Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/2521(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0039/2011

Debatten :

PV 19/01/2011 - 10
CRE 19/01/2011 - 10

Stemmingen :

PV 20/01/2011 - 7.2
CRE 20/01/2011 - 7.2

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0021

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 19 januari 2011 - Straatsburg Uitgave PB

10. Situatie van christenen in de context van vrijheid van godsdienst (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het debat over de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over de situatie van christenen in de context van vrijheid van godsdienst.

Ik geef het woord aan vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger Catherine Ashton.

 
  
MPphoto
 

  Catherine Ashton, vicevoorzitter van de Commissie/ hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen wil ik opmerken dat ik de bezorgdheid van dit Parlement over het recente geweld tegen mensen die behoren tot een religieuze minderheid en personen die opkomen voor de vrijheid van godsdienst, volledig deel.

Ik heb mijn standpunten inzake deze kwestie op 6 januari nog geuit tijdens mijn bezoek aan Bethlehem en de Geboortekerk op de orthodoxe kerstavond. Ik ging erheen om te onderstrepen dat alle religieuze groepen over de hele wereld in vrijheid moeten kunnen samenkomen om hun godsdienst uit te oefenen. Ik heb toen ook benadrukt dat de Europese Unie alle vormen van onverdraagzaamheid en geweld tegen mensen vanwege hun godsdienst, waar dan ook, veroordeelt. Ook heb ik de recente terroristische aanslagen op religieuze ontmoetingsplaatsen in Irak en Egypte en de moordaanslag op Salmaan Taseer, de gouverneur van Punjab in Pakistan, krachtig veroordeeld.

Deze aanslagen zijn onaanvaardbaar: ze worden gepleegd door extremisten met een agenda van onverdraagzaamheid die we moeten veroordelen en waartegen we ons moeten verzetten. Geachte afgevaardigden, de mensenrechten worden tegenwoordig maar al te vaak geschonden vanwege de godsdienst of overtuiging van mensen. De slachtoffers behoren niet tot een enkel geloof of een bepaalde regio. De plaag van religieuze onverdraagzaamheid blijft helaas geen enkel deel van de wereld bespaard.

Alle discriminatie van of geweld tegen personen vanwege hun religieuze overtuiging is in strijd met de waarden die wij in de Europese Unie hooghouden. Iedere schending moet serieus worden genomen en met dezelfde kracht worden veroordeeld, waar deze ook plaatsvindt en wie het slachtoffer ook is, omdat, zoals wij weten en aanvaarden, mensenrechten universeel zijn.

Gevestigde christelijke gemeenschappen in het Midden-Oosten ervaren moeilijkheden die ertoe hebben geleid dat in enkele landen heel wat mensen huis en haard moesten verlaten en het aantal christenen in de hele regio afneemt. De Europese Unie is niet blind voor de problemen van deze mensen. We vinden hun eis inzake respect voor hun rechten als burgers van hun eigen land volkomen legitiem. De vrijheid van geweten en geloof is van iedereen, en iedere staat heeft de plicht om ervoor te zorgen dat deze vrijheid wordt gerespecteerd.

De EU is bereid om haar samenwerking met regeringen uit te breiden om onverdraagzaamheid te bestrijden en de mensenrechten te beschermen. We moeten niet in de valkuil trappen die extremisten en terroristen voor ons graven: we moeten ons verzetten tegen het manipuleren van religie met de bedoeling om verdeeldheid te zaaien. De beste reactie op extremisme is een eensgezind internationaal front op basis van de universele vrijheid van godsdienst en vrijheid van geloof.

De Europese Unie was in de Algemene Vergadering van de VN een drijvende kracht achter de resolutie over de uitbanning van alle vormen van intolerantie en discriminatie gebaseerd op religie of geloof – die in december 2010 bij consensus is aangenomen. We doen elk jaar een eensgezinde poging om die consensus tot stand te brengen, zodat de internationale gemeenschap een krachtige en eensgezinde boodschap kan afgeven. We overwegen nog een initiatief om krachtige steun van alle regio’s voor dit thema te mobiliseren tijdens de komende zitting van de VN-Mensenrechtenraad in maart. We brengen de kwestie vrijheid van godsdienst of geloof ook aan de orde tijdens onze mensenrechtendialogen en dringen er bij landen op aan om discriminatie en intolerantie uit te bannen.

Onze delegaties volgen deze kwesties over de hele wereld nauwlettend, en in het volgende jaarverslag over de mensenrechten van de Europese Unie, dat dit voorjaar verschijnt, zal ook worden ingegaan op de situatie van religieuze minderheden overal ter wereld.

Geachte afgevaardigden, ik ben vastbesloten om de vrijheid van godsdienst of geloof hoog op de agenda te houden. Tijdens de volgende Raad buitenlandse zaken op 31 januari zal deze kwestie opnieuw aan de orde komen, zodat de Europese Unie haar inspanningen ter bevordering van de vrijheid van godsdienst kan uitbreiden.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Barones Ashton, het doet mij groot genoegen u in dit nieuwe jaar welkom te mogen heten in het Europees Parlement. Zo vaak komt het niet voor dat wij met u persoonlijk kunnen spreken over belangrijke aangelegenheden op het gebied van het buitenlands beleid van de Europese Unie. Ik dank u daarom hartelijk voor uw komst.

 
  
MPphoto
 

  Elmar Brok, namens de PPE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, hoge vertegenwoordiger, vicevoorzitter, de vicevoorzitter heeft ons beloofd nu vaker in het Europees Parlement acte de présence te geven, dus dat wordt geregeld. Wees u ervan bewust, mevrouw Ashton en anderen, dat in het Europees Parlement een ruime meerderheid vóór is, wat aangeeft dat deze maatregel deel uitmaakt van een reeks, en niet slechts een gewone resolutie is.

We moeten ervoor zorgen – daarin hebt u gelijk – dat intolerantie en geweld op grond van geloofsovertuigingen, van welke religie dan ook, niet worden getolereerd. Tegelijkertijd moeten we constateren dat de afgelopen jaren 75 procent van de aanvallen op grond van dit feit tegen christenen was gericht. Het christelijke Europa moet zich hier zelfbewust tegen verzetten in de wereld en mag niet de andere kant opkijken. Dit gebeurt op grote schaal in moslimlanden, maar niet alleen daar, als ik aan de vervolging van christenen in bijvoorbeeld China en andere landen denk. We mogen gewelddadige discriminatie of terreurdaden niet accepteren. De doodstraf voor de bekering tot het christelijk geloof is onacceptabel, net als de daden van terreur en terroristische organisaties en soms ook het negeren van het probleem door overheidsinstanties die zich hier niet zelf schuldig aan maken. Dit heeft tot gevolg dat er een einde komt aan de millennia-oude traditie van christelijke groepen en gemeenschappen in vele landen: in Syrië, een deel van Turkije, Irak en Iran. De geboortestad van Jezus, Betlehem, zal binnenkort geen christenen meer tellen als de druk overminderd groot blijft. Als ik naar de twintig miljoen kopten in Egypte kijk, zie ik een bijzonder probleem, dat we terdege serieus nemen. We mogen het hier niet alleen hebben over minderheden.

Om die reden wil ik twee eisen uit de resolutie naar voren brengen: in de verslagen over mensenrechten van de instellingen van de Europese Unie – waaronder ook uw instelling, het Europees Parlement – moet de vervolging van christenen bij de naam worden genoemd. In de EDEO moeten we eigen capaciteit voor het onderwerp christendom hebben, en we moeten in de verdragen die we met andere landen sluiten de kwestie mensenrechten en godsdienstvrijheid als essentieel onderdeel vastleggen.

 
  
MPphoto
 

  Hannes Swoboda, namens de S&D-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, hoge vertegenwoordiger, vicevoorzitter, dank u voor uw duidelijke standpunt.

Het is inderdaad zeer zorgelijk als christenen steeds vaker worden aangevallen en de religieuze intolerantie überhaupt steeds meer toeneemt. Dat moeten wij ten zeerste afkeuren, omdat we voor religieuze tolerantie en vrijheid en diversiteit zijn. Ik wil ten aanzien van de aanvallen op koptische christenen in Egypte nog eens ons diepe medeleven betuigen. Dat was een grote klap, niet alleen voor de koptische christenen, maar ook voor de tolerantie die vaak nog aanwezig is in Egypte. Ik zeg bewust “nog”, omdat ze daar helaas ook onder druk staat.

Ik betreur ook namens mijn fractie alles waar christenen in Irak onder te lijden hebben, omdat deze intolerantie tegenover christenen niet de bedoeling van de val van Saddam Hussein was. Er is echter ook onder moslims sprake van onderlinge intolerantie. Daarom is het juist voor onze fractie bijzonder belangrijk vastberaden op te treden tegen intolerantie jegens andere religieuze opvattingen – en dan uiteraard vooral tegen religieuze minderheden.

Ik dien bijna nooit een schriftelijke verklaring in, maar op verzoek van collega Maurer heb ik graag meegedaan omdat onze gezamenlijke strijd tegen de toenemende intolerantie zo belangrijk is. Ik ben blij dat we een gezamenlijke resolutie en daarmee een gemeenschappelijke basis hebben gevonden.

Maar zoals ik namens mijn fractie ondubbelzinnig elke aanval op christenen veroordeel – natuurlijk niet alleen deze bloederige aanvallen, maar ook andere discriminatie van christenen – , zo wil ik ook duidelijk zeggen dat ik de toenemende islamofobie in bepaalde kringen in Europa afwijs, die door bepaalde radicale moslims als nog een argument – een verkeerd, niet geldig argument, maar wel nog een argument – wordt gezien dat zij aanhalen als oorzaak, reden en rechtvaardiging om christenen te discrimineren of geweld tegen hen te gebruiken.

Hoe we ook tegenover verschillende religies staan: we moeten ervoor opkomen dat alle mensen het recht hebben hun geloof in alle rust te belijden. Dat er een minderheid van agressieve mensen is die bereid zijn geweld te gebruiken – of het nu moslims, christenen, joden of aanhangers van andere religies zijn – rechtvaardigt nooit acties tegen andere religies.

 
  
MPphoto
 

  Marietje Schaake, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, religieuze overtuiging is een persoonlijke aangelegenheid die voor verschillende mensen verschillende dingen betekent. Het is de rol van de overheid om alle burgers te beschermen, ongeacht hun overtuiging, en hen in staat te stellen zich overal ter wereld vrij te verenigen en uit te drukken. Als we om ons heen kijken, krijgen we een zeer somber beeld van de wereld: van de bahai in Iran tot de kopten in Egypte, van het gebruik van blasfemiewetten in Pakistan tot de aanvallen op christenen of religieuze ontmoetingsplaatsen in Irak en Nigeria. Vandaag staan we specifiek stil bij de toename van geweld tegen christenen, die ons grote zorgen baart. Het is ongelooflijk pijnlijk dat mensen aanvallen plegen en worden aangevallen, beide uit naam van een godsdienst. Mensen van alle geloven zijn het slachtoffer.

Het is onaanvaardbaar om te zien dat sommige personen, extremisten, kiezen voor geweld en zelfs terrorisme en dat doen uit naam van hun god of uit naam van een religie. Daarbij beweren ze dat ze namens anderen spreken of plaatsen ze zichzelf zelfs boven de wet om zo talloze onschuldige mensen bij dit geweld te betrekken.

Maar we moeten ons niet vergissen. Door de extremisten groter te maken dan ze zijn, door te aanvaarden dat er een verband is tussen religie en terrorisme, diskwalificeren we de meerderheid van de gelovigen die hun geloof op uiteenlopende manieren op vreedzame wijze uitoefenen. Terrorisme is politiek en terrorisme is een misdaad. Religie kan nooit een geloofwaardige of aanvaardbare reden zijn om geweld te gebruiken of mensenrechten te schenden. Deze schendingen worden vaak niet alleen gepleegd door middel van geweld, maar ook door beperking van de vrijheid van meningsuiting, bijvoorbeeld door misbruik te maken van blasfemiewetten.

Godsdienst of overtuiging mogen nooit een reden voor mensen zijn om in angst te leven, en het Europees Parlement spreekt zich terecht uit tegen de extremistische handelingen tegen christenen en steunt hen die dit extremisme veroordelen.

 
  
MPphoto
 

  Nicole Kiil-Nielsen, namens de Verts/ALE-Fractie. (FR) Mijnheer de Voorzitter, barones Ashton, dames en heren, de bloedbaden waarvan de koptische christenen in Alexandrië het slachtoffer zijn geworden, hebben tot internationale verontwaardiging geleid. De situatie van christenen in het Oosten is over het algemeen zorgwekkend. In Irak, in Libanon en zelfs in Palestina, waar christenen het voor hen heilige land verlaten omdat ze uitgeput zijn door de vernederingen van de Israëlische bezetting.

Het verheugt mij dat onze resolutie over de vrijheid van godsdienst een brede interpretatie van dit onderwerp bevat en op de fundamentele rechten wijst: het recht om te geloven en om niet te geloven, het recht om een godsdienst te kiezen zonder gediscrimineerd te worden. Terwijl in onze tekst terecht de recente aanvallen en moorden worden genoemd die op de wereld zijn gepleegd, moeten wij tevens toegeven dat de eerbiediging van die vrijheid van godsdienst in sommige Europese landen gevaar loopt.

Wij zijn dikwijls getuige van daden van onverdraagzaamheid: schennis van joodse en islamitische graven, uitingen van islamofobie en antisemitisme. Uit gebeurtenissen zoals de goedkeuring van het verbod op de bouw van minaretten in Zwitserland en de opkomst van extremistische partijen die zich onverdraagzaam uitlaten ten aanzien van sommige gemeenschappen, blijkt dat de strijd voor de eerbiediging van de scheiding van kerk en staat in Europa prioriteit moet hebben. Vluchtelingen, asielzoekers, migranten alsmede etnische en religieuze minderheden worden allemaal geconfronteerd met een verontrustende toename van schendingen van hun fundamentele universele rechten.

Europa moet een voorbeeld zijn in termen van verdraagzaamheid en intercommunautaire dialoog. Christenen in het Oosten worden er steeds vaker van verdacht de belangen en interesses van het Westen te vertegenwoordigen, terwijl moslims in Europa worden geassocieerd met radicaal islamisme en terrorisme.

Ik zou graag twee regels uit een gedicht van Louis Aragon willen voorlezen: “Celui qui croyait au ciel, celui qui n’y croyait pas, et leur sang rouge ruisselle, même couleur, même éclat” (“Degene die in God geloofde en degene die niet in Hem geloofde, hun bloed stroomt even rood en even helder”).

 
  
MPphoto
 

  Konrad Szymański, namens de ECR-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Ashton, om te beginnen wil ik mevrouw Ashton bedanken voor haar snelle reactie op de gebeurtenissen in Alexandrië. Een snelle en voorspelbare reactie zorgt ervoor dat de wereld beter naar ons luistert en is daarom bijzonder belangrijk.

Het staat vast dat christenen tegenwoordig de meest verwaarloosde minderheid op de wereld zijn. Jaarlijks zijn wereldwijd 170 000 christenen het slachtoffer van wettige discriminatie, geweldpleging en zelfs van moord. Iedereen die de mensenrechten steunt, hoort zich actief in te zetten voor de verdediging van de vrijheid van godsdienst. We moeten de vrijheid van godsdienst aan de orde stellen in het kader van de ontwikkelingshulp aan landen als Afghanistan, Irak en Soedan. In de handelsbesprekingen van de Europese Unie met China, India en Vietnam mag niet worden voorbijgegaan aan de vrijheid van godsdienst. Ten opzichte van landen als Egypte moet ons nabuurschapsbeleid nieuw leven worden ingeblazen. Tot slot moet onze diplomatieke dienst reageren op iedere schending van de vrijheid van godsdienst. We hebben de instrumenten dus onder handbereik, we hoeven ze alleen nog maar in te zetten. Verder moeten we de wereld ervan overtuigen dat het ons na jaren zwijgen ernst is met de vrijheid van christenen. De wereld zal alleen naar ons luisteren wanneer iedereen ervan overtuigd is dat dit onderwerp voor ons echt belangrijk is. Anders kunnen we niet verwachten dat beleid op dit gebied succesvol is.

 
  
MPphoto
 

  Kyriacos Triantaphyllides, namens de GUE/NGL-Fractie – (EL) Mijnheer de Voorzitter, volgens het Handvest van de Verenigde Naties heeft iedereen het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst. Het recht van elk individu om elke geloofsovertuiging dan wel geen enkele geloofsovertuiging aan te hangen, dient te zijn veiliggesteld en door iedereen te worden gerespecteerd. Wij kunnen niet begrijpen dat godsdienst tot een exploitatiemiddel ontaardt in gevallen van politieke onenigheid. In dit kader veroordelen wij alle aanvallen die de laatste tijd hebben plaatsgevonden in zowel Alexandrië als elders, en willen wij aan de families van de slachtoffers ons medeleven betuigen.

Tijdens een ongehoorde actie van het Turkse bezettingsregime op Cyprus werd met Kerstmis de religieuze plechtigheid in de St. Synesios-kerk in het bezette Rizokarpaso hardhandig onderbroken om uiteindelijk te worden afgelast. Deze actie schendt de fundamentele mensenrechten van de in de bezette gebieden ingesloten Grieks-Cypriotische burgers, zoals het recht op vrijheid van godsdienst. Op een vergelijkbare manier werd in Yialousa, op de dag van de viering van de Epifanie, de christelijke plechtigheid afgelast; de ongegronde reden die hiervoor werd aangevoerd was dat de vergunning niet binnen de vereiste termijn was ontvangen.

Voorzitter, het is overduidelijk dat de bovengenoemde acties schendingen inhouden van de Derde Overeenkomst van Wenen van 2 augustus 1975, evenals van de artikelen 3 en 9 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, artikel 10 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 18 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens. Wij veroordelen met klem deze acties van het bezettingsregime, die een flagrante schending van een van de meest basale mensenrechten inhouden.

Een onmiddellijke reactie is geboden. Voor de Europese Unie dient respect voor overtuigingen en rechten van fundamenteel belang te zijn.

 
  
MPphoto
 

  Fiorello Provera, namens de EFD-Fractie. – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de recente terroristische aanslagen in Egypte en Irak zijn misdaden die, hoe tragisch ook, slechts één kant zijn van de vervolgingen van de christelijke gemeenschappen in de wereld, en in het bijzonder in het Midden-Oosten.

Institutioneel gezien is het meest zorgwekkende de systematische inperking van de rechten van christenen als burgers, aangezien ze bijvoorbeeld geen kerken mogen bouwen, geen openbare, civiele of militaire functies mogen vervullen, niet vrij hun eigen geloof mogen belijden en zo meer. Deze twee zaken samen, terrorisme en discriminatie, dwingen honderdduizenden burgers in deze landen tot emigratie. In Irak bijvoorbeeld moet meer dan 60 procent van de christenen in ballingschap leven, wat neerkomt op ongeveer 600 000 mensen.

Het Europees Parlement strijdt voor het recht van volkeren om te emigreren. In dit geval wordt hele gemeenschappen echter het recht ontzegd om in het eigen land te leven. Het terrorisme, dat tot doel heeft het christendom door middel van bloedbaden uit Arabische landen te verdrijven, moet worden bestreden en voorkomen, ook met militaire middelen.

Europa, dat historisch gezien christelijk is en een groot voorvechter van de mensenrechten is, moet krachtig optreden tegen de regeringen in het gebied door hen te vragen de rechten van de eigen burgers te eerbiedigen.

 
  
MPphoto
 

  Bruno Gollnisch (NI). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, het staat buiten kijf dat de vrijheid van geweten van essentieel belang is. God kan niet willen dat regels onder dwang worden nageleefd.

Deze vrijheid werd wreed onderdrukt door de communistische regimes. We moeten de moed hebben om nu te zeggen dat voornamelijk christenen in islamitische landen het slachtoffer zijn van deze schendingen. We veroordelen terecht wrede moorden die worden gepleegd door fanatici.

Het gaat echter niet alleen om extremisme. In meerdere landen waar de meerderheid van de bevolking moslim is, zelfs in enkele die als gematigd te boek staan, worden christenen als tweederangsburgers behandeld. Bekering tot het christendom is verboden of wordt zelfs bestraft met de dood. In het Westen echter wordt mensen niet belet zich te bekeren tot de islam als zij dit willen, ook al beweert mevrouw Kiil-Nielsen het tegendeel.

In die islamitische landen kan iedereen die werkelijke of vermeende kritiek uit op de islam, worden getroffen door hetzelfde lot. Met name de wetgeving waarmee blasfemie zogenaamd aan banden wordt gelegd, moet worden afgeschaft. Wij doen met name een beroep op Pakistan om de veroordeling van die ongelukkige vrouw ongedaan te maken die werd beschuldigd door haar buren.

We kunnen wel blijven praten, maar praatjes vullen nu eenmaal geen gaatjes. Wij moeten handelen en deze staten duidelijk maken dat onze betrekkingen met hen afhangen van hun bereidheid de vrijheid van geweten te eerbiedigen.

 
  
MPphoto
 

  Mario Mauro (PPE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, commissaris, ik wil u van harte bedanken voor de inhoud van uw betoog, want het doel van deze resolutie is om in het belang van ons allen de religieuze minderheden beter te beschermen.

Ik wil echter met dezelfde oprechtheid, hartelijkheid en vriendschappelijkheid uw aandacht vestigen op het volgende: als u het geduld hebt om de tekst die u ons zojuist hebt voorgelezen nog eens te lezen, zult u merken dat u erin bent geslaagd in uw hele betoog niet één keer het bijvoeglijk naamwoord ‘christelijk’ te gebruiken. Dit viel me op, want er heerst een gevoel van gêne in onze instellingen, en in dat opzicht trappen we in de val van de fundamentalisten die ertoe neigen de aanwezigheid van christenen in het Midden-Oosten en andere delen van de wereld gelijk te stellen met het Westen en Europa.

Mijn Irakese christelijke vrienden en onze Palestijnse christelijke vrienden zijn Arabisch, denken in het Arabisch, houden van hun land, hun mentaliteit, geschiedenis en cultuur. Dus ik vraag u, mevrouw Ashton, moeten we wellicht geen grondig, zeer diepgaand gewetensonderzoek doen naar hoe we dit onderwerp tot nu toe hebben aangepakt. Onze kracht bestaat er immers uit de dingen bij hun naam te noemen.

Dat moeten we doen, we moeten de haat tegen joden antisemitisme noemen, de haat tegen moslims islamofobie, en we moeten de haat voor christenen bij de naam noemen, want alleen op die manier kunnen we iedereen in die landen wie rechtvaardigheid en vrijheid ter harte gaat bereiken.

Ik vraag u dit en ik vraag u concreet te zijn. Vandaag nemen we het akkoord over Irak aan. Laten we tegelijk met de beginselen van het handelsakkoord duidelijke regels vastleggen, zodat er in ruil voor rechten economische voordelen kunnen zijn. Laten we concrete stappen ondernemen, laten we dat snel en goed doen en in het belang van iedereen, want de wereld wacht op een signaal van Europa.

 
  
MPphoto
 

  Richard Howitt (S&D). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen wil ik de woorden van de Universele Verklaring in herinnering brengen. Ik citeer: “de vrijheid, hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven, zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften”. Dit geeft aan dat de bescherming van deze vrijheden onlosmakelijk verbonden is met de bescherming van alle mensenrechten. Dat zou ook het uitgangspunt moeten zijn voor onze vastberadenheid om deze vrijheden te verdedigen.

Er wordt ook duidelijk gemaakt dat we moeten optreden tegen alle religieuze vervolging. Dit is een probleem voor alle godsdiensten en in vele landen waaronder – laten we eerlijk zijn – een aantal landen van onze eigen Europese Unie. Het Pew Centre zegt dat 70 procent van de zes miljard mensen op aarde woont in een land waar strenge beperkingen gelden voor religieuze geloofsovertuiging of praktijk.

Persoonlijk ben ik er stellig van overtuigd dat godsdienst een positieve kracht kan zijn, en dat wordt bevestigd door het werk van de Faith Council in mijn eigen kiesdistrict in Oost-Engeland die wederzijds begrip stimuleert. Dit wordt ook weerspiegeld in de verplichting tot dialoog van de Europese Unie, zoals deze in onze resolutie wordt omschreven. Toen haatprediker Terry Jones, die dreigde de Koran te verbranden, zei dat hij naar Luton – dat ook in mijn kiesdistrict ligt – wilde komen om de religieuze haat aan te wakkeren, werd hem te verstaan gegeven dat hij niet welkom was.

Tolerantie, dialoog, wederzijds respect en begrip zijn, voor sommigen, onderdeel van het geloof. Voor anderen zijn het waarden op zich. Het zijn hoe dan ook waarden die we moeten stimuleren en respecteren.

 
  
MPphoto
 

  Marielle De Sarnez (ALDE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, het fanatisme dat zich richt op het geloof van anderen, is een uiting van barbarij en moet door alle democraten veroordeeld en bestreden worden. Daarom is het zo belangrijk dat wij vandaag onze solidariteit tot uiting brengen met allen op de wereld die worden vervolgd vanwege hun geloof.

De vreselijke moorden die Al Qaida in Irak en Egypte heeft gepleegd, en de bedreigingen die islamitische fundamentalisten uiten tegen christenen in het Oosten, hebben in werkelijkheid slechts één doel: spanningen oproepen tussen gelovigen, haatgevoelens aanwakkeren, gemeenschappen tegen elkaar opzetten en een clash of civilisations teweegbrengen. Die poging tot destabilisatie zal in Europa mislukken, zoals zij mislukt in Frankrijk, waar de gehele islamitische gemeenschap deze barbaarse handelingen vanzelfsprekend meteen heeft veroordeeld.

We moeten vandaag het recht van alle minderheden opnieuw plechtig bevestigen om in vrijheid en veiligheid overal op de wereld hun godsdienst te belijden, ook hier in Europa. Wij moeten religieus pluralisme, verdraagzaamheid en onderling begrip verdedigen, zowel hier in Europa als overal op de wereld. Daarom spreek ik de hoop uit dat de democratische revolutie in Tunesië weldra zal overslaan naar andere landen zodat de waarden van respect, verdraagzaamheid en secularisme zich verspreiden.

 
  
MPphoto
 

  Peter van Dalen (ECR). - Mevrouw Ashton, hartelijk dank voor uw komst. Hoe vaak hebben we hier in dit Parlement al niet gesproken over de christenen in Somalië, Soedan, Egypte, Syrië, Turkije, Irak, Iran, Afghanistan, Pakistan en Maleisië. Hoeveel vragen hebben dit Parlement, mijn fractie en ik al niet gesteld over de structurele achterstelling van christenen in deze islamitische landen. Daarom denk ik, de tijd van praten en mooie verklaringen is voorbij. Het is tijd voor actie.

Ik heb twee concrete vragen aan mevrouw Ashton. Ten eerste, de taken van de Europese buitenlandse dienst dienen beperkt te blijven, maar één taak moet de dienst zeer serieus nemen: het opkomen voor vervolgde christenen. Maak dus een aparte eenheid binnen de dienst die dit gaat doen.

Ten tweede, de Europese Unie heeft met al die landen bilaterale verdragen. Bevries die verdragen, zet ze vandaag nog in de ijskast! Tref die regeringen in de portemonnee totdat ze de veiligheid voor christenen aantoonbaar verbeteren.

Ik hoor graag uw reactie op mijn twee concrete vragen.

 
  
MPphoto
 

  Marie-Christine Vergiat (GUE/NGL). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links heeft zich niet aangesloten bij de resolutie die vandaag aan ons wordt voorgelegd.

Het spreekt vanzelf dat wij alle terroristische acties veroordelen, ongeacht de daders of de slachtoffers en ongeacht de plaats waar ze worden gepleegd. De leden van onze fractie hechten echter zeer aan seculiere beginselen en een seculiere maatschappij. Om die reden veroordelen wij vanzelfsprekend blasfemie. Dit betekent dat wij zeer hechten aan de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, die de vrijheid omvat om te geloven of om niet te geloven, zelf een godsdienst te kiezen, van godsdienst te veranderen en vrij te zijn in het belijden van een zelf gekozen godsdienst, ongeacht welke godsdienst het is.

Dit betekent ook dat wij zeer hechten aan de scheiding van geloof en politiek en dat wij de toename van religieus extremisme in Europa en elders veroordelen, die vaak een reactie is op sociale onrust en het onvermogen van het openbaar beleid om hiermee om te gaan.

Wij vinden dat deze resolutie een stap in de verkeerde richting is. Ik zou kort samengevat willen zeggen dat zij niet evenwichtig genoeg is, met name in vergelijking met de motie die mijn fractie heeft ingediend. Naar onze mening wekt deze resolutie de indruk dat het christelijke Europa, of de christelijke gemeenschap in Europa, christenen overal ter wereld te hulp schiet. Wij denken dat dit niet de beste manier is om de toename van deze sektarische ontwikkelingen te bestrijden.

 
  
MPphoto
 

  Bastiaan Belder (EFD). - Mijnheer de Voorzitter, terecht snijdt de gezamenlijke resolutie agressie jegens religieuze minderheden in Europa zelf aan. Een joods student in mijn land, Nederland, schreef precies een maand geleden: "Ik krijg het benauwd, benauwd van de paradox van beveiligde vrijheid. Als ik morgen weg moet, waar kan ik dan zonder beveiliging leven? Engeland of Frankrijk? Nee, daar speelt dezelfde problematiek." Mijn vraag: gaat Europa soms een toekomst tegemoet zonder joodse gemeenschap in de lidstaten. De proef op de som van de Europese geestelijke waarden.

Dat geldt evenzeer voor de Europese houding tegenover een welhaast vergeten groep christenen in het Midden-Oosten, de Palestijnse christelijke minderheid in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Zij mag van de Europese Unie concrete ruggensteun verwachten, zeker wanneer christelijke organisaties zich inspannen om gehandicapte Palestijnse kinderen, ongeacht hun geloof, een echt thuis te bieden. Palestijnse christenen hebben het extra moeilijk op de arbeidsmarkt, zeker als zelfstandige ondernemers. Om moeilijkheden te voorkomen, zwijgen ze doorgaans over hun dagelijkse problemen. Mevrouw de hoge vertegenwoordiger, laten Raad en Commissie als belangrijke donoren van de Palestijnse gemeenschap ook hún belangen behartigen, ook hún stem zijn.

 
  
MPphoto
 

  Diane Dodds (NI). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben blij dat ik de gelegenheid krijg om over een onderwerp te spreken dat mij na aan het hart ligt. Het is mij, als evangelistische christen, met name de laatste jaren duidelijk geworden dat de uitdrukking van het christelijk geloof in sterke mate als onaanvaardbaar wordt gezien in een maatschappij die ons wil zuiveren van iedere sterke overtuiging en waar we allemaal hetzelfde moeten geloven of anders niets.

Deze agressieve aanval op het geloof is in bepaalde kringen vooral gericht tegen het christendom. Dit jaar vieren we het vierhonderdjarig bestaan van de King James-Bijbel, maar toch wordt het momenteel vaak als onwettig gezien om uitdrukking te geven aan geloof dat is gebaseerd op de inhoud van de Bijbel. We worden geconfronteerd met een situatie waarbij christenen vanwege hun geloof worden uitgesloten van bepaalde beroepen en vanwege hun geloof voor de rechter moeten verschijnen. In het Verenigd Koninkrijk wordt wetgeving inzake gelijkheid eerder als zwaard dan als schild gebruikt om uitdrukkingen van het christelijk geloof te bestraffen.

Deze marginalisering van het christendom werd onlangs door de Commissie geïllustreerd toen haar agenda werd gepubliceerd: islamitische, Hindoestaanse, sikh, joodse en Chinese festivals werden aangegeven – maar de christelijke feestdagen ontbraken. Ik ben ervan overtuigd dat dit bewust is gedaan, dat het geen vergissing was, en ik vind het zeer betreurenswaardig. Ik verzoek de vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger dit specifiek naar voren te brengen in haar opmerkingen.

Vrijheid van religieuze uitdrukking is een fundamenteel recht in de maatschappij dat moet worden beschermd, en dit debat is maar een bescheiden erkenning van het probleem. We moeten het probleem niet uit de weg gaan omdat het christenen zijn die worden vervolgd …

(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 

  Ernst Strasser (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte hoge vertegenwoordiger, vicevoorzitter, hartelijk dank voor uw verklaring. Deze is juist, komt op het juiste moment en geeft ook moed voor wat betreft de basisinstelling van uw instelling en van uzelf ten aanzien van het probleem als geheel, van de samenwerking met andere landen en de noodzakelijke maatregelen. Dit debat hier in het Parlement is ook noodzakelijk, niet alleen vanwege de actuele aanleiding, maar ook omdat vrijheid van godsdienst deel uitmaakt van onze fundamentele waarden en de Europese identiteit.

Dit debat is belangrijk omdat discriminatie, vervolging en geweld in veel landen op de wereld voorkomen, en het bijzonder zorgwekkend is dat een zeer groot deel van alle dodelijke slachtoffers van religieus gemotiveerd geweld in de wereld christenen zijn. In dit verband moeten we ons medeleven betuigen met iedereen die bij dergelijke acties is gedood of gemarteld of gewond is geraakt. Wij leven ook mee met de vrienden en familie. We moeten ernaar streven dat het minder voorkomt en wordt uitgebannen.

We weten dat ook overheden zich helaas schuldig maken aan discriminatie van christenen, en ook daar willen we tegen opkomen en een einde aan maken. Daarom moeten we ons inzetten voor toepassing van de vrijheid van godsdienst. Dit moet centraal staan in onze bilaterale betrekkingen. We hebben doelmatige instrumenten nodig, die moeten worden ontwikkeld ter bescherming van christenen en de vrijheid van godsdienst. Daarom zouden we graag zien dat de eerbiediging van het mensenrecht van vrijheid van godsdienst bij elk bilateraal contact op de agenda staat.

In die zin moeten bepalingen ter waarborging van de vrijheid van godsdienst in onze akkoorden met derde landen worden opgenomen, en ik ben zeer ingenomen met uw voornemen in het jaarverslag van de Europese Unie inzake de mensenrechten een heel hoofdstuk te wijden aan de situatie van de vrijheid van godsdienst.

 
  
MPphoto
 

  Guido Milana (S&D). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, mevrouw Ashton, het is belangrijk dat de veroordeling van deze aanslagen en het verzoek om urgente en concrete maatregelen voor de bescherming van christenen in de wereld worden verbonden aan de meer algemene kwestie van respect voor de vrijheid van godsdienst, geweten en gedachte.

Er is geen enkel verschil tussen wie wordt vermoord tijdens het bijwonen van een mis en wie ter dood wordt veroordeeld voor overspel of omdat hij deel uitmaakt van een islamitische, christelijke of joodse minderheid of omdat hij op een bepaalde plek geboren is en niet omdat hij een geloof belijdt. Het recht op vrijheid en op samenleven is internationaal erkend door de humanistische cultuur en internationale verdragen. We zien echter een wereld die wordt verdeeld tussen voorvechters van de mensenrechten en degenen die deze met geweld de kop in willen drukken.

Alleen een visie die openstaat voor dialoog en gekant is tegen elke vorm van discriminatie kan de basis vormen van de bescherming van identiteit en waarden. Het gebrek aan respect hiervoor leidt ook tot het massale vertrek van hele gemeenschappen uit de plaatsen waar ze van oudsher wonen. Wat dat betreft moet er in Europa nog veel werk worden verzet, zowel op politiek en diplomatiek gebied als op cultureel en sociaal gebied. Vandaag vragen we de Raad, de Commissie en in het bijzonder de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken met klem om duidelijke richtsnoeren aan te nemen voor de betrekkingen met derde landen in het kader van het nieuwe beleid voor de nieuwe Europese Dienst voor extern optreden.

Ook in de bilaterale akkoorden moet er meer nadruk worden gelegd op onderwerpen aangaande godsdienstvrijheid, en op de mensenrechten in het algemeen. De schending hiervan zou reden moeten zijn om deze akkoorden op te schorten. Ik denk, onder andere, dat Europa een voortrekkersrol moet gaan spelen op het gebied van de interreligieuze dialoog. Het ontbreken hiervan gaat vaak verder dan afzonderlijke incidenten en leidt tot ware oorlogen waarin achter godsdienst meer complexe oorzaken van de conflicten schuilgaan.

We moeten tot slot ook dichter bij huis kijken: in Europa zijn er talloze voorvallen van intolerantie geweest. Onze steden zijn in feite multicultureel en dat brengt religieuze tradities en waarden met zich mee die gerespecteerd moeten worden en waarvoor vrijheid van meningsuiting gewaarborgd moet worden.

Er is dus geen alternatief voor dialoog en wederzijds respect. Het is belangrijk de oproep van de religieuze gemeenschappen te herhalen.

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 

  Niccolò Rinaldi (ALDE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, mevrouw Ashton, het lot van de oosterse christenen verandert het patroon van culturen. Duizenden jaren oude gemeenschappen – ‘koptisch’ betekent ‘Egyptisch’ in het Grieks – zien in emigratie overzee een manier om te ontsnappen aan het geweld dat tegen hen wordt gebruikt. De media en xenofobische partijen mogen echter niet de fout maken om te herinneren aan de botsing der godsdiensten, de botsing der beschavingen.

Jaren geleden in Caïro – ik denk aan een gebeurtenis die ik van belang vind – kwam er een oude boer die drie keer per week de melk langs bracht huilend aan de deur. Het was niet duidelijk wat hij wilde, tussen zijn tranen door zei hij alleen maar Said Akbar, Said Akbar, ‘de grote oude man, de grote oude man’. Uiteindelijk begrepen we dat hij aan zijn christelijke klanten zijn verdriet uitte over de dood van Karol Wojtyla, die in die dagen was overleden. Het was een eenvoudige, eerlijke man, een moslim, die het aloude wederzijdse respect tussen de volkeren aan de Middellandse Zee volledig tot uiting bracht. Deze kleine, maar belangrijke gebeurtenis, een graadmeter van de waarden die in de Egyptische maatschappij wijdverbreid zijn, vond in hetzelfde land plaats waar kopten tijdens kerstmis zijn afgeslacht.

Vandaag hebben de oosterse christelijke gemeenschappen echter bescherming nodig. Ze zijn soms het slachtoffer van afrekeningen tussen terroristen, fundamentalisten en autoritaire regimes. Het Europese buitenlandbeleid mag niet machteloos staan toekijken terwijl de wereld verandert, het mag niet bang zijn om het woord uit te spreken…

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 

  Marina Yannakoudakis (ECR). (EN) Mijnheer de Voorzitter, verdraagzaamheid ten opzichte van het geloof van een ander is een kenmerk van een geciviliseerde samenleving. De afschuwelijke gebeurtenissen in Egypte en Irak druisen in tegen de mensenrechten en fundamentele principes van vrijheid van denken en meningsuiting. Niemand zou mogen worden vervolgd vanwege zijn of haar geloofsovertuiging. De beperking van christenen, of welke andere gelovigen dan ook, in de belijdenis van hun geloof is volkomen onaanvaardbaar in onze samenleving.

Maar voordat we kritiek uiten, moeten we eerst ons eigen huis op orde brengen. Vorige maand werden religieuze kerstvieringen verboden in het bezette dorp Rizokarpaso op Cyprus. Zoals we allen weten, wordt de EU-lidstaat Cyprus – al 36 jaar lang – deels bezet door Turkije. De actie van het bezettende Turkse leger om een kerk binnen te gaan waar ze de priester dwongen de dienst te beëindigen en de hierbij aanwezige mensen dwongen te vertrekken, is onacceptabel. Dit incident wordt nu onderzocht door de VN.

Dus als we praten over situaties in landen buiten de EU en over de vrijheid van christenen, herinner ik dit Parlement eraan dat we eerst orde op zaken moeten stellen in onze eigen gelederen. We kunnen in dit Parlement geen enkele vorm van discriminatie accepteren als we geloofwaardig willen zijn in een bredere context.

 
  
MPphoto
 

  Cornelis de Jong (GUE/NGL). - Voorzitter, mevrouw de hoge vertegenwoordiger, vrijheid van godsdienst en levensovertuiging beschermt zowel godsdiensten alsook non-theïstische en zelfs atheïstische levensovertuigingen. Deze opvattingen kunnen met elkaar botsen en staten hebben dan de plicht verdraagzaamheid te bevorderen en op te komen voor al diegenen die te maken krijgen met discriminatie of geweld vanwege hun levensovertuiging.

Ik ondersteun de gemeenschappelijke resolutie die nu voorligt van harte. Niet omdat ik vind dat we ons alleen zouden moeten bekommeren om christenen, wèl omdat christenen op dit ogenblik in een toenemend aantal landen te maken krijgen met onverdraagzaamheid. Ik zou overigens hetzelfde gedaan hebben als het een andere godsdienst betrof.

Die IIES heeft veel capaciteit nodig op dit gebied. Ik heb zelf eerder een dergelijke functie bekleed bij het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het vereist veel menskracht en inzet om wegwijs te worden in de mensenrechtenschendingen, spanningen en conflicten op basis van godsdienst en levensovertuiging en ook in oprechte pogingen tot dialoog en verdraagzaamheid.

Ik hoop dan ook, mevrouw de hoge vertegenwoordiger, dat u de aanbeveling om hier menskracht voor vrij te maken, wilt opvolgen.

 
  
MPphoto
 

  Mario Borghezio (EFD).(IT) Mijnheer de Voorzitter, barones Ashton, dames en heren, binnen het aanhoudende relativisme van de Europese politiek rust op één woord een taboe: christenhaat. Al jarenlang komen er echter serieuze en vaak tragische verhalen binnen afkomstig van betrouwbare en onbetwiste bronnen over de vervolging van christenen op verscheidene continenten.

Europa moet wakker worden, zijn ogen openen en concrete actie ondernemen. Het moet duidelijke boodschappen afgeven, net als de boodschap die we van barones Ashton hadden verwacht. Ze had bijvoorbeeld de inspirerende woorden van paus Benedictus voor de Internationale Dag van de Vrede van enkele dagen geleden kunnen aanhalen, toen hij erop wees dat ontkenning van godsdienstvrijheid een belediging naar God en de menselijke waardigheid is en daarnaast een gevaar vormt voor de veiligheid en de vrede.

Concrete stappen zijn noodzakelijk. Waar wachten we op – een vraag die ik direct al heb gesteld – als het gaat om het sturen van een commissie die de situatie controleert van onze koptische christenbroeders in Egypte, een officieel gematigd land waar in feite totaal geen fundamentele mensenrechten bestaan, niet eens binnen openbare ambten of openbare diensten?

Wordt wakker, droevig Europa, en denk aan je christelijke afkomst!

 
  
  

VOORZITTER: LIBOR ROUČEK
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Jaime Mayor Oreja (PPE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, de recente aanslagen in Irak en Egypte zijn in tweeërlei opzicht een tragedie voor Europa, ook al verschillen ze van aard. In de eerste plaats is het feit dat de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden op zich een tragedie gezien de wreedheid ervan en het verlies van mensenlevens.

In de tweede plaats is het echter ook een tragedie te moeten constateren dat dit soort gebeurtenissen al te vaak onopgemerkt blijven in onze samenleving. In veel gevallen blijven zij als gevolg van de manier waarop wij optreden beperkt tot verslagen over ongevallen of misdaden in de media, alsof het veeleer om iets externs gaat dan om een aanslag die tegen ons is gericht. Het is alsof de aanslagen ergens anders gebeuren terwijl ze in feite in het hart van onze beschaving, ons Europa, plaatsvinden en ons in onze kern willen treffen.

De rol van de Europese instellingen is in wezen te wijzen op de ernst, de implicaties en de omvang van de aanslagen tegen christenen op die plaatsen. De Europese instellingen zouden niet alleen algemene verklaringen moeten afleggen om die aanslagen te veroordelen, maar zich ook sterk moeten maken voor de volgende twee maatregelen: ten eerste dienen zij ervoor te zorgen dat deze tragedie meer aandacht krijgt in onze samenlevingen en in onze media, en ten tweede dat zij zelf meer aanwezig zijn op de plaats van de tragedie.

Staat u mij toe te zeggen, mevrouw de vicevoorzitter, dat in het kader van dat doel en deze twee maatregelen de Europese instellingen en uzelf de belangrijke rol van de slachtoffers van deze gebeurtenissen beter onder de aandacht moeten brengen. De slachtoffers moeten een gezicht krijgen. De slachtoffers moeten aanwezig zijn in onze Europese instellingen. We moeten een programma van bezoeken, bijeenkomsten en zelfs materiële steun voor de slachtoffers opstellen, maar het zijn de slachtoffers van deze verschrikkelijke vervolging zelf die veel beter dan wij in staat zijn om hun zaak te verdedigen.

 
  
MPphoto
 

  Kyriakos Mavronikolas (S&D). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, wij socialisten geloven in de rechten van de mens en uiteraard ook in vrijheid van godsdienst. En, zoals de heer Swoboda eerder zeer terecht opmerkte, het is ons niet alleen om het christelijke geloof te doen. Wij zijn geïnteresseerd in de rechten van alle godsdiensten, in het recht van elk individu om het geloof te belijden waar hij zelf in gelooft, en nog veel meer in consideratie voor alle godsdiensten in het algemeen en in begrip voor het geloof dat een persoon als burger aanhangt in het bijzonder.

Ik zou het – mede vanwege mijn afkomst – echter graag willen hebben over een specifiek incident dat op Cyprus plaatsvond en waar in het verslag aan wordt gerefereerd. In een kerk waar al decennialang kerstmissen worden gehouden, greep de Turkse bezettende macht in om een mis te onderbreken en, nog belangrijker, om de congregatie te verdrijven en de priester te dwingen zijn liturgische gewaden af te leggen. Het verschil met dit specifieke incident is dat het helaas op Europees grondgebied plaatsvond – of zal ik zeggen gelukkig maar, omdat het ons de mogelijkheid geeft om samen actie te ondernemen om dit probleem op te lossen.

 
  
MPphoto
 

  Frédérique Ries (ALDE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, barones Ashton, de barbaarse slachting in Alexandrië op 31 december komt nog eens boven op een lange reeks van moorddadige aanslagen tegen christenen in grote delen van de wereld: in Iran, Irak, Pakistan, Nigeria en recentelijk Egypte. De belangrijkste slachtoffers van de vervolging - we moeten dit woord durven zeggen, ook al staat het niet in onze resolutie - zijn de oosterse christenen. Dit is een diepgeworteld probleem, en christofobe daden zijn een realiteit.

De door de Europese Unie - door ons - te bieden oplossing moet recht doen aan deze christelijke minderheden. Het gaat hier om twaalf miljoen mensen die bescherming nodig hebben en een andere keuze moeten krijgen dan vluchten of sterven. Zoals al diverse malen is herhaald, gaat het er niet om de ene religie meer te stigmatiseren dan de andere, maar wel om er simpelweg op te wijzen hoe noodzakelijk het is dat de strijd wordt aangebonden met deze islamitische extremisten die mensen en vrijheid om zeep helpen.

Barones Ashton, wij hopen dat u tijdens de bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken aan het eind van deze maand zult komen met een gecoördineerde reactie en strategie om dit geweld tegen de oosterse christenen te bestrijden. Het lijkt mij belangrijk dat we druk uitoefenen, bijvoorbeeld via onze associatieovereenkomsten met een aantal van deze landen, en hun respectieve regeringen ertoe oproepen de daders te vervolgen en te berechten. Dit staat in paragraaf 2 van onze resolutie.

De vrijheid van godsdienst moet overal ter wereld in praktijk worden gebracht, net zoals het iedereen vrij staat al dan niet te geloven, want als deze vrijheid die de scheiding van godsdienst en staat mogelijk maakt, wordt ondermijnd, dan komen ook al onze andere vrijheden in gevaar.

 
  
MPphoto
 

  Tomasz Piotr Poręba (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, minimaal 75 procent van de slachtoffers van religieuze vervolging op de wereld zijn christenen. De Europese Unie mag in deze zaak niet passief blijven en werkeloos toekijken. Het debat van vandaag is bedoeld om Europa te stimuleren zich aan te sluiten bij de strijd voor de eerbiediging van het recht op vrijheid van godsdienst, maar ook om gezamenlijk te overwegen welke instrumenten de Europese Unie kan inzetten om vervolging van christenen in de toekomst te voorkomen.

Wat kunnen we doen? Ten eerste vind ik dat we ervoor moeten zorgen dat de eerbiediging van de vrijheid van godsdienst een van de belangrijkste speerpunten van het externe beleid van de Europese Unie wordt. Dat betekent dat we ervoor moeten zorgen dat onze overeenkomsten met andere landen bepalingen bevatten die religieuze vervolging in de betreffende landen onmogelijk maken.

Ten tweede moeten we de oprichting van een Europees waarnemingscentrum voor religieuze vervolging in de wereld overwegen, dat direct relevante informatie kan leveren waardoor de Europese Unie snel kan reageren.

Tot slot moeten we een einde maken aan het beleid van dubbele standaarden. De Europese Unie en de rest van Europa stellen zich open voor emigranten uit verschillende landen van de wereld. We staan toe dat zij godshuizen bouwen en hun godsdienst uitoefenen. Tegelijkertijd komen wij slechts zelden op voor de rechten van christenen in hun landen van herkomst, landen waar op het bezit van de Bijbel vaak een jarenlange gevangenisstraf en niet zelden de doodstraf staat, landen waar de bouw van een christelijk godshuis simpelweg onmogelijk is.

De tijd is aangebroken om een hard, resoluut en krachtig standpunt in te nemen over de rechten van christenen over de hele wereld. De tijd is aangebroken om hardop te eisen dat christenen en aanhangers van andere religies in vrijheid hun godsdienst kunnen uitoefenen.

 
  
MPphoto
 

  Francisco José Millán Mon (PPE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, dit debat is buitengewoon noodzakelijk gezien de recente ernstige gebeurtenissen die de godsdienstvrijheid en zelfs de levens van christenen treffen. Ik doel in het bijzonder op wat er overwegend in Pakistan, Irak, Nigeria en Egypte is gebeurd.

Artikel 18 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens gaat uitgebreid in op wat er wordt verstaan onder vrijheid van godsdienst. Desondanks wordt dit recht in sommige landen helaas nauwelijks gerespecteerd. We moeten nu zelfs toezien hoe degenen die hun christelijk geloof belijden, het gevaar lopen daarvoor met hun leven te moeten betalen.

De Europese Unie, mevrouw Ashton, moet het recht op vrijheid van godsdienst in het algemeen met kracht verdedigen, duidelijk opnemen in haar externe optreden en eerbiediging, vrijheid en veiligheid eisen voor de op dit moment meest vervolgde religieuze groepering ter wereld, de gemeenschap van christenen. We moeten eisen dat alle betrokken regeringen doen wat nodig is om dit soort aanslagen te voorkomen, en waar dat niet mogelijk is, de verantwoordelijken aan te houden en te straffen.

Geachte afgevaardigden, vrijheid staat mede symbool voor de Europese identiteit, en daartoe behoort ook de vrijheid van godsdienst, die tot de wezenlijke kern van de mensenrechten behoort. Die vrijheid vormt tevens een weg naar vrede, zoals paus Benedictus XVI zei in zijn nieuwjaarsboodschap. Voorts wil ik wijzen op de essentiële rol van het christendom in de totstandbrenging van de Europese identiteit. Het zou daarom een trieste paradox zijn als de Europese Unie het naliet met de grootste stelligheid op te komen voor de bescherming van de meest fundamentele rechten van de christenen en hen zoveel mogelijk de helpende hand te reiken.

De resolutie van het Europees Parlement beschrijft methoden voor een betere verdediging van godsdienstvrijheid in het algemeen en de vrijheid van christenen in het bijzonder. Ik verwelkom het feit dat de komende Raad Buitenlandse Zaken er aandacht aan zal schenken en – daarmee sluit ik af, mijnheer de Voorzitter - dat de komende Europese Raad op 14 februari zich zal uitspreken over deze ernstige gebeurtenissen, in navolging van het moedige voorbeeld van president Sarkozy.

 
  
MPphoto
 

  Mitro Repo (S&D). (FI) Mijnheer de Voorzitter, barones Ashton, de geloofwaardigheid van de Europese Unie met betrekking tot haar buitenlands beleid wordt afgemeten aan de wijze waarop zij vasthoudt aan haar fundamentele waarden, namelijk mensenrechten, democratie, het legaliteitsbeginsel en godsdienstvrijheid.

Het rechtssysteem van Egypte loopt het gevaar om in de schaduw te komen staan van de shariawetgeving, waar vooral de koptische christenen onder lijden. De Conferentie van Europese kerken roept op tot een dialoog in Europa tussen christenen en moslims. Europese religieuze dialoog, de culturele traditie van religie en de traditie van godsdienstonderwijs zijn ook hulpmiddelen die in het Europees beleid kunnen worden gebruikt.

Het christendom en andere religies zijn vredesbewegingen zoals de Europese Unie. Op haar best verenigt religie mensen en drijft hen niet uit elkaar. Wij mogen de terroristen religie niet laten gebruiken als instrument van barbaarsheid.

 
  
MPphoto
 

  Zbigniew Ziobro (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, organisaties die religieuze vervolgingen in de gaten houden, geven aan dat dagelijks meer dan tweehonderd miljoen christenen het gevaar lopen vervolgd te worden. Het is haast niet te geloven, maar in de afgelopen twee jaar zijn meer dan 170 000 mensen omgekomen, enkel en alleen omdat ze christen waren. Deze cijfers zijn afkomstig van organisaties die de vervolging van christenen volgen en geven aan dat christenen de meest vervolgde religieuze groepering ter wereld zijn. Dat mogen we in dit Parlement niet vergeten. In een aanzienlijk deel van de islamitische landen worden christenen behandeld als tweederangsburgers, en de situatie is daar bijzonder gespannen.

Europa mag dit niet langer tolereren, en niet alleen vanwege haar christelijke wortels. Er sterven namelijk onschuldige mensen, louter en alleen omdat ze niet de juiste godsdienst belijden. De Europese Unie reageert niet krachtig genoeg op de gewelddadigheden en de discriminatie van christenen. De vervolging van christenen moet ter sprake worden gebracht in de bilaterale onderhandelingen en bij de betrekkingen tussen de Europese Unie en de landen waar deze extreme en verschrikkelijke gebeurtenissen plaatsvinden. Ook moet het Parlement mevrouw Ashton verplichten tot een proactiever en krachtiger optreden.

 
  
MPphoto
 

  Gay Mitchell (PPE). (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik waardeer dit debat zeer, en ik steun de resolutie volledig en sta hier ook voor in. Ik denk dat er een slapende reus ontwaakt vanwege het ongerechtvaardigde en wrede misbruik van christenen. Als deze wreedheid en dit misbruik was gericht tegen moslims of de joodse gemeenschap, was ik even bezorgd geweest. Europa is een mozaïek waarvan de eenheid en de verscheidenheid het motto is.

Maar in Cyprus denken de Turkse regering en haar afgevaardigden dat het passend is om van christenen te eisen dat ze toestemming vragen om te bidden, maar ze uit een kerk te zetten als ze dit collectief doen. Is de Turkse afgevaardigde voor de Europese Unie erbij geroepen? En zo nee, waarom niet? Graag betoon ik respect aan de moslims die hun christelijke buren hielpen die werden aangevallen. Laten we hier dus geen motie van maken tegen iemand. Deze resolutie is bedoeld voor christenen en alle mensen die worden aangevallen.

Ik kan misbruik van mensen, individuen of gemeenschappen vanwege hun geloofsovertuiging niet steunen of accepteren. Dit debat gaat over christenen; te veel mensen verwachten dat christenen om het even welke oude commentaren accepteren. Ze zien het als anachronisme. Het is tijd dat we wederzijds respect beginnen te tonen. Ik respecteer mensen in dit Parlement die geen geloofsovertuiging hebben of een andere geloofsovertuiging zijn toegedaan dan ik. Het is tijd dat de mensen in dit Parlement respect beginnen te tonen voor mensen met een christelijke overtuiging; door verscheidenheid vormen we een eenheid.

 
  
MPphoto
 

  Maria Eleni Koppa (S&D). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, de laatste tijd is het aantal gevallen van religieus geweld over de hele wereld toegenomen, een gegeven dat onrust en verontwaardiging teweeg brengt. Het verbod op het belijden van de eigen geloofsovertuiging is een flagrante schending van de fundamentele rechten, maar ook van het internationaal recht, waarin is vastgelegd dat het recht op geloof onvervreemdbaar en vanzelfsprekend is.

Het door de bezettingsmacht opgelegde verbod op de kerstmis in Rizokarpaso op bezet Cyprus, alsmede de tegen de koptische gemeenschap gerichte bomaanslagen in de christelijke kerk van Alexandrië zijn slechts twee voorbeelden van toenemende spanningen en religieuze haat die zich in veel plaatsen niet ver buiten Europa ontwikkelen.

De Europese Unie moet instrumenten ontwikkelen die het recht op de beoefening van elke godsdienst in de praktijk beschermen. De boodschap dat dergelijk gedrag door de Europese Unie niet wordt getolereerd, moet luid en duidelijk zijn. Ik zou de hoge vertegenwoordiger willen verzoeken om een evaluatie van de situatie met betrekking tot de vrijheid van religieuze expressie op te nemen in haar prioriteiten. Tot slot zou het goed zijn als het aspect van het recht op de bescherming van religieuze overtuiging op het niveau van de Raad en van de Europese Commissie wordt meegenomen in alle discussies met andere landen.

 
  
MPphoto
 

  Mirosław Piotrowski (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, het christendom is altijd een ijkpunt geweest van de Europese identiteit, en de waarden van de Europese Unie vloeien er direct uit voort. De EU mag daarom niet werkeloos toezien hoe christenen worden vervolgd, ook niet wanneer dit in andere delen van de wereld gebeurt. In Arabische en Aziatische landen zijn christenen de meest bedreigde religieuze minderheid. Recente aanvallen op christenen in Egypte en Irak en eerdere gewelddadigheden in India waarbij ook kleine kinderen om het leven zijn gekomen, bevestigen dit. We beschikken over diverse instrumenten om dit soort gebeurtenissen te voorkomen en af te keuren. De Europese Unie moet de aanvallen op christenen krachtig veroordelen. Een van de meest effectieve manieren om dit te doen is het opnemen van voorwaarden in bijvoorbeeld handelsovereenkomsten met derde landen, waarin die landen garanderen dat zij de rechten van christenen zullen eerbiedigen en die de mogelijkheid bieden de overeenkomst te ontbinden wanneer deze rechten geschonden worden.

 
  
MPphoto
 

  Doris Pack (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, waarde commissaris, in 2009 hebben we de interculturele dialoog in Europa gevoerd: met elkaar, christenen met moslims, orthodoxen met katholieken, protestanten met orthodoxen. We hebben geprobeerd in onze Gemeenschap vertrouwen te kweken. We doen dat bij onszelf. Daarvoor moeten we wel zelf een standpunt hebben en de moed hebben om ervoor te gaan. Soms ontbreekt het hieraan, en nu blijkbaar ook. Als ik lees en hoor dat de Europese Commissie een kalender voor jongeren heeft uitgegeven waarop alle feestdagen van andere religies worden vermeld behalve de christelijke, dan kan ik alleen maar zeggen: zoiets zal degenen die in Egypte en elders dit soort vreselijke daden plegen nog verder aanmoedigen hiermee door te gaan.

Wij hebben de plicht christenen in de landen die al veelvuldig zijn genoemd te helpen. Zij leven voor het grootste deel in landen – als we het hebben over Palestina, Egypte, Irak en Iran – waar het christendom zijn oorsprong vindt. We kunnen toch niet toezien hoe deze mensen uit hun geboorteland worden verdreven? Ze zijn daar namelijk geen minderheid, maar zijn Egyptenaren en Palestijnen, net als alle anderen; ze willen daar leven, maar dat wordt hen moeilijk gemaakt. We moeten mevrouw Ashton daarin steunen en proberen ervoor te zorgen dat de Europese Unie de vrijheid van godsdienst waarborgt in alle akkoorden die zij met derde landen, en met name met deze landen, sluit. We moeten ervoor zorgen dat niemand omwille van zijn geloof zijn land moet verlaten.

 
  
MPphoto
 

  Ria Oomen-Ruijten (PPE). - Voorzitter, als ik naar de beelden in Bagdad en Alexandrië kijk, lijkt het wel alsof we een half millennium terug in de tijd zijn. Toen hadden we in Nederland de hoekse en kabeljauwse twisten waarbij protestanten en katholieken elkaar in een oorlog te lijf gingen. Voorzitter, dat past niet meer in de huidige Europese samenleving. Als ik naar Bagdad en Alexandrië kijk, dan zie ik ook dat dat alleen maar grove uitingen zijn van wat onderhuids in een groot aantal landen leeft.

Daarom zeg ik dat ook de Europese Unie in het kader van die culturele dialoog, maar ook in het kader van de vrijheden die we samen hebben vastgelegd, ervoor moet zorgen dat in elk verdrag, dat in elke lidstaat waarmee we zaken doen, dat in elk verslag dat we schrijven - en ik doe dat ook in het verslag over Turkije - die vrijheid van het beleven van godsdienst voorop moet staan. Dat betekent ook - mevrouw Pack heeft het net gezegd - dat die vrijheden wederkerig moeten zijn en dat het ook zo moet zijn dat daar waar de islam niet de meerderheidsgodsdienst is, die vrijheid van godsdienst wordt geëerbiedigd.

Voorzitter, ik denk dat de onverdraagzaamheid, het geweld dat er nu heeft plaatsgevonden, onacceptabel is en dat we een en ander met elkaar in een dialoog aan de kaak moeten stellen. Ik vraag mevrouw Ashton dan ook, om er samen met haar dienst voor te zorgen dat in alle contacten met landen die vrijheid van godsdienst heel consequent met de autoriteiten ter sprake wordt gebracht; u kunt wat dat betreft op de solidariteit van het Parlement rekenen.

 
  
MPphoto
 

  Eleni Theocharous (PPE). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, het vervolgen en vermoorden van christenen in het Midden-Oosten is meestal het werk van fanatieke en terroristische organisaties. De vervolging van Grieks-Cypriotische christenen op bezet Cyprus is het werk van het gewone leger van een land dat de ambitie heeft toe te treden tot de Europese Unie.

Ik heb hier een brief in handen van de zelf uitgeroepen “Ambassadeur van de Turkse Republiek van Noord-Cyprus” in Brussel – een entiteit die uitsluitend bestaat bij de gratie van de Turkse militaire bezettingsmacht – waarin hij probeert mij belachelijk te maken, terwijl hij tegelijkertijd erkent dat de kerkdienst in Rizokarpaso werd onderbroken omdat de Grieks-Cypriotische christenen hiervoor geen vergunning hadden.

Barones Ashton, sinds wanneer is het nodig om voor godsdienstoefening van wie dan ook toestemming te krijgen? Hoe lang blijft u tolereren dat een land dat de ambitie heeft toe te treden tot de Europese Unie, op een dergelijke brute manier de mensenrechten en de godsdienstvrijheid van Europese burgers schendt?

 
  
MPphoto
 

  Miroslav Mikolášik (PPE). - (SK) Geachte mevrouw Ashton, ik wil graag het woord tot u richten en u dringend oproepen iets te doen in deze kwestie, want het is eenvoudigweg onverteerbaar voor ons dat christenen in het Nabije Oosten voortdurend blootgesteld worden aan dergelijke wrede aanvallen.

Irak, Iran, Egypte, Nigeria, Turkije, Pakistan: dit zijn stuk voor stuk landen die voor hen - voor christenen - al eeuwenlang een thuishaven zijn en waar zij graag willen blijven wonen. Dat talloze islamitische geestelijken in hun preken antichristelijke sentimenten onder de gelovigen aanwakkeren, dient ten strengste te worden afgekeurd. In het noorden van Irak waren de mensen bang om hun huizen te versieren. In Bagdad drongen gewapende mensen een gebouw binnen waar zij 52 mensen doodschoten en 200 mensen verwondden.

December jongstleden waren we in de gelegenheid een aantal Irakese bisschoppen te ontmoeten toen zij het Europees Parlement bezochten. Zij drukten ons toen op het hart dat zij onze hulp nodig hebben, de hulp van de hele internationale gemeenschap, om te voorkomen dat de overtuiging wortelt dat afwijkende godsdienstige overtuigingen een legitieme reden zijn om onschuldige mensen om te brengen. Waar zijn we in hemelsnaam in terechtgekomen?

Ik zou in dit verband graag nog iets willen zeggen over Turkije, een land dat hard zijn best doet toe te treden tot de Europese Unie, maar tegelijkertijd de oprichting van christelijke geloofsgemeenschappen of congregaties verbiedt. Wij hebben hier in Europa toch ook minaretten? Waarom is het de andere kant op dan niet mogelijk?

Ik vraag me trouwens af waar al die beschermers van de mensenrechten uithangen en al die beschermers van dierenrechten. Volgens mij is het nu toch wel hoog tijd om een groep op te richten ter bescherming van christenen in de wereld.

 
  
MPphoto
 

  Peter Št’astný (PPE). (EN) Mijnheer de Voorzitter, de toename van wrede en gewelddadige aanvallen op christenen en hun gemeenschappen is erg verontrustend. De daders zijn veelal fanatieke islamitische extremisten. Het is pure haat. Het is nodig dat hier een einde aan wordt gemaakt en hier moet ook een einde aan worden gemaakt.

De EU en haar instellingen, met inbegrip van dit Parlement, moeten de druk op regeringen opvoeren waar zulke incidenten voorkomen, vooral in de landen waar de staat een zwak beleid heeft of een oogje dichtknijpt voor zulke incidenten.

Hier waarderen en beschermen we elk afzonderlijk leven; we straffen iedereen streng die mensenlevens in gevaar brengt, en de straf is nog zwaarder als aanvallen op mensenlevens gericht zijn tegen een minderheid, en zijn ingegeven door haat. We moeten erop hameren dat andere landen een soortgelijke bescherming van mensenlevens bieden en alle daders van zulke gruwelijke misdaden streng bestraffen, en we moeten de landen bijstaan die hiermee te maken hebben.

We kennen allemaal het sombere vooruitzicht als er niets wordt gedaan en als de huidige stijgende tendens niet wordt tegengehouden. De maximale inspanningen van de hele beschaafde wereld moeten zich dus concentreren op het ombuigen van deze gevaarlijke tendens.

 
  
MPphoto
 

  Sari Essayah (PPE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, ik wil in geen geval de druk op andere religies bagatelliseren, maar de statistieken spreken duidelijke taal: 75 procent van degenen die vanwege hun geloof zijn bedreigd of gedood, zijn christenen, en ongeveer honderd miljoen christenen in de hele wereld hebben te maken met vervolging en geweld vanwege hun geloof.

De afgelopen tijd is de situatie vooral zorgelijk geworden in het Midden-Oosten, zoals wij hier hebben gehoord. Aanvallen tijdens kerkdiensten in Irak, Egypte en Syrië hebben tientallen mensen, waaronder kinderen, het leven gekost. Ook elders in de wereld zijn veel problemen. De enorme economische groei in Aziatische landen verhult de ernstige schendingen van de fundamentele en mensenrechten. Bijvoorbeeld in China, India en Vietnam bestaat godsdienstvrijheid praktisch alleen op papier. Wij moeten erkennen dat de Europese Unie en haar lidstaten hun ogen hiervoor sluiten, onder meer vanwege de handelsbetrekkingen.

Als de Europese Unie zou willen, dan zou zij veel meer kunnen doen om de situatie van de christenen te verbeteren en de vrijheid van godsdienst in de wereld te bevorderen, bijvoorbeeld door een godsdienstvrijheidclausule te eisen in alle overeenkomsten die met derde landen worden gesloten. Daarom wil ik u, mevrouw de commissaris, vragen of het in de toekomst de bedoeling is een dergelijke clausule te eisen en de tenuitvoerlegging ervan te controleren.

De laffe houding van Europa is deels te wijten aan het feit dat wij hier zelf onze oude waarden kwijtraken. Wij willen religie in de privésfeer wegstoppen. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in het crucifixdebat dat in Italië plaatsvond en de hier door mevrouw Pack genoemde kalender die door de Commissie is gepubliceerd en waarop de christelijke feestdagen volledig ontbreken. Secularisme is niet het antwoord op deze problemen. Het antwoord ligt in het respect dat wij hebben voor andersdenkenden en voor de overtuiging van anderen.

 
  
MPphoto
 

  Traian Ungureanu (PPE). (HU) Mijnheer de Voorzitter, de benarde toestand van christenen in het Midden-Oosten, Azië en Afrika is geen toeval. Dit is geen serie betreurenswaardige maar ongecoördineerde aanvallen. Integendeel, dit is klassieke massavervolging. Christenen worden geïntimideerd, verbannen of gedood voor een duidelijk doel: religieuze zuivering. Dit gebeurt terwijl wij ons hier in Europa in allerlei bochten wringen om aan de oneindige gevoeligheden van moslims tegemoet te komen. Het resultaat is een Europa vol moskeeën en een Midden-Oosten dat is gezuiverd van christenen.

Maar dit gaat niet over cijfers. Het gaat over vrijheid en identiteit. Zelfs voor degenen onder ons die niet geloven, moet het christendom meer zijn dan een vergeten, exotische en slinkende sekte. We zijn vrij om te geloven of niet te geloven, maar we zijn niet vrij om onze vrijheden misbruikt te zien worden.

Deze benadering houdt in dat we geloofsvrijheid als voorwaarde moeten stellen bij onze betrekkingen met soevereine staten. Deze benadering moet worden vastgelegd in de wet en onderdeel uitmaken van het mandaat van de hoge vertegenwoordiger.

 
  
MPphoto
 

  Tunne Kelam (PPE). (HU) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag tegen de hoge vertegenwoordiger zeggen dat veroordelingen en verklaringen in deze situatie niet genoeg zijn. Aanvallen op christelijke gemeenschappen zijn drastisch toegenomen, vooral in de landen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het is moeilijk om daar een staat te vinden waar christenen als een normale minderheid kunnen wonen en, nog belangrijker, vrij hun geloof kunnen belijden.

De mensen die het christendom als hun nieuwe geloof hebben aangenomen, worden blootgesteld aan het risico dit met de dood te bekopen. We hebben het hier niet over nieuwe minderheden. De christenen zijn van oudsher inwoners van deze landen. Vandaag de dag worden ze steeds vaker gedwongen hun land te verlaten of in getto’s te wonen, ofwel zijn ze vluchtelingen in eigen land geworden, zoals in Irak. Om die reden is het een urgente taak om een EU-strategie inzake geloofsvrijheid op te stellen en een serie concrete maatregelen vast te leggen tegen de staten die opzettelijk verzaken om religieuze minderheden te beschermen.

Ik wil ook graag het idee van een collega noemen, de heer Mayor Oreja: het opstellen van een lijst met slachtoffers met wie de externe diensten van de EU actief contact zouden moeten zoeken. Dit gaat niet over het tegenover elkaar stellen van religies. Dit gaat over echt gelijke kansen, want het zou even gemakkelijk moeten zijn om een christelijke kerk te bouwen in Alexandrië of Ankara als dat het in Brussel is om een moskee te bouwen.

 
  
MPphoto
 

  Simon Busuttil (PPE).(MT) Mijnheer de Voorzitter, de aanvallen tegen de christelijke gemeenschap in Egypte en andere landen moeten worden veroordeeld, en wij zijn verplicht te reageren. Mijn vraag is: als Europa als bakermat van het christendom er niet in slaagt om christenen en hun godsdienstvrijheid te verdedigen, wie doet het dan?

We moeten echter ook proberen te voorkomen dat moslimgemeenschappen radicaliseren en worden gemanipuleerd door extremisten. We moeten ons ervoor hoeden alle moslims terroristen te noemen, omdat slechts een minderheid geweld en extremisme voorstaat. Tegelijkertijd zijn moslimgemeenschappen over de hele wereld verplicht om extremisten, die hun religie misbruiken, te veroordelen en moeten zij zich distantiëren van deze mensen, om te voorkomen dat zij het islamitische geloof een slechte naam geven.

Verder moeten wij de overheden van deze landen er met uiterste krachtsinspanningen van overtuigen dat zij de christelijke gemeenschappen moeten beschermen tegen vervolging.

Het belangrijkste is dat wij ondanks de gebeurtenissen die zich voor onze ogen afspelen en onze woede opwekken, niet geheel afstand mogen doen van ons gevoel voor redelijkheid. Zoals Mahatma Gandhi zei: "oog om oog, tand om tand maakt ons allemaal blind en tandeloos".

 
  
MPphoto
 

  Carlo Casini (PPE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de collega’s die reeds aan het woord zijn geweest, hebben in feite alles al gezegd. Ze hebben de feiten nogmaals op een rijtje gezet, ze beoordeeld en specifieke verzoeken ingediend.

Aangezien dit de laatste toespraak is die op het progranma staat, wil ik graag iets toevoegen dat nog niet eerder is gezegd en dan zie ik in gedachten een zeer groot Europeaan voor me, namelijk Johannes Paulus II, een man die op effectieve wijze heeft bijgedragen aan de val van de Berlijnse Muur. In zijn spirituele testament benoemt hij de vier waarden die als hoeksteen van onze toekomstige samenleving fungeren, met andere woorden een samenleving van liefde, te weten leven, vrede, brood en godsdienstvrijheid.

Vervolgens moet ik denken aan alles wat Giorgio La Pira, voormalig burgemeester van Florence, heeft geschreven. Hij was initiatiefnemer van grote conferenties over de christelijke samenleving op het moment dat de Koude Oorlog zijn hoogtepunt bereikte. In zijn boek Premesse della politica (‘Politieke vereisten’) schrijft hij dat er aan ieder politiek idee een bepaald type mens ten grondslag ligt. Voor christelijk Europa, zo schrijft hij, is de mens in essentie een biddend wezen, dat wil zeggen in staat een dialoog aan te gaan, te geloven in het oneindige en in gesprek met God te gaan.

Een mens de mogelijkheid tot een persoonlijke en openbare dialoog ontnemen is niet alleen ontkenning van godsdienst, maar ook ontkenning van de persoon zelf. Met deze gedachten laat ik het Parlement en u, hoge vertegenwoordiger, achter, zodat ze bij kunnen dragen aan een concrete en effectieve inzet van onze Europese Unie, die haar oorsprong vindt in de christelijke identiteit en altijd en overal verkondigt de bescherming en bevordering van menselijke waardigheid en mensenrechten als doel te hebben.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Collega's, wij gaan nu over tot de "catch the eye"-procedure. Er is een klein probleem, omdat ik meer dan 25 verzoeken heb ontvangen en we maar vijf minuten hebben. Het is dus duidelijk dat ik niet iedereen aan het woord kan laten. Ik zal mijn best doen en proberen de beschikbare tijd zo eerlijk en evenwichtig mogelijk te verdelen, maar helaas zal niet iedereen aan het woord komen.

 
  
MPphoto
 

  Magdi Cristiano Allam (PPE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik zal me beperken tot de vraag aan de hoge vertegenwoordiger, barones Ashton, om een speciaal verzoek op de agenda van onze betrekkingen met Egypte te zetten: we roepen de Egyptische overheden op om informatie over godsdienst te verwijderen van officiële documenten, identiteitskaarten, paspoorten en alle documenten die noodzakelijk zijn om werk te verkrijgen.

Christenen worden in Egypte gediscrimineerd op het moment dat het woord ‘christelijk’ in hun documenten voorkomt. Islamitisch terrorisme is vandaag de dag legitiem wanneer er sprake is van een situatie waarin geïnstitutionaliseerde discriminatie tegen christenen voorkomt.

Dit is een speciaal verzoek dat, als het wordt doorgevoerd, christenen bevrijdt van een vorm van geïnstitutionaliseerde discriminatie.

 
  
MPphoto
 

  Antigoni Papadopoulou (S&D). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens verbiedt ‘een onmenselijke of vernederende behandeling’, en in artikel 9 wordt het recht beschermd ‘om een religie of geloofsovertuiging te belijden’ in erediensten. Dit is ook aangehaald door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in zijn uitspraak in de vierde zaak tussen twee staten, namelijk Cyprus en Turkije, sinds 2001.

Ik zou tegen Lady Ashton willen zeggen: helaas heeft Turkije, een kandidaat-lidstaat voor toetreding tot de Europese Unie, de afgelopen 36 jaar religieuze monumenten op Cyprus verwoest en christelijke kerken omgebouwd tot moskeeën of stallen, en onlangs een einde gemaakt aan kerst- en Driekoningenmissen in christelijke kerken in het bezette Rizokarpaso en Yialousa.

Turkije moet worden veroordeeld voor zijn misdaden op EU-grondgebied. De EU mag niet passief blijven toekijken. De christenen op Cyprus verkeren in gevaar.

 
  
MPphoto
 

  Alexandra Thein (ALDE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, waarde vicevoorzitter van de Commissie, het gaat vandaag om een ontwerpresolutie over de situatie van christenen in de context van vrijheid van godsdienst. Het Europees Parlement zet zich wereldwijd in voor fundamentele vrijheden en mensenrechten. Wij liberalen zijn hierbij een van de drijvende krachten, en daarin zit ook het verschil met de conservatieven, die zich in het bijzonder richten op de situatie van christenen.

Want het gaat over het algemeen niet alleen om de situatie van christenen, maar – volgens de liberalen – om de waarde van de vrijheid van godsdienst an sich. En daarmee bedoel ik alle religies van de wereld – overal op deze ene wereld. Het gaat om de bescherming van religieuze minderheden en de plicht van elke staat al het mogelijke te doen om leden van bedreigde religieuze minderheden te beschermen.

Ook wij in Europa hebben problemen. Ik kom uit Berlijn, en alleen al in Berlijn hadden we nadat een sociaaldemocratische voormalige bankier van de Bundesbank de gemoederen had verhit binnen een half jaar toevallig zes brandaanslagen tegen moskeeën, waarbij gelukkig geen doden zijn gevallen. Als staat proberen we religieuze instellingen zo goed mogelijk te beschermen, zoals Egypte zich na de tweede grote terroristische aanslag tegen christenen nu ook meer inzet.

Het is uiteraard onmogelijk om elke kerk, moskee of synagoge door de politie te laten bewaken, en ik betreur dat joodse instellingen in veel landen – waaronder ook het mijne – van buiten inmiddels lijken op zwaarbeveiligde gevangenissen. Daarom is het ook zo belangrijk dat wij als politici de verantwoordelijkheid voor de houding tegenover religieuze minderheden in onze landen nemen en proberen een open en positieve houding jegens alle religies tot stand te brengen.

 
  
MPphoto
 

  Charles Tannock (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, toen ik elf jaar geleden voor het eerst in dit Parlement werd gekozen, werd het gezien als enigszins excentriek en zelfs op het randje van gênant – vooral en zelfs binnen de EVP moet ik zeggen – dat ik regelmatig de kwestie van christenvervolging in de islamitische en communistische wereld opwierp, die tot mijn spijt sindsdien alleen maar is verergerd.

Dus het verheugt me dat inmiddels zelfs enkele van de wat meer agressieve en antiklerikale krachten in dit Parlement wakker zijn geschud door de existentiële bedreiging van oude christelijke geloofsgemeenschappen zoals de Assyriërs in Irak, waarvan ik een beschermheer ben in het Verenigd Koninkrijk, en de kopten in Egypte. Afgelopen zaterdag stond ik voor de deur van Downing Street 10 in Londen met mijn koptische kiezers om te eisen dat de regering van het VK meer doet om druk uit te oefenen op Egypte en zijn regering ter bescherming van zijn eigen burgers. Vandaag doe ik een beroep op u, barones Ashton, als hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie, om hetzelfde te doen.

 
  
MPphoto
 

  Nikolaos Salavrakos (EFD). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, enige tijd geleden heb ik een artikel geschreven met de titel: “Meervoudige monoloog”. Meervoud betekent dat velen van ons praten, en monoloog dat één persoon het woord voert. Dat is nu juist het probleem van onze hedendaagse maatschappijen. We praten allemaal – en meestal over ideeën – maar we luisteren alleen maar naar wat we zelf zeggen. De uitbraak van het moslimfundamentalisme zoals we dat deze dagen kunnen zien, en wat ook rond oud en nieuw plaatsvond in Egypte, valt hieraan te wijten.

Ik zou willen opmerken dat binnen het tijdsbestek van een eeuw, vanaf het begin van de twintigste eeuw tot op heden, het percentage christenen in het Oosten van toen 22 procent inmiddels is gedaald naar minder dan tien procent van de bevolking. We moeten dus voorzichtig zijn met deze uitbraak van islamisme, want er zitten nu nog oude leiders in Egypte, Libië en andere landen, en we weten niet wat er kan gebeuren als die leiders ten val komen en waar het dan heen gaat met die landen.

Gelet op het voorgaande zou ik u, mevrouw Ashton, willen verzoeken uw invloed te doen laten gelden en initiatieven te nemen om deze situatie van religieus fanatisme tot bedaren te brengen, om het even of het nu om christenen of om moslims gaat.

 
  
MPphoto
 

  Franz Obermayr (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, de koptische bisschop Damian vroeg onlangs om een christelijke alliantie speciaal voor de christenen in Egypte naar aanleiding van de hetzecampagnes in de moskeeën en de vreselijke bloedbaden bij de kerstmis. De hulporganisatie Open Doors noemt in haar wereldvervolgingsindex nog altijd 50 landen waarin christenen ernstig worden vervolgd.

Als we vandaag onze ontsteltenis tonen, begrijp ik dat niet helemaal. Want we mogen ons niet verbazen: “De vis begint aan de kop te stinken.” Als we in de EU en in de Commissie als toonbeeld van zelfverloochening een kalender verspreiden – in maar liefst 21 000 Europese scholen aan drie miljoen scholieren - waaruit alle christelijke feestdagen zijn weggelaten, maar waarop de feestdagen van moslims, sikhs, hindoes, Chinezen enz. wel staan vermeld, dan is dat zelfhaat en niet louter zelfverloochening. We hebben moed nodig, mevrouw Ashton, we hebben handhaving nodig en geen tolerantie waar intolerantie heerst.

 
  
MPphoto
 

  Anna Záborská (PPE). - (SK) De Europese Unie mag niet stilletjes aan de zijlijn blijven staan, mag niet pas in actie komen als christenen komen te overlijden en uit hun huis gejaagd worden. De Europese Unie doet onvoldoende aan de bescherming van christenen. Waarom? Omdat de EU in de macht is van de terreur van de politieke correctheid die de vrijheid van godsdienst marginaliseert. De ideologie van het laïcisme verkleint onze bewegingsruimte en onderdrukt de vrijheid van godsdienst.

We kunnen moeilijk verwachten dat de EU de christenen in de wereld beschermt en verdedigt, omdat zijzelf de christelijke filosofie niet respecteert. Ook een aantal van onze collega's hier had problemen met het feit dat hier in het Parlement godsdienstige leiders ontvangen werden. Dit Parlement weigerde de ontvoering van de aartsbisschop van Mosul, die later is vermoord, te veroordelen. Een aantal fracties in dit Parlement heeft ervoor gezorgd dat de paus beschuldigd werd van schending van de mensenrechten. De Commissie heeft nagelaten rekening te houden met christelijke feestdagen, om nog maar te zwijgen over de kruisen in Italië.

Het doet mij deugd dat er in Wenen een Europese waarnemingspost is opgericht inzake de intolerantie tegen christenen. Ik vrees dat zij veel werk te doen krijgen.

 
  
MPphoto
 

  László Tőkés (PPE). - (HU) Mijnheer de Voorzitter, als lid van een minderheid in Roemenië weet ik wat religieuze vervolging onder de dictatuur van Ceauşescu betekende. Ik ben verheugd dat premier Viktor Orbán vandaag als een van de prioriteiten de strijd tegen de vervolging van christenen heeft vermeld. Naar mijn idee zou hoge vertegenwoordiger Ashton hierbij moeten samenwerken met het Hongaars voorzitterschap, en ik verzoek haar daartoe. Toen we onlangs in Istanboel waren, konden we zien en horen dat daar in de twintigste eeuw miljoenen Armeense en Griekse christenen zijn omgekomen. Het is triest dat de vervolging van christenen thans nog altijd wordt voortgezet. Samen met mevrouw Hautala stel ik voor deze actuele kwestie ook in de commissie Mensenrechten apart op de agenda te plaatsen. Anderzijds verzoek ik mevrouw Ashton om de bescherming van christenen tijdens de bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken op 31 januari aan een serieus debat te onderwerpen en tot een prioriteit van het buitenlands beleid te maken.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het woord is aan Catherine Ashton om het debat te resumeren en veel van de gestelde vragen te beantwoorden.

 
  
MPphoto
 

  Catherine Ashton, vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.(EN) Mijnheer de Voorzitter, als u mij toestaat zou ik twee of drie gedachtegangen willen oppakken die hier werden aangedragen – maar allereerst wil ik de Parlementsleden danken en mijn erkentelijkheid uitspreken voor hun uitgesproken meningen en de ondersteunende woorden voor het werk dat we op dit gebied trachten te verrichten.

Zoals ik al heb aangeduid, is een van de redenen waarom ik zeer verheugd ben aan dit debat deel te kunnen nemen dat dit onderwerp al eerder in de Raad Buitenlandse Zaken aan de orde is gesteld – maar we zullen hier eind januari nog eens op terugkomen –, en de zorgen die door de geachte Parlementsleden onder woorden zijn gebracht, hebben hun weerklank gevonden in de bezorgdheid die van vele kanten is geuit, niet in de laatste plaats door een aantal lidstaten en een aantal ministers die zeer verontrust zijn over deze kwesties.

Voor alle duidelijkheid wil ik zeggen dat ik inderdaad over het christendom heb gesproken. Aan het begin heb ik de redenen genoemd waarom ik speciaal naar Bethlehem ben gegaan. Hierbij ging het erom erop te wijzen dat ik weliswaar naar het Midden-Oosten reisde, maar daarmee, juist aan de vooravond van het orthodoxe kerstfeest, als het ware ook het centrum van vele religies bezocht. Dat was op zich al een zeer sterke boodschap, en het ging om een heel persoonlijke en weloverwogen stap. Ik weet dat de heer Mauro niet meer aanwezig is om mijn antwoord te horen, maar ik hoop dat hij zal horen dat ik hierop in mijn toespraak ben ingegaan.

Ik wil even twee of drie punten oppakken. Een aantal Parlementsleden heeft de vraag opgeworpen hoe we de instrumenten die ons ter beschikking staan kunnen gebruiken om deze kwesties aan te pakken. Ik wil de geachte Parlementsleden eraan herinneren dat bijna alle handels- en samenwerkingsovereenkomsten die we sinds 1995 hebben gesloten een mensenrechtenclausule bevatten. Als ik het goed heb, is zo'n clausule inmiddels in verdragen met 134 landen opgenomen.

Het hoofddoel is de gedeelde verplichting te laten zien die we ten opzichte van de mensenrechten hebben, maar de clausule vormt ook de wettelijke grondslag voor sancties in het geval van ernstige schendingen van de mensenrechten. De Parlementsleden zullen zich herinneren dat ik in mijn vroegere hoedanigheid de kwestie van de SAP plus-regeling en Sri Lanka heb aangekaart. Ongetwijfeld weet u ook dat we stappen hebben ondernomen om het land buiten de regeling te houden, vooral vanwege mensenrechtenkwesties. Zoals enkele Parlementsleden reeds hebben opgemerkt, is het zeer belangrijk dat we de wijze waarop we onze overeenkomsten afsluiten en de instrumenten waarmee we dit doen verder in de gaten houden en erop toezien dat we zo nodig van die instrumenten gebruik maken.

Als de Commissie over de toekomst van de SAP-regeling gaat nadenken, is het volgens mij erg interessant te onderzoeken of aspecten van deze regeling kunnen worden verbeterd die betrekking hebben op de ratificatie en tenuitvoerlegging van de mensenrechten en de verdragen.

Ik wil het ook nog over de andere kant van deze medaille hebben, dat wil zeggen over de instrumenten die we gebruiken om de democratie en de mensenrechten te bevorderen en te ondersteunen. Zoals u weet, ondersteunen we wereldwijd projecten ter bestrijding van racisme, xenofobie en alle vormen van discriminatie. We hebben in ongeveer 60 landen ngo’s gefinancierd die discriminatie bestrijden. We moeten een evenwicht vinden tussen het gebruik van de instrumenten die ons ter beschikking staan om ervoor te zorgen dat we in staat zijn te laten zien dat we het serieus menen bij schendingen van de mensenrechten, en het gebruik van die instrumenten – met al onze bereidwilligheid en beschikbare capaciteiten – ter ondersteuning van de ngo’s die actief zijn op het gebied van anti-discriminatie.

Ik wil ook nog een ander onderwerp aanstippen, namelijk de rol van onze delegaties en het belang van het monitoren van de ontwikkelingen in de wereld. Een aantal Parlementsleden heeft dit specifieke punt aangekaart. Ik heb reeds gezegd dat ik van mening ben dat het echt belangrijk is om de ontwikkelingen in de hele wereld te volgen.

Ik werd vooral getroffen door een onderwerp dat door een aantal Parlementsleden in een reeks interventies ter sprake werd gebracht, en dat in de laatste weken en maanden in zekere zin steeds duidelijker wordt waargenomen, maar desalniettemin vele Parlementsleden al geruime tijd bezighoudt: de bezorgdheid over de manier waarop gelovigen van allerlei religies overal ter wereld worden behandeld of, in vele gevallen, worden gediscrimineerd, en de noodzaak om over deze kwesties na te denken en waakzaam te zijn, niet alleen als ze tot geweld leiden – bij geweldsuitbarstingen is het als het ware onze plicht te handelen – maar ook voordat ze tot geweld leiden, wanneer het om stelselmatige discriminatie gaat.

Ik denk dat het belangrijk is om onze delegaties overal ter wereld te beschouwen als mogelijkheid om vormen van discriminatie waar te nemen en te herkennen die zich volgens de geachte Parlementsleden “onderhuids” doen gevoelen en om ons op de hoogte te stellen indien zij discriminatie constateren.

Zoals gezegd, lijkt het me ook belangrijk dat wij er bij de laatste Raad Buitenlandse Zaken op hebben gewezen dat we bij ons werk inzake de mensenrechten en in het door ons geproduceerde verslag ook de situatie van de religieuze minderheden in de hele wereld aan de orde stellen. Het christendom heeft in het debat van vandaag een zeer belangrijke rol gespeeld, maar vele Parlementsleden hebben er ook op gewezen dat wij er in ons optreden ook voor moeten zorgen dat we respect en tolerantie voor andere geloofsrichtingen tonen.

Ik denk dat het belangrijk is om ernaar te streven door onze monitoringverslagen alsook door de delegaties in de gehele wereld een vinger aan de pols te houden. Hierdoor krijgen we meer inzicht in de manier waarop de beschikbare instrumenten kunnen worden ingezet, met name door de Commissie, maar ook meer gevoel voor de politieke wil, niet alleen van mijn kant, maar – zoals u terecht hebt opgemerkt – u als parlementariërs hebt hierin ook een sterke stem en een grote rol, samen met de lidstaten en de ministers van de lidstaten.

Aan het begin vertelde ik dat ik het als mijn plicht beschouw om ervoor te zorgen dat we beter gebruik maken van de beschikbare middelen, dat we de ontwikkelingen zorgvuldig monitoren en dat we de ons ter beschikking staande politieke en economische instrumenten gebruiken om hiervan in de toekomst een centraal punt op onze agenda te maken. Ik ben zeer dankbaar voor alle bijdragen. Degenen wier opmerkingen en vragen ik niet beantwoord heb, kan ik zeggen dat dit niet uit onwil is. Ik zal zorgvuldig over de vragen en opmerkingen nadenken en deze eind januari meenemen in het debat tijdens de Raad Buitenlandse Zaken.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. Tot besluit van het debat zijn er zeven ontwerpresoluties ingediend, overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt donderdag 20 januari 2011 om 12.00 uur plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Elena Oana Antonescu (PPE), schriftelijk.(RO) Onschuldige mensen zijn het slachtoffer geworden van een roekeloos strafbaar feit dat niets te maken heeft met godsdienst of morele principes. Wij, burgers van de Europese Unie, ondersteunen en bevorderen godsdienstvrijheid, en het is onze plicht om te beklemtonen dat dit moet worden geëerbiedigd, beschermd en bevorderd als een van de elementaire mensenrechten. Het doel van terrorisme in deze context is immers oproer te zaaien en conflicten uit te lokken door middel van aanslagen die de daders proberen te verantwoorden door te verwijzen naar een onderliggende religieuze beweegreden. Ik zou willen benadrukken dat terrorisme geen godsdienst heeft. Dat is precies de reden waarom fundamentalistische gedachten niet thuishoren in de moskee, de kerk of de synagoge. De wereldgodsdiensten moedigen geen gewelddadige aanvallen aan. Zij die deelnemen aan dergelijke aanvallen moeten niet geloven dat ze voor iets vechten. Integendeel. Ik geloof dat ze vechten tegen elke vorm van moraliteit, tegen hun medemens en tegen de mensheid zelf.

 
  
MPphoto
 
 

  Gerard Batten (EFD), schriftelijk.(EN) De vervolging van christenen in islamitische landen en enkele niet-islamitische landen zoals communistisch China is een toenemende en verachtelijke tendens. Een van de jongste uitbarstingen van geweld tegen christenen vond op nieuwjaarsdag in Alexandrië plaats, toen bij een bomaanslag op een kerk 25 mensen omkwamen en tachtig gewond raakten. De koptische gemeenschap in Londen en het Verenigd Koninkrijk heeft mij gewezen op de achtergrond van deze aanslag. Volgens haar schattingen hebben er verleden jaar in Egypte meer dan honderd aanslagen op christenen plaatsgevonden, waarbij velen zijn omgekomen.

De verantwoordelijken voor deze aanslagen zijn hiertoe geïnspireerd door fundamentalistische en extreem-islamistische ideologieën. Ik en de door mij vertegenwoordigde Independence Party van het Verenigd Koninkrijk willen geen buitenlands beleid van de EU of een minister van Buitenlandse Zaken van de EU – thans in de gedaante van barones Ashton. Nu de barones echter deze functie bekleedt, moet zij kennis nemen van het feit dat de EU verdragen ter waarde van miljarden euro’s afsluit met landen die tot de ergste vervolgers van christenen behoren. De EU moet haar economische kracht gebruiken en erop aandringen dat landen die vervolging van christenen toelaten niet in het genot van preferentiële overeenkomsten of voorkeursbehandelingen komen. Dit het minste wat de Europese Unie kan doen.

 
  
MPphoto
 
 

  José Manuel Fernandes (PPE), schriftelijk. (PT) De statistieken over godsdienstvrijheid laten zien dat de meerderheid van de daden van religieus geweld de laatste jaren gericht waren tegen christenen. In 2010 nam het aantal aanslagen tegen christelijke gemeenschappen op zorgwekkende wijze toe. Er zijn helaas veel onschuldige doden te betreuren. Zij zijn het resultaat van bloedige aanslagen tegen de christelijke gemeenschap in Nigeria en Pakistan, terroristische aanslagen op koptische christenen in Alexandrië en op de Filippijnen, daden van de terroristische jihad tegen Syrische christelijke families en gecoördineerde bomaanslagen op huizen van christenen in Bagdad. Ik wijs eveneens de betreurenswaardige vervolging van christenen door de regering van Islamitische Republiek Iran af, evenals de laakbare onderdrukking van de activiteiten van de katholieke kerk en andere religieuze gemeenten in Vietnam. De Europese Unie moet zich, zoals voorheen, weer sterk inzetten voor godsdienstvrijheid, gewetensvrijheid en meningsvrijheid. Dit zijn de fundamentele principes van het acquis communautaire. Regeringen hebben de plicht deze vrijheden te garanderen. Daarom en gezien het wereldwijd toegenomen antichristelijke geweld, pleit ik ervoor dat de Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken snel, vastberaden en krachtdadig handelen om de godsdienstvrijheid in de wereld te garanderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Filip Kaczmarek (PPE), schriftelijk. – (PL) Het gaat helemaal niet goed met de eerbiediging van de rechten van christenen om hun eigen godsdienst te belijden. Het Europees Parlement heeft in het afgelopen jaar uitzonderlijk vaak moeten reageren op schendingen van de mensenrechten van christenen. Ik was medeauteur van drie resoluties op dit gebied - de resolutie over Irak: de doodstraf (in het bijzonder het geval Tariq Aziz) en het geweld tegen christenen, die is aangenomen op 24 november 2010, de resolutie over de recente aanvallen op christelijke gemeenschappen, die is aangenomen op 21 januari 2010, en de resolutie over de godsdienstvrijheid in Pakistan, die is aangenomen op 20 mei 2010.

Door de gebeurtenissen die dit jaar in Alexandrië hebben plaatsgevonden, herinnerde ik mij dat het Europees Parlement een jaar geleden de Egyptische regering heeft verzocht te garanderen dat koptische christenen en leden van andere religieuze gemeenschappen en van minderheden alle mensenrechten en fundamentele vrijheden genieten, inclusief het recht hun religie vrij te kiezen en van religie te veranderen, en discriminatie jegens hen te voorkomen. Inmiddels debatteren we morgen opnieuw over de vrijheid van christenen in Pakistan. Statistische methoden zijn niet perfect, maar maken soms wel een betere inschatting van de omvang van een probleem mogelijk. Journalisten van Deutsche Welle hebben een interessante berekening uitgevoerd met betrekking tot de schending van de rechten van christenen. Volgens hen sterft iedere drie minuten ergens op de wereld een christelijke martelaar vanwege zijn overtuiging. Het is werkelijk schokkend dat dit zich letterlijk voor onze ogen afspeelt.

 
  
MPphoto
 
 

  Jarosław Kalinowski (PPE), schriftelijk. – (PL) Als Europeanen doen wij ons best om ervoor te zorgen dat iedereen in Europa in vrijheid de godsdienst kan belijden die het best bij zijn hart en zijn geweten past. Wij zorgen ook voor wetgeving om burgers te beschermen tegen discriminatie op grond van godsdienst. We geven op scholen les in tolerantie en gelijke behandeling en staan toe dat immigranten vrij gebruik maken van hun religieuze symbolen. Het komt voor dat dit ten koste gaat van de grootste godsdienst in Europa, terwijl onze traditie en onze beschaving voornamelijk put uit het christendom en er zich onder ons meer christenen bevinden dan aanhangers van andere godsdiensten. Ik zeg dit ook als vertegenwoordiger van een fractie die de uitdrukking 'Christen-Democraten' in zijn naam heeft staan. Wij kunnen de manier waarop christenen in veel landen van de wereld worden behandeld niet beïnvloeden, maar we kunnen en moeten wel de vrijheid van godsdienst van alle Europeanen waarborgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Alfredo Pallone (PPE), schriftelijk.(IT) We staan helaas oog in oog met een wereldwijde aanval op het christendom. De feiten spreken voor zich: afgelopen jaar was 75 procent van de gewelddadigheden op basis van geloof tegen christenen gericht.

Het probleem wordt echter politiek van aard als religieuze verschillen worden gebruikt als middel om groei en ontwikkeling tegen te houden. De haat die door deze terroristische aanvallen wordt verspreid, is juist bedoeld om het sociale en politieke stelsel van de landen waar het geweld voorkomt te ontwrichten. Gezien de rol van de Europese Unie om eerbied voor mensenrechten en voor burgerlijke en democratische vrijheden te bevorderen en vooral gezien haar christelijke oorsprong en wortels, heeft zij in dit alles de plicht om stellig te reageren door alle vormen van extremisme te veroordelen en de dialoog, godsdienstvrijheid, wederzijds respect tussen gemeenschappen en tolerantie te bevorderen.

Ik hoop echter dat de EU nog een stap verder gaat en de clausule over de instandhouding van de vrijheid van godsdienst opneemt in alle economische overeenkomsten die zij met andere landen ondertekent en dat wanneer deze clausule wordt geschonden de betreffende landen worden gestraft.

 
  
MPphoto
 
 

  Debora Serracchiani (S&D), schriftelijk.(IT) We moeten ons niet bescheiden of huiverig opstellen als het gaat om de plicht van de Europese Unie om de vrijheid van het belijden van het eigen geloof te beschermen.

In het licht van de onmiskenbare geweldsuitbarsting tegen christenen in verschillende delen van de wereld moet de EU dringend een duidelijk standpunt innemen tegen iedere schending van het recht op de vrijheid van het belijden van het eigen geloof. Het onderwerp godsdienstvrijheid moet geïntegreerd worden in het Europese beleid, niet in de laatste plaats door het opnemen van een bindende clausule inzake de eerbiediging van de godsdienstvrijheid in onze overeenkomsten met andere landen. Deze principes vormen het visitekaartje voor Europa, en we kunnen hier onder geen beding uitzonderingen op maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Sonik (PPE), schriftelijk. – (PL) Christenen worden tegenwoordig in meer dan zeventig landen op de wereld vervolgd. Dit houdt in dat het fundamentele recht van de mens op vrijheid van godsdienst in een op de drie landen wordt geschonden. De Europese Unie begint zich te realiseren dat religieuze vervolgingen een ernstige schending zijn van de menselijke waardigheid en vrijheid. Het debat in het Europees Parlement over de situatie van christenen in de context van vrijheid van godsdienst duurt al enige maanden en is ook formeel gezien van belang. De kerken hebben dankzij het Verdrag van Lissabon hun positie in het Europese debat versterkt en hebben het recht om officieel partner te zijn in de dialoog met de Europese Commissie. Als hoeder van de naleving van de mensenrechten moet het Europees Parlement zo snel mogelijk methoden uitwerken ter verdediging van de vrijheid van godsdienst in de wereld.

Gezien de recente gewelddadigheden tegen christelijke minderheden in sommige landen van het Midden-Oosten, Afrika en Azië, denk ik dat het een goed idee is om dit probleem aan de orde te stellen op de komende EU-Raad Buitenlandse Zaken en samen met de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid concrete instrumenten uit te werken voor de bescherming van de christelijke gemeenschap. Het Europees Parlement moet de landen waar de vervolgingen plaatsvinden, oproepen om met effectieve maatregelen te komen om de religieuze minderheden te beschermen, ondanks de moeilijkheden die hiermee gepaard gaan. Daarom moeten we de vrijheid van godsdienst ook serieus mee laten wegen bij de ondertekening van samenwerkingsovereenkomsten van de EU met derde landen.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid