handvest van de grondrechten van de EU – en naar ik meen ook de artikelen 12 en 21 daarvan – van kracht geworden, waarbij de vrijwaring van discriminatie op grond van seksuele geaardheid voor de burgers vervolgens ook op het niveau van de Europese instellingen wettelijk gewaarborgd werd.

Als woordvoerder van mijn partij en van de werkgroep inzake mensenrechtenkwesties buiten de Unie kan ik uitdrukkelijk zeggen dat mijn partij, de Europese Conservatieven en Hervormers, de beginselen van gelijkheid, tolerantie en diversiteit overal ter wereld verdedigt en onderschrijft.

Veel Europeanen houden er ten aanzien van homoseksualiteit echter traditionele opvattingen op na, vaak op basis van hun religieuze overtuiging. Net zoals we ernaar streven het recht te handhaven om de LGBT-rechten te beschermen, zouden we er ook naar moeten streven om ervoor te zorgen dat degenen die hiermee strijdige, niet-opruiende opvattingen tot uiting willen brengen, binnen de grenzen van de wet met betrekking tot vrije meningsuiting, daartoe ook de vrijheid moeten hebben.

De Litouwse samenleving blijft ongetwijfeld in grote lijnen conservatief en daar moeten we ook begrip voor hebben. Mensen hebben recht op hun eigen persoonlijke opvattingen, maar op institutioneel en wettelijk niveau kunnen we geen afbreuk doen aan het beginsel dat we allemaal gelijk zijn. Gelijkheid is een van de grondbeginselen van onze progressieve samenleving in Europa, en ik geloof dat de rechtsbescherming en individuele rechten die door de EU worden gegarandeerd als een soort magneet hebben gewerkt op landen zoals Litouwen op het moment dat deze zich aan de communistische totalitaire overheersing hadden ontworsteld.

Ik wil er daarom bij de Litouwse autoriteiten op aandringen om in overweging te nemen dat de EU zich ertoe heeft verplicht om te voorkomen dat minderheden worden gemarginaliseerd, belasterd en vervolgd zoals dat in de eerste helft van de 20e eeuw in heel Europa nog heel gebruikelijk was. De Commissie moet inderdaad naar dit Litouwse wetsvoorstel kijken en zich erover uitspreken of zij dit stuk wetgeving al dan niet in overeenstemming acht met de EU-wetgeving – hoewel, zoals Simon Busuttil zei, het heel goed mogelijk is dat dit voorstel niet tot wet zal worden verheven, aangezien Litouwen een democratisch land is en zich maar al te bewust is van de kwesties die we tijdens dit debat vanavond aan de orde zullen stellen.

 
  
MPphoto
 

  Joe Higgins, namens de GUE/NGL-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de voorgestelde wet om wat de “openbare bevordering van homoseksuele relaties” wordt genoemd in Litouwen te verbieden, is een nieuw voorwendsel om de rechten van lesbiennes, homo’s, bi- en transseksuelen in die staat teniet te doen.

Het is wel uiterst ironisch dat een land dat nog maar twintig jaar geleden de ketenen van de stalinistische dictatuur heeft afgeworpen nu een van de vele misdrijven van dat systeem gaat na-apen: de onderdrukking van het recht van mensen om vrij en in vrede te leven, in overeenstemming met hun eigen seksuele identiteit

Ik ben onder de indruk van de moed van de honderden homoseksuele mensen en hun medestanders die de haatcampagne jegens hen trotseerden en in mei vorig jaar meeliepen in de Baltic Pride-parade in de Litouwse hoofdstad Vilnius. Het is stuitend om te zien hoe rechtse politici homoseksuele mensen in Litouwen tot zondebok maken. Het politieke establishment in dat land is jammerlijk tekortgeschoten tegenover zijn bevolking, met name de jongeren. Net als in Ierland hebben marktkapitalisme en financiële speculaties de economieën van de Baltische staten verwoest, waaronder ook in Litouwen waar de werkloosheid tot maar liefst 18 procent is gestegen en de jeugdwerkloosheid zelfs tot 35 procent. In deze omstandigheden is het tot zondebok maken van minderheden, waaronder homoseksuele mensen, een gebruikelijke, cynische manier om de aandacht af te leiden van het falen van het establishment.

Net zoals bij de haatcampagne tegen homo’s in Oeganda probeert de homofobe campagne in Litouwen te insinueren dat homoseksuele mensen een bedreiging vormen voor kinderen, waarmee seksueel misbruik van kinderen wordt bedoeld. Dit is verderfelijke lasterpraat, bedoeld om verwarring te zaaien en te misleiden. Door deze lasterpraat worden ouders in hun streven om hun kinderen te beschermen op het verkeerde been gezet. Als Ier kan ik helaas bevestigen dat de bedreigingen voor kinderen zich van oudsher voordoen binnen de instellingen waar zij worden geacht veilig te zijn, binnen bepaalde families en binnen bepaalde kringen van de katholieke kerk.

Het is verwerpelijk dat jongeren in Litouwen die proberen om te gaan met hun ontluikende seksualiteit – wat sowieso een moeilijke tijd is – dit nu moeten doen in een klimaat van onverdraagzaamheid en angst. Daarom moeten we ons solidair tonen met het recht van alle mensen in Litouwen, in Rusland, in de gehele Europese Unie en daarbuiten om in vrede en in overeenstemming met hun eigen geaardheid te leven.

 
  
MPphoto
 

  Dimitar Stoyanov (NI). (BG) Mevrouw de Voorzitter, de belangrijkste boodschap die ik van de sprekers krijg is dat zij ervan uitgaan dat het voorgestelde amendement zal leiden tot discriminatie van homoseksuelen. Dat kunnen ze echter niet zeker weten. Het is slechts een aanname. Daarom moest ik even denken aan de film ‘Minority Report’, waarin de lokale politie helderzienden inzet om mensen te kunnen veroordelen nog voordat ze de misdaad begaan hebben.

Litouwen verkeert momenteel in precies dezelfde positie: het wordt al veroordeeld voor iets dat het nog niet gedaan heeft. Het draait hier ook om een ander fundamenteel probleem dat ons de komende jaren zal achtervolgen, namelijk de conflicterende rechten van verschillende groepen.

U weet bijvoorbeeld dat de vrijheid van vergadering waar we het hier over hebben niet onbeperkt en absoluut is. Een bijeenkomst moet vreedzaam zijn en moet plaatsvinden onder bepaalde voorwaarden, zodat de openbare orde niet verstoord wordt.

Ik weet dat dit buiten het kader van dit onderwerp valt, maar laten we niet vergeten dat deze conflicterende rechten in de toekomst steeds vaker een enorm probleem zullen vormen voor de Europese Unie en dat we, als we de zogenaamde burgerrechten en burgerlijke vrijheden steeds verder willen oprekken, een punt zullen bereiken waarop we zullen moeten beslissen wiens rechten en vrijheden boven die van anderen gaan.

 
  
MPphoto
 

  Joanna Katarzyna Skrzydlewska (PPE). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, momenteel hebben we in Litouwen te maken met een situatie waarin we aan de ene kant spreken over het recht van elke democratisch verkozen regering om in eigen land vrij wetten uit te vaardigen, en aan de andere kant over de plicht om de mensenrechten te respecteren, die door de Europese wetgeving en internationale verdragen zijn beschermd. Het is ongetwijfeld de rol van het Europees Parlement om, onder andere, aandacht te besteden aan alle gevallen van schending van de mensenrechten, ook als deze het gevolg zijn van het behoren bij bepaalde sociale groepen. Het Parlement heeft al meermaals resoluties in zulke kwesties voorgesteld. Het heeft zich altijd verzet tegen schending van deze rechten.

Het debat van vandaag is ook het gevolg van de vrees dat het voorgestelde amendement van de Litouwse wetgeving kan leiden tot een beperking van bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting in Litouwen op basis van seksuele geaardheid. Deze vrees is gegrond in die zin dat het Europees Parlement al meermaals voorbeelden aan de orde heeft gesteld van selectieve behandeling van de mensenrechten in Litouwen door de overheid van dit land. Ik denk hier in het bijzonder aan etnische minderheden, die door de Litouwse wetgeving spijtig genoeg niet gelijk worden behandeld wat betreft de rechten die aan hen zijn toegekend. Daarom wil ik benadrukken dat de ontwerpwetgeving van een land aan bepaalde standaarden moet voldoen en in overeenstemming moet zijn met de Europese wetgeving, die een gelijke behandeling van gedefinieerde minderheden, met inbegrip van etnische minderheden, waarborgt.

 
  
MPphoto
 

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D).(LT) Mevrouw de Voorzitter, we voeren nu een debat over een voor mijn land, Litouwen, heel gevoelig onderwerp. Ik wil er in dit verband eerst en vooral op wijzen dat Litouwen als EU-lidstaat de mensenrechten, de vrijheden en de communautaire waarden respecteert. Het is helaas echter zo dat individuele afgevaardigden van het Litouwse parlement wetsvoorstellen hebben ingediend die een schending van de mensenrechten inhouden en burgers discrimineren. Ik moet daar echter wel bij vertellen dat de regering van Litouwen zich afgelopen woensdag uitgesproken heeft tegen het in het Litouwse parlement besproken voorstel om het in het openbaar bevorderen van homoseksuele betrekkingen strafbaar te stellen, en wel omdat dit zou neerkomen op discriminatie op grond van seksuele geaardheid, en als zodanig in strijd zou zijn met de internationale en Europese wetgeving en de bepalingen van de grondwet van de Republiek Litouwen. Het wetsvoorstel werd veroordeeld door de president van Litouwen, mevrouw Grybauskaitė. En ik moet er ook op wijzen dat de amendementen op het voorstel nog niet zijn aangenomen door het Litouwse parlement. Tot slot is het zo dat de mensenrechtencommissie van het Litouwse parlement haar conclusies aangaande de voorgestelde amendementen nog moet voorleggen. Ik hoop dat Litouwen rekening zal houden met de Europese en internationale kritiek, het negatieve advies van de regering van Litouwen en de resolutie van het Europees Parlement, en dat het de politieke wil zal weten op te brengen om de voorgestelde wet – die een schending zou inhouden van mensenrechten en vrijheden – te verwerpen. Ik hoop dat er een einde komt aan alle vormen discriminatie, waaronder ook discriminatie op grond van seksuele voorkeur.

 
  
MPphoto
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik denk dat het vrij duidelijk is dat de boodschap die we het Litouwse parlement willen sturen – en niet alleen aan hen maar ook aan al diegenen die nog steeds durven te discussiëren over wat gewoon basisfeiten zijn – noodzakelijker is dan ooit. Er zijn mijns inziens twee feiten waar we sommige collega’s aan moeten herinneren die hun wellicht ontschoten zijn. Het eerste is dat homoseksualiteit niet langer als een psychische aandoening wordt geclassificeerd; en het tweede, dat hier vooral van belang is, is dat er geen geloofwaardig onderzoek bestaat waaruit blijkt dat het geven van voorlichting over homoseksualiteit aan kinderen hun seksuele geaardheid zou kunnen beïnvloeden.

Dit zijn feiten, en geen enkele wetstekst of wetsvoorstel kan daarmee in tegenspraak zijn. De boodschap die we daarom morgen willen sturen is simpelweg dat we onze collega’s eraan herinneren dat deze zaken niet ter discussie staan. Daarom moeten we deze resolutie aannemen en daarom moeten we de inspanningen van de president van Litouwen ook steunen om een einde te maken aan wat er nu gaande is. Maar ik benadruk nogmaals: de boodschap is niet alleen gericht aan de Litouwers maar ook aan al diegenen die dergelijke zaken af en toe nog steeds ter discussie durven stellen.

 
  
MPphoto
 

  Konrad Szymański (ECR). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, ik heb de indruk dat er geen enkel parlement in de wereld zo overgevoelig is op het gebied van bescherming van seksuele minderheden dan het Europees Parlement. De Litouwse wetgeving, die trouwens slecht is vertaald in de resolutie waarover we worden verwacht te stemmen, is nog niet goedgekeurd. En het Europees Parlement wil nu al een van de lidstaten gaan bekritiseren. Ik vind dat we niet tussenbeide moeten komen in het soevereine wetgevende proces in Litouwen, dat een soeverein land is.

We moeten zeker meer vertrouwen hebben in het wetgevende proces in Litouwen, en meer begrip voor de parlementsleden in Litouwen, die erop wijzen dat kinderen en jongeren in het bijzonder beter moeten worden beschermd tegen de vaak agressieve blootstelling aan informatie van seksuele aard. Dit is een volledig natuurlijke discussie. Ik heb de indruk dat de rechten van kinderen in deze discussie volledig over het hoofd worden gezien. In deze resolutie vinden we geen vertrouwen, geen respect voor de soevereiniteit, geen maat en geen aandacht voor de rechten van kinderen. Daarom kunnen we deze tekst niet ondersteunen.

 
  
MPphoto
 

  Joanna Senyszyn (S&D) . (PL) Mevrouw de Voorzitter, de meeste inwoners van de Unie zijn ervan overtuigd dat alle mensen gelijk zijn en dezelfde rechten hebben. In bepaalde Europese landen is het niveau van tolerantie voor seksuele minderheden echter nog steeds te laag. Er bestaan gevallen waarbij wordt aangezet tot haat tegenover homoseksuelen, waarbij marsen voor gelijkheid worden verboden, en waarbij zelfs wetgeving wordt voorgesteld die in strijd is met de Europese wetgeving, zoals bijvoorbeeld het discriminerende wetsontwerp van Litouwen. Er zou een eind aan dergelijke praktijken kunnen worden gesteld door op Europees vlak een coherent minimum aan bescherming vast te leggen voor personen die worden gediscrimineerd op basis van leeftijd, seksuele geaardheid, invaliditeit, geloofsovertuiging of wereldbeeld. Wanneer zal dit gebeuren? Een volledige scheiding van kerk en staat is hier van belang, want homofobie verspreidt zich precies daar waar geloof een te grote rol speelt. Er zijn nog steeds 76 landen in de wereld waar homoseksualiteit illegaal is, en 8 moslimstaten waar de doodsstraf op homoseksuele relaties staat. In Europa verschijnen er hoogstens voorschriften of wetsontwerpen die de vrije wereld in diskrediet brengen. Daarom zijn onze resolutie en de Europese antidiscriminatierichtlijn zo belangrijk.

 
  
MPphoto
 

  Catherine Trautmann (S&D). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, dames en heren, het amendement dat momenteel ter beoordeling ligt in het Litouwse parlement, waarmee openbare bevordering van homoseksuele betrekkingen strafbaar wordt gesteld, is opgesteld in het kader van de wet ter bescherming van minderjarigen tegen de schadelijke gevolgen van openbare informatie.

Hoe kan men, zogenaamd ter bescherming van minderjarigen, een aanslag doen op de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van informatie, en bovendien steun uitspreken voor discriminatie op grond van seksuele geaardheid? We weten heel goed hier dat een dergelijke tekst leidt tot het verzwijgen van de seksuele geaardheid, en dat een dergelijke tekst zijn weerslag heeft op de rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen, die wij hebben verdedigd en die dit parlement heeft verdedigd. Bovendien hebben we hier te maken met een aanzet tot criminalisering van homoseksualiteit en een oproep tot geweld juist op een moment dat we getuige zijn van gewelddadige acties en agressie tegen homoseksuelen. Dit is een beeld van Europa dat wij niet kunnen doorgeven aan de jeugd, een beeld van een gesloten, intolerante, in zichzelf gekeerde samenleving, waarin geen rekening gehouden wordt met het respect voor de medemens.

Zo moet deze wet volgens ons beschouwd worden als volledig in tegenspraak met de Europese waarden die met name worden uitgedragen in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Europese Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Een wet die bovendien, het is al gezegd, in tegenspraak is met het volledige antidiscriminatoire corpus uit het communautair recht, een corpus dat sterk heeft bijgedragen aan de evolutie van onze nationale wetgevingen richting grotere gelijkheid op veel gebieden die het dagelijks leven aangaan, van werkgelegenheid tot informatievoorziening of onderwijs.

Ik dank u, mevrouw de commissaris, dat u hier zeer duidelijke voorstellen heeft gedaan en ik zou willen dat alle Fracties luisterden naar uw argumentatie en de argumentatie van mijn collega’s. Ik zou een oproep willen doen aan alle collega-parlementsleden van alle fracties om zich te voegen bij de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement (S&D), de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (ALDE), de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie (Verts/ALE) en de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links (GUE/NGL), die het initiatief hebben genomen tot deze resolutie.

 
  
MPphoto
 

  Anna Záborská (PPE). - (SK) Mevrouw de Voorzitter, waarom houdt dit Parlement zich bezig met een wetsvoorstel dat is ingediend door een afgevaardigde in een nationaal parlement? Ik vraag me af sinds wanneer we de wetgevende organen van de lidstaten dicteren waarover ze al dan niet mogen debatteren.

Noch dit debat noch de ontwerpresolutie waarover we morgen gaan stemmen heeft betrekking op een geldende wet. Ze hebben betrekking op een niet bindende tekst die onderwerp van discussie is in het parlement van een lidstaat. De wet die de mediavrijheid in Hongarije zou kunnen bedreigen is een wet die momenteel van kracht is.

De meesten van ons hebben echter uiteindelijk het standpunt ingenomen dat we tijd moeten geven aan de Hongaarse regering om de wet indien nodig te wijzigen voordat wij ons ermee bezig gaan houden. Laten we in ieder geval consequent zijn.

Dames en heren, laten we deze resolutie in ieder geval uitstellen totdat het debat in het Litouwse parlement is afgesloten.

 
  
MPphoto
 

  Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė (PPE).(LT) Mevrouw de Voorzitter, ik kom uit Litouwen. De resolutie waarover we nu een debat voeren, verwijst naar een amendement op het Wetboek van Administratieve Overtredingen. Ik moet benadrukken dat we hier te maken hebben met een nog niet afgeronde procedure binnen een nationaal parlement. Het Europees Parlement probeert zich daarin te mengen. Het betreft hier de lezing van een voorstel – er is nog geen definitief besluit, er zijn nog niet eens debatten in de commissie gevoerd. Eerlijkheidshalve moet ik daaraan toevoegen dat de instellingen die het amendement van onze parlementaire fractie moesten beoordelen, een negatief advies hebben uitgebracht met betrekking tot het voorstel. Wat we hier nu bespreken is dus een voorstel dat niet noodzakelijkerwijs overeenkomt met het voorstel zoals dat uiteindelijk gedaan zal worden. Ik kan deze resolutie daarom niet steunen. Het is een overdreven reactie. En opnieuw wil ik mijn vriend de heer Higgins graag iets zeggen. Verwijs alstublieft niet naar iets dat u zelf niet hebt meegemaakt. Elke vergelijking tussen het Litouwen van nu en de Sovjet-Unie is gewoonweg onzinnig.

 
  
MPphoto
 

  Alexandra Thein (ALDE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en het Europees Handvest van de grondrechten verbieden discriminatie op grond van seksuele geaardheid. De organen van de EU en alle lidstaten zijn ingevolge de artikelen 6 en 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 9 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehouden discriminatie op grond van seksuele geaardheid te bestrijden.

Litouwen is een lidstaat en heeft zich er derhalve toe verplicht deze gemeenschappelijke waarden van 500 miljoen burgers van de Unie eveneens in acht te nemen. Ik ben in eerste instantie verheugd dat de beoogde wet na onze resolutie van 2009 in afgezwakte vorm in werking is getreden en tot dusver geen enkel geval bekend is geworden waarin deze wet is toegepast en dat de toepassing ervan met betrekking tot het verbod op de Christopher Street Day Parade mislukt is en dit evenement doorgang heeft kunnen vinden. Des te verwonderlijker vind ik het dat inmiddels nieuwe wetgevingsmaatregelen in de pijplijn zitten volgens welke het spreken of informeren in het openbaar over homoseksuele relaties een boete van maximaal 2 900 euro tot gevolg kan hebben en dat homoseksuelen geen gelijke kansen meer krijgen (vrouwen nog net wel).

Daarom ben ik ingenomen met de strategie van de Commissie tegen homofobie en wil ik commissaris Reding uitdrukkelijk danken voor het feit dat zij het belang van de bescherming van de grondrechten onderstreept door hier zo kort voor middernacht nog in de plenaire vergadering aanwezig te zijn.

 
  
MPphoto
 

  Viviane Reding, vicevoorzitter van de Commissie. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb er nota van genomen dat er in dit Parlement bij alle grote politieke partijen zeer brede overeenstemming bestaat over het non-discriminatiebeginsel. Ik geloof dat indien er sprake zou zijn van een resolutie die dit beginsel en de toepassing daarvan in de nationale wetgeving daadwerkelijk onderstreept – een verplichting die de natiestaten in het kader van de regels van Europa zijn aangegaan – dit een zeer belangrijk zou moment zijn.

De Parlementsleden die duidelijk te kennen hebben gegeven dat we het hier hebben over een wet die geen wet is maar een voorstel van een aantal parlementsleden hebben gelijk als ze dit benadrukken, maar ik wil er ook op wijzen dat zowel de president van Litouwen als de regering van Litouwen zich duidelijk tegen die voorstellen die sommige parlementariërs hebben ingediend, hebben uitgesproken.

Ik hoop dat een nagenoeg unanieme beslissing morgen bij de stemming deze beginselen zal onderstrepen waar 27 lidstaten vrijwillig mee hebben ingestemd, beginselen die ten grondslag liggen aan onze Europese richtlijnen, en die door het Handvest van de grondrechten worden bekrachtigd. Ik kan het krachtige standpunt van dit Parlement alleen maar onderschrijven.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Tot besluit van het debat zijn er twee ontwerpresoluties(1) ingediend, overeenkomstig artikel 115, lid 5 van het Reglement.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt plaats op woensdag 19 januari 2011.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Kristiina Ojuland (ALDE), schriftelijk. – (EN) Terwijl we kritiek uitoefenen op de schendingen van burgerlijke vrijheden in derde landen moeten we in de lidstaten met een even kritische blik kijken naar wat er in de lidstaten gebeurt. Het is bijzonder teleurstellend dat het Litouwse parlement zelfs het verspreiden van informatie over seksuele geaardheid strafbaar wil stellen onder het voorwendsel van de bescherming van minderjarigen, godsdienstige gevoelens en politieke overtuigingen. Dit is een duidelijke schending van de vrijheid van meningsuiting en dit kan niet worden gerechtvaardigd ook al zou de meerderheid van de bevolking dit willen. De onschendbare rechten van minderheden behoren altijd tot de essentiële kenmerken van de democratie, maar het Litouwse parlement heeft populisme verward met democratie. Ik zou graag zien dat het Litouwse parlement de wetten wijzigt of intrekt die in essentie homofoob zijn en in strijd met de Litouwse grondwet, alsook met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, het Handvest van de grondrechten van de EU en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Ik heb bewondering voor de moed van de Litouwse president Dalia Grybauskaitė om publiekelijk de strijd aan te gaan tegen discriminatie en hoop dat anderen haar voorbeeld zullen volgen. Wanneer het Litouwse parlement echter zijn internationale verplichtingen niet nakomt, moet namens de Europese Unie worden opgetreden.

 
  

(1)Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid